De Oorlog in den Balkan.
Brieven yan een Leidenaar.
Uit do „Staatscourant".
fjJTo, 16155.
E.EIDSCH BAGBLAÏ5, Zaterdag- 19 October. Vierde Blad.
Anno 1912*
j I.
I - Zou de oorlog in den Balkan werkelijk
0e algemeene belangstelling wekken! Wij
Ifeijn zoo vrij dit te betwijfelen. In de
I eerste plaats is de afstand die ons van het
terrein van strijd scheidt, nogal aanzien-
ïrjlijk in de tweede plaat-s zit er te weinig
[gang in dezen oorlog. Steeds maar kleine
schermutselingen en wie op 't oogenblik cr
[(het beste voorstaat, zouden we met gsen
i i mogelijkheid kunnen zeggen. Zoo b. v. heot
Montenegro het eene oogenblik aan den
winnende hand te zijn, even later ver-
ff neemt men, dat de Turken er danig op
J los hebben gestagen en dat al die mooi*
successen slechts bestaan in de verbeelding
der Montenegrijnen, die, dank zij censuur,
die schitterende wapenfeiten wereldkun-
i dig kunnen maken.
J ]S*u is het niet onmogelijk dat op 't
'oogenblik, we wezen daar reeds eerder op,
;*do Turken klop krijgen, want veel troe-
pen zitten nog in Klein-Azië. Maar is
de Porte met alle maatregelen gereed, dan
[lal 't wel uit zijn ook. Toch werd gisteren
gemeld, dat de Turken Servië en Bulgarije
,waren binnen gedrongen. De vijand trok
terug en had reeds spoorwegbruggen ach
ter zich verbrand. Nu komt uit Belgrado
de verrassende mededeeling, dat de Ser
if yiers Oud-Servië in handen hebben.
I Servische troepen hebben het spoorweg
station te Pristjina bezet en de verbinding
N met Uskub verbroken. De lijn van Mit.ro-
witsa naar Uskub is thans in handen der
J Serviërs. Officieel is hiervan te Belgrado
nog niets bekend en de Regeoring be-
eohouwt dit bericht dan ook als ongegrond.
Uit Belgrado wordt aan de ,,Lokal An-
leiger" gemeld dat een Servische afdee-
ling onmiddellijk na de oorlogsverklaring
over Ristovac naar het Turksche grenssta
tion Ibewzebetse ging en daarna het Ser
vische spoorwegstation bezette.
Des nachts marcheerden de troepen ver
der tot aan Bujanowtze, op 10 K. M. af-
I Btand van de grens gelegen.
Men verwacht binnen twee of drie da
gen een grooten slag bij Kumanowo. De
I strijd bij Mirdare duurde den geheelon dag
voort. Op Servisch gebied zouden 291 ge-
doode Turken gevonden zijn. De Servische
granaten misten him uitwerking niet. Ver-
eoheddJene Turksche blokhuizen zijn plat
geschoten.
Men doe goed de berichten onder reser-
ye te aanvaarden.
In weerwil der démenti's van verschillen
de zijde blijft dé Servische pers rekenen op
hulp uit Rusland.
Uit Salonika wordt gemeld, dat de po
gingen, die vooral door de Servische regee
ring in het werk worden gesteld om de Al-
baneezen op hun zijde te krijgen, zijn bijna
geheel mislukt. Tien duizend gewapende
'Albaneezen vechten reeds op dit oogenblik
in de nabijheid van Uskub en Skoetari met
I den vijand. De meeste Mirdieten hebben
fcieh voor den sultan verklaard en een eed
afgelegd dat zij Turkije zullen verdedigen.
Volgens een bericht uit Konstantinopel,
zijn de Turken bij Poedowelo Servië bin
nengetrokken.
In het Sandajak Novti Bazar wordt ver
goed gevochten, omdat hier Serviërs en
'Montenegrijnen elkaar willen ontmoeten,
vijl ze hier een verbindingsweg, moeten tot
stand brengen tusschen Montenegro eener-
zijds en Servië en Bulgarije anderzijds.
