Tweede Kamer. Ingezonden. Vragen en Antwoorden. Vergadering van Dinsdag 3.40 ïi. m. Ouderdom b- en Invalidi teitsverzekering. De Voorzitter stelt voor, om te gen Dinsdag 15 October een aanvang te maken met de openbare behandeling van het wetsontwerp in zake Ouderdoms- en Invaliditeitsverzekering. De heer Goeman Borgesius kan dit eerste voorstel van den nieuwen voor zitter niet bewonderen. In 'n bekend coali tieblad „D© Rotterd." stond dezer dagen, dat men de linkerzijd© niet meer vriende lijk moest te gemoet komen. Wij vragen dit niet zegt spr. wij vragen alleen dat men ook tegenover de minderheid' recht en billijkheid zal in aoht nemen. Het voor stel van den Voorzitter is tegen lands belang. Dat de Invaliditeitswet nu aan de orde wordt gesteld, verwondert spr. niet, al is het een groote volte face. Thans ech ter gebeurt iets ergere. Op 15 October zal de commissie van voorbereiding nog niet eens met haar werk gereed zijn, want tot op dien dag kunnen amendementen worden ingediend en die moet z© dan nog behandelen. Gaat het dus a&n, op dien dag reeds met de behandeling in het open baar te beginnen Vaak immers worden amendementen door de Regeering overge nomen, waardoor het aspect van het ont werp verandert. Zoodoende wordt het een caricatuur van behandeling. De Kamer kan zich niet voldoende in het rapport hebben ingewerkt. Het telt ruim 200 blad zijden en het ontwerp is aanzienlijk ge wijzigd. De laatste nota-Kluyver is eerst Vrijdag j. 1. verschenen. Zeker men wil eenigen tijd winnen, maar de instelling der commissiën van voorbereiding bedoel de indertijd niet anders, dan de openbare behandeling te vergemakkelijken. Thans zal het tegendeel gebeuren. Overhaasting wreekt zich altijd. Het voorstel van den Voorzitter is een zuiver partij-voorstel, waarin met den gerechtvaardigden wensch der minderheid geen rekening wordt ge bonden. (J u i s tSpreker en zijn vrien den willen gaarne aan het ontwerp mee werken, mits de normale weg worde ge volgd; zij zullen vóór stemmen, wanneer de datum van behandeling wordt gesteld op 22 October. De heer Duys bestrijdt eveneens het voorstel. Het ontwerp is nog niet gereect voor openbare behandeling en het voorstel is in strijd met de belangen der arbeiders klasse, die men simuleert te behartigen. Een van de belangrijkst© punten bij deze zaak is het Staatspensioen, doch het rap port over de werking van dat pensioen in Engeland, waarvan de samenstelling is op gedragen aan <ïen heer Ruitgers, is nog steeds met verschenen; Deze heer is due de schuld der vertraging. De heer Rutgers is reedls 1$ jaar met het rapport bezig of liever niet bezig (Gelach) en vóór dat rap port er is, kunnen de algemeene beschou wingen niet beginnen. De Kamer moet dat rapport kennen en bestudeerd, hebben en de juistheid er van hebben onderzocht (Juistomdat d© heer Rutgers tegen stander van staatspensioen is. De heer Thomson: „Dan gaan we allemaal naar Engeland toe!" De heer Buys: Bovendien zijn we nog niet met dë amendementen bekend. En dat terwijl men altijd vraagt bij de algemeene beschouwingen niet t© treden in datgene, wat bij de amendementen terugkomt. Het ontwerp ia dus nog niet in staat van wij zen" en de behandeling er van is voorba rig, hetgeen spr. met vroegere uitlatingen van de ministers Talma en Heemskerk tracht aan te toonen. De zakelijke grondJ- slag van de Invaliditeitswet ontbreekt nog. Een goede uitvoering der wet zon der ziekteverzekering