VERBAZEND
ROflA Cacao
^fara Houfen's
Agenda yan de week:
zoo voordeelig
„Pak me Use."
Kerkelijke Berichten.
Het godsdienstig leven in Voor-Indië.
In het Leidsche Volkshuis hield dr.
Ph. Vogel gisteravond een voordracht
over het godsdienstig leven in Voor-ln-
dië. Spreker begon met Voor-lndië te
schetsen als een heel groot land, dat
een groot aantal godsdiensten bevat.
Naast den oorspronkelijken godsdienst,
*t Hindoïsme, hebben Boeddhisme, Ma-
homedaansche godsdienst en Christen
dom hun vertegenwoordigers. Door zijn
lang verblijf in Voor-Indië is spreker m
de gelegenheid geweest 't godsdienstig
leven van de bevolking in zijn verschil
lende uitingen waar te nemen, en ver
telde in 't bijzonder over 't vorstendom
Chum'ba, dat een klein hoekje vau den
bergketen Himalaya inneemt, 't Is een
ontoegankelijk land, waar 't reizen door
slechte wegen en gebrek aan vervoer
middelen en hotels bijzonder lastig is.
Maar juist door die ontoegankelijkheid
zijn de oude godsdienstige opvattingen
daar bewaard gebleven, en kan men er
den primitieven godsdienst leeren ken
nen. Teil minste men kan er de tem
pels en beelden zien, de leesten, de
gebruiken; maar moeilijker is 't er wer
kelijk achter te komen, wai er in de
menschen omgaat en wat eigenlijk hun
geloof is. De voorstellingen zijn den men
schen zelf niet duidebjk en als ze 'tzrjn,
kunnen ze zich nog 'niet goed uitdruk
ken. De groote verscheidenheid van
talen en dialecten is ook een bezwaar
om ze te verstaan.
't Hindoeïsme is de godsdienst van
Brahma, Vishnoe, Siwa, de dric-een-
lieid die alleen in theorie bestaat;
Brahma is geen volksgod en heeft geen
tempels Vishnoe en Siwa zijn daaren
tegen wèl belangrijk. Behalve deze go
den worden godinnen vereerd: ook slan-
gengoden, die de functie hebben na
droogte regen te geven en daarvoor
gunstig gestemd worden door feesten en
muziekwaarschijnlijk is dit de vereering
yan het water en dus een natuurdienst.
De tempels zijn kleine gebouwen, wei
nig verschillende van gewone huizen;
lond de cel •waarin 't beeld slaat, loopt
een veranda van houten palen, daarop
rust een hoogpuntig dak, dat is de een
voudigste vorm. Soms is 't dak meer
uitgewerkt en pagode-aclitig in verdiepin
gen gebouwd; ook wordt de ingang, met
liout snijwerk versierd, 't Beeld is 't
centrale punt en is dikwijls door de
open deur le zien, zoodat gaven en bloe
men zonder binnengaan op den drempel
worden neergelegd. De godin, dip. op
deze wijze vereerd wordt, wordt niet.
als een lieflijke vrouw afgebeeld, maar
als een slriidende en beschermende geest
öio in ieder van haar 8 armen een
wapen zwaait om er den buffelreus
mee te verslaan. De buffel ligt dan ook
overwonnen aan haar voetcD. De god-
beid woont in den tempel als -een ko
lling in zijn paleis, en wordt door de
priesters als door dienaren verzorgd en
bediend; als levende wezens worden de
beelden van eten en drinken voorzien,
gekleed en gebaad; ze moeten bij fees
ten ook bij elkaar op bezoek komen,
't Volk brengt geschenken, om zich van
do goddelijke gunst te verzekeren. De
priesters houden den naam van den
god boog, en vertellen, wouderen over
zijn ontstaan en levensloop; zij hebben
weinig beschaving en kennis; zij kennen
b.v. slechts Sanskriet (de heilige taal),
De Hindoes hebben geeii hoog geestelijk
leven.
