Tweede Kamer
Uit de Rechtzaal.
Ingezonden.
l>e Anisterdamscke borgenieester
en de Amsterdamsche Politiebond.
Op de vraag van ^„vele leden", voorko
mend in het a fdeelings verslag* van hot he.
grootingsondcrzoek van den Baad: „hoe de
burgemeester in het algemeen denkt om
trent liet optreden in het openhaar van de
politiebeambten etn hun optreden als orga
nisatie op openbare vergaderingen", heeft
de burgemeester in de memorie' van beant
woording het volgende verklaard: vdat het
optreden van den Amstördamschen Politie,
bond bedenkelijke verhoudingen begint te
krijgen en dat, met name in dc jongste
openbare vergadering, die van 21 Augustus
j.l., blijkens de dagbladverslagen dingen zijn
gezegd en een houding is aangenomen, die
de uiterste grciis bereikten van wat door de
korpstucht kon worden gedoogd.
Do burgemeester is van oordeel, dat de
Pond, onder zijn tegenwoordige, in 1911
opgetreden bestuurders aan wie herhaal,
delijk is onder het oog gebracht, dat het
bestuurslidmaatschap hunner organisatie hun
geen vrijbrief geeft voor indisciplinaire ge
dragingen en uitingen, daar die functie niet
zoodanig te scheiden is van die van politie
dienaar, dat, wat in deze kwaliteit onge
oorloofd is, in gene zou kunnen worden;
toegelaten voor de door hem voorge
stane belangen optreedt op een wijze, die
op teleurstelling meet uitloopen, omdat niet
kan worden toegelaten, dat de actie, die hij
voert, in botsing komt met de tucht, die
in <>en groot, op militaire leest geschoeid,
korps moet worden onderhouden.
Het ware gewenscht, dat de leiders dit in.
zagen, vóór zij cr op gevoelig»? wijze aan.
moeten worden herinnerd, dat do kruik niet
leindeloos te water kan gaan.
Overigens meent de burgemeester, dat zoo.
wel tegen den A. P-B. als tegenover an-
dcre vereenigingen, die het politiekorps telt,
een volkomen onzijdig standpunt door lrom
moet worden ingenomen, dat allerminst de
aandachtige overweging van door die ver
eenigingen kenbaar gemaakte wcnschen uit
sluit."
Staatszorg voor de paardenfok
ker ij.
De Minister van Landbouw, Nijverheid
Cn Handel zet in dc Memorie van Antwoord
uiteen, dat die wet van 1901 op de paar
denfokkerij op alle mogelijke wijze kan
worden ontdoken. Men glipt door de mazen
van het net heen on door het departement
van Justitie is dan ook reeds sinds langen,
tijd met klem aangedrongen op voorzie
ning in de leemten der wet, daar zij anders
niet bohoorlijk kan worden uitgevoerd. Dat
verscherping der bepalingen noodzakelijk
is, lijdt daarom geen twijfel; dat de voor
gestelde verscherping verder gaat dan noo-
dig is, om het beoogde doel te bereiken,
kan dc minister niet inzien en is ook door
geen enkel voorbeeld gestaafd. Zeker is,
dat vele van de geraadpleegde deskundigen,
dc voorgestelde maxima der straffen nog
aanmerkelijk wilden verzwaren.
Ter tegemoetkoming aan het bezwaar, dat
Me billijke aanspraken van belangkcbbeu-
klen in de wet onvoldoende beschermd wor-
Iden, een bezwaar, waarvan de ernst door
Iden Minister wordt ingezien, is thans, voor
zien door beroep toe te laten van de be
slissingen van subcommissie B "der alge-
fneene keuringscommissie.
Het instellen van afzonderlijke kcurings-
commissiën voor koudbloed- en warmbloed-
hengsten en het vestigen van waarborgen
tegen te menigvuldige dekking door dezelf
de hengsten, willen daarentegen den Minis
ter niet wenschelijk voorkomen.