Voor zoover de gevechten aan de Servi
sche grens.
Van den strijd met de Montenegrijnen
yalt weinig te vertellen.
Volgens een telegram uit Konstantdnopel,
bntkent de minister van oorlog, dat de
'Montenegrijnen Skoetari ernstig bedrei
gen. Hij staat met den bevelhebber van
Skoetari in telegrafische verbinding.
1 De geruchten, dat Griekenland zich had
losgemaakt van de andere ötiaten zijn on
juist gebleken. Er wordt aan de zuidelijke
grenzen van Turkije wel degelijk gevochten^
'zijn die vechtpartijen van weinig belang.
Met de Bulgaren zijn de Turken reeds
goed slaags geweest.
De oorlogscorrespondent van de „Tagli-
che Rundsohau" aan Turksche zijde, meldt;
De oorlog is in vollen gang. De operaties
te land hebben reeds tot een gevecht aan
,de Turksch-Bulgaarsche grens, langs den
Levant-spoorweg, geleid. De Turksche
troepen zijn van Moestaf a-pasja uit, langs
de Maritsa getrokken en werden door de
Bulgaren tegengehouden. Uit een voorpos
tengevecht ontstond in den loop van
jiV oensdagavond een vrij hevig gevecht, dat
-tot den ochtend duurde. De strijd scheen
aanvankelijk onbeslist te blijven. Toen de
i Turken, die versterkingen gekregen had
den, plotseling met een goed geslaagden
anfanterie-aanval de Bulgaren uit hun
stellingen wierpen, trokken de Bulgaarsohe
troepen zich langzaam al vechtend op Ha-
ramandi terug. De Turken volgden hen on
geveer 20 K.M. op Bulgaarsch grondgebied.
Bij dit bericht moet men in aanmerking ne
men, dat het uit Konstantinopel verzon
den is.
Volgens een bericht uit Konstantinopel
aan de Londens-che Standard'' hebben de
gezamenlijke Albaneeaenhoofden, die do
drie mUlioen Albaneezen uit de districten
nastir, Uskub, Skoetari en Janina ver
tegenwoordigen, aan de Turksche regee-
rmg verklaard, dat zij nimmer zouden dul
den dat niet Osmanen eenig deel van Albar
më zouden bezetten. Zij verwittigen voorts
de regeering, dat zij gemakkelijk 200,000
gewapende mannen konden verzamelen
om het vaderland te helpen verdedigen.
Ais dat waar is, kunnen de Turken op een
«raohtigen steun rekenen.
Blijkens de gegeven cijfers beschikt
Uurkije over 872.000 man infanterie,- de
verbonden Balkanstaten over 532.000, Voor
pe cavalerie en bereden artillerie zijn deze
enters respectievelijk 48.000 en ie'500
non J°'aal aantal manschappen is du3
e-U.000 en 548.500 voor stukken, veld-.
artillerie 2100 en 916,- voor stukken berg-,
artillerie 498 en 290, voor houwitsers 72
en 68 en voor mitrailleuses 438 en 478.
Maar natuurlijk moet in aanmerking ge
nomen, dat de Turksche. macht nog niet
compleet is.
De bijzondere correspondent van de „Köl-
nisclie Zeitung" te Sofia gat gisteren de
volgende schildering van de stemming in
de stad:
Het is nog steeds prachtig herfstweer.
De courantenj'ongens zijn steeds kleiner
geworden, daar al de grootere jongens als
vrijwilligers dienst genomen hebben in het
leger. Alle bedrijven zijn gestaakt. Van
ochtend vroeg werd de proclamatie van den
Koning aan het volk aan alle hoeken der
straten aangeplakt. Kleine troepen men-
schen staan half luid de korte, kernachtige
zinnen te lezen; vrouwen van het platteland,
met gele bloemen in het haar, blijven nu en
dan staan luisteren. Men hoort niets dan
nu en dan een zucht. Somber staren de
mannen naar de letters, die de Bulgaarsche
mannen oproepen tot den strijd tegen
de halve maan. Allen hebben verwanten in
het leger. Zonder een woord te spreken,
peinzend, met gefronst voorhoofd en de
uitdrukking van sombere vastberadenheid
op het gelaat; gaan zij een voor een weer
weg. Op het kasteel waait thans de vlag
der Koningin,- een leeuw op een rood veld.
