go. 16179.
ïalSIBSCSH BAS-BIL AB, Zaterdag1 16 November. Tweede Blad.
Annó 1912.
ccccxxv.
Finaneieele Causerie.
OSTE^ErCNUNGARN
'ÏB0^lEN7m,r.J^
1
FEUILLETON.
Jufirous? Wijestsde's Uitstapje
Brieven yan een Leidenaar.
Jjr hebben zicli in den laats ben tijd een
aaT straten-kwesties voorgedaan in onze
Gemeente, waarvan één, die straten betreft
fjen buiben de grens der gemeente gelegen, j
misschien alleen belanghebbenden belang in-
hoezemt, en de andere, die zich voordeed I
een der nieuw aangebouwde wijken in
de gemeente zelf heel wat van zich beeft j
laten spreken. "Waar ik voornamelijk de laat-
ste kwestie hiel' wensich to behandelen, meen j
ik echter ook de eerste niet te mogen voor-
bijbaan, omdat deze misschien op de-laatste
penig niouw licht kon werpen-
Even buiten de voorm. Witbepoort, onder
'do gemeente Zoeter woud e dan, liggen oen
paar straten, aan part iculieren toebehoorend,
waaïvan echter één ook voor de helft aan de
gemeente Leiden toebehoort. Reeds meerma
len kwamen bij den Gemeenteraad va* Zoo-
torwoude klachten in over den slechten toe-
ptaïid, waarin deze straten verkeeren, die
dus blijkbaar door de eigenaren slecht wor
den onderhouden, iets, wat met aan particu
lieren toebehoorendo straten in Leiden ook
yel eens het geval is.
De gemeente Zociefrwoude heeft nu korte
piefeben gemaakt en "den eigenaren opgelegd
en hen gesommeerd deze straten in behoor
lijken staat te brengen. Of zij ze daartoe
dwingen kan, zal nu dus moeten worden
uitgemaakt.. Wordfc zij in het gelijk gesteld,
dan kan de gemeente Leiden hetzelfde mid
deltje ook eens toepassen. Het eigenaardige
van het geval is nu, dat do Nanniestraat,
die slechts aam één kant is bebouwd, voor
de helft aan de gemeente Leiden behoort,
xoodat het groote Leiden nu door het kleine
Zoeterwoude op de vingers wordt- getikt.
Zegt menNu, Leiden mocht hier den
particulieren eigenaars van straten voor be- j
hoorlijken aanleg en onderhoud ook wel een i
goed voorbeeld geven, dan kan daarop wor-
den geantwoord, dat de gemeente haar doel
piet als een straat, maar als een landweg
beschouwt, die niet een zoodanig onderhoud j
poodig heeft als een straat in engeren zin-
Do gemeente Leiden moet reeds in verzet j
zijn gekomen bij God. Staten. Of Leiden nu j
zal vrijkomen, is niet het meest belangrijke
in deze zaak, maar wel of de gemeenten
de eigenaren kunnen verplichten do hun
toehehoorende straten in een behoorlijken
staat te brengen en te houden- Dat zal
nu dcor het optreden van het gemeentebe
stuur van Zceterwoude worden uitgemaakt-
Ib dit zoo, dan zal Leiden tegen onwillige
eigenaren .van particuliere straten ook an-
det6 kunnen optreden dan men eir tob dus-
Verre heeft gedaan.
