Grands Magasins du Bazar de la Paix WARENHUIS OPENBARE VERKOOP Si-Mcolaas-Gesclseykeu 1 Lammermarkt 3, Leiden. HET WELVAREN VAN LEIOEN. Heeren-, Jongeheeren- en Kinderkleeding LECDSCIT DAGBLAD, Woensdag* 6 November. Derde Blad". Anno 1912 SPÜiSTHAAT tegenover de Passage DEN HAAG. Gemakkelijkste manier van koopen Laagste Prijzen - Grootste ICeuze Nieuwe en prachtige uitstallingen Wacht niet tot de laatste dagen en doet vooral uwe inkoopen in den vóór- of namiddag, dit is het gemakkelijkst, 's Avonds is het te druk en wordt het te laat voor het personeel, hetgeen overlast is. Goederen van nu af gekocht, worden gratis bewaard, mits een gedeelte vooruit betaald wordt. Iedere kooper, die minstens fl. 2.— besteedt, geniet 20 pOt. korting aan de afdeeling chocolade en borstplaten. Aan Scholen en Liefdadigheidsinstellingen wordt extra korting toegestaan, benevens een geschenk van het Bestuur. Alle inkoopen van af li. tO.worden vrachtvrij geleverd boot of spoorstation in Nederland. W lederen dag Strijkorkest. Groote Lokaal van den Heer J. F. FELTEAffiP, 1- en 2»rij ULSTJERS, Demi-Saisons en Winterjassen. 1- en 2-rij Heeren- en Jongeheeren Colbert- en Jacquet-Kostnmes. PERSOVERZICHT. tfo. 161*0. Ieder die ieta te vor- tieren lieeft van, of verschuldigd is aan de onder het voorrecht van boedel- henrhriivlne aanvaarde nalatenechap van den Beer A. J. J. SINCLAIR DE RÖCIIEfflONT, in leven Hooidambtenaar ter Secretarie van de Gemeente Leiden, gewoond hebbende te Leiden en overleden te 's-Graven- hage den 17den September 1812, wordt venocht daarvan opgave of betaling te doon ten kantore van den Notaris C. VERSLUYS te Leiden, vdór ol op den léden November 1912. 6419 15 Ieder, die ieta te vorderen heeft van cf verschuldigd la aan do nalatenschap van Mevrouw de Weduwe W. VAN DEB PEAS Czoon, geboren A. C. C. VOOR HOEVE, gewoond hebbende en over leden te Leiden, den 25eten October 1912, wordi venocht daarvan opgave of betaling te doen vddr ot op den 15den November 1912, ten kantore van Notarie C. VERSLUIJS, te Leiden. 6888 12 Verschenen bfj MART1NLS MJIIOPF, Uitgever, 's-Gra- venliage: 7111 10 Handschrift uit het jaar 1659. se- I 11 HA H V A.\ CON- SlILTATIE IN ONGEVAL LEN GESCHILLEN vergadert liken Lmadag, des namiddags ta balt vier. In hat gebouw van den Hoogen Raad, aan het Plein No. 2, te 'a Oravenhage, tot KOSTE- LOOZH TOEVOEGING van Advocaten aan onvermogende partyen bfl den beroepsraad te 'e-Graven- hage, indien daartoe termen ztyn. Vernachten voor de toevoeging Tan een raadsman zfjn lo. Overlegging van een bewijs van onvermogen, afgegeven door den Buigemeeetor van dawosnplaata das aanvragers; 2o Overlegging van ssn atachritl der beschikking van da RUks- Teratkaringabank, waartegen men ia beroep wanscht ta komen, of van liet goeohrlft, waarbij daartegen in beroep gekomon is. Geen toevoeging geschiedt, indien bat Bureau niet volkomen van het onvermogen des aanvragers en van da aanvankelijke gegrondheid a|jner oeawaren et baw.rireen overtuigd ia van -i 6576 222 bestaande uit: tot en met Zondagmiddag 10 Nov. 1912 te 2 uur. in het Deze Goederen, die geleverd moesten worden aan een firma die intusschen Failleerde, zullen tegen Taxatieprijzen aan het publiek verkocht worden. Wc geven hier een beknopt overzicht «Ier nn gestelde prijzen. Waatda 17-, 9-, 10-, 12-, 14-, 16-, 18-, 20-, 24-, 26-, 30-, 32-, 36-. 38-. 