De Oorlog in den Balkan. Brieven yan een Leidenaar. Uit do „Staatscourant". fjJTo, 16155. E.EIDSCH BAGBLAÏ5, Zaterdag- 19 October. Vierde Blad. Anno 1912* j I. I - Zou de oorlog in den Balkan werkelijk 0e algemeene belangstelling wekken! Wij Ifeijn zoo vrij dit te betwijfelen. In de I eerste plaats is de afstand die ons van het terrein van strijd scheidt, nogal aanzien- ïrjlijk in de tweede plaat-s zit er te weinig [gang in dezen oorlog. Steeds maar kleine schermutselingen en wie op 't oogenblik cr [(het beste voorstaat, zouden we met gsen i i mogelijkheid kunnen zeggen. Zoo b. v. heot Montenegro het eene oogenblik aan den winnende hand te zijn, even later ver- ff neemt men, dat de Turken er danig op J los hebben gestagen en dat al die mooi* successen slechts bestaan in de verbeelding der Montenegrijnen, die, dank zij censuur, die schitterende wapenfeiten wereldkun- i dig kunnen maken. J ]S*u is het niet onmogelijk dat op 't 'oogenblik, we wezen daar reeds eerder op, ;*do Turken klop krijgen, want veel troe- pen zitten nog in Klein-Azië. Maar is de Porte met alle maatregelen gereed, dan [lal 't wel uit zijn ook. Toch werd gisteren gemeld, dat de Turken Servië en Bulgarije ,waren binnen gedrongen. De vijand trok terug en had reeds spoorwegbruggen ach ter zich verbrand. Nu komt uit Belgrado de verrassende mededeeling, dat de Ser if yiers Oud-Servië in handen hebben. I Servische troepen hebben het spoorweg station te Pristjina bezet en de verbinding N met Uskub verbroken. De lijn van Mit.ro- witsa naar Uskub is thans in handen der J Serviërs. Officieel is hiervan te Belgrado nog niets bekend en de Regeoring be- eohouwt dit bericht dan ook als ongegrond. Uit Belgrado wordt aan de ,,Lokal An- leiger" gemeld dat een Servische afdee- ling onmiddellijk na de oorlogsverklaring over Ristovac naar het Turksche grenssta tion Ibewzebetse ging en daarna het Ser vische spoorwegstation bezette. Des nachts marcheerden de troepen ver der tot aan Bujanowtze, op 10 K. M. af- I Btand van de grens gelegen. Men verwacht binnen twee of drie da gen een grooten slag bij Kumanowo. De I strijd bij Mirdare duurde den geheelon dag voort. Op Servisch gebied zouden 291 ge- doode Turken gevonden zijn. De Servische granaten misten him uitwerking niet. Ver- eoheddJene Turksche blokhuizen zijn plat geschoten. Men doe goed de berichten onder reser- ye te aanvaarden. In weerwil der démenti's van verschillen de zijde blijft dé Servische pers rekenen op hulp uit Rusland. Uit Salonika wordt gemeld, dat de po gingen, die vooral door de Servische regee ring in het werk worden gesteld om de Al- baneezen op hun zijde te krijgen, zijn bijna geheel mislukt. Tien duizend gewapende 'Albaneezen vechten reeds op dit oogenblik in de nabijheid van Uskub en Skoetari met I den vijand. De meeste Mirdieten hebben fcieh voor den sultan verklaard en een eed afgelegd dat zij Turkije zullen verdedigen. Volgens een bericht uit Konstantinopel, zijn de Turken bij Poedowelo Servië bin nengetrokken. In het Sandajak Novti Bazar wordt ver goed gevochten, omdat hier Serviërs en 'Montenegrijnen elkaar willen ontmoeten, vijl ze hier een verbindingsweg, moeten tot stand brengen tusschen Montenegro eener- zijds en Servië en Bulgarije anderzijds. Voor zoover de gevechten aan de Servi sche grens. Van den strijd met de Montenegrijnen yalt weinig te vertellen. Volgens een telegram uit Konstantdnopel, bntkent de minister van oorlog, dat de 'Montenegrijnen Skoetari ernstig bedrei gen. Hij staat met den bevelhebber van Skoetari in telegrafische verbinding. 