LEIDSÖH BACrBLAD, Zaterdag* 23 November. Berde Blad. Anno 1912. Buitenlandseh Overzicht. Gemeentezaken. Ingezonden. FEUILLETON. De zegen van het huwelijk, i) jfo. 16185. pa Duitsolie Rijksdag komt kinneulcorfc bijeen, ten einde het begroo- gswerk aan te vangen. De begroo- *g Voor 1913 is thans versohenen. Het duizelt iemand bij het zien van die reus achtige bedragen. Van Duitschland is het pet meer te verwonderen, dat het milita risme steed3 enorme bedragen eischt. Deze begroéting sluit voor de gewone ontvang- iteo en uitgaven met een bedrag van 3049 pillioen mark, zijnde 191 millioen meer dan terleden jaar. Voor aflossing van schuld p] in'het geheel 82 millioen mark besteed worden (tegen 79 millioen mark in het vo- j^ge jaar). De schuld van het rijk zal vol gens de begrooting met 33J millioen mark toenemen en dientengevolge do nog niet roorgekomen hoogte van 5269 millioen mark te reiken. Voor aanleg en uitrusting van vestingwer ken wordt M. 12.7 (v. j. 16.7) gevraagd. Bovendien vraagt de regeering aanvullen de bedragen voo>r den bouw van oorlogs kepen. Op de oorlogsbegrooting is uitge trokken voor den alge meen en dienst van het leger M. 726.8 millioen. zijnde M. 38 millioen meer dan verleden jaar, voorts poor niet wederkeerende uitgaven M. 160.8 millioen of 18 millioen meer. Volgens deze begrooting zullen in 1913 93 compagnieën, yoorzien van machinegeweren, en een re giment cavalerie nieuw opgericht worden. De begrooting voor de marine raamt de blijvende uitgaven op 192.2 millioen marlc of 16.1 millioen mark meer dan verleden jaar eu de niet wederkeerende uitgaven op 828.7 millioen mark of 21.5 millioen mark meer. Met de schepen, die nog gebouwd worden inbegrepen ^al de vl-oot de uitbreiding ver krijgen bij de vlootwet toegestaan op tweo linieschepen en drie kleine kruisers na. De manschappen zullen van den rang van 'den officier naar beneden met 6125 koppen .worden vermeerderd. Voor onderzeesche schepen wordt gelijk in het vorige jaar 20 millioen mark uitge trokken. De geruchten over de ziekte van den Oöslenrijkschen keizer zijn tegengesproken. Er heeft den grijzen vorst niets ge- cheeld. De beste tegenspraak is wel, dat hij gisteren van Boedapest terugge reisd is naar 'Weenen. Er schijnt sprake van te zijn geweest, Üafe ook Engelsch-Indië een of meer dread noughts aan de vloot zou geven. Een afge vaardigde vroeg in het Lagerhuis of een 'dergelijk r voorstel niet eerst voor heb mi nisterie van Indië in Engeland of voor de regeering van Indië moest komen. Asquittf antwoordde, dat. het aanbod niet buiten den minister van Indië om kon ge schieden^ maar dat het. departement niet over deze zaak te bellissen heeft gehad. De Indische regeering is -van meening, dat wat Indië reeds tot de verdediging van het rijk bijdraagt voldoende is. Op deze woorden volgde toejuiching. Indië draagt zoo zware oorlogslasten, dat het op de bevolking daar een zeer pijnlij ken indruk zou maken, als zij nu ook voor de Engelsche vloot moest bloeden. In het Lagerhuis is ook nog een andere kwestie aangevoerd, namelijk het cho- 1 e r a-g evaa r, dat van uit het oosten dreigt. Veel is er niet over'gezegd, want tainister Burns kwam direct met de ge ruststellende verklaring, dat alle voor zorgsmaatregelen zullen worden genomen. Er dreigen een paar arbeidsconflicten. Bet eene is in Amerika Daar eischen 00,000 arbeiders in de weefindustrie in de 'Kieuw-Engeland-Staben, de noordoostelijke Staten aan den Atlantischen Oceaan 10 percent loonsverhooging. Het andere conflict, in Frankrijk, is van %&nsch anderen aard. Te C'reusot is een werkstaking uitgebro ken onder grondwerkers, omdat- de aan nemer een