go. 16179. ïalSIBSCSH BAS-BIL AB, Zaterdag1 16 November. Tweede Blad. Annó 1912. ccccxxv. Finaneieele Causerie. OSTE^ErCNUNGARN 'ÏB0^lEN7m,r.J^ 1 FEUILLETON. Jufirous? Wijestsde's Uitstapje Brieven yan een Leidenaar. Jjr hebben zicli in den laats ben tijd een aaT straten-kwesties voorgedaan in onze Gemeente, waarvan één, die straten betreft fjen buiben de grens der gemeente gelegen, j misschien alleen belanghebbenden belang in- hoezemt, en de andere, die zich voordeed I een der nieuw aangebouwde wijken in de gemeente zelf heel wat van zich beeft j laten spreken. "Waar ik voornamelijk de laat- ste kwestie hiel' wensich to behandelen, meen j ik echter ook de eerste niet te mogen voor- bijbaan, omdat deze misschien op de-laatste penig niouw licht kon werpen- Even buiten de voorm. Witbepoort, onder 'do gemeente Zoeter woud e dan, liggen oen paar straten, aan part iculieren toebehoorend, waaïvan echter één ook voor de helft aan de gemeente Leiden toebehoort. Reeds meerma len kwamen bij den Gemeenteraad va* Zoo- torwoude klachten in over den slechten toe- ptaïid, waarin deze straten verkeeren, die dus blijkbaar door de eigenaren slecht wor den onderhouden, iets, wat met aan particu lieren toebehoorendo straten in Leiden ook yel eens het geval is. De gemeente Zociefrwoude heeft nu korte piefeben gemaakt en "den eigenaren opgelegd en hen gesommeerd deze straten in behoor lijken staat te brengen. Of zij ze daartoe dwingen kan, zal nu dus moeten worden uitgemaakt.. Wordfc zij in het gelijk gesteld, dan kan de gemeente Leiden hetzelfde mid deltje ook eens toepassen. Het eigenaardige van het geval is nu, dat do Nanniestraat, die slechts aam één kant is bebouwd, voor de helft aan de gemeente Leiden behoort, xoodat het groote Leiden nu door het kleine Zoeterwoude op de vingers wordt- getikt. Zegt menNu, Leiden mocht hier den particulieren eigenaars van straten voor be- j hoorlijken aanleg en onderhoud ook wel een i goed voorbeeld geven, dan kan daarop wor- den geantwoord, dat de gemeente haar doel piet als een straat, maar als een landweg beschouwt, die niet een zoodanig onderhoud j poodig heeft als een straat in engeren zin- Do gemeente Leiden moet reeds in verzet j zijn gekomen bij God. Staten. Of Leiden nu j zal vrijkomen, is niet het meest belangrijke in deze zaak, maar wel of de gemeenten de eigenaren kunnen verplichten do hun toehehoorende straten in een behoorlijken staat te brengen en te houden- Dat zal nu dcor het optreden van het gemeentebe stuur van Zceterwoude worden uitgemaakt- Ib dit zoo, dan zal Leiden tegen onwillige eigenaren .van particuliere straten ook an- det6 kunnen optreden dan men eir tob dus- Verre heeft gedaan. Groot practisch resultaat is daarvan echter ook niet te verwachten. Is de oigenaar on machtig, wat zal men er dan aan doen Waar niets is, verliest ook de gemeente haar recht- Ib de eigenaar onwillig, dan zoekt hij een stiroomam op, die niets bezit, en verkoopt de straat iaan hem. Dit geval heeft zichj vóór jaren in een "der nieuwe stadswijken reeds eenmaal voorgedaan. Deze verkocht eindelijk nog steen en en riolen, evenals nu in den jaatsten tijd weer in de S-taclhom derslaam cn in de Düivenbode- en 3-0cto- ber-straat. zich £ecFt. voorgedaan, Men weet hoe het 'daar is geloópen. De huizon in deze straten werden verkocht, toen do eigenaar ér van failleerde, en de straten wer. den niet ib het'faillissement betrokken, niet verkocht en bleven dus in het bezit, van j den oorspronkclijkcn éigenaar. Deze, in fi- Pancieelen nood veikeercnd, greop alias aan om aan geld te komen cn trachtte do stra ten met wat er op en in was, te verkoopen- Steenen en tricolkolken hebben waarde; de straten