Uit de Rechtzaal.
Vracien en Antwoorden.
Kaagache Rechtbank.
Wegens diefstal van boeken nifc de Ko
ninklijk© Bibliotheek aan het Lange Voor
hout te 's-Gravenhage heeft terechtgestaan
de 26-jarige gyninastiekonderwijzer aldaar
F. J. J. S.
Beklaagde bekende, op een paar dagen in
Juli 1.1. in do Bibliotheek to zijn geweest,
daar te hebben zitten lezen en toen negen
woordenboeken en eonige andere boeken te
hebben medegenomen en deze op de Markt
aan den houder van een boekenkraampje
te hebben verkocht. Hij zeide dit te hebben
gedaan uit armoede; hij had goen geld, geen
werk en geen onderdak.
Het O. M. eischte zes maanden gevange
nisstraf.
YV o e 8 t r ij d e n.
Deze rechtbank behandelde in hooger be
roep ie zaak van J. A. v. ai P., doerxhn
kantonrechter iü Den Haag veroordeeld tot
f 30 boete, subsidiair 1-1 dagen hechtenis
wegens overtreding van de Motor en Rij-
wielwet door op 30 Mei j. 1. op den .Leid-
echen straatweg door de viaduct van den
spoorweg aan de zijde van de gemeente
Wassenaar te rijden met groote snelheid
zonder signalen te geven.
Beklaagde was niet verschenen.
Twee rijksveldwachters, twee gemeente-
yeiówaohters uit Wa'ssenaar en een politie
agent uit Den Haag verklaarden, dat be
klaagde met zeer groote snelheid bad' ge
reden zonder signalen te geven. Hij zou ge
reden hebben met een snelheid van 70 h SO
P. M.; de inzittenden moesten elkaar vast
houden, zóó snel reed hij. IS adat bekr.
eerst met die snelheid was gereden in de
richting van „Den Deyl", kwam hij later
terugrijden met eveD groote snelheid, en
toen had ö!e auto, blijkbaar door het snel
le rijden zijn achternummer verloren.
'Substituut-officier van justitie mr Del
Campo gend, Camp meende, dat, waar het
rijden mei de bovengenoemde gr>ote ene'
ibeid op zichzelf reeds gevaar opleverde,
afgescheiden nog van het niet geven van
signalen, hier ten onrechte door don kan
tonrechter slechts een geldboete opge
legd. Z. Ed A. eischte veroordeeliDg tot
\weemaal f 25 boete of 10 dagen hechtenis.
2por het vorderen van de bijkomende straf
Tan het ontzeggen van het recht om een
motorrijtuig te besturen vond Z. E. A„
geen termen, omdat nog pas die bijkomen
de straf ten aanzien van bekt.was uitge
sproken.
Am sterdam ach© Rechtbank.
Dood door schuld.
Voor de vijfde kamer is behandeld de zaak'
tegen den 25-jarigen chauffeur T. T. O.,
beklaagd ter zake dat hij in den namid
dag van 23 Aug. j.l. aan de "Wetering
schans to Amsterdam, welke rijweg, naar
hij wist, ten gevolge van den regen zeer
(nat en glad was, als bestuurder van een
grooten, met een aantal ledige vaten beladen
automobiel van de bierbrouwerij „De Am-
stel", welke slechts van één rein en niet van
tnon-slipping-banden was voorzien, verre
gaand onvoorzichtig en roekeloos, met grof
verzuim van de in dezen geboden omzich
tigheid, met een snelheid van omstreeks 17
K.M. per uur daarmede gereden heeft in de
richting van het Prederiksplein, te Amster
dam, en even vóór het Westeinde, niette-
genstaando het drukke kruispunt en het ver
keer aldaar, met dezelfde snelheid doorrij
dend en zonder eenig geluidsignaal te geven
bij het door hem passeeren van een aan de
rechterzijde van den rijweg in dezelfde rich
ting, rijdende handkar zoodanig naar de lin
kerzijde van den rijweg is uitgeweken, dat
do automobiel geheel naar het linker ver
hoogde trottoir is uitgeschoten eu daarbij
den vlak tegen dit trottoir op omstreeks
1772 M. afstands linies vooruit van bedoelde
handkar op oen rijwiel zich bevindenden 13-
jar. Hendrik v. Beek en diens rijwiel heeft
aangereden, waardoor v. B. met 't rijwiel
i>p de straat is gevallen en een geweldigen
stoot of drukking tegen het hoofd hoeft
ontvangen, ton gevolge waarvan hij een uit
gebreide schedelbasis-breuk heeft gekregen,
waaraan hij den volgenden dag is overleden.
