VERBAZEND ROflA Cacao ^fara Houfen's Agenda yan de week: zoo voordeelig „Pak me Use." Kerkelijke Berichten. Het godsdienstig leven in Voor-Indië. In het Leidsche Volkshuis hield dr. Ph. Vogel gisteravond een voordracht over het godsdienstig leven in Voor-ln- dië. Spreker begon met Voor-lndië te schetsen als een heel groot land, dat een groot aantal godsdiensten bevat. Naast den oorspronkelijken godsdienst, *t Hindoïsme, hebben Boeddhisme, Ma- homedaansche godsdienst en Christen dom hun vertegenwoordigers. Door zijn lang verblijf in Voor-Indië is spreker m de gelegenheid geweest 't godsdienstig leven van de bevolking in zijn verschil lende uitingen waar te nemen, en ver telde in 't bijzonder over 't vorstendom Chum'ba, dat een klein hoekje vau den bergketen Himalaya inneemt, 't Is een ontoegankelijk land, waar 't reizen door slechte wegen en gebrek aan vervoer middelen en hotels bijzonder lastig is. Maar juist door die ontoegankelijkheid zijn de oude godsdienstige opvattingen daar bewaard gebleven, en kan men er den primitieven godsdienst leeren ken nen. Teil minste men kan er de tem pels en beelden zien, de leesten, de gebruiken; maar moeilijker is 't er wer kelijk achter te komen, wai er in de menschen omgaat en wat eigenlijk hun geloof is. De voorstellingen zijn den men schen zelf niet duidebjk en als ze 'tzrjn, kunnen ze zich nog 'niet goed uitdruk ken. De groote verscheidenheid van talen en dialecten is ook een bezwaar om ze te verstaan. 't Hindoeïsme is de godsdienst van Brahma, Vishnoe, Siwa, de dric-een- lieid die alleen in theorie bestaat; Brahma is geen volksgod en heeft geen tempels Vishnoe en Siwa zijn daaren tegen wèl belangrijk. Behalve deze go den worden godinnen vereerd: ook slan- gengoden, die de functie hebben na droogte regen te geven en daarvoor gunstig gestemd worden door feesten en muziekwaarschijnlijk is dit de vereering yan het water en dus een natuurdienst. De tempels zijn kleine gebouwen, wei nig verschillende van gewone huizen; lond de cel •waarin 't beeld slaat, loopt een veranda van houten palen, daarop rust een hoogpuntig dak, dat is de een voudigste vorm. Soms is 't dak meer uitgewerkt en pagode-aclitig in verdiepin gen gebouwd; ook wordt de ingang, met liout snijwerk versierd, 't Beeld is 't centrale punt en is dikwijls door de open deur le zien, zoodat gaven en bloe men zonder binnengaan op den drempel worden neergelegd. De godin, dip. op deze wijze vereerd wordt, wordt niet. als een lieflijke vrouw afgebeeld, maar als een slriidende en beschermende geest öio in ieder van haar 8 armen een wapen zwaait om er den buffelreus mee te verslaan. De buffel ligt dan ook overwonnen aan haar voetcD. De god- beid woont in den tempel als -een ko lling in zijn paleis, en wordt door de priesters als door dienaren verzorgd en bediend; als levende wezens worden de beelden van eten en drinken voorzien, gekleed en gebaad; ze moeten bij fees ten ook bij elkaar op bezoek komen, 't Volk brengt geschenken, om zich van do goddelijke gunst te verzekeren. De priesters houden den naam van den god boog, en vertellen, wouderen over zijn ontstaan en levensloop; zij hebben weinig beschaving en kennis; zij kennen b.v. slechts Sanskriet (de heilige taal), De Hindoes hebben geeii hoog geestelijk leven. Wonderlijk doen de beelden en-ae-wer- eering ons aan! De gezichten zijn dik wijls verwrongen, de bewegingen zoo strijdhaftig, dat een verheven goddelijke rust ver te zoeken is. Boeddha blijft wel is waar onverstoorbaar te midden der booze geesten, die hern van alle kan ten omringen, en Vishnoe stapt meteen machtige zwaai over onderwereld, aar de en liemel, maar wat zijn de afbeel dingen vreemd, en wat zonden we graag nog meer willen weten over de bctee- kénis van de symbolen, over de lal- loozc armen, die om 't lichaam slinge ren. over den opeengcstapelden toren van. 11 hoofden door één godenlichaam ge torst. 