is on- m-ogelijk. Ook dit heeft minister Talma vroeger zelf erkend. Spr. betoogt het in den breed©. Zonder ziekteverzekering zal de invaliditeitsverzekering geen enkel nut tig effect hebben. De Minister zei vroeger, dat in dien toestand invoering der Invali diteitswet zeor duur zal zijn en zonder belang voor vele arbeiders. Ook minister Regout oordeelde vroeger aldus. Spr. ci teert diens dissertatie, waarin hij zich aldus uitlaat. Thans gaat men onder terro risme van uit do Kanaalstraat to©h tot de behandeling der Invaliditeitswet over. Spr. oritiseerb het voorstel van den Voorzitter uitvoerig. Toen indertijd iets dergelijks door de socialisten werd voor speld, riep men van rechts, dait zij insi nueerden. ,,De Tijd'' noemde het laster, wanneer men zei, dat de Ziektewet niet vooraan zou blijven staan. Spr. betoogt, dat men aan de rechterzijde spot met het arbeidersbelang. Het gaat daar om te voor komen, dat Talma een „deuk major" krij gen zal. (V r o o 1 ij k h o i d.) Het partij belang staat voorop. Het is alles politiek. De heer Lohman schreef zelfs eens, cEait obstructie gerechtvaardigd ie, wanneer de politiek der meerderheid enkel en alleen is gericht op stembus-succes. Op zoo'n ma nier worden de leden dor oppositie maakt tot propagandisten der rechterzij de. Als dat zoo gaat, laat de Koningin dan voortaan maar een blank velletje papier sturen met de boodschap: „Het ontwerp komt later", en dan beginnen we toch maar met de behandeling. (Gelach.) Spr. pro testeert dus tegen hét voorstel. De heer Nolens ontkent, dat de rech te rzijde altijd heeft aangedrongen op be handeling der Ziekteverzekering voor de Invaliditeitsverzekering, döch al ware dit zoo, dan nog moet men rekening houden met gewijzigde omstandigheden. Ook het Ziekte-ontwerp zal in dit jaar nog behan deld kunnen worden. De heer Roodhuijzen: „Dat meent hij niet." De heer Nolens betoogt, dat het rationeel is, dat bij een zoo beperkten tijd toch het belangrijkste ontwerp vooraan wordt gesteld. Men zegt, dat het ontwerp niet gereed is. Spr. komt daarte gen op. Nu het reglement van orde gewijV zigd is, behoefde men geen termijn te stel len om de amendementen te bestudteeren. Dat was niet noodig. Bovendien kan een ontwerp als dit door overneming van amen dementen thans niet meer veranderen. Het rapport over Engeland zal nu zeer spoedig komen en daarmee is het argument van den heer Duys vervallen. Onjuist ie, dat tegenover de minderheid het recht zou worden verwaarloosd. Ook tijdens het mi nisterschap van den heer Borgesius is de Ongevallenwet met zeer grooten spoed behandeld. Het is in het belang der arbei ders, om nu d© Invaliditeitswet zoo spoe dig mogelijk te behandelen. Dat is waar lijk geen partijpolitiek. De heer Treub bestrijdt den heer Nolens. Deze heeft feitelijk gezegd dat men zich met de amendementen maar niet druk moet maken, want dat ze toch worden ver worpen. Daartegen komt spreker op. Hij vermoedde wel, dat zoo iets gebeuren zou. Maar hij protesteert tegen een zoodanige veroordeeling der amendementen, nog vóór z© bekend zijn. De heer Nolens zei, dat men zoo spoedig mogelijk moet werken. Zeker maar dan toch zoo, dat de leden der Kamer de zaak hebben kunnen bestu- deeren. De heer P atijn zal niet spreken over d© wenschelijkheid om eerst do Ziektewet te behandelen. De Ka-naalstraat wil het niet en daarmee is de zaak uit. Spreker wijst er echter op, dat d© nieuwe nota- Kluyver