Door eenige leden is de vrees geuit, dat
idc gewijzigde wet nieuwe uitgaven ten laste
van de schatkist zal brengen, welke in
hoofdzaak zullen ten goede komen aan de
welgestelde landbouwers, die er door in
staat worden gesteld hoogere prijzen voor
hun paarden te bedingen. De Minister
merkt op, dat, hoewel ongetwijfeld de nieu
we wet o.a. 111 verband met de instelling
Cencr beroepsinstantie eenige meerdere uit
gaven zal veroorzaken dan de thans gelden
de, deze uitgaven niet van dien aard zijn,
dat daarvan een ernstige bezwaring der
schatkist het gevolg zal zijn, Bovendien
worden de meerdere kosten voldoende ge
motiveerd door de daaruit voortvloeiende
verhoogde waarborgen, "dat deugdelijk zal
worden gekeurd. Dat de meerdere kosten
ten goede zullen komen aan de welgestelde
landbouwers is tot op zekere hoogte juist,
maar is slechts een middellijk gevolg van
de voorgestelde regeling; het onmid
dellijk gevolg zal zijn, dat de paar
denfokkerij, waarbij, zooals reeds vroeger
is uiteengezet, een groot nationaal belang
is betrokken, wordt bevorderd.
Ten einde het instellen van ongemotiveer
de beroepen zooveel mogelijk af te snij
den, is bepaald, dat, indien de beroeps
commissie den appellant in het ongelijk
stelt en den hengst afkeurt, de eigenaar een
bepaalde som ter vergoeding van kosten
zal moeten storten in 's lands kas. Deze
som zal vermoedelijk honderd gulden be
dragen.
Voorts is het tweede lid van artikel 17
in dier voege veranderd, dat niet door den
Minister van Oorlog een militair lid, doch
door den minister van Landbouw, Nijver
heid cn Handel een lid aan iedere pro
vinciale regelings- en keuringscommissie zal
worden toegevoegd. Aan het slot van het
artikel is echter een nieuw lid opgenomen,
luidende: „Indien in ejn provinciale rege
lingscommissie of een provinciale keu
ringscommissie geen militair als lid zitting
heeft, kan daaraan door Onzen Minister
van Oorlog ,cen militair lid met raadge
vende stem worden toegevoegd."
ItlOCJ.AlIK.S,
a 10 Cent per regel.
4809 49
W&TEÏIZÜÖHT.
De nieren filtreeren de afgewerkte stoffen
en het overtollige water uit het bloed.
Wanneer zij door verzwakking of ziekte
hiertoe niet in staat zijn, blijft het water in
het lichaam achter, hetgeen ook dikwijls
merkbaar is aan de geringere hoeveelheid
urine, die geloosd wordt. Dit heeft tevens
ten gevolge, dat de afscheiding van andere
schadelijke stoffen wordt tegengegaan en
deze schadelijke stoffen oefenen een dus-
danigen invloed uit op de wanden der
bloedvaten, dat deze het water doorlaten.
Het zal zich dan bij voorkeur daaT verzame
len, waar het den minsten tegenstand on
dervindt, dus in de holle plaatsen onder
de huid, als onder de oogleden, in de
polsen, enkels, voeten, enz., waar zwellin
gen gevormd worden. Als men met den
vinger op deze zwellingen drukt, blijft die
indruk eenigen tijd zichtbaar en de zwel
lingen voelen week en papperig aan.
Bovenstaand verschijnsel is niet zelden
een der eerste verschijnselen van een nier
aandoening. Bij veronachtzaming er an kan
het water zich verder ophoopen in de bec-
neD, de buikholte, de borstholte, en het
hart bereiken met noodlottige gevolgen.
Behandelt dus uw nieren bijtijds, zoodat
de waterzucht zich niet kan uitbreiden, maar
in haar oorsprong aangetast wordt. Foster's
Rugpijn Nieren 'Pillen hergeven aan de
nieren haar gezondheid cn stellen haar in
staat om het overtollige water volkomen
af te voeren.