Groot practisch resultaat is daarvan echter
ook niet te verwachten. Is de oigenaar on
machtig, wat zal men er dan aan doen Waar
niets is, verliest ook de gemeente haar recht-
Ib de eigenaar onwillig, dan zoekt hij een
stiroomam op, die niets bezit, en verkoopt
de straat iaan hem. Dit geval heeft zichj
vóór jaren in een "der nieuwe stadswijken
reeds eenmaal voorgedaan. Deze verkocht
eindelijk nog steen en en riolen, evenals nu
in den jaatsten tijd weer in de S-taclhom
derslaam cn in de Düivenbode- en 3-0cto-
ber-straat. zich £ecFt. voorgedaan, Men weet
hoe het 'daar is geloópen. De huizon in
deze straten werden verkocht, toen do
eigenaar ér van failleerde, en de straten wer.
den niet ib het'faillissement betrokken, niet
verkocht en bleven dus in het bezit, van j
den oorspronkclijkcn éigenaar. Deze, in fi-
Pancieelen nood veikeercnd, greop alias aan
om aan geld te komen cn trachtte do stra
ten met wat er op en in was, te verkoopen-
Steenen en tricolkolken hebben waarde; de
straten zelf kunnen voor ieder, behalve voor
de eigenaren der in die straat staande huizen, i
een last zijn of worden-
Met de Stadhouderslaan is het begonnen
cn de eigenaren der huizen hebben per slot i
van rekening eieren voor hun geld geko
zen cn de straat gekocht en weer in orde
gemaakt.
Het was te voorzien, dat. dit toen mooi
geslaagde spelletje zou worden In rhaald. En
Lij de laatstgenoemde straten is men er
weer mee begonnen. Natuurlijk is deze han
delwijze moreel absoluut niet te verantwoor
den, maar als de. persoon in kwestie zich
daaraan niet stoort of het niet voelt, wat
geeft liet dan, dat men zich daarop be
roept I *t "Was maar de vraag of de wet
het toeliet, dat een straat werd opgebroken
en onbruikbaar gemaakt-
De politie hield er zich buiten en het
gemeentebestuur ook- Of liet gemeentebestuur
op grond van artikel 12 der Verordening
op het Bouwen en Sloopen niet tussehenbeide
had kunnen komen, toen de z.g. eigenaren
er do riolen opbraken, waar dit artikel daar
voor vergunning van B. en "Vs. eischt, en
of men hier niet te doen had met een
„openbare" straat, die men niet straffeloos
onbruikbaar maakt, onverschillig of men or
zieh eigenaar van noemt of niet, men scheen
er niet- van overtuigd en liet den menschen
hun gang gaan-
De rechtbank hoeft in het geding echter
uitgemaakt, dat de daad onrechtmatig was,
de eigenaars verplicht de straat weer in
den ouden toestand terug te brengen, wat
zij echter wel niet zullen doen. De eigenaars
der huizen kunnen het dan op hun kosten
laten herstellen, waarmee trouwens roeda
is begonnen. Ook al krijgen zij de kosten
niet weer vergoed, dan is heb voor dezo
eigenaren toch winst, omdat hun woningen
nu weder bewoonbaar worden. Vare de op
zet van de zieh noemende eigenaren der
straat gelukt, dan hadden de huiseigenaren
nog veel geld moeten hebben betaald voor
de onbruikbare straat.
Een ander voordeel van deze rechterlijke
beslissing is, dat er nu wel geen nieuwe
straten meer op deze wijze zullen worden
geëxploiteerd.
En het is nu zaak, om, door deze er
varing geleerd, onmogelijk te maken, dat
zooiets in de toekomst weer kan voorkomen.
Daarvoor is noodig een betrekkelijk kleine
wijziging der straks genoemde verordeningen.
Tegenwoordig krijgen de bouwondernemers
vergunning om te ^bouwén, wanneer zij .op
bet papier voldoen aan de door het gemeente
bestuur gestelde eisehen -omtrent de breedte
der straat. Of zij deze straat later al dan
niet behoorlijk willen bestraten en riólec-
ren, is voor een deel hun zaak. Alleen neemt
do gemeente de straat niet in eigendom en
onderhoud over, vóór zij ten genoege van B.
en "Vs. is opgeleverd of wel zoodanig be
drag in de gemeentekas is gestort, dat de
gemeente daarvoor de straat behoorlijk in
orde kan maken- Hebben de eigenaren
het geld daarvoor niet of hebben
zij het er niet voor over, dan neemt de ge
meente do straat niet over en dezo blijft
gewoonlijk wat bestrating en verlichting aan
gaat in minder goeden staat.