zelf kunnen voor ieder, behalve voor de eigenaren der in die straat staande huizen, i een last zijn of worden- Met de Stadhouderslaan is het begonnen cn de eigenaren der huizen hebben per slot i van rekening eieren voor hun geld geko zen cn de straat gekocht en weer in orde gemaakt. Het was te voorzien, dat. dit toen mooi geslaagde spelletje zou worden In rhaald. En Lij de laatstgenoemde straten is men er weer mee begonnen. Natuurlijk is deze han delwijze moreel absoluut niet te verantwoor den, maar als de. persoon in kwestie zich daaraan niet stoort of het niet voelt, wat geeft liet dan, dat men zich daarop be roept I *t "Was maar de vraag of de wet het toeliet, dat een straat werd opgebroken en onbruikbaar gemaakt- De politie hield er zich buiten en het gemeentebestuur ook- Of liet gemeentebestuur op grond van artikel 12 der Verordening op het Bouwen en Sloopen niet tussehenbeide had kunnen komen, toen de z.g. eigenaren er do riolen opbraken, waar dit artikel daar voor vergunning van B. en "Vs. eischt, en of men hier niet te doen had met een „openbare" straat, die men niet straffeloos onbruikbaar maakt, onverschillig of men or zieh eigenaar van noemt of niet, men scheen er niet- van overtuigd en liet den menschen hun gang gaan- De rechtbank hoeft in het geding echter uitgemaakt, dat de daad onrechtmatig was, de eigenaars verplicht de straat weer in den ouden toestand terug te brengen, wat zij echter wel niet zullen doen. De eigenaars der huizen kunnen het dan op hun kosten laten herstellen, waarmee trouwens roeda is begonnen. Ook al krijgen zij de kosten niet weer vergoed, dan is heb voor dezo eigenaren toch winst, omdat hun woningen nu weder bewoonbaar worden. Vare de op zet van de zieh noemende eigenaren der straat gelukt, dan hadden de huiseigenaren nog veel geld moeten hebben betaald voor de onbruikbare straat. Een ander voordeel van deze rechterlijke beslissing is, dat er nu wel geen nieuwe straten meer op deze wijze zullen worden geëxploiteerd. En het is nu zaak, om, door deze er varing geleerd, onmogelijk te maken, dat zooiets in de toekomst weer kan voorkomen. Daarvoor is noodig een betrekkelijk kleine wijziging der straks genoemde verordeningen. Tegenwoordig krijgen de bouwondernemers vergunning om te ^bouwén, wanneer zij .op bet papier voldoen aan de door het gemeente bestuur gestelde eisehen -omtrent de breedte der straat. Of zij deze straat later al dan niet behoorlijk willen bestraten en riólec- ren, is voor een deel hun zaak. Alleen neemt do gemeente de straat niet in eigendom en onderhoud over, vóór zij ten genoege van B. en "Vs. is opgeleverd of wel zoodanig be drag in de gemeentekas is gestort, dat de gemeente daarvoor de straat behoorlijk in orde kan maken- Hebben de eigenaren het geld daarvoor niet of hebben zij het er niet voor over, dan neemt de ge meente do straat niet over en dezo blijft gewoonlijk wat bestrating en verlichting aan gaat in minder goeden staat. Daaraan nu wordt een einde gemaakt, wanneer de gemeente geen bouwvergunning geeft voor dat een bedrag is gestort, waaT- vocr de gemeente de straat behoorlijk kan in orde maken cn dus in eigendom cn onder houd overnemen. Toestanden als er zich nu herhaaldelijk voordoen, worden daardoor onmogelijk gemaakt en liet algemeen belang zal er door gehaat worden. Het bouwen wordt er eenigszins door bemoeilijk!