Te Leiden verkrijgbaar bij D. M. Krui-
singa, Nieuwe Rijn 33, Rcyst Krak,
Stecnstr. 41, en D. W. E. F. de Waal, Mare 58.
Toezending geschiedt
franco na ontv. v. post
wissel a fl.75 voor dén,
of f 10 voor zes doozen.
Eischt de echte Poster's
Rugpijn Nieren-Pillen,
weigert elke doos, die
-.iet voorzien is van
nevenstaand handels-
nusi mam. merk.
Beste middel om de schoonheid der hold to
bovordoren. Keizer-Borax maakt de boid zacht en 5
blank. Slechts echt in roodoc&rtouiilO ZO&SOct.
Eoizer-Borax-Zoep 40 et. HelnrlchMack, Ulm a. D.
4476 8
Artsen als materiaal voor de
snijkamer.
In Amerika is het zeer moeilijk lijken
voor ontleding te verkrijgen, daar zelfs
personen, die in publieke inrichtingen ge
storven zijn, slechts dan ontleed mogen
worden, als de naaste bloedverwanten toe
stemming hebben gegeven of de justitie
het gelast heeft. Om voor ontledings-mate-
riaal te zorgen, hebben vaak artsen en
ook wel andere personen hun lijk tot dat
doel beschikbaar gesteld. Thans hebben
200 leden der Vereeniging van geneeshee-
ren te Long-lsland, waartoe ook de dokto
ren van Brooklyn behooren, besloten bij tes
tament hun lijken voor de snijkamer be
schikbaar te stellen. En men denkt, dat
van de overige 800 leden de meerderheid
dit voorbeeld wel zal volgen.
IBooge Kaail.
Een deurwaarderskwestie.
De procureur-generaal bij den Hoogen
Baad, mr. Noyon, concludeerde tot ver
werping van het cassatieberoep, ingesteld
door den Botte,rdamsohen deurwaarder
tegen het vonnis der rechtbank aldaar,
waarbij met bevestiging van het desbe
treffend vonnis van het kantongerecht te
Botterdam do deurwaarder was veroor
deeld om aan den Voogdijraad terug te
betalen hetgeen de Voogdijraad meer had
betaald aan den deurwaarder voor bet
doen van exploiten dan hij, Voogdijraad,
volgens do rekenkamer voor het doen van
exploiten behoefde te betalen.
De Voogdijraad had steeds zooveel maal
75 cents betaald, als er personen door
den deurwaarder gedagvaard werden, ook
al werden meerdere personen bij één ex
ploit gedagvaard.
In dat laatste geval was do Rekenkamer
van oordeel geweest, dat maar éénmaal 75
cents mocht gerekend worden. De recht
bank had het oordeel van de Rekenkamer
juist gevonden, op grond van art. 58 der
Tarief wet, in verband met de al gem ee no
bepaling, aan het hoofd van het tarief
gesteld, inhoudende, dat de deurwaarders
geen andere of hoogere belooningen mo
gen vorderen dan bij de wet zijn toege
staan.
Nog was door den deurwaarder ook een
beroep gedaan hierop, dat deze algeroeene
bepaling bij de wet van 1910 S 182 is in
getrokken, maar wij mogen oordeelen,
dat daarbij door hem werd voorbijgezien,
'lat zij, toen de betalingen werden gedaan
en toen de vordering tot terugbetaling
werd ingesteld, nog.van kracht was. Daar
om was de vraag, wat in art. 58 8 te ver
staan onder het woord „exploit". De deur
waarder vatte het op als „verrichting",
zoodat beteekening van het exploit aan
elke betrokkene een afzonderlijk exploit
is, onverschillig of alle exploiten bij één
acte zijn gedaan.
Procureur-generaal daarentegen was het
met de rechtbank eens, die aan exploit
toekent de beteekenis van „acte".
Uitspraak over vijf weken.
