PERSOVERZICHT. Financieels mededeelingen. Aan een artikel in „D e Nederlan- d e r" over de samenw er k ing van vrijzinnigen, waarin het blad spot met bet advies daartoe van de vrijzinnige partijen, is het volgende ontleend: 'Dat ten aanzien van de twee hoofdpun ten, die het concentratie-program bevat, e..i vruchtenbelovende eenheid zou verkre gen zijn, dat men niet aan een onder vage termen verborgen schijn-eenheid zich vast houdt, het wil er voorshands bij ons niet in. Het is mogelijk, dat de vertegenwoordi gers van da Vrije Liberalen hebben ge- meenc^ gerechtigd te zijn uit naam hunner groep een zoo groot offer te brengen als in de formuleering van den èisch om „alge meen kiesrecht zonder correctieven", en dus zonder versterking van de positie der Eer ste Kamer, voor di<? groep moet gelegen zijn, maar wij betwijfelen voorshands of heel de groep zich voor zulk een offer zal laten Tinden. Wij denken bijvoorbeeld aan een man als Van Houten. Dat de liberale pers in zulk een program „inderdaad liberale beginselen" terugvindt, is haar zaak, maar zij moet niet meenen, dat de ware grond, waarop dit program gebaseerd is, voor de tegenpartij verborgen zou blijven, ai is dan ook een clausule opge nomen, die „een besliste afweer van de so ciaal-democratie" heet te zijn. Ja, om zulke beslistheid lacht de sociaal-democratie wat: het kan haar onverschillig zijn of men links al pruttelt, zoo men slechts naar haar pij pen danst....! Men kan zich nu het buitenkansje Tan 1905, toen men aan het: Weg met Kuyper! als stembus-programma genoeg had, weg viel niet al te zeer verwonderen, dat de linkerzijde het dansje waagt, maar dat zelfs de vrij-libcrale partij de stijve beenen nog opnemen zou om mee in het menuet te zijn, dat is meer dan onze lachspieren verdragen kunnen. Of het niet mogelijk is, dat men, aldus dansende op socialistische melodie, komt waar men wezen wil? Och jawel, bij een stembus, en in ons land, is alles mogelijk Ommen kon het bewijzen. Het zal zeker mogelijk, en zelfs waar schijnlijk blijken, zoo men niet ter rech terzijde zijn bezinning herwint, alle kerkis- tische tendenzen uitzuivert, en in een krach tig aaneensluiten heil zoekt. Tot veel zal de linksche concentratie niet leiden, wij bedoelen in regeerkrachtigen zin maar indien zij leiden kon tot ver helderd inzicht aan de rechterzijde, tot een besef, dat men bijeen hoort, zoolang de lin kerzijde, en niet wij, aldus de antithese stel len blijft, dan had zij toch iets goeds uitge richt. En dat het noodig zal zijn, aan rechts minder te zien naar wat verdeelt dan naar wat vereenigt, wordt ons in pers en Kamer thans wel duidelijk gemaakt. Dat men het toch begrijpe: men rijdt links thans met de vier uit, een ongelijksoortig span, dat nog niet veel trekkracht heeft. Maar de man, die er straks de zweep over zal leggen is Troelstra. En dan raken wij onder den voet 1 Het „Utreohfsch Dagblad" •wijst er in de eerste plaats op, dat met dit schrijven de weg naar een andere par- tijgróepeering is afgesloten. Doch wie hier op nog voor de naaste toekomst meent te mogen hopen, die bekenne zich maar ge rust een algeheel gehrek aan politiek in zicht. Dat verwerping van de Invaliditeitswet onwaarschijnlijk is en blijkbaar menig rechtsch Kamerlid bereid is het beste, wat hij heeft, te offeren aan den politieken Af god, doet iederen twijfel verdwijnen of wei- licht een der