onmogelijk kan zijn bestudeerd vóór 15 October, nu de leden bezig zijn aan de Begrooting. Bovendien zijn zeer ve le amendementen te waohten. Ook die moe ten worden onderzocht. Uitstel van min stens een week is noodzakelijk. De Voorzitter komt op tegen de bewering, dat hij eon partijvoorstel zou hebben gedaan, en het recht der minder heid zou schenden. Gewoonlijk heeft de meerderheid veel meer haast <lan d© min derheid. Dat is oaider alLe voorzitters het geval en dan gaat het niet aan, spreker van partijdigheid te beschuldigen. Hij heeft het rapport volkomen bestudeerd. Om de nota-Kluyver te begrijpen, is spre ker niet algebraïsch genoeg ontwikkeld. Het rapport over Engeland zal geen in lichtingen geven over het wetsontwerp, maar over een geheel ander ^stelsel. Dat heeft op d© zaak weinig betrekking. Aan de langdurig© voorbereiding hebben 24 le den deelgenomen. D© heer T ho mson: „Dus 76 niet!" De Voorzitter betoogt, dat ook de zen op de hoogte kunnen zijn. Bij de alge meene beschouwingen behoeft men de amen dementen niet te kennen. Het is toch geen gewoonte, dat deze worden ingediend vóór de algemeene beschouwingen over eenig ontwerp. Men kan juist beginnen, zonder het oordeel der commissie te kennen. De amendementen komen eerst bij d© artike len ter sprake. Nooit heeft de rechterzijde positief uitgesproken, dat eerst de Ziekte wet moet worden behandeld. Spreker handhaaft zijn voorstel. De heer Duys repliceert en houdt staan de, dat het voorstel een part ij-voor stel is. „Laten we maar gaan stemmen, de neuzen geteld," roept spreker, de rechterzijde mag niet anders van dr. Kuyper. De heer Goeman Borgesius re pliceert eveneens. In Juli zei dr. Nolens nog aan de verzekering, dat eerst de In validiteitswet zou worden behandeld, geen waarde te hechten, en thans acht hij dit vanzelf sprekend, vermoedelijk na den be ken don passus in de Troonrede. De Voor zitter heeft gezegd, dat hij de stukken goed heeft bestudeerd, maar de Voorzitter behoeft niet in d© af deelingen te werken. Daarom blijft spreker er bij, dat de be handeling eerst op 22 October moet begin nen. De Voorzitter heeft de rechterzijde verdedigd, maar dat lag niet op zijn weg, want hij is voorzitter van de geheeïe Ka mer. Spreker sluit zich aan bij het protest van den heer Treub. Hij stelt voor met de be handeling op 22 October te beginnen. De heer Troelstra beschouwt het voorstel-Borgeeius als een amendement op het voorstel van den Voorzitter, dus als een minder kwaad, In die opvatting zal spreker er voor stemmen. De heer Nolens repliceert. Hij heeft niet bedoeld reeds nu de amendementen te ver- oordeolën. Ook de heer P atijn replioeert en be toogt, dat de oommissie geen tijd zal heb ben de amendementen te bestudeeren. De Voorzitter zegt, dat d© commis sie dit tijdens de Kamervergaderingen moet doen. Het debat wordt gesloten. Het voorstel van den Voorzitter, om op 15 October te beginnen met de openbare behandeling der Invaliditeitswet wordt met 54 tegen 37 stemmen aangenomen. (Rechte tegen links.) De vergadering wordt gesloten. De z a a k.R oerdinkholder. Nadat voor enkele dagen wérd bericht, dat het gezin Roerdinkholdor d© Residen tie heeft verlaten en zich „buitenaf" heeft gevestigd, is thans verschenen een nota van inlichtingen van den Minister van Justitie op liet bekende adres van den heer H. A. J. van Slipriaan Luiscius, directeur der Haag- scho Tramwcg.Maatschappij, waarbij deze aan de