40-, 45 - Thans f 3.50,4.50,5-, 6-, 7-, 8-, 9-, 10-, 12-, 13-, 15-, 16-, 18-, 19-, 20-, 22.50 Waaide 1G-, 8 10-, 12-, 14-, 16 18-, 20-, 22-, 24-, 26-, 28-, 30- 34-, 38- en 40- Thans 13-, 4-, 5-, 6-, 7-. 8-, 9-, 10-, 11-, 12-, 13-, 14-, 15~, 17-, 19- en 20- 975 stnks Kinder-Uemi-Saisons. Ulsters, Jekkers in alle kleuren en modellen, bijna voor niets. 1IOO lleerenpantnlons van at 1.-. 380 Heeren- en Jongensjekkers van ai f3.-. aio stuks Regenjassen van at 6.50. 380 Kinderpakjes van at i 2.-. De goederen xl)n v»n prima kwaliteiten en kunnen alvorens men koopt, gepast wordsn. De Terkoop gsechledt It Contant. 6736 144 Regeling van den verkoop: Ilagelijks van 's morgens 19 nar tot 's a v. 9 nar. Vrijdag van 'smiddags 8 nar tot '«avonds 9 nar. Zondag van 's morgens 9 nar tot '.middags a aar. Tevens lederen dig gesloten van 6 tot 6 uur. „D NederUnder" schrijft over het bedanken van den heer Mackay voor Ommen: De heer Maokay heeft besloten te be danken voor de benoeming te Ommen. Dit ie voor hem het ééndg bevredigend einde na veelbewogen dagen, waarin lüj niet steeds den juisten weg heeft gevon den en den sohijn van kwade motieven op zich heeft geladen. Men versta de zaak niet verkeerd. Drieërlei is te onderscheiden: lo. Het recht der locale kiesvereenigin- gen om bij deze tusschentijdsoho verkiezing een eigen oandidaat te stellen. 2o. De argumenten waarmee die can cl i- daat ie aanbevolen. 3o. De houding van den heer Mackay. Wat het eerste punt aangaat, heb recht der kiesvereenigingen stond muur vast. Het wordt thans van enkele zij-den betwist, en daarom is het zaak hierop de aandacht te vestigen. De afspraak van 1909 gold alleen voor de generale verkie zingen. Ook door het antirevolutionair hoofdorgaan is dit meermalen erkend. De Roomsch-Katholie-ken hebben dan ook aincls 1909 tweemaal van dit recht ge bruik gemaakt. Eerst te Breukeien, na de benoeming van den heer De Waal Malefijt tot Minister van Koloniën. Daarna te Wijk bij-Duurstede, na het overlijden van den heer De Ridder. De eerste, maal zonder, cle tweede, maul met suoces, De öhriste- Hjk-Eifctorisclien hebben van dit recht ge bruik gemaakt to Hilversum, na het over lijden van den heer Van Heemstra. Ook te Ommen bestond hot recht. Een kwestie van politiek beleid was het, of men van dit recht gebruik moest maken. Het hoofdbestuur adviseerde een stemmig van neen. De locale kiesvereeni gingen besloten tot het tegendeel. Hun was hiervan geen verwijt te maken al thans geen ander dan van gemis aan poli tiek inzicht en indien zij een candidaat gevonden hadden, die hun zienswijze deel de cn de candidatuur luid aangenomen, had de zaak een normaal verloop gehad, evenals te Hilversum. Vele van cle argumenten, waarmee de candidaat werd aanbevolen, het tweede punt waren ook dan nog onjuist ge weest-, doch wij hebben daarover het onze reeds gezegd, en op zichzelf zou dit nooit dien bitteren bijsmaak aan mr. Mack ay's benoeming gegeven hebben, die er nu aan #at cn die hem ten slotte noopte, toen het volle licht vobv hem over het gebeurde opging, voor de .benoeming te bedanken. Het derde punt wae het bedenkelijke. Wij zijn, na - den heer Mackay gehoord te hebben, van zijn goede t-rouw overtuigd. Maar de schijn is zeker zeer kras tegen hem. De heer Mackay had bedankt, niet om persoonlijke redenen r dan kon men iederen dag veranderenmaar omdat bij in de kwestie van politiek be leid, die tussehen het hoofdbestuur en de looaliteit