1 De geruchten, dat Griekenland zich had losgemaakt van de andere ötiaten zijn on juist gebleken. Er wordt aan de zuidelijke grenzen van Turkije wel degelijk gevochten^ 'zijn die vechtpartijen van weinig belang. Met de Bulgaren zijn de Turken reeds goed slaags geweest. De oorlogscorrespondent van de „Tagli- che Rundsohau" aan Turksche zijde, meldt; De oorlog is in vollen gang. De operaties te land hebben reeds tot een gevecht aan ,de Turksch-Bulgaarsche grens, langs den Levant-spoorweg, geleid. De Turksche troepen zijn van Moestaf a-pasja uit, langs de Maritsa getrokken en werden door de Bulgaren tegengehouden. Uit een voorpos tengevecht ontstond in den loop van jiV oensdagavond een vrij hevig gevecht, dat -tot den ochtend duurde. De strijd scheen aanvankelijk onbeslist te blijven. Toen de i Turken, die versterkingen gekregen had den, plotseling met een goed geslaagden anfanterie-aanval de Bulgaren uit hun stellingen wierpen, trokken de Bulgaarsohe troepen zich langzaam al vechtend op Ha- ramandi terug. De Turken volgden hen on geveer 20 K.M. op Bulgaarsch grondgebied. Bij dit bericht moet men in aanmerking ne men, dat het uit Konstantinopel verzon den is. Volgens een bericht uit Konstantinopel aan de Londens-che Standard'' hebben de gezamenlijke Albaneeaenhoofden, die do drie mUlioen Albaneezen uit de districten nastir, Uskub, Skoetari en Janina ver tegenwoordigen, aan de Turksche regee- rmg verklaard, dat zij nimmer zouden dul den dat niet Osmanen eenig deel van Albar më zouden bezetten. Zij verwittigen voorts de regeering, dat zij gemakkelijk 200,000 gewapende mannen konden verzamelen om het vaderland te helpen verdedigen. Ais dat waar is, kunnen de Turken op een «raohtigen steun rekenen. Blijkens de gegeven cijfers beschikt Uurkije over 872.000 man infanterie,- de verbonden Balkanstaten over 532.000, Voor pe cavalerie en bereden artillerie zijn deze enters respectievelijk 48.000 en ie'500 non J°'aal aantal manschappen is du3 e-U.000 en 548.500 voor stukken, veld-. artillerie 2100 en 916,- voor stukken berg-, artillerie 498 en 290, voor houwitsers 72 en 68 en voor mitrailleuses 438 en 478. Maar natuurlijk moet in aanmerking ge nomen, dat de Turksche. macht nog niet compleet is. De bijzondere correspondent van de „Köl- nisclie Zeitung" te Sofia gat gisteren de volgende schildering van de stemming in de stad: Het is nog steeds prachtig herfstweer. De courantenj'ongens zijn steeds kleiner geworden, daar al de grootere jongens als vrijwilligers dienst genomen hebben in het leger. Alle bedrijven zijn gestaakt. Van ochtend vroeg werd de proclamatie van den Koning aan het volk aan alle hoeken der straten aangeplakt. Kleine troepen men- schen staan half luid de korte, kernachtige zinnen te lezen; vrouwen van het platteland, met gele bloemen in het haar, blijven nu en dan staan luisteren. Men hoort niets dan nu en dan een zucht. Somber staren de mannen naar de letters, die de Bulgaarsche mannen oproepen tot den strijd tegen de halve maan. Allen hebben verwanten in het leger. Zonder een woord te spreken, peinzend, met gefronst voorhoofd en de uitdrukking van sombere vastberadenheid op het gelaat; gaan zij een voor een weer weg. Op het kasteel waait thans de vlag der Koningin,- een leeuw op een rood veld. De Koningin heeft de zorg voor zieken en gewonden op zich genomen. Buiten den Balkan is het conflict niet zonder invloed. Vooral Russen en Oosten rijkers zijn zeer verbitterd op elkaar en in sommige plaatsen is zelfs een zekere vrees voor oorlog merkbaar. Het „Neue Wiener Tageblatt" gelooft te weten, dat een geheime overeenkomst Rus-, land bindt,- om het leger der verbonden Balkanstaten te hulp te komen, voor het geval dat het de nederlaag mocht lijden. In Kief heeft de verbittering reeds zulke afmetingen aangenomen, dat het Oosten- rijksch-Hongaarsche consulaat geplunderd is. En intusschen blijft Frankrijk onver moeid voortgaan met haar poging alsnog feen vredelievende oplossing te vinden. CCCCXXII. De geschiedenis herhaalt