In deze zaak waren 22 getuigen gedag
vaard, van wie 2 a décharge.
Het 0. M., van oordeel, dat bekl. onvoor
zichtig en roekeloos gereden heeft op het
zoo gladde natte trottoir, requireerd© togen
hem zes weketn hechtenis.
Rechtbank te Dordrecht.
Vergiftiging en valschheid in
geschrifte.
Voor deze rechtbank is onder buitenge
wone belangstelling de behandeling ten einde
gebracht van de zaak tegen A. M. G., huis-
vtouw van Th. K., gedemicilieerd te Nieuw-
Lekkorland, thans gedetineerd in het huis
van bewaring to Dordrecht. Zij wordt be
schuldigd van vergiftiging van haar vader
A. Q-., door phosphorbrij en van valschheid
in geschrifte, door met haar vaders naam
een levensverzekeringsvoorstel te hebben on
derteekend.
Met het oog op da verschillende deskun
dige rapporten zei het O. M., dat de weten
schap hier in den steek laat en niettegen
staande de vele leugens van bekl. moest spr.
vrijspraak re.quireeren, wegens gebrek aan
bewijs voor wat de moordzaak betreft. De
valschheid in geschrifte achtte de officier-
wettig en overtuigend bewezen en hij vroeg
deswetrc een veroordceling voor den tijd van
vijf jaar.
De 27-jarige bekl. bevindt zich sinds 5
Nov. 1911 in voorarrest.
Bij interlocutoire beschikking heeft de
rechtbank tegen middernacht gelast dat
bekl. den volgenden ochtend om tien uren
in vrijheid zou worden gesteld. Het O. M.
kwam bij zijn repliek tegen de door de
verdediging gevraagde in-vrijheid-stelling
op. Hierop volgde een gloedvol pleidooi
van den verdediger. Na een halfuur in
Raadskamer te hebben vertoefd, deelde de
"rechtbank mede, dat de beklaagde des och
tends in vrijheid gesteld zou worden. De
beslissing lokte op de ondanks het late uur
bezette publieke tribune niet alleen in
stemming uit, maar bracht ook een zicht
bare ontroering teweeg. Alvorens de be
schikking bekend te maken had de presi
dent beklaagde de vraag gesteld waar zij
heen zou gaan, indien beklaagde het Huis
van Bewaring onmiddellijk kon verlaten.
Toen zij daarop op deze vraag het ant
woord moest schuldig blijven, werd be
paald, dat zij 's ochtends op vrije voeten
zou worden gesteld. Haar nog zeer jeugdig
kind vertoeft n.l. bij haar in het Huis van
Bewaring.
Tegen tien uren had zich om het wach
tende rijtuig, waarmede zij -zou wegrijden
een talrijk publiek verzameld. Men liet
haar echter vertrekken van uit het rechts-
gebouw, zoodat zij spoedig en zonder veel
overlast het rijtuig kon bereiken om 10.31
in de richting Rotterdam te vertrekken.
Bij het verlaten van het rechtegebouw
droeg zij haar kindje op haar arm. Ook
haar man (zij is in de gevangenis gehuwd),
had haar opgewacht.
Raad van State.