Wonderlijk doen de beelden en-ae-wer-
eering ons aan! De gezichten zijn dik
wijls verwrongen, de bewegingen zoo
strijdhaftig, dat een verheven goddelijke
rust ver te zoeken is. Boeddha blijft wel
is waar onverstoorbaar te midden der
booze geesten, die hern van alle kan
ten omringen, en Vishnoe stapt meteen
machtige zwaai over onderwereld, aar
de en liemel, maar wat zijn de afbeel
dingen vreemd, en wat zonden we graag
nog meer willen weten over de bctee-
kénis van de symbolen, over de lal-
loozc armen, die om 't lichaam slinge
ren. over den opeengcstapelden toren van.
11 hoofden door één godenlichaam ge
torst. 1 Een Siwa met 3 oogen, een]
iVisliiioe met wreeseliik gr'rinzenden kop,
wat al wonderbjkheden, «lie onze lach
lust opwekken, maar toch ook onze be
langstelling en sympathie Moeilijk is 't
ziclï in to'denkeii, dat dit alles ontstaan
is uit behoefte tot aanbidding van het
wereldbestuur, dat deze afgodendienst
ïie nog zoo laag staat, voorkomt uit
't zelfde mcnschenjk gevoel, dat brengt
'tot aanbidden m geest en in waarheid.
Haan het oorlogsterrein.
In het Pagesbuis te 's-Gravenhage is
Zondagnamiddag in tegenwoordigheid van
Z. K. H. den Prins, de Roode-Kruis-am-:
bulance, bestemd voor Griekenland, offi
cieel geïnstalleerd.
De Prins maakte mét alle leden der am
bulance kennis en sprak ieder afzonderlijk
toe.
Een aantal leden van bet hoofdcomité
Woonde 1 de installatie bij.
De leider der ambulance, dr. Bienens de
Haan, sprak een opwekkend woord, .ijlen
aansporende tot toewijding en plichtsbe.
trachting.
De secretaris reikte 'den deelnemers aan
fdc ambulance een instructie en eenige an-
Idere bescheiden over.
De beer Lehmann, die deel uitmaakt
yan de Ambulance, dankte als consul ge-
jicraal van Griekenland, namens Koning,
Koningin en Regeering van dat land,- den
Prins en het hoofdcomité voor de krach
tige medewerking. De ambulance werd ge-,
fotographeerd.
Zondagavond had de afscheidsbijeen
komst plaats in de kliniek van „Het Roode
Kruis" in de Jan-van-Nassau-straat met de.
leden der naar Griekenland vertrekkende
ambulance.
H. M. de Koningin-Moeder en Z. K. H.
de Prins der Nederlanden vereerden der
bijeenkomst met hun tegenwoordigheid.
Nadat Ps. 121 1 en 4 waren gezon
gen, sprak ds. Cramer een enkel woord
naar aanleiding van Ps. 121.
Na het zingen van Gezang 273 1 en
11 werd Gods zegen gevraagd over dr.
Bierens de Plaan en zijn helpsters, mej.
Beynen de directrice en de 2iisters.
Toen deze samenkomst, die een zeer
eenvoudig karakter droeg, was geëindigd,
werden de leden der ambulance door ge
neraal De Waal aan H. M. de Koningin-
Moeder voorgesteld, die wederom, even
als H. M. de Koningin en Z. K. H. do
Prins der Nederlanden had getoond hoe
zeer het werk der barmhartigheid de liefde
heeft van Haar band.
De ambulance heeft gistemamiddag om
streeks 4 uren de Residentie verlaten om
haar bestemming te volgen. Aan het staats
spoorwegstation viel den leider dr. Bierens
de Haan en den verderen leden van de
ambulance een recht hartelijk afscheid ten
deel.
Reeds gcruimen tijd voor het tijdstip van
vertrek heerschte aan het station een bui
tengewone levendigheid en weldra verza
melde zich in de groote eerste-klasse-wacht-:
zaal met de leden van de ambulance een
zeer talrijk gezelschap dames en heeren,
om van de vertrekkenden afscheid te ne
men. Ook was tegenwoordig de 92-jarige
eere-presidente van „Het Roode Kruis,"
mevr. douair. N. van Willes.
