N». 16187 Dingdag 36 November. A*. 1912. geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zfin- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Officieele Kennisgeving. FEUILLETON. De Ridder van „De Diepe Helle". Faillissementen. LEIDSCH DAG-BLAD PRIJS DER ADTERTENTIEK: Van 16 regels ƒ1.06. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere letter» naar plaatsruimte. Kleine edvertentiën van 30 woorden *0 Cents contant; elk tiental woorden meer 10 Oenta.-Voor het incasseeren wordt 0.05 berekend. PRIJS DEZER COURAA'Ti Vaor Leiden per week 9 Cents; per 3 maanden 1 2 J f 1.10. Balten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn J J, 1,30. Franco per post 1.65. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet; Brengen bij '^eze ter algemeene kennis, dat door hen op heden vergunning is ver leend aan P. P. J, VAN REMUNDT en rechtverkrijgenden tot heb oprichten van een waschinrichting in het perceel Zijlsin gel No. 2, Sectie K No 809. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 25 November 1912. De Burgemeester en Wethouders van Leiden doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijn vergadering van den 7den November 1912, is vastgesteld de vol gende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening op het Rijden van den 23sten Mei 1912 (Ge meenteblad No. 18). Art. 1. Lu art. 7 van de bovengenoemde veror dening wordt tussohen de zinsneden aan vangende met „de Kerksteeg" en „en ein delijk", etc. ingevoerd: „de Hooglandsche Kerkohoorsteeg in de richting naar de Hooigracht." Airt. 2. In artikel 25 vervallen de woorden: „de Maarsmanssteeg, de Donkersteeg" en „de Watersteeg" en wordt tusschen de woorden „de Vestestraat" en „de Pelikaanstraat" ingevoegd „de Hooglandsche Kerkchoor-. steeg in de richting naar de Hooigracht", terwijl na de woorden „den Nieuwen Rijn" aan het slot van het artikel nog wordt ge lezen: „alsmede van des voormiddags 0 uur tot middernacht door de Maarsmanssteeg, de Donkersteeg en de Watersteeg." Vastgesteld door den Gemeenteraad van Leiden, gelet op het advies der Gezord- heid90ommassie, d.d. 5 November 1912, No. 46/ö, in zijn openbare vergadering van den 7den November 1912. De Burgemeester, N. C. DE GIJSELAAR. De Secretaris, VAN STRIJEN. Zijnde deze verordening oan de Gedepu teerde Staten van Zuid-Holland, volgens hun bericht van den 12/18 November 1912, B. No. 1571 (2de afd.) G. S. No. 64/1, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 26sten November 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN» Secretaris. Leiden, 26 November. -r- Voor de beide hier bestaande af deelin gen (de studenten- en de burgerafdeeling) van het „Algemeen Nederlandsch Ver bond" zal Donderdagavond in het Kle-in- Auditorium van het Academiegebouw een voordracht over „Heden en Toekomst van Ziiid-Afrika" worden gehouden door ds. H. D. van Broekhuizen, predikant te Preto ria, thans met verlof hier te lande. Wij vestigen ten zeerste de aandacht op deze bijeenkomst. De heer Van Broek huizen, Nederlander van geboorte, is met hart en ziel gehecht aan het nieuwe land ■zijner inwoning en aan de Afrikaansche be volking. Hij heeft met daden deze zijn lief de voor dat land en dat volk getoond van hem is in den oorlogstijd getuigd, dat hij even onmisbaar voor de Afrikaansche zaak was als een De Wet of een De la Rey, zelfs in de dagen zijner verbanning buiten zijn tweede vaderland. De heer Van Broek huizen paart aan zijn liefde voor Zuid- Afrika een 6ohitterende, uit het hart op wellende