Hnarlem^clie Rechtbank.
Deze rechtbank sprak vrij:
Th. N. Z., arbeider te Hillegom beklaagd
van mishandeling.
Handen thuis.
Een jonge, flinke Hillegommer, stond te
recht wegens mishandeling. Hij had in een
herberg met eenige makkers ruzie gekre- j
gen. 't Gevolg was een vechtpartijtje, waar-
bij de bedoelde Hillegommer zich duchtig 1
weerde. j
De mishandelde, die als getuigen ge-
boord werd, verklaarde, dat hij eenige
geduchte klappen had gekregen. Zij deden
hem veel pijn.
De Hillegommer zal het slaan nu wel zeer
betreuren, want met de Justitie valt niet
te spotten.
Om aan heb recht te voldoen, sloeg de
Officier van Justitie den rechters voor be
klaagde veertien dagen te laten logeeren
in het rijkshotel aan den Harmenjansweg,
om daar den tijd te hebben te bedenken,
dat hij voortaan zijn handen thuis moet hou
den.
Beklaagde verzekerde, da.t een gevange
nisstraf daarvoor niet noodig is; met een
boete zal ik het ook wel onthouden, zoo
zei bij.
Oplichting.
Op 24 Juni vervoegde zich in een manu
factuurwinkel te Haarlemmermeer een
jongmcrisch, om eenige inkoopen te doen.
Hij verklaarde de zoon te zijn van O.,
landbouwer aldaar, en kocht een manches
ter broek, een kiel en een sporthemd. Hij
kreeg dit zonder betaling mee, doch later
bleek, dat een valsohe naam opgegeven was.
De politie nam de zaak, in onderzoek en het
gelukte haar den dader op te sporen. Het
goed werd in beslag genomen én de schade
door den vader vergoed.
Aan het einde van het getuigenverhoor
kwam beklaagde opdagen en toen hij be
kend had do genoemde goederen zich on
rechtmatig te hebben toegeëigend, hoorde
hij door den Officier van Justitie een ge
vangenisstraf van vier dagen tegen zich
eischen.
Beieediging.
De beleedigde was een veldwachter van
Haarlemmermeer, die door een poldcrge-
noot is uitgescholden voor: „gemeene ke
rel".
Tegen den Haarlemmermeerder werd
door het O. M. 50 gulden boete goësoht,
nadat de veldwachter eerst verklaard had,
dat beklaagde er nogal warm bijzit.
Rechtbank te Middelbnrg.
P e r s d e 1 i o t.
Jhr. van B. is door deze rechtbank we
gens hem bdj de dagvaarding ten laste ge
legde opzettelijke aanranding van de eer
en den goeden naam van Rudolphe Giovan-
nini, vroeger vertegenwoordiger van Z. H.
den Paus bij de Nederlandscèie Regeering,
conform den eisch veroordeeld tot f 10 boete
subs. 10 dagen hechtenis.
Honderd jaar bectwortelsniker.
Het is nu juist honderd jaar gelden dat
de Fransche geleerde Delessert in Passy-
de eerste bcetwortelsuikerfabriek opricht
te. Napoleon was van plan, die industrie te
beschermen, door van rijkswege vier fa
brieken en vijf suikerscholen te vestigen.
Napoleon's belangstelling werd vooral op
gewekt, doordat Engeland, toentertijd bena
deeld door het Continentaalstelsel van zijn
kant den prijs van suiker zeer hoog stelde
tot f5 h f 6 per kilo.
Beetwortel suiker was in Indië al eeuwen
voor de Christelijke jaartelling bekend.
Door de Arabieren is zij later in de landen
om de Middellandsche Zee ingevoerd en
toen door de Venetianen verder verspreid.
Geachte Redactie I
Met verwondering heb ik in LTw blad
van Woensdag j.l. het stuk van den heer
Slootweg gelezen. Beleefd verzoek ik u,
naar aanleiding daarvan, nog een klein
plaatsje i voor het volgende, ook van mijn
kant het laatste over deze kwestie.
