PERSOVERZICHT.
Financieels mededeelingen.
Aan een artikel in „D e Nederlan-
d e r" over de samenw er k ing van
vrijzinnigen, waarin het blad spot
met bet advies daartoe van de vrijzinnige
partijen, is het volgende ontleend:
'Dat ten aanzien van de twee hoofdpun
ten, die het concentratie-program bevat,
e..i vruchtenbelovende eenheid zou verkre
gen zijn, dat men niet aan een onder vage
termen verborgen schijn-eenheid zich vast
houdt, het wil er voorshands bij ons niet
in. Het is mogelijk, dat de vertegenwoordi
gers van da Vrije Liberalen hebben ge-
meenc^ gerechtigd te zijn uit naam hunner
groep een zoo groot offer te brengen als in
de formuleering van den èisch om „alge
meen kiesrecht zonder correctieven", en dus
zonder versterking van de positie der Eer
ste Kamer, voor di<? groep moet gelegen
zijn, maar wij betwijfelen voorshands of
heel de groep zich voor zulk een offer zal
laten Tinden. Wij denken bijvoorbeeld aan
een man als Van Houten.
Dat de liberale pers in zulk een program
„inderdaad liberale beginselen" terugvindt,
is haar zaak, maar zij moet niet meenen,
dat de ware grond, waarop dit program
gebaseerd is, voor de tegenpartij verborgen
zou blijven, ai is dan ook een clausule opge
nomen, die „een besliste afweer van de so
ciaal-democratie" heet te zijn. Ja, om zulke
beslistheid lacht de sociaal-democratie wat:
het kan haar onverschillig zijn of men links
al pruttelt, zoo men slechts naar haar pij
pen danst....!
Men kan zich nu het buitenkansje Tan
1905, toen men aan het: Weg met Kuyper!
als stembus-programma genoeg had, weg
viel niet al te zeer verwonderen, dat de
linkerzijde het dansje waagt, maar dat
zelfs de vrij-libcrale partij de stijve beenen
nog opnemen zou om mee in het menuet
te zijn, dat is meer dan onze lachspieren
verdragen kunnen.
Of het niet mogelijk is, dat men, aldus
dansende op socialistische melodie, komt
waar men wezen wil? Och jawel, bij een
stembus, en in ons land, is alles mogelijk
Ommen kon het bewijzen.
Het zal zeker mogelijk, en zelfs waar
schijnlijk blijken, zoo men niet ter rech
terzijde zijn bezinning herwint, alle kerkis-
tische tendenzen uitzuivert, en in een krach
tig aaneensluiten heil zoekt.
Tot veel zal de linksche concentratie niet
leiden, wij bedoelen in regeerkrachtigen
zin maar indien zij leiden kon tot ver
helderd inzicht aan de rechterzijde, tot een
besef, dat men bijeen hoort, zoolang de lin
kerzijde, en niet wij, aldus de antithese stel
len blijft, dan had zij toch iets goeds uitge
richt.
En dat het noodig zal zijn, aan rechts
minder te zien naar wat verdeelt dan naar
wat vereenigt, wordt ons in pers en Kamer
thans wel duidelijk gemaakt.
Dat men het toch begrijpe: men rijdt links
thans met de vier uit, een ongelijksoortig
span, dat nog niet veel trekkracht heeft.
Maar de man, die er straks de zweep over
zal leggen is Troelstra.
En dan raken wij onder den voet 1
Het „Utreohfsch Dagblad"
•wijst er in de eerste plaats op, dat met dit
schrijven de weg naar een andere par-
tijgróepeering is afgesloten. Doch wie hier
op nog voor de naaste toekomst meent te
mogen hopen, die bekenne zich maar ge
rust een algeheel gehrek aan politiek in
zicht.
Dat verwerping van de Invaliditeitswet
onwaarschijnlijk is en blijkbaar menig
rechtsch Kamerlid bereid is het beste, wat
hij heeft, te offeren aan den politieken Af
god, doet iederen twijfel verdwijnen of wei-
licht een der coalitie-groepen geneigd zou
zijn de hooge coalitie-dividenden prijs te ge
ven.