welsprekendheid. Niemand zal de bekoring vergeten van zijn voordracht, die ooit onder die beko ring is geweest; en niemand ontkomt aan die bekoring, die hem ooit heeft gehoord en die welsprekendheid zonder „pose" of gekunsteldheid weet te waardeeren. Mogen slechts weinig leden van het „A. N. V." Donderdagavond in het Klein- Auditorium ontbreken I De kapitein-intendant C. Wals ver trok gisteren van Utrecht naar [Leiden, ten einde hier in de Nederlandsche fa briek van verduurzaamde levensmiddelen, voorheen Hoogenstraaten en Co., toezicht te houden bij de aanmaak van bussen ver duurzaamde volksspijs, ten behoeve van het leger. De „Ste.-Crt." bevat de statuten van de naaml. vezrn. „Rembrandt" Fa briek van Suikerwerken, te Leiden. Goedgekeurd bij Kon. besluit van 30 Oc tober 1912. Doel: het vervaardigen van den handel in alle soorten suikerwerken en biscuits, enz. Duuri tot 31 Deo. 1942. Kapitaalf 30,000, verdeeld in 120 aau- deelen, elk Van f250. Directeuren: W. J. de Gooyer en IF. A. Bail. Commissaris sen J. A- W. Albersberg, H. van Dorsten, W. de Mooy en N. H. de Roo. Op Zondag S December e.k. zal het Hoofdbestuur van den Bond van Neder landsche Onderwijzers in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te VGraven- hage een groote salarismeeting beleggen. Tot deze meeting, die aanvangt des na middags te twee uren, worden uitgenoo- digd alle leden van den Bond, de leden der Tweede Kamer en de Pers. Als spre kers zullen o. a. optreden, de Voorzitter van den Bond en een plattelandsonderwij zer. Niet alleen zullen alle afdeelingen van den Bond haar afgevaardigden zen den, maar bovendien zullen honderden leden mede uit de meest afgelegen plaat sen de meeting bijwonen. Het doel zal we zen een afdoende regeling te bepleiten voor alle Nederlandsche onderwijzers en een bestrijding van den in uitzicht gestel den kindertoeslag. Ds. F. J. P. Moquette, Ned.-Herv. predikant te Rotterdam, herdacht Zater dag zijn gouden ambtsjubileum. Van Waalsche afkomst, studeerde hij, na zijn voorbereidende studiën aan het Am- sterdarnsch Gymnasium te hebben vol bracht, aan de hoogescholen te Parijs en Genève. In 1861 candidaat geworden bij de "Waalsche Commissie, ging hij heb volgende jaar over tot de Ned.-Herv. Kerk. Het allereerst stond hij. te Jutphaas, waar hij op 23 Nov. 1862 in de ambtebedie ning bevestigd werd door prof. dr. D. Chantepie de la Saus say e. Vervolgens van 18661870 te Sluis, va.n 18701873 te Hij- kersmilde, van 18731891 te Sneek en ar beidt nu sinds 22 Febr. 1891 te Rotterdam. In verschillende kerkelijke besturen heeft ds. Moquete zitting gehad. In do Synode was hij een der voormannen, en werd in menige Commissie benoemd. Hij is bekend om zijn kerkrechtelijke en administratieve kennis. Het Christelijk Onderwijs heeft altijd zijn volle sympathie gehad en be houden. In de Groote Kerk herdacht ds. Moquet te Zondagavond rijn 50-jarige ambtsbedie ning, daarbij, wijl hij zijn emeritaat neemt, tevens afscheid nemende van de gemeente te Rotterdam, welke lijj 21 jaren heeft mogen dienen, 't Kerkgebouw was propvol. Als tekstwoord voor deze plechtige ure, koos hij 1 Thimotheu» 1 vers 12, daaraan toevoegende uit het 13de vers: „Mij is barmhartigheid geschied". Na de preek richtte hij heb woord tot zijn ambtsbroeders, inzonderheid tob ds. v. d. Hagt dien hij hartelijk toesprak* Ook tot de ouderlingen en diakenen en ge committeerden. En ook tot de oommissie van toezicht op het Christelijk Onderwijs. Na het uitspreken van den zegen werd