Daaraan nu wordt een einde gemaakt,
wanneer de gemeente geen bouwvergunning
geeft voor dat een bedrag is gestort, waaT-
vocr de gemeente de straat behoorlijk kan
in orde maken cn dus in eigendom cn onder
houd overnemen. Toestanden als er zich
nu herhaaldelijk voordoen, worden daardoor
onmogelijk gemaakt en liet algemeen belang
zal er door gehaat worden. Het bouwen wordt
er eenigszins door bemoeilijk!^ er zal meer
kapitaal voor noodig zijn, wat echter straks
huis en straat ten gcede zal komen- En roe
keloos bouwen is nooit goed voor Leiden in
de tegenwoordige periode, nu er geen gebrek
aan woningen is, allerminst.
Indien de Beurzen niet genoodzaakt wa-
rep rekening te houden met den Balkan
oorlog en zijn mogelijke gevolgen, dan zou
den wij ons waarschijnlijk thans bevinden
in het midden, eener krachtige opwaartsche
beweging der fondsenmarkten. De oorlog
brengt natuurlijk in de eerste plaats ver
nietiging van kapitaalwij zeggen vernie
tiging, niet verplaatsing van kapitaal; het
zal ongetwijfeld tijd vereischen alvorens
deze bres in het kapitaal weer ie hersteld;
maar nu de oorlog zoo snel verloopt en het
einde zelfs in zicht schijnt te zijn, zal deze
vernietiging niet zoo'n heel gewichtige rol
spelen.
Kort geleden verging den Titanic"
evenzeer een gebeurtenis, die kapitaal ver
nietigde, waarbij goederen ten gronde gin
gen, d:c absoluut verloren zijn. Dat de
Assurantie-Maatschappijen voor de schade
daarvan moesten opkomen, verandert aan
dit feit niets hoegenaamd. Toch was de
invloed van de „Titanic"-ramp, van een
financieel standpunt bezien, nauwelijks
bemerkbaar. Al mogen nu de kapitaalsver- j
liezen, die de oorlog teweegbrengt, grooter j
zijn, dan die, welke het gevolg waren van j
het vergaan der White Star Liner, toch
zullen ze waarschijnlijk evenmin lang ge- j
voeld worden, daartoe geschiedt de kapi- j
taalsformafcie tegenwoordig te snel.
Een tweede euvel, dat den oorlog ver
gezelt, is de verhooging der rentekoersen.
De oorlogvoerende partijen kunnen j
slechts betalen met goud. Dat goud wordt j
onttrokken aan de emisrsïebanken, die zich
als om 6trijd daartegen beschutten door
discontoverhoogingenj welke verder in de
hand worden ge.werkt door de vrees, die
er bestaat voor internationale verwikke- j
lingen» als gevolg van en iia den Balkan-
oorlog. Het is. zeer zeker te hopen, dat
het bij vrees" zal blijven, het is zelfs
waarschijnlijkwat intusschen niet weg
neemt, dat naarmate het tijdstip nadert,
waarop vredesonderhandelingen worden
geopend en gevoerd, de politiek in actie
tieedt, die maar af te vaak tracht haar
doel te bereiken door het aanjagen van
vrees. Zoolang we dus niet preoies weten,
waar we aan toe. zijn op den Balkan, zoo
lang niet is beslist, hoe de zaken daar zul
len geregeld worden en dat de groote
mogendheden geen oorlog onder of tegen
elkaar zullen verklaren, zoolang kan geen
ontspanning op de geldmarkt worden ver
wacht. Zooals we reeds verleden week be
toogden, is het de vraag, of de voorspoed
van handel en industrie over de geheel e
wereld bestand zal blijken tegen deze be
lasting van duur geld, of hij niet daardoor
in het gedrang zal komen en wellicht'-in
malaise zal verkeeren. De Bank van Enge
land heeft het nog niet nboclig geoordeeld
haar minimum van 5 pCb. te verhoogen,
dodh.de Duitsclie Rijksbank on de Oosten-
rijk6oh-Hongaarsche Bank ia gen zich reeds
