N». 16187
Dingdag 36 November.
A*. 1912.
geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zfin- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Officieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
De Ridder van „De Diepe Helle".
Faillissementen.
LEIDSCH
DAG-BLAD
PRIJS DER ADTERTENTIEK:
Van 16 regels ƒ1.06. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere letter» naar
plaatsruimte. Kleine edvertentiën van 30 woorden *0 Cents contant; elk
tiental woorden meer 10 Oenta.-Voor het incasseeren wordt 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURAA'Ti
Vaor Leiden per week 9 Cents; per 3 maanden 1 2 J f 1.10.
Balten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn J J, 1,30.
Franco per post 1.65.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet;
Brengen bij '^eze ter algemeene kennis,
dat door hen op heden vergunning is ver
leend aan P. P. J, VAN REMUNDT en
rechtverkrijgenden tot heb oprichten van
een waschinrichting in het perceel Zijlsin
gel No. 2, Sectie K No 809.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 25 November 1912.
De Burgemeester en Wethouders van
Leiden doen te weten, dat door den Raad
dier gemeente, in zijn vergadering van den
7den November 1912, is vastgesteld de vol
gende verordening:
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening op
het Rijden van den 23sten Mei 1912 (Ge
meenteblad No. 18).
Art. 1.
Lu art. 7 van de bovengenoemde veror
dening wordt tussohen de zinsneden aan
vangende met „de Kerksteeg" en „en ein
delijk", etc. ingevoerd: „de Hooglandsche
Kerkohoorsteeg in de richting naar de
Hooigracht."
Airt. 2.
In artikel 25 vervallen de woorden: „de
Maarsmanssteeg, de Donkersteeg" en „de
Watersteeg" en wordt tusschen de woorden
„de Vestestraat" en „de Pelikaanstraat"
ingevoegd „de Hooglandsche Kerkchoor-.
steeg in de richting naar de Hooigracht",
terwijl na de woorden „den Nieuwen Rijn"
aan het slot van het artikel nog wordt ge
lezen: „alsmede van des voormiddags 0 uur
tot middernacht door de Maarsmanssteeg,
de Donkersteeg en de Watersteeg."
Vastgesteld door den Gemeenteraad van
Leiden, gelet op het advies der Gezord-
heid90ommassie, d.d. 5 November 1912, No.
46/ö, in zijn openbare vergadering van den
7den November 1912.
De Burgemeester,
N. C. DE GIJSELAAR.
De Secretaris,
VAN STRIJEN.
Zijnde deze verordening oan de Gedepu
teerde Staten van Zuid-Holland, volgens
hun bericht van den 12/18 November 1912,
B. No. 1571 (2de afd.) G. S. No. 64/1, in
afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 26sten November 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN» Secretaris.
Leiden, 26 November.
-r- Voor de beide hier bestaande af deelin
gen (de studenten- en de burgerafdeeling)
van het „Algemeen Nederlandsch Ver
bond" zal Donderdagavond in het Kle-in-
Auditorium van het Academiegebouw een
voordracht over „Heden en Toekomst van
Ziiid-Afrika" worden gehouden door ds. H.
D. van Broekhuizen, predikant te Preto
ria, thans met verlof hier te lande.
Wij vestigen ten zeerste de aandacht op
deze bijeenkomst. De heer Van Broek
huizen, Nederlander van geboorte, is met
hart en ziel gehecht aan het nieuwe land
■zijner inwoning en aan de Afrikaansche be
volking. Hij heeft met daden deze zijn lief
de voor dat land en dat volk getoond van
hem is in den oorlogstijd getuigd, dat hij
even onmisbaar voor de Afrikaansche zaak
was als een De Wet of een De la Rey,
zelfs in de dagen zijner verbanning buiten
zijn tweede vaderland. De heer Van Broek
huizen paart aan zijn liefde voor Zuid-
Afrika een 6ohitterende, uit het hart op
wellende welsprekendheid.
Niemand zal de bekoring vergeten van
zijn voordracht, die ooit onder die beko
ring is geweest; en niemand ontkomt aan
die bekoring, die hem ooit heeft gehoord
en die welsprekendheid zonder „pose" of
gekunsteldheid weet te waardeeren.