rij neer w. de bekende zegenbede, uit Psalm 134 toegezongen, waarvoor de jubilaris diep geroerd dank zegde. Bij Kon. besluit ia ds. Moquette be noemd tot ridder in de Orde van Oranje- Nassau. Door Ged. Staten van Zuid-Holland is goedgekeurd het Raadsbesluit van Uit hoorn tot opheffing der openbare school aan de Kwakel. Naar „Het Vaderl." verneemt, heeft H. M. de Koningin-Moed ei', aange zien een kleine ongesteldheid Haar belet te een voordracht va.n prof. Michel in Den Haag gisteravond bij te wonen, den hooggeleerde gisternamiddag ten paleize verzocht. 'De Groothertogin van Oldenburg zal tot 2 December by H. M. de Koningin blijven logeeren. Naar aan „De Ned." wordt bericht, is ds. D. J. Kar res, predikant der Ned.- Herv. Gem. in Den Haag gistermorgen in het R.-K. Ziekenhuis aldaar geope reerd. Met blijdsoliap kan het blad mel den, dat de operatie zeer naar wemsch geslaagd is en dat zich geenerlei veront rustende complicaties hebben voorgedaan. De patiënt maakt het naar omstandighe den heel wel. Beroepen is te Zevenhuizen ds. G. W. H. Esselink, te Stad aan 't Haringvliet. De tc Middelharnis wonende rijks veldwachter M. van Es, is tijdelijk gede tacheerd tc Stompwijk, in verband met daar heerschend mond- en klauwzeer. Voor de a» s. verkiezing van een lid voor den Rotterdamschcn gemeente «r-rr"7,.A.~v-vï«» v DOOR JOSEF COHEN. (Nadruk verboden). Ten westen van het aardig dorpke Nijverdal, wanneer ge gaat door hooge, ongebaande heide eenige uren ver, slaat een breede groeve, die zonder einde ge lijkt, plotseling uit, en als een roofdier volgt rij de sporen der kleine belten en heuvelen aan weerszijden. „De Diepe Helle" wordt de weg genoemd, en vraat zuchtig als een rivier, die haar gang ver volgen moet door alle hindernissen, kron kelt hij en wendt hij zich en dringt hij zich langs de ruige heide tot aan den horizon; een 6trook geel, mul zand, een geheimzin- uig, licht pad te midden der donkere wege- loosheid. Men zegt, dat eens „De Diepe Helle" een beek is geweest, die ontsprong uit een bron in het duistere bo6ch. Waar het water het woud verliet, verbreedde het zich tot een eenzamen, roerloozen vijver, aan welks oostrand het kasteel van een ridder lag; uit den vijver werd het een beek, die toen reeds „De Diepe Helle" moet hebben ge- heeten, en de ridder was naar de beek genoemd, en wijd en zijd aldus bekend en berucht. De ridder van „De Diepe Helle" was een wreed heer. Hij was getrouwd met een achoon en adellijk meisje, maar zóó had hij rijn jonge rrouw geslagen, iedereu dag w<%- der, om de minste kleinigheid, dat zij van hem was gevlucht, en hij nooit meer iets van haar had gehoord, hoewel zij toch een jong knaapje had achtergelaten. Sinds dien dag was hij nóg wreeder geworden en nog meer belust op bloed en marteling. Onder zijn kasteel, in de vochtige kelders, liet hij kleine hokken bouwen en geen groo- ter genot kende hij dan er men6chen in te laten omkomen van honger en dorst. Hij luisterde met gretige ooren naar hun wee klachten en genaderoepen, en als zij hun laatste woorden riepen, met stervende stem, was hij als een gelukkig mensch. Hij legde zich dikwerf in hinderlaag bij den heirweg, en als een weerlooze koopman hem voorbijreed, 6prong hij te voorschijn, en maakte zich meester van zijn buit. Voor de meest gruwelijke dingen deinsde hij niet terug, en nog altijd spreekt men met hui vering van hem en zijn daden, als ware hij nooit gestorven. Een levende herinnering is hij gebleven, .en dat ie zijn vloek, voor altoos. Toen zijn