Fransch arbeider gedaan bad gegeven. Tijdens een onderhoud met den burgemeester beklaagden de stakers zich .er over, dat de aannemer 10 pCt. buiten- landische arbeiders in zijn dienst heeft, 's Avonds trokken de werklieden met de Fransche vlag voorop door de straten. Populariseerins van de ElectHel» teitsfabrlek. Bij schrijven van den 7den October 1912 hebben Commissariseen der Sted. Fabrieken van Gas en Eiectrioiteit zich tot B. en "Ws. gewend met een uitvoerig schrijven, waarin zij in verband met'dén groei en van de veranderde omstandigheden, waaronder de E loc tr i öitei ts f abr iek werkt, verschillende ver anderingen voortellen in de verordening be treffende de leveringen van electricdteit. B. en "Wa. kunnen zich met de voorgestelde wijzigingen wel vereenigen, zoodat zij can in dien geest veranderde verordening ter vaststelling den Raad aanbieden. De voorgestelde wijzigingen spruiten voor namelijk nit de onderstaande overwegingen voort: lo. door de uitbreiding van de elecLici- teitslevering naar buitengemeenten is het wenschelijk enkele voorwaarden scherper te formuleer en, waar de dwingende macht dei' gemeente om zoo noodig op andere wijze dan tot nu toe in de verordening vermeld, in te grijpen, ontbreekt; 2o. door de voorziening met electriciteit van gemeenten, waai* geeu gasfabriek be staat, is de behoef ie gebleken een tarief in te voeren, analoog aan de muntgastarie- ven, dat het ook den kleinen man mogelijk maakt, aan ie sluiten, zonder dat hierbij, de rentabiliteit van de Elect ri ci te i ts f abr ick uit het oog' verloren wordt; het voorgestelde abonnementstarief, dat reeds op verschillende plaatsen heeft getoond aan boveu bedoelde voorwaarden te voldoen, is het resultaat van een onderzoek in die richting; 3o. ten einde de aansluiting der klein- industrie tc bevorderen en om bij tijdelijke werkzaamheden de aansluiting op het ka belnet in de hand te werken wordt voor geslagen eleetromotoren in huur en op af betaling beschikbaar te stellen do. door het toenemen van het aantal aan sluitingen en door de verbeterde construc tie der electrioiteitsmeter3 is liet mogelijk de huur daarvan te verlagen. Wij laten hieronder in het kort de voor gestelde wijzigingen volgen. Ten einde in de nabijheid van gemeenten, waarmede Leiden contracten voor stroom- levering afgesloten heeft, aansluitingen te kurinen maken, zonder, telkens den Gemeen teraad over gevallen van weinig principieel belang met oen aanvrage lastig te vallen, wordt voorgesteld om ook in buitengemeen ten, evenals in Leiden geschiedt, eerst dan do beslissing van den Gemeenteraad té eischen. wanneer de afstand der aansluiting mcêr dan iÖ00 Meter bedraagt eii voor overige gevallen deze aan Commissarissen over te laten. Een andere wijziging betreft de abonne mentstarieven. Evenals bijv.' te Delft, Bloj? men da al en VeTzen geschiedt, is hot de be doeling een abonnements-installatie slechts te doen gelden voor zuiver lichtvcrbruik. Ten einde voor dit lichtverbruik ook de groote categorie van de bevolking te trekken, die tot nu toe al naar de tarieven met meer of minder recht als ,,to duur" weerde, is het noodig, dat aan de navolgende voor waarden worde voldaan lo. aanleg van de binnenleiding vanwege de gemeente Leiden evenals bij de rnuut- gasi,nstallaties; 2o. wegvallen vain de meterliuiir, die on evenredig zwaar moet drukken op den klei nen man met gering jaarlijksch eleotriciteits- yerbruik 3o. opstelling van een tarief, dat den meter overbodig maakt en den verbruiker van te voren het juiste bedrag van het door hem verschuldigde doet kennen; do. wckelijksche inning van het door hem verschuldigde, ten einde het