Tweede Kamer had verzocht haar me dewerking t© verleonen tot een aanvulling van het .Wetboek van Strafrecht. Do Minister geeft een overzicht van de bekend© feiten en deelt voorts mede, dat hg met don procureur-generaal bij het gerechts hof en den burgemeester der Residentie over leg heeft gepleegd omtrent de wijze, waarop de politie aan den ongewenschten toestand een ©inde zou kunnen maken. Het gevolg van het gehouden overleg waö, dat do politiedienaren opdracht ontvingen, om Rocrdinkholder en diens vrouw onmiddel lijk aan to houden en naar den officier van justitie of één der hulpofficieren te brengen, zoodra zij op heefcerdaad betrapt werden zich aan ©enig strafbaar feit schul dig te maken ën dat aan d© politie' voorts d© opdracht werd verstrekt, om even-eens het echtpaar, wanneer zij door het ven-wekken, van oploopein d© openbar© orde verstoorden of d© vrijheid of veiligheid van anderen daadwerkelijk bedreigden, terstond, van d-e openbare straat te doen verwijderen en des- vereischt naar een bureau van politie voor den daarvoor aangewezen politieambtenaar t© doen geleiden. iWaar echter Vrouw Roerdinkholdor, na herhaalde veroordeelingen, bleef voortgaan zich onordelijk op den openharen weg te gedragen, achtte d© Minister het begrijpelijk, dat d© hulp der Wetgevend© Macht werd ingeroepen in d© hoop, dat door verscher ping der op dit stuk bestaande wettelijke voorsclirïften aan dezen toestand voorgoed een eind© zal worden gemaakt. D© Minister meent echter ernstig te betwij felen, dat wetswijziging in dezen moet wor den bevorderd. Al zou wellicht de door adressant beoogde aanvulling der Strafwet enkel© malen van nut kunnen zijn geweest met betrekking tot de gedragingen van Rocr- dinkholder en diens vrouw, men verliez© niet uit hot oog eclirijfb do Minister dat een zoodanige verscherpt© strafbepaling niet alleen voor deze aangelegenheid zou gelden; doch, een algemeen karakter dra gend, zeer vea* reikende gevolgen zou heb ben. Hierbij m©Tkt de Minister op, dat wanneer in één bepaalde gemeente de strafbepaling ■van art. 426bis Wetboek van Strafrecht niet voldoende mocht blijken, de Gemeenteraad tot een aanvullingsverordcning kan over gaan. Do Minister hoeft dan ook ter ken- pis van don burgemeester van 's.Gravcnliage gebracht, dat naar zijn oordeel een bepa ling, als voorkomt in art. 42a dor Amstor- damsch© politiovorcrdening, waarbij verbo den wordt jknderen hinder of overlast aan te doen", naast art. 426bis Wetboek van Strafrecht zeer wel bestaanbaar is. Ten slott© wijst d© Minister op de wen schelijkheid van ©en vastberaden optreden der politie, -terwijl hij ook veel verwachtte van d© beslissingen der rechterlijk© macht. En besluit de Minister mocht deze vtouw weder voortgaan mot haar strafwaar dig gedrag, dan zal zij ervaren, dat het ge welddadig verzet van het individu tegen de wettig© regelen van den geordenden Staat, slechts tot blijvend eigen nadeel leidt. Tegemoetkoming aan dienstplichtigen. Bij nota van wijziging heeft de Minister van Oorlog ad interim van Marine een me- moriepost op de begroeiing van marine voor 1913 gebracht, ten doel hebbende om, zoo noodig, tegemoetkomingen to verleenen aan dio dienstplichtigentoegewezen aan of be- hoorende tot de zeemilitie, wier opkomst in werkelijken dienst is moeten worden uit gesteld wegens het hecrschen van besmette lijke riekte in de gemeente of de woning, waaruit zij afkomstig zijn, of wegens andere