VOOR DEJEUGD
IEIDSCH DAGB1AD
I'll
1
111
Anekdoten.
Oplossingen der Raadsels.
Uoede oplossingen ontvangen van:
Correspondentie.
No. IGIVO,
Woensdag G November,
Anno 1912.
Een eigengemaakt poppen-
ameublement.
11
l 3.™
II
1 lil
if!
Ill
ÜtÜ fcü RUill.
uit brood boter, jam of koek en melkchoco
lade. Om hal' In Ogen bedtfijo'. O m
9 uur volkomen stilte.
Eon volgende keer iete over het kamp
leven.
Ingez. door: T. v. <L Kwast.,
Dame tob een vrouw:
„Wat is hier aan de hand?"
„Vingers", roept een kleine jongen*
Ingez. door: „Een raadselvriendje.
G rap j a.
Zeg tegen je vriendje: „Je hebt een
oranjehoofd." Natuurlijk kijkt deze ver
wonderd, of zegt nee». Dan zeg je; Ja
wel, je hebt een oor an je hoofd."
S 1 i ni--
„Jongetje is je vader thuis
„Neen, mijnheer, bij is naar buiten*,"-
„Zeker op een pleiziertoohtje?"
„Neen, mijnbeer 1 op een fiets \*1
Ingez. door: „Duinroosje."
A. „H?b je wel eens in een tram geze-
t-j?"
B. „Nou, zou ik niet!"
A. „Dan ben je een rijk man, want dan
was je binnen."
B. „En als ik nou buiten stond?"
A. „Bewaar me, dan had je (een buiten
plaats."
B. „Ja, maar als ik er nu bovenop zit,
zooals ik ve.l gezeten heb in mijn leven.
A. „Wel man, nog mooier, dan ben je
er bovenop."
Ingez. door: Joha. van Tilburg, Zoeter-
woude.
Waar e aap was.
De koetsier van een omnibus kwam op
zi.jn weg langs eenige Italiaanscbe werk
lieden, die bezig waren den weg te her
stellen.
„Hei zeg, waar heb je je aap gelaten,"
riep de koetsier tegen een der Italianen.
„Die speelt voor koetsier op. je omni
bus," antwoordde de Italiaan.
Nieuw© seis.
Ingezonden Coor Hendrik van den Heuvel.
JL
Mijn geheel bestaat uit 10 letters en is
een stad in Nederland.
Een 5, 6 gebruikt men in manufacturen
winkels.
Men zingt wel eons een 6, 2, 5, 3.
Een 7, 5, 6 vindt men aan een huis.
Een 7, 9, 8, 10 vindt men over wateren.
Een 6, 5, 2 gebruikt men op school.
4 is de 4de letter van het alphabet.,
1 is M.
Ingez. door „Een Raadsel vriendinnetje."
II.
Mijn eerste deel is hard, soms harder
zelfs dan glas.
Mijn tweede een voedingstof door velen
graag gegeten,
Some is het geel van .kleur, soms wel zoo
groen als gras,
Of rood, of bont of wit. Nu zult gij 't licht
al weten,
Zoo niet, dan nog slechts dit, piKkwarb
is mijn geheel.
En vaak bereid ik mee, mijn eerste eu
laatste deel.
Ingez. door M. Optendrees.
HL
Als ik u zeg, dat
3. 2. 1. 6 in den grond, en
1. 7. 6. 8. 9 aan een boom groeit,
dat onze zeelieden zijn
3. 1. 7. in heb went, en
4. 5. G. 7. 8. 3. in den strijd,
wat is dan 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9,
i.
Aster Viool Anjer.
11.
Schoenlapperij.
HL
Locvensteim
„Duinroosje", „Vroolijke Rina", „Thee
roosje", „Padvindster", Maria Engels, M.