aangroeien tot groote bedragen op ongelegen oogenblikken en daarmede last met de inning der gdden te voorkomen. Aan de eerste dezer voorwaarden is een voudig te voldoen, daar hiervoor reeds een antecedent bestaat. De z.g. huurinstallaties, waarvan het aantal op 1 September 1912 reeds 153 bedroeg, hebben getoond, dat aan leg van gemeentewege zeer goed mogelijk is. Wat de installaties van aboiinenventsleidtn- gen betreft, wil men een geméngd systeem volgen, n.l. aanleg zoowel door de gemeente als door particulieren, in het laatste geval echter steeds in naam en voor rekening van do gemeente, en over elke installatie, die door een particulieren ins tal late ui' wordt aangevraagd te mogen uitvoeren, afzonder lijk te beslissen met het oog op prijs, soliditeit' der uitvoering, enz. Het wegvallen van de meterhuur is moge- gelijk door het invoeren van liet ia Duitsch land als „Pausohaltarif" bekende systeem van berekening'. Hierbij wordt nagegaan wat de aansluiting, de in-beslag-neming van het machinevermogen der eleotrieiteitsfabriek, de productiekosten van den verbruikten elec- trischen stroom en de verdere exploitatie kosten per lamp voor de betreffende aan sluitingen over een bepaald tijdsverloop ba- dragen en deze vau te voren vaststaande koeten aan den verbruiker in rekening ge bracht. Deze totale kosten veranderen, zoo als vanzelf spreekt, met den duur van het gebruik der lampen in een aansluiting. Dit gebruik wordt niet gecontroleerd, wanneer geen meter wordt geplaatst, zooditt het ver moeden voor de hand ligt, dat de consu ment uit gemak zucht en omda t het hem niets kost, deze steeds laat doorbranden. De on dervinding heeft eobter geleerd, dat- dit niet geheel opgaat, en de bepaling, dat de be trekkelijk kostbare -vernieuwing der opge brande lampen voor rekening vau den ver bruiker komt, is wel het krachtigste rem- middel legen overdadig electrioiteitsverbruik. De ervaring wijst dan pok uit, dat het verbruik per lamp en per jaar voor ,Pau3Ghal'-aansluitóngen betrekkelijk weinig meer bedraagt dan volgens meteraanwijzing, terwijl dit meerdere verbruik alleen van in vloed ii op de d i re a te pr o d u c t i e-k o s- tc'u van den eleetrisohem stroom, die slechts een onderdeel van de totale jaarlijksoho kosten per laïhp uitmaken. Bovendien is hij do bepaling dei* tarieven .voor .de aboiino- mentsaansluitingen iy>g met een ruimen jaar- lijkschen brandduur gerekend, zoodat met cekerheid voorspeld kam worden, dat de ge meente met doze tarieven zal uitkomen. Het omslaan van de totale jaarlijksclie kosten per geïnstalleerde lamp heeft nu hot greoto voprdeel, dat ieder verbruiker te voron weet waar hij aan toe is. en zijn berekening tegenover petroleum en andere verlichtings- nuddelen kan maken De betaling ie gesplitst in een betaling per lichtpunt en een betaling per beschik baar vermogen. Dit heeft ten doel een een voudig tarief te verkrijgen, dat rekening houdt met de verschillende door de ge meente te maken k,osteq. Het eerste lichtpunt prordt per jaar op f 5.20 gesteld. Direct in het perceel .onmiddellijk na de aansluitkast, wordt, in elke binnenleiding een toestelletje ingebouwd, een z.g. stromi- begrenzer, dat den stroom automatisch verbreekt zoodra deze een va.n te voren op het apparaat ingesteld bedrag over schrijdt. Wordt dus een lamp meer of een grootere lamp waarvoor wordt betaald, ontstoken, dan gaan alle lichten uit, tot dat weer het totaal der ingeschakelde toe stellen niet .meer capaciteit bezet, dan waarvoor geregeld betaald wordt. Deze stroombegrenzers zijn eenvoudige electromagneti6ohe toestelletjes, die wei nig ruimte innemen en weinig kosten (f 4 af 5 per