De heer Slootweg wil het doen voorkó
men, alsof ik zijn stuk „Inkwartiering"
niet goed zou hebben gelezen. Mij dunkt,
dat het nog al ging; zulke duistere taal was
het niet. Wat deed het er toe, of hij schreef
namens zichzelf of namens de 4de comp.
2de bat. Wordt daardoor de grove ondank
baarheid tegenover de kwartieren Leimui-
den en Zevenhoven minder? Hij was de
steller van het stuk en droeg, volgens mijn
bescheiden meening, de verantwoording
voor den duw, dien hij dezen kwartieren
toediende. Nu beweert hij: „ik heb over in
kwartiering te Zevenhoven niet geschreven,
wel over dc ontvangst in. deze gemeente".
Is dat zoo'n reuzenverschil? Wel dege-
1 ij k schreef de heer S.„Overal werd
geklaagd, maar de compagnie was ver
wend." Weidegel ij k had hij het over de
inkwartiering. En deze manier van doen
heeft alleen reden van bestaan, is dhn al
leen geoorloofd, wanneer met recht kan
worden geklaagd. Maar dat was hier geens
zins het geval.
Nu meent hij, dat mijn lof aan Zeven--
hoven niet uit het hart gegrepen is en
vindt hij mijn slotwoord vreemd. Dat heeft
met dc zaak niets te maken. De gastvrij
heid van Z. was boven allen lof; of ze
„extra" was, daar zal ik met den lieer S.
niet over twisten.
Doch waar de heer S. besluit met den
wensch, zich nog eens in de gastvrijheid
van Zevenhoven te mogen verheugen, daar
durf ik schrijven: Wij, Zevenhovers, hopen
verschoond te blijven van logé's als de heer
S. en de zijnen, die blijk geven, een goede
inkwartiering zeer weinig op prijs te stellen,
al doen zij tegenover een „extra", alsof
zij het ontzettend waardeeren. Hij heeft er
de zaak geen dienst mee bewezen.
U beleefd dankend voor de plaatsruinu
te, blijf ik,
Met de meeste hoogachting,
,W. J. BEUMER.
Zevenhoven, 17 Oct. 1912,
Financieels mededeelingen.
Volgens het Weekblad van de Oom-
missiebank te Amsterdam, ztfn in d«
week, geëindigd 16 Oot., door tua-
schenkomst dier Bank verhandeld de
navolgende incourant© en minder cou
rante fondsen:
Aand. Billiton-Maalsch Tweedo Rubriek F 2075
Aaiid. Bouw-MaatschappU Kepootran 200 pCt,
Aaod. Buffot-Maatsch. E Pluribua Unum 104
Aand. CulLuur-Maatschappü Kali Bakar 170
Aand, Eerste Ncdoilandscho Hypothoek-
brlefbank., 130 n
Aand, „Electro" Maalsel», voor Eloctiischo
Stations .170 t
Aand. Exploitatie-Maatscbappy Park Groot
Heasebroek I-53J£
Aand. Fransch HollancLsche Ollefabrieken
Calvo Delft 117
pCt. Obi, Gemeen to Helmont. Leonlng 139) 90 B
Aand. Bouw tori om-Maatsch. Kanuesheuvol F 170
Aand. Grint-MaamchappU .150
Aand. Java Caoutchouc Compagnie .91 B
Aand. Koetoi Exploraiio-Maatschappy. 45
U>.> pCt.Pandbr. MaaslrichtBcho Hypotheekbank 92
Aand. Maatschappij Eeu Nationaal fiolaug- 40
Aand Alaison Ledeboor 105—103
Aand. Mijnbouw Maatschappij Salida .55,
Aand. Nederlandsch Indische Gas-MnaLsch. 21-3