coalitie-groepen geneigd zou zijn de hooge coalitie-dividenden prijs te ge ven. Tegenover deze zekerheid moet gehandeh 1 worden, gehandeld door allen, die niet tot de coalitie behooren of haar politiek nies langer willen steunen. De politiek is een zaak van handelen, niet van stilzitten en uitkijken. Er zal menigeen zijn, die nbch voor de reehtsohe coalitie nöeh voor een linksche samentrekking groote bewondering heeft. Laat hij bedenken, dat hij, wil hij niet iederen invloed op den gang van ri lands zaken verliezen, geen andere keuze heeft. De politiek eischt handelen, eischt daden, en wij zijn er van overtuigd, dat het- door de hoofdbesturen der vrijzinnige par tijen voorgestelde compromis de beste daad is, die hunnerzijds in overweging had fcu.v nen gegeven worden. Vervolgens toont het blad aan, dat de drie vrijzinnige groepen met dit program offers hebben gebracht aan de samenwer king. De vrije-Iiberalen hebben inzake het kiesrecht zich een opoffering getroost, vrijzinnig-democraten hebben voor de naak te toekomst afstand gedaan van de dwang Verzekering en de „Liberale Unie" heeft een offer gebracht, doordien in het pro gram het woord Staatspensionneering niet Wprclt genoemd. Van drie 2ijden dus een offer, gebracht dan wat op het oogenblik onvermijdelijk, Noodzakelijk is: aan de samenwerking van de vrijzinnigen. Maar offers, die tegelijk •ffers zijn aan wat van nog grooter waarde ïs: aan de belangen van het land. Het blad hoopt dan ook, dat de drie Vrijzinnige partijen zullen voldoen aan de uitnoodigïng barer hoofdbesturen en tot sa menwerking in 1913 besluiten op den grond slag van het gepubliceerde stuk. „D e T ij d" plaatst boven het program ma de woorden „Akte van. Beschuldiging", „omdat het grootste deel van heb schrijv -n inderdaad het barakter daarvan draagt." Aangeklaagden zijn. de Regeering, de Bèchtsche meerderheid in do Tweede Ka mer en in de Eerste Kamer en de Reel t- eehe dagbladen, voor zoover zij medeplich tig zijn aan de in 1909 onder de groote meerderheid der kiezers heerschende opi nie, waarvan de uitspraak in Juni het ge volg was. Natuurlijk wordt hét vonnis niet voltrok-, ken vóór er van de zijde der beschuldigden eenige pleidooien worden gevoerd. De ge legenheid om deze te leveren is er nu. Voorshands zij hier opgemerkt, dat de hoo ge toon van dit stuk ons weinig gepast schijnt. Een liberale coalitie, die zegt strijd te willen voeren niet alleen tegen de Rech terzijde, „maar evenzeer tegen de sociaal democratie", en die niettemin is aangewe zen om grootendeels te leven van de genade of ongenade dier sociaal-democratie, ma^e zich geen illusig, dat men overal in den lande haar leiding zal aanvaarden, zelfr al besluiten de afdeeliiïgen der diverse bon den tot samenwerking. Het „Handelsblad", dat leedwezen uit spreekt, dat de goede historische naam „liberalen" op zijde gezet wordt, zegt met groote waardeering van den inhoud van het schrijven kennis te hebben genomen, en maakt dan de volgende opmerkingen: Wij hebben in de eerste plaats daarom het 6trijdprogram der liberalen en de ver klaring clie- daaraan voorafgaat, met inge nomenheid begroet, omdat de beginselver klaring, de uiteenzetting van de idealen, waarnaar de vereenigde vrijzinnigen stre ven willen, ons zeer gelukkig lijkt, en om dat op die basis een parlementaire arbeid rijk aan goede vruchten voor ons volk en onze sociale en