in gv&schil waa, de zijde van het hoofdbestuur koos. DerhaJve uit politieke overtuiging. Dat hij hierop terugkwam na- clat uit den uitslag dereerste stemming gebleken was, dat zijn candidatuur een zeer ernstige kans maakte, ernstiger dan velen en ook hijzelf aanvankelijk hadden kunnen verwachten, heeft in breeden kring, niet slechts onder de verbonden rechtsche par tijen, maar ook ter linkerzijde, den indruk gewekt, dat hij zijn overtuiging opofferde aan een Kamerzetel, wat nog te bedenke lijker scheen, nu tevens gebleken was hoe zijn oandidatuur een ernstige kans maakte. Gelijk getzegd, wij zijn overtuigd, dat cle heer Mackay dit niet doorzien heeft en ook geen oogenblik zich «aan iets, wat een smet op zijn karakter zou kunnen werpen, heeft schuldig gemaakt. Hij heeft gemeend, aan den aandrang uit het district niet langer weerstand te mogen bieden. Hij is in ge- moede oyertuigd geworden, in strijd met zijn aanvankelijke meening dat te Ommen de twee coalitie-partijen den strijd konden uitvechten zonder de coalitie tzclve te schaden, en dat hij dus, zonder izijn coalitie-standpunt te verloochenen, alsnog de candidatuur kon aanvaarden. Dat dit op dat oogenblik nog ongerijmder was dan in den aanvang, toen hij overeen komstig de zienswijze van het hoofdbe stuur de candidatuur weigerde, is hem eerst later duidelijk geworden. De goede trouw van den heer Mackay staat vast. Maar hij heeft, zooals begrijpelijk is, er geen vrede bij gevonden op deze wijze lid van de Kamer te worden. Door de daad van het bedanken heeft hij zich ge- izuiverd van cle blaam, die hem treft, en van de erger blaam, clie hern a c h ij n t te treffen. -Wij wensclien hem geluk met deze da-ad, die, al zal ze door. enkele linksche politi- ciens wel verkeerd worden uitgelegd, hem in de oogen van «alle weidenkenden tob eer zal strekken en hemzelf de rust na deze dagen van grooten innerlijken strijd zal teruggeven." ,,D e Standaard": Ook ons komt voor, dat Baron Mackay, door te bedanken, een wijze daad doet. Hij zou in cle Kamer eenvoudig geen leven heb ben gehad, en hij zou or zich zelf nooit ge^ lukkig hebben gevoeld. Vermoedelijk zal dit bedanken dan ook wel gepaard gaan met zeker naberouw over wat gebeurd is, al kan het uiteraard het gebeurde niet ongedaan maken. De berst in cle Coalitie is er, en die zal o.p heel andere wijze moeten geheeld wor den. Garantie tegen een da capo mag en kan niet uitblijven. Voor het distriet is het dubbel onaange naam, nu nogmaals zulk een verwoede óam- pagne tegen te gaan, die bovendien ook on ze vrienden weer op hooge kosten zal ja gen, en die te snel op cle eerste volgt om op een radicale verandering in de stemming te kunnen rekenen. Stellig ware het gcwen&cht geweest, deze tweede campagne zoo ver mogelijk op te schuiven. ,,H et Vaderland": Wat den persoonlijken kant betreft, is er kwalijk een geval te bedenken, waarop het bekende „Quern Jupiter vult perdere, prius dementat", meer toepasselijk is dan op dat van den heer Mackay. Zulk een schouwspel van wankelmoedigheid, gebrek aan zelfkennis, verblinding, verwarring en gemis aan ruggeg'raat als hij te aanschou wen heeft gegeven, komen in het publieke leven gelukkig zelden voor. Maar het b l ij f t van belang, dat iemand van zijn positie in het land tot zoo iets kan worden gebracht. Men ziet nu, wat de ban bliksem van Kuyper op een man van rechts vermag Dit reeds raakt de politieke zijde der zaak. Een andere kant daarvan is het bekend worden van de middelen, waarmede de dier bare coalitiegenocten elkander bestrijden. Ook in dit opzicht is Ommen leerzaam ge weest. Niet het minst leerzame echter is in dez-a geschiedenis cle houding van ,,D e N e cl e r- lander". Dat Chr.