Yoor de afd. van den Raad van State
voor de geschillen van bestuur is behandeld
het beroep van den heer W. Woldering,
te Yeendam, tegen het besluit van B. en
Ws. van Gouda, waarbij de hem verleen
de vergunning tot het oprichten van een
inrichting voor het mengen van moes (be
stemd voor veevoeder), gedreven door een
stoommachine van 15 P.K. aan het Jaag
pad te Gouda is ingetrokken naar aanlei
ding van klachten over waterverontreini
ging in de naburige polderslooten.
Blijkens het over deze zaak door Staats
raad mr. Cort van der Linden uitgebracht
rapport adviseerden de provinciale hoofd
ingenieur, Gedep. Staten van Zuid-Hol
land en de directeur-generaal van den Ar
beid, die over het beroep werden gehoord,
allen tot handhaving van het bestreden
besluit van B. en Ws.
Appellant, zijn beroep toelichtende, be
weerde, dat de vervuiling van het polder
water niet door zijn fabriek wordt ver
oorzaakt, maar aan andere omstandigheden
moet te wijten zijn. Het zou door bagger
uit een sinds lang vervuilde sloot en door
mest, dat bij vervoer in het water komt,
kunnen geschieden. In verband hiermede
vroeg hij, dat zou worden gelast het. instel
len van een deskundig onderzoek.
De burgemeester van Gouda trachtte
aan te toonen, dat moet worden aangeno
men, dat de oorzaak van de vervuiling van
het water wel degelijk moet worden toe
geschreven aan het afvoerwafcer van de
fabriek, waarin verwerkt wordt een afval
product van de aardappelmeelfabrieken
in Groningen.
Er was een onderzoek ingesteld naar de
oorzaak van de vervuiling, en de uitkomst
van dat onderzoek had tot de intrekking
van de vergunning geleid. De burgemeester
verklaarde, dat het besluit tot intrekking
van de vergunning tot zijn leedwezen werd
genomen, maar dat het noodig was. Alle
plantengroei in de slooten ging te 'niet, ten
gevolge van het afvalwater van de fabriek,
en de visschen in het water stierven.
Mr. M. M. Schim van der Loeff, uit
Gouda, als gemachtigde van een landbou
wer eveneens ter bestrijding van het be
roep van den heer Woldering optredende,
sloot zioh aan bij de mededeelmgen van den
burgemeester en deelde zijnerzijds nog me
de, dat vier koeien van zijn cliënt zijn ge
storven, naar vermoed wordt, ten gevolge
van het drinken van water uit de veront
reinigde slooten. Deze gemachtigde legde
aan de afdeeling over een monster water,
uit een sloot in de omgeving van de fa
briek genomen.
Namens een anderen belanghebbende,
eigenaar van een nabij de fabriek gelegen
perceel, sloot mr. A. van Soest, advocaat
te Utrecht, zich aan bij hetgeen de vorige
sprekers in het midden brachten.
Daarna werden door appellant, die bleef
aandringen op een onpartijdig deskundig
onderzoek, ook zijnerzijds een paar
monsters water overgelegd, om aan te too
nen, dat de vervuiling van het witer het
gevolg is van een oorzaak buiten zijn fa
briek.
De Kon. beslissing volgt later.
Gemeenteraad vanZwammerdam.
Voorzitter: de heer B. G. Fortuyn, bur
gemeester.
Aanwezig alle (7) leden. De Voorzitter
opent de vergadering. De secretaris doet
voorlezing van de notulen der vorige. On
gewijzigd goedgekeurd en geteekend.
Agenda:
lo. Adre6 van A. Domburg, meldende dat
het hem niet is mogen gelukken met de
bekende eigenaren van den weg in Oud-
Bodegraven overeen te komen om aldaar
een goede bestrating te verkrijgen. Yoor
kennisgeving aangenomen.
Uit die dicussie blijkt dat de Binnenpol
der, eigenaar van het eerste gedeelte van
dien weg niet ter vergadering is opgeroe
pen, daar eerst deze omstandigheid n a de
vergadering is gebleken.
2a De kohieren van schoolgelden over
Juli, Augustus en September worden vast
gesteld.
3o. De heer Blommesteyn brengt namens
de begTootingscommis6ie hulde aan het
Dag. Bestuur voor het financieel beleid.