De Koningin heeft de zorg voor zieken en
gewonden op zich genomen.
Buiten den Balkan is het conflict niet
zonder invloed. Vooral Russen en Oosten
rijkers zijn zeer verbitterd op elkaar en
in sommige plaatsen is zelfs een zekere
vrees voor oorlog merkbaar.
Het „Neue Wiener Tageblatt" gelooft te
weten, dat een geheime overeenkomst Rus-,
land bindt,- om het leger der verbonden
Balkanstaten te hulp te komen, voor het
geval dat het de nederlaag mocht lijden.
In Kief heeft de verbittering reeds zulke
afmetingen aangenomen, dat het Oosten-
rijksch-Hongaarsche consulaat geplunderd
is. En intusschen blijft Frankrijk onver
moeid voortgaan met haar poging alsnog
feen vredelievende oplossing te vinden.
CCCCXXII.
De geschiedenis herhaalt zich, ook wat
betreft het vraagstuk van de verplichte
winkelsluiting, mede in onze gemeente en
in onzen Gemeenteraad.
De vraag,- die de Gemeenteraad in zijn
eerstvolgende vergadering zaL hebben ts
beantwoorden, n.l. of hier de winkelsluiting
al of niet bij verordening zal worden ge-:
ttegeld, is in de jaren 1906 en 1907 ook
aan de orde geweest en zij zal,- als de be
slissing nii ook weer in ontkennenden zin
uitvalt, ongetwijfeld over eenige jaren weer
aan de orde worden gesteld.
Het is misschien niet overbodig om een
en ander over de zich herhalende geschie
denis, voor zoover het onze gemeente aan
gaat, mede' te dealen. Alle lezers, die "er
belang in stellen, hebben wellicht de stuk
ken, die er betrekking op hebben, niet bij
de hand en op sommige punten laat wel
licht het geheugen dezen en genen in den
steek.
Bij het vele gelijke van de beweging van
voor zes jaar en, nu' is 'er ook verschil. In
1906 was het de inmiddels ontbonden ver-
teeniging ,-,Leidens Belang", voor 't meeren-
deel bestaande uit menschen van den ne
ringdoenden middenstand, die de beweging
hier aan den gang brachten. In dat adres
werd o.m. gezegd,- dat vele winkeliers zich
telkens moeite hebben gegeven om door
onderlinge afspraak tot een behoorlijk slui
tingsuur te komen, maar dat die pogingen
telkens weer zijn mislukt', doordien de on
wil van een enkele of het niet houden" aan
de gemaakte afspraak bij een zeer kleine
minderheid, dje poging der groote meer-:
derheid vruchteloos maakte:
Er kwamen toen andere winkeliers tegen
dit verzoek op, die van de winkelsluiting
een benadeeling van hun zaken duchtten
en daarentegen uit de kringen der werklie
den kwamen tal van adressen van instem--
ming met het verzoek van Leiden's Be-
lang."
Het is nu niet een middenstandsvereeni-
ging, welke de zaak aan den gang heeft ge-:
maakt, maar een organisatie van het win
kelpersoneel, al zijn de sympathi eb etuigin
gen er ditmaal niet minder om.
Verder is er nog eenig verschil in de
wijze van behandeling. B. en Ws. hebben
nu zelf een enquête bij de winkeliers in
gesteld, wat de vorige maal was overge
laten aan de Kamer voor de Winkel- en
Grossiersbedrijven, die lang niet zoo volle
dig was, en daardoor niet zulk een goed
beeld van de meening, die daaromtrent!
onder de winkeliers heerschte, kon. geven.