^ er zal meer kapitaal voor noodig zijn, wat echter straks huis en straat ten gcede zal komen- En roe keloos bouwen is nooit goed voor Leiden in de tegenwoordige periode, nu er geen gebrek aan woningen is, allerminst. Indien de Beurzen niet genoodzaakt wa- rep rekening te houden met den Balkan oorlog en zijn mogelijke gevolgen, dan zou den wij ons waarschijnlijk thans bevinden in het midden, eener krachtige opwaartsche beweging der fondsenmarkten. De oorlog brengt natuurlijk in de eerste plaats ver nietiging van kapitaalwij zeggen vernie tiging, niet verplaatsing van kapitaal; het zal ongetwijfeld tijd vereischen alvorens deze bres in het kapitaal weer ie hersteld; maar nu de oorlog zoo snel verloopt en het einde zelfs in zicht schijnt te zijn, zal deze vernietiging niet zoo'n heel gewichtige rol spelen. Kort geleden verging den Titanic" evenzeer een gebeurtenis, die kapitaal ver nietigde, waarbij goederen ten gronde gin gen, d:c absoluut verloren zijn. Dat de Assurantie-Maatschappijen voor de schade daarvan moesten opkomen, verandert aan dit feit niets hoegenaamd. Toch was de invloed van de „Titanic"-ramp, van een financieel standpunt bezien, nauwelijks bemerkbaar. Al mogen nu de kapitaalsver- j liezen, die de oorlog teweegbrengt, grooter j zijn, dan die, welke het gevolg waren van j het vergaan der White Star Liner, toch zullen ze waarschijnlijk evenmin lang ge- j voeld worden, daartoe geschiedt de kapi- j taalsformafcie tegenwoordig te snel. Een tweede euvel, dat den oorlog ver gezelt, is de verhooging der rentekoersen. De oorlogvoerende partijen kunnen j slechts betalen met goud. Dat goud wordt j onttrokken aan de emisrsïebanken, die zich als om 6trijd daartegen beschutten door discontoverhoogingenj welke verder in de hand worden ge.werkt door de vrees, die er bestaat voor internationale verwikke- j lingen» als gevolg van en iia den Balkan- oorlog. Het is. zeer zeker te hopen, dat het bij vrees" zal blijven, het is zelfs waarschijnlijkwat intusschen niet weg neemt, dat naarmate het tijdstip nadert, waarop vredesonderhandelingen worden geopend en gevoerd, de politiek in actie tieedt, die maar af te vaak tracht haar doel te bereiken door het aanjagen van vrees. Zoolang we dus niet preoies weten, waar we aan toe. zijn op den Balkan, zoo lang niet is beslist, hoe de zaken daar zul len geregeld worden en dat de groote mogendheden geen oorlog onder of tegen elkaar zullen verklaren, zoolang kan geen ontspanning op de geldmarkt worden ver wacht. Zooals we reeds verleden week be toogden, is het de vraag, of de voorspoed van handel en industrie over de geheel e wereld bestand zal blijken tegen deze be lasting van duur geld, of hij niet daardoor in het gedrang zal komen en wellicht'-in malaise zal verkeeren. De Bank van Enge land heeft het nog niet nboclig geoordeeld haar minimum van 5 pCb. te verhoogen, dodh.de Duitsclie Rijksbank on de Oosten- rijk6oh-Hongaarsche Bank ia gen zich reeds genoodzaakt tot 6 pCt. te verhoogen. Het is zeer de vraag of de Rijksbank reeds aan het einde" is gekomen van dergelijke be schermende maatregelen, want het goud blijft desondanks haar kelders ontvlieden; Duitschland is het slachtoffer van zijn pro tectionisme de industrie gaat er prach tig... maar telkens weer blijkt dat de fun damenten van dit industrieele monsterge bouw op wrakke basis rustenaan het cre- dietwezen is er een uitbreidrng gegeven, die ons de haren te berge doen rijzen, als we zoo nu en daji eens de jaarver slagen en balansen onder de oogen krijgen van soms vrij onbeduidende Banken in het industrie gebied, om nog maar te zwijgen van de „grossbanken" in de groote steden. Dat moot leiden tot telkens terugkeerende oatastrophen, en het groot aantal faillisse menten is dan ook het directe gevolg van dit roe-kei ooze systeem. Vrijhandel en protectionisme, het was ook de leuze bij den strijd, die voor het eerst in 12 jaren den democraat Wilson deed zegevieren bii de verkiezing voor een President van de Voreenigde Staten. Maar