zich, ook wat betreft het vraagstuk van de verplichte winkelsluiting, mede in onze gemeente en in onzen Gemeenteraad. De vraag,- die de Gemeenteraad in zijn eerstvolgende vergadering zaL hebben ts beantwoorden, n.l. of hier de winkelsluiting al of niet bij verordening zal worden ge-: ttegeld, is in de jaren 1906 en 1907 ook aan de orde geweest en zij zal,- als de be slissing nii ook weer in ontkennenden zin uitvalt, ongetwijfeld over eenige jaren weer aan de orde worden gesteld. Het is misschien niet overbodig om een en ander over de zich herhalende geschie denis, voor zoover het onze gemeente aan gaat, mede' te dealen. Alle lezers, die "er belang in stellen, hebben wellicht de stuk ken, die er betrekking op hebben, niet bij de hand en op sommige punten laat wel licht het geheugen dezen en genen in den steek. Bij het vele gelijke van de beweging van voor zes jaar en, nu' is 'er ook verschil. In 1906 was het de inmiddels ontbonden ver- teeniging ,-,Leidens Belang", voor 't meeren- deel bestaande uit menschen van den ne ringdoenden middenstand, die de beweging hier aan den gang brachten. In dat adres werd o.m. gezegd,- dat vele winkeliers zich telkens moeite hebben gegeven om door onderlinge afspraak tot een behoorlijk slui tingsuur te komen, maar dat die pogingen telkens weer zijn mislukt', doordien de on wil van een enkele of het niet houden" aan de gemaakte afspraak bij een zeer kleine minderheid, dje poging der groote meer-: derheid vruchteloos maakte: Er kwamen toen andere winkeliers tegen dit verzoek op, die van de winkelsluiting een benadeeling van hun zaken duchtten en daarentegen uit de kringen der werklie den kwamen tal van adressen van instem-- ming met het verzoek van Leiden's Be- lang." Het is nu niet een middenstandsvereeni- ging, welke de zaak aan den gang heeft ge-: maakt, maar een organisatie van het win kelpersoneel, al zijn de sympathi eb etuigin gen er ditmaal niet minder om. Verder is er nog eenig verschil in de wijze van behandeling. B. en Ws. hebben nu zelf een enquête bij de winkeliers in gesteld, wat de vorige maal was overge laten aan de Kamer voor de Winkel- en Grossiersbedrijven, die lang niet zoo volle dig was, en daardoor niet zulk een goed beeld van de meening, die daaromtrent! onder de winkeliers heerschte, kon. geven. Er werden toen op de 750 circulaires slechts 258 antwoorden ontvangen. De en quête, door B. en Ws. ingesteld, heeft meer resultaat gehad, al geeft zij, doordat de voor- en tegenstemmers zoo ongeveer tegen elkaar opwegen, noch aan de voor-,- noch aan de tegenstanders een sterk wapen, in .handen. Bespiegelingen te houden over de winkeliers, .die zich hebben onthouden van het uitspreken van een oordeel,- hebben weinig nut. Ik ben het met B. en Ws. eens, dat men niet mag aannemen, dat het in hoofdzaak voorstanders zijn, al zou ik evenmin de gevolgtrekldng durven maken,- dat zij in doorsnede tegen de invoering zijn. Het zullen voor 't meerendeel, dunkt mü; onverschilligen zijn, wien het tveinig kan schelen, en daaruit blijkt dan toch, dat zij er voor hun zaak weinig gevaar voor duchten, want als dat het geval was, zou-: den zij er wiel tegen opgekomen zijn. De enquête zou voor den buitenstaander zeker meer waarde hebben gehad; als B. en Ws. de vóór- en tegenstemmers ook teens hadden gesorteerd. Behooren de voort stemmers mieest tot de groote zaken mef veel personeel? Zijn er onder de wegblij-- vers verscheidenen,- die nu' al de negen-uur-: sluiting hebben ingevoerd en wien het nu niet schelen kan of de maarregel al of niet door een verordening wordt gesanctipn-: neerd? Zoo zouden nog tal van vragen kunnen worden gedaan. Ik geloof,- dat door niet alleen het aan tal der deelnemers aan dc stemming, maar ook andere factoren daarbij in aanmer king te