1 Een Siwa met 3 oogen, een] iVisliiioe met wreeseliik gr'rinzenden kop, wat al wonderbjkheden, «lie onze lach lust opwekken, maar toch ook onze be langstelling en sympathie Moeilijk is 't ziclï in to'denkeii, dat dit alles ontstaan is uit behoefte tot aanbidding van het wereldbestuur, dat deze afgodendienst ïie nog zoo laag staat, voorkomt uit 't zelfde mcnschenjk gevoel, dat brengt 'tot aanbidden m geest en in waarheid. Haan het oorlogsterrein. In het Pagesbuis te 's-Gravenhage is Zondagnamiddag in tegenwoordigheid van Z. K. H. den Prins, de Roode-Kruis-am-: bulance, bestemd voor Griekenland, offi cieel geïnstalleerd. De Prins maakte mét alle leden der am bulance kennis en sprak ieder afzonderlijk toe. Een aantal leden van bet hoofdcomité Woonde 1 de installatie bij. De leider der ambulance, dr. Bienens de Haan, sprak een opwekkend woord, .ijlen aansporende tot toewijding en plichtsbe. trachting. De secretaris reikte 'den deelnemers aan fdc ambulance een instructie en eenige an- Idere bescheiden over. De beer Lehmann, die deel uitmaakt yan de Ambulance, dankte als consul ge- jicraal van Griekenland, namens Koning, Koningin en Regeering van dat land,- den Prins en het hoofdcomité voor de krach tige medewerking. De ambulance werd ge-, fotographeerd. Zondagavond had de afscheidsbijeen komst plaats in de kliniek van „Het Roode Kruis" in de Jan-van-Nassau-straat met de. leden der naar Griekenland vertrekkende ambulance. H. M. de Koningin-Moeder en Z. K. H. de Prins der Nederlanden vereerden der bijeenkomst met hun tegenwoordigheid. Nadat Ps. 121 1 en 4 waren gezon gen, sprak ds. Cramer een enkel woord naar aanleiding van Ps. 121. Na het zingen van Gezang 273 1 en 11 werd Gods zegen gevraagd over dr. Bierens de Plaan en zijn helpsters, mej. Beynen de directrice en de 2iisters. Toen deze samenkomst, die een zeer eenvoudig karakter droeg, was geëindigd, werden de leden der ambulance door ge neraal De Waal aan H. M. de Koningin- Moeder voorgesteld, die wederom, even als H. M. de Koningin en Z. K. H. do Prins der Nederlanden had getoond hoe zeer het werk der barmhartigheid de liefde heeft van Haar band. De ambulance heeft gistemamiddag om streeks 4 uren de Residentie verlaten om haar bestemming te volgen. Aan het staats spoorwegstation viel den leider dr. Bierens de Haan en den verderen leden van de ambulance een recht hartelijk afscheid ten deel. Reeds gcruimen tijd voor het tijdstip van vertrek heerschte aan het station een bui tengewone levendigheid en weldra verza melde zich in de groote eerste-klasse-wacht-: zaal met de leden van de ambulance een zeer talrijk gezelschap dames en heeren, om van de vertrekkenden afscheid te ne men. Ook was tegenwoordig de 92-jarige eere-presidente van „Het Roode Kruis," mevr. douair. N. van Willes. Tegen bet uur van vertrek kwam Z. K. H. de Prins met zijn adjudant, majoor jbr. Van Suchtelen van de Hacre, om eveneens van Zijn belangstelling te doen blijken. In nen- als goederenven oer ten dienste der uitzending.- Met de ambulance gaat nog mede ba ronesse S. van Ittersum, bestuurslid van de hulpvereeniging van het Yrouwencomité van het Roode Kruis te 's-Gravenhage. Woensdag: Stadsgehoorzaal. Bioscope Leger des hbiis. 's M i d d. h a 1 f z e b. Wijkgébouw Stille Rijn 11. Bijeenkomst ga'eid door JonkTr. S. E. deSavornin Lohmao (Arnhem). 8 uur. Donderdag: Stad»gehoorz3al. Generale repeti'ie Maatschappij Bevordeiing d. Toonkunst. Halfacht. Leid :che Schouwburg. „Frauenfresser", Operette. 8 11 u r. Graanbeu e. Leidsche Bestuurders-Bond. Openb. V ergaderiDg. SprekerR. Steunuis. HaJfnegen. Leidsche Volkshuis Voordracht Prof. Dr. G. Kal if. 8 u u r. Noordwijk-Binneo, Ned.-FIerv. Kerk.Chr. Jongel.