zoon twintig jaar was gewor den, en 6terk genoeg, om de drift van zijn vader te weerstaan, zeide hij hem, dat hij vertrekken wilde naar een ver land, waar men den ridder van „De Diepe Helle" niet kende, en waar zijn naam niet met afschuw werd genoemd. Woorden van dui- velschen toorn werden den jongen man na/- geschreeuwd; maar hij, hoog op zijn ros, reed zwijgend heen, en nooit meer had men iets van hem gehoord. De ridder van „De Diepe Helle" was eenzaam achtergebleven, en eerst, terwijl hij omringd was door een eindelooze stilte, dag: aan dag en nacht aan nacht, had hij gepeinsd over de twee levens, die hij had ■weggejaagd, en hij had geweten, dat hij zijn vrouw en zijn zoon liefhad, zoover hij daartoe in staat was. Het stemde hem niet zachter. Door herinneringen gekweld, trachtte hij het verleden te vergeten, en zwaar was de hand, waarmede hij teisterde. Men durfde zich niet van hem bevrijden; met gebogen hoofd ging men langs hem heen, en men wendde den blik af, als hij voorbij was ge gaan. Men was al angstig den glans van zijn oogen te zien, die boos waren, zeide men, omdat zij niet van een mensch waren, doch van een weerwolf. Jaren gingen voorbij, maar de ridder van „De Diepe Helle' was niet veranderd van gemoed, en als een stormwind joeg hij onheil. Eens zat hij alleen in de hooge zaal van zijn kasteel, en hij staarde voor zich uit, alle gedachten bedwingend'. Hij wilde niet meer terugdenken aan oude tijden, en zijn gepeinzen waren van grondelooze leegte. Op het oogenblik, dat hij wilde opstaan, voelde hij, dat een zware hand zich op zijn schouder legde. Een donkere man, bleek van gelaat, en met oogen zoo zwart als zijn kleed, stond voor hem en bleef hem aan zien; er kwam geen gloed in zijn oogen, al klonk zijn stem vol toorn. „Ridder van „De Diepe Helle!" Je wreede daden zijn geteld en opgeschreven, in een boek, grooter dan je ooit uit een klooster hebt geroofd. Alle bladzijden rijn gevuld, en omdat je nog eenige jaren hebt te leven, volgt de vergelding voor je zondig leven hier al op deze. aarde."' raad rijn candidaat gesteld' de heer en J. Verheul Dzn., lib.G. H. Kieviet, antirev. en J, ter Laan. S.-D. A.-P. J, T* Tenthoff, Ned.-Herv. predikant te Hoom, zal wegen9 voortdurende onge steldheid met ingang van 15 April 1913 emeritaat aanvragen. De gisteren te Amsterdam gehouden buitengewone alg. vergadering van den Alg. Ned. Zuivelbond heeft met algemeene stemmen op voorstel van het bestuur aan genomen de volgende motie: „De Vergadering, gehoord de toelichting van het bestuur inzake de handhaving der bestaande grondslagen van de Botercontróle is van oordeel, dat in de bestaande grond slagen der Botercontróle, voor zoover deze op het toelaten of weigeren van leden be trekking hebben, geen wijziging, van wel ken aard dan ook behoort te worden aan gebracht." Uit Zubphen meldt men aan „De Tel." In de jongste Raadsvergadering deelde de burgemeester mede, dat B. en Ws. aan den opzichter der gasfabriek R., niet-eervoï ontslag hadden verleend. De Raadsleden schenen de reden te kennen en te billijken, of er geen belang in te stellen; althans niemand vroeg nadere inlichtingen. Toch is de zaak niet zonder gewicht. Bij een niet- eervol ontslag denkt men allicht aan zeer ernstige vergrijpen. En wat was hier het geval? R. liad in zijn aanstelling de bepa ling, dat eventueel ontslag eerst zou ingaan 3 maanden na de aanvraag. Nu had hij ont slag gevraagd wegens benoeming tot direc teur te W. Door B. en Ws. werd hij ge waarschuwd en werd