Tweede Kamer.
Ingezonden.
Vragen en Antwoorden.
Vergadering van Dinsdag 3.40 ïi. m.
Ouderdom b- en Invalidi
teitsverzekering.
De Voorzitter stelt voor, om te
gen Dinsdag 15 October een aanvang te
maken met de openbare behandeling van
het wetsontwerp in zake Ouderdoms- en
Invaliditeitsverzekering.
De heer Goeman Borgesius kan
dit eerste voorstel van den nieuwen voor
zitter niet bewonderen. In 'n bekend coali
tieblad „D© Rotterd." stond dezer dagen,
dat men de linkerzijd© niet meer vriende
lijk moest te gemoet komen. Wij vragen
dit niet zegt spr. wij vragen alleen
dat men ook tegenover de minderheid' recht
en billijkheid zal in aoht nemen. Het voor
stel van den Voorzitter is tegen lands
belang. Dat de Invaliditeitswet nu aan de
orde wordt gesteld, verwondert spr. niet,
al is het een groote volte face. Thans ech
ter gebeurt iets ergere. Op 15 October
zal de commissie van voorbereiding nog
niet eens met haar werk gereed zijn, want
tot op dien dag kunnen amendementen
worden ingediend en die moet z© dan nog
behandelen. Gaat het dus a&n, op dien
dag reeds met de behandeling in het open
baar te beginnen Vaak immers worden
amendementen door de Regeering overge
nomen, waardoor het aspect van het ont
werp verandert. Zoodoende wordt het een
caricatuur van behandeling. De Kamer
kan zich niet voldoende in het rapport
hebben ingewerkt. Het telt ruim 200 blad
zijden en het ontwerp is aanzienlijk ge
wijzigd. De laatste nota-Kluyver is eerst
Vrijdag j. 1. verschenen. Zeker men
wil eenigen tijd winnen, maar de instelling
der commissiën van voorbereiding bedoel
de indertijd niet anders, dan de openbare
behandeling te vergemakkelijken. Thans
zal het tegendeel gebeuren. Overhaasting
wreekt zich altijd. Het voorstel van den
Voorzitter is een zuiver partij-voorstel,
waarin met den gerechtvaardigden wensch
der minderheid geen rekening wordt ge
bonden. (J u i s tSpreker en zijn vrien
den willen gaarne aan het ontwerp mee
werken, mits de normale weg worde ge
volgd; zij zullen vóór stemmen, wanneer de
datum van behandeling wordt gesteld op
22 October.
De heer Duys bestrijdt eveneens het
voorstel. Het ontwerp is nog niet gereect
voor openbare behandeling en het voorstel
is in strijd met de belangen der arbeiders
klasse, die men simuleert te behartigen.
Een van de belangrijkst© punten bij deze
zaak is het Staatspensioen, doch het rap
port over de werking van dat pensioen in
Engeland, waarvan de samenstelling is op
gedragen aan <ïen heer Ruitgers, is nog
steeds met verschenen; Deze heer is due
de schuld der vertraging. De heer Rutgers
is reedls 1$ jaar met het rapport bezig of
liever niet bezig (Gelach) en vóór dat rap
port er is, kunnen de algemeene beschou
wingen niet beginnen. De Kamer moet
dat rapport kennen en bestudeerd, hebben
en de juistheid er van hebben onderzocht
(Juistomdat d© heer Rutgers tegen
stander van staatspensioen is.
De heer Thomson: „Dan gaan we
allemaal naar Engeland toe!"
De heer Buys: Bovendien zijn we nog
niet met dë amendementen bekend. En dat
terwijl men altijd vraagt bij de algemeene
beschouwingen niet t© treden in datgene,
wat bij de amendementen terugkomt. Het
ontwerp ia dus nog niet in staat van wij
zen" en de behandeling er van is voorba
rig, hetgeen spr. met vroegere uitlatingen
van de ministers Talma en Heemskerk
tracht aan te toonen. De zakelijke grondJ-
slag van de Invaliditeitswet ontbreekt
nog. Een goede uitvoering der wet zon
der ziekteverzekering is on-
m-ogelijk. Ook dit heeft minister Talma
vroeger zelf erkend. Spr. betoogt het in
den breed©. Zonder ziekteverzekering zal
de invaliditeitsverzekering geen enkel nut
tig effect hebben. De Minister zei vroeger,
dat in dien toestand invoering der Invali
diteitswet zeor duur zal zijn en zonder
belang voor vele arbeiders. Ook minister
Regout oordeelde vroeger aldus. Spr. ci
teert diens dissertatie, waarin hij zich
aldus uitlaat. Thans gaat men onder terro
risme van uit do Kanaalstraat to©h tot de
behandeling der Invaliditeitswet over.