stuk). Wat. het gebruik vau eleetromotoren be treft, is het wenschelijk gebleken deze aan particulieren te kunnen verhuren. Het kan voorkomen, dat een aannemer tijdelijk gaarne van het electrisoh bedrijf gebruik zou willen maken, doch dat aanschaffing hem te duur komt. Door van gemeente wege eleetromotoren tijdelijk beschikbaar te stellen, kan men in deze en andere ge vallen voorzien. Ten 6lotte kan aan weinig kapitaal krachtige kleine industrieelen de gelegen heid worden geschonken tegen afbetaling motoren te verkrijgen, die eveneens door het stroomgebruik weer een bron van in komsten voor de gemeente vormen. Dit laatste stelsel is o. a. hier te. lande in Arnhem toegepast. Nadat in Mei 1911 hiertoe door den Gemeenteraad van Arn- j hem een crediet is toegestaan van f 2500,-1 is in den aanvang van dit jaar besloten nog f 6000 vóór uit Moei"te 'voteër&.n-;- een j bewijs, dat behoefteen dit opricht bestaat, en dat beide partijen zich-bij deze handel wijze wèl berinden. Het is dè bedoeling de kosten voor bo venbedoelde motoren uit het Yernieuwings- en Uitbreidingsfonds der Elektriciteits fabriek te voldoen, tenzij dit ontoereikend mocht blijken te zijn, in welk geval een afzonderlijk crediet voor bovenstaand doei zou worden aangevraagd. Ten slotte wordt voorgesteld de meter- huur te verlagen. Bij het ontwerp van de Eleotriciteits- fabriek is gerekend op een aantal van 175 aan te schaffen electriciteitsmeters. Op 31 December 1911 waren totaal in het net. geplaatst 859 meters; dit aantal neemt nog steeds geregeld toe. De kosten van onderzoek, van de ijkin- richting en van het in voorraad houden van meters, zijn dus jaarlijks per meter gemid deld lager dan oorspronkelijk kon wor den geraamd. Bovendien zijn de meters deugdelijker geworden dan in het jaar 1907 met. reden kon worden verwacht, zoodat weinig ver nieuwingen en reparaties noodig zijn ge bleken, en zijn mede door de groote con currentie en de meerdere productie op dit gebied vooral de meters van kleiner type belangrijk goedkooper geworden Al deze omstandigheden hebben geleid tot een onderzoek of de meterhuur niet eenige verlaging kon ondergaan, waar dit vooral de klein-verbruikerft vaak oneven redig zwaar drukt. Bij dit onderzoek is aangenomen, dat na betaling van rente en voldoende afschrijving en dekking van do speciaal voor de meterafdeeling te maken sxploitatiekosten, de Electrioiteitsfabriek op de meterhuur geen winst behoeft te maken. Aan deze voorwaarden voldoet het ge wijzigde tarief, waarbij is gerekend op een aantal meters tueschen 1000 en 2030, zoo dat gedurende een termijn, waarvoor te overzien is wat de omstandigheden en kos ten in deze zullen eischen, dit tarief kan worden aangehouden. Zooals blijkt, ondergaat de huur van groote meters geen wijziging, terwijl van de kleinste enkeltarief meters de huurkoe ten tot op de helft worden teruggebracht. Een verhoogd voetpad aan de Hoogewoerd. Ten gevolge vau de verbouwing van do fabriek van de firma Yan Wijk en Co. op de Hoogewoerd zijn de stoepen, gelegen aan de oneven zijde der straat, tussohen de Rijnstraat en de Bolwerkstraafc, bijna alle weggenomen en bestaat er gelegenheid, om aldaar een verhoogd voetpad van tegels te maken, evenals aan de overzijde der Hoo gewoerd reeds aanwezig is. De kosten van dit voetpad, met inbegrip van het verbreeden der keibestrating tot aan den hardsteenen rand van het trottoir, zullen pl.m. f 1100 bedragen, welke kosten echter dalen tot f 6CO, indien de benoo- digde keien genomen worden van den op de Stadswerf aanwezigen voorraad. Aangezien dit bedrag van f GCO niet uit de voor den loopenden dienst toegestane gelden kan worden