Tegenover deze zekerheid moet gehandeh 1
worden, gehandeld door allen, die niet tot
de coalitie behooren of haar politiek nies
langer willen steunen. De politiek is een
zaak van handelen, niet van stilzitten en
uitkijken. Er zal menigeen zijn, die nbch
voor de reehtsohe coalitie nöeh voor een
linksche samentrekking groote bewondering
heeft. Laat hij bedenken, dat hij, wil hij
niet iederen invloed op den gang van
ri lands zaken verliezen, geen andere keuze
heeft. De politiek eischt handelen, eischt
daden, en wij zijn er van overtuigd, dat het-
door de hoofdbesturen der vrijzinnige par
tijen voorgestelde compromis de beste daad
is, die hunnerzijds in overweging had fcu.v
nen gegeven worden.
Vervolgens toont het blad aan, dat de
drie vrijzinnige groepen met dit program
offers hebben gebracht aan de samenwer
king. De vrije-Iiberalen hebben inzake het
kiesrecht zich een opoffering getroost,
vrijzinnig-democraten hebben voor de naak
te toekomst afstand gedaan van de dwang
Verzekering en de „Liberale Unie" heeft
een offer gebracht, doordien in het pro
gram het woord Staatspensionneering niet
Wprclt genoemd.
Van drie 2ijden dus een offer, gebracht
dan wat op het oogenblik onvermijdelijk,
Noodzakelijk is: aan de samenwerking van
de vrijzinnigen. Maar offers, die tegelijk
•ffers zijn aan wat van nog grooter waarde
ïs: aan de belangen van het land.
Het blad hoopt dan ook, dat de drie
Vrijzinnige partijen zullen voldoen aan de
uitnoodigïng barer hoofdbesturen en tot sa
menwerking in 1913 besluiten op den grond
slag van het gepubliceerde stuk.
„D e T ij d" plaatst boven het program
ma de woorden „Akte van. Beschuldiging",
„omdat het grootste deel van heb schrijv -n
inderdaad het barakter daarvan draagt."
Aangeklaagden zijn. de Regeering, de
Bèchtsche meerderheid in do Tweede Ka
mer en in de Eerste Kamer en de Reel t-
eehe dagbladen, voor zoover zij medeplich
tig zijn aan de in 1909 onder de groote
meerderheid der kiezers heerschende opi
nie, waarvan de uitspraak in Juni het ge
volg was.
Natuurlijk wordt hét vonnis niet voltrok-,
ken vóór er van de zijde der beschuldigden
eenige pleidooien worden gevoerd. De ge
legenheid om deze te leveren is er nu.
Voorshands zij hier opgemerkt, dat de hoo
ge toon van dit stuk ons weinig gepast
schijnt. Een liberale coalitie, die zegt strijd
te willen voeren niet alleen tegen de Rech
terzijde, „maar evenzeer tegen de sociaal
democratie", en die niettemin is aangewe
zen om grootendeels te leven van de genade
of ongenade dier sociaal-democratie, ma^e
zich geen illusig, dat men overal in den
lande haar leiding zal aanvaarden, zelfr
al besluiten de afdeeliiïgen der diverse bon
den tot samenwerking.
Het „Handelsblad", dat leedwezen uit
spreekt, dat de goede historische naam
„liberalen" op zijde gezet wordt, zegt met
groote waardeering van den inhoud van
het schrijven kennis te hebben genomen,
en maakt dan de volgende opmerkingen:
Wij hebben in de eerste plaats daarom
het 6trijdprogram der liberalen en de ver
klaring clie- daaraan voorafgaat, met inge
nomenheid begroet, omdat de beginselver
klaring, de uiteenzetting van de idealen,
waarnaar de vereenigde vrijzinnigen stre
ven willen, ons zeer gelukkig lijkt, en om
dat op die basis een parlementaire arbeid
rijk aan goede vruchten voor ons volk en
onze sociale en economische ontwikkeling
mogelijk schijnt.
Een verklaring als deze is een compro
mis. Wanneer één der samenwerkende par
tijen het alleen te zeggen had, zou wellicht
menige zin in de verklaring anders luiden.