Tegen bet uur van vertrek kwam Z. K.
H. de Prins met zijn adjudant, majoor jbr.
Van Suchtelen van de Hacre, om eveneens
van Zijn belangstelling te doen blijken. In
nen- als goederenven oer ten dienste der
uitzending.-
Met de ambulance gaat nog mede ba
ronesse S. van Ittersum, bestuurslid van de
hulpvereeniging van het Yrouwencomité
van het Roode Kruis te 's-Gravenhage.
Woensdag:
Stadsgehoorzaal. Bioscope Leger des hbiis.
's M i d d. h a 1 f z e b.
Wijkgébouw Stille Rijn 11. Bijeenkomst ga'eid
door JonkTr. S. E. deSavornin Lohmao (Arnhem).
8 uur.
Donderdag:
Stad»gehoorz3al. Generale repeti'ie Maatschappij
Bevordeiing d. Toonkunst. Halfacht.
Leid :che Schouwburg. „Frauenfresser", Operette.
8 11 u r.
Graanbeu e. Leidsche Bestuurders-Bond. Openb.
V ergaderiDg. SprekerR. Steunuis. HaJfnegen.
Leidsche Volkshuis Voordracht Prof. Dr. G.
Kal if. 8 u u r.
Noordwijk-Binneo, Ned.-FIerv. Kerk.Chr. Jongel.-
Ver. ,0. R. is Chr." Spreker Ds. J. D. deLind v.
"Wijngaarden (.Putten).
"Vrij «las:
Stadsgehoorzaal. Uitvoering Maatschappij Be
vorderiDg d. Toonk «nst, buur.
Zaterdag:
Salle Amici ia. Alliance "Fran^aiae. SoiréedeM.
René—Delbost (Paris). 8 h. du soir.
Zondag:
Graanbeurs. Dansavond Dansclub .Migoon".
S uut.
Zomorzorg. Dansclub A L.T.O. buur.
't Posthof. Louise Fleuron. 8 uut.
Ongelijks:
Bioscope-Théatre Hartman Stationsweg, buur.
(Woensdags en Zaterdags ook 2 uur.)
in het gebruik is.
Ge maakt er meer koppen cacao van dan van
dezelfde hoeveelheid van welke andere soort ook.
Daarbij is de smaak zoo heerlijk.
de Koninklijke wachtkamer ontving de
Prins te midden van leden van het hoofd
comité, de deelnemers aan de ambulance.
Met dr. Bierens de Haan, mej. Beynen en
meer andere dames en heeren onderhield
.Z K. H. zich i\og een wijle, om afscheid-
te nemen, en toen was het oogenblik aan
gebroken, dat de ambulance-leden htm
plaatsen in den extra-trein van de Orient-
Express gingen innemen. Het was op het
perron geen gemakkelijk doorkomen. Vel
was het perron aan het begin en het einde
afgezet, doch de belangstellende menigte
op het afgezette gedeelte was overtalrijk.
Nadat alle leden van de ambulance bun
plaatsen hadden ingenomen, kwam de
Prins uit de Koninklijke wachtkamer om
op het oogenblik, dat het signaal tot ver
trek werd gegeven, nog eenmaal dr. Bie
rens de Haan de hand tot afscheid te
drukken,.
Onder daverende hoera's zette de trein
zich daarop in beweging, nog nagewuifd
zoolang hij in 't gezicht bleef. De vertrek
kenden zagen er allen vol goeden moed:
uit voor de zware taak, die hun in den
vreemde: wacht. Opgewekt beantwoordden
zij, staande voor de waggonramen, de har
telijke ovatie,- hun gebracht.
