N°. 16148 Vrijdag 11 October. A0. 1912. <§es8 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. In Hofkrinsen. LEIDSCH DAGBLAD FEIJS DEE ADYEBTENTIKN: Y»n 1—6 regel» /'1.06, Ieiore regal meer 0.17J. - Grootere letter» naar pla»t« ruimte. - Kleine idvertentiën van 30 woorden *0 Oeate oeatantelk tiental woorden meer 10 Oents. - Voor het incaeseeren wordt fO.Oö berekend. PBIJS DEZEE COURANT: fooi Lelden per week 9 Oentij per 3 maanden 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd sijn 1 1.30. Franco per poit .21, 1.65. Benoeming Wethouder. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeen© kennis dat dioor Öen Gemeenteraad, in zajn zitting van 10 October jl. tot wethouder der ge- 1 meente is benoemd de heer H. W. FISOHER, lx Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 11 October 1912. NATIONALE MILITIE. Be mi lioien-verlof ganger MAARTEN (VAN POELGEEST, ingelijfd voor de (gemeente Aarlanderveen voor de lichting 1910 en behoorende tot de 1ste Compagnie Wielrijders, wordt verzocht ten s p o e- jd i g s t e zijn tegenwoordige woonplaats op te geven of zich onverwijld te ver joegen op het MUatiebureau ten Raad- huize (Kamer No. 9) alhier. De Burgemeester, N. C. DE GIJSELAAR. Ledden, 11 October 1912. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet; Brengen bij deze ter algemeen e kennis dat öoor hen op heden vergunning is verleend aan J. P. VAN NOORD, en rechtverkrij genden tot hot uitbreiden van de Brood- bakkerij in het perceel Magdalena-Moons- straat No. 33, Sectie M No. 2793. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 10 October 1912; De agenda \oor do' Raadszitting was 1 (Donderdag allerminst belangrijk en toch 1.waren alle Raadsleden aanwezig. Wij schrij- 'iVen dit voornamelijk toe aan het eerste punt der agenda: benoeming van een wet- .fcouder in de plaats van den heer Kore vaar. Bij de tegenwoordige partij-verhou ding in den Raad lag het voor de hand, ,!dafc de zetel weder door een vrijzinnige zou worden ingenomen. De partij-verhou- ,dmg, welke er in het college van B. en Ws. ifcestaat, maakte die nog meer waarschijn- jlijk. Maar men weet nooit wie er op het 'laatste uur nog kan worden verhinderd en 'daarom aoht men aan weerskanten het ■:een plioht bij zoo'n gelegenheid op het .appèl te zijn. Bovendien mocht hier de ■Vraag worden gedaan: Zullen de vrijzinni gen met een gemeenachappelijkeh candi- daat komen 1 Het is door vooruitstrevende vrijzinnigen reeds eenage malen opge merkt, dat het college van B. en Ws. niet een juiste weerspiegeling is van de ströo n.ingen in den Raad, in dien zin, dat de meer democratische elementen niet in die College vertegenwoordigd zijn. Het was voor de meeste linksehe fracties dus een opoffering weer een man te kiezen, die tot de behoudende vrijzinnigen mag ge rekend -worden. Men heeft echter blijkbaar het partij- en het algemeen gemeentebe lang, zooaJs men het daar inziet, ditmaal opgeofferd aan het belang van de af dee ling Fabricage, aan de gemeente in bijzon- deren zin alzoo. Van beide kanten heeft men een candi- daat aangewezen, die technisch onderlegd is. De heer Mulder zoowel als de heer Fischer staan niet vreemd tegenover Publieke Wer ken. Wij gelooven, dat men daarmede ver standig deed, ook ai zijn er voorbeelden van plaatsen, waar een niet-deskundige in den enge ren zin deze af deeling beheert. Wij wijzen, om van zeer groote gemeenten niet te spreken, op Utrecht, waar een advo caat wethouder van Publieke Werken is. Het geldt daar echter een man, die als gemeente-ambtenaar speciaal met zaken, de afdeeling Fabricage betreffend, een goe de leerschool heeft doorloop en, zoodat dit voorbeeld feitelijk niets bewijst. Wij zijn er van overtuigd, dat n;en goed deed een deskundig man aan te wijzen. De ervaring, met den heer Korevaar opge daan, moet die leden trouwens wel in dat gevoelen hebben versterkt. En zoo bleven ais aangewezen candidaat-wethouder over de heeren Fischer en A. Mulder. De eerste werd, zooals men weet, met 20 stemmen tegen 10 op den heer Mulder, gekozen. Vermoedelijk hebben dus de Chr.