Mogen slechts weinig leden van het
„A. N. V." Donderdagavond in het Klein-
Auditorium ontbreken I
De kapitein-intendant C. Wals ver
trok gisteren van Utrecht naar [Leiden,
ten einde hier in de Nederlandsche fa
briek van verduurzaamde levensmiddelen,
voorheen Hoogenstraaten en Co., toezicht
te houden bij de aanmaak van bussen ver
duurzaamde volksspijs, ten behoeve van
het leger.
De „Ste.-Crt." bevat de statuten
van de naaml. vezrn. „Rembrandt" Fa
briek van Suikerwerken, te Leiden.
Goedgekeurd bij Kon. besluit van 30 Oc
tober 1912. Doel: het vervaardigen van
den handel in alle soorten suikerwerken
en biscuits, enz. Duuri tot 31 Deo. 1942.
Kapitaalf 30,000, verdeeld in 120 aau-
deelen, elk Van f250. Directeuren: W.
J. de Gooyer en IF. A. Bail. Commissaris
sen J. A- W. Albersberg, H. van Dorsten,
W. de Mooy en N. H. de Roo.
Op Zondag S December e.k. zal het
Hoofdbestuur van den Bond van Neder
landsche Onderwijzers in het Gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen te VGraven-
hage een groote salarismeeting beleggen.
Tot deze meeting, die aanvangt des na
middags te twee uren, worden uitgenoo-
digd alle leden van den Bond, de leden
der Tweede Kamer en de Pers. Als spre
kers zullen o. a. optreden, de Voorzitter
van den Bond en een plattelandsonderwij
zer. Niet alleen zullen alle afdeelingen
van den Bond haar afgevaardigden zen
den, maar bovendien zullen honderden
leden mede uit de meest afgelegen plaat
sen de meeting bijwonen. Het doel zal we
zen een afdoende regeling te bepleiten
voor alle Nederlandsche onderwijzers en
een bestrijding van den in uitzicht gestel
den kindertoeslag.
Ds. F. J. P. Moquette, Ned.-Herv.
predikant te Rotterdam, herdacht Zater
dag zijn gouden ambtsjubileum.
Van Waalsche afkomst, studeerde hij, na
zijn voorbereidende studiën aan het Am-
sterdarnsch Gymnasium te hebben vol
bracht, aan de hoogescholen te Parijs en
Genève. In 1861 candidaat geworden bij de
"Waalsche Commissie, ging hij heb volgende
jaar over tot de Ned.-Herv. Kerk.
Het allereerst stond hij. te Jutphaas,
waar hij op 23 Nov. 1862 in de ambtebedie
ning bevestigd werd door prof. dr. D.
Chantepie de la Saus say e. Vervolgens van
18661870 te Sluis, va.n 18701873 te Hij-
kersmilde, van 18731891 te Sneek en ar
beidt nu sinds 22 Febr. 1891 te Rotterdam.
In verschillende kerkelijke besturen heeft
ds. Moquete zitting gehad. In do Synode
was hij een der voormannen, en werd in
menige Commissie benoemd. Hij is bekend
om zijn kerkrechtelijke en administratieve
kennis. Het Christelijk Onderwijs heeft
altijd zijn volle sympathie gehad en be
houden.
In de Groote Kerk herdacht ds. Moquet
te Zondagavond rijn 50-jarige ambtsbedie
ning, daarbij, wijl hij zijn emeritaat neemt,
tevens afscheid nemende van de gemeente
te Rotterdam, welke lijj 21 jaren heeft
mogen dienen, 't Kerkgebouw was propvol.
Als tekstwoord voor deze plechtige ure,
koos hij 1 Thimotheu» 1 vers 12, daaraan
toevoegende uit het 13de vers: „Mij is
barmhartigheid geschied".
Na de preek richtte hij heb woord tot
zijn ambtsbroeders, inzonderheid tob ds.
v. d. Hagt dien hij hartelijk toesprak*
Ook tot de ouderlingen en diakenen en ge
committeerden. En ook tot de oommissie
van toezicht op het Christelijk Onderwijs.
Na het uitspreken van den zegen werd
rij neer w. de bekende zegenbede, uit Psalm
134 toegezongen, waarvoor de jubilaris diep
geroerd dank zegde.