Er werden toen op de 750 circulaires
slechts 258 antwoorden ontvangen. De en
quête, door B. en Ws. ingesteld, heeft
meer resultaat gehad, al geeft zij, doordat
de voor- en tegenstemmers zoo ongeveer
tegen elkaar opwegen, noch aan de voor-,-
noch aan de tegenstanders een sterk wapen,
in .handen. Bespiegelingen te houden over
de winkeliers, .die zich hebben onthouden
van het uitspreken van een oordeel,- hebben
weinig nut. Ik ben het met B. en Ws.
eens, dat men niet mag aannemen, dat het
in hoofdzaak voorstanders zijn, al zou ik
evenmin de gevolgtrekldng durven maken,-
dat zij in doorsnede tegen de invoering
zijn.
Het zullen voor 't meerendeel, dunkt mü;
onverschilligen zijn, wien het tveinig kan
schelen, en daaruit blijkt dan toch, dat zij
er voor hun zaak weinig gevaar voor
duchten, want als dat het geval was, zou-:
den zij er wiel tegen opgekomen zijn.
De enquête zou voor den buitenstaander
zeker meer waarde hebben gehad; als B.
en Ws. de vóór- en tegenstemmers ook
teens hadden gesorteerd. Behooren de voort
stemmers mieest tot de groote zaken mef
veel personeel? Zijn er onder de wegblij--
vers verscheidenen,- die nu' al de negen-uur-:
sluiting hebben ingevoerd en wien het nu
niet schelen kan of de maarregel al of niet
door een verordening wordt gesanctipn-:
neerd? Zoo zouden nog tal van vragen
kunnen worden gedaan.
Ik geloof,- dat door niet alleen het aan
tal der deelnemers aan dc stemming, maar
ook andere factoren daarbij in aanmer
king te nemen,- B. en Ws. aan het refe
rendum meer waarde en beteekenis had
den kunnen geven, dan het nu heeft.
Overigens staan de zaken nu weer vrij
gelijk aan die in het voorjaar van 1907,
toen de Raad er zich nog over uitspre
ken moest
Wanneer wij de praeadviezen van 1907
en 1912 naast elkaar leggen, dan moet het
ons van het hart, dat het laatste niet alleen
minder uitvoerig, maar ook minder pittig
en frisch is.
Het juridisch gedeelte, de beantwoording
der vraag of zulk een regeling, uitgaande
van de gemeente, al of niet zou zijn in
strijd met de wet, kon, nu er reeds zulk
een verordening bestaat en door de hoogste
macht in den Staat is goedgekeurd, ver
vallen
De praeadviseur van 1907 stond trou
wens toen reeds op het standpunt, dat de
Raad, als hij overigens voor den maatre
gel was, zich om juridische bezwaren daar
van niet behoefde te onthouden, en de fei
ten hebben hem gelijk gegeven
Maar ook de behandeling van de prin-
cipieele en de economische zijde van hot
vraagstuk is in het praeadvies van 1907
uitvoeriger en zakelijker behandeld dan
nu. Ik zal den steller van het tegenwoor
dig praeadvies en B. en Ws., die hem
daarvoor hebben geïnspiréerd, dit aller
minst kwalijk nemen. Het onderwerp was
toen in Leiden betrekkelijk nog nieuw en
het is nu reeds afgezaagd geworden. Wie
schrijft en spreekt er, waar- men voor- en
tegen er moeilijk weer ©enig nieuw licht
over kan ontsteken, nu nog frisch over?
Het loopt eigenlijk alleen over deze
vraag: Mag de overheid in het algemeen
belang, aan het individu deze vrijheidsbe
perking opleggen? B. en Ws. beantwoor
den met de meerderheid van de Kamer van
Koophandel ontkennend, de voorstanders
achten de sociale beteekenis van den maat
regel van genoegzaam belang om deze
persoonlijke vrijheidsbeperking aan te dur
ven. En zij staan in deze redeneering ook
daarom sterk, omdat zij met recht kunnen
aanvoeren, zooals „Leidens Belang" in 1906
reeds deed, dat een kleine minderheid van
winkeliers aan een groote meerderheid, die
den maatregel vrijwillig zou willen invoe
ren of reeds ingevoerd heeft, dwingt of
kan dwingen er maar mee op te houden.