-Histori- eche leden ook op den heer Fiecher ge stemd. De heer H. W. Fischer is oud-genic- officier en ontving zijn opleiding te Breda; hij heeft een vrij langen en zeker eervol len 9taat van dienst in Indië achter zich. Thans is hij conservator aan het Rijks- Ethnograpliisch Museum, en heeft zich daarbij, naar wij uit vertrouwbare bron vernemen, een man van initiatief doorzicht en werkkracht getoond. Hij is nauwelijks een j aar lid van den Raad, zoodat hij daar nog niet een bijzondere plaats heeft kun nen innemen, al liet hij er zdch bij sommige gelegenheden - wij denken hier o. a. aan die bespreking van het voorstel over de plaats der nieuwe Hoogere Burgerschool niet onbetuigd. Pas 48 j'aar, is hij derhalve nog vrijwel in de kracht van het leven. Wij hopen, dat hij een waardig opvolger van den heer Korevaar zal blijken te zijn. Deze ie gasteren op sympathieke wijze ge huldigd, en het was den Raad blijkbaar aangenaam, uit den mond van den Voor zitter te vernemen, dat de heer K. als Raadslid zitting blijft hou dien. Even sympathiek als de huldiging van den Voorzitter was het afscheidswoord van den heer Korevaar zelf. Naar waarheid kon hij getuigen, dat hij niet enkel heeft kunnen rekenen op den steun en de mede werking van zijai medeleden van het Dag. Bestuur en van den Raad, maar dat hij bij zijn arbeid in het belong der gemeente ook werd gedragen door het vertrouwen en de sympathie der burgerij. Dit iö voor eiken bewindsman, en voor namelijk voor een Wethouder van Fabrica ge, wiens bemoeiingen zoo herhaaldelijk ingrijpen in die belangen der burgerij, van onschatbare waarde,, en wij wenschen den nieuwen wethouder van harte deze zelfde ervaring toe. Moge ook hij het vertrouwen der burgerij winnen I Zijn taak is allesbehalve gemak kelijk waar hij al dadelijk 'staat voor de uitvoering van een geheel nieuw systeem van gemeente-reiniging, dat heel wat in spanning en doorzicht zal vorderen. Do heer Fischer heeft zeker den ernst van deze benoeming beseft, waar hij ge bruik maakte van. den hem bij do wet toegestanen termijn van beraad. Wij kun nen thans echter mededeelen, dat hij de benoeming heeft aanvaard. Vóór de Raad tot de behandeling der agenda kon overgaan, passeerden ouder ge woonte eenigo ingekomen stukken de revue, waarvan wij er een paar willen noemen. Zco de adressen van den Gereformeerden Kcrke- raad en van „Patrimonium", om aan do Schouwburgcommissie voortaan de jaarlijk. scho subsjdie vain f1500 te onthouden. Be gronden, die adressanten voor hun verzoek aanvoeren, zijn, dat hier gelden uit de ge meentekas worden gegeven, waarvan slechts vrienden van het tooneel kunnen profitee- ren. Zij plaatsen zich op het standpunt, dat door uitvoeringen op Zondag de dag des Heeren wordt ontheiligd pn dat er stuk ken worden vertoond in strijd met de goede zeden. Do Schouwburgcommissie zal hun dit laatste vooral allerminst toegeven. In ieder geval kunnen wij uit deze adres sen, waarvan er een mede door het Raads lid den lieer Bosch is onderteekend, reeds opmaken, dat bij den betrokken post op de begrooting fel zal worden gestreden. Of het subsidie zal blijven gehandhaafd, daar. over wagen wij niet een voorspelling te doen, te meer, omdat wij hoorden verlui den, dat ook van andere zijde er op andere gronden bezwaar tegen deze subsidie kan worden verwacht. Een ander adres, dat onze