in Amerika, waar de landbouw toch ten slotte nog altijd de hoofdrol speelt, staat de zaak anders dan in Duitschland. Wel dicteert het programma der democraten een verlaging der tollen, doch men kan er zeker van zijn, dat de nieuwe partij dit vraagstuk met kalmte zal trachten op te lossen. Bij het begin van haar optreden zullen de democraten, nu zij ..het enorme vo deel bezitten, hun regeering aan te van gen met een record-oogst, zich niet in de vingers snijden door radicale, ingrijpende veranderingen. Geen beter getuigschrift dan dat hun regeering zich kenmerkte door een periode vaai voorspoed en zij zullen zeker, allés beproeven om dit in de hand te werken. Zoolang nu de tarief wetgeving 'door de democraten wordt gewijzigd op conservatieve, voorzichtige wijze, zal de stoornis niet groot zijn; wie weet of de in dustrie, die in Amerika tot bloei is geko men door het protectionisme, niet sterk ge- j noeg zal blijken om-vreemde concurrentie j het hoofd te bieden? In ieder geval zal de verlaging der invoerrechten leiden tot ver- la.ging van "den levensstandaard daar te lande en tot het goedkooper maken van ve- le grondstoffen. Onder Wilson's bewind zal het Panama-kanaal in 1913 voor de vaart worden geopend en dit zal in de eerste plaats ten goede moeten komen aan de handelsbetrekkingen tusschen Noord- en Zuid-Amerika. Na de verwarde politiek der republikeinen, die trouwens reeds zoovele vraagstukken hebben opgelost, die feitelijk tot het democratische programma behoor den, doet de rust van thans weldadig aan en men is het er algemeen over eens, dat- het optreden van Woodrow Wilson slechts gunstige gevolgen hebben zal. In ons land is het geld in tegenstelling met het buitenhuid, relatief goedkoop. Prolongatie is tot beneden 4 pCt. geregeld aangeboden. Al mogen de zaken niet bo venmatig druk zijn, de speculatieve posities zijn zeer gering en de toestand is in dat opzicht exceptioneel gezond. In tegenstel ling met Berlijn en Parijs, waar enorme speculatieve posities liepen, die kort vóór het. uitbreken van den Balkan-oorlog a tout prix moesten worden geliquideerd, is de speculatie hier te lande zeer voorzich tig te werk gegaan, er loopt geen derde van liet. gebruikelijke bedrag; dit is onge twijfeld één der redenen, waarom de geld markt hier zoo ruim is. Opmerkenswaard is de stabiliteit der fondsen van oorlogvoerende staten. Yan de overwinnende partij is dit niet te verwon deren, maar ook de Turks-die Staatsfond sen houden zich kranig. Dat vindt zijn oor zaak in de waarschijnlijkheid, dat, hóe ook de regeling uitvalt, de nieuwe regeering een proportioneel deel van de Tivrksohe Schuld zal moeten overnemen. En aange zien de dienst der leeningen grootendeels was aangewezen op onderpanden in Euro- peesch Turkije, zal de verandering van re gime weinig verschil maken, zoo zc al niet grooter waarborgen zal bicden voor obli- gatiehouders. Na de geweldige debacle van de Turksche regeering op het slagveld, waaruit op overtuigende wijze de minder waardigheid van het leger bleek, mag men veilig aangeven, dat het geheel e regime rot was en slechts beter kan worden in ande re handen. "W. X—v ^Sarajevo n \V De veelbesproken havens aan de AdrlatUche Zee, waarover geschil gerezen is tusschen Ooaten- itfk en Seivië. Prof. S. D. van leen en de C.-Il. linie. In aangluiting aan het bericht van het „U. D.", dat prof. dr. S D. van Veen voor zijn lidmaatschap der Cbrist.-Hist. Unie heeft te- dankt, kan „Het Centrum" mededeelen, dat de hoogleeraar reeds in begin van September daartoe overging. Van eenig verband met de Ommensche vei kiezing is dan ook geen sprake. We! vernam „Het Centrum", dat politieke overwegingen prof. Van Veen tot zijn besluit hebben geleid, waarbij echter geen afkeer van samenwerking met de Katholieken het me* tief was. Tevens kwam het blad tor oore, dat den lieer Van Veen In do laatste dagen van C.