Spr. oritiseerb het voorstel van den
Voorzitter uitvoerig. Toen indertijd iets
dergelijks door de socialisten werd voor
speld, riep men van rechts, dait zij insi
nueerden. ,,De Tijd'' noemde het laster,
wanneer men zei, dat de Ziektewet niet
vooraan zou blijven staan. Spr. betoogt,
dat men aan de rechterzijde spot met het
arbeidersbelang. Het gaat daar om te voor
komen, dat Talma een „deuk major" krij
gen zal. (V r o o 1 ij k h o i d.) Het partij
belang staat voorop. Het is alles politiek.
De heer Lohman schreef zelfs eens, cEait
obstructie gerechtvaardigd ie, wanneer de
politiek der meerderheid enkel en alleen
is gericht op stembus-succes. Op zoo'n ma
nier worden de leden dor oppositie
maakt tot propagandisten der rechterzij
de. Als dat zoo gaat, laat de Koningin dan
voortaan maar een blank velletje papier
sturen met de boodschap: „Het ontwerp
komt later", en dan beginnen we toch maar
met de behandeling. (Gelach.) Spr. pro
testeert dus tegen hét voorstel.
De heer Nolens ontkent, dat de rech
te rzijde altijd heeft aangedrongen op be
handeling der Ziekteverzekering voor de
Invaliditeitsverzekering, döch al ware dit
zoo, dan nog moet men rekening houden
met gewijzigde omstandigheden. Ook het
Ziekte-ontwerp zal in dit jaar nog behan
deld kunnen worden.
De heer Roodhuijzen: „Dat meent
hij niet."
De heer Nolens betoogt, dat het
rationeel is, dat bij een zoo beperkten tijd
toch het belangrijkste ontwerp
vooraan wordt gesteld. Men zegt, dat het
ontwerp niet gereed is. Spr. komt daarte
gen op. Nu het reglement van orde gewijV
zigd is, behoefde men geen termijn te stel
len om de amendementen te bestudteeren.
Dat was niet noodig. Bovendien kan een
ontwerp als dit door overneming van amen
dementen thans niet meer veranderen.
Het rapport over Engeland zal nu zeer
spoedig komen en daarmee is het argument
van den heer Duys vervallen. Onjuist ie,
dat tegenover de minderheid het recht zou
worden verwaarloosd. Ook tijdens het mi
nisterschap van den heer Borgesius is de
Ongevallenwet met zeer grooten spoed
behandeld. Het is in het belang der arbei
ders, om nu d© Invaliditeitswet zoo spoe
dig mogelijk te behandelen. Dat is waar
lijk geen partijpolitiek.
De heer Treub bestrijdt den heer
Nolens. Deze heeft feitelijk gezegd dat men
zich met de amendementen maar niet druk
moet maken, want dat ze toch worden ver
worpen. Daartegen komt spreker op. Hij
vermoedde wel, dat zoo iets gebeuren zou.
Maar hij protesteert tegen een zoodanige
veroordeeling der amendementen, nog vóór
z© bekend zijn. De heer Nolens zei, dat
men zoo spoedig mogelijk moet werken.
Zeker maar dan toch zoo, dat de leden
der Kamer de zaak hebben kunnen bestu-
deeren.
De heer P atijn zal niet spreken over
d© wenschelijkheid om eerst do Ziektewet
te behandelen. De Ka-naalstraat wil het
niet en daarmee is de zaak uit. Spreker
wijst er echter op, dat d© nieuwe nota-
Kluyver onmogelijk kan zijn bestudeerd
vóór 15 October, nu de leden bezig zijn
aan de Begrooting. Bovendien zijn zeer ve
le amendementen te waohten. Ook die moe
ten worden onderzocht. Uitstel van min
stens een week is noodzakelijk.