genoodzaakt tot 6 pCt. te verhoogen. Het
is zeer de vraag of de Rijksbank reeds aan
het einde" is gekomen van dergelijke be
schermende maatregelen, want het goud
blijft desondanks haar kelders ontvlieden;
Duitschland is het slachtoffer van zijn pro
tectionisme de industrie gaat er prach
tig... maar telkens weer blijkt dat de fun
damenten van dit industrieele monsterge
bouw op wrakke basis rustenaan het cre-
dietwezen is er een uitbreidrng gegeven,
die ons de haren te berge doen rijzen, als
we zoo nu en daji eens de jaarver slagen en
balansen onder de oogen krijgen van soms
vrij onbeduidende Banken in het industrie
gebied, om nog maar te zwijgen van de
„grossbanken" in de groote steden. Dat
moot leiden tot telkens terugkeerende
oatastrophen, en het groot aantal faillisse
menten is dan ook het directe gevolg van
dit roe-kei ooze systeem.
Vrijhandel en protectionisme, het was
ook de leuze bij den strijd, die voor het
eerst in 12 jaren den democraat Wilson
deed zegevieren bii de verkiezing voor een
President van de Voreenigde Staten. Maar
in Amerika, waar de landbouw toch ten
slotte nog altijd de hoofdrol speelt, staat
de zaak anders dan in Duitschland. Wel
dicteert het programma der democraten
een verlaging der tollen, doch men kan er
zeker van zijn, dat de nieuwe partij dit
vraagstuk met kalmte zal trachten op te
lossen. Bij het begin van haar optreden
zullen de democraten, nu zij ..het enorme
vo deel bezitten, hun regeering aan te van
gen met een record-oogst, zich niet in de
vingers snijden door radicale, ingrijpende
veranderingen. Geen beter getuigschrift
dan dat hun regeering zich kenmerkte door
een periode vaai voorspoed en zij zullen
zeker, allés beproeven om dit in de hand
te werken. Zoolang nu de tarief wetgeving
'door de democraten wordt gewijzigd op
conservatieve, voorzichtige wijze, zal de
stoornis niet groot zijn; wie weet of de in
dustrie, die in Amerika tot bloei is geko
men door het protectionisme, niet sterk ge- j
noeg zal blijken om-vreemde concurrentie j
het hoofd te bieden? In ieder geval zal de
verlaging der invoerrechten leiden tot ver-
la.ging van "den levensstandaard daar te
lande en tot het goedkooper maken van ve-
le grondstoffen. Onder Wilson's bewind zal
het Panama-kanaal in 1913 voor de vaart
worden geopend en dit zal in de eerste
plaats ten goede moeten komen aan de
handelsbetrekkingen tusschen Noord- en
Zuid-Amerika. Na de verwarde politiek der
republikeinen, die trouwens reeds zoovele
vraagstukken hebben opgelost, die feitelijk
tot het democratische programma behoor
den, doet de rust van thans weldadig aan
en men is het er algemeen over eens, dat-
het optreden van Woodrow Wilson slechts
gunstige gevolgen hebben zal.
In ons land is het geld in tegenstelling
met het buitenhuid, relatief goedkoop.
Prolongatie is tot beneden 4 pCt. geregeld
aangeboden. Al mogen de zaken niet bo
venmatig druk zijn, de speculatieve posities
zijn zeer gering en de toestand is in dat
opzicht exceptioneel gezond. In tegenstel
ling met Berlijn en Parijs, waar enorme
speculatieve posities liepen, die kort vóór
het. uitbreken van den Balkan-oorlog a
tout prix moesten worden geliquideerd, is
de speculatie hier te lande zeer voorzich
tig te werk gegaan, er loopt geen derde
van liet. gebruikelijke bedrag; dit is onge
twijfeld één der redenen, waarom de geld
markt hier zoo ruim is.