De trein bestond uit een grooten slaap
wagen,- een bagage- en vier goederenwa
gens. Op deze laatste was op een wit veld
een rood kruis aangebracht met een rand
schrift in de Fransche taal: ;,De Ncd-ers
landsche Roode Kruis-ambulance in Grie;
kenland."-
De reis gaat allereerst rechtstreeks naar
Brindisi, van daar per boot naar Patras
en dan verder per spoor naar Athene,;
waar men Vrijdag of Zaterdag denkt aan
te komen.
De doctoren waren gekleed in een khaki-
uniform en droegen een pet niet een wit
ten band met 7,Het Roode Kruis." De; rives
rige leden der ambulance, dragen Roode;
Kruis-armbanden.
'Alle spoorwegmaatschappijen der lans
den,- door welke de Nederlandsche Roode
Kruis-ambulance de reis naar Griekenland
maakt,- hebben voor het 'doel tariefvermin-:
dering toegestaan, zoowel voor het per so-.
Xn het nummer van onze „Geïllustreerde
Premie „Pak me Mee", dat wij Donder
dag aan de abonnee daarop verzenden,
wordt een begin gemaakt met den oorspron
kelijken historisehen roman, getiteld:
DONKERE DAG-EN
door
ELINE VAN STUWE
(Jacqueline Iteyneke van Stnwc.)
In dezen roman spelende tusschen de
1786 en 1813 geeft de gevierde
schrijfster een. beeld van het familieleven
in die dagen, van de hinnenlandsche woe
lingen en den strijd tusschen Prinsgezinden
en Patriotten; daarna een beschrijving van
de Fransche overheersching, gevolgd door
de Napoleontische onderdrukking met als
eindpunt Holland's bevrijding en de terug
komst van den zoon van Willem V, onzen
eersten Koning Willem I.
Hun, die nog niet op onze premie rijn
ingeteekend, en dezen boeienden roman in
zijn geheel wenschen te volgen, wordt Ter-
zocht, ten spoedigste hun wensch daartoe
kenbaar te maken.
Oeg.tgeest. 'Woensdagavond ta half-
ïovan vangen de winter-avondbeurlen in het
lokaal Leidsche Buurt aa e
Valkenburg. Morgen, 6 dezer,'savonds
om halfzeven, vangen de door-de-weekscbe
diensten (bjjbsllezlng) in de Ned.-Hervormde
Kerk aan.
Staking; van Sigarenmaker».
Van een uitbreiding der slaking overplaatsen
bulten Amsterdam en Den Bosch, welke,
volgens het aan „Het Huisgezin" ontleende
bericht, binnen li dagen kan worden tegemoet
gezien, is, naar .Het Volk" meldt, bU de
leiding van de beweging niet» bekend.
Bij den chef van de Neder
landsche ambulance.
Botterdam, 3 November 1912.
Het was oen inleiding in den stijl van
mijn interview, dat ik te houden dacht:
Toen ik een oogenblikje antichambreerde
in het weelderig-ingerichte huis aan den
Sehiedamschen Singel vóór dr. Bierens de
Haan mij ontvangen kon, vond ik bij de
waohtkamer-lectuur een tijdschriftafleve
ring, waarin een artikel voorkwam over het
„Roode Kruis". Hoe wel paste de inhoud
van dit schriftuur bij m'n onderwerpEr
werd in verteld van de stichting van deze
vereeniging, die, vooral in oorlogstijden,
zoo groote diensten heeft bewezen en hoe
Henri Dunant's boek „Souvenir de Solfe
rino" de aanleiding werd tot het ontstaan
van dit edele „kruis". Er moet wel een
schok van ontzetting door ons oude wereld
deel gegaan zijn, toen de Zwitsersche men-
schenvriend aan het niet-wetend, niet zoo
veel barbaarsch-leed-vermoedend Europa,
als ooggetuige, de schrikkelijke ellende van
het slagveld van Solferino in 1859 ver
telde. Een vloed van innige deernis is uit
de bewogen harten losgemaakt. En als een
menschehjbe gemoedsbeweging in een der
gelijk tijdsmoment zoo hoog in de massa op-
golft, wordt zij omgezet in een daad.