buitengewone omstandigheden en die daar door onvrijwillig zonder werk zijn geraakt. Geachte Redacteur I Aangezien liet bestuurslid Leemans der Leldsche Kappers- en Barbiers-Patroonsver- eeniging „Hulp en Vriendschap", Byieveld van antwoord dient, heb ik Byieveld verzocht het niet te beantwoorden, daar lk, als secretaris dor Leidache Kappers- en Barbiers-Patroons- Vereeniging „Ons Belang", afdeeling Neder- landache Kappers- en Barbiersbor.d, Leemans wilde antwoorden, niettegenstaande Bos veld zyn antwoord al klaar had. Ik vermoed dat Leemans van de plaatsing der adver tentie afwist. Wisten al uw bestuursleden dit? Hoe komt het dan, dat er zgn, die dit sterk afkeurden? Jk kan uit- Leemans' schrijven merken dat hij kwaad ls geworden, omdat B tl Ie veld do waarheid heeft geschreven. U bazelt, Leemans, u laat blijken dat üyieveld spijkers met koppon slaat. Ieder beoordeele maar eens uw uitdruk king „een pot, waarop staat Antisepticum". Of moet lk daarby toepassen het spreekwoord „Zoo do waard is vertrouwt hy ztfn gasten U schermt in het woest, dat is niet eeiiyk. Ieder collega heeft ©enige jaren geleden van de Gezondheidscommissie ontvangen wenken en raadgevingen, die bU velen nog in de salons hangen. Daar staat al reeds op dat eigen gereedschap aanbevelenswaardig is en BUleveld schryft dat niet tegen. Rein, Leemans, het gaat over de geplaatste advertentie van collega's. Dat ls het publiek misleiden en bang maken. Werp een blik op onze arbeiders, kunnen die een uitgave doen ▼oor eigen gereedschap? Na genomen Infor matie vinden leden uwer vereemiging het zelfs onverantwoordeiyk zoo'n advertentie te plaatsen, dat is niet de weg om het publiek te wyzen op baardziekte. Ik noem dat een vakbelang. Zoo iets behoort thuis in uw ver- eeniging. Wy zijn er om ten bate van het publiek doze belangen in een vergadering onderling te bespreken, te verhelpen, enzenz. Wy woten genoeg over dit ziektegeval, dank z'J de stukken van dokter Dieuw, voor komende in ons Maandblad. Deze dokter bazelt niet, ook onzé bondscontróle is geen leugen. Wy weten nog niet genoeg (wel 't geen u schryft) en omdat wy nog niet genoeg •- eten, hobben wy gevraagd aan dokter Kerkhof! om lezingen te houden over huidziekten en go- noemde dokter verklaarde zich hiei o bereid. Trotsch zien wy deze, voor ons leerzame avon den tegemoet, die iedere collega kan by wonen •n ik hoop ook, dat er niemand zal schitteren door afwozigheid. Ziehier, Leemans, dat is de weg, dien wy moeten bewandelen, maar geen advertenties plaatsen, die 't gros der collega's afkeuren. Hopende Leemans met dit «chryren te hebben overtuigd, en u geachte Redacteur myn dank roor de opname. D. P. WEIJERS, 1ste Secretaris Afdeelidg Lelden Ttn den Ned. Kapp.< en Barb.-Bond. Geacht© Redactie. Het ótndetrsohrift vaA den heer Pera noopt ons u nog een weinig plaatsruimte in uw. blad te verzoeken. Bij voorbaat onzen dank. ÜVjj zijn den hoer Petra dankbaar, dat bij ons op dat jwKretn yoert, Het terrein der geschiedenis is voor oPS eten dankbaar ter rein, omdat wij uit de geschiedenis kunnen zien, wat de toekomst der samenleving is, en wij uit de geschiedenis de daden en mee ningen van het heden en het verleden ver klaren kunnen. De heer Pera verwacht geen heil van de „ineenstorting" van onze tegenwoor dige samenleving, en beweert, dat het geen mensclienmassa, welke ook, ^al gelukken, de goddelijke instellingen te vernietigen. De heer Pera zal toch