Doch zooals het woord, door de besturen
gesproken, thans luidt, moet ieder vrijzin
nige zeggeneen regeering, een parlemen
taire fractie, die op deze wijze en naar die
beginselen werkt en streeft, kan ik steu
nen; zij helpt door haar arbeid ook mijn
denkbeelden en politieke wenschen vooruit
brengen.
Een compromis ;s echter zulk een verkla
ring'toch. En ook wij vinden enkele pun
ten, enkele zinsneden, die wij anders zou
den weneche-n. Thans willen wij daarover
echter niet spreken en slechts wijzen op
verschillende zaken, die onze volledige in
stemming hebben. Er komt in het inleidend
woord bijv. één rinenede voor, die wij har
telijk toejuichen, dat wij ter wille daarvan,
trots menig punt van verschil, een Regee
ring zouden steunen, die naar het hier
neergelegde beginsel zou handelen. Wij be
doelen de passage, waarin gezegd wordt,
dat gestreefd moet worden naar „ontwik
keling van eigen werkzaamheid van arbei
ders en werkgevers naar aansluiting bij
het goede dat uit de vrije maatschappij is
voortgekomen". Die verklaring, en de af
keuring van het staatssocialisme, dat door
de tegenwoordige Regeering ons land
wordt opgedrongen, hebben ons zeer veel
genoegen gedaan, vooral omdat, wij de
vrees koesterden, dat in sommige kringen
bij enkele der vrijzinnige fracties dat
Talrua-P ruisriche staatssocialisme niet zon
der welgevallen werd aanschouwd.
Veel zal afhangen, hoo in de verschillen
de kiesvereenigingen deze verklaring wordt
ontvangen, en in welken geest zij op de
partijdagen der drie fracties wordt opge
vat; meer nog, wii geven Jt toe. van de uit
werking van enkele wenschen, die men zirh
in de verschillende nartiicn voorstelt en diie
ze*v verschillend ziin kan.
Zonder een loyale oovatting ven het te
zamen opgestelde programma beteekent
het samengaan niets En wanneer in de
kiesvereenigingen mocht blijken, dat dit
program slechts nit opportunisme tijdelijk
bij de verkiezingen werd gesteund, met de
bedoeling later door chicanes eigen zin
weer door te drijven, dan zou elke betee-
kenis en elke waarde van de verkregen
overeenstemming verloren gaan.
Wij hopen daarom, dat de geest, die de
leiders van de partijen bezield heeft, de
overtuiging, dat bij dn tegenwoordige roli-
tïeke verhoudingen in Nederland men eigen
beginselen het beste dient, door niet naar
bereiking van alle nolitieke wenschen te
streven, ook bij de kiezers wakker moge
zijn. Ecu eerlijke, krachtige samenwerking
ie. noodig, ten einde in 1913 een parlemen
taire meerderheid te krijgen, die goed en
vruchtbaar werk kan doen en een einde
kan mstken aan de noodlottige on ramp
zalige Regeering. die de sociale en econo-
niheke grondvesten van onzen Staat tra ht
te lederven en vernietigen.
De „M iddelburgsehe Cou-
rait" zet op den voorgrond, dat het
schrijven van de hoofdbesturen der drie
vrijzinnige partijen, aan de aangesloten
vereenïgingen gericht, een zeer scherpe
critiek bevat tegen het beleid van de Re-
geering, die nu aan het roer is.
Het ri de grondslag voor een gemeen
schappelijke actie bij de verkiezingen, dus
een verkiezingsprogram, en wie bij een
verkiezing actie voert tegen een bewind,
meet zeggen waarom hij dat bewind niet
wil.
In die critiek was de een-sgoz'ndheid niet
ver te zoeken. De eensgezindheid in dat
opzicht was trouwens de krachtigste drijf
veer voor het zoeken van hetgeen de oppo
sitie' vereenigt. Zonder dien algemeen en
tegenzin in de heerschende richting zou
het zelfs moeilijk zijn geweest de uitersten
tot toegeven te nopen.
Want er is veel toegegeven. Men h&-
lieeft slechts de grondslagen voor de sa
menwerking te lezen, om te begrijpen dat
menige wenech van de afzonderlijke groe
pen is opgeofferd.