H4j betreurt, dat de voorgestelde 5 opcen
ten niet „af" konden van de plaatselijke
belastingen. Den uitgetrokken post voor
de brandweer acht hij te laag, maar stelt
geen verlaging voor. De Voorzitter betoogt
dat de 5 opcenten noodzakelijk moeten ge
handhaafd blijven.
4o. De jaarwedde van de gemeente-veld
wachters werd verhoogd met f 50, met
6 tegen 1 stem.
De heeren Blommesteyn, de Voorzitter
en de heer C. van Muiswinkel betoogen in
de hieromtrent gevoerde discussie, dat de
levensstandaard dezer gemeente-ambtena
ren, gebiedend eischt, hun een merkwaar
dig bestaan, een onafhankelijke positie te
verschaffen. De tegenstemmer, de heer
J. de Bruyn, voerde aan, dat de veldwach
ters door allerlei hijbaantjes nog aardig
wat extra weten te verdienen.
5o. De jaarwedde van den concierge
wordt vastgesteld op f 75. De heer J. A.
Hoogendijk stelt voor dien post te bren
gen op f 200.
De heer J. de Bruyn voert aan,
dat de vorige titularis altijd f 75 heeft
verdiend. Het geeft geen houding den te-
gemvoordagen titularis, die slechts een
halve maand in functie is zulk een groote
verhooging toe te staan. De heer Hoogen
dijk trekt zijn voorstel in.
60. Straatverlichting. Algemeen wordt
geklaagd over de slechte verlichting. B. en
Ws. zullen deze zaak nader onderzoeken.
Aangenomen wordt de lantaarns 3 dagen
langer te laten branden en niet eerder uit
te doen blijven, vóór de volle maan is in
getreden.
De heer Blommesteyn informeert, of de
keurmeester geregeld de slachtplaatsen in
specteert en verslag inzendt. Toestem
mend beantwoord'.
7o. Hoofdelijke Omslag, De heer Van
Oosterpm informeert, of telken jare de
hoofdei, omslag hooger wordt uitgetrok
ken. De Voorz. antwoordt, dat dit verband
houdt met het geïnde bedrag van het afge-
loopen jaar.
De begrooting w ordt met algemeene stem
men aangenomen in ontvangsten op
f 20,236.33 en in uitgaven op f 20,194.20:
een batig saldo alzoo van f 42.13.
80. Adres van de „Yereeniging tot Nut
en Vermaak van het Schoolkind in den
Tempel" vragende de Op. School no 2.
aldaar te mogen gebruiken voor vergader
lokaal.
De heer Veelenturf betoogt, dat dit moei
lijk zal gaan. De Raad heeft immers on
langs een dergelijk verzoek geweigerd. De
heer De Bruyn vindt het hier een ander
geval. Men vroeg het toen voor een Zon
dagsschool en die was er al in den Tempel.
De heer C. van Muiswinkel zegt, dat die
Zondagsschool niet in den Tempel, maar
in Reeuwijk was. Hij is er echter voor, de
aanvrage toe te staan in het belang van het
kind. De heer Veelenturf gaat hiermede
accoord, maar hoopt, dat bij andere gele
genheden dezelfde gedragslijn zal worden
gevolgd. Met algemeene stemmen toege
staan.
Adres van den heer Van Dissel, te Eind
hoven, ten einde te verkrijgen een recht
van overpad op of in eigendom te hebben
een gedeelte van den tuin achter de voor
malige openb. lagere school No. 1.
0:p voorstel van den heer BlomnBfceyn
gerenvoyeerd aan B. en Ws. ter fine van
advies.
Hierna geheime zitting.
Gemeenteraad Tan Zoetermeer.
Afwezig de wethouder J. Scheer.
Het nieuw-benoemde raadslid de heer J.
van Staalduinen wordt beëedigd en neemt,
na geluk gewenscht te zijn, zitting. Na me
dedeling van verschillende ingekomen
stukken wordt aan de Oranje-vereeniging,
als bijdrage in de kosten van het school
feest, de gewone jaarlijksdhe subsidie van
f25 uit de gemeente-fondsen toegestaan.