Opmerkenswaard is de stabiliteit der
fondsen van oorlogvoerende staten. Yan de
overwinnende partij is dit niet te verwon
deren, maar ook de Turks-die Staatsfond
sen houden zich kranig. Dat vindt zijn oor
zaak in de waarschijnlijkheid, dat, hóe ook
de regeling uitvalt, de nieuwe regeering
een proportioneel deel van de Tivrksohe
Schuld zal moeten overnemen. En aange
zien de dienst der leeningen grootendeels
was aangewezen op onderpanden in Euro-
peesch Turkije, zal de verandering van re
gime weinig verschil maken, zoo zc al niet
grooter waarborgen zal bicden voor obli-
gatiehouders. Na de geweldige debacle van
de Turksche regeering op het slagveld,
waaruit op overtuigende wijze de minder
waardigheid van het leger bleek, mag men
veilig aangeven, dat het geheel e regime rot
was en slechts beter kan worden in ande
re handen. "W.
X—v
^Sarajevo
n \V
De veelbesproken havens aan de
AdrlatUche Zee,
waarover geschil gerezen is tusschen Ooaten-
itfk en Seivië.
Prof. S. D. van leen en de
C.-Il. linie.
In aangluiting aan het bericht van het „U.
D.", dat prof. dr. S D. van Veen voor zijn
lidmaatschap der Cbrist.-Hist. Unie heeft te-
dankt, kan „Het Centrum" mededeelen, dat
de hoogleeraar reeds in begin van September
daartoe overging. Van eenig verband met de
Ommensche vei kiezing is dan ook geen sprake.
We! vernam „Het Centrum", dat politieke
overwegingen prof. Van Veen tot zijn besluit
hebben geleid, waarbij echter geen afkeer van
samenwerking met de Katholieken het me*
tief was.
Tevens kwam het blad tor oore, dat den lieer
Van Veen In do laatste dagen van C.-H. zijde
uit het district een candidatuur in Ommen is
aangebodon, welke echter terstond werd af
gewezen.
De Nobelprijzen.
De Zweedsche academie van wetenschappen
- te Stockholm heeft voor dit jaar deii Nobel-
prys voor natuurkunde toegekend aan den
hoofdingenieur Dalen te Stockholm en ver»
I deelde den pr\ja voor scheikunde tusschen
i prof. Grinard te Nancy on den professor van
j de universiteit te Toulouse Sabatier. Iedert
prijs is dit jaar 140.476 kronen.
De prjjs voor letterkunde is toegekend aan
I den Duitecher Gerard Hauptman.
Ned. II.-K. Vrouwenbond.
Op gezag van het „Dagblad v. N.-Brab."
wordt meegedeeld, dat, onder goedkeuring van
het Episcopaat, zal worden opgericht een No>«
derl. R.-K. Vrouwenbond, georganiseerd op de
zelfde wijze al3 de Kath. Soo. Actie met dioce
sane en plaatselijke comités en een hoofdzetel»
te Leiden op het Céritr.-Bureaiu
Naar „Het Centrum" verneemt, is dit bericht;
in dezen vorm niet geheel juist. We! zullen
er in de verschillende diocesen etappen wor:
den gedaan, om tot een R.-K. Vrouwenorga
nisatie te komen. Er kan echter geen sprake
van zijn, om byv. overal plaatselijke comités,
op to richten, gelijk by do IC. S. A. geschiedt/
In zijn woede gestikt.