bestreden, geven B. en Ws. in overweging een bedrag van f 600 uit den post voor Onvoorziene Uitgaven'', waarop thans nog f 791 beschikbaar is, voor het genoemde doel te onzer beschikking te stellen. Benoeming van een kenriugsvee- art», teven» adjunct directeur van - het Openbaar Slachthuis. Ingevolge de desbetreffende verordening moet voor de benoeming van een keurings- veearts, tevens adjunct-directeur van het Openbaar Slachthuis een voordracht van twee personen bij den Raad worden inge diend. Aan dit voorschrift meerien B. en Ws. evenwel, bij de vervulling der vacature, welke is ontstaan door het aan dr. J. Eg- gink. vërleend eervol ontslag, tot hun leed wezen niet te kunnen voldoen, op grond van het in het ter visie liggende rapport der Commissie voor het Openbaar Slachthuis medegedeelde. Zij dragen den Raad mitsdien alleen den heer J. Goedhart, veearts-keurmeester aan het Openbaar Slachthuis te Groningen, voor ter benoeming lot keuringsveearts, tevens adjunct-directeur, van het Openbaar Slachte huis. Eervol ontslag Rückert. Door den heer J. II. E. Rückert is met ingang van 1 Januari 1913, wegens zijn be noeming van ingenieur-directeur, hoofd van den technisclien dienst der gemeente Til burg, eervol ontslag gevraagd uit zijn be trekking van ingenieur der gemeentewer ken, alhier B. en Ws. stellen den Raad voor dit eer vol ontslag op genoemden datum te verlec- Postpakketten St.-Xicolaaa. De directeur Generaal der Pcsterijea en Telegrafie brengt ter algcme.ene kennis Lij gelegenheid un het aanstaande Sint- Nicolaasfeest wordt de vergunning oni meerdere pakket-ten.ivui hetzelfde» adres van slechts één enkele adreskaart te doen vergezeld gaan, voor den tijd van 2 tot 6 December ingetrokken en zal derhalve bij elk gedurende dit tijd\ak ter verzending aangeboden pakket een adreskaart behoo- ren te woiden gevoegd. Voorts woedt ter verzekering van een goede overkomst van de pakketten aan bevelen: lo. zorg te dragen voor een doelmatige eu stevige verpakking van de vco werpen, in dier voege, dat deze op afdoende wijze tegen breken en beschadigen gevrijwaard zijn 2o. zoo mogelijk de adressen op de pak ketten te schrijven en, waar opplakking of aanhechting van een adres onvermijde lijk is, dit zoodanig vaat te hechten, dat voor het verloren gaan daarvan, tijdens het vervoer geen vrees behoeft te beslaan: 3o. in de pakketten een tweede -■ te sluiten, Ten slotte wordt de aandacht gevestigd' op de gelegenheid tot aangifte van waard a van pakketten, hetgeen voor pakketten, met kostbaarheden is aan te bevelen en ten gevolge waarvan, bij_eventueel verlo ren geraken gedurende het vervoer met de post, het volle hedrag der aangegeven, waarde van dé pakketten kan worden ver goed. ,,I>e oorlog wordt voortgezet!'' Wie heeft niet met vernieuwde ontvet ting deze mededeeling der bulletins ge lezen, die immers slechte bcteekent, 1103 weer zooveel meer dui .enden, neen tien duizenden slachtoffers lan de oorlogs-ver- nielingen, waaronder granaat, kogel en bajonet nu niet eens meer het grootste deel voor zich opeischen. Die uitroeiing der volkeren te keeren, wie zou nog aan de mogelijkheid daarvan gelooven? En protesten er tegen uitspre ken hier, wat wordt daarmee aan de lio- pelooze ellende daar veranderd Doch wordt overal, waar men tot dus verre met al grootere belangstelling en medelijden deze berichten geregeld heeft gelezen en bepraat, en misschien al pro test-betoogingen gehouden, nu ook al ge geven het eenige antwoord der in vrede levende Christelijke wereld), dat c'oarop vóór alles moet worden gegeven: de na volging van het voorbeeld van tien alom bekenden Samaritaan'? Er is opmerkzaam