Aand. Eedeilandsch-Indische Mijnbouw-
Mnatschappd .3
Aand. NcilorJandsch Transatlantische Hypo
theekbank joo—103
Aand. Eedeilandsclie Maatsch- van Zeker
heidstelling Yaa Ambtenaren A
Beambten 265
■4 pCt. afgestempelde Obi. Noord Frlesoho
Locaulspoorweg-MaatscUappd 75
Gew. aand, Ooatorscho Hypotheekbank 50 9
Aand, Ovoiysselscho Hypolfoeokoank. 90
4 pCt, Obl. Polder Walcheren 92
4 pCt Obl. Provincie Drent-ho Looning 1)03. 10)
4 pCt Obl. Provincie Drenthe Leeüin? 1907 10)
4 püt Obl. Provincie Overijssel Loeuiug 19Ö7 luo
Aand. Seiio Spoorwog Maatschappij Ahau
Enschede100
5 pCt. Obl Stoomvisscbery-MaatachappiJ de
Kotter 93
Aand. Verzoiceung-Maatschappy Flevo
Pref aand Öuikettabriefc Pooiwokerto 155
Opr. aand. Amsterdam Serdang Tabak-Maatsch F 90
Yolgestoite polisson Loiisico F 83
Opr. aand. Hollands Canada Hypotheekbank F 15)
Opr oand. Houtaonkap Maatschappij Noord
Si Meieer .F 40-30
Opr. aand. insulindo Cultuur Syndicaat F 400
Opr. oaud Javascho BoscU-Exploitatio-
Maatschappy. F 45)
Opr. nand Javasclio Cultuur-Maatschappij. F 450
Winstbow. Kouiukiyke Pakotvaart Maatsch. Fi'203-HM
Opr. aand. Linkungan Borneo Rubber-Maatsch. F 15
Aand. Maatsch. tot cxpl. van Staatsspoorwegen F 95
Bew van deelger. iS'ederlandsch-Amorikaansche
Stoomvaart Maatschappij. F 605
Opr. aand. Nederlandsch üanadooscho Hypo
theekbank F 850
Opr. aand. Noderlandsch Indischo Cultuur»
MaatachappüF 70
01a»nqi3 Nederlandscho Hypotliookbank te
Veehdam. F 1—2.25
Bew. van voorkeur Oost-Java Stoomtram-
Maatschappij F 75
Opr. aand Overüasolscho Hypotheekbank. F 35
Opr. aand. Oveizoescho Hypotheekbank F 60
Opr. aand. Serajoedal Stoomtr.-Maatsch. F 90')
Opr. aand. Suikorlnbr. KaJiredjo F 15
Bow. v. deelgor. Vereonigdo Amorikaanscho
londson Kerkhoven c. s 2de Sbrio
F 50) F 90
Uitlotingcii. Loten fan Brussel
van 1902. Trekking 15 October.
Serie 15274 No. 8 fr. 25,000; serie 3239
No. 22 fr. 1000; serie 18249 No. 18 fr. 500;
serie 1504 No. 25 en serie 5864 No. 13, elk
fx. 250.
De volgende Nos. elk fr. 150:
SN S. N- S. N. S. N.
1504 2 1504 7 1700 5 2284 24
3239 21 5271 24 5864 8 6752 1
12161 5 14646 2 15274 2 15274 10
15274 24 17599 6 17599 16 18249 19
18478 20 2216-1 18 22168 20 22164 22
Alle overige Nos., in onderstaande serieën
vervat, elk fr. 110:
1504 1700 2284 3239 3506 5271 5S64
6752 12161 14646 15274 16951 17599 18219
1847S 22164 25991
zichzelf druk maakte over rekeningen,
op een tijd van den dag, waarop alle an
dere menschen van zijn stand óf op petite
soupers waren óf lekker in bed lagen.
Langzamerhand legde Achilles geon be
langstelling meer aan den dag aangaande
die nachtelijke ondernemingen: zij waren
zoo eentonig en kwamen zoo regelmatig
ter ig dat zij niet opwindend meer waren,
maar vanavond scheen alles veranderd.