ook het gemeentebe stuur te W. gewaarschuwd, -dat hij niet weg zou kunnen gaan vóór drie maanden na de aanvraag. Toch ging R. een maand eer weg, zijn werk in den steek latend. Zeker niet zooaTs het behoort, maar... rechtvaardigt dit niet- eerVol ontslag? Met den oontroleur der belastingen deecl zich onlangs hetzelfde Voor. Ook toon hand haafden B. en Ws en ook de Raad, dat zijn ontslag eerst zou ingaan 3 maanden na -de aanvrage. Maar.., de burgemeester maakte gebruik van zijn bevoegdheid tot verlof-go- ven, om zoovpel mogelijk aan den wensch van den oontroleur te gemoet te komen, Naar „De Res.-Bode" verneemt, be staan er in Den Haag plannen tot oplich ting van een R.-K. middelbare schooi voor meisj es. De gewone audiëntie van den Mi nister van Koloniën zal Vrijdag a.s. niet plaats hebben. Buurt, een been had gebroken. Ingedragen bij den heer v. St., werd daar de hulp van dr. Timmermans ingeroepen, waarna de patiënt per rijtuig naar zijn woning werd vervoerd. OUDE WETERING. Evenals vorige ja ren brachten ook thans weer een 50-tal Leidsche studenten een bezoek aan ons dorp. Zij waren in Leimui'den uitgestapt en kwamen daarna naar ons dorp gewan deld, dineerden in Hotel „Het Wapen van Alkemade" en vertrokken vervolgens weer naar Leiden. WASSENAAR. Bij den landbouwer A. Ar K., aan den Middelweg, heeft zich onder den veestapel een geval van miltvuur voor gedaan. Op last van den districts-veearts zal het gestorven dier worden verbrand. WARMOND. Gisteravond gaf alhier in het lokaal „De Zon" de afd. Sassenheim van den Ned. R.-K. Volksbond, voorzitter de heer A. Weyers, een uitvoering, in hoofdzaak voor haar leden te Warmond. De zaall was tamelijk bezet. De avond werd doorgebracht met voordrachten, doch voor namelijk met gymnastische oefeningen. Na opening met gebed en het ringen van het Bondslied, werden gegeven orde-oefe ningen, staafoefeniugen, brug en athleti- sohe standen. Na de pauze zag men plasti* sohe 6tanden. Luid applaus viel den mede werkenden ten deel en welverdiend. Tijdens de uitvoering werd deze bezocht door den deken en pastoor mgr. N. J„ Smoulders, alhier, die op geestdriftige wij ze bij zijn binnenkomst werd verwelkomd De Sassenheimers gaven ons heel wa* fa zien en te hooren, en alles op uitstekenuc, wijze. BOSKOOP. De Raad verleende met alge meene stemmen aan B. en Ws. een crediet van f3000 voor aanschaffing van lantaarn automaten, waarmede de lantaarns zonder dat een opsteker noodig is, ontstoken en geblusoht kunnen worden. OEGSTGEEST. Gisteravond omstreeks zeven uren, te midden van noodweer, reed de chauffeur van den heer Nouwens, al hier, langs den R.ijusburgcrweg, en kwam daar in botsing met een wielrijder. Deze bekwam geen letsel, doch zijn wiel werd zwaar beschadigd. Van de auto braken en kele ruiten. Na de aanrijding stond dit voertuig dwars over den weg en bleek heb, dat een inzittende, v. B., uit de Leidsche De Dalveiibode- on do 3-Cctcbcr* straat. Maandag 9 Dec. a. a. sullen de heeren, dia bovengenoemde Leidsche straten in onbegaan- baren toestand brachten, zich voor den Lek"., sohen kantonrechter daaromtrent hebben te verantwoorden. De straten zijn thans zoo goed als geheel in orde gebracht door den beheerder, den heer G.» van bijna alle perceelen aan die straten. Slechts voor een paar ontbreekt de bestrating nog, 't Is te hopen, dat de eigenaars van die perceelen spoedig daar de straat In orde zullen doen brengen. De heeren, die de straten hebben doen breken en bij gerechtelijk vonnis z\Jn veroordeeld om