De Voorzitter komt op tegen de
bewering, dat hij eon partijvoorstel zou
hebben gedaan, en het recht der minder
heid zou schenden. Gewoonlijk heeft de
meerderheid veel meer haast <lan d© min
derheid. Dat is oaider alLe voorzitters het
geval en dan gaat het niet aan, spreker
van partijdigheid te beschuldigen. Hij
heeft het rapport volkomen bestudeerd.
Om de nota-Kluyver te begrijpen, is spre
ker niet algebraïsch genoeg ontwikkeld.
Het rapport over Engeland zal geen in
lichtingen geven over het wetsontwerp,
maar over een geheel ander ^stelsel. Dat
heeft op d© zaak weinig betrekking. Aan
de langdurig© voorbereiding hebben 24 le
den deelgenomen.
D© heer T ho mson: „Dus 76 niet!"
De Voorzitter betoogt, dat ook de
zen op de hoogte kunnen zijn. Bij de alge
meene beschouwingen behoeft men de amen
dementen niet te kennen. Het is toch geen
gewoonte, dat deze worden ingediend vóór
de algemeene beschouwingen over eenig
ontwerp. Men kan juist beginnen, zonder
het oordeel der commissie te kennen. De
amendementen komen eerst bij d© artike
len ter sprake. Nooit heeft de rechterzijde
positief uitgesproken, dat eerst de Ziekte
wet moet worden behandeld. Spreker
handhaaft zijn voorstel.
De heer Duys repliceert en houdt staan
de, dat het voorstel een part ij-voor stel is.
„Laten we maar gaan stemmen, de neuzen
geteld," roept spreker, de rechterzijde mag
niet anders van dr. Kuyper.
De heer Goeman Borgesius re
pliceert eveneens. In Juli zei dr. Nolens
nog aan de verzekering, dat eerst de In
validiteitswet zou worden behandeld, geen
waarde te hechten, en thans acht hij dit
vanzelf sprekend, vermoedelijk na den be
ken don passus in de Troonrede. De Voor
zitter heeft gezegd, dat hij de stukken
goed heeft bestudeerd, maar de Voorzitter
behoeft niet in d© af deelingen te werken.
Daarom blijft spreker er bij, dat de be
handeling eerst op 22 October moet begin
nen. De Voorzitter heeft de rechterzijde
verdedigd, maar dat lag niet op zijn weg,
want hij is voorzitter van de geheeïe Ka
mer.
Spreker sluit zich aan bij het protest van
den heer Treub. Hij stelt voor met de be
handeling op 22 October te beginnen.
De heer Troelstra beschouwt het
voorstel-Borgeeius als een amendement op
het voorstel van den Voorzitter, dus als
een minder kwaad, In die opvatting zal
spreker er voor stemmen.
De heer Nolens repliceert. Hij heeft niet
bedoeld reeds nu de amendementen te ver-
oordeolën.
Ook de heer P atijn replioeert en be
toogt, dat de oommissie geen tijd zal heb
ben de amendementen te bestudeeren.
De Voorzitter zegt, dat d© commis
sie dit tijdens de Kamervergaderingen moet
doen.
Het debat wordt gesloten.
Het voorstel van den Voorzitter, om op
15 October te beginnen met de openbare
behandeling der Invaliditeitswet wordt
met 54 tegen 37 stemmen aangenomen.
(Rechte tegen links.)
De vergadering wordt gesloten.
De z a a k.R oerdinkholder.
Nadat voor enkele dagen wérd bericht,
dat het gezin Roerdinkholdor d© Residen
tie heeft verlaten en zich „buitenaf" heeft
gevestigd, is thans verschenen een nota van
inlichtingen van den Minister van Justitie
op liet bekende adres van den heer H. A. J.
van Slipriaan Luiscius, directeur der Haag-
scho Tramwcg.Maatschappij, waarbij deze aan
de Tweede Kamer had verzocht haar me
dewerking t© verleonen tot een aanvulling
van het .Wetboek van Strafrecht.