In plaats van recht de kamer door te loo-
pen met zijn boeken, bleef hij midden in
staan als het toonbeeld van hulpelooze ont
steltenis,
,,Sst sst sst." fluisterde het angstige
kleine mannetje terwijl hij met een schou
derbeweging de deur der studeerkamer
aanduidde, „hoort u dat?"
M. Achilles boog zijn h-—d om te luiste
ren. Maar hoe zeer hij ook zijn best deed,
kon hij niets anders hooren dan het een
tonig getik van de groote klok aan deu
wand. Hij trok zijne schouders op om
aan te toonen dat de waardige Baptiste
het zich verbeeld had, maar iets op het
verschrompelde gezicht van het mannetje
bracht er hem toe om weer op zijn teenen
naar de deur der studeerkamer te slui
pen en zijn oor nog eens aan het sleutel
gat te houden. Toen schudde hij zijn hoofd
en liep weer op zijn teenen naar liet mid
den der kamer.
,,Ik hoor niets", fluisterde hij. ,,Is u er
zeker van, dat hij er is?
„Zeer zeker!" antwoordde Durand.
„Waarom gaat u dan niet als naar ge
woonte naar binnen?"
„Datdat kan ik nietl"
„Waarom niet?"
„Ik... ik weet het nietHet was als
of ak zoo'n vreemd geluid hoorde, of
Hij bleef steken als om te zoeken naar
woorden, die zijn indruk het best koüden
weergeven.
Hij scheen ze niet te kunnen, vinden en
dus zei hij nog eens:
„Het was een erg vreemd geluid."
„Misschien snurkte mylord in z'n slaap",
opperde de pracfcische Aohilles.
„Neen, neen", zei Durand met veel na
druk.
„Of is hij ziek
„Ja...... misschien.mompelde het
kleine mannetje, „misschien is mylord
ziek
„Dan ga ik dadelijk naar hem toe."
En voordat M. Durand heb hem kon be
letten iets, wat hij zeker gedaan zou
hebben was Achilles weer naar de deur
der studeerkamer geloopen en klopte luid.
Eerst kwam er geen antwoord. M. Aohil
les klopte nog eens en nog eens, waarop
een stem van binnen eensklaps zei:
„Wie is daar?"
„Achilles, mijnheer de markies!" ant
woordde de gedienstige snel.
„Ik heb niets noodig", vervolgde de
stem. „Zeg aan Durand, dat ik hem van
avond niet noodig he-b."
M. Durand liet bijna zijn zware boeken
op den grond vallen.
„Mij niet noodig!" herhaalde hij nog
eens; dan zullen wij verschrikkelijk ten
achter komen
„Wil mylord naar bed gaan?" vroeg
Achilles nogmaals.
„Neen!" kreeg hij ietwat ongeduldig
teu antwoord.
„Wacht maar niet op mij'. Als ik je
mocht noodig hebben, zal ik wel bellen."
Achilles keek Durand' aan en de waardi
ge Baptiste' beantwoordde dien blik vol
verrassing en verbazing. Zij trokken bei
den hun schouders op.
„Er is niets aan te doen, mijn goede
■Baptiste," zei Achilles ten slotte, „gpj
doet het beste met je papieren maar mee
te nemen en naar bed te gaan. Ik ken dab
stemgeluid, ik heb het nog eens gehoord
toen... maar dat doet er niets toe," voegrte
hij er bij, en hield zich op eens in, alsof
kjj vreesde een onbescheidenheid te zul
len zeggen, „kortom, ik weet, dat als
mylord iets op dien toon zegt, hij je dan
niet noodig heefb eD liefst wil dat ge heen
gaat dus mijn beste Durand, hij heefb
je niet noodig en dus kunt gc gaan...
Ziet ge?"
Na dezen zin vol onaantastbare logica
geuit te hebben, wees hij naar de deur.