-Historische blad ia begonnen, zich in den strijd tussehen de heeren Van der Vegte en Mackay onzijdig te houden, welke gedragslijn, toegepast door een orgaan der coalitie, geen ancleron indruk op de kiezers kou maken, dan een indirecte aanbeveling van den heer Mackay. Toen het nieuwe Chr.-Historische lid, president-commissaris van „De Neder- lande r", eenmaal gekozen was, en er du§ niets meer aan te doen was, werd zijn ver kiezing afgekeurd, maar tevens cle verant woordelijkheid op de Bronsvelclianen ge worpen. Het ,,H andelsbla d" meent, dat de weigering van den heer Mackay om cle ver kiezing van Ommen aan te nemen, gevolg is van het reinste terrorisme, door de bazen en organen der rechterzijde op hem uitgeoefend. Wij moeten verklaren, dat cle intimidaties en execraties, waartoe de recht sche kringen zich hebben weten op te wer ken, onze stoutste verwachtingen hebben overtroffen. Dat al deze aanvallen, dat al die smaad, op den-heer Mackay geworpen; clat al die insinuaties tegen invloeden, waar-i door hij gekozen zou zijn, slechts ten doei hadclen hèm persoonlijk van minder nette handelingen (gesteld zij waren begaan) te rug te houden, daar is geen eprake van. Men heeft den heer Mackay rondweg er uit willen negeren, omdat men het feit van zijn verkiezing niet verduren kon, en niet verduren wilde. Eh verder: Boeken wij de felle en overbiddelijke macht, waarmede in dit kamp de discipline der partijleiding wordt doorgejaagd tegen individueel© of plaatselijke andere men- sohen en inzichten in. Al zegt men nu honderdmaal, dat Om men hoiLsch zijn eigen weg wel had mogen gaan, als het maar anders hacl gedaan. Op dat anders" had men wel weer wat anders gevonden Boeken wij ook nog eens het feit, dat de uitgesproken wil van een kiesdistrict voor de rechtsche leiders lak is, zoodra die tegen hun arrangomenten ingaat. En boeken wij eindelijk, dat de kerke lijke partijen tot toepassing van hun par tij-politiek in staat zijn tot een moreel ter rorisme, dat -alleen door het lichaamsdeel, waarmee het wordt uitgeoefend, van het anarchistische versohilit. En prijzen wij ona gelukkig te behooren tot een richting, clie. haar kracht niet behoeft te zoeken in zich aan anderen opleggen, en banvloeken, en den vrijen wil van anderen niet respectee ren. Wat zullen die Ommensohe kiezers nu doen, die in meerderheid den candidaat van cle autircvolutionnaire partij niet wensch- ten? Zullen zij aan het bevel van ar. Kuy per en diens gehoorzamen slippendrager jhr. De Savornin Lobman gevolg geven? Daar in Ommen is een beginsel-kwestie ge steld, zij hebben gebrek aan vertrouwen getoond in de daden en in dc politiek van cle geheele coalitie, maar daardoor tevens in de kracht van den leider der christ.-hist. partij om hun beginselen te verdedigen. En inderdaad, zij, clie hebben gezien hoe cle leiding der christ.