Het blad besluit:
Het ontwerp-prograui moet nog door de
algemeen© vergaderingen der drie organi
saties worden bekrachtigd. Waarschijnlijk
zullen er in alle drie groepen wel enkelin
gen zijn, die niet van toegeven willen we
ten. Maar even waarschijnlijk zal de meer-
derhed zich vóór onveranderde aanneming
verklaren.
En dan kan men aan 't werk gaan voor
den verkiezingsstrijd. De fanfare klonk dit
maal reeds vroeg. Maar er is veel te doen,
en de kenteekenen voor de meeningsefcroo-
mingen onder het Nederlandsch volk zijn
gunstig.
In verband met wat „De Nederlan
der" schreef over het gebeurde te Om
men zegt „Het Centrum":
„De Nederlander" meent, dat
wij uit de Ommensehe verkiezing kunnen
leeren, „dat het ziah blindelings aanslui
ten bij de anti-revolutionnadren, met vol
komen voorbijgaing van de veel gesmade
Christelijk-Historischen, zijn gevaren
heef tl." De katholieken hebben, dunkt
ons, zulk een les niet noodig. Ook tegen
over de anti-rev< tionnairen handhaven
zij hun zelfstandigheid, al beschouwen rrij
hen als loyale bondgenooten. En zeker
verdienen zij niet het verwijt, d'at zij
de Ohristlijk-Historischen veel zouden
smaden, waar zij aan de candid'aten dier
partij niet minder hun ruiterlijken steun
verleenen, dan aan de anti-revolutionnai
ren, zonder daarvoor altijd
met gelijke munt te worden
vergolden.
De uitdrukking, of liever de berispin
gen welke „De Nederlander."
zich hier aan ons adres veroorlooft, mist
inderdaad allen grond.
Veeleer zouden wij het recht hebben,
verwijten te doen aan de partij, waar
van „D e Nederland e'r" het or
gaan ia.
Wij zullen hierop echter Diet door
gaan en willen rekening houden met de
moeilijkheden, welke de doorgaans goed
gezinde C'.-H. leiders hebben te overwin
nen, nu de organisatie bij hun geestver
wanten nog zooveel te wenschen overlaat
en zekere vooroordeelen zoo diep ge
worteld blijken. Maar over één zaak moe
ten wij toch onze verwondering te
leurstelling tevens uitspreken. De
Bronsveldiaansche politiek heeft naar
het ondubbelzinnige woord van ,,D e
Nederlander" te Ommen geze
gevierd. En toch bleef de redactie in ge
breke haar best te doen gelijk de katho
lieke en anti-revolutionnaireD bladen hun
best deden om zulk een uitkomst te
verhoeden. Het viel wel te merken,
dat de candidatuur-Mackay aan de redac
tie niet bijzonder aangenaam was; inaar
een krachtig opkomen voor de can'dida-
tuur Van der Viegte bl-:fi achterwege.
„De Nederlander" onthield zich
van eenige aanbevelihg
Ziedaar een bedenkelijk verschijnsel.
Van een orgaan als „D e N e d e r 1 a n-
d e r" moet leiding uitgaan. Men jueeft
't recht, dit te verwachten. Vooral in een
belangrijk geval als de Ommensehe verkie
zing zeer zeker geweest is. En dat Jt daarbij
niet vierkant frooit maakte tegonove-ij
de Bronsveldiaansche politiek, en met in
spanning van alle kracht de overwin
ning dier politiek trachtte te verijdelen
schept een toestand van onzekerheid,,
waaraan hoe eer hoe beter eert eind dient
te kómen.
Samenwerking der reehtsche partijen
uitnèmend. Maar dan op zóódanige wijs,
dat men op elkander rekenen kan en
geen der bondgenooten direct, noch indi
rect zich het zwijgen late opleggen door
Bronsveldiaansche agitatie.
Onze houding in zake Ommen staat er
boven een artikel in „De N e d e r 1 a n-
d e r" van gisteravond, waarin de redactie
verklaart, dat de indruk, dien de verkiezing
in Ommen thans op haar heeft gemaakt,
een andere is dan die, welken zij nadat de
uitslag bekend was, heeft medegedeeld.