Het kohier der schoolgelden over het der
de kwartaal van 1912 wordt vastgesteld tot
een bedrag van f 14.25.
Ingekomen is een verzoek van G. H. Mul
der, sedert 1883 nachtwacht dezer gemeen
te, aan wien als zoodanig en als lantaarn-
ontsteker met ingang van 1 Januari a.s-
eervol ontslag is verleend, om hem in het
genot van een pensioen te willen stellen.
Met algemeene stemmen wordt besloten
hem een jaarlijksch pensioen van f 200 te
verleenen.
Ten slotte komt in behandeling de begroo-
ting dezer gemeente over 1913, die aan de
Raadsleden ter inzage is toegezonden.
Algemeene beschouwingen worden niet
gehouden; heffing van hoofdelijken omslag
of opcenten op het personeel is ook dit jaar
weer niet noodig.
Na behandeling van de verschillende ar
tikelen worden de gewone ontvangsten
vastgesteld op f 13,383.761, de gewone uit
gaven, waaronder f545 voor onvoorziene,
op f 13,380.44.
Het politicschandaal te Kew«York.
Zooveel meineeden als tijdens het te New-
York gevoerde moordproces tegen den po-
litie-luitenant Becker zijn afgelegd, is nog
gedurende geen enkel proces in de Ver-
eenigde Staten voorgekomen. De verklarin
gen der getuigen spreken elkaar zoodanig
tegen, dat men de eigenlijke waarheid niet
meer van de leugen kan onderscheiden.
Niets is opmerkelijker in de Amerikaansche
misdadigerswereld, als de achtelooze wijze,
waarop sommige getuigen juist het tegen
deel als de zuivere waarheid beëedigen, van
hetgeen hun voorgangers verklaard heb
ben. Volgens de verklaringen der getuigen
van de verdediging, is het onmogelijk, de
verhalen van Jack Rose en Bridgie Web-
ber als waarheid aan te nemen. De verde
diging stelt alle pogingen in het werk om
Becker van den electriscben stoel te red
den.
De jury staat intusschen geen gemakke
lijke taak te wachten om het ware van het
onware te scheiden.
Woensdag heeft liet pleidooi plaats ge-*
had van Beckers verdediger, mr. Intyre.,
Zijn red.-voering duurde vier uren. Hij
brandmerkte Rose, Webber, Vall >n
Schepps, de hoofdgetuigen tegen Becker,
als de aanleggers van den moord op Ro
senthal. De aanklacht van Becker was nieta
dan een duivelsche samenzwering van vier
moordenaars, die Rosenthal haatten cn
Becker medegeslee.pt hadden om hun eigen
ellencug leven te redden. Als getuigen zijn
slechts misdadigers en meineedigen ge-
hoord. Zij, die tegen Becker getuigden, wa
ren uitgeworpenen uit maatschappij. Hij
noemde „Billiard Ball", Jack Rose, een
duivelsche jongleur, moordenaar en wraak
zuchtige en uitwerpsel der hel, die zijn ge
zellen magnetiseerde en alle wapenen der
fantasie bezat om den aangeklaagde te be
schuldigen.
De advocaat van den officier van justitie,
Mosz, zeide in zijn pleidooi, dat Rose, Val-
lon en Webber geen strafvrijheid was be
loofd. Dat het onzinnig was te verzekeren,
dat alle schuld op Becker geschoven en de
eigenlijk© moordenaars vrijgesproken wer-,
den. Slechts dat bewijsmateriaal is aange
voerd, dat noodig was om Becker's mede
plichtigheid te bewijzen. Hadden Rose en
de anderen gezwegen, dan zou de moord op
Rosenthal een geheim gebleven zijn. Hij be
sloot zijn rede met te vragen of alleen vooiv
name getuigen konden geloofd worden.