- Ver. ,0. R. is Chr." Spreker Ds. J. D. deLind v. "Wijngaarden (.Putten). "Vrij «las: Stadsgehoorzaal. Uitvoering Maatschappij Be vorderiDg d. Toonk «nst, buur. Zaterdag: Salle Amici ia. Alliance "Fran^aiae. SoiréedeM. René—Delbost (Paris). 8 h. du soir. Zondag: Graanbeurs. Dansavond Dansclub .Migoon". S uut. Zomorzorg. Dansclub A L.T.O. buur. 't Posthof. Louise Fleuron. 8 uut. Ongelijks: Bioscope-Théatre Hartman Stationsweg, buur. (Woensdags en Zaterdags ook 2 uur.) in het gebruik is. Ge maakt er meer koppen cacao van dan van dezelfde hoeveelheid van welke andere soort ook. Daarbij is de smaak zoo heerlijk. de Koninklijke wachtkamer ontving de Prins te midden van leden van het hoofd comité, de deelnemers aan de ambulance. Met dr. Bierens de Haan, mej. Beynen en meer andere dames en heeren onderhield .Z K. H. zich i\og een wijle, om afscheid- te nemen, en toen was het oogenblik aan gebroken, dat de ambulance-leden htm plaatsen in den extra-trein van de Orient- Express gingen innemen. Het was op het perron geen gemakkelijk doorkomen. Vel was het perron aan het begin en het einde afgezet, doch de belangstellende menigte op het afgezette gedeelte was overtalrijk. Nadat alle leden van de ambulance bun plaatsen hadden ingenomen, kwam de Prins uit de Koninklijke wachtkamer om op het oogenblik, dat het signaal tot ver trek werd gegeven, nog eenmaal dr. Bie rens de Haan de hand tot afscheid te drukken,. Onder daverende hoera's zette de trein zich daarop in beweging, nog nagewuifd zoolang hij in 't gezicht bleef. De vertrek kenden zagen er allen vol goeden moed: uit voor de zware taak, die hun in den vreemde: wacht. Opgewekt beantwoordden zij, staande voor de waggonramen, de har telijke ovatie,- hun gebracht. De trein bestond uit een grooten slaap wagen,- een bagage- en vier goederenwa gens. Op deze laatste was op een wit veld een rood kruis aangebracht met een rand schrift in de Fransche taal: ;,De Ncd-ers landsche Roode Kruis-ambulance in Grie; kenland."- De reis gaat allereerst rechtstreeks naar Brindisi, van daar per boot naar Patras en dan verder per spoor naar Athene,; waar men Vrijdag of Zaterdag denkt aan te komen. De doctoren waren gekleed in een khaki- uniform en droegen een pet niet een wit ten band met 7,Het Roode Kruis." De; rives rige leden der ambulance, dragen Roode; Kruis-armbanden. 'Alle spoorwegmaatschappijen der lans den,- door welke de Nederlandsche Roode Kruis-ambulance de reis naar Griekenland maakt,- hebben voor het 'doel tariefvermin-: dering toegestaan, zoowel voor het per so-. Xn het nummer van onze „Geïllustreerde Premie „Pak me Mee", dat wij Donder dag aan de abonnee daarop verzenden, wordt een begin gemaakt met den oorspron kelijken historisehen roman, getiteld: DONKERE DAG-EN door ELINE VAN STUWE (Jacqueline Iteyneke van Stnwc.) In dezen roman spelende tusschen de 1786 en 1813 geeft de gevierde schrijfster een. beeld van het familieleven in die dagen, van de hinnenlandsche woe lingen en den strijd tusschen Prinsgezinden en Patriotten; daarna een beschrijving van de Fransche overheersching, gevolgd door de Napoleontische onderdrukking met als eindpunt Holland's bevrijding en de terug komst van den zoon van Willem V, onzen eersten Koning Willem I. Hun, die nog niet op onze premie rijn ingeteekend, en dezen boeienden roman in zijn geheel wenschen te volgen, wordt Ter- zocht, ten spoedigste hun wensch daartoe kenbaar te maken. Oeg.tgeest. 'Woensdagavond ta half- ïovan vangen de winter-avondbeurlen in het lokaal Leidsche Buurt aa e Valkenburg. Morgen, 6 dezer,'savonds om halfzeven, vangen de door-de-weekscbe diensten (bjjbsllezlng) in de Ned.