-hist. partij in cle Kamer steeds verloochende alles wat hij gezegd had zijn beginsel en overtuiging te zijn en als het om cle macht der coalitie ging, -«•temde en beloofde te stemmen, zooals in het belang van de maoht der coalitie er U't de Kanaalstraat werd voorgeschreven, kunnen zich die houding van de Ommenseho iezers begrijpen. Wij wachten met belangtelling af, wat thans in Ommen gebeuren zal ofschoon wij nauwelijks hopen kunnen, clat clie kie zers zich niet opnieuw in het gelicl zullen laten ranselen, van het leger, welks gene rale staf in cle Kanaalstraat woont. ,,H et Vaderland'» schrijft naar aanleiding van cle door baron Mackay afgelegde verklaringen: Onze lezers zullen zich, met ons niet wei nig- verwonderd hebben over den inhoud van de beide stukken van den heer Mackay, en ongetwijfeld zou ook hun al hadden wij er niet afzonderlijk de aandacht op geves tigd, de tegenstrijdigheid tussehen die twee verklaringen zijn opgevallen. Hot ia echter moeilijk, zich bij twee zoo zeer met elkander in strijd zijnde uitingen, aonder moer neer te leggen, en daarom vragen wij one af, of de oplossing mis- sohien dèarin te vinden is, dat de brief aan het Centraal-Comitë der Christelijk-Histo- risohe Unie moet opgevat worden als volgt: Ik ben gekozen qte lid der Ohr.-Hiat. Unie, aangesloten bij de coalitie; nu raaj geble ken ie, clat het hoofdbestuur der Chr. Hist. Unie en ook de andere groepen der oo&l.tis mijn verkiezing beslist afkeuren, kan ik een op diien grond op mij uitgebrachte h?» noeming tot lid der Tweede Kam?r n t aannemen. En kan in dit redeverband de tweédö brief, waarin de heer Mackay zich van de coalitie afscheidt en verklaart zich daar van zoo vrij te gevoelen als een vogel in de lucht, dan wellicht zijn op te vatten, als een wenk aan de kiezers van Ommen, dat hij, thans opnieuw gekozen wordende, maar dan niet als lid der coalitie, wel vrijheid Eou vinden de benoeming te aanvaarden? Moet in deze richting de oplossing der tegenstrijdigheid worden gezocht? Wij erkennen, clat zij gewrongeu is, en indien zij juist mocht zijn, verre van dui delijk is uitgedrukt in de bewoordingen der stukken, vooral niet in den brief aan h'cfc Comité. Maar waar men op zulk een tegenstrij digheid stuit, tracht men uit den aard der zaak een redelijke oplossing te vindon, en misschien is deze gelogen in de verklaring die wij hier aan de hand cloen. Voor het overige is een der meest ver rassende elementen van de geschiedenis der Ommensche verkiezing wel daarin gelegen, clat de heer Mackay juist op het oogenblik, waarop men hem teruggekeerd dacht onder de gehoorzaamheid der coalitie, integendeel het juk der coalitie heeft afgeworpen. De harde hand van den leider blijkt hier, evenals wijlen Alva's hand, al te hard ge grepen te hebben. De boter is hem tussehen de vingers door ontglipt. Het is clan ook volkomen verklaarbaar, dat de heer Mackay na het gebeurde ge noeg heeft van de coalitie, en in zooverre is de stap, dien hij deed, ten volle te be grijpen, ook al kunnen wij het gewicht daarvan „voor ons volk" niet zoo groot ach ten als hij. „De Nieuwe Courant" schrijfto-iu. De moedige daad, die het karakter van; den heel' Maokay boven verdenking ebaltw dat is zijn Weigeren, van den zetel' voor Ommen tö go lijk met ziju nfcoheict noindn Van de Christelijk-Iiistorteolia partij, wijl nadar inzicht hem de overtuiging schonk, dat met» de coalitie moet worden broken. In zijn heide brieven, dc eoiie gericht aarf liet Ommensohjo Cirristelijk-Mstorisoiie Ce.ii" traal-Comité, de andere aan liet publiek, zogt cle heer Mackay, ate wij hem wél verotaa& hoi Volgende:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 9