economische ontwikkeling mogelijk schijnt. Een verklaring als deze is een compro mis. Wanneer één der samenwerkende par tijen het alleen te zeggen had, zou wellicht menige zin in de verklaring anders luiden. Doch zooals het woord, door de besturen gesproken, thans luidt, moet ieder vrijzin nige zeggeneen regeering, een parlemen taire fractie, die op deze wijze en naar die beginselen werkt en streeft, kan ik steu nen; zij helpt door haar arbeid ook mijn denkbeelden en politieke wenschen vooruit brengen. Een compromis ;s echter zulk een verkla ring'toch. En ook wij vinden enkele pun ten, enkele zinsneden, die wij anders zou den weneche-n. Thans willen wij daarover echter niet spreken en slechts wijzen op verschillende zaken, die onze volledige in stemming hebben. Er komt in het inleidend woord bijv. één rinenede voor, die wij har telijk toejuichen, dat wij ter wille daarvan, trots menig punt van verschil, een Regee ring zouden steunen, die naar het hier neergelegde beginsel zou handelen. Wij be doelen de passage, waarin gezegd wordt, dat gestreefd moet worden naar „ontwik keling van eigen werkzaamheid van arbei ders en werkgevers naar aansluiting bij het goede dat uit de vrije maatschappij is voortgekomen". Die verklaring, en de af keuring van het staatssocialisme, dat door de tegenwoordige Regeering ons land wordt opgedrongen, hebben ons zeer veel genoegen gedaan, vooral omdat, wij de vrees koesterden, dat in sommige kringen bij enkele der vrijzinnige fracties dat Talrua-P ruisriche staatssocialisme niet zon der welgevallen werd aanschouwd. Veel zal afhangen, hoo in de verschillen de kiesvereenigingen deze verklaring wordt ontvangen, en in welken geest zij op de partijdagen der drie fracties wordt opge vat; meer nog, wii geven Jt toe. van de uit werking van enkele wenschen, die men zirh in de verschillende nartiicn voorstelt en diie ze*v verschillend ziin kan. Zonder een loyale oovatting ven het te zamen opgestelde programma beteekent het samengaan niets En wanneer in de kiesvereenigingen mocht blijken, dat dit program slechts nit opportunisme tijdelijk bij de verkiezingen werd gesteund, met de bedoeling later door chicanes eigen zin weer door te drijven, dan zou elke betee- kenis en elke waarde van de verkregen overeenstemming verloren gaan. Wij hopen daarom, dat de geest, die de leiders van de partijen bezield heeft, de overtuiging, dat bij dn tegenwoordige roli- tïeke verhoudingen in Nederland men eigen beginselen het beste dient, door niet naar bereiking van alle nolitieke wenschen te streven, ook bij de kiezers wakker moge zijn. Ecu eerlijke, krachtige samenwerking ie. noodig, ten einde in 1913 een parlemen taire meerderheid te krijgen, die goed en vruchtbaar werk kan doen en een einde kan mstken aan de noodlottige on ramp zalige Regeering. die de sociale en econo- niheke grondvesten van onzen Staat tra ht te lederven en vernietigen. De „M iddelburgsehe Cou- rait" zet op den voorgrond, dat het schrijven van de hoofdbesturen der drie vrijzinnige partijen, aan de aangesloten vereenïgingen gericht, een zeer scherpe critiek bevat tegen het beleid van de Re- geering, die nu aan het roer is. Het ri de grondslag voor een gemeen schappelijke actie bij de verkiezingen, dus een verkiezingsprogram, en wie bij een verkiezing actie voert tegen een bewind, meet zeggen waarom hij dat bewind niet wil. In die critiek was