nemen,- B. en Ws. aan het refe rendum meer waarde en beteekenis had den kunnen geven, dan het nu heeft. Overigens staan de zaken nu weer vrij gelijk aan die in het voorjaar van 1907, toen de Raad er zich nog over uitspre ken moest Wanneer wij de praeadviezen van 1907 en 1912 naast elkaar leggen, dan moet het ons van het hart, dat het laatste niet alleen minder uitvoerig, maar ook minder pittig en frisch is. Het juridisch gedeelte, de beantwoording der vraag of zulk een regeling, uitgaande van de gemeente, al of niet zou zijn in strijd met de wet, kon, nu er reeds zulk een verordening bestaat en door de hoogste macht in den Staat is goedgekeurd, ver vallen De praeadviseur van 1907 stond trou wens toen reeds op het standpunt, dat de Raad, als hij overigens voor den maatre gel was, zich om juridische bezwaren daar van niet behoefde te onthouden, en de fei ten hebben hem gelijk gegeven Maar ook de behandeling van de prin- cipieele en de economische zijde van hot vraagstuk is in het praeadvies van 1907 uitvoeriger en zakelijker behandeld dan nu. Ik zal den steller van het tegenwoor dig praeadvies en B. en Ws., die hem daarvoor hebben geïnspiréerd, dit aller minst kwalijk nemen. Het onderwerp was toen in Leiden betrekkelijk nog nieuw en het is nu reeds afgezaagd geworden. Wie schrijft en spreekt er, waar- men voor- en tegen er moeilijk weer ©enig nieuw licht over kan ontsteken, nu nog frisch over? Het loopt eigenlijk alleen over deze vraag: Mag de overheid in het algemeen belang, aan het individu deze vrijheidsbe perking opleggen? B. en Ws. beantwoor den met de meerderheid van de Kamer van Koophandel ontkennend, de voorstanders achten de sociale beteekenis van den maat regel van genoegzaam belang om deze persoonlijke vrijheidsbeperking aan te dur ven. En zij staan in deze redeneering ook daarom sterk, omdat zij met recht kunnen aanvoeren, zooals „Leidens Belang" in 1906 reeds deed, dat een kleine minderheid van winkeliers aan een groote meerderheid, die den maatregel vrijwillig zou willen invoe ren of reeds ingevoerd heeft, dwingt of kan dwingen er maar mee op te houden. De kappers hebben op het oogenblik bij onderlinge afspraak de negen-uur-sluiting ingevoerd, maar er behoeven slechts twee of drie weer langer open te blijven, of de geheele beweging onder dit deel dor ne ringdoenden valt in duigen. De dwang, die de gensjjeentê derhalve aan het individu oplegt, zou dan eigenlijk maar een minderheid treffen, die van den maatregel niet gediend wiftnjii of als men mag aannemen, dat de enquête een zuiver beeld van voor- en tegenstanders geeft, hoogstens de helft. Het zwakke punt in het afwijzend belang van B. en Ws. is vooral, dat zij vóór- en tegenstanders van den maatregel tegen elkaar opwegend, de breede schaar van bedienend personeel uit schakelen niet te verwijzen naar een Rijks regeling. £ij en zij vooral verwachten van een bij gemeenteverordening geregelde slui ting van winkels en magazijnen voor zich heil; zij hebben dit in talrijke adressen aangetoond en nu gaat het, dunkt mij, diet aan met bun wenschen in het geheel geen rekening te houden, waar men juist het oordeel van dien patroon op zoo hoogen prijs stelt. Zij tellen toch immers ook mee onder de burgers. Ik vermoed, dat in den Raad wel reke ning gehouden zal worden met dit nog wel het talrijkst deel van belanghebbenden. En nu heeft de Raad ten slotte de be slissing. Men weet hoe ik over dit vraagstuk denk. Ik hen een voorstander van den maatregel uit practisohe overwegingen; maar ik wil mijn meening in dit stadium niet stellen tegenover die van B. en Ws. Ik wil geen ongevraagd praeadvies geven, ook al, om dat ik geloof, dait er geen bekeerlingen, kunnen worden gemaakt. Omtrent zulke raken heeft ieder Raadslid reeds een opinie. En hem, die nog niet een