Bij Kon. besluit ia ds. Moquette be
noemd tot ridder in de Orde van Oranje-
Nassau.
Door Ged. Staten van Zuid-Holland
is goedgekeurd het Raadsbesluit van Uit
hoorn tot opheffing der openbare school
aan de Kwakel.
Naar „Het Vaderl." verneemt,
heeft H. M. de Koningin-Moed ei', aange
zien een kleine ongesteldheid Haar belet
te een voordracht va.n prof. Michel in
Den Haag gisteravond bij te wonen, den
hooggeleerde gisternamiddag ten paleize
verzocht.
'De Groothertogin van Oldenburg zal
tot 2 December by H. M. de Koningin
blijven logeeren.
Naar aan „De Ned." wordt bericht,
is ds. D. J. Kar res, predikant der Ned.-
Herv. Gem. in Den Haag gistermorgen
in het R.-K. Ziekenhuis aldaar geope
reerd. Met blijdsoliap kan het blad mel
den, dat de operatie zeer naar wemsch
geslaagd is en dat zich geenerlei veront
rustende complicaties hebben voorgedaan.
De patiënt maakt het naar omstandighe
den heel wel.
Beroepen is te Zevenhuizen ds. G. W.
H. Esselink, te Stad aan 't Haringvliet.
De tc Middelharnis wonende rijks
veldwachter M. van Es, is tijdelijk gede
tacheerd tc Stompwijk, in verband met
daar heerschend mond- en klauwzeer.
Voor de a» s. verkiezing van een
lid voor den Rotterdamschcn gemeente
«r-rr"7,.A.~v-vï«» v
DOOR
JOSEF COHEN.
(Nadruk verboden).
Ten westen van het aardig dorpke
Nijverdal, wanneer ge gaat door hooge,
ongebaande heide eenige uren ver, slaat
een breede groeve, die zonder einde ge
lijkt, plotseling uit, en als een roofdier
volgt rij de sporen der kleine belten en
heuvelen aan weerszijden. „De Diepe
Helle" wordt de weg genoemd, en vraat
zuchtig als een rivier, die haar gang ver
volgen moet door alle hindernissen, kron
kelt hij en wendt hij zich en dringt hij zich
langs de ruige heide tot aan den horizon;
een 6trook geel, mul zand, een geheimzin-
uig, licht pad te midden der donkere wege-
loosheid.
Men zegt, dat eens „De Diepe Helle" een
beek is geweest, die ontsprong uit een
bron in het duistere bo6ch. Waar het water
het woud verliet, verbreedde het zich tot
een eenzamen, roerloozen vijver, aan welks
oostrand het kasteel van een ridder lag;
uit den vijver werd het een beek, die toen
reeds „De Diepe Helle" moet hebben ge-
heeten, en de ridder was naar de beek
genoemd, en wijd en zijd aldus bekend en
berucht.
De ridder van „De Diepe Helle" was een
wreed heer. Hij was getrouwd met een
achoon en adellijk meisje, maar zóó had hij
rijn jonge rrouw geslagen, iedereu dag w<%-
der, om de minste kleinigheid, dat zij van
hem was gevlucht, en hij nooit meer iets
van haar had gehoord, hoewel zij toch een
jong knaapje had achtergelaten. Sinds
dien dag was hij nóg wreeder geworden en
nog meer belust op bloed en marteling.
Onder zijn kasteel, in de vochtige kelders,
liet hij kleine hokken bouwen en geen groo-
ter genot kende hij dan er men6chen in te
laten omkomen van honger en dorst. Hij
luisterde met gretige ooren naar hun wee
klachten en genaderoepen, en als zij hun
laatste woorden riepen, met stervende
stem, was hij als een gelukkig mensch. Hij
legde zich dikwerf in hinderlaag bij den
heirweg, en als een weerlooze koopman
hem voorbijreed, 6prong hij te voorschijn,
en maakte zich meester van zijn buit. Voor
de meest gruwelijke dingen deinsde hij niet
terug, en nog altijd spreekt men met hui
vering van hem en zijn daden, als ware hij
nooit gestorven. Een levende herinnering
is hij gebleven, .en dat ie zijn vloek, voor
altoos.