Een schokkend drama speelde zich een
I dozer dagen in een Parjjsch café af. Eorr
koperemid speelde kaart met twee andere
j mannen. Men wondt zich sterk op, naarmate
I het eene partijtje op het andere volgde. Op.
zeker oogenbfik meende de kopersmid op te
merken, dat z(Jn medespeler» onderling knooi-
den; woeden 1 maakte hy hun hiervan ver
j wijten; vervolgens etond by op, om een
hunner naar de keel te vliegen, doch eensklapi
werd zijn gezicht vuurrood; hy zwaaide wa*-"
hopig met zyn armen, schuim bedekte zijn.
lippen, en stuiptrekkend viel hy door een
óoodoiyke beroerte getroffen op den grond.
Invoer bevroren vleesch.
I^it Harlingen wordt gemeld: Een aan-»
tal importeurs van „Argentijnsch vleeeoh"
hebben zich tot den Minister van Land
bouw, Nijverheid eïi Handel gewend, ten
einde voor de gemeenten, waai* de invoer
van bevroren vleesch niet is toegestaan,
dit verbod opgeheven te krijgen. Eenigen
hunner werden door Z. Exc. in audiëntie
ontvangen.
Small Bernhardt aangevallen door
een beer.
De beroemde tooneedspeelster Sarah
Bernhart hèeft Donderdag een gevaarlijk
a/ventuur beleefd te Liverpöoi,' waar zij
werd aangevallen door eeït beer in de al
daar gevestigde menagerie en nauwelijks
ontsnapte aan het gevaar ernstig gekwetst
te worden.
Mevrouw Bernhardt had van te voren
getelegrafeerd aan dien eigenaar van dó
menagerie, dat zij van plan was zijn inrich
ting te bezoeken om daar eenige dieren to
koopen. Zoo bezocht mevrouw Bernhardt
het roofdierënverblïjf.. Hiërin bevond zich
een volwassen heer, die pas aangekómen
en nog zóó woèst én pnbandelbaar was, dat
geen der employes liét dier meestér kon
worden. Mevrouw Bernhardt naderc^e fiet
dier, met het plan het over den
snuit te streelde, maar cle beer sloeg met
een wild gebrul zijn pooten naar haar uit.,
Het dier sloeg raar de pels van den hals
maar de eigenaar wist, door den bêer met
zijn stok te slaan, verder kwaad te voor
komen. Mevrouw Bernhardt kwam met
den schrik vrij.
Scheurt <1© coalitie?
Het ..Huisgezin" schrijft:
i Een Chiristclijk-Historische, die in zijn par-
tij een man van gezag is, verzekerde ons,
dat hij voor samenwerking mot de anti-
revölutionnairen op den ouden voet niet, met
do Katholieken wèl te vinden was. Hij:
wonsehto, dat de drie partijen elkaar in do
I twijfelachtige districten zouden steunen, maar.
j dat in do vaste" districten do strijd tus.
i schen Chr i s tel ij k-Hi s t ori sclien en anli-revo-
lutionnairen zou wórden uitgevochten.
Do anti-Te vol utionnairen hebben en willen
to veel vaste districten, vond onze zogsman-
DOOK
CGR:iÊLg£,NGQKiU»AL.
(Nadruk verboden).
Toen liet juffrouw Wijnstede Lie en Mie
op hun achterste pooten staan, zoodat zij
haar aan konden kijken als mensohen, en
met steeds woest schudden den en wappe
renden wijevinger, de gitten sprieten op
heur hoogen kapothoed haar hoofdbewegin
gen nadansend, vermaande zij ook hén hun
plichten to doen als brave hond en brave
kat. „Pas opals Lite gulzig was, en Mie
moordlustig
Zij wees Mie op Piet, die doodstil op
zijn stokje zat: Je ziet hem, hè, je z i e t
hem Daar zit ie! En pas op, pas óp,
-zeg ik, als ie er niet zit als ik terugkom
Dan zal 't er ddnsen, als je daar maar van
overtuigd bent."
Mie, dio genoeg kreeg van heur staande
houding, en wier zwarte voorpooten, naast
Lie's bruine -hingen t-s bengelen als ge
knakte stokj&s miauwde klagelijk.