-Hervormde Kerk aan. Staking; van Sigarenmaker». Van een uitbreiding der slaking overplaatsen bulten Amsterdam en Den Bosch, welke, volgens het aan „Het Huisgezin" ontleende bericht, binnen li dagen kan worden tegemoet gezien, is, naar .Het Volk" meldt, bU de leiding van de beweging niet» bekend. Bij den chef van de Neder landsche ambulance. Botterdam, 3 November 1912. Het was oen inleiding in den stijl van mijn interview, dat ik te houden dacht: Toen ik een oogenblikje antichambreerde in het weelderig-ingerichte huis aan den Sehiedamschen Singel vóór dr. Bierens de Haan mij ontvangen kon, vond ik bij de waohtkamer-lectuur een tijdschriftafleve ring, waarin een artikel voorkwam over het „Roode Kruis". Hoe wel paste de inhoud van dit schriftuur bij m'n onderwerpEr werd in verteld van de stichting van deze vereeniging, die, vooral in oorlogstijden, zoo groote diensten heeft bewezen en hoe Henri Dunant's boek „Souvenir de Solfe rino" de aanleiding werd tot het ontstaan van dit edele „kruis". Er moet wel een schok van ontzetting door ons oude wereld deel gegaan zijn, toen de Zwitsersche men- schenvriend aan het niet-wetend, niet zoo veel barbaarsch-leed-vermoedend Europa, als ooggetuige, de schrikkelijke ellende van het slagveld van Solferino in 1859 ver telde. Een vloed van innige deernis is uit de bewogen harten losgemaakt. En als een menschehjbe gemoedsbeweging in een der gelijk tijdsmoment zoo hoog in de massa op- golft, wordt zij omgezet in een daad. Aan Dunant's „Souvenir de Solferino" e; de daardoor gewekte verzachting der gemoederen, als beginpunt der Roode Kruis-geschiedenis, is nu ruim een halve eeuw de historie van de barmhartigheid der slagvelden vastgeknoopt. Vijftig jaar van weldoend medelijden, de bloedgedrenkte krijgstooneelen van Midden- en Zuid-Euro pa, van Oost-Azie en van Afrika in het noorden en het zuiden, vormen de verbin ding tusschen het toen en het nu. En ook in dit opzicht zijn de vijftig jaren als één dag, sluit het héden aan het verleden van ue zestiger jaren spatieloos aan. Want wat is het verschil tusschen de menschenmm van 1859 en 1912? De Roode Kruis-amhulances naar den Balkan geven er het antwoord op. Zoover was ik met mijn overpeinzingen en mijn lectuur, toen dr. Bierens de Haan me kwam halen, om mij naar zijn studeer kamer te brengeö. Door de marmeren hal met het overvloedige electrisoh geschijn over de deftige dingen daar, kwamen we in het werkvertrek, waar de volle boeken kasten en de luxe-meubelen op dik tapijt de gedachten aan de strenge studiecel pa ren aan den indruk van een mondainen sa lon. Maar dan een salon op het punt van het vertrek van den eigenaar. Een koffer hier, een stapel reisbenoodigdheden bij elkaar, een verzameling bijeengebundelde papieren, daar, een half-gevulde city-bag op een cra- peaud.... waren teekenen, dat de leider van de Nederlandsche ambulance zich gereed maakte voor de afreis naar Griekenland. Ik mocht het wel waardeeren, dat dr. Bierens de Haan van zijn laatste acht en veertig uren in Holland mij nog eenige oogenhlikken wilde afstaan. Dat ik er on der deze omstandigheden maar een spaar zaam gebruik van maakte voor mijn inter view, zal men billijken. Mijn interview? Boen dr. Bierens de Haan me een plaatsje had ingeruimd, verzocht hij me dadelijk, om mijn verhaal in de krant over dit be zoek niet te geven in den vorm van een vraaggesprek. Dat plaatst mij zoo op den voorgrond, motiveerde de beer Bierens de Haan, en niet waar, het gaat hier niet om een per- sood, maar om de zaak. En wat de zaak betreft, we hebben nog niets gedaan, dus bescheidenheid is van pas. We werden het echter eens over eenige reserves ten opzichte van zijn verzoek en ik hoop> dat hetgeen ik dn dit artikeltje vertel, geen accoordbreuk is. In elk gevat is daarop niet van toepassing, wat ik juist dienzelfden avond toevalligerwijze van een oollega van dr. Bierens de Haan vernam en dat ik hierbij wil mee deel en. De chef van de ambulance is een