Uit de Rechtzaal. De oorlog in den Balkan. Ideale Behandeling. Kunst, letteren, enz. Ingezonden. ©in (ie oude "boom-en. van. aï den heer Wolff tót den heer G. Vreeburg te doen uitrooien en deze le doen 'vervangen door een regel jonge boomen. Voorts werd besloten om deze jonge boomen belangrijk dichter bij de huizen te doen planten, waardoor men dan een groei tere ruimte verkrijgt voor hei publiek verkeer en ook om cle ruimte tusschen do alsdan te planten boomen en de hui zen niet meer toegankelijk te stellen voor rijtuigen en karren; maar speciaal te bestemmen voor trottoir. De heer Van Zanten bracht in ver band hiermede in het midden, dat hij niet alleen deze oude boomen wilde rooien, maar alle boomen in het Vierkant, en daarvoor jonge boomen in do plaats stél len, en tevens, om het Vierkant zelf voor zoover het niet voor het verkeer noodig is, te herschapen in een soort park. De Raaa kon zich zeer goed met dit denkbeeld vereenigen, maar wilde met een definitief besluit liever nog wat wachten. Ten slotte werd op voorstel van den heer Pijnacker besloten om het kohier Hondenbelasting in het vervolg ook te doen vaststellen door den Raad. Ilaagtche Rechtbank. De Rechtbank veroordeelde: Jacoba van R., huisvrouw van G. van E., en Lina v. Zw., huisvrouw van J. van R., beiden tc Leiden, wegens mishandeling van een buurvrouw, tot f 3 of 3 dagen hech tenis. Eisch tegen ieder f5 of 10 dagen. Joh. v. T., te Leiden, wegens mishande ling van een stadswerkman tot f 10 of 10 Hagen hechtenis. Eisch reven dagen. Jac. P., te Boskoop, wegens vernieling van een schutting, tot f 3 of 3 dagen hech tenis. Eisch f 5 of 10 dagen. A. v. N., te Boskoop, wegens huis vredebreuk en wederspannigheid aldaar, tot f 10 of 10 dagen hechtenis. Eisch een maand. Herman D., te Woubrugge, wegens het niet op de eerste vordering van een politie beambte afstijgen van een rijwiel tot f 3 pf 3 dagen hechtenis. Eisch zeven dagen. A. H. van H., fo Leiden, wegens mis handeling van een. politiebeambte, tot drie Weken gevangenisstraf. Eisch drie weken. Joh. Ant. v. B. ©n H., te Leiden wegens beleediging van een politieagent, tot f 3 (Df 3 dagen hechtenis. Eisch vijf dagen. M. J. P., to Leiden, wegens beleediging tier politie aldaar, tot acht dagen hech-i tcnis. Eisch acht dagen. Diefstal van touw tc Leiden. Jacob van L'., 23 jaar, koetsier te Lei den, had op 30 en 31 Juni twee streng bindlijn ontvreemd ten nadeele van zijn patroon, den expediteur A. v. d. Bijl, aldaar. Een partijtje van dit touw ver kocht hij voor 27 cents bij den opkoo- per W. van Weercn, een ander par tijtje bij W. Kooreman voor 30 cents. Beklaagde had dit geld hoofdzakelijk gebruikt voor tabak en bier. Van der Bijl, als getuige gehoord, zei lde meer touw te hebben vermist, maar beklaagde beweerde nooit eer te heb ben gestolen. De opkoopers zeiden ook iiiet eer touw van hem te hebben ge tocht. De officier eischle veertien dagen. Beklaagde wilde met het oog op vrouw jen kind, gaarne een geldboete.' De président zeide, dat de rechtbank dat eens zou overwegen, doch vroeg ©t hij nu van den borrel at was. Hij hoopte het wel, zei hij. Beleediging te Leiden. Daarvoor moest terechtstaan C. M. C. D., huisvrouw van B. te Leiden. Voor llat men tot de eigenlijke kwestie over ging, pleitte mr. Kokker, van Leiden, ine vrouw verdedigend, niet-ontvankelijk verklaring van het O. M. op grond, dal Be klacht is ontvangen door een hoofd inspecteur van politie, door den burge meester lijdelijk aangesteld tot vervan ging van den Commissaris van Politie. Art. 17 spreekt van „den gezegden dienst" waarnemen. In verband met de plaats, waar dit artikel de tweede afdefeling van Ti tel 1 Strafvordering voorkomt, kan