de een-sgoz'ndheid niet ver te zoeken. De eensgezindheid in dat opzicht was trouwens de krachtigste drijf veer voor het zoeken van hetgeen de oppo sitie' vereenigt. Zonder dien algemeen en tegenzin in de heerschende richting zou het zelfs moeilijk zijn geweest de uitersten tot toegeven te nopen. Want er is veel toegegeven. Men h&- lieeft slechts de grondslagen voor de sa menwerking te lezen, om te begrijpen dat menige wenech van de afzonderlijke groe pen is opgeofferd. Het blad besluit: Het ontwerp-prograui moet nog door de algemeen© vergaderingen der drie organi saties worden bekrachtigd. Waarschijnlijk zullen er in alle drie groepen wel enkelin gen zijn, die niet van toegeven willen we ten. Maar even waarschijnlijk zal de meer- derhed zich vóór onveranderde aanneming verklaren. En dan kan men aan 't werk gaan voor den verkiezingsstrijd. De fanfare klonk dit maal reeds vroeg. Maar er is veel te doen, en de kenteekenen voor de meeningsefcroo- mingen onder het Nederlandsch volk zijn gunstig. In verband met wat „De Nederlan der" schreef over het gebeurde te Om men zegt „Het Centrum": „De Nederlander" meent, dat wij uit de Ommensehe verkiezing kunnen leeren, „dat het ziah blindelings aanslui ten bij de anti-revolutionnadren, met vol komen voorbijgaing van de veel gesmade Christelijk-Historischen, zijn gevaren heef tl." De katholieken hebben, dunkt ons, zulk een les niet noodig. Ook tegen over de anti-rev< tionnairen handhaven zij hun zelfstandigheid, al beschouwen rrij hen als loyale bondgenooten. En zeker verdienen zij niet het verwijt, d'at zij de Ohristlijk-Historischen veel zouden smaden, waar zij aan de candid'aten dier partij niet minder hun ruiterlijken steun verleenen, dan aan de anti-revolutionnai ren, zonder daarvoor altijd met gelijke munt te worden vergolden. De uitdrukking, of liever de berispin gen welke „De Nederlander." zich hier aan ons adres veroorlooft, mist inderdaad allen grond. Veeleer zouden wij het recht hebben, verwijten te doen aan de partij, waar van „D e Nederland e'r" het or gaan ia. Wij zullen hierop echter Diet door gaan en willen rekening houden met de moeilijkheden, welke de doorgaans goed gezinde C'.-H. leiders hebben te overwin nen, nu de organisatie bij hun geestver wanten nog zooveel te wenschen overlaat en zekere vooroordeelen zoo diep ge worteld blijken. Maar over één zaak moe ten wij toch onze verwondering te leurstelling tevens uitspreken. De Bronsveldiaansche politiek heeft naar het ondubbelzinnige woord van ,,D e Nederlander" te Ommen geze gevierd. En toch bleef de redactie in ge breke haar best te doen gelijk de katho lieke en anti-revolutionnaireD bladen hun best deden om zulk een uitkomst te verhoeden. Het viel wel te merken, dat de candidatuur-Mackay aan de redac tie niet bijzonder aangenaam was; inaar een krachtig opkomen voor de can'dida- tuur Van der Viegte bl-:fi achterwege. „De Nederlander" onthield zich van eenige aanbevelihg Ziedaar een bedenkelijk verschijnsel. Van een orgaan als „D e N e d e r 1 a n- d e r" moet leiding uitgaan. Men jueeft 't recht, dit te verwachten. Vooral in een belangrijk geval als de Ommensehe verkie zing zeer zeker geweest is. En dat Jt daarbij niet vierkant frooit maakte tegonove-ij de Bronsveldiaansche politiek, en met in spanning van alle kracht de overwin ning dier politiek trachtte te verijdelen schept een toestand van