De kappers hebben op het oogenblik bij
onderlinge afspraak de negen-uur-sluiting
ingevoerd, maar er behoeven slechts twee
of drie weer langer open te blijven, of de
geheele beweging onder dit deel dor ne
ringdoenden valt in duigen.
De dwang, die de gensjjeentê derhalve
aan het individu oplegt, zou dan eigenlijk
maar een minderheid treffen, die van den
maatregel niet gediend wiftnjii of als men
mag aannemen, dat de enquête een zuiver
beeld van voor- en tegenstanders geeft,
hoogstens de helft. Het zwakke punt in
het afwijzend belang van B. en Ws. is
vooral, dat zij vóór- en tegenstanders van
den maatregel tegen elkaar opwegend, de
breede schaar van bedienend personeel uit
schakelen niet te verwijzen naar een Rijks
regeling. £ij en zij vooral verwachten van
een bij gemeenteverordening geregelde slui
ting van winkels en magazijnen voor zich
heil; zij hebben dit in talrijke adressen
aangetoond en nu gaat het, dunkt mij, diet
aan met bun wenschen in het geheel geen
rekening te houden, waar men juist het
oordeel van dien patroon op zoo hoogen
prijs stelt. Zij tellen toch immers ook mee
onder de burgers.
Ik vermoed, dat in den Raad wel reke
ning gehouden zal worden met dit nog wel
het talrijkst deel van belanghebbenden.
En nu heeft de Raad ten slotte de be
slissing.
Men weet hoe ik over dit vraagstuk denk.
Ik hen een voorstander van den maatregel
uit practisohe overwegingen; maar ik wil
mijn meening in dit stadium niet stellen
tegenover die van B. en Ws. Ik wil geen
ongevraagd praeadvies geven, ook al, om
dat ik geloof, dait er geen bekeerlingen,
kunnen worden gemaakt. Omtrent zulke
raken heeft ieder Raadslid reeds een
opinie. En hem, die nog niet een gevestig
de meening mocht hebben, zou ik raden de
debatten er over in de Raadsvergaderin
gen van 21 en 28 Maart 1907 er eens op na
te lezen. Toen zijn ér lange en korte rede
voeringen van voor- en tegenstanders ge
houden; er is repliek ©n dupliek gele
verd, en het is zeer de vraag of de
lust bij de heeren om het voor dezen
keer nog eens zoo uitvoerig over te doen
wel bestaan zal.
Ik zou het, met alle bescheidenheid ge-
izegd, ook niet noodig achten.
Wij hooren telkens, dat er zooveel werk
aan den gemeentelijken winkel is, men zal
den tijd dus beter kunnen besteden dan
door de bekende argumenten van voor- en
tegenstanders nog eens weer op te rakelen.
Als ik het voor het zeggen had, zou ik
één voor- en één tegenstander de laatste
/zou dan een lid van het College van B. en
Ws. kunnen zijn het woord laten voeren,
en dan laten stemmen over het praeadvies
Laten de heeren er eens over denken.
Om mijn lezers in de gelegenheid te stel
len een kansrekening te maken over het
lot van het praeadvies van B. en Ws., geef
ik hier nog eens een overzioht van de stem
ming in 1907.
Het afwijzend praeadvies werd toen aan
genomen met 15 tegen 13 stemmen. De
Raad is echter sinds dien tijd zóó veran
derd, dat diie stemming nu alleen tot uit
gangspunt kan worden genomen en meer
niet.
Van de heeren, die er toen voor stemden,
hebben er thans nog negen zitting, n.L de
heeren Bots, Driessen, Van Hamel, P. J.
Mulder, Korevaar, Van der Lip, Reimerin-
ger, Timp en Zwier».
Van de voorstemmers ook negen, n.l.
'de heeren Aalboree, De Boer, Bosch, Van
der Eist, Fokker, Van Gruting, Sijtsma,
Van Tol en Vergouwen. De heer A. Mulder
was afwezig; wij weten dus nog niet hoe
hij over die zaak denkt.