al leen gedacht worden aan den dienst van •nasporings-ambtenaar". Analoog beslis- Je de rechtbank té Roermond van 19 februari 1899, waar de vraag of de bur gemeester als hulp-officier kan optre den, als hij „den gezegden dienst" zelf [waarneemt, ontkennend werd beant- jvoord. De aandacht valle er voorts op, dat art. 39 Sv. zegt, dat hulp-officieren zijn Ï;cnoemde ambténaren, waartoe niet de loofd-inspecteurs behooren, wel de Com missarissen van Polilie. In de tweede plaats bepleit mr. Fok ker nict-oiitvankelijkheid, doordat de klacht niet op schrift is gesteld door Ben ambtenaar, die haar heeft ontvan gen, wat volgens art. 13 en 14 Sv., naar spr. meent wordt verlangd, in wel kon geest ook door de rechtbank te Tiel werd beslist. Pleiter merkte op, dat de klacht Boor een klerk met een schrijfmachine js geschreven. Den officier deed het genoegen, dat )6en pleiter dit verweer heeft geponeerd. Hij voelt er veel voor. Onder „gezegden Biènst" meent ook hij, dat verstaan moet Worden diensten, de politie betreffend, gn geen justitieelen arbeid. Voor de tweede stelling voelt hij ech ter minder. Het doet er, volgens hem, niet loe ©I de klacht persoonlijk door den amb tenaar op schrift wordt gesteld, indien Zwaar geschat van de Balgaarsche artillerie. deze haar later met zijn naam sanction- neert. De heer Fokker, weer het woord in dit incident verkrijgend, bleet echter ook zijn laatste bezwaar handhaven. De klerk kan slecht hehben verstaan, wat later de ambtenaar in kwestie niet meer kan controlecren. De rechtbank ging nu in raadkamer om hierover te beslissen. Nadat de rechtbank, na ongeveer 20 minuten in raadkamer te hehben ver toefd, teruggekeerd was, overwoog zij, dat de ambtenaar, die den Commissaris van Politie vervangt, ook het recht heeft de justitieele zaken yoor hem waar te nemen. En voorts. Bat de ambtenaar, die als hulpofficier van justitie op-, treedt en een klacht opneemt, deze niet bepaald zelf behoeft op te nemen. De rechtbank verklaarde de klacht dus wel ontvankelijk. Zoo kwam de zaak zelf aan de orde. Beklaagde zou tot een buurvrouw, mej. Volkert, gezegd hebben, dat zij geheel rwas. Beklaagde zeide, dat zij de vrouw had vergeleken bij een rat, ot zooals zij het woord rat uitspreekt en gezegd, nat zij „een rot" is. Mej. V., als getuige gehoord, vertel de het heel a'nders. Zij had veel last van de' vrouw. Beklaagde trok nu Weer van leer en deed op haar beurt een boekje open over buurvrouw en haar man, waarop deze allerlei interrupties deed hooren en het hoofd 'schudde over zooveel hoos heid. Een andere buurvrouw, mej. Lena J., had echter de beleedigende woorden ge hoord, waarna de officier fö ot 10 da gen eischte. Sir. Fokker refereerde zich ten aanzien van de straf aan het oordeel der recht bank, want het is niet onmogelijk, dat de vrouw geen beleediging heeft bedoeld. Beklaagde hielq_ zelf bok nog een uit voerig pleidooi. Anisterdamscho Reclitbank. Civiel-reohtcrijijke bie6 His sing omtrent een. automobiel- ongeval. Te Hilversum wandelde op een Zondag middag in Januari 2909, bij helder weder en bij daglicht, een werkman op den Laar- derweg, iu de riokting naar Hilversum. Hij liep niet op den straatweg, maar er naast, op de heide, ter zijde van 'den straatweg. Een uit Hilversum komende auto, die hem te gemoet reed. zwenkte ongeveer in zijn nabijheid gekomen, plot seling naar links, bij die manoeuvre den straat- eD rijweg verlatende en de heide inrijdende. De bestuurder van de auto deed' zulks, uit vrees anders een op den straatweg voor de auto uitrijdende fiets rijder te zullen overrijden. Ter plaatse, voormeld werd de werkman door de auto gegrepen, overreden en daardoor onmid- delijk gedood. De