gevestig de meening mocht hebben, zou ik raden de debatten er over in de Raadsvergaderin gen van 21 en 28 Maart 1907 er eens op na te lezen. Toen zijn ér lange en korte rede voeringen van voor- en tegenstanders ge houden; er is repliek ©n dupliek gele verd, en het is zeer de vraag of de lust bij de heeren om het voor dezen keer nog eens zoo uitvoerig over te doen wel bestaan zal. Ik zou het, met alle bescheidenheid ge- izegd, ook niet noodig achten. Wij hooren telkens, dat er zooveel werk aan den gemeentelijken winkel is, men zal den tijd dus beter kunnen besteden dan door de bekende argumenten van voor- en tegenstanders nog eens weer op te rakelen. Als ik het voor het zeggen had, zou ik één voor- en één tegenstander de laatste /zou dan een lid van het College van B. en Ws. kunnen zijn het woord laten voeren, en dan laten stemmen over het praeadvies Laten de heeren er eens over denken. Om mijn lezers in de gelegenheid te stel len een kansrekening te maken over het lot van het praeadvies van B. en Ws., geef ik hier nog eens een overzioht van de stem ming in 1907. Het afwijzend praeadvies werd toen aan genomen met 15 tegen 13 stemmen. De Raad is echter sinds dien tijd zóó veran derd, dat diie stemming nu alleen tot uit gangspunt kan worden genomen en meer niet. Van de heeren, die er toen voor stemden, hebben er thans nog negen zitting, n.L de heeren Bots, Driessen, Van Hamel, P. J. Mulder, Korevaar, Van der Lip, Reimerin- ger, Timp en Zwier». Van de voorstemmers ook negen, n.l. 'de heeren Aalboree, De Boer, Bosch, Van der Eist, Fokker, Van Gruting, Sijtsma, Van Tol en Vergouwen. De heer A. Mulder was afwezig; wij weten dus nog niet hoe hij over die zaak denkt. Etr zijn met hem nog dertien leden die zach er nog over hebben uit te spreken, aangenomen dat de overige 18 nog op het zelfde standpunt 6taan als in 1907. Het zijn de heeren Botermans, Briët, Carpentier Alting, Corts, Fisoher, Heeres, Hoogenboom, Korff, Kruimel, A. Mulder, Pera, Roem en Van der Pot. Ik czal nu niet voor deze heeren de stem uitbrengen, maar tooh geloof ik, als ik deze dertien heeren eens in stilte in het gemoed lees, dat het praeadvies van B. en Ws. bij een geheel voltallige vergadering groote kans heeft verworpen te worden, en dat een motie, waarbij B. en Ws. wer den uitgenoodigd, een concept-verordening aan te bieden, waarin vrij milde bepalin gen omtrent afwijkingen van .den algemee- nen negen-uur-sluiting voorkomen, wel eens zou kunnen worden aangenomen. Maar natuurlijk zal de uitkomst mijn ver onderstellingen nog moeten bevestigen. Is er niet een spreekwoord, dat zegt, dat naast het weer'niets zoo veranderlijk is als de mensch? En waar Raadsleden tooh ook menschen blijven valt er met zeker heid van den uitslag der stemming nog niets te zeggen. Uit den Raad van i oorbnrg. Op het verzoek van de afdeeling Voorburg en Leidschendam der S.-D. A.-P., om het gymnastieklokaal der openbare school in huur te mogen hebben, voor het houden van haar vergaderingen, werd op voorstel van B. en Ws. afwijzend beschikt. Nadat het bedrag, waarvoor de gemeente ontvanger zekerheid moet stellen, was be paald op f 8000, werd overgegaan tot de be noeming van een gemeente-ontvanger. Met 5 tegen 4 stemmen op den heer Menso werd benoemd de heer L. J. Doorn, te Delft. Naar aanleiding van deze benoeming deed zich een incident voor. De heer Menso, die als secretaris fungeerde, deelde aan den Voorzitter mede, dat hij onmiddellijk zijn ontslag nam èn als tijdelijk gemeente-secre taris èn als tijdelijk gemeente-ontvanger. Hij zeide de betrekking van tijdelijk secretaris nóoh schriftelijk nóch mondeling te hebben aanvaard en daarom het recht te hebben onmiddellijk den gemeentedienst te verla ten. De Voorzitter wilde onmiddellijk tot benoe ming van een