Schoevers, EraJicina en Theresia Veercn,
Margaretha Cohen, Joh. Vis, Arie de
Bruyn, Eva Biol, A. vom Breda Kolff, Pe
tronella en Sophia v. d. Born, G-errit Ber
gers, N. Bergers, Jac. Laman, Jacoba vas
Rijns wou, Nanny Tendeloo, Wilhelmiua
Zkrkzee, Dirk Bergman, Dirk llouthoff,
Betsy en Arie Anneeze, Abram van Rossen,
„Hertstaster", „Wilde Roos", Johannes
en Fr*derik van der Steen, „De kleine
Oranjeman", Jacob Lankhorst, Koos en
Arie Kenbeek, Mina Bolt, „Kleine Muzi
kant", T. v. d. Kwast, Betsie en Anna Pe-
terzcii, Anna Roman, „De twee J's",
Storm vrouwtje", L. de Boer, Saartje
Horree, Jo Eggink, G. en B. Molenaar,
Antoon en Anna Hoogeveen, Tine Kloos,
„Negerinnetje", Netta Uljee, „Woudloo-
per", Arie Güle, „Klimop", „Sleutel
bloempje", C. L. Janssen, Wilhelmina Zïrk-
zee, Frans Driessen, „Vroolijk Trio", H.
Pleyler, Johan Kranenburg, Abram Leget,
„Tulp en Roos", „De twee Zusjes", Willem
Jong, „Kleine Zeeofficier", Fr. Schoonder-
gang, Francina Crama, Pieter Vallent-goed,
J. Vallentgoed, Jo en Arina Binnekade.
Hendrik Schrijnder, Jan van der Ham,
Chiene Hofman, Rika Veldhuyzen, Corry
van der Hoist, M. v. d. Brugh, „Kleine
Winkelier", Hendrik van den Heuvel, Min
nie van Breda Kolff, Cor en Henri du
Boeuff, te L o i d en.
Pietertje Visser, Gerritje en Geertruida
de Graaffte Hazcrswoude.
„Blondine", „Vyvia", „Asschepoetster",
te Koudekerk.
„Hyacint en Tulp", te Rijnsb u rg.
Cornelis Honig, teVoors ohoten.
Mario v. d. Loo, te W assenaaT.
Antje Karens, „Oranjeboompje", Corne
lis Renes, Wilhelmina Parlevliet, Aartje
Parlevliet, „Roodkapje", Aclriana Vogelaar
te Z o e t e r w o u cl e.
Prijzen vielen ten deel aan: Maria Strij-
bos en T. v. d. Kwast, te Leiden en
Wilhelmina Parlevliet te Zoeterw o'u-
d'e.
„K leine Muzikant." Ik heb hee-
lemaal geen bezwaar tegen je schuilnaam
maar je briefje van do vorige week, gaf
mij geen aanleiding, om je te antwoor
den. Je bent zeker nu tevreden, dat t>r
iets voor je in de „Correspondentie"
staat.
Mina Bolt. Gelukgewenscbt met je
herstel en ik hoop nu weder geregeld je
briefjes to out/vangen.
Abram van Rossen. Ik heb waar
schijnlijk je oplossingen niet tijdig genoeg
ontvangen: anders zou ik je Daam zeker
in ons blaadje opgenomen hebben..
Nanny Tendeloo. Ik houd mij
gaarne voor een portretje aanbevolen.
P. en S. van der Born. Je mooie
kaart kwam in mijn bezit en uit
den inhoud bleek mij dat je met je gewon
nen prijsje, bestaande m een boekwerk,
getiteld: „Het huisgezin van den Raad-
ponsionnaris", bijzonder in je schik bent
Ik zal gaarne je d'ank aan den heer Uit
gever overbrengen.
Cornelis Honig te Voorscho
ten. Het spijt mij te vernemen dat Nelly
de oplossingen niet kan inzenden, omdat
zij ongesteld is. Ik hoop spoedig goede
tijding omtrent haar te ontvangen.
Tr: en Veeren. Dank voor je mo<'ie
Engelsche kaart. Heb je familie in Engeland
wonen, want die kaarten worden toch niet
hier in de winkels verkocht 1
T. van der Kwast. Zeker raag je
broertje Antoon met one mede doen, want
een jongen van acht jaar kan best de raad
sels oplossen. Gefeliciteerd met je prijsjel
„lp'advindster". Arme vriendin, ben
je zoo ziek? Ik hoop dat de waterpokken
spoedig zullen verdwijnen en je 20 November
op je verjaardag geheel beter zult zijn. Het
is je zeker aangenaam te vernemen, dat j©
een prijsje gewonnen heht.,
„T h e e r o o a j e". Je rapport valt mij
bijzonder meo en ik vind het bepaald pret
tig, in 't briefje te bemerken, dat je zoo
goed je best doet. Je bijdragen heb ik met
genoegen ontvangen
„Duinroosj e." Toevallig, dat je
zusje tegelijk met mij jarig is. Nu, we zul
len elkanders verjaardag zeker niiet verge
ten. Ja „Stijfkopje", is een mooi boek, dat
ik met pleizier gelezen heb.