Aan Dunant's „Souvenir de Solferino"
e; de daardoor gewekte verzachting der
gemoederen, als beginpunt der Roode
Kruis-geschiedenis, is nu ruim een halve
eeuw de historie van de barmhartigheid der
slagvelden vastgeknoopt. Vijftig jaar van
weldoend medelijden, de bloedgedrenkte
krijgstooneelen van Midden- en Zuid-Euro
pa, van Oost-Azie en van Afrika in het
noorden en het zuiden, vormen de verbin
ding tusschen het toen en het nu. En ook
in dit opzicht zijn de vijftig jaren als één
dag, sluit het héden aan het verleden van
ue zestiger jaren spatieloos aan. Want wat
is het verschil tusschen de menschenmm
van 1859 en 1912?
De Roode Kruis-amhulances naar den
Balkan geven er het antwoord op.
Zoover was ik met mijn overpeinzingen
en mijn lectuur, toen dr. Bierens de Haan
me kwam halen, om mij naar zijn studeer
kamer te brengeö. Door de marmeren hal
met het overvloedige electrisoh geschijn
over de deftige dingen daar, kwamen we
in het werkvertrek, waar de volle boeken
kasten en de luxe-meubelen op dik tapijt
de gedachten aan de strenge studiecel pa
ren aan den indruk van een mondainen sa
lon.
Maar dan een salon op het punt van het
vertrek van den eigenaar. Een koffer hier,
een stapel reisbenoodigdheden bij elkaar,
een verzameling bijeengebundelde papieren,
daar, een half-gevulde city-bag op een cra-
peaud.... waren teekenen, dat de leider van
de Nederlandsche ambulance zich gereed
maakte voor de afreis naar Griekenland.
Ik mocht het wel waardeeren, dat dr.
Bierens de Haan van zijn laatste acht en
veertig uren in Holland mij nog eenige
oogenhlikken wilde afstaan. Dat ik er on
der deze omstandigheden maar een spaar
zaam gebruik van maakte voor mijn inter
view, zal men billijken. Mijn interview?
Boen dr. Bierens de Haan me een plaatsje
had ingeruimd, verzocht hij me dadelijk,
om mijn verhaal in de krant over dit be
zoek niet te geven in den vorm van een
vraaggesprek.
Dat plaatst mij zoo op den voorgrond,
motiveerde de beer Bierens de Haan, en
niet waar, het gaat hier niet om een per-
sood, maar om de zaak. En wat de zaak
betreft, we hebben nog niets gedaan, dus
bescheidenheid is van pas.
We werden het echter eens over eenige
reserves ten opzichte van zijn verzoek en
ik hoop> dat hetgeen ik dn dit artikeltje
vertel, geen accoordbreuk is. In elk gevat
is daarop niet van toepassing, wat ik juist
dienzelfden avond toevalligerwijze van een
oollega van dr. Bierens de Haan vernam
en dat ik hierbij wil mee deel en.
De chef van de ambulance is een veelbe
reisd inan, iemand, die in verTe landen rijn
ambitie voor zijn taakchirurg in het zie
kenhuis „Eudokia" te Rotterdam, aan
sterkt door nieuwe en vreemde indrukken.
Hij kan zich bijvoorbeeld de luxe veroorloo-
ven van een vacantiereisje naar Teheran,
dat nu juist niet op het zomerprogramma
van eiken toerist voorkomen kan, afgezien
van het feit, dat niet iedereen een tochtje
naar PeTzië verkiezen zon, want zoo'n reis-
is niet zoo comfortabel als een Rijnreisje,
of een uitstapje naar Amerika, aan boord
van een der moderne weeldebooten. Maar
wie, zooals de heer BieTens de Haan een
diensttijd van bijna twee jaren achter den
rug heeft bij een ambulance in Zuid-Afrika,
heeft daarmee wel getoond, dat hij niet op
ziet tegen wat ongemakken, ontbering zelfs.