Vraag: Is er voer de minderheid dar
aandeelhouders niets te deen tegen heb b>*j
stuur eaner- naamlooz© vennootschap dat,'
zeker van de stemmen der meerderheid maar
handelt naar welgevallen? Is er geen vmU:
tig of rechterlijk gezag, dat ex officio van.
dergelijke dingen kennis neemt of hij wien'
men zich beklagen kan?
Antwoord: De hoogste macht in de
naamlooze vennootschap is de vergadering
van aandeelhouders. Keurt deze in haar meer
derheid de handelingen van hiet bestuur
goed, dan is er weinig aan te doen. Alleen
indien er tegen de statuten wordt gehandeld
en de vennootschap daardoor huiten staat
raakt aan haar verplichtingen te voldoen,
kan de strafrechter optreden en natuurlij,
wanneer er wordt gefraudeerd op een of
andere wijze. Wij meenen echter dat in
het door u bedoelde geval de Justitie wel
geen aanleiding zal vinden om in te grijpen.
Vraag: Als werkman zijnde en een gjet-.
wonen i nboedel hebbende, hebben de kind-aren
het recht als vader of moeder komt tel
sterven, hun aandeel te vergen? Zoo ja,
wat kan ik daartegen doen en wat koet
zoo'n akte van wie langst leeft, al.
Antwoord: Als gij of uw vrouw sterft,
hebben de kinderen recht op het halve ver
mogen. Bij testament kunt gij hun wel ietó
maar toch niet alles afnemen. Ga er maar
eens met een notaris over spreken. Zoo'n;
akte is niet zoo duur.
Vraag: Met Januari 1911 heb ik aatf
iemand voor f 200 rijwiolonderdeelen ver
kocht. Maar tot dusver heb ik geen geld
gezien. Herhaaldelijk heb ik er hem onf
gevraagd. Nu zegt die persoon dat hij niet
meer betalen wil, omdat hij* met nieuw jaf-f,
1912 geen rekening heeft ontvangen. Kan ik'
hem nu nog vervolgen?
Antwoord: Ja zeker en doe het maar
gauw ook. Maan liem nog eenmaal en stuur
hem dan maar een deurwaarder. Dan zullen
de centjes wel loskomen.
Vraag: Ik ben 22 jaar. Mijn oudtóxia
willen goen toestemming geven tot een hu
welijk. Moet ik nu drie maanden wachten
na den aanteekeningsdag of kan er ieta aan
gedaan worden, dat het gauwer gaat?
Antwoord: Gij hebt de tusschenkomsf
van den kantonrechter noodig. Die drie maan
den gaan in van het oogenblik waarop gij
en uw oudere voor hem zijn verschenen. Snel
lere wegen bestaan niet.
Vraag: Kunt u mij ook zeggen of de
bevolking der jiarde toeneemt of afneemt?.
Antwoord": Zij neemt toe.
doorgegaan, die met grooten ijver be
waakt werd.
Toen dus Gaston zeer aanmatigend de
beste plaats aan de beste tafel in de beste
kamer ingenomen had, was Jean Marie
zoo overbluft door en zoo bang voor de
brutaliteit van het niet in acht nemen van
de etikette, di© bij de maatschappelijke
kringen van Havre in zwang was, dat hij
niet in staat was iets anders te doen dan
bij tusschenpoozen zijn breed© schouders
lo trekken, en met zijn kralen oogen te
draaien in hulpeloozen angst. En dat niet
tegenstaande verscheidene wenkbrauwen
werden opgetrokken ten teeken van on
aangename verrassing.
Gaston van zijn kant wist niets af van
de afkeuring, die zijn binnentreden had
verwekt, evenmin als Jean Marie wist,
hoe hij hierin handelen moest. Toen hij
binnentrad, merkte hij dat de in de ka
mer zittenden edellieden waren, zooals hij
zelf, en hij gevoelde zich altijd zeer op zijn
gemak als hij zich onder zijns gelijken be
vond; den herbergier van een provinciale
herberg vond Gaston zijn aandacht niet
waard. Hij ging op éen punt van de tafel
zitten, met zijn gelaarsde beenen over
elkaar geslagen, zeer op zijn gemak en be
keek van af die hooge plaats op zijn ge
mak en niet zonder eenige brutaliteit het
verzamelde gezelschap.