Waarschijnlijk zal ik een van de bijdrageD
spoedig plaatsen,,
Wilhelmina Parlevliet, te
Zoeterwoudo. J© bent zeker in je schik, dat
je ditmaal een prijsje gekregen hebt. Zoo
gauw had j© het zeker niet gedacht?
Cornelis Renos, te Zoeterwoude.
Dus de prijs is je nogal meegevallen. En
wat zeg je wel van Wilhelmina?
„B1 o n d i n e", te Koudekerk. Hoe *a
het nu met je Mo©? Wordt ze langzamer
hand beter? Vergeet vooral niet mij de
volgende weck te schrijven.,
Geertruida de Graaf f, te Ha
zcrswoude. Ik zou het heel aardig vinden,
wanneer jelui een schuilnaam aanneemt,
maar je moet hem zelf maar bedenken.
Ik zou zeggen, dat jelui heele aardige
prijsjes gewonnen hebt.
Oor en Henri du Boeuff. Ik kan
jelui omtrent het gezonden raadsel nog
niets meedeelen; dat zal je due moeten
afwachten.
Minnie van Breda Kolff. Dat is
wel een eigenaardige fout, die evenwel ge
makkelijk kan voorkomen. Ik begrijp, dat
toen je verleden week een logeetje had, je
niet in de gelegenheid waart de oplossin
gen te maken.
Saartj e Horree. Zeker ben ik we?
eens te Noordwijk geweest; maar nu met
dat gure weer vind ik het er ongezellig.
Blijf je er lang?
Frans Driessen. Zeker, vind ik
het goed, dat je met ons meedoet; maar
dan ook volhouden?
„V roolijk Tri o". Hoe meer raad
sels en anekdoten je mij toezendt, hoe liever
het mij is; maar vooral anekdoten, want
mijn voorraad raakt langzamerhand uit
geput.
„Tulp en Roos". Dank voor jelui bij
dragen; ik zal zien, wat ik er van kan ge
bruiken.
„De twee Zusters". Welkom in
onzen kring. Jelui oplossingen waren goed,
maar denk er vooral aan, dat het mij
steeds aangenaam is nieuwe bijdragen te
ontvangen, in den vorm van raadsels en
anekdoten..
Fr. Sohoondergang. Het briefje
aan „De twee Zusters" is ook op jou van
toepassing. Ik hoop dat je langen tijd
mijn raadselvriendinnetje zult blijven.
Jacobus en Pieter Valient-
g oed. Recht gaarne neem ik jelui weder
in den kring van mijn vriendjes en vrien
dinnetjes op. Heerlijk, dat wij opnieuw
vriend/schap hebben gesloten.
Jan van der Ham. Je oplossing
kwam in mijn bezit en als zoodanig heb ik
thans je naam onder de oplossers opgeno
men.
MARIE VAN AMSTEIi.
•O»
li.
Na de tafel uit ons vorig1 nummer te
hebben vervaardigd, ral het ons niet moei.
lijk vallen de kanapee samsö te stelten,-
Afb. 6. Zijleuning der Kanopee.
waarvan we hier de daarvoor noodige
patronen geven.
De kanapee is 9 c.M. lang, 4Ve cM.
breed en 71/, c.M. hoog. Zij bestaat, zooals
ve hier zien, uit drte gedeeltende zij
leuning (afb. 6), die we natuurlijk weer dub
bel moeten nemen; de rugleuning, die in
ifb. 7 is voorgesteld en de zitting waarvan
onze afb. 8 de werkelijke grootte te zien
geeft.
Evenals de vorige week met het onder
stel van de tafel gedaan is, knippen we
ook ditmaal alle zwarte vakken op de af
beeldingen 6 en 7 uit.