Etr zijn met hem nog dertien leden die
zach er nog over hebben uit te spreken,
aangenomen dat de overige 18 nog op het
zelfde standpunt 6taan als in 1907.
Het zijn de heeren Botermans, Briët,
Carpentier Alting, Corts, Fisoher, Heeres,
Hoogenboom, Korff, Kruimel, A. Mulder,
Pera, Roem en Van der Pot.
Ik czal nu niet voor deze heeren de stem
uitbrengen, maar tooh geloof ik, als ik
deze dertien heeren eens in stilte in het
gemoed lees, dat het praeadvies van B. en
Ws. bij een geheel voltallige vergadering
groote kans heeft verworpen te worden,
en dat een motie, waarbij B. en Ws. wer
den uitgenoodigd, een concept-verordening
aan te bieden, waarin vrij milde bepalin
gen omtrent afwijkingen van .den algemee-
nen negen-uur-sluiting voorkomen, wel
eens zou kunnen worden aangenomen.
Maar natuurlijk zal de uitkomst mijn ver
onderstellingen nog moeten bevestigen.
Is er niet een spreekwoord, dat zegt, dat
naast het weer'niets zoo veranderlijk is als
de mensch? En waar Raadsleden tooh
ook menschen blijven valt er met zeker
heid van den uitslag der stemming nog
niets te zeggen.
Uit den Raad van i oorbnrg.
Op het verzoek van de afdeeling Voorburg
en Leidschendam der S.-D. A.-P., om het
gymnastieklokaal der openbare school in
huur te mogen hebben, voor het houden
van haar vergaderingen, werd op voorstel
van B. en Ws. afwijzend beschikt.
Nadat het bedrag, waarvoor de gemeente
ontvanger zekerheid moet stellen, was be
paald op f 8000, werd overgegaan tot de be
noeming van een gemeente-ontvanger. Met
5 tegen 4 stemmen op den heer Menso werd
benoemd de heer L. J. Doorn, te Delft.
Naar aanleiding van deze benoeming deed
zich een incident voor. De heer Menso, die
als secretaris fungeerde, deelde aan den
Voorzitter mede, dat hij onmiddellijk zijn
ontslag nam èn als tijdelijk gemeente-secre
taris èn als tijdelijk gemeente-ontvanger. Hij
zeide de betrekking van tijdelijk secretaris
nóoh schriftelijk nóch mondeling te hebben
aanvaard en daarom het recht te hebben
onmiddellijk den gemeentedienst te verla
ten.
De Voorzitter wilde onmiddellijk tot benoe
ming van een opvolger van den heer Men
so als tijdelijk secretaris overgaan, waar te
gen de heer Van den Berg echter krachtig
opkwam, er op wijzende, dat de secretaris
niet het recht had in ïie ^rg^deriagja^ <fea
Raad te spreken en de heer Menso dus
langs den wettelijken weg zijn ontslag moest
aanvragen. Spreker wees er op, dat het
feit, dat de heer Menao in deze vergadering
fungeerde als secretaris, bewees, dat hij zijn
benoeming als tijdelijk secretaris had aan
vaard.
De stemmen staakten over een voorstel
Van den heer Van den Berg, om het sala
ris van den ontvanger op f 800 te brengen.
Een voorstel van den heer Muys, om aan
Gred. Staten voor te stellen het presentie
geld voor de leden van f 80 op f 200 te bren
gen, werd met 6 tegen 4 stemmen aangeno
men.
De heer Muys stelde voor het traktement
van den gemeente-opzichter met 200 te
verhoogen en dan tevens de instructie voor
dien ambtenaar te verscherpen, zoodat hij
zich geheel aan den dienst van de gemeen
te zal moeten wijden.
Dit voorstel werd aangehouden; de in
structie van den gem.-opzichter zal eerst
worden herzien en daarna bij suppletoire
begrooting een verhooging van het 6alaris
voorgedragen.
Graai Van Bylandt.