bijzondere aan dacht trok, is dat van de Gebroeders Stork, machinèfabrikaiitcn uit Hengelo, die hun bevreemding uitspreken, dat het gemeente bestuur met voorbijgang van de Nederland- sche fabrikanten uit bet buitenland een turbino generator ten behoeve van d!e Electriciteitsfabriek hebben betrokken, ter wijl het kon weten, dat de adresseerende firma deze machines heeft geleverd zelfs aan den Ned. Staat. Zoo oppervlakkig gezien, lijkt ook ons in een gedeelte der gemeente Leiderdorp, dit vreemd. Maar wij willen ons oordeel op schorten, totdat het praeadries over dit adres is versohenen. Het verzoek van de Leidsohe Duinwater- Mij., om waterleidingsbuizen a-^i te leggen in een gedeelte der gemeente Leiderdorp, gaf eenige aanleiding tot discussie. Het geldt hier een nog onbebouwd terrein, waarop nog huizen moeten verrijzen, waar van de bouw afhankelijk is van aansluiting aan de waterleiding. Maar de Maatschap pij kon nu nog niet precies omschrijven hoe en waar de buizen zullen worden ge legd, wat anders volgens de concessie-voor waarden van haar kan worden verlangd. De heer Fokker wilde, voor dat zij dit niet kon doen, ook de vergunning niet geven. De heer Botermans had een ander be zwaar. Op deze wijze bevordert de ge meente den aanbouw van huizen aan den zelfkant van Leiden in een andere ge meente. Leidenaars zullen deze huizen gaan be wonen en uit de stad trekken, tot veler 67) Met die aanmatigende woorden, afkom stig uit het boek der etiket-te van haar eigen autocratisch geslacht, zette de doch- Iter van den onttroonden koning van Polen het voorval op zij, alsof het nooit gebeurd [was. Een snel onderdrukt gemompel ging Hoor de zaal. Lydia maakte een diepe eer biedige nijging voor de Koningin en toon de daarmee aan dat voor zoover het haar aanging het voorval op koninklijk bevel gesloten was. Maar Irene de Stainville was niet iemand .om een dergelijke zaak zoo over haar kant te laten gaan. Welke houding de Koningin ook mocht aannemen, zij voelde duidelijk, dat in elk geval de mannen op haar hand waren en ofschoon Koning Lodewïjk zelf •he indolent en te egoïstisoh was om voor haar in de bres te springen en haar echt genoot niets beters kon dan een twist be ginnen met een onschuldig persoon, was zij (er toch bepaald zeker van dat zij goedkeu ring en aanmoediging ontdekte in de blik ten vol ongeveinsde bewondering, dio het mannelijke element er tegenwoordig haar [Vrijgevig schonk. M. Ie duo d''Aumont keek «njn achter beslist afkeurend aan, terwijl e Louvois zichtbaar verlegen was. et wos dus maar een geval van twee vrouwen als vijanden, waarvan de een wel «e waar de Koningin van Frankrijk was en bevooroordeelde, eigenzinnige auto- craa binnen de nauwe grenzen van haar eigen inticmen kring en de ander 2eer hoog geplaatst, zoowel in de gunst van het hof als in officieele dingen. Maar Irene de StainviU© voelde wel dat liaa-r eigen schoonheid een minstens even machtige troef was, als de politieke in vloed van haar voornaamste tegenstand ster. Toen de Koningin van Frankrijk dus ver koos te spreken alsof madame la oouitesse de Stainville niet bestond en Monsieur dJe Louvois haar beleefd doch beslist verzocht om op zij te gaan, weigerde zij dat brutaal weg. ,,Neen, de Koningin zal mij aanhooren," zei zij en haar stem trilde nu een weinig van onderdrukten hartstocht, „Hare Ma jesteit zal zeker niet toestaan dat door de gril van een jaloersche vrouw..." „Stilte vrouw," zei Maria Leszcynska met al het gezag, de trots en den eigen dunk, die zij van haar Poolsche voorvade ren had geërfd, „ge vergeet dat ge u in de tegenwoordigheid! van uwe Koningin be vindt. „Neen, mevrouw, dat vergeet ik niet," zei Irene, volstrekt niet bedeesd en de izoak