onzekerheid,, waaraan hoe eer hoe beter eert eind dient te kómen. Samenwerking der reehtsche partijen uitnèmend. Maar dan op zóódanige wijs, dat men op elkander rekenen kan en geen der bondgenooten direct, noch indi rect zich het zwijgen late opleggen door Bronsveldiaansche agitatie. Onze houding in zake Ommen staat er boven een artikel in „De N e d e r 1 a n- d e r" van gisteravond, waarin de redactie verklaart, dat de indruk, dien de verkiezing in Ommen thans op haar heeft gemaakt, een andere is dan die, welken zij nadat de uitslag bekend was, heeft medegedeeld. Het artikel zegt: Niet onduidelijk wordt in bladen van ver schillende richting onze vrij lijdelijke hou ding in de Ommensehe verkiezings-kwestie gelaakt. Wij hebben de kiezers niet geleid of geadviseerd, en als het ware toegelaten dat er onrecht geschiedde en geknoeid werd. Wat dat onrecht en die knoeierij aangaat, daarover is nog niet het laatste woord ge sproken, ja eigenlijk nog niet liet eerste. Wel hooren wij geweldig uitpakken tegen baron Mackay en worden 'banvloek en l>e- leedigende moties de wereld ingezonden, maar wat er eigenlijk is geschied, wie on recht gepleegd heeft, daarvan weten wij niets. Spoedig hopen wij de noodige inlich tingen te kunnen verschaffen. I\:ü alleen over onze houding. Gelijk men weet, houdt cLs Christ.-Hist. Unie het groote beginsel, dat het kiesdis trict autonoom is, in eere. De volksverte genwoordiging moet de vrije uiting zijn van wat leeft in het volk, niet het product van een organisatie, door en onder leiding van goed gedrilde kaders. Toen er fn het district Ommen, dat zich in de laatste jaren goed georganiseerd heeft, de begeerte ontstond om den open gevallen zetel te bezetten, heeft het hoofd bestuur der Christ.-Hist. Unie geadvi seerd, verder kon het niet gaan, die be geerte te onderdrukken tot i913; niet echter, op grond, dat het district, ten gevolge van bindende afspraken, geen r e o h t had om reeds nu den strijd aan te binden met de anti-rev. groep. Dat het dis trict recht had met een eigen candidaat voor den dag te komen, werd ook door „D e Standaard" toegegeven. Intusschen kwam het bericht dat er provinciale afspraken gemaakt waren, krachtens welke het ongeoorloofd zou zijn. een christ.-hlst. candidaat te stel len. Bewijzen daarvan werden niet gele verd. Baron Mackay heeft toen, en alleen d sarom.de candidatmir niet willen aan vaarden, waartegen hij in. den aanvang geen bezwaar had. Hij meende, dat, als er bin dende afspraak was, men zich daaraan hou den moest, en trok zich, onbekend als hij was met den feitelijken toestand, terug. Allerminst lag het op onzen, weg ons met die locale aangelegenheid in. te laten. Het ging hier uitsluitend over een zetel van rechts; de liberaal kwam in geen geval in aanmerking. Gegevens om te oordeelen ont braken ons, en ons gevoelen werd niet ge-, vraagd. Beide partijen zijn tegen elkaar te velde getrokken, maar geen van beide partijen heeft gepoogd een arbitrale be slissing te krijgen. Wij vonden de bewe ringen in sommige biljetten, die ter onzer kennis kwamen, wel zonderling, maar de heer Mackay stolid daar buiten, als hebbende de caDdidatuur niet aanvaard. Eindelijk vernamen plotseling, dat de heer Mackay, na in herstemming te zijn gebracht, besloten had alsnog de candidatuur te aanvaarden. Op welke gronden hij dit deed, bleef ons onbekend en konden wij ook niet te weten komen. Of men nu in het ddst iet tot inzicht was gekomen, dat er geen geldige afspraken waren, wisten wij niet. Of alle voorman nen der Christ.