„De Nederlander" herinnert er aan, dat
hét gisteren 30 jaar geiteden was, dat graaf
Van Bylandt tot lid der Kamer werd geko
zen. Öp 19 November d.a.v. werd hij als lid
toegelaten, precies 5 jaren na den heer
Borgesiufi, die op 19 November 1877 werd
toegelaten, hoewel op 17 October reeds ge
kozen.
De heer Van Bylandt herdacht dezen
dag buiten de Kamer, wegens zijn nog
voortdurende ongesteldheid, die hem tot
gróote voorzichtigheid noopt.
Prov. lioeismidcnrsng in Znid
Holland.
Tot den dertienden prov. hoefsmidcur-
6us, te houden vanwege de afd. 'a-Graven-
liage van de Holl. Mij. van Landbouw, zijn
na gehouden examen toegelatenJ. Bos,
te Puttershoek; P. J. Bos Mz., te Zeg
waard; J. van Dijk Szn., te 's-Gravenzan-
de; J. Elderhorst, te Nootdorp; J. van
Hooft, te Maasland; H. P. de Kiefte, te
'6-GravenhageP. de Kiwit, te 'a-Graven
deel; .F. Kramer, te Sliedrecht; J. Meer
kerk te Giesendam; J. van Nooy, te Rijk
oord; C. van Eeden Petersman, te Bent
huizen, en J. de Vos, te Maasdam.
De burgemeester van Zaandam.
Sommige blaö'en bevatten een artikel van
prof. D. van Embden, te Amsterdam,
waarin uitvoerig wordt betoogd, dat de bur
gemeester van Zaandam, veroordeeld, toe 5
dagen gevangenisstraf wegens 't doen opne
men van een hoogeren leeftijd van zijn
zoon in een reispas voor Rusland en bij
het Hof te Amsterdam in hooger beroep
gekomen, thans genoeg is gestraft voor zijn
formeel ernstige, maar materieel niet er
ger dan „incorrecte" daad.
De schrijver verwijt den heer Duys, d^e
een ware campagne tegen den burgemees
ter voerde, welke tot het verleenen van
rechtsingang leidde, dat deze de meest
laakbare handeling begon en onnoodirj
groote schade heeit aangericht. Op de
uitspraak van het Hof beoogt hij niet in
vloed te oefenen; maar, zegt hij, ten slolle
is er nog de mogelijkheid van strafvijzi-
ging door gratie en daardoor xan cle nitiig
van de publieke opinie beteekenis hebben.
Vryzinuige sameiiwerking.
De drie vrijzinnige partijen zullen Za
terdag 16 November, elk in haar alge
meene vergadering, het in onderling ofu*
leg door de hoofdbesturen samengestelde
ontwerp-program voor do samenwerking
in 1913 behandelen en daarover een beslis
sing nemen.
De Vrijzinnig-Dem. Pond zal, gelijk go
meld, te 's-Gravenhage vergaderen, de li
berale Unie te Amsterdam, en de Boiifl
van Vrije Liberalen te Utrecht.
Kamerverkiezing; Ommen.
De volgende motie is, naar „De Ned."
meldt, aangenomen.
Het beetuur der Christ.-Hist. Kiesver-
eeniging „Koningin en Vaderland", te Nij-
verda!, vergaderd op Donderdag 17 Octo
ber 1912, verklaart, dtet de candïdaat, ge
steld door het Centraal-comité der Chr.-
Hist. Unie in het hoofdkiesdistrict Ommen,
volkomen overeenkomstig haar recht is ge
proclameerd;
betreurt de onkiesche handelwijze van
het bestuur van het Provinciaal comité,
besluit
om zdch los te voelen van het Prov. oo-
mité en die sohakel van organisatie der
Chr.-Hist. Unie niet te erkennen, tenzij
weldra door een onpartijdige commissie de
ongeregeldheden naar waarheid onder
zocht worden.