Toen zijn zoon twintig jaar was gewor
den, en 6terk genoeg, om de drift van zijn
vader te weerstaan, zeide hij hem, dat hij
vertrekken wilde naar een ver land, waar
men den ridder van „De Diepe Helle"
niet kende, en waar zijn naam niet met
afschuw werd genoemd. Woorden van dui-
velschen toorn werden den jongen man na/-
geschreeuwd; maar hij, hoog op zijn ros,
reed zwijgend heen, en nooit meer had
men iets van hem gehoord.
De ridder van „De Diepe Helle" was
eenzaam achtergebleven, en eerst, terwijl
hij omringd was door een eindelooze stilte,
dag: aan dag en nacht aan nacht, had hij
gepeinsd over de twee levens, die hij had
■weggejaagd, en hij had geweten, dat hij
zijn vrouw en zijn zoon liefhad, zoover hij
daartoe in staat was.
Het stemde hem niet zachter. Door
herinneringen gekweld, trachtte hij het
verleden te vergeten, en zwaar was de
hand, waarmede hij teisterde. Men durfde
zich niet van hem bevrijden; met gebogen
hoofd ging men langs hem heen, en men
wendde den blik af, als hij voorbij was ge
gaan. Men was al angstig den glans van
zijn oogen te zien, die boos waren, zeide
men, omdat zij niet van een mensch waren,
doch van een weerwolf.
Jaren gingen voorbij, maar de ridder
van „De Diepe Helle' was niet veranderd
van gemoed, en als een stormwind joeg
hij onheil.
Eens zat hij alleen in de hooge zaal van
zijn kasteel, en hij staarde voor zich uit,
alle gedachten bedwingend'. Hij wilde niet
meer terugdenken aan oude tijden, en zijn
gepeinzen waren van grondelooze leegte.
Op het oogenblik, dat hij wilde opstaan,
voelde hij, dat een zware hand zich op zijn
schouder legde. Een donkere man, bleek
van gelaat, en met oogen zoo zwart als zijn
kleed, stond voor hem en bleef hem aan
zien; er kwam geen gloed in zijn oogen, al
klonk zijn stem vol toorn.
„Ridder van „De Diepe Helle!" Je
wreede daden zijn geteld en opgeschreven,
in een boek, grooter dan je ooit uit een
klooster hebt geroofd.
Alle bladzijden rijn gevuld, en omdat je
nog eenige jaren hebt te leven, volgt de
vergelding voor je zondig leven hier al op
deze. aarde."'
raad rijn candidaat gesteld' de heer en J.
Verheul Dzn., lib.G. H. Kieviet, antirev.
en J, ter Laan. S.-D. A.-P.
J, T* Tenthoff, Ned.-Herv. predikant
te Hoom, zal wegen9 voortdurende onge
steldheid met ingang van 15 April 1913
emeritaat aanvragen.
De gisteren te Amsterdam gehouden
buitengewone alg. vergadering van den
Alg. Ned. Zuivelbond heeft met algemeene
stemmen op voorstel van het bestuur aan
genomen de volgende motie:
„De Vergadering, gehoord de toelichting
van het bestuur inzake de handhaving der
bestaande grondslagen van de Botercontróle
is van oordeel, dat in de bestaande grond
slagen der Botercontróle, voor zoover deze
op het toelaten of weigeren van leden be
trekking hebben, geen wijziging, van wel
ken aard dan ook behoort te worden aan
gebracht."
Uit Zubphen meldt men aan „De Tel."
In de jongste Raadsvergadering deelde de
burgemeester mede, dat B. en Ws. aan den
opzichter der gasfabriek R., niet-eervoï
ontslag hadden verleend. De Raadsleden
schenen de reden te kennen en te billijken,
of er geen belang in te stellen; althans
niemand vroeg nadere inlichtingen. Toch is
de zaak niet zonder gewicht. Bij een niet-
eervol ontslag denkt men allicht aan zeer
ernstige vergrijpen. En wat was hier het
geval? R. liad in zijn aanstelling de bepa
ling, dat eventueel ontslag eerst zou ingaan
3 maanden na de aanvraag. Nu had hij ont
slag gevraagd wegens benoeming tot direc
teur te W. Door B. en Ws. werd hij ge
waarschuwd en werd ook het gemeentebe
stuur te W. gewaarschuwd, -dat hij niet weg
zou kunnen gaan vóór drie maanden na de
aanvraag.