-Hisit). Unie de candida- tuur wilden, konden wij niet vernemen. Alleen wisten wij, dat twee leiders uer Christ.-Hist. Unie beslist tegen het stel len van een christ-.-hist. man waren, maar die beiden woonden buiten het district, alsmede baron Yan Pallandt, van wien ■wij echter tevens vernamen, dat hij vier kant inging tegen den wil van het dis trict zelf. Hoe zouden wij nu, in dezen toestand, ons met de zaak hebben Ir. nnen bemoeien zonder geheel buiten onze bevoegdheid te gaan, en zonder gevaar te loopen van in den blinde te tasten? Slechts tweemaal listen wij ons i ver de zaak uit, doch zonder op de verkie zing zelf invloed uit te oefenen. Wij hebben, toen ons een officieele on.- derteekeDde circulaire werd ter hand ge steld, waarin een o. i. uit christ.-hist. standpunt onjuist motief werd gebezigd daartegen protest aangetoekend dit toch gold niet enkel dc verkiezing, maar dc beginselen onzer partij. Nadat de uitslag bekend was, hebben wij, evenals alle andere bladen, den i q- d r u k meegedeeld, dien de zaak opdat oogenblik oo ons gemaakt had. Wij kregen den indruk, dat men hier gehan deld had enkel uit weerzin tegen de coali tie en uit „Hefde voor de Ned.-BJerv.. Kerk", een liefde waartegen natuurlijk niemand bezwaar heeft, maar die buiten het geding had moeten blijven. Het schijnt, na al wat wij later verno men hebben, dat deze indruk een v in keerde, is geweest; in elk geval komen wij op de zaak terug. Maar hoe dit z;j in elk geval blijkt hieruit dat zelfs het weinige dat wij in deze zaak gedaan heb ben neg te veel is geweest. Wij zullen niets verhelen van wat ge schied is, ma-ar evenmin ons laten uit het veld. sl/ian door het groote iJawlaiai, dat van sommige zij~ il gemaakt wordt, omdat een district het gewaagd heeft dr. Kuyper te vervangen door een christ.- hist. Kamerlid. Het zal dan wel blijken, welke groep heb meeste recht had om haar geestverwant gekozen te zien,. Over het gebeurde te Ommen schrijft het chr.-sociaal weekblad „D e Beuke laar" o. m. „D e Nederlander" schrijft nu in een hoofdartikeltje over Ommen, dat die verkiezing van den hee-r Mackay tot haar leedwezen niet als een aanwinst voor de Chrisbelijk-Historische Unie kan geboekt. „Het is integendeel een verliespost, in zoover het uistricü op dit oogenblik Brons- veldiaansch is geworden. „Terwijl „D e Nederlander" eindigt met „het nuchtere feit" vast te stellen, „dat in Ommen de Bronsveldiaansche politiek heeft gezegevierd". Tegen deze voorstelling van. zaken zij vooreerst protest. „D e Nederlan- d e r" heeft niet het minste recht het ge knoei en gedraai bij de Mackay-verldezing e enigszins to binden aan Bronsveldiaan sche politiek. Daarvoor is de haam van dr. Bronsveld in poiiticis veel en veel te eerlijk. De heer Mackay is een politicus die nog altoos behoort tot de Chris.-Hist. Unie, hij is oandidaat gesteld door het clïstricts-comité dier Unie, dit comité heeft met alle kracht zijn verkiezing bevorderd. Zoo is dus thans de heer Mackay Kamer lid der Chris.