weduwe van dien werkman daagde den eigenaar en exploitant eener autorao- bielz3ak, bij wien de chauffeur, die deze auto, krachtens diens opdracht bestuurde, in dienst was, voor de rechtbank te Am sterdam, ter bekoming van schadevergoe ding voor haar en haar kind. De gedaagde, die voor ongevallen als het onderhavige bij een ongevallen-ver- zekering-maatschappij verzekerd was, ver weerde zioli, op verlangen dier verzeke ringsmaatschappij, tege vi de ingestelde ^vordering, aanvoerende: lo. dat zijn chauffeur tijdens dit ongeval niet in ziin dienst was, maar in dienst van den eigenaar van de auto. Immers ó'eze laatste hield geen eigen chauffeur, d'och liet ziin auto besturen door een der chauffeurs van den gedaagde; 2o. dat de chauffeur geen schuld had aan het onge val. Dto eerste verwering werd bij vonnis d. d. 26 Mei 1911 verworpen op grond, dat voor de toepasselijkheid van art. 1403 3de lid B. IV. (regelende de wettelijke aansprakelijkheid der meesters voor hun dienstboden en ondergc rikten) het niet noodzakelijk is, dat (Je ondergeschikte vrerbaam is onder leiding en 'toeizieht van ziin meester, doch dat het voldoende is, dat de ondergeschikte op het oogenblik van ds schade toebrengende handeling of nalatigheid, werkzaam is krachtens op dracht-van zijn meester. Bij ditzefde vonnis werd eischeres tevens toegelaten, de door haar gestelde feiten, waaruit de schuld van oen chauffeur volgt, door getuigen te bewijzen, terwijl de be slissing omtrent de gevorderde seliade- vergoeding zelve werd aangehouden. Jn. deze zaak werd door de rechtbank het eindvonnis gewezen en daarbij beslist dat door do verklaringen der gehoorde ge tuigen niet is bewezen, dat het ongeval te wiiten is aan roekeloosheid' en onvoor zichtigheid van -den chauffeur. RECLAMES, h 40 cents per regel. 5700 9 Maagkwalen doen vele personen ondraaglijk Ifjden en bederven het bumeur en den IJver. Deze kwalen x(Jn echter niet bestand tegen bet gebruik van Hnnyadi Janos: des morgens een wijnglas voor het ontbijt gedu rende enkele dagen, ia voldoende; ls dat geen ideale behandeling? f.712 S0 'sRijks Ethnographisch Museum. 'a Rijks Ethnographisch Museum heeft van dr. J. P. Kleiweg „e Zwaan, privaat docent aan de universiteit te Amsterdam, Tesselschadestraat 13, de volgende voor werpen ten geschenke ontvangenHout spaanders, waarvan de Ghineesohe vrou wen liaarolie make een stut Je hout, waar van een weinig i ordt gekrabd' en, met heet water vermengd, gedronken door de Chinec-icilif, visschers, als zij maagpijn heb ben, en een Chineesehen staart, alles af komstig van Began Api-Api aan Sumatra's Oostkust. Geïnventariseerd als serie 1S29. Voorts drie afgietsels van Niassers. N. V. „Tooneelvereenjgin g." Aan het gezelschap van de N. V. Too- neelvereomgiru;zijn nc® verbonden o heeren C. Hissink en Johan Schmidt. Do N o b e 1 p r ij s. Als candidaten voor den Nobelprijs voor literatuur worden genoemd Anatole France en Gustav Frenssen. „He t N aard er mee r."- De bijzonder mooie en leerzame recla me van de firma Verkade en Comp. te Zaandam, is bekend. De albums, die ze reeds vijf in getal had uitgegeven, zijn nu met één vermeerderd, leder heeft ze wel eens gezien, die keurig uitge voerde albums met hun prettieen, onder houdenden tekst van de hand van Jac. P. Thysse. En dan nog het aardige, liet aangename van het verzamelen der keurige, in natuurgetrouwe kleuren uit- fevoerde plaatjes, die bij de diverse Ver- ade's artikelen worden gegeven. Dit is meer dan reclame, dit is een prachtig© leerstof, 't is een goede poging om het kind en ook den oudere eenige of meer dere kennis bij te brengen van het vele dat de natuur biedt, dat onbekend is of slechts zoo bekend, dat