zeker wel weten, dat er jeeds samenlevingen, d. w. z~ maatschap pij vormen, ingestort zijn, om plaats te maken voor nieuw© vormen. De hear Pera zal ons zeker wel toestemmen, dat er, om er een te noemen, reeds een feodale maat schappij vorm, of als ge wilt, feodale samen leving is ingestort. De heer Pera zal tevens wel willen toe stemmen, dat, teen de burgers der opkomend© steden, den ondraaglijken dwang van adel en geestelijkheid moede, bezig waren de sar menleving te doen „in eens tor ten', toen met hetzelfde recht die samenleving een goddelijk© instelling werd genoemd. Dat toen de geestelijkheid met hetzelfde recht als de heer Pera- nu, waarschuwde voor „den weg, die de menschheid een rampzaligen tijd te gemoet voer do." Echter, de instorting van die goddelijke instelling, waar zoo weinig goddelijks en zooveel duivels aan was te onderkennen, heeft plaats gehad, trots de Pera's der mid deleeuwen. Een andere samenleving werd daaruit ga- boren, als een goddelijke instelling aange prezen, en is daarna weder, ingestort, om weer plaats te maken voor een andere. Wat nu door den heer Pera weder een godde lijke instelling wordt genoemd. Waarde heer Pera, die „ineenstor- t i n g" der samenleving is reeds aan den gang. Den grondslag van uw goddelijke instel ling, zooals u onze tegenwoordige samen leving, met al haar ellende en gebrek ©ener zijds, weelde, overdaad en verspilling ander zijds belieft te noemen, het privaatbezit, heeft reeds veel van zijn heiligheid inge boet. Trust en kartels, de reuzenbedrijven van onzen tijd, wijzen waar het heengaat. De Napoleon, waarde heer Pera, door u opgeroepen, om orde in den chaos te bren gen, is reeds aanwezig. De arbeidersklasse maakt zich ovor de gansche aarde op, da Napoleon te zijn. De beurt om een maat- schappijvorm te doen ineenstorten, waarde heer Pera, is nu aan den vierden stand- Do derde stand, uit <d e Fransche Revolutie, onze tegenwoordige burgerij, heeft haar beurt gehad. Teen was zij de meest be langhebbende, orde in den toenmaligen chaos te brengennu is de arbeidersklasse de groep, die het meest belang heeft bij de ineen storting. En zij zal haar historische taak. volbrengen, waarde heer Pera, minstens zoo goed als uw derde stand het heeft gedaan. Echter we willen u een geruststelling-, ge ven. N ie t als uw klasse het heeft gedaan, gewaad door de stroomen bloed in de stra ten van Parijs. Laat ons n even herinneren aan twee regels van den strijdmarsch van de arbei dende klasse, waarmede de Napoleon der twintigste eeuw, een nieuw© vorm van samen leving zal inluiden. „Niet met de wapenen der barbaren met kruit of degen kampen wij Het geesteszwaard der vrijheidsscharen brengt slecht de zege aan hun zij" Wij willen neg ©ven op de consequentie wijzen van den ondoordachten uitval van den heer Pera. Wij hebben hem den stand van onzen kicsrcchtstrijd getoond. We mogen aannemen, dat hij weet .wat wij van het algemeen kies recht verwachten. Wij willen daarmede de mogelijkheid scheppen d© in het moeras zit tende kar van sociale wetgeving vooruit te brengen. Wij willen do mogelijkheid schap pen voor staatspensionneeriiig van oude stum pers, dio nu na een leven van harden ar beid bij familieleden een siiae brood loopen te bcdelon. Wij willen een wettelijk geregel den werk dag, bescherming van vrouwen en kinderen in de fabrieken, Wij willen opheffing van nachtarbeid, verzekering tegen ongevallen voor landbouw en