-Hist. Unóe. In zijn politieke gedragingen is de heer Mackay een Lohman-Kuyper-discdpel, met dr. Bronsveld heeft hij niets uit te staan. Hij stamt als politicus uit het coalitie- milieu, en is van den invloed van zijn kring wel geenszins vrij gebleven. En bij dat al is het nu wel mogelijk, dat de verkiezing* van den heer Mackay be langrijk© politieke gevolgen heeft, maar wiji gelooven het voorehands nog niet zoo grif. „D e Nederlander" heeft met „Standaar d"-handigheid voor haar president-commissaris den weg al ietwat geëffend, bet was gee^ aanwinst voor de Christ.-Hist. Unie, het was Bronveldiaan- sche politiek. Waarhij het dan echter, zoo „D e Nederlander", de vraag blijft, of de lieer Mackay het aldus heeft b e- d o e I d. De intrede van het nieuwe Kamerlid zal wellicht wat minder aangenaam wezen, doeh, men vergete niet, hoe er ter coalitie ai zooveel geknoeid is, dat men er iemand niet zoo licht op aanziet. Alleen zal de heer Mackay licht niet aanstonds gewoon lid der Christ.-Hist. Kaïnercktb worden, misschien kan hij wel als hoepitont of bui tengewoon lid worden aangenomen. Dan slijt liet wel uit. De verontwaardiging, vooral der anti- revolu ti onna ire bladen, over het geknoei iroake Ommen, mag. scherp zijn, in bladen, die de ridderorden-kwestie, de kweskie- Y rise her, zoo liandig wisten te verdonke remanen, 5s zulk een verontwaardiging altijd ietwat zonderling. Ook dit zal wel luwen." De actie in tie sigarenintlastrSe* De Sigarenmaker", het orgaan vaa den Ned. Sigarenmakers- en Tabaksbe- werkersbond, meldt, dat met het oog op de a. e. staking het hoofdbestuur op grond van artikel 5 van het huishoudelijk regle ment besloten heeft, de contributie met 25 cents per lid en per week met ingang van 9 November a. s. te verhoogen. De mensehlievende Bommen. In verband met het tegenwoordig# Balkan conflict herinnert men zich hot idee, dat een Oostenrljksch dokter in den tyd van den Ja- panschen oorlog had. Deze dokter vond de tegenwoordige middelen om te vechten te moordend en zocht de verschrikkingen van den oorlog te verzachten en vond een soort bom ut, niet van metaal, van gelatino echter. By het vallen verspreidde dit stuk geen flzer- schervtn maar een soort verstikkend gaa 6D terstond wAren alle iu de nabijheid ztfnd# manschappen buiten gevecht Ra het gevecht konden de echtfndooden weder opstaau #n voelden ze zich alsof er niets gebeurd was. Doze uitvinding, die overigens wonderl^ was, heeft een gebrek, dat naraeiyk een oorlog eeuwig zou duren, want het aantal soldaten bleef steeds hetzelfJo. Men kan toch niet overal om denken. Schoen makeae en dokters. In de vergadering van den Nederlandscken Bond van Schoenmakerspatroonsvereeniging^n is de verhouding tusschen doctoren en schoen- makere besproken. ▲Is gevolg van de besprekingen werd deze motie aangenomen: De Nederlandsch# Boni van Schoen raakere- patroonsverceniglngen, in vergadering b\Jeen te Amsterdam gehoord de besprekingen betreffen de verhouding tusschen doctoren en schoen makers by de behandeling van voetgebreken en de Instelling van een Bondsdiplomavan oordeel, dat een juiste afbakening van de bevoegdheid der schoenmakers wenscheiyk Ie; dat de eischen, te stellen voor het verkregen van een Bondsdiploma zullen beïnvloed worden door die afbakening; dat het niet wenscheltJk is, dat de bepaling van bevoegdheid der schoenmakers éónzydig door hen zelve ge schiede; draagt het Bondsbestuur op, te trachten in overleg met vertegenwoordigers van de organisatie dor doctoren tot een juiste bepaling te komen en de instelling van een Bondsdiploma uit te stellen tot bodoeld overleg tot resultaat