-H. zijde uit het district een candidatuur in Ommen is aangebodon, welke echter terstond werd af gewezen. De Nobelprijzen. De Zweedsche academie van wetenschappen - te Stockholm heeft voor dit jaar deii Nobel- prys voor natuurkunde toegekend aan den hoofdingenieur Dalen te Stockholm en ver» I deelde den pr\ja voor scheikunde tusschen i prof. Grinard te Nancy on den professor van j de universiteit te Toulouse Sabatier. Iedert prijs is dit jaar 140.476 kronen. De prjjs voor letterkunde is toegekend aan I den Duitecher Gerard Hauptman. Ned. II.-K. Vrouwenbond. Op gezag van het „Dagblad v. N.-Brab." wordt meegedeeld, dat, onder goedkeuring van het Episcopaat, zal worden opgericht een No>« derl. R.-K. Vrouwenbond, georganiseerd op de zelfde wijze al3 de Kath. Soo. Actie met dioce sane en plaatselijke comités en een hoofdzetel» te Leiden op het Céritr.-Bureaiu Naar „Het Centrum" verneemt, is dit bericht; in dezen vorm niet geheel juist. We! zullen er in de verschillende diocesen etappen wor: den gedaan, om tot een R.-K. Vrouwenorga nisatie te komen. Er kan echter geen sprake van zijn, om byv. overal plaatselijke comités, op to richten, gelijk by do IC. S. A. geschiedt/ In zijn woede gestikt. Een schokkend drama speelde zich een I dozer dagen in een Parjjsch café af. Eorr koperemid speelde kaart met twee andere j mannen. Men wondt zich sterk op, naarmate I het eene partijtje op het andere volgde. Op. zeker oogenbfik meende de kopersmid op te merken, dat z(Jn medespeler» onderling knooi- den; woeden 1 maakte hy hun hiervan ver j wijten; vervolgens etond by op, om een hunner naar de keel te vliegen, doch eensklapi werd zijn gezicht vuurrood; hy zwaaide wa*-" hopig met zyn armen, schuim bedekte zijn. lippen, en stuiptrekkend viel hy door een óoodoiyke beroerte getroffen op den grond. Invoer bevroren vleesch. I^it Harlingen wordt gemeld: Een aan-» tal importeurs van „Argentijnsch vleeeoh" hebben zich tot den Minister van Land bouw, Nijverheid eïi Handel gewend, ten einde voor de gemeenten, waai* de invoer van bevroren vleesch niet is toegestaan, dit verbod opgeheven te krijgen. Eenigen hunner werden door Z. Exc. in audiëntie ontvangen. Small Bernhardt aangevallen door een beer. De beroemde tooneedspeelster Sarah Bernhart hèeft Donderdag een gevaarlijk a/ventuur beleefd te Liverpöoi,' waar zij werd aangevallen door eeït beer in de al daar gevestigde menagerie en nauwelijks ontsnapte aan het gevaar ernstig gekwetst te worden. Mevrouw Bernhardt had van te voren getelegrafeerd aan dien eigenaar van dó menagerie, dat zij van plan was zijn inrich ting te bezoeken om daar eenige dieren to koopen. Zoo bezocht mevrouw Bernhardt het roofdierënverblïjf.. Hiërin bevond zich een volwassen heer, die pas aangekómen en nog zóó woèst én pnbandelbaar was, dat geen der employes liét dier meestér kon worden. Mevrouw Bernhardt naderc^e fiet dier, met het plan het over den snuit te streelde, maar cle beer sloeg met een wild gebrul zijn pooten naar haar uit., Het dier sloeg raar de pels van den hals maar de eigenaar wist, door den bêer met zijn stok te slaan, verder kwaad te voor komen. Mevrouw Bernhardt kwam met den schrik vrij. Scheurt <1© coalitie? Het ..Huisgezin" schrijft: i Een Chiristclijk-Historische, die in zijn par- tij een man van gezag is, verzekerde ons, dat hij voor samenwerking mot de anti- revölutionnairen op den ouden voet niet, met do Katholieken wèl te vinden was. Hij: wonsehto, dat de drie partijen elkaar in do I