Want toen ik hem vroeg naar zijn erva
ringen, als lid en later ale leider van de
Nederlandsche ambulance tijdens den Boe-
ren-oorlog, bekende de heer Bierens de
Haan hu, dat hij daar heel wat ellende en
ontbering had doorgemaakt.
Het treft altijd, maakt indruk, wanneer
men van iemand hoort, die door de gunstige
levensomstandigheden in staat is, een be
staan vol van gemakken te leiden, een aan
beschaving en luxe gewend niet verwend
man, gedreven door ethische motieven,
zich te zien overgeven aan een taak, die hem
juist van alle comfortabel leven afsluit.
Toen ik mijn verwonderende bewondering
te kennen gaf, dat de heer Bierens de
Haan, na zijn Zuidafiikaansche ervaringen,
de tweede maal een ambulance wilde lei
den, gaf 'hij me lahoniek ten antwoord:
Dat is mijn beroep l Want voegde hij er
verklarend aan toe, welk chirurg zal niet
met beide handen de gelegenheid aangijpen
om zich in zijn vak te bekwamen
Het moet dan toch wel een groote liefde
voor zijn taak zijnj en die vakambitie be
hoort gesteund te worden door een sterk-
ontwikkelde en mooie menschelijkheid, wan
neer men voor den tweeden keer zich aan
zulk een werk wijdt. Maar ik vrees over
de streep van ons accoord te komen, en
dat Dr. Bierens straks dit artikeltje te
Athene, of ergons achter de Grieksche
stellingen in de buurt van Larissa lezend,
aan belofte-schending zal denken. Trou
wens, de am bulance-chef beschouwt zijn
heengaan als de vanzdf-sprekendste zaak.
Ziet u, zei hij, als men mij dezo
opdracht niet had gegeven, w as ik toch van
plan geweest van het voorjaar, als de oor
log dan nog duurde, mij bij de Bulgaarsche
Regeering aan te melden. Doch nu dit aan
bod kwam, meende ik dat niet te mogen
weigeren, ook omdat er niet veel chirurgen
in one land zijn, die ambulance-ervaringen
hebben.
We spreken over de hulp, die het Roode
Kruis aan de legers bewijöb.
De toestand is thans zoo, legde m'n
zegsman uit-, dat geen legerbestuur, hoe
goed de militair^ inrichting van het land
ook moge zijn, voor meer dan de helft van
de zieken en gewonden kan zorgen. U be
grijpt dus, hoe het gaat in staten, als op
den Balkan, waar uiteraard de geneeskum
dige dienst bij de legers niet zoo ontwik
keld is, als in WeetiEuropa. Men moet dus
zeer veel aan het Roode Kruis overlaten.,
De meeste hulp wordt echter niet door de
gewonden gevraagd, maar door de zieken;
al moge dit vreemd klinken, het is toch
zoo. De zorg voor de zieke soldaten kunnen
we echter voor het meerendeel overlaten
aan minder geschoold personeel, aan man
nen en vrouwen, die zich voor de verple
ging beschikbaar stellen. De militaire ge
neeskundige dienst en de Roodc-Kruis-
ambnlanccs kunnen zich dan aan de ge
wonden wijden.
Als dit artikel onder de oogen der lezers
komt is dr. Bierens de Haan met z'n ge-
neeeheeren, z'n verpleegsters en verplegers
en administratie al op weg naar Brindisi,
het Italiaansche kustplaatsje. Maandag
middag vertrok de ambulance om kwart
over vieren met een extra-trein van zes of
zeven waggons uit Den Haag. De waggon»
bevatten ook de benoodigdheden voor een
volledig chirurgisch hospitaal Woensdag*
avond hoopt het gezelschap Brindisi te be*
reiken. Dan most men de zee oversteken
naar het eiland Korfoe en vandaar gaat
de reis naar Athene.