Daarna naaien we wederom op dezelfde
••••O ••••09
OO
99 9 0
99 9 O 9 o
•••99999999
••9 O
•••««••••••••••••fr
••••0®90®0»9©®0*
9 9 éOtO»(t»9««»«e*
••00»oc>ae0«>90©99«>9999999999999999999999999999
9 9 9 9 9 9 O 9 9 9 9 9 9 9 9 9 O 9 9.9-9 9 9 9 9 0 9 9 9 9
••<»09#*99*00*«
O»0 99999990999999#999#99
Alb. 8. Zitting der Kanapee.
leuning en vervolgens de zitting aan de
drie leuningen vast.
Dit is gauw gedaan I
Het gaat al veel vlugger dan de' vorigte
weck, en waar we nu zooveel tijd over
houden, kunnen
we die best ge
bruiken om 'de bei
de tot nu toe ver.
vaardigde meube.
len wat fijner af te
werken.
De vorige week
hebben we geleerd
de verschillende
dcelen aan elkan
der te naaien met
weefsteken, zooals
dat op afb. 5 was
aangegeven.
We kunnen dat
evenwel weer veel
fraaier maken.
't Papier, waar
uit onze meubelen
vervaardigd zijn;
met zvjn vele regelmatige gaatjes, is zoo
uitnemend geschikt om op verschillende
«zzmiESrOaSies
Afb. 9.
•o.e.*oe..v®ia»...
ia r> na ©i i*rur>r, f *n miTinir.a^,
(•••0#0#0##C#0#C®#OÖt>0#C9flO
Afb. 7. Rugleuning der Kanapee.
wijze als de vorige week, met filosel-zijde manieren
gerst dg beide zijleuningen aan de rug- j werkt.
met zijde te worden be-
Je kunt het met Bon
duur- of kruissteken naar
verkiezing verfraaien. In;
afb. 9 geven we je hier.
van een klein voorbeeld,'
dat je kunt navolgen.
We laten het verder,
aan jullie 'eigen verbeel
dingskracht over, om de,
zijde ook op andere
wijze aan te wenden.
Nu blijven ons nog te
maken over een drietal
meubelen, namelijk dg
leuningstoel; de bloemen-
standaard en het tocht;
scherm. Hierbij valt nog
het een en ander op tg
merken, doch daarover zullen we tot slot
de volgende week nog een en ander vers
tellen.
NEEF HE1NEMAN.
„Vrouwtje heb je in je herberg een
plaatsje voor mij en mijn vriend'J"
Vrouw Hedwig de herbergierster, zat
voor haar deur te spinnen; zij keek op
naar den spreker en naar zijn vriend en
begon toen te laaben in plaats van te ant
woorden.
Maar d'e jongen liet zich niet zoo gauw
uit het veld slaan en wachtte geduldig het
antwoord af.
„Een plaats voor jou zou nog gaan: je
bent niet erg dik en hebt niet veel stroo
voor een bed nooaig. Maar wat je vriend
betreft.,.."
En zij keek dien vriend met de noodige
minachting aan. Keu zag er anders keurig
netjes en frisab ujt voor een varkentje.
Toch oordeelde de vrouw het beter, dat
de beide gasten ergens anders een nacht
verblijf zcohtcn.
De jongen 'keek vrij treurig en zei:
„Och vrouwtje we hebben zoo'n honger
en heusch ik heb geen geld genoeg om het
te betalen, als je daar soms bang voor
bent Keu ga eens opzitten en vertoon je
kunstjes, dan mogen we hier misschien
nog wel blijven!"
Het varkentje stond' nu op zijn achterste
pocten, duikelde over z kop en ping
toen ais een schildwacht in een ho V
staan.
„O moeder," riep een fijn stemmetje
uit, „laat den jongen bij ons blijven met
zijn varken."
„Nu, omdat mijn dochtertje Oiska hè®
zoo prettig vindt mag je hier dan blijven
logceren." Ruai trad nu do gelagkamer
binnen gevolgd door Ci-ka, di hem vroeg,
hoe hij er toe gekomen was, om een "ar
kentje af te richten. Hij vertolde haar
toon, dat hij vroeg zijn ouders had
verloren, ergens als varkenshoeder had
dicnet gedaan en toen vanzelf op de ge
dachte was gokomen, om een jong varken
kunatcn to lecron.
Rudi's baas die aan een toovenarij ge
loofde, joeg den jongen en zijn behesst