gemaakt op den tijd, die er nu is, tot internationale aaneen sluiting, in de te verleenen hulp der Christenheid in dezen inteiliatdoinfieui jammer. Heeft men in uw huis, in uw omgeving, reeds genoeg gedaan daarvoorLaat ieder zich deze vraag eens stellen. N. Men was aan de stamtafel in de groote Bocietait nogal luidruchtig. De oude en eeuwig nieuwe vraag, of men moet trou wen, was door een der stamgasten weer eens op 't tapijt gebraoht, en nu kwamen •de tongen los, en de meest bij den weg loo- pende en ook de meest gezochte argumen ten vóór en tegen het huweiijk werden be sproken. Alleen de oude professor met den bril 'op den adelaarsneus zweeg achter zijn bittertje en trok medelijdend met de glad geschoren lippen. „U zegt in 't geheel niet3 professor", in terpelleerde hem een jong advocaat, die tot Du toe heftig tegen het huwelijk uitgevar en was; ,,h"oudt u het vraagstuk voor op gelost en niet meer de moeite waard be sproken te worden?" De oude heer zag den jongen man aan met een blik, alsof hij wilde zeggen: „Wat heeft mijn ervaring met jouw groene on kunde te maken?" Maar opeens veranderde de uitdrukking bi rijn gezicht en fijn glimlachend ant- l^oordde hijt >iU is een voorvechter van het intellec tueel overwicht van het mannelijk geslacht ftö toch hebt u er misschien nog nooit aan jpdacht, dat juist het vraagst.uk van het huwelijk meestal alleen nog door mannen jwhandeld wordt; de vrouwen liebhen het taog opgelost. »Hoesoo? Ik begijp u niet.'* „Wel, 11 zult haast geen vrouw meer vin den, die het huwelijk verwerpt. Dat doenj alleen de mannen, de heeren der schep ping, de erfpachters der menschelijke wijs heid." „Zeer begrijpelijk, omdat de vrouwen van het huwelijk meer voordeel hebben dan de mannen. Zij krijgen de vrijheid, een verzekerde maatschappelijke positie, ter wijl zij van stoffelijke zorg bevrijd wor den. De man daarentegen offert zijn vrij heid op, als hij trouwt, terwijl hij zich bo vendien stoffelijke zorgen voor vrouw en kinderen op den hals haalt." „Zoo? Dunkt u?'' klonk het glimlachend antwoord van den ouden lieer. „Ik beweer het tegendeel. De getrouwde man ver hoogt rijn vrijheid, want hij alleen is bur ger in den vollen zin van het woord en vrij van de slavernij der vrijgezellen, u zult begrijpen, wat ik bedoel in de sa menleving wordt hij meer geacht, want hij beteekent meer, en hij is de rijkere, want juist vrouw en kinderen, voor wie hij te zorgen heeft, leeren hem de kunst van zui nig en spaarzaam te zijn, waarvan een vrijgezel meestal geen notie heeft." „O", meende de jonge advocaat, ,,met zulke paradoxen verslaat u mij niet. Waar zijn de bewijzen voor uw vermetele bewe ringen?" „De bewijzen ziet u in mijzelf. Ik wa-a als privaat-docent, niettegenstaande de aanzienlijke toelagen mijner ouders, altijd een arme duivel; ik verkwistte mijn geld met amourettes, ik verbrastte mijn geld in oaféV en allerlei "kroegen. In de samen leving hield men mij niet voor vol, zag men in mij alleen den lichtvaardigen Don Juan. Toen ik eindelijk een arm, maar zeer be schaafd en door mij aangebeden meisje tot vrouw genomen had, haar eenige ontrouw heeft hierin bestaan, dat zij mij voorge gaan is en mij, ouden man, als weduwnaar achtergelaten heeft veranderde mijn positie opeens. Ik begon een geregeld, menschwaardig levenik leerde liet zegen rijke geheim der tijdverdeeling kennenik werd langzamerhand welgesteld, en ik rees bij vriend en vijand in achting. Toen eerst geveelde ik mij waarlijk vrij en ge lukkig, en het beste voor het laatst ik droeg in heb hart een schat, waarvan ik de oneindig groote waarde tot nu toe nooit vermeed had: de onbaatzuchtige, offer vaardige