Toch ging R. een maand eer weg, zijn
werk in den steek latend. Zeker niet zooaTs
het behoort, maar... rechtvaardigt dit niet-
eerVol ontslag?
Met den oontroleur der belastingen deecl
zich onlangs hetzelfde Voor. Ook toon hand
haafden B. en Ws en ook de Raad, dat zijn
ontslag eerst zou ingaan 3 maanden na -de
aanvrage. Maar.., de burgemeester maakte
gebruik van zijn bevoegdheid tot verlof-go-
ven, om zoovpel mogelijk aan den wensch
van den oontroleur te gemoet te komen,
Naar „De Res.-Bode" verneemt, be
staan er in Den Haag plannen tot oplich
ting van een R.-K. middelbare schooi voor
meisj es.
De gewone audiëntie van den Mi
nister van Koloniën zal Vrijdag a.s. niet
plaats hebben.
Buurt, een been had gebroken. Ingedragen
bij den heer v. St., werd daar de hulp van
dr. Timmermans ingeroepen, waarna de
patiënt per rijtuig naar zijn woning werd
vervoerd.
OUDE WETERING. Evenals vorige ja
ren brachten ook thans weer een 50-tal
Leidsche studenten een bezoek aan ons
dorp. Zij waren in Leimui'den uitgestapt
en kwamen daarna naar ons dorp gewan
deld, dineerden in Hotel „Het Wapen van
Alkemade" en vertrokken vervolgens weer
naar Leiden.
WASSENAAR. Bij den landbouwer A. Ar
K., aan den Middelweg, heeft zich onder
den veestapel een geval van miltvuur voor
gedaan. Op last van den districts-veearts
zal het gestorven dier worden verbrand.
WARMOND. Gisteravond gaf alhier in
het lokaal „De Zon" de afd. Sassenheim
van den Ned. R.-K. Volksbond, voorzitter
de heer A. Weyers, een uitvoering, in
hoofdzaak voor haar leden te Warmond. De
zaall was tamelijk bezet. De avond werd
doorgebracht met voordrachten, doch voor
namelijk met gymnastische oefeningen.
Na opening met gebed en het ringen van
het Bondslied, werden gegeven orde-oefe
ningen, staafoefeniugen, brug en athleti-
sohe standen. Na de pauze zag men plasti*
sohe 6tanden. Luid applaus viel den mede
werkenden ten deel en welverdiend.
Tijdens de uitvoering werd deze bezocht
door den deken en pastoor mgr. N. J„
Smoulders, alhier, die op geestdriftige wij
ze bij zijn binnenkomst werd verwelkomd
De Sassenheimers gaven ons heel wa* fa
zien en te hooren, en alles op uitstekenuc,
wijze.
BOSKOOP. De Raad verleende met alge
meene stemmen aan B. en Ws. een crediet
van f3000 voor aanschaffing van lantaarn
automaten, waarmede de lantaarns zonder
dat een opsteker noodig is, ontstoken en
geblusoht kunnen worden.
OEGSTGEEST. Gisteravond omstreeks
zeven uren, te midden van noodweer, reed
de chauffeur van den heer Nouwens, al
hier, langs den R.ijusburgcrweg, en kwam
daar in botsing met een wielrijder. Deze
bekwam geen letsel, doch zijn wiel werd
zwaar beschadigd. Van de auto braken en
kele ruiten. Na de aanrijding stond dit
voertuig dwars over den weg en bleek heb,
dat een inzittende, v. B., uit de Leidsche
De Dalveiibode- on do 3-Cctcbcr*
straat.
Maandag 9 Dec. a. a. sullen de heeren, dia
bovengenoemde Leidsche straten in onbegaan-
baren toestand brachten, zich voor den Lek".,
sohen kantonrechter daaromtrent hebben te
verantwoorden.
De straten zijn thans zoo goed als geheel
in orde gebracht door den beheerder, den heer
G.» van bijna alle perceelen aan die straten.
Slechts voor een paar ontbreekt de bestrating
nog, 't Is te hopen, dat de eigenaars van
die perceelen spoedig daar de straat In orde
zullen doen brengen.
De heeren, die de straten hebben doen breken
en bij gerechtelijk vonnis z\Jn veroordeeld om
haar in orde te brengen, schijnen daartoe niet
gaarne over te gaan.