veelbe reisd inan, iemand, die in verTe landen rijn ambitie voor zijn taakchirurg in het zie kenhuis „Eudokia" te Rotterdam, aan sterkt door nieuwe en vreemde indrukken. Hij kan zich bijvoorbeeld de luxe veroorloo- ven van een vacantiereisje naar Teheran, dat nu juist niet op het zomerprogramma van eiken toerist voorkomen kan, afgezien van het feit, dat niet iedereen een tochtje naar PeTzië verkiezen zon, want zoo'n reis- is niet zoo comfortabel als een Rijnreisje, of een uitstapje naar Amerika, aan boord van een der moderne weeldebooten. Maar wie, zooals de heer BieTens de Haan een diensttijd van bijna twee jaren achter den rug heeft bij een ambulance in Zuid-Afrika, heeft daarmee wel getoond, dat hij niet op ziet tegen wat ongemakken, ontbering zelfs. Want toen ik hem vroeg naar zijn erva ringen, als lid en later ale leider van de Nederlandsche ambulance tijdens den Boe- ren-oorlog, bekende de heer Bierens de Haan hu, dat hij daar heel wat ellende en ontbering had doorgemaakt. Het treft altijd, maakt indruk, wanneer men van iemand hoort, die door de gunstige levensomstandigheden in staat is, een be staan vol van gemakken te leiden, een aan beschaving en luxe gewend niet verwend man, gedreven door ethische motieven, zich te zien overgeven aan een taak, die hem juist van alle comfortabel leven afsluit. Toen ik mijn verwonderende bewondering te kennen gaf, dat de heer Bierens de Haan, na zijn Zuidafiikaansche ervaringen, de tweede maal een ambulance wilde lei den, gaf 'hij me lahoniek ten antwoord: Dat is mijn beroep l Want voegde hij er verklarend aan toe, welk chirurg zal niet met beide handen de gelegenheid aangijpen om zich in zijn vak te bekwamen Het moet dan toch wel een groote liefde voor zijn taak zijnj en die vakambitie be hoort gesteund te worden door een sterk- ontwikkelde en mooie menschelijkheid, wan neer men voor den tweeden keer zich aan zulk een werk wijdt. Maar ik vrees over de streep van ons accoord te komen, en dat Dr. Bierens straks dit artikeltje te Athene, of ergons achter de Grieksche stellingen in de buurt van Larissa lezend, aan belofte-schending zal denken. Trou wens, de am bulance-chef beschouwt zijn heengaan als de vanzdf-sprekendste zaak. Ziet u, zei hij, als men mij dezo opdracht niet had gegeven, w as ik toch van plan geweest van het voorjaar, als de oor log dan nog duurde, mij bij de Bulgaarsche Regeering aan te melden. Doch nu dit aan bod kwam, meende ik dat niet te mogen weigeren, ook omdat er niet veel chirurgen in one land zijn, die ambulance-ervaringen hebben. We spreken over de hulp, die het Roode Kruis aan de legers bewijöb. De toestand is thans zoo, legde m'n zegsman uit-, dat geen legerbestuur, hoe goed de militair^ inrichting van het land ook moge zijn, voor meer dan de helft van de zieken en gewonden kan zorgen. U be grijpt dus, hoe het gaat in staten, als op den Balkan, waar uiteraard de geneeskum dige dienst bij de legers niet zoo ontwik keld is, als in WeetiEuropa. Men moet dus zeer veel aan het Roode Kruis overlaten., De meeste hulp wordt echter niet door de gewonden gevraagd, maar door de zieken; al moge dit vreemd klinken, het is toch zoo. De zorg voor de zieke soldaten kunnen we echter voor het meerendeel overlaten aan minder geschoold personeel, aan man nen en vrouwen, die zich voor de verple ging beschikbaar stellen. De militaire ge neeskundige dienst en de Roodc-Kruis- ambnlanccs kunnen zich dan aan de ge wonden wijden. Als dit artikel onder de oogen der lezers komt is dr. Bierens de Haan met z'n ge- neeeheeren, z'n verpleegsters en verplegers en administratie al op weg naar Brindisi, het Italiaansche kustplaatsje. Maandag middag vertrok de ambulance om kwart over vieren met een extra-trein van zes of zeven waggons uit Den Haag. De waggon» bevatten ook de