Do Minister geeft een overzicht van de
bekend© feiten en deelt voorts mede, dat hg
met don procureur-generaal bij het gerechts
hof en den burgemeester der Residentie over
leg heeft gepleegd omtrent de wijze, waarop
de politie aan den ongewenschten toestand
een ©inde zou kunnen maken.
Het gevolg van het gehouden overleg waö,
dat do politiedienaren opdracht ontvingen,
om Rocrdinkholder en diens vrouw onmiddel
lijk aan to houden en naar den officier
van justitie of één der hulpofficieren te
brengen, zoodra zij op heefcerdaad betrapt
werden zich aan ©enig strafbaar feit schul
dig te maken ën dat aan d© politie' voorts
d© opdracht werd verstrekt, om even-eens het
echtpaar, wanneer zij door het ven-wekken,
van oploopein d© openbar© orde verstoorden
of d© vrijheid of veiligheid van anderen
daadwerkelijk bedreigden, terstond, van d-e
openbare straat te doen verwijderen en des-
vereischt naar een bureau van politie voor
den daarvoor aangewezen politieambtenaar
t© doen geleiden.
iWaar echter Vrouw Roerdinkholdor, na
herhaalde veroordeelingen, bleef voortgaan
zich onordelijk op den openharen weg te
gedragen, achtte d© Minister het begrijpelijk,
dat d© hulp der Wetgevend© Macht werd
ingeroepen in d© hoop, dat door verscher
ping der op dit stuk bestaande wettelijke
voorsclirïften aan dezen toestand voorgoed
een eind© zal worden gemaakt.
D© Minister meent echter ernstig te betwij
felen, dat wetswijziging in dezen moet wor
den bevorderd. Al zou wellicht de door
adressant beoogde aanvulling der Strafwet
enkel© malen van nut kunnen zijn geweest
met betrekking tot de gedragingen van Rocr-
dinkholder en diens vrouw, men verliez©
niet uit hot oog eclirijfb do Minister
dat een zoodanige verscherpt© strafbepaling
niet alleen voor deze aangelegenheid zou
gelden; doch, een algemeen karakter dra
gend, zeer vea* reikende gevolgen zou heb
ben.
Hierbij m©Tkt de Minister op, dat wanneer
in één bepaalde gemeente de strafbepaling
■van art. 426bis Wetboek van Strafrecht niet
voldoende mocht blijken, de Gemeenteraad
tot een aanvullingsverordcning kan over
gaan. Do Minister hoeft dan ook ter ken-
pis van don burgemeester van 's.Gravcnliage
gebracht, dat naar zijn oordeel een bepa
ling, als voorkomt in art. 42a dor Amstor-
damsch© politiovorcrdening, waarbij verbo
den wordt jknderen hinder of overlast aan
te doen", naast art. 426bis Wetboek van
Strafrecht zeer wel bestaanbaar is.
Ten slott© wijst d© Minister op de wen
schelijkheid van ©en vastberaden optreden
der politie, -terwijl hij ook veel verwachtte
van d© beslissingen der rechterlijk© macht.
En besluit de Minister mocht deze
vtouw weder voortgaan mot haar strafwaar
dig gedrag, dan zal zij ervaren, dat het ge
welddadig verzet van het individu tegen de
wettig© regelen van den geordenden Staat,
slechts tot blijvend eigen nadeel leidt.
Tegemoetkoming aan
dienstplichtigen.
Bij nota van wijziging heeft de Minister
van Oorlog ad interim van Marine een me-
moriepost op de begroeiing van marine voor
1913 gebracht, ten doel hebbende om, zoo
noodig, tegemoetkomingen to verleenen aan
dio dienstplichtigentoegewezen aan of be-
hoorende tot de zeemilitie, wier opkomst
in werkelijken dienst is moeten worden uit
gesteld wegens het hecrschen van besmette
lijke riekte in de gemeente of de woning,
waaruit zij afkomstig zijn, of wegens andere
buitengewone omstandigheden en die daar
door onvrijwillig zonder werk zijn geraakt.