niet opgevend. ,,Ik herinner het me met elk woord dat ik uitspreek, omidat ik weet dat de naam onzer Koningin de rein heid en de rechtvaardigheid beduidt. Uwe Majesteit," voegde zij er bij, want zij merkte den ietwat zoehteren blik op in de oogenvan Maria Leèczynska bij het aan hooren van haar handig gekozen woorden, „wilt u zoo goed zijn van mij aan te hoo- renl" (Al sprekend liet zij zich gratie-lijk op haar knieën neer op de treden van den troonzetel). ,,Ik ben misschien niet waar dig Uwe Majesteit de hand te kussen; ik neem aan dat we dat geen van allen zijn, want u staat oneindig ver boven ons dloor uw deugden en uw waardigheid, maar ik zweer de Koningin van Frankrijk dat ik niets gedaan heb, waarmee ik deze publie ke beleediging verdiend heb." Zij wachtte een oogenblik om er zeker van te zijn dat zij de aandacht der Ko- nigin en van al de aanwezigen in de zaal nog bezig hield toen richtte zij haar donkere oogen strak op Lydia en zei luid, zoodat haar heldere jonge 6tem triomfan telijk door de zaal klonk: „Mijn echtgenoot is door madame la marquise d'Eglinton als het werktuig ge bruikt om den Stuart aan Engeland te ver- koopen." Er ontstond weer een doodelijke stilte in de groote receptiezaal; het duurde maar een paar seconden, maar in één hart duur den die seconden wel honderden uren, te rekenen naar al de smart, die zij mee brachten. Het was alsof Lydia in een eteen ver anderd was. Ofschoon zij Gastons verraad had ingezien, had zij toch niet gedacht dat het zóóveel beteekend'e. Zij was er geheel verlamd' en hulpeloos door. Zij had haar ziel, haar geest, haar eer overgegeven aan den gemeen sten verrader, die ooit het aan gezicht dier aarde verdonkerd had. Alö zij hem een jaar geleden vernederd had, als zij vandaag getracht had, al zijn eerzucht voor de toekomst te vernietigen, dan was hij nu geheel en al gewroken. Zij hoorde zelfs niet het protest der eer lijke Koningin: „Dat ia niet waar."Want Maria Lesz cynska^ wilde geen geloof hechten aan die aantijging tegen de vrouw, die zij steeds nadeel. Eerst moeten wij dit gedeelte annexeeren en dan het bouwen bevorderen. De Voorzitter en de heer Korevaar acht ten beide bezwaren allerminst overwegend. Het bezwaar van mr. Fokker noemde de Voorzitter slechts theoretisch en het stand punt van den heer Botermans werd door •Jen heer Korevaar als te eng gekwalifi ceerd. Beiden vinden het uit een gezond heidsoogpunt van veel meer beteekenis, dat in den omtrek ook goed drinkwater aanwezig is. Een practisch bezwaar ontwikkelde de heer Roem, die de vrees uitsprak, dat door uitbreiding de druk van het water in Leiden wel eens te gering kon worden. De Voorzitter achtte deze vrees echter met gemotiveerd. Het verzoek werd dan ook zonder hoofdelijke stemming ingewil ligd. Het verzoek van de afd. Leiden van den Bond van Ned. Onderwijzers, om de kos ten van het geneeskundig attest ten behoe ve van onderwijzers, die wegens ongesteld heid van langer dan drie dage>n verzuimen, voor rekening van de gemeente te nemen, werd warm verdedigd door mr. Van der Pot en den heer Sijt-sma, door den eerste voornamelijk, op gronden, aan de verorde ningen ontleend; door den laatste uit practische overwegingen. Hij achtte den maatregel in het geheel niet noodfig. De Voorzitter vond den maatregel geheel conform de verordeningen en de door den heer Sijt-sma bestreden circulaire was slechts een herinnering aan iets, wat nog altijd, op enkele uitzondering na, geschied de n.l. de verplichting om een attest over te leggen, wat in den laatsten tijd wel eens in de slof was gebleven. B. en Ws. kregen nog steun van den heer Vergouwen, waar na- het verzoek met groote meerderheid werd) verworpen. Het oude heerenhuis naast de H. B.