men liet, B|u' ja, wel eens gezien heeft, maar toch niet weet welker plant, welke bloem, welken vogel men voor zich ziet. Het nieuwe album is aan het Naar-, dermeer gewijd, dat wondermooie plokje in het sclioonc Gooiland. Natuurlijk zorg de Thysse ook ditmaal weer voor de samenstelling en dan weet men alreeds, dat 't goed is. De plaatjes zijn gemaakt naar teekeningen van Wenckebach, Van Oort en Voerman. Wenckebach heeft bo vendien nog een aantal heel goed ge slaagde teekeningen tusschen den tekst gelevérd. Onze jeugd zal weer pleizier hebben in diti. album. Het 'M a n n h e i m e s t e 1 s e 1. Met veel genoegen hebben we kennis gemaakt met het „Rapport over de mo gelijkheid en wenschelijkheid der invoe ring van 't Mannheimer-stelset in Neder land." Dit ïapport is uitgebracht door de commissie, (li.: benoemd is door de hoofdbesturen van de „Vereeniging voor vereenvoudiging van examens én verbe tering van het onderwijs" en van het „Nederl. Onderwijzers-Genootschap." In dit hoogst belangrijke werkje wordt het stelsel verdedigd ook voor hier te lande. Met cijfers wordt aangetoond het onvoldoende van de tegenwoordige volksscholen en er op gewezen, hoe in verschillende steden in het buitenland met succes het kwaad wordt ondervan gen. Allen, die tot het onderwijs in betrek king staan, ook de Leidsche Gemeente raadsleden, kunneij we lezing van dit rapport aanraden, te meer daar hier bin-- nen korter of langer tijd het onderwijs aan zwakzinnigen weer aan de orde zal komen. Uitgave: Nijgh en Van Ditmar's Uit- gevers-Mrj., te Rotterdam. Haarlemsch Muzie k k o r p De heor C. P. W. Kriens, directeur van het Haarl. Muziekkorps heeft den Raad aldaar verzocht in verband met de ougun- Btige exploitatie van het Muziekkorps over 1912 en in het vooruitzicht, dat dit ook zoo zijn zal in 1913, het subsidie der gemeente te willen verhoogen van f 10,000 op f 15,000. B. en Ws. stellen den Raad voor over 1913 een extra-subsidie te geven van f 5000, in termijnen uit te betalen. Geachte Redacteur! In uw blad van 1 November j. 1. schreef de heer E R. éen antwoord of liever ge zegd zijn meening omtrent dat inzenden van ondeugdelijk vleesoh. I k noemde den eenigen uitweg een Rijkskeuring. De heer E!. R. wil daarvoor in de plaats een vleesehhal1 Is U, mijnheer E. R. misschien van ge dacbte dat 1/10 van de slagers hier in Leiden het met U eens zijn Zoo ja, dan moet ik u zeggen, dat U 't mis heeft. U verlangt niets minder dan dat alle ela- gera hun zaken aan kant zouden doen, om dan een af deeling te koop en of te pachten aan een vleeschhal. In de eerste plaats zou er een groot be zwaar ontstaan, en wel dit: Er zijn hier te Leiden heel veel slagers, die hun eigen huis hebben zoodoende zouden zij ver- j plicht zijn die huizen te verkoopen of te verhuren. Zou U nu denken, dat, wanneer alle slagerswinkels op moeten krassen, die mensehen hun zaken maar direct aan een andere nering konden overdoen? Of 1 is U misschien van plan die schade aan de j Slagers te vergoeden U zoekt een uitweg ten koste van de burgers, terwijl 't Rijks- j plicht is, om toestanden als deze te yer- 1 hinderen. Maar, waarde heer, een Rijkskeuring zal geld kosten, en daar zit juist de knoop_U begrijpt, dat, wanneer er een Rijkskeuring komt, het Rijk ook schadc- vergoedingen moet uitkeeren. Ik geloof, dat U dat heeft begrepen, en nu acht U het beter de burgers te laten bloeden dan het Rijk? U betaalt toch zeker ook belasting 1 En is het dan niet treurig, dat men niet eens zeker is van hetgeen men voor d u u r geld koopt, nog de mensohen te vergiftigen? Wagens en allerlei voertuigen worden er iederen dag ingevoerd van uit Zoeter- woudé en /Leiderdorp. Dez© feiten weten