Het artikel zegt:
Niet onduidelijk wordt in bladen van ver
schillende richting onze vrij lijdelijke hou
ding in de Ommensehe verkiezings-kwestie
gelaakt. Wij hebben de kiezers niet geleid
of geadviseerd, en als het ware toegelaten
dat er onrecht geschiedde en geknoeid
werd.
Wat dat onrecht en die knoeierij aangaat,
daarover is nog niet het laatste woord ge
sproken, ja eigenlijk nog niet liet eerste.
Wel hooren wij geweldig uitpakken tegen
baron Mackay en worden 'banvloek en l>e-
leedigende moties de wereld ingezonden,
maar wat er eigenlijk is geschied, wie on
recht gepleegd heeft, daarvan weten wij
niets. Spoedig hopen wij de noodige inlich
tingen te kunnen verschaffen.
I\:ü alleen over onze houding.
Gelijk men weet, houdt cLs Christ.-Hist.
Unie het groote beginsel, dat het kiesdis
trict autonoom is, in eere. De volksverte
genwoordiging moet de vrije uiting zijn van
wat leeft in het volk, niet het product van
een organisatie, door en onder leiding van
goed gedrilde kaders.
Toen er fn het district Ommen, dat zich
in de laatste jaren goed georganiseerd
heeft, de begeerte ontstond om den open
gevallen zetel te bezetten, heeft het hoofd
bestuur der Christ.-Hist. Unie geadvi
seerd, verder kon het niet gaan, die be
geerte te onderdrukken tot i913; niet
echter, op grond, dat het district, ten
gevolge van bindende afspraken, geen
r e o h t had om reeds nu den strijd aan te
binden met de anti-rev. groep. Dat het dis
trict recht had met een eigen candidaat
voor den dag te komen, werd ook door „D e
Standaard" toegegeven.
Intusschen kwam het bericht dat er
provinciale afspraken gemaakt
waren, krachtens welke het ongeoorloofd
zou zijn. een christ.-hlst. candidaat te stel
len. Bewijzen daarvan werden niet gele
verd.
Baron Mackay heeft toen, en alleen
d sarom.de candidatmir niet willen aan
vaarden, waartegen hij in. den aanvang geen
bezwaar had. Hij meende, dat, als er bin
dende afspraak was, men zich daaraan hou
den moest, en trok zich, onbekend als hij
was met den feitelijken toestand, terug.
Allerminst lag het op onzen, weg ons met
die locale aangelegenheid in. te laten. Het
ging hier uitsluitend over een zetel van
rechts; de liberaal kwam in geen geval in
aanmerking. Gegevens om te oordeelen ont
braken ons, en ons gevoelen werd niet ge-,
vraagd.
Beide partijen zijn tegen elkaar te
velde getrokken, maar geen van beide
partijen heeft gepoogd een arbitrale be
slissing te krijgen. Wij vonden de bewe
ringen in sommige biljetten, die ter onzer
kennis kwamen, wel zonderling, maar
de heer Mackay stolid daar buiten, als
hebbende de caDdidatuur niet aanvaard.
Eindelijk vernamen plotseling, dat
de heer Mackay, na in herstemming te
zijn gebracht, besloten had alsnog de
candidatuur te aanvaarden. Op welke
gronden hij dit deed, bleef ons onbekend
en konden wij ook niet te weten komen.
Of men nu in het ddst iet tot inzicht was
gekomen, dat er geen geldige afspraken
waren, wisten wij niet. Of alle voorman
nen der Christ.-Hisit). Unie de candida-
tuur wilden, konden wij niet vernemen.
Alleen wisten wij, dat twee leiders uer
Christ.-Hist. Unie beslist tegen het stel
len van een christ-.-hist. man waren, maar
die beiden woonden buiten het district,
alsmede baron Yan Pallandt, van wien
■wij echter tevens vernamen, dat hij vier
kant inging tegen den wil van het dis
trict zelf.
Hoe zouden wij nu, in dezen toestand,
ons met de zaak hebben Ir. nnen bemoeien
zonder geheel buiten onze bevoegdheid te
gaan, en zonder gevaar te loopen van in
den blinde te tasten?