opvolger van den heer Men so als tijdelijk secretaris overgaan, waar te gen de heer Van den Berg echter krachtig opkwam, er op wijzende, dat de secretaris niet het recht had in ïie ^rg^deriagja^ <fea Raad te spreken en de heer Menso dus langs den wettelijken weg zijn ontslag moest aanvragen. Spreker wees er op, dat het feit, dat de heer Menao in deze vergadering fungeerde als secretaris, bewees, dat hij zijn benoeming als tijdelijk secretaris had aan vaard. De stemmen staakten over een voorstel Van den heer Van den Berg, om het sala ris van den ontvanger op f 800 te brengen. Een voorstel van den heer Muys, om aan Gred. Staten voor te stellen het presentie geld voor de leden van f 80 op f 200 te bren gen, werd met 6 tegen 4 stemmen aangeno men. De heer Muys stelde voor het traktement van den gemeente-opzichter met 200 te verhoogen en dan tevens de instructie voor dien ambtenaar te verscherpen, zoodat hij zich geheel aan den dienst van de gemeen te zal moeten wijden. Dit voorstel werd aangehouden; de in structie van den gem.-opzichter zal eerst worden herzien en daarna bij suppletoire begrooting een verhooging van het 6alaris voorgedragen. Graai Van Bylandt. „De Nederlander" herinnert er aan, dat hét gisteren 30 jaar geiteden was, dat graaf Van Bylandt tot lid der Kamer werd geko zen. Öp 19 November d.a.v. werd hij als lid toegelaten, precies 5 jaren na den heer Borgesiufi, die op 19 November 1877 werd toegelaten, hoewel op 17 October reeds ge kozen. De heer Van Bylandt herdacht dezen dag buiten de Kamer, wegens zijn nog voortdurende ongesteldheid, die hem tot gróote voorzichtigheid noopt. Prov. lioeismidcnrsng in Znid Holland. Tot den dertienden prov. hoefsmidcur- 6us, te houden vanwege de afd. 'a-Graven- liage van de Holl. Mij. van Landbouw, zijn na gehouden examen toegelatenJ. Bos, te Puttershoek; P. J. Bos Mz., te Zeg waard; J. van Dijk Szn., te 's-Gravenzan- de; J. Elderhorst, te Nootdorp; J. van Hooft, te Maasland; H. P. de Kiefte, te '6-GravenhageP. de Kiwit, te 'a-Graven deel; .F. Kramer, te Sliedrecht; J. Meer kerk te Giesendam; J. van Nooy, te Rijk oord; C. van Eeden Petersman, te Bent huizen, en J. de Vos, te Maasdam. De burgemeester van Zaandam. Sommige blaö'en bevatten een artikel van prof. D. van Embden, te Amsterdam, waarin uitvoerig wordt betoogd, dat de bur gemeester van Zaandam, veroordeeld, toe 5 dagen gevangenisstraf wegens 't doen opne men van een hoogeren leeftijd van zijn zoon in een reispas voor Rusland en bij het Hof te Amsterdam in hooger beroep gekomen, thans genoeg is gestraft voor zijn formeel ernstige, maar materieel niet er ger dan „incorrecte" daad. De schrijver verwijt den heer Duys, d^e een ware campagne tegen den burgemees ter voerde, welke tot het verleenen van rechtsingang leidde, dat deze de meest laakbare handeling begon en onnoodirj groote schade heeit aangericht. Op de uitspraak van het Hof beoogt hij niet in vloed te oefenen; maar, zegt hij, ten slolle is er nog de mogelijkheid van strafvijzi- ging door gratie en daardoor xan cle nitiig van de publieke opinie beteekenis hebben. Vryzinuige sameiiwerking. De drie vrijzinnige partijen zullen Za terdag 16 November, elk in haar alge meene vergadering, het in onderling ofu* leg door de hoofdbesturen samengestelde ontwerp-program voor do samenwerking in 1913 behandelen en daarover een beslis sing nemen. De Vrijzinnig-Dem. Pond zal, gelijk go meld, te 's-Gravenhage vergaderen, de li berale Unie te Amsterdam, en de Boiifl van Vrije Liberalen te Utrecht. Kamerverkiezing; Ommen. De volgende motie is, naar „De Ned." meldt, aangenomen. Het beetuur der Christ.-Hist. Kiesver- eeniging „Koningin en Vaderland", te Nij- verda!, vergaderd op Donderdag 17 Octo ber 1912, verklaart, dtet de candïdaat, ge steld door het Centraal-comité der Chr.