wel vele burgers; waarom geen politie? Dit is toch dunkt mij, geen handel om oogluikend toe te staan! Wan neer ik a-ls burger dergelijke dingen te weten kom en mij één dag daarna al heb overtuigd, is het dan zoo moeilijk voor po litie; om hier paal en perk te stellen, of moeten burgers ook al voor agentje spe len? U, geachte Redacteur, mijn dank voor de plaatsing, Hoogachtend. F. >S., Breestraat, Leiden. Leiden, 2 November 1912. Geachte Redactie! Beleefd verzoekt ondergeteekende plaat sing van het navolgende: AYilt ge iets heel vermakelijks zien, ga dan naar den Maresingel, daar, waar de nieuwe spoorlijn voor de Gasfabriek Waarde lezer, denk u een modderpoel (ge zoudt zeggen hoe is dat mogelijk, een verkeersweg in de twintig ste eeuw, een modderpoel, maar het is niet overdreven, sinds maanden is het alzool, de modderlaag ongeveer 5 c.M., op sommige plaatsen zelfs meer; daar doorheen een weg gemaakt van straat klinkers op zijn plat op een onderlingen afstand van een halve el en verder men- schen, die daarover trachten te gaan, als eenden achter elkaar, bala<nceerend met parapluie, het onmisbare meubel thans; moeders met onder eiken arm een kind; fietsrijders, de machine op den schouder dragende, enz., enz. Pas seert toevallig ©en wagen, modderspatten vliegen overal en bevuilen de ongeluk kige" straatsteendansere op «een ongena dige manier. Wie hebben die klinkers daar zoo keu rig neergelegd? (het is een waar jje- luk, dat die er ten minste nog zijn, an ders zou men van af de Marepoort on mogelijk de Koningstraat of één der an dere straten kunnen bereiken). Zijn het kinderen, die medelijden hadden met het publiek, dat daar door moest, of zijn het bewoners van de zich daar bevindende huurt, die de handen uit de mouwen ge stoken hebben Een woora van dank aan dc vrijwillige wegwerkers. Met holle uitdrukkingen, alswe zijn ook mcnschen en betalen toch evengoed belasting als bewoners van Breestraat ot Rapenburg, vil ik niet aankomen, maar zou men van stadswege niet kun nen zorgen voor wat behoorlijker, meor twinligste-eeuwschen verkeersweg? Qf houdt men vast 'aan: Door duisternis naar 1 Tc lit en zullen we gedoemd zijn den lijdenskelk tot dén.bodem toe te ledigen? Met de plaatsing van het bovenstaande zult u niet alleen mij, maar ook meer dere arme sinds maanden, door modder en slijk ploeterende menschen verplich ten. U vriendelijk dankzeggend. Leiden, 3 Nov. 1912. M.S. Een groot belang voor een goede ziekenverpleging. Geachte Redactie, zoudt ge zoo vriende lijk willen zijn het onderstaand j in Uw blad op te nemen: De Amsterdamsche Gemeenteraad heeft kort geleden een besluit ge mien, waarbij het inwonend verplegend personeel der gasthuizen gedurende de vacantie een toe lage van f 1 per dag wordt toegestaan. Sedert dien heeft „Nosocomos", de vak- vereeniging van het verplegend personeel, verschillenden gemeentebesturen en gast-* huis-directies verzocht denzelfden maatrege] te willen invoeren. Yoorloopig hebben dezo verzoeken nog maar een weinig gunstig oor kunnen vinden. Toch is deze vergoeding al leszins billijk te noemen. Het salaris van het inwonend verplegend personeel bestaat immers niet alleen in geld doch ook in vrije woning en voeding. Meer en meer ziet men in, dat het goed ie, personeel vacantie te geven met behoud van 6alaiis; ook voor het verplegend personeel der gasthuizen en krankzinnigengestichten geldt dit als regel, maar nu spreekt het toch vanzelf, dat wanneer men eenmaal den moreelen plicht heeft erkend, dat bij vacan- ties van inwonend personeel het salaris moet doorgaan, men er met de eenvoudige uitkeering van het loon in geld niet af is, doeh men ook een vergoeding behoort te ge ven van het