Slechts tweemaal listen wij ons i ver
de zaak uit, doch zonder op de verkie
zing zelf invloed uit te oefenen.
Wij hebben, toen ons een officieele on.-
derteekeDde circulaire werd ter hand ge
steld, waarin een o. i. uit christ.-hist.
standpunt onjuist motief werd gebezigd
daartegen protest aangetoekend dit
toch gold niet enkel dc verkiezing, maar
dc beginselen onzer partij.
Nadat de uitslag bekend was, hebben
wij, evenals alle andere bladen, den i q-
d r u k meegedeeld, dien de zaak opdat
oogenblik oo ons gemaakt had. Wij
kregen den indruk, dat men hier gehan
deld had enkel uit weerzin tegen de coali
tie en uit „Hefde voor de Ned.-BJerv..
Kerk", een liefde waartegen natuurlijk
niemand bezwaar heeft, maar die buiten
het geding had moeten blijven.
Het schijnt, na al wat wij later verno
men hebben, dat deze indruk een v in
keerde, is geweest; in elk geval komen
wij op de zaak terug. Maar hoe dit z;j
in elk geval blijkt hieruit dat zelfs het
weinige dat wij in deze zaak gedaan heb
ben neg te veel is geweest.
Wij zullen niets verhelen van wat ge
schied is, ma-ar evenmin ons laten uit
het veld. sl/ian door het groote iJawlaiai,
dat van sommige zij~ il gemaakt wordt,
omdat een district het gewaagd heeft dr.
Kuyper te vervangen door een christ.-
hist. Kamerlid. Het zal dan wel blijken,
welke groep heb meeste recht had om
haar geestverwant gekozen te zien,.
Over het gebeurde te Ommen schrijft het
chr.-sociaal weekblad „D e Beuke
laar" o. m.
„D e Nederlander" schrijft nu in
een hoofdartikeltje over Ommen, dat die
verkiezing van den hee-r Mackay tot haar
leedwezen niet als een aanwinst voor de
Chrisbelijk-Historische Unie kan geboekt.
„Het is integendeel een verliespost, in
zoover het uistricü op dit oogenblik Brons-
veldiaansch is geworden. „Terwijl „D e
Nederlander" eindigt met „het
nuchtere feit" vast te stellen, „dat in
Ommen de Bronsveldiaansche politiek
heeft gezegevierd".
Tegen deze voorstelling van. zaken zij
vooreerst protest. „D e Nederlan-
d e r" heeft niet het minste recht het ge
knoei en gedraai bij de Mackay-verldezing
e enigszins to binden aan Bronsveldiaan
sche politiek. Daarvoor is de haam van
dr. Bronsveld in poiiticis veel en veel te
eerlijk. De heer Mackay is een politicus die
nog altoos behoort tot de Chris.-Hist.
Unie, hij is oandidaat gesteld door het
clïstricts-comité dier Unie, dit comité heeft
met alle kracht zijn verkiezing bevorderd.
Zoo is dus thans de heer Mackay Kamer
lid der Chris.-Hist. Unóe.
In zijn politieke gedragingen is de heer
Mackay een Lohman-Kuyper-discdpel, met
dr. Bronsveld heeft hij niets uit te staan.
Hij stamt als politicus uit het coalitie-
milieu, en is van den invloed van zijn kring
wel geenszins vrij gebleven.
En bij dat al is het nu wel mogelijk, dat
de verkiezing* van den heer Mackay be
langrijk© politieke gevolgen heeft, maar
wiji gelooven het voorehands nog niet zoo
grif. „D e Nederlander" heeft met
„Standaar d"-handigheid voor haar
president-commissaris den weg al ietwat
geëffend, bet was gee^ aanwinst voor de
Christ.-Hist. Unie, het was Bronveldiaan-
sche politiek. Waarhij het dan echter, zoo
„D e Nederlander", de vraag blijft,
of de lieer Mackay het aldus heeft b e-
d o e I d.