„Och, juffrouw," zei Haartje in een vlaag
van belderdorikendhéid, die. als een koude
noordenwind door de wolken, scheuren
blies in haar brein, suf van al de standjes
en bevelen en boodschappen: „Zou u den
ken, dat die stomme beesten daar iets van
«nappen V'
Stómme bééstenZe zijn verstandiger
dan jij niet je heele familje. Néér!" ge
bood juffrouw Wijnstede, cn Lie en Mi©
worden van mensen weer hond en kat.
-Juffrouw Wijnstede dribbelde, haast be
zwijkend onder haar pakjes, paraplu en
valiesje, met zweetregenend gelaat, purper
van kleur, van een biljetje voorzien, naar
de haven. Jongens, jongens, wat was dat
groot en wijd en wat lagen er veel booten
En zulke prachtige. Dat was nou wat je
noemde de Schelde. Maar 't was anders
net de zee, zoo licht, zoo hel...
„Weet u ook waar de boot naar Bres-
keno ligt?" vroeg juffrouw Wijnstede aan
wat zij noemde een „kaaiman". De man
wees met zijn vinger naar de menigte boo
ten en bootjes, dobberend op de groene wa-
terwieging.
En juffrouw Wijnstede volgde de richting
van zijn wijsvinger naar een mooie groote
boot. „Hier hebt u 'em, die bruine."
„Dank u wel, meneer!" zei ze gul, uit
den grond baars harten, blij dat zc zoo
dadelijk terecht was. Zij zwoegde de hobbe
lige steenen van den steiger op en de loop
plank over. Een jongen in een matrozen-
buisje nam haar de pakjes en het va
liesje af.
„Eerste klas, mevrouw!"
„Ja, ja, z'keri" snibde juffrouw Wijnste
de, die vond, dat het dien bengel niets aan
ging. Jongens, wat was 't hier mooi! O kijk
eens, die meneer was zeker de kaptein, die
j meneer met die pet op. Juffrouw Wijnstede
ging hem eens voorbij en hij groette vrien
delijk.
I „Wij zullen een mooien kalmen over-
tocht liebhen, mevrouw 1" sprak hij.
„Noü, dat hoop ik ook, meneer!" zei juf
frouw Wijn stede.
De kapitein, juffrouw Wijnstede staarde
hem nog na, zooals hij daar wegwandelde
in zijn blauwe jasje, werd heengcroepen,
en juffrouw Wijn6tede ging nu eens alles
terdege opnemen, nadat zij met honderd
angsten naar heneden gedaald was, en na
allerlei verkeerde deuren te zijn ingegaan,
heur zaakjes gevonden had. op een sofa in
de danieskajuit. Wat was 't aardig -daar
beneden toch ook, zoo'n prachtige eetzaal
met bloemen op tafelEn al dii© kamertjes
zagen er zoo keurig uit, en die gangetjes...
En wat een reizigers liepen af en aan,
me-neeren in gele jassen met pelderiens en
dames met van die reishoedjes met witte
voiltjes er voor gebonden. En kijk toch
eens wat een kostelijke bloemen op de
trap ook al... 't was zonde... Neen maar,
daar hadden Janus met zijn vrouw nou
nooit eris wat van gezeid, dat 't tegen
woordig zoo mooi was in die boot op Bres-
kens. Maar enfijn, 'twas al zoo lang gele
den, dat Janus bij haar geweest was. Mis
schien had hij er vel iets van gezeid en
was zij 't vergeten.