Durand was op het punt van den goeden
raad van zijn vriend op te volgen, toen
een heftig gebel de stilte verbrak, die in
dat gedeelte van het statig paleis heersch-
te.
„Een bezoeker op zulk een laat uur !"-
dacht de heer Archilles. „Nu, ik dacht al,
dat mylord een schoon en laat bezoek ver
wachtte... hé M. Durand?... en dat dit wel
licht do reden was, waaaxom gij en
weggezonden werden... hé?... en waarom
men vanavond je diensten niet behoefde...
Wel?"
M. Durand twijfelde er aan, ma.ir de
tijd ontbrak om er.over te redekavelen
want er werd voor de tweede maal gebfld
en harder dan den eersten keer, Jiet
noodzaakte Achilles om zich in beweging
te zetteu, zijn das recht te Trekken en zijn
rok glad te strijken, intusschen speet het
M. Durand, dat hij zich verwijderen rao^sfc,
vóórdat hij iets van dat late bezoek afwist;
bij trok zich met zijn boeken, portefeuille
en papieren in een donkeren hoek van de
kamer terug. Het geluicl van naderende
voetstappen kwam al dichterbij, de bezoe
ker werd toegelaten en werd door de re
ceptiekamers rondgeleid door twee knechts
die toortsen droegen. Het volgende cogen
blik werden de deuren, die naar de of Ci
cieele appartementen geleidden, open ge
daan. Achilles ging in het. midden van de
kamer in positie staan, terwijl een heldere
stem van uit de verte aankondigde:
„M. de Markies dc Belle ^sle 1 M. de
graaf de Lugeac!"
Archilles boog zijn breeden rug bijna iu
tweeën. De namen waren hem wel bekend
en vertegen'woordigden, zoo niet de biöèra
van Frankrijk's artistocratie, dan ten min
ste de onzichtbare macht, die op haar Ht
grooten invloed had. De markies de Belle
Isle was de beste vriend van Madame de
Pompadour en monsieur de Lugeac was
haar neef.
„Uw meester... Is hij binnen?
Het was M. de Belle Isle die sprak; zijn
stem klonk hard en gebiedend, de stem
van iemand, die nog lang in de positie ver
keerde te kunnen bevelen.
Mylord is...., hum binnen, monsieur
de markies," zei Achilles, een weinig aarze
lend. Het gebeurde niet dikwijls, dat hij
weifelde in de beoefening van zijn plich
ten, maar de toestand was beslist moeilijk
en hij wist nog niet recht, hoe hij nu be
hoorde te handelen.
Geen der beide edellieden scheen echter
van plan te zijn om hem langer te doen
weifelen.
„Ga hem dadelijk zeggen," zei de M. de
Lugeac, „dat mijnheer de Markies de Bel
le Isle en ik hem een paar minuten zouden
willen spreken."
Toen echter Achilles scheen te aarzelen
want hij zette zich niet vlug in beweging,
maar streek zich met zijn goed onderhou
den hand langs de kin voegde de M. de
Belle Isle er rnet nadruk bij
„Ga knecht! En wel dadelijk... Drom-
melsche ventHoe durft ge te weifelen?"
M. Achilles durfde het werkelijk niet lan
ger doen. M. de Markies de Belle Isle was
geen edelman om den gek mee te scheren,
dus trok hij zijn breede schouders op en
wreef zich in zijn handen ten teeken dat-
de zaak hem over 't hoofd ging en dat hij
zich niet langer aansprakelijk achtte voor
eenig onaangenaam gevolg, dat uit zulk een
buitengewonen inval zou kunnen vocrtkn
men.
Met betamelijke deftigheid schreed hij
naar de deur der studeerkamer, zijn bree
de, rechte rug drukte den tegenzin van zijn
geheele houding uit. Hij klopte nogmaals,
nog iets harder minder aarzelend dan te
voren. De stem van binnen vroeg met ken
nelijk ongeduld:
„Wat is er nu weer?
(Wordt vervolgd).