- Hist. Unie in het hoofdkiesdistrict Ommen, volkomen overeenkomstig haar recht is ge proclameerd; betreurt de onkiesche handelwijze van het bestuur van het Provinciaal comité, besluit om zdch los te voelen van het Prov. oo- mité en die sohakel van organisatie der Chr.-Hist. Unie niet te erkennen, tenzij weldra door een onpartijdige commissie de ongeregeldheden naar waarheid onder zocht worden. „Waar aanleiding van een advertentie in de ,,Z\volsche Ct.", waarin de oandidla- tuur-ALaokay wordt aanbevolen, schrijft mr. iE. baron Mackay in genoemd blad: „Reeds 2 October, na het bericht van mijn candiaatstelling in „De Nederlan der" gelezen te hebben, heb ik voor aio canal datuur bedankt. Tot mijn verbazing is zij toen tooh gehandhaafd; ik hv» daarop verklaard bij mijn besluit te vol harden. Over de candidatuur heb ik daar na met niemand uit het district gesproken of geoorrespondeerd. Voor mij was de zaak uit. Aan het verzoek van dezen en genen om mijn zienswijze te mogen verne men aangaande vraagstukken van staat kundigen of economischen ivard, heb ik toen uit a'en aard der zaak niet voldaan. JNu ik bovenbedoelde advertentie le.\s, Bhjtëfr ik U verbrekêlf om te verklaren, dar- ik de card.'daluur niet heb aangenomen en daarbij vol- liardl" iSr. H. Goeman liorgesins. Umtrenjt den feestmaaltijd, gisteravond den afgevaardigde mr. M. Goeman Bor- gesius ter herdenking van de vervaging gedurena'e 35 achtereenvolgende jaren var Erijn lidmaatschap der Tweede Kamer ia Hotel „De Twee Steden" aangeboden wordt de volgena'e mededeeling gedaan Gastheeren waren de leden en oud-leden der liberale Kamerclub, welker leider a'c jubilaris is, zoomede de leden van het hoofdbestuur der Liberale Unie, zoodafc 29 feestvierenden aanzaten. Voorzitter van de tafel was het Kamerh'd dr. Hubrecht. Tijdens den disch kwamen telegrammen van gelukwenschen en belangstelling ia van de Roomsch-Katholieke, de Christel.- Historische en de Anti-Revolutionnaire Kamerclubs en een van de liberale kies- vereeniging te Enkhuizen. Ter huldiging van den gevierden gast werden tafeltoespraken gehouden door ri Hubrecht, als president van de tafel; door de heeren Rink, dr. Lely, Rooanuyzen, Smeenge, leden der Kamer, Kops en Va-L. Houten uit Weesp, hoofdbestuurders der Urne. De heer Borgesius antwoordde in °c' gloedvolle rede, welke een resumé gaf van hetgeen hij van af zijn worden als Kame - lid tot op heden in zijn politieke loopbaau had meegemaakt. Bij Kon. besluit is in de orde van Oranje- Nassau bevorderd tot officier (met do zwaarden) de adjudant in buitengewoner dienst van H. M. de Koningin, dc luit.-kol. J. W. P. van Hoogstraten, commandant van het 2de reg. veld-artillerie; zijn met ingang van 1 Nov. bevorderd tol hoofdcommies der telegrafie A. H. M. Dio- perink en J. D. Kelder Azn., thans oom mies der telegrafie 1ste klasse is benoemd bij den Grooten Staf tot ad j'udant van H. M. de Koningin, de kapitein, jhr. A. G. Sickinge, van het 1ste reg. vekl- art. zijn met ingang van 16 October benoemd tot commies der posterijen en telegrafie 4de kl.W. Dogterom, G. Sjollema, o.v., C. P. Maas, II. J. W. Leenders, G. A. Kempff, L. Boot, R. Taoonis, H. Goedhart, J. de ivloet, T. Krijtenburg, T. J. Ranke, W. P. E. Bendegom, thans adsp.-commies der pos terijen en telegrafie, en J. Liedermooy, B. van der Wey, thans surnumerair der poste rijen en telegrafie; is met ingang van 16 November benoemd tot directeur van het post- en telegraaf kantoor te Groenlo, L. P. Römelingh, thans in gelijke betrekking te Velsen; is met ingang van 16 Ootober dr. H. Ha- ga, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen, opnieuw benoemd tot lid van het college van curatoren van het Kon. Ned Met. Instituut.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 13