visscherij, een beter be lastingstelsel, betere uitvoering der Woning wet, enz., enz. Dat is in do naaste toekomst onze pro paganda, waartegen de heer Pera zich met hand en tand verzet. Dat is, volgens hem, goddelijk© instellingen vernietigen Voorwaar, als dan die menschelijk vol maakte kieswet Van Houten, als dan de Bakkerenachtarbeid, het afbeulen van vrou wen en kinderen, de woningtoestanden in de achterbuurten goddelijke instellingen hee- ten, dan. vroezen we zou do heer Pera wel een betere editie van Dante's Hel kunnen uitgeven. Waarlijk, wij mogen den Leer Pera dank baar zijn, dat hij zoo onomwonden doet uitkomen, dat hij onzen strijd, die in eerste instantie is, een strijd tegen armoede en ellende, een strijd noemt tegen goddelijke instellingen. 'Die goddelijke instelling is de brandkast. P. J. BOMLI. Leiden, 29 September 1912. Ons muntgas. iWio gedacht heeft, dat hot overbrengen van het kantoor dar Leidscho Gasfabriek van de P.-K. Kooreteeg naar de Hooigracht een verbetering zou teweegbrengen voor het inwisselen der muntstukken, heeft zich ver gist. Voor werklieden zijn de muntstukken van Maandag tot Zaterdagavond onbereikbaar, daar dozo slechts op die enkele uren van den dag (niet eans eiken dag) verkrijgbaar zijn, dat de meesten aan den arbeid zijn. Alleen op den Zaterdagavond duurt de zitting tot negen uren. Toen ik evenwel Zaterdagavond voor het gebouw; Hooigracht stond, las ik op de deur: „Geen muntstukken meer". Ontstemd ging ik heien, om hier en daar wat muntstukken te bedelen (voor geld natuurlijk), wilde ik ëiet tot Maandag zonder gas zitten. Het zelfde .was mij kortgeleden pas overkomen, toen ik, met Koninginne. ver jaardag om seven uren vain mijn werk komende, het kantoor gesloten vond, zonder dat dit te voren be kend gemaakt was. Hierin behoort spoedig verbetering te komen, vooral met het oog op het korten' der dagen. De gemeente maakt een groot© winst van het gasverbruik, niet het minst van het muntgasdus hebben, de verbrui kers ook recht op de medewerking van hét gemeente-bestuur, om gemakkelijk muntstuk ken te bekomen. Het gemeente-bestuur be hoort aan de directie der gasfabriek eén re-: geling voor te leggen, niet ten gerieve van een enkelen ambtenaar, maar ten gerieve van de vel© muntgasverbrUikere, die meest tot den arbeidersstand bekooren. Wanneer nu de zittingstijd bepaald wotrdt bijv. van één uur tot half drie en zoo mo gelijk 's avonds een uur, dan zijn wij klaar. Verder behoort de zittingstijd met dui delijke letters bekend gemaakt te worden voor een der ramen op de Hooigracht; zoo ook waar de depóts van muntstukken geves tigd zijn. Is het kantoor gesloten bij som mige gelegenheden, dat dit dan te voren bekend gemaakt worde. Wat het gebrek aan muntstukken betreft, op Zaterdag vooral, één der oorzaken zal wel zijn, dat vele winkeliers misschien te veel muntstukken betrekken voor hun klan ten- Verder kunnen wellicht d© muntmeter^ meer koeren geledigd worden. Mogen de autoriteiten de gegrondheid 'dé zer klachten erkennen en er spoedig vér-, betering in brengen l Met dank voor d© plaatsing aan Jé Re dactie, noem ik mij: Achtend, N. L. SEGA AR. Leiden, 30 Sept. 1912. CORRESPONDENTIE. - Ingezonden stukken of mededeelingen, waarvan de schrijvers hun naam niet aan de Redactie bekend maken, worden ongeplaatst teu zijde gelegd. Vraag: "Wie kan my helpen aan een goed recept om oliebollen te bakken? Antwoord: 400 gram bloem, d.L. melk, 