-S. voor Jongens aan de Pieterskerkgraoht zal nu ook gedeeltelijk een bestemming krij gen. „Mathesis", wien© lessen steeds uit breiden, krijgt er een lokaal van in ge bruik, waarop straks wellicht meerdere zullen volgen. De heer Hoogenboom, die lid van het bestuur van het Genootschap is, sprak er zijn voldoening over uit. De heer Bosch vroeg en verkreeg dIe verzekering, dat het huis niet ongeschikt werd gemaakt voor een andere bestemming, en de heer Botermans poogde, hoewel tevergeefs, die toezegging te verkrijgen, dat de zoo ont sierende planken voor de ramen wordlen verwijderd. Het besluit tot oprichting eener vetsmel- terij op het terrein van het Openbaar Slachthuis en tot verhuring van het op te richten gebouw aan de Leidsche Varkens- slacht ersvereenigdng voor den tijd van tien jaar is een bewijs te meer van de goede verstandhouding, die er tusschen de directie van het Slachthuis en de sla gers heerscht, en het bewijst tevens, dat onze slagers de controle van het Slacht huis niet vreezen. Dit besluit heeft onze volle sympathie. Eindelijk werd nog besloten het salaris van den adjunct-directeur van 't Openbaar Slachthuis met f 300 te verhoogen en te brengen op f 1500, met vier twee-jaariijk- sche verhoogingen van f 100, onverminderd een toelage van f 500 als keurings-veearts. Tot deze verhooging was men wel genood zaakt, aangezien er zich geen voldoend aantal sollicitanten aanbood voor deze be trekking en men de functionnarissen, een-» maal benoemd, ook niet kan houden. Dit verwondert ons niet. Een aanvangs-. salaris van f 1200 plus f 500, voor een ge diplomeerd reearts, lijkt ons in dezen tijd bepaald onvoldoende en wil men goede ambtenaren, die met lust hun plicht ver vullen, dan behoort men hun ook goed te beloonen. Nadat bij rondvraag de heer Zwiers de aandacht van den burgemeester had ge vestigd op het snelle rijden van auto's door de stad, en hij beloofd had op zijn beurt de klaoht bij de politie te zullen overbrengen, werden de deuren gesloten, en bibven de Raadsleden in geheime verga dering bijeen. Leiden, tl October. Bij besluit van Ged. Staten van Zuid- Holland van 7/10 October j. 1. is naar aanleiding van het hooger beroep, van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Leiden, bepaald, dat- de naam van den heer J. H. Jansse, Breestraat te Leiden, ten onrechte door den Gemeenteraad van Leiden op de kiezerslijst is gebracht en be- volen, dat deze daarvan zal worden afge- voerd, en-wel op grond, dat de heer Jansse noch ia bestuuraër noch medebestuurder, doch uitsluitend een aan het bestuur on dergeschikte betrekking heeft. De heer H. W. Fischer heeft de be noeming tot wethouder van fabricage al hier aangenomen. Ds. A. Rolloos, voorheen Gerof. pred, in Argentinië, ia hier te lande oangeko- meD en verblijft tijdelijk te Leiden. Den heer L. P. Haring, hoofd eener lagere school te Leidmuiden, en gedurende 25 jaar, leeraar aan de Rijks-Normaalles sen te Voorschoten, is op zijm verzoek uit laatstgenoemde betrekking' eervol ontslag verleend. In zijn plaats is benoemd de heer J. Broeze, hoofd der school 4de kl. No. 2, alhier. Bij Kon. besluit is vrijstelling van den dienst bij de militie verleend voor één jaar aan W. Uittenbogaord, te Boskoop. Beroepen is bij de Gercf. Kerk to Velp ds R, M Westerink, te Voorburg. Door de benoeming van jhr. mr. W. B. Sandberg, burgemeester van Abcoude Ba am brugge en AbcoudeProostdij, tot burgemeester van Haarlem, ontstaat een vacature in de Provinciale Staten van Utrecht. Jhr. Sandberg had sedert 1909 zitting voor het district Kreukelen. B. en We. van Amsterdam stellen den Raad voor hen te machtigen op een terrein aan de Elisabeth-Wolffstraat een tweede werk- en leerschool