zal hebben geleid. Volgens het Weekblad van de Gom- missiebank te Amsterdam, zijn in de week, geëindigd 29 Oct., door tna- schenkomst dier Bank verhandeld da navolgende incourante en minder cou rante fondsen: Aand. AJgemeone Hypo theokbank (2ü pet. gestort) 120 pOfr. Aand. Amsterdamsehe Book- en Stoendruk- kep) vjli El Ier man Harms Co .55 Aand Amsterdamsehe Qaler\j-Maatschappy S5 9 Aand. Assam Thee- Kubber MaatschnppUI Oytmodaiif? ISO Aand. Assuiantio-Maatsch. tegen Brandschade on op het Levon de Nederlanden van lid» F 509 Aand. Bataafijche^ Hypotheekbank (10 pCL gestort) 133 j Aand. Cultuur-Maatschappö Moetoran. .71 a Aand. Dordrecbtsche Metaalwarenfabrlek voorheen Wod. Bekkers Zn. 111 j Qew. aand. üveryssolsche Kanalisatie- Maatschappij U Gew aand. Drentscho Kanaal-MaatschappU5 Aand. Eerste N ederJandsche Scheepsvorband- Maatschappy 190 Aand Electra Maatach. voor Electrischo Stations170 9 Aand, Grint-Maatschappy. .150 Aand. Hollandscho Sociëteit van Levensver zekeringen 220 9 Aand, Hypotheekbank Holland Amerika (20 pUt; gestort). .100; Aand. Koninklijke Msatsch. de Schelde enz. 135 4 Aand. Konlnkiyke Noderlandscbe Locaal- Spoonveg-Maats chappy 119 Cert v. aand, Ltjm- en Gélatlnefabriek Delft 105 Aand. Maatschappy Een Nationaal Belang 8S B Aand. Maatschappy Een Nationaal Belang (zonder dir. how*. No 27j 35 Aand. Maatscb van Assurantie Disconteering Belooning der Stad Botterdam 110 9 Aand. Maatsch. tot exploitatie der Johannes Kerkhovenpolder 80 B Aand. Maatsclï. tot het dry ven van Commissie handel en hot exploteeren van Pak huizen Prauwen te Panaroekan325 B Aand. Mynbouw-Maatschapplj Atjeh 70 Aand. Nationalo Bank voor Belaste Waarden 95 Aand. Nederland Maatsch. tot vorzokering op het levon. 00 B Aand. Nedeilandscb-Indische liynbouw- Maatscbappy 3 Aand.Nederlandscho Bouw-Maatsch. F 205—210 —215^ PCt. öbl. Nedorlandsche Crediet- Voor schotbank (kL Coupures) 78 pCt> Aand.Nederlandscbe Maatscb. tot Handhaving van Stamverwante Belangen in Zuid-Afrika (in Jiq) - .20 9 Aand.Nederlandscbe Maatsclï tot Zekerheids- stolling van Ambtenaren Beambten (12VJ pCt. gestort) 262 Aand. Noord Amerikaanscho Hypotheekbank (10 pCt. gestort). .110 pCt, afgestempelde ObL Noord-Frlesche Locaal-Spoorwog-Maatschappy .75 9 Aand. Passage-Maatschappy te Rotterdam 23 n 8 pCt. Obl. Polder van der Eigen 75 9 SX pOt. Obl Provincie Overyssel 1S91 99# Aand. Vaderlandsche Hypotheekbank (10 pCt. gestort) 8f> 9 8# pCt. Obl. Voreeniglng totLandverbetoring to Dordrecht 70 m Aand. 8toomboofc-Maatsch. Hilligersborg 100 Oprlchtersbewyzen Dordrecbtsche Metaal- wareniabriek v|b Wed. Bekkers F 15# Claims Eerste Nedorlandsche Scheepsv#rband- Maatschappy F 1)9 —1# OpriehterebewïJzen Holland La Plata Land A Admiuistratio-Maatsehappy F 50 Oprlclitersbewyzon Houtaaokap Maatschappy Noord Si Maloor F iG Opnchtersbew-yzen Javasche Bosch Exploitatie» Maatschappy. .F 439 Bewyzeu van doelgerechtxgdheid Nederlandsch- Indischo Landbouw-Maatschappy F 212# Claims Nedorlandsche Hypotheekbank to Yeendam F 5 Bevr. van deolger. North Western Pacific Hypotheekbank F 56 Bewijzen van voorkeur by uitgifte van nieuwe aandeelon Oost Javastoomferam- MaatschappijFM Oprichtersbewyzgn Petroloum-Maatschappö Moesi ïlir 8 Oprichtersbowyzen Suikerfabriek KeJiredjo T15 OprichterBbewyzen "Wester Suiker Raffi naderij F 3309—3400

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 6