gemis aan vrije voeding; dit is een eisch van recht en billijkheid. Nu hebben verschillende directies en be sturen de bepaling gemaakt, dat de zustere en broeders ook gedurende hun vacantie in het ziekenhuis mogen komen eten en sla pen en op die gronden wordt het verzoek om vergoeding van f 1 'b daags afgewezen. Zij, die echter meenen, dat hiermede het verplegend personeel is geholpen, hebben het mijns inziens mis en gevoelen niet wat het gebruik maken van deze „vrijgevige0 be paling voor bet personeel beteekent. In de allereerste plaats beteekent dit voor hen, die er van gebruik maken, de erkentenis te-i genover de rest van het personeel, dat zij te arm zijn om op eenigszina redelijke wijze hun vacantie buiten het gesticht door te brengenmaar bovendien beteekent het, dat voor dit deel van het verplegend personeel de vacantie geen tijd van ontspanning en verfrissching van geest wordt Om dit te begrijpen, moet men op dè hoogte zijn van de ziekenhuis-toestanden en de sfeer, waarin de verpleegsters dage lijks verlceeren. De huisvesting is, hoewel tegenwoordig verbeterende, niet zóó, dat de verpleegsters haar ganschen dag in het gasthuis zoek kun nen brengen. Haar slaapvertrekje is ge woonlijk het eenige plekje, waar zij zich rustig en alleen weetdoch het is voor dag verblijf volkomen onvoldoende. Maar ook al zien wij van dit bezwaar af, moet er de nadruk op worden gelegd, dat het niet ge- wenseht is, dat het verplegend personeel gedurende de vacantie in het ziekenhuis verblijft. Het goed verplegen van zieken vereischt een groote mate van zelfopoffering, het eischt veel van het lichaam, doch ook van den geest en nu is het hoog noodig, dat het personeel eens per jaar komt uit de sfeer van misère en ellende, noodig voor het per-i soneel, doch ook voor de verpleegden, voor wie het van het grootste gewicht is, dat het personeel blijft frisch van lichaam, doch ook frisch van geest. En nu is het voor iederen ingewijde dui delijk, dat de vacantie geen behoorlijke ver frissching geeft, wanneer de zusters of de broeders genoodzaakt zijn, hun maaltijden in het gesticht te komen nuttigen, hetgeen zeggen wil, dat zij op gezette tijden in het' gesticht aanwezig moeten zijn om aan de gemeenschappelijke maaltijden deel te ne men. Behalve aye andere bezwaren, weet ieder ingewijde, dat zoowel door de omgeving, als door de gesprekken, die aan tafel worden getoerd, en die natuurlijk hun ho'öfdinhoud aan de gebeurtenissen in het zieke-nhms ontleenen, het onmogelijk wordt voor de va cantie „genietende" behoorlijk geestelijk tot ontspanning te komen; voor haar o£ hem, die genoodzaakt is op deze wijze va- cantie te houden, kan deze waarlijk niet meer op den naam van genieting aanspraak maken. Laat ons dus hopen, dat de besturen van ziekenhuizen, hun moreelen plicht in dez» begrijpend, en kennend het groote belang, dat de aan hun zorgen toevertrouwde zie ken hebben, bij een naar lichaam en ziel ge zond korps verplegenden, alsnog zullen overgaan tot Het vervullen fan den besehen den eisch van het personeel. Zij zullen daarmede een goecl werk, dat geen groote financieele offers vraagt', ver richten. Met vriendelijken dank voor de opneming^ E. J. ABRAHAMS, Amsterdam. Arts. Lederzaken. Hetblij'vendgedeelte. ,,De Avp." deelt mede, dat de Minister van Oorlog den commandeerenden officie* ren heeft doen weteA, dat voor de lich« tang 1912 slechts nummerverruiling inge volge de bepalingen der oude militiewet, geoorloofd ie. Wordt deze aanschrijving schrijft het blad letterlijk opgevolgd, dan zullen thans weder reeds toegestane „vervangin gen volgens de nieuwe wet" oDgedaan wor den gemaakt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 6