twijfelachtige districten zouden steunen, maar. j dat in do vaste" districten do strijd tus. i schen Chr i s tel ij k-Hi s t ori sclien en anli-revo- lutionnairen zou wórden uitgevochten. Do anti-Te vol utionnairen hebben en willen to veel vaste districten, vond onze zogsman- DOOK CGR:iÊLg£,NGQKiU»AL. (Nadruk verboden). Toen liet juffrouw Wijnstede Lie en Mie op hun achterste pooten staan, zoodat zij haar aan konden kijken als mensohen, en met steeds woest schudden den en wappe renden wijevinger, de gitten sprieten op heur hoogen kapothoed haar hoofdbewegin gen nadansend, vermaande zij ook hén hun plichten to doen als brave hond en brave kat. „Pas opals Lite gulzig was, en Mie moordlustig Zij wees Mie op Piet, die doodstil op zijn stokje zat: Je ziet hem, hè, je z i e t hem Daar zit ie! En pas op, pas óp, -zeg ik, als ie er niet zit als ik terugkom Dan zal 't er ddnsen, als je daar maar van overtuigd bent." Mie, dio genoeg kreeg van heur staande houding, en wier zwarte voorpooten, naast Lie's bruine -hingen t-s bengelen als ge knakte stokj&s miauwde klagelijk. „Och, juffrouw," zei Haartje in een vlaag van belderdorikendhéid, die. als een koude noordenwind door de wolken, scheuren blies in haar brein, suf van al de standjes en bevelen en boodschappen: „Zou u den ken, dat die stomme beesten daar iets van «nappen V' Stómme bééstenZe zijn verstandiger dan jij niet je heele familje. Néér!" ge bood juffrouw Wijnstede, cn Lie en Mi© worden van mensen weer hond en kat. -Juffrouw Wijnstede dribbelde, haast be zwijkend onder haar pakjes, paraplu en valiesje, met zweetregenend gelaat, purper van kleur, van een biljetje voorzien, naar de haven. Jongens, jongens, wat was dat groot en wijd en wat lagen er veel booten En zulke prachtige. Dat was nou wat je noemde de Schelde. Maar 't was anders net de zee, zoo licht, zoo hel... „Weet u ook waar de boot naar Bres- keno ligt?" vroeg juffrouw Wijnstede aan wat zij noemde een „kaaiman". De man wees met zijn vinger naar de menigte boo ten en bootjes, dobberend op de groene wa- terwieging. En juffrouw Wijnstede volgde de richting van zijn wijsvinger naar een mooie groote boot. „Hier hebt u 'em, die bruine." „Dank u wel, meneer!" zei ze gul, uit den grond baars harten, blij dat zc zoo dadelijk terecht was. Zij zwoegde de hobbe lige steenen van den steiger op en de loop plank over. Een jongen in een matrozen- buisje nam haar de pakjes en het va liesje af. „Eerste klas, mevrouw!" „Ja, ja, z'keri" snibde juffrouw Wijnste de, die vond, dat het dien bengel niets aan ging. Jongens, wat was 't hier mooi! O kijk eens, die meneer was zeker de kaptein, die j meneer met die pet op. Juffrouw Wijnstede ging hem eens voorbij en hij groette vrien delijk. I „Wij zullen een mooien kalmen over- tocht liebhen, mevrouw 1" sprak hij. „Noü, dat hoop ik ook, meneer!" zei juf frouw Wijn stede. De kapitein, juffrouw Wijnstede staarde hem nog na, zooals hij daar wegwandelde in zijn blauwe jasje, werd heengcroepen, en juffrouw Wijn6tede ging nu eens alles terdege opnemen, nadat zij met honderd angsten naar heneden gedaald was, en na allerlei verkeerde deuren te zijn ingegaan, heur zaakjes gevonden had. op een sofa in de danieskajuit. Wat was 't aardig -daar beneden toch ook, zoo'n prachtige eetzaal met bloemen op tafelEn al dii© kamertjes zagen er zoo keurig uit, en die gangetjes... En wat een reizigers liepen af en aan, me-neeren in gele jassen met pelderiens en dames met van die reishoedjes met witte voiltjes er voor gebonden. En kijk toch eens wat een kostelijke bloemen op de trap ook al... 