3 eieren, 10 gram gist, 6 gram zout, 60 gram boter, 200 gram kranten, 150 gram rozynen, 50 gram sukade, 12 zure appelen. Maak het beslag en doe er die ingrediënten in, laat het uur ryzen, neem een lepel vol van het beslag, laat het In kokende olie of vet gaar en bruin worden en leg daarna de oliebollen nog even op eea papier. Vraag: Wanneer en by wien moet ik my aanmelden om les te ontvangen in de Duitsohe taal, dezen winter, in het Volkshuis, en wat ztyn de kosten per les of per lesuur? jAnt woord: By de directrice.. De kosten zyp 2J ct. per les. Vraag: Kunt IT my ook zeggen, wie de directeur of Ingenieur wordt van de stedeiyke vuilverbranding? Hoe zyn naam is, en waar hg woont? Antwoord: Als directeur treedt op de directeur van gemeentewerken, de heer Driessen, en onder hom de ingenieur, de heer Rückert, doch als adjunct-directeur ls benoemd de heer L. do Koning te Utrecht. Vraag: Ik heb een recopt voor het bakken van „Parysche wafels^ maar kan die tot myn spyt niet voldoende broos krygen. Kan men my ook een goed rocopt aan do hand doeD, waardoor zulks voldoende bevorderd wordt? By voorkeur zonder by voeging van cognac of alcoholhoudende drank. Antwoord: Vermoeielgk ia U wat te zuinig geweest met eieren, eu dan is het bakken ook een heele kunst. Doch al doende leert men. Vraag: Meermalen heb ik aan uw blad de vraag ingezonden my de beteekenis en zoo mogeiyk de afleiding te willen zeggen van het woord dreier. Antwoord: Indien de vrager zyn bedoeling niet duidoiyker verstaanbaar maakt, is het onmogeiyk een goed antwoord te gevenwy zyn geen gedachtenlezers en kunnen zonder nadere toelichting niet raden wat voor woord hy meent. Eon Nodorlandsch woord dreier kennen wy niet, ook niet uit dialecten, be halve dan natuutiyk als byrortn van draaiei in verschillende opvattingen, maar dit zou de vrager zelf wel weten. Is schJTs bedoeld het Duitsche woord dreier, dneBpfennig"stuk? Maar ook dat behoeft toch niet aan ons ge vraagd te worden, want ieder begrypt, waarom deze munt zoo heet. Maar wat dan? Vraag: Als men in de plaatsoiyko directe belasting der gemeonte Leiden aangeslagen ie op een inkomen van f 550, du* in de le klasse, hoeveel belasting moet m9n dan betalen? Antwoord: Als men ongehuwd is f 7.25, gehuwd, zonder Kinderaftrek f 3.25, met een kind beneden 16 jaar f 3, met twee kinderen f 2.60, met drie kinderen ƒ1.80, met vier kinderen f 1.40, met vyf kindoren 1 en met meer kinderen vry van belasting. Yraag: Zoudt U my s. v. p. niet willen zeggen waarmede men bloedvlekken uit een pauwblauwe japon kan krygen? Antwoord: Eenvoudig uitwasschen met lauwwarm water. Vraag: Hoe kan ik meloensehiilen confeiten? Antwoord: Maak de schillen zuiver schoon, snijd ze in stukjes en leg ze in een pot of flesck. Bedek ze met het gewicht der schillen aan suiker en sluit de Ü9sch met perkament- papier of blaas. Men schrytt ons over Ingemaakto angurken: Men nome do beschimmelde augurken uit de fle8ch, doze mosten goed afgewasschen wor den en op een vergiet uitdruipen gedurende een uur. De flesch moet met warm soda water flink worden omgewasschen en flink met water naspoelen, Nieuwe kruldenazjjn op de augurken en ze komen weer tot hun recht. In het antwoord betreffende de uitbetaling van uitgelote pryzen in do Staatslotery is een fout geslopen. Daarin wordt gesproken van pry'zen boven f 1000, doch dit moet zyn boven 100.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 6