haar in orde te brengen, schijnen daartoe niet gaarne over te gaan. C. Th. Heil, glasschilder, te Utrecht. H. Groenheim, koopman en kleermaker, to Amsterdam. Telegrafisch weerbericht» naar waarnemingen in den morgen ran 26 Nov. Medegedeeld door het Kon. Ned. Meteor. Instituut te De Bilt. Hoogste barometerstand 772.6 tc Horta; laagste 728.7 te Malinhead. Verwachting tot den avond van 27 Nov.: Stormachtige, later tijdelijk afnemende zuidelijke tot zuidwestelijken wind. Besrok ken tot zwaar bewolkte lucht. Regenbuien,. Dezelfde temperatuur. De stem had geklonken, en de ridder lachte luid en ruw, nu hij niet meer een zaam was: er stond een man voor hem, dien hij treffen kon, en hij wilde hem aan grijpen. Hij tastte in de leege ruimte. Voor zijn zoekende vingers was er niet3 dan avondnevel zonder vorm en hij be greep niet, dab zijn oog aanschouwde, wat voor zijn hand niet bestond. Weder sprak de gestalte voor hem, klaar der en duidelijker dan hij ooit eenig geluid had gehoord: „Wij hebben niet geweten, wat je straf moest zijn, en vele dagen, na dat allang het boek van je zonden was ge vuld, hebben wij daarover gepeinsd. Geen straf was te vreeselijk voor jou; iedere wreedheid, die je ten opzichte van anderen hebt gegaan, was voor jou niet wreed ge noeg. Ik weet, dat je niet bang bont voor den dood; ja, zelfs niet gelooft, dat de dood voor jou bestaat. Dus zal ik je niet met den dood straffen, omdat je het aan schijn van den dood niet vreest. We heb ben besloten, ridider van „De Diepe Helle", je te doen vreezen op het laatste oogenblik, dat je het aardsche leven ver laat." Als eenig antwoord schaterde de edel man. „Niete vrees ik ën alleen mezelf zou ik vreezen, als ik mezelf zou kunnen ontmoe ten." Onbewogen bleef de verschijning en onbewogen was de klank der woorden. „Je zult vreezen. Dat zal je straf zijn. Ieder j'aar, op dezen dag, zul je heb eorat van allen iemand zien, die je lief is, en denzelfden dag nog zal de dood langs je heengaan." Nog.een» strekte de ridkfcr sitn. hand uit en weer raakte hij niets dan leegte en ruimte; nu ook vervaagde voor zijn star ren blik de donkero gedaante, en hij bleef alleen in de hooge zaal zonder licht. Hij riep zijn knechten. Zij kwamen verschrikt, met gebogen ruggen en afgewende hoof den. Zij. hadden niemand gezien, zij be zwoeren het met dure eeden. Weder lachte de ridder. Als een vloek klonk die lach, en zij, die er naar luister den, weken terug, als had hij hen bedreigd. „Houd den torenwachter vast," schreeuw, dë hij, „en werp hem in den donkereten kerker. Zonder spijs en drank zal hij zijn." Drie ruwe knechten vielen den toren wachter aan en sleepten hem voort. Zij waren allen blij, dat hun het noodlot niet trof ditmaal en zij spotten om het gillen van den ongelukkige, dien men sleurde naar het duistere hol. Men volgde hem in wijde rij en men liet den ridder alleen. Geen geluid was er meer in de hooge zaal., Niets dan avond en nevel en grijze, onbe weeglijke stilte, vormelooze eenzaamheid; geen licht en geen schaduw, geen vorm en geen onwerkelijkheid. Toch staarde de ridder voor zich uit, en met moeite trachtte hij zijn zwijgenden angst door den klank van zijn harden lach te verjagen. Tever- geefsch wilde hij de volgende dagen de Btern, die tot hem had gesproken, vergeten. Eerst na vele weken en na het begaan van vele slechte daden vergat hij den avond; dat iema«d hem had gedreigd met vergei ding om zijn wreede leven. (Word| vervolgd.)-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 1