De intrede van het nieuwe Kamerlid zal
wellicht wat minder aangenaam wezen,
doeh, men vergete niet, hoe er ter coalitie
ai zooveel geknoeid is, dat men er iemand
niet zoo licht op aanziet. Alleen zal de
heer Mackay licht niet aanstonds gewoon
lid der Christ.-Hist. Kaïnercktb worden,
misschien kan hij wel als hoepitont of bui
tengewoon lid worden aangenomen. Dan
slijt liet wel uit.
De verontwaardiging, vooral der anti-
revolu ti onna ire bladen, over het geknoei
iroake Ommen, mag. scherp zijn, in bladen,
die de ridderorden-kwestie, de kweskie-
Y rise her, zoo liandig wisten te verdonke
remanen, 5s zulk een verontwaardiging
altijd ietwat zonderling. Ook dit zal wel
luwen."
De actie in tie sigarenintlastrSe*
De Sigarenmaker", het orgaan vaa
den Ned. Sigarenmakers- en Tabaksbe-
werkersbond, meldt, dat met het oog op
de a. e. staking het hoofdbestuur op grond
van artikel 5 van het huishoudelijk regle
ment besloten heeft, de contributie met 25
cents per lid en per week met ingang van
9 November a. s. te verhoogen.
De mensehlievende Bommen.
In verband met het tegenwoordig# Balkan
conflict herinnert men zich hot idee, dat een
Oostenrljksch dokter in den tyd van den Ja-
panschen oorlog had. Deze dokter vond de
tegenwoordige middelen om te vechten te
moordend en zocht de verschrikkingen van den
oorlog te verzachten en vond een soort bom
ut, niet van metaal, van gelatino echter. By
het vallen verspreidde dit stuk geen flzer-
schervtn maar een soort verstikkend gaa 6D
terstond wAren alle iu de nabijheid ztfnd#
manschappen buiten gevecht
Ra het gevecht konden de echtfndooden
weder opstaau #n voelden ze zich alsof er
niets gebeurd was.
Doze uitvinding, die overigens wonderl^
was, heeft een gebrek, dat naraeiyk een
oorlog eeuwig zou duren, want het aantal
soldaten bleef steeds hetzelfJo.
Men kan toch niet overal om denken.
Schoen makeae en dokters.
In de vergadering van den Nederlandscken
Bond van Schoenmakerspatroonsvereeniging^n
is de verhouding tusschen doctoren en schoen-
makere besproken.
▲Is gevolg van de besprekingen werd deze
motie aangenomen:
De Nederlandsch# Boni van Schoen raakere-
patroonsverceniglngen, in vergadering b\Jeen te
Amsterdam gehoord de besprekingen betreffen
de verhouding tusschen doctoren en schoen
makers by de behandeling van voetgebreken
en de Instelling van een Bondsdiplomavan
oordeel, dat een juiste afbakening van de
bevoegdheid der schoenmakers wenscheiyk Ie;
dat de eischen, te stellen voor het verkregen
van een Bondsdiploma zullen beïnvloed worden
door die afbakening; dat het niet wenscheltJk
is, dat de bepaling van bevoegdheid der
schoenmakers éónzydig door hen zelve ge
schiede; draagt het Bondsbestuur op, te
trachten in overleg met vertegenwoordigers
van de organisatie dor doctoren tot een juiste
bepaling te komen en de instelling van een
Bondsdiploma uit te stellen tot bodoeld overleg
tot resultaat zal hebben geleid.
Volgens het Weekblad van de Gom-
missiebank te Amsterdam, zijn in de
week, geëindigd 29 Oct., door tna-
schenkomst dier Bank verhandeld da
navolgende incourante en minder cou
rante fondsen:
Aand. AJgemeone Hypo theokbank (2ü pet.
gestort) 120 pOfr.