Geachte Redacteur I
Aangezien liet bestuurslid Leemans der
Leldsche Kappers- en Barbiers-Patroonsver-
eeniging „Hulp en Vriendschap", Byieveld van
antwoord dient, heb ik Byieveld verzocht het
niet te beantwoorden, daar lk, als secretaris
dor Leidache Kappers- en Barbiers-Patroons-
Vereeniging „Ons Belang", afdeeling Neder-
landache Kappers- en Barbiersbor.d, Leemans
wilde antwoorden, niettegenstaande Bos
veld zyn antwoord al klaar had. Ik vermoed
dat Leemans van de plaatsing der adver
tentie afwist. Wisten al uw bestuursleden
dit? Hoe komt het dan, dat er zgn, die dit
sterk afkeurden?
Jk kan uit- Leemans' schrijven merken dat
hij kwaad ls geworden, omdat B tl Ie veld do
waarheid heeft geschreven. U bazelt, Leemans,
u laat blijken dat üyieveld spijkers met koppon
slaat. Ieder beoordeele maar eens uw uitdruk
king „een pot, waarop staat Antisepticum".
Of moet lk daarby toepassen het spreekwoord
„Zoo do waard is vertrouwt hy ztfn gasten
U schermt in het woest, dat is niet eeiiyk.
Ieder collega heeft ©enige jaren geleden van
de Gezondheidscommissie ontvangen wenken
en raadgevingen, die bU velen nog in de
salons hangen. Daar staat al reeds op dat
eigen gereedschap aanbevelenswaardig is en
BUleveld schryft dat niet tegen.
Rein, Leemans, het gaat over de geplaatste
advertentie van collega's. Dat ls het publiek
misleiden en bang maken. Werp een blik op
onze arbeiders, kunnen die een uitgave doen
▼oor eigen gereedschap? Na genomen Infor
matie vinden leden uwer vereemiging het zelfs
onverantwoordeiyk zoo'n advertentie te
plaatsen, dat is niet de weg om het publiek
te wyzen op baardziekte. Ik noem dat een
vakbelang. Zoo iets behoort thuis in uw ver-
eeniging. Wy zijn er om ten bate van het
publiek doze belangen in een vergadering
onderling te bespreken, te verhelpen, enzenz.
Wy woten genoeg over dit ziektegeval,
dank z'J de stukken van dokter Dieuw, voor
komende in ons Maandblad. Deze dokter bazelt
niet, ook onzé bondscontróle is geen leugen.
Wy weten nog niet genoeg (wel 't geen u
schryft) en omdat wy nog niet genoeg •- eten,
hobben wy gevraagd aan dokter Kerkhof! om
lezingen te houden over huidziekten en go-
noemde dokter verklaarde zich hiei o bereid.
Trotsch zien wy deze, voor ons leerzame avon
den tegemoet, die iedere collega kan by wonen
•n ik hoop ook, dat er niemand zal schitteren
door afwozigheid.
Ziehier, Leemans, dat is de weg, dien wy
moeten bewandelen, maar geen advertenties
plaatsen, die 't gros der collega's afkeuren.
Hopende Leemans met dit «chryren te
hebben overtuigd, en u geachte Redacteur
myn dank roor de opname.
D. P. WEIJERS, 1ste Secretaris
Afdeelidg Lelden
Ttn den Ned. Kapp.< en Barb.-Bond.
Geacht© Redactie.
Het ótndetrsohrift vaA den heer Pera noopt
ons u nog een weinig plaatsruimte in uw.
blad te verzoeken. Bij voorbaat onzen dank.
ÜVjj zijn den hoer Petra dankbaar, dat bij
ons op dat jwKretn yoert, Het terrein der
geschiedenis is voor oPS eten dankbaar ter
rein, omdat wij uit de geschiedenis kunnen
zien, wat de toekomst der samenleving is,
en wij uit de geschiedenis de daden en mee
ningen van het heden en het verleden ver
klaren kunnen.