C. Th. Heil, glasschilder, te Utrecht.
H. Groenheim, koopman en kleermaker, to
Amsterdam.
Telegrafisch weerbericht»
naar waarnemingen in den morgen ran 26 Nov.
Medegedeeld door het Kon. Ned. Meteor. Instituut
te De Bilt.
Hoogste barometerstand 772.6 tc Horta;
laagste 728.7 te Malinhead.
Verwachting tot den avond van 27 Nov.:
Stormachtige, later tijdelijk afnemende
zuidelijke tot zuidwestelijken wind. Besrok
ken tot zwaar bewolkte lucht. Regenbuien,.
Dezelfde temperatuur.
De stem had geklonken, en de ridder
lachte luid en ruw, nu hij niet meer een
zaam was: er stond een man voor hem,
dien hij treffen kon, en hij wilde hem aan
grijpen. Hij tastte in de leege ruimte.
Voor zijn zoekende vingers was er niet3
dan avondnevel zonder vorm en hij be
greep niet, dab zijn oog aanschouwde, wat
voor zijn hand niet bestond.
Weder sprak de gestalte voor hem, klaar
der en duidelijker dan hij ooit eenig geluid
had gehoord: „Wij hebben niet geweten,
wat je straf moest zijn, en vele dagen, na
dat allang het boek van je zonden was ge
vuld, hebben wij daarover gepeinsd. Geen
straf was te vreeselijk voor jou; iedere
wreedheid, die je ten opzichte van anderen
hebt gegaan, was voor jou niet wreed ge
noeg. Ik weet, dat je niet bang bont voor
den dood; ja, zelfs niet gelooft, dat de
dood voor jou bestaat. Dus zal ik je niet
met den dood straffen, omdat je het aan
schijn van den dood niet vreest. We heb
ben besloten, ridider van „De Diepe
Helle", je te doen vreezen op het laatste
oogenblik, dat je het aardsche leven ver
laat."
Als eenig antwoord schaterde de edel
man.
„Niete vrees ik ën alleen mezelf zou ik
vreezen, als ik mezelf zou kunnen ontmoe
ten." Onbewogen bleef de verschijning en
onbewogen was de klank der woorden.
„Je zult vreezen. Dat zal je straf zijn.
Ieder j'aar, op dezen dag, zul je heb eorat
van allen iemand zien, die je lief is, en
denzelfden dag nog zal de dood langs je
heengaan."
Nog.een» strekte de ridkfcr sitn. hand uit
en weer raakte hij niets dan leegte en
ruimte; nu ook vervaagde voor zijn star
ren blik de donkero gedaante, en hij bleef
alleen in de hooge zaal zonder licht. Hij
riep zijn knechten. Zij kwamen verschrikt,
met gebogen ruggen en afgewende hoof
den. Zij. hadden niemand gezien, zij be
zwoeren het met dure eeden.
Weder lachte de ridder. Als een vloek
klonk die lach, en zij, die er naar luister
den, weken terug, als had hij hen bedreigd.
„Houd den torenwachter vast," schreeuw,
dë hij, „en werp hem in den donkereten
kerker. Zonder spijs en drank zal hij zijn."
Drie ruwe knechten vielen den toren
wachter aan en sleepten hem voort. Zij
waren allen blij, dat hun het noodlot niet
trof ditmaal en zij spotten om het gillen
van den ongelukkige, dien men sleurde
naar het duistere hol. Men volgde hem in
wijde rij en men liet den ridder alleen.
Geen geluid was er meer in de hooge zaal.,
Niets dan avond en nevel en grijze, onbe
weeglijke stilte, vormelooze eenzaamheid;
geen licht en geen schaduw, geen vorm en
geen onwerkelijkheid. Toch staarde de
ridder voor zich uit, en met moeite trachtte
hij zijn zwijgenden angst door den klank
van zijn harden lach te verjagen. Tever-
geefsch wilde hij de volgende dagen de
Btern, die tot hem had gesproken, vergeten.
Eerst na vele weken en na het begaan van
vele slechte daden vergat hij den avond;
dat iema«d hem had gedreigd met vergei
ding om zijn wreede leven.
(Word| vervolgd.)-