Aand. Amsterdamsehe Book- en Stoendruk-
kep) vjli El Ier man Harms Co .55
Aand Amsterdamsehe Qaler\j-Maatschappy S5 9
Aand. Assam Thee- Kubber MaatschnppUI
Oytmodaiif? ISO
Aand. Assuiantio-Maatsch. tegen Brandschade
on op het Levon de Nederlanden
van lid» F 509
Aand. Bataafijche^ Hypotheekbank (10 pCL
gestort) 133 j
Aand. Cultuur-Maatschappö Moetoran. .71 a
Aand. Dordrecbtsche Metaalwarenfabrlek
voorheen Wod. Bekkers Zn. 111 j
Qew. aand. üveryssolsche Kanalisatie-
Maatschappij U
Gew aand. Drentscho Kanaal-MaatschappU5
Aand. Eerste N ederJandsche Scheepsvorband-
Maatschappy 190
Aand Electra Maatach. voor Electrischo
Stations170 9
Aand, Grint-Maatschappy. .150
Aand. Hollandscho Sociëteit van Levensver
zekeringen 220 9
Aand, Hypotheekbank Holland Amerika
(20 pUt; gestort). .100;
Aand. Koninklijke Msatsch. de Schelde enz. 135 4
Aand. Konlnkiyke Noderlandscbe Locaal-
Spoonveg-Maats chappy 119
Cert v. aand, Ltjm- en Gélatlnefabriek Delft 105
Aand. Maatschappy Een Nationaal Belang 8S B
Aand. Maatschappy Een Nationaal Belang
(zonder dir. how*. No 27j 35
Aand. Maatscb van Assurantie Disconteering
Belooning der Stad Botterdam 110 9
Aand. Maatsch. tot exploitatie der Johannes
Kerkhovenpolder 80 B
Aand. Maatsclï. tot het dry ven van Commissie
handel en hot exploteeren van Pak
huizen Prauwen te Panaroekan325 B
Aand. Mynbouw-Maatschapplj Atjeh 70
Aand. Nationalo Bank voor Belaste Waarden 95
Aand. Nederland Maatsch. tot vorzokering op
het levon. 00 B
Aand. Nedeilandscb-Indische liynbouw-
Maatscbappy 3
Aand.Nederlandscho Bouw-Maatsch. F 205—210 —215^
PCt. öbl. Nedorlandsche Crediet- Voor
schotbank (kL Coupures) 78 pCt>
Aand.Nederlandscbe Maatscb. tot Handhaving
van Stamverwante Belangen in
Zuid-Afrika (in Jiq) - .20 9
Aand.Nederlandscbe Maatsclï tot Zekerheids-
stolling van Ambtenaren
Beambten (12VJ pCt. gestort) 262
Aand. Noord Amerikaanscho Hypotheekbank
(10 pCt. gestort). .110
pCt, afgestempelde ObL Noord-Frlesche
Locaal-Spoorwog-Maatschappy .75 9
Aand. Passage-Maatschappy te Rotterdam 23 n
8 pCt. Obl. Polder van der Eigen 75 9
SX pOt. Obl Provincie Overyssel 1S91 99#
Aand. Vaderlandsche Hypotheekbank (10 pCt.
gestort) 8f> 9
8# pCt. Obl. Voreeniglng totLandverbetoring
to Dordrecht 70 m
Aand. 8toomboofc-Maatsch. Hilligersborg 100
Oprlchtersbewyzen Dordrecbtsche Metaal-
wareniabriek v|b Wed. Bekkers F 15#
Claims Eerste Nedorlandsche Scheepsv#rband-
Maatschappy F 1)9 —1#
OpriehterebewïJzen Holland La Plata Land A
Admiuistratio-Maatsehappy F 50
Oprlclitersbewyzon Houtaaokap Maatschappy
Noord Si Maloor F iG
Opnchtersbew-yzen Javasche Bosch Exploitatie»
Maatschappy. .F 439
Bewyzeu van doelgerechtxgdheid Nederlandsch-
Indischo Landbouw-Maatschappy F 212#
Claims Nedorlandsche Hypotheekbank to
Yeendam F 5
Bevr. van deolger. North Western Pacific
Hypotheekbank F 56
Bewijzen van voorkeur by uitgifte van nieuwe
aandeelon Oost Javastoomferam-
MaatschappijFM
Oprichtersbewyzgn Petroloum-Maatschappö
Moesi ïlir 8
Oprichtersbowyzen Suikerfabriek KeJiredjo T15
OprichterBbewyzen "Wester Suiker Raffi
naderij F 3309—3400