Het is echter de vraag, of we in Brin
disi meteen weg kunnen, want als ik nAi!
hospitaal-goederen niet dadelijk meekrij
gen kan, zei dr. Bierens, dan heeft
het geen zin, om al naar Korfoe te ver
trekken. Het doel van den tocht is voorloO-
pig Athene, omdat het ambulance-perso
neel zich eerst als lid van het Grieksche
Roode Kruis moet laten inschrijven. Dit is
gewensoht, omdat de geneesheeren en ver
plegers zich moeten stellen onder het
Grieksche legerbestuur. De ambulance
wordt namelijk een deel van den Griek-
schen militairen geneeskundigen dienst. Die
medische dienst van het Grieksche leger
wordt aangevuld door het Grieksche
Roode Kruis. En nu is het voor de eenheid
der verantwoordelijkheid, dat de vreemrfè
Roode Kruizen zich aldus aansluiten twj
het Grieksche. Waarom die voorzichtigheid
izal men vragen? 't Is meer dan een admi
nistratieve maatregel.
Dr. Bierens de Haan vestigde er de aan
dacht op, dat een ambulance te velde een'
gevaar kan zijn voor heb eigen leger. Im
mers, het personeel van een burger-ambu
lance is weinig op de hoogte van hetgeen
als militair geheim behoort te worden be
schouwd. Een dokter of een verpleger kan,
zonder het te willen, zonder hot, zelfs to
vermoeden, dingen over vertellen, die
voor den vijand van groot gewicht zijn.
Daarom rijn toezicht- en gecentraliseerde
verantwoordelijkheid noodig.
Ik heb mij al met de Grieksche Regeé-
ring telegrafisch in verbinding gesteld en
men zal te Athene een schoolgebouw voor
ons inrichten met electrisch licht en water
leiding; maar ik heb van de Regeering de
meedeeling gekregen, dat men ons mis
schien naar het front der troepen cal zen
den, omdat daar meer hulp noodig is.
Waarom -onze ambulance juist naar
Griekenland gaat? herhaalde de heer Bie
ren© de Haan een van m'n vragen, dat
komt, omdat iemand, die veel met Grie*
kenland op heeft het is niet degeen, die
men ©r algemeen voor houdt bij het
„Roode Kruis" gekomen is met een gift vaJl
f 40,000 voor een ambulance naar Grieken
land. Een ambulance voor een der andere
oorlogvoerende landen was dus uitgesloten^
ook omdat men zonder die f 40,000 de koe
ben van een ambulance, die een f 80,000
tot f 90,000 zullen bedragen voor drie of
vier maanden vertoevens in den vreemde^
niet zou kunnen dekken. Het Hoofdbe
stuur van het Roode Kruis draagb f 10,000
bij en de afdeelingen en belangstellenden
de rest.
Als we er eenmaal zijn, zullen de kosten!
niet soo gToot zijn, wanneer een langer
verblijf noodig mocht zijn. Het is dan
hoofdzakelijk een voedingskwestie. Als we'
het voedsel moeilijk uit Griekenland zelf
kunnen betrekken, laat ik iemand te Brin
disi meel en vee b.v. in het groot inkoopen.
Denkt u dan, dat het nog noodig is,
zoolang weg te blijven
Och, zei de dokter, de menschen zeggen,
dab we te laat weggaan; maar dat kan nu
eenmaal niet-anders. Doch als, wat ik niet
geloof, de vrede gesloten is, als we itf
Griekenland aankomen, dan is onze huïp
toch nog zeer noodig.
Want, al is de vrede gesloten, dan rijn
de gewonden nog niet dadelijk béter, ein
digde de heer Bierens de Haan z'n inlich
tingen.
De Nederlandsche ambulance zal dus in
elk geval zeer veel nut doen, meen ik er
aan toe te moeten voegen.
Met een „goede reis'- heb ik toen afscheid
genomen, maar een „tot weerziens" er bij
gevoegd omdat dr. Bieren© de Haan zoo
vriendelijk was, mij de belofte te doen, me
ten bate der lezers bet eerste intevïew te
izullen toestaan, wanneer hij van den Bal
kan teruggekeerd zal zijn.
Dan hoop ik veel wetenswaardigs van
zijn ervaringen op het krijgistooneel over
te vertellen.