't was zonde... Neen maar, daar hadden Janus met zijn vrouw nou nooit eris wat van gezeid, dat 't tegen woordig zoo mooi was in die boot op Bres- kens. Maar enfijn, 'twas al zoo lang gele den, dat Janus bij haar geweest was. Mis schien had hij er vel iets van gezeid en was zij 't vergeten. Zij strompelde weer naar boven. vaar zou ze nou gaan zitten... Op 't tweede dek, op 't derde dek bóven? Maar op 't tweede: kijk daar zaten drie jonge dames. Dat was nog 's gezellig ook voor een praatje. Er stonden mooie gemakke lijke stoelen. En in één daarvan liet juf frouw Wijnstede zich -zalig zinken en liet haar oogen vol genot over het omringende weiden. Precies een huis, zoo'n boot: che kajuit met raampjes stak zoo huizerig vier kant en gez-ellig uit op dek. Je zou er voor je plezier langs wandelenWat spraken die jonge dametjes daar?... Fransch... nee Engelsch leek 't... want ze zeiden jes, en jes was Engelsch. Dicht bij de machine (wat een gróóta pijp was er, zeker voor den stoom) bleek het tweede k^as... Daar ging er een juffrouw heen; wat een magere Juffrouw Wijnsbede had wol zoo willen zwaaien mot haar paraplu: „Mensch, kom toch hier, want wij- zijn toch van dienzelf den leeftijd en dat is tooh gezelliger al tijd! Met dat jonge goed kan ik niks an- vangen." Maar de juffrouw zou er mis schien vreemd van hebben opgekeken, je hebt zulke rare menschen, die nou 's niks voor de gezelligheid zijn en zoo... En juf frouw Wijnstede liet haar oogen maar wéér gaan over 't dansend groene water met blauwe kaatsingen van c'e lucht, de conblinkende witte wolken, dik als reuzen- buiken, vooruitstak, en over dat wemel- kleurige van al die booten. Opeens hoorde zij een gekraak en ge stamp, dat hooren en zien verging; do pijp blies stoom uit als twintig loeiende koeien; bah, wat. een gcbulkDaar ging-n ze. Ja, nou was 't good an de gang. Ze gingen. Juffrouw Wijnstede strekte haar voeten uit, leunde achtonover en viel in slaap, naar ze dacht, want toen ze wak ker werd, wist ze dat ze gedroomd had van grootvader Wijnstede, toen hij nog in j de vijftig was, en met grootmoeder W»ir- stede b?j haar ouders op bezoek kwam. Hij I had altijd van die vadermoorders gedra- gen. Duidelijk had ze alles gezieniM.jn I laugc pijp, die hij aanstak aan 't- kom foortje, de beste gebloemde kopjes, de I zware zilveren koffiekan, zelfs een zwa velstok, die moeder in dc hand hield. En haar getrouwde broer, sedert gestorven.-, schreeuwde haar iets toe van een biljet, ver in haar oor cn trok haar aan de mouw: „Ja, ja, ik hóór wel, maak maar -zoo'n leven niet, man!" beet juffrouw Wijnstede hem toe. En gestoord in zaligen dommel, tusschen haar zich lui ontsluiten de oogleden uit, eerst niets zién de dan iets hoogs, breeds en zeer donkers, werd •zij nu iomaiul gewaar, de haar vertelde dat hij de hofmeester was, cn beleefd baar biljet opeisclite. Haar wimpers knipten slaperig. „M'n kaartje... o bier... gelukkig heb ik. me portemenee in m'ii zak.'» „Maar u moet naar Breskens!" vertelde de hofmeester op /teemden toon. „Nee maar, die is goed, vertel u me non wat 'k al wéét. Natuurlek ga 'k daar heen, en daar wacht me nicht me met de koffie. Ik' ben in slaan gevallen, en dat mot je me niet kwalijk nemen, want ik was vanmorgen al om vijf uur op. Ik bad zooveel te doen ook." „Maar met deze boot gaé-t u niet naar I Breskens betreurde de 'ufmoester hoofdschuddend benauwd kijkend over do I vreugdevolle wikle wateren. Juffrouw Wijnstede sprong op. haar I oogen grauw rond puilend uit heur blozend j gezicht, düt van cchrik vervaalde, heur mond angstig open, en greep den hofmees- I ter bij den pols: ..Niet na Brèèskens! En waar ga 'k dan I heenI Man, zég 't me, of ik spring voor je oogen in zee (Wordt vervolgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 9