liefde voor een wezen, dat mij in wendig steeds rijker maakte en mij een steeds dlcperen blik in het mysterie van het leven gunde." De ander trok de schouders op. „Nu ja", meende hij, „ik twijfel er geen oogenblik aan dat wie liefheeft alles door een rozenrooden bril zietmaar wat be wijst dat voor het huwelijk? Men kan toch ook en passant een roos plukken en van haar geur genieten; men behoeft zich toeh niet aan een doornigen rozenstruik te laten vastbinden." „Beête vriend, ik zal u een korte geschie denis vertellen; zij betreft een mijner stu dievrienden, die al dood is; misschien zult u mij dan beter begrijpen. De heer Otto ik ken hem alleen bij rijn voornaam was als vijand van het huwelijk ongetrouwd gebleven. Aanvanke lijk leefde hij, evenals ik, in oafé's. Toen hï). ouder werd, nam hij een huishoudster en at thuis. Als ik hem eens bezocht, zette hij mij altijd een gced bereid maal voor en prees het geluk zijner vrijgezellen- vrijheid, terwijl hij mij, „ouden pantoffel held", beklaagde. Dat ging zoo vele jaren door. Mettertijd echter was hij stiller ge worden; hij ging alleen nog voor ambts zaken uit, anders zat hij altijd in huis, en niemand wist recht, hoe het hem eigenlijk ging. Toen ik hem weer eens bezocht, ontving hij mij neerslacht.g en zag mij zoo eigen aardig aan, alsof hij mij iets benijdde. „Wat scheelt je, vriend?" vroeg ik hem deelnemend. Hij zuchtte: „Ach ik zie, dat jij steeds frissoher en jonger wordt, terwijl mij de jaren als een last op den rug liggen". Ik ontstelde. „Ben je lijdend?" vroeg ik verrast. Iijj keek voorzichtig in 't rond, of wij ook beluisterd zouden worden; toen bukte hij zich wat voorover en fluisterde: „Ik lijd aan mijn huishoudster." „Jaag haar dan weg en neem een an dere." Hij glimlachte weemoedig. „Alsof dat zoo eenvoudig ging! Zij kent mijn gewoonten; zij verpleegt mij, als ik aanvallen van jicht heb; -zij kookt mijn lie velingsgerechten. Het zou toch ondankbaar zijn, als ik het tafellaken tussohen haar en mij doorsneed. Het zou ook geen doel heb ben; zij zou toch blijven." Ik floot door de tanden. „Staat het al zoo met jullie beiden?" „Inderdaad!" bekende hij, terwijl hij alle terughouding liet varen. „Zij is mijn huia- tyran. En omdat zij onmisbaar geworden la, wordt zij met den dag despotischer. Maar wat zal men doen? Zij is mijn uni- verseele erfgenaam, en ik heb den moed niet meer, het testament, dat zij kent, te veranderen." „Maar, ouwe jongen," merkte ik op, „dat \e veel erger dan ik vermoed had. Dat zijn onwaardige boeien, die je verbre ken moet." Hij wilde iets antwoorden, maar in het zijvertrek ging de deur. Hij trilde, ging rechtop zitten en zeide luid en schijnbaar onbevangen: „Het was aardig van je, dat je gekomen bent, nu is mijn huishoudster er weer, nu ben ik niet meer alleen." Ik begreep, hij wilde elke verdenking, dat hij over haar gesproken had, wegne men. Ik ging heen. Bij het heengaan knikte ik zijn huishoud ster toe, een magere vrouw van misschien, vijftig jaar, met spitse kin, langen neus, vlekken op de wangen en een loerende uit drukking in de staalgrauwe, listige oogen. Onwillekeurig huiverde ilc en dankte in stilte den Hemel, dat ik niet onder do hoede en het toezicht van zulk een wezen abond. Op een namiddag van den volgenden winter vernam ik toevallig, dat mijn vriend Otto ernstig ziek was. Ik besloot, hem on middellijk te bezoeken. Ik schelde aan; do oude heks deed de deur open. „Hoe gaat het met meneer Otto?" „Dank u; het gaat, helaas, niet goe<L Meneer moet zware kou gevat hebben; hij wil ook nooit naar mij luisteren.-' r- (Slot volgt.)]

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 13