„Waar aanleiding van een advertentie
in de ,,Z\volsche Ct.", waarin de oandidla-
tuur-ALaokay wordt aanbevolen, schrijft
mr. iE. baron Mackay in genoemd blad:
„Reeds 2 October, na het bericht van
mijn candiaatstelling in „De Nederlan
der" gelezen te hebben, heb ik voor aio
canal datuur bedankt. Tot mijn verbazing
is zij toen tooh gehandhaafd; ik hv»
daarop verklaard bij mijn besluit te vol
harden. Over de candidatuur heb ik daar
na met niemand uit het district gesproken
of geoorrespondeerd. Voor mij was de
zaak uit. Aan het verzoek van dezen en
genen om mijn zienswijze te mogen verne
men aangaande vraagstukken van staat
kundigen of economischen ivard, heb ik
toen uit a'en aard der zaak niet voldaan.
JNu ik bovenbedoelde advertentie le.\s,
Bhjtëfr ik U verbrekêlf
om te verklaren, dar- ik de card.'daluur
niet heb aangenomen en daarbij vol-
liardl"
iSr. H. Goeman liorgesins.
Umtrenjt den feestmaaltijd, gisteravond
den afgevaardigde mr. M. Goeman Bor-
gesius ter herdenking van de vervaging
gedurena'e 35 achtereenvolgende jaren var
Erijn lidmaatschap der Tweede Kamer ia
Hotel „De Twee Steden" aangeboden
wordt de volgena'e mededeeling gedaan
Gastheeren waren de leden en oud-leden
der liberale Kamerclub, welker leider a'c
jubilaris is, zoomede de leden van het
hoofdbestuur der Liberale Unie, zoodafc
29 feestvierenden aanzaten.
Voorzitter van de tafel was het Kamerh'd
dr. Hubrecht.
Tijdens den disch kwamen telegrammen
van gelukwenschen en belangstelling ia
van de Roomsch-Katholieke, de Christel.-
Historische en de Anti-Revolutionnaire
Kamerclubs en een van de liberale kies-
vereeniging te Enkhuizen.
Ter huldiging van den gevierden gast
werden tafeltoespraken gehouden door ri
Hubrecht, als president van de tafel; door
de heeren Rink, dr. Lely, Rooanuyzen,
Smeenge, leden der Kamer, Kops en Va-L.
Houten uit Weesp, hoofdbestuurders der
Urne.
De heer Borgesius antwoordde in °c'
gloedvolle rede, welke een resumé gaf van
hetgeen hij van af zijn worden als Kame -
lid tot op heden in zijn politieke loopbaau
had meegemaakt.
Bij Kon. besluit is in de orde van Oranje-
Nassau bevorderd tot officier (met do
zwaarden) de adjudant in buitengewoner
dienst van H. M. de Koningin, dc luit.-kol.
J. W. P. van Hoogstraten, commandant van
het 2de reg. veld-artillerie;
zijn met ingang van 1 Nov. bevorderd tol
hoofdcommies der telegrafie A. H. M. Dio-
perink en J. D. Kelder Azn., thans oom
mies der telegrafie 1ste klasse
is benoemd bij den Grooten Staf tot ad
j'udant van H. M. de Koningin, de kapitein,
jhr. A. G. Sickinge, van het 1ste reg. vekl-
art.
zijn met ingang van 16 October benoemd
tot commies der posterijen en telegrafie 4de
kl.W. Dogterom, G. Sjollema, o.v., C.
P. Maas, II. J. W. Leenders, G. A. Kempff,
L. Boot, R. Taoonis, H. Goedhart, J. de
ivloet, T. Krijtenburg, T. J. Ranke, W. P.
E. Bendegom, thans adsp.-commies der pos
terijen en telegrafie, en J. Liedermooy, B.
van der Wey, thans surnumerair der poste
rijen en telegrafie;
is met ingang van 16 November benoemd
tot directeur van het post- en telegraaf
kantoor te Groenlo, L. P. Römelingh, thans
in gelijke betrekking te Velsen;
is met ingang van 16 Ootober dr. H. Ha-
ga, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te
Groningen, opnieuw benoemd tot lid van het
college van curatoren van het Kon. Ned
Met. Instituut.