Zij strompelde weer naar boven.
vaar zou ze nou gaan zitten... Op 't tweede
dek, op 't derde dek bóven? Maar op
't tweede: kijk daar zaten drie jonge
dames. Dat was nog 's gezellig ook voor
een praatje. Er stonden mooie gemakke
lijke stoelen. En in één daarvan liet juf
frouw Wijnstede zich -zalig zinken en liet
haar oogen vol genot over het omringende
weiden. Precies een huis, zoo'n boot: che
kajuit met raampjes stak zoo huizerig vier
kant en gez-ellig uit op dek. Je zou er voor
je plezier langs wandelenWat spraken
die jonge dametjes daar?... Fransch... nee
Engelsch leek 't... want ze zeiden jes, en
jes was Engelsch. Dicht bij de machine
(wat een gróóta pijp was er, zeker voor den
stoom) bleek het tweede k^as... Daar ging
er een juffrouw heen; wat een magere
Juffrouw Wijnsbede had wol zoo willen
zwaaien mot haar paraplu: „Mensch, kom
toch hier, want wij- zijn toch van dienzelf
den leeftijd en dat is tooh gezelliger al
tijd! Met dat jonge goed kan ik niks an-
vangen." Maar de juffrouw zou er mis
schien vreemd van hebben opgekeken, je
hebt zulke rare menschen, die nou 's niks
voor de gezelligheid zijn en zoo... En juf
frouw Wijnstede liet haar oogen maar
wéér gaan over 't dansend groene water
met blauwe kaatsingen van c'e lucht, de
conblinkende witte wolken, dik als reuzen-
buiken, vooruitstak, en over dat wemel-
kleurige van al die booten.
Opeens hoorde zij een gekraak en ge
stamp, dat hooren en zien verging; do
pijp blies stoom uit als twintig loeiende
koeien; bah, wat. een gcbulkDaar ging-n
ze. Ja, nou was 't good an de gang. Ze
gingen. Juffrouw Wijnstede strekte
haar voeten uit, leunde achtonover en viel
in slaap, naar ze dacht, want toen ze wak
ker werd, wist ze dat ze gedroomd had
van grootvader Wijnstede, toen hij nog in
j de vijftig was, en met grootmoeder W»ir-
stede b?j haar ouders op bezoek kwam. Hij
I had altijd van die vadermoorders gedra-
gen. Duidelijk had ze alles gezieniM.jn
I laugc pijp, die hij aanstak aan 't- kom
foortje, de beste gebloemde kopjes, de
I zware zilveren koffiekan, zelfs een zwa
velstok, die moeder in dc hand hield. En
haar getrouwde broer, sedert gestorven.-,
schreeuwde haar iets toe van een biljet,
ver in haar oor cn trok haar aan de
mouw: „Ja, ja, ik hóór wel, maak maar
-zoo'n leven niet, man!" beet juffrouw
Wijnstede hem toe. En gestoord in zaligen
dommel, tusschen haar zich lui ontsluiten
de oogleden uit, eerst niets zién de dan
iets hoogs, breeds en zeer donkers, werd
•zij nu iomaiul gewaar, de haar vertelde
dat hij de hofmeester was, cn beleefd baar
biljet opeisclite. Haar wimpers knipten
slaperig.
„M'n kaartje... o bier... gelukkig heb ik.
me portemenee in m'ii zak.'»
„Maar u moet naar Breskens!"
vertelde de hofmeester op /teemden
toon.
„Nee maar, die is goed, vertel u me non
wat 'k al wéét. Natuurlek ga 'k daar
heen, en daar wacht me nicht me met de
koffie. Ik' ben in slaan gevallen, en dat
mot je me niet kwalijk nemen, want ik
was vanmorgen al om vijf uur op. Ik bad
zooveel te doen ook."
„Maar met deze boot gaé-t u niet naar
I Breskens betreurde de 'ufmoester
hoofdschuddend benauwd kijkend over do
I vreugdevolle wikle wateren.
Juffrouw Wijnstede sprong op. haar
I oogen grauw rond puilend uit heur blozend
j gezicht, düt van cchrik vervaalde, heur
mond angstig open, en greep den hofmees-
I ter bij den pols:
..Niet na Brèèskens! En waar ga 'k dan
I heenI Man, zég 't me, of ik spring voor
je oogen in zee
(Wordt vervolgd.).