Hij had nauwelijks den tijd om op de Dor
ische blikken vol trotsche afkeuring te let
ten, di© hem van alle kanten werden toege
worpen, toen de deur eensklaps ruw werd
opengegooid en een brutale jonge man met
vrije manieren en veel lawaai naar binnen
kwam.
„Maar, mijn hemel! mijn waarde Jean
Marie," zei hij met luider stemme. „Is dit
de laatste mode in H&vre? dat de gastheer
niet aan de deur staat om zijn gasten te
ontvangen?... Hévoegde hij er bij, toen
hij eensklaps een vreemdeling in de kamer
ontwaarde. Wie is dat?"
Maar, al dadelijk bij de eerst© woorden,
di© de laatst aangekomene uitgesproken
had, was Gaston de Stainville opgestaan,
en zoodra de jonge man uitgesproken had,
ging hij hem begroeten.
„Niemand anders dan Gaston de Stain
ville, mijn goede Mortémar; het is hem bij
zonder aangenaam, het gezicht van een
vriend te zien."
„Gaston de Stainvilleriep de ander
vroolijk uit, „alle duivels, maar dat is me
een verrassing! Wie zou nu verwacht heb
ben jou hier in dit verwenschte van God
verlaten hol te ontmoeten
„Koningszaken, mijn goede Mortémar,"
zei Gaston, „en als ge het mij veroorloven
ypilt, dan zal ik er even naar gaan kijken
en dan kunnen wij samen soupeeren, hé
Alle duivels, en nu had ik al verwacht dat
ik van verveling zou sterven in dit afgele
gen oord."
„Vervelen? Wat een malle gedachte!
Heeren," voegde de jonge graaf de Morté
mar er bij, met een bevallig armgezwaai
het geheele gezelschap aanwijzend. „Ver
oorloof mij u hier den vohnaaktsten ridder
van den dag voor te stellen, dien ik de eer
heb mijn vriend te noemen en dien ik hoop
dat -wij allen vanavond als onzen gast zul
len kunnen beschouwen. M. Je comte Gas
ton Amedée de Stainville."
Gaston behoefde zich er nu niet meer
over te beklagen, dat bij niet voldoende
welkom werd geheeten. Nu de vreemde
ling door een lid van het gezelschap wa3
voorgesteld, werd hij hartelijk ontvan
gen. Allen stonden op om hem te begroe
ten en velen drukten hem de hand: de
tegenwoordigheid van een edelman uit Ver
sailles, die natuurlijk een massa hof schan
daaltjes, intrigues en lachwekkende ge
schiedenissen zou te vertellen hebben, was
werkelijk een buitenkansje voor dat klei
ne kringetje van Havre, waar het leven
feitelijk één doodelijke verveling was.
„Wat u betreft, waarde Jean Marie,"
zei Montémar nu met spottige strengheid,
„ik vertel je bij dezen dat als deze tafel
hier niet over een uur steunt onder het ge
wicht van den lekkersten en fijnst toeberei
den kapoen, die geheel Normandië kan
voortbrengen, geen van de heeren hier
ooit meer een voet over den drempel zal
zetten. Wat zegt u daarvan, heeren?"
Er kwam een luid toestemmend gemom
pel, gevolgd door gelach en het tikken van
kroezen op de houten tafel.
„In afwachting daarvan," vervolgde
Mortémar, die de leiding scheen genomen
te hebben in den algemeenen wensch om
den bezoeker een krachtig welkom t© hee-
ten, „breng een punchbowl met een glas
brandewijn en een dozijn pruimen geweekt
in kirsch er in. Wees maar niet bang vriend
Stainville," voegde, hij er bij, terwijl hij
Gaston een harden slag op zijn schouder
gaf, „ik verzeker je dat de waard de kunst
verstaat van een bowl te brouwen, die je
in minder dan een halfuur tijds onder de
tafel zal doen liggen."