De heer Pera verwacht geen heil van de
„ineenstorting" van onze tegenwoor
dige samenleving, en beweert, dat het geen
mensclienmassa, welke ook, ^al gelukken,
de goddelijke instellingen te vernietigen. De
heer Pera zal toch zeker wel weten, dat
er jeeds samenlevingen, d. w. z~ maatschap
pij vormen, ingestort zijn, om plaats te
maken voor nieuw© vormen. De hear Pera
zal ons zeker wel toestemmen, dat er, om
er een te noemen, reeds een feodale maat
schappij vorm, of als ge wilt, feodale samen
leving is ingestort.
De heer Pera zal tevens wel willen toe
stemmen, dat, teen de burgers der opkomend©
steden, den ondraaglijken dwang van adel
en geestelijkheid moede, bezig waren de sar
menleving te doen „in eens tor ten', toen
met hetzelfde recht die samenleving een
goddelijk© instelling werd genoemd.
Dat toen de geestelijkheid met hetzelfde
recht als de heer Pera- nu, waarschuwde
voor „den weg, die de menschheid
een rampzaligen tijd te gemoet
voer do."
Echter, de instorting van die goddelijke
instelling, waar zoo weinig goddelijks en
zooveel duivels aan was te onderkennen,
heeft plaats gehad, trots de Pera's der mid
deleeuwen.
Een andere samenleving werd daaruit ga-
boren, als een goddelijke instelling aange
prezen, en is daarna weder, ingestort, om
weer plaats te maken voor een andere. Wat
nu door den heer Pera weder een godde
lijke instelling wordt genoemd.
Waarde heer Pera, die „ineenstor-
t i n g" der samenleving is reeds aan den
gang.
Den grondslag van uw goddelijke instel
ling, zooals u onze tegenwoordige samen
leving, met al haar ellende en gebrek ©ener
zijds, weelde, overdaad en verspilling ander
zijds belieft te noemen, het privaatbezit,
heeft reeds veel van zijn heiligheid inge
boet. Trust en kartels, de reuzenbedrijven
van onzen tijd, wijzen waar het heengaat.
De Napoleon, waarde heer Pera, door u
opgeroepen, om orde in den chaos te bren
gen, is reeds aanwezig. De arbeidersklasse
maakt zich ovor de gansche aarde op, da
Napoleon te zijn. De beurt om een maat-
schappijvorm te doen ineenstorten, waarde
heer Pera, is nu aan den vierden stand-
Do derde stand, uit <d e Fransche Revolutie,
onze tegenwoordige burgerij, heeft haar
beurt gehad. Teen was zij de meest be
langhebbende, orde in den toenmaligen chaos
te brengennu is de arbeidersklasse de groep,
die het meest belang heeft bij de ineen
storting. En zij zal haar historische taak.
volbrengen, waarde heer Pera, minstens zoo
goed als uw derde stand het heeft gedaan.
Echter we willen u een geruststelling-, ge
ven. N ie t als uw klasse het heeft gedaan,
gewaad door de stroomen bloed in de stra
ten van Parijs.
Laat ons n even herinneren aan twee
regels van den strijdmarsch van de arbei
dende klasse, waarmede de Napoleon der
twintigste eeuw, een nieuw© vorm van samen
leving zal inluiden.
„Niet met de wapenen der barbaren
met kruit of degen kampen wij
Het geesteszwaard der vrijheidsscharen
brengt slecht de zege aan hun zij"
Wij willen neg ©ven op de consequentie
wijzen van den ondoordachten uitval van
den heer Pera.
Wij hebben hem den stand van onzen
kicsrcchtstrijd getoond. We mogen aannemen,
dat hij weet .wat wij van het algemeen kies
recht verwachten. Wij willen daarmede de
mogelijkheid scheppen d© in het moeras zit
tende kar van sociale wetgeving vooruit te
brengen. Wij willen do mogelijkheid schap
pen voor staatspensionneeriiig van oude stum
pers, dio nu na een leven van harden ar
beid bij familieleden een siiae brood loopen
te bcdelon.
Wij willen een wettelijk geregel den werk
dag, bescherming van vrouwen en kinderen
in de fabrieken, Wij willen opheffing van
nachtarbeid, verzekering tegen ongevallen
voor