benoodigdheden voor een volledig chirurgisch hospitaal Woensdag* avond hoopt het gezelschap Brindisi te be* reiken. Dan most men de zee oversteken naar het eiland Korfoe en vandaar gaat de reis naar Athene. Het is echter de vraag, of we in Brin disi meteen weg kunnen, want als ik nAi! hospitaal-goederen niet dadelijk meekrij gen kan, zei dr. Bierens, dan heeft het geen zin, om al naar Korfoe te ver trekken. Het doel van den tocht is voorloO- pig Athene, omdat het ambulance-perso neel zich eerst als lid van het Grieksche Roode Kruis moet laten inschrijven. Dit is gewensoht, omdat de geneesheeren en ver plegers zich moeten stellen onder het Grieksche legerbestuur. De ambulance wordt namelijk een deel van den Griek- schen militairen geneeskundigen dienst. Die medische dienst van het Grieksche leger wordt aangevuld door het Grieksche Roode Kruis. En nu is het voor de eenheid der verantwoordelijkheid, dat de vreemrfè Roode Kruizen zich aldus aansluiten twj het Grieksche. Waarom die voorzichtigheid izal men vragen? 't Is meer dan een admi nistratieve maatregel. Dr. Bierens de Haan vestigde er de aan dacht op, dat een ambulance te velde een' gevaar kan zijn voor heb eigen leger. Im mers, het personeel van een burger-ambu lance is weinig op de hoogte van hetgeen als militair geheim behoort te worden be schouwd. Een dokter of een verpleger kan, zonder het te willen, zonder hot, zelfs to vermoeden, dingen over vertellen, die voor den vijand van groot gewicht zijn. Daarom rijn toezicht- en gecentraliseerde verantwoordelijkheid noodig. Ik heb mij al met de Grieksche Regeé- ring telegrafisch in verbinding gesteld en men zal te Athene een schoolgebouw voor ons inrichten met electrisch licht en water leiding; maar ik heb van de Regeering de meedeeling gekregen, dat men ons mis schien naar het front der troepen cal zen den, omdat daar meer hulp noodig is. Waarom -onze ambulance juist naar Griekenland gaat? herhaalde de heer Bie ren© de Haan een van m'n vragen, dat komt, omdat iemand, die veel met Grie* kenland op heeft het is niet degeen, die men ©r algemeen voor houdt bij het „Roode Kruis" gekomen is met een gift vaJl f 40,000 voor een ambulance naar Grieken land. Een ambulance voor een der andere oorlogvoerende landen was dus uitgesloten^ ook omdat men zonder die f 40,000 de koe ben van een ambulance, die een f 80,000 tot f 90,000 zullen bedragen voor drie of vier maanden vertoevens in den vreemde^ niet zou kunnen dekken. Het Hoofdbe stuur van het Roode Kruis draagb f 10,000 bij en de afdeelingen en belangstellenden de rest. Als we er eenmaal zijn, zullen de kosten! niet soo gToot zijn, wanneer een langer verblijf noodig mocht zijn. Het is dan hoofdzakelijk een voedingskwestie. Als we' het voedsel moeilijk uit Griekenland zelf kunnen betrekken, laat ik iemand te Brin disi meel en vee b.v. in het groot inkoopen. Denkt u dan, dat het nog noodig is, zoolang weg te blijven Och, zei de dokter, de menschen zeggen, dab we te laat weggaan; maar dat kan nu eenmaal niet-anders. Doch als, wat ik niet geloof, de vrede gesloten is, als we itf Griekenland aankomen, dan is onze huïp toch nog zeer noodig. Want, al is de vrede gesloten, dan rijn de gewonden nog niet dadelijk béter, ein digde de heer Bierens de Haan z'n inlich tingen. De Nederlandsche ambulance zal dus in elk geval zeer veel nut doen, meen ik er aan toe te moeten voegen. Met een „goede reis'- heb ik toen afscheid genomen, maar een „tot weerziens" er bij gevoegd omdat dr. Bieren© de Haan zoo vriendelijk was, mij de belofte te doen, me ten bate der lezers bet eerste intevïew te izullen toestaan, wanneer hij van den Bal kan teruggekeerd zal zijn. Dan hoop ik veel wetenswaardigs van zijn ervaringen op het krijgistooneel over te vertellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 2