te bouwen en in te richten. De bouwkosten van de nieuwe echool, waarin tevens een conciërgewoning zal werden gemaakt, worden geraamd op f 157,000, terwijl gerekend wordt, dat voor meubilair noodig zal zijn een bedrag van f 21,900, dus in totaal f 179,400. De nieuwe school zal kunnen bevatten een maximum-sohooibevolking van 180 leer lingen, verdeeld in 15 klassen van twaalf, waardoor van keukens, strijk- en huishoud- lokalen het grootst mogelijke gebruik zal worden gemaakt. Dr. A. Kuyper zal, naar „De Rott:" meldt, Woensdagmiddag den eereten steen haar vertrouwen en haar vriendschap had geschonken. „Het is de waarheid, Uwe Majesteit," zei Irene vastberaden, intusschen opnieuw opstaande. „Wees zoo goed om mevrouw de markiezin d'Eglinton te vragen of zij vandaag in het eenzame bosoh van Versail les niet dien graaf de Stainville het gehei me stuk van het toevluchtsoord van den Stuart, ter hand stelde, opdat liij voor een groote som gelds den Engelschen in han den zou gespeeld worden. Mevrouw ia mooi, rijk en invloedrijk, daar Monsieur de Stainville een man is, durfde hij haar be velen niet te negeeren, maar Monsieur de Stainville is ook knap en jong, Madame vereerde hem met haar aandacht, terwijl ik, de echtgenoote, eenvou-dlig werd achter af gezet, want ik stond hen in den weg en mocht mijn tong soms eens misbruiken. Dit is de waarheid, Uwe Majesteit," zei Irene met waardige kalmte, „wees zoo goed ons bedden eens aan te zien, wie of er bleeker uitziet, zij of ik." Marie Leeczynska had stilzwijgend naar dio beschuldiging geluisterd, die door de eene vrouw de andere naar het hoofd werd geslingerd. Bij de laatste woorden van Irene keerde, zij zich om en keek Lydia aan, zij zag de marmerbleeke gelaatskleur, «de stijfheid van de jeugdig© gedaante, de ontzaglijke wanhoop uit die half gesloten oogen spreken. Het is niet noodig te zeg gen, dat de Koningin het verhaal van ma dame de Stainville niet volkomen geloof de, door instinkt gedreven vergeleek zij de bontopgedirkte pop met haar schelle stem en de onbetamelijk bloote schouders, mot de trotsch© bevallige vrouw in liet maag delijk wit gehuld, over wie onbescheiden tongen in al die jaren van haar publiek leven alleen wisten te zeggen dat zij koud, gestreng, misschien niet genoegzaam inte ressant was, maar wier maagdelijk kleed nooit door den adem van een openbaar schandaal was bezoedeld geworden. De Koningin voelde niet dat er nu schuld op dat ernstige, reine gelaat te lezen was, maar zij had een onoverkomelijkcn afkesi' van ieder schandaal dat in haar tegen woordigheid of op een van haar recepties mocht voorkomen. Daarenboven had Irene een 9naar aangeraakt, die hevig op do Puriteinsche zenuwen van do Koningin werkte, en ongelukkig op hetzelfde oogen blik dat madame de Stainville die laatste gifbige uitdrukking bezigde, rustten de blikken van Marie Lesczynska op het ge laat van den Koning. In de gelaatsuit drukking van Lodewijk vond Zij den half spottenden, half onverschilligen glimlach, dién hij gewoonlijk vertoonde als de deugd der vrouw werd behandeld en al haar trots kwam tegen die eeuwigdurende schan dalen in opstand, die het hof te Versailles berucht maakten, en die zij met inspanning van al haar krachten uit haar omgeving trachtte te verbannen. Daarom voelde zij zich nu jegens ieder een ontstemd. Voor ettelijke jaren zou haar rechtvaardigheidsbegrip er haar toe gedreven hebben om die zaak te onderzoe ken, om zelve het ware of het schijnbare van een herig geschil op te sporen;, maar later was dat rechtvaardigheidsgevoel ver doofd door de massa beleedigingen tot haar persoonlijk waardigh'eidsgevoel ala Koningin en als vrouw. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 1