Een luid handgeklap begroette die vroo
lijk© plagerij.
„In dat geval zal ik eerst mijn zaken
afdoen, voordat uw gastvrij onthaal mij ge
heel hulpeloos maakt," zei Gaston, di© nu
de eerste opwinding "van d© aankomst
voorbij was, de vermoeienissen dien dag
doorstaan, geducht voelde.
„Och, laat die zaken nu maar waaien,"
antwoordde Mortémar. „Als ge na dien
bowl je hoofd even in een emmer met koud
water stopt, zult ge den slimsten notaris
kunnen overtroeven. De punch, schelm,"
seheeuwde hij tegen den dikken waard, „do
punch en gauw wat, M. de Stainville is
moe en verlangt naar een opfrisscliing."
Maar Gaston was in een te ernstige
stemming, zijn doel was te belangrijk om
het afdoen zijner zaken met kapitein Barre
een oogenblik langer uit te stellen dan
strikt noodzakelijk was. Mortémar en zijn
vrienden konden niet weten dat een half
millioen pond de prijs zou zijn voor dien
bowl, aangezien de „Monarch" dan wel
licht haar bevelen niet zou krijgen voor
het vallen der schemering. Hij was wel is
waar dood op en flauw door gebrek aan
een goede voeding, maar als er gejd op
het spel stond, dan legde Gaston de Stain
ville steeds een geestdrift en een mate van
moedige volharding aan den dag een betere
zaak waardig.
„Duizendmaal dank, beste Mortémar, en
11 heeren niet minder/' zei hij nu beleefd
doch beslist, „beschouw mij als het u be
lieft niet als lomp, als ik uw© vriendelijke
gastvrijheid voor het oogenblik moet af
slaan. Eén glas brandewijn om wat op
krachten te koto en en dan moet ik eerst
aan mijn zaken .gaau. Heeren ik zie aan
uw jassen dat de meesten van u in de een
of andere hoedanigheid den Koning die
nen en dus weet u even goed als ik dat de
wetten, die 's Konings bevelen beheerschen
niet verbroken kunnen worden. Ik blijf
niet lang weg, hoogstens een uur; daarna
ben ik tot uw bevelen en zal zoowel de
dankbaarste als de vroolijkste van u allen
zijn."
„Goed gesproken, vriend Stainville,"
zei Mortémar, en breng gij M. de Stain
ville dadelijk een kleine verversching,
Jean Marie. Ik vrees dat ik lastig ben ge
weest, beste vriend," voegde hij er vrien
delijk bij, „maar dat kwam door de vreug
de bij den aanblik van zoo'n eleganten rid
der op deze treurige plek."
Allen knikten toestemmend; zooals Gas
ton al had verondersteld, waren zij allen
soldaten en zeelui en begrepen zij dat
wat plichtsgevoel en gehoorzaamheid aan
de bevelen van den Koning beteekende.
„Misschien zouden we een van allen M-
le comte de Stainville van dienst kunnen
zijn," zei een ernstig edelman die de ko
ninklijke kleuren droeg. „Als hij hier
vreemd is heeft hij misschien behoefte
aan hulp."
„Dat ie goed gesproken," antwoordde
een der anderen, „kan een van ons u mis
schien ergens heenbrengen, M. le comte?"
„Ik ben u meer dan dankbaar, heeren,"
antwoordde Gaston, wien de waard juist
op dat oogenblik een kroes met kruiden
wijn bracht. Hij dronk den beker met één
teug leeg en zette hem neer, voordat hij
vervolgde
„En ik neem dat aanbod tot steun
gaarne aan. Ik ben hier werkelijk vreemd
en wist niet, hoe ik mijn zalmen het vlugst
zou afdoen. Ik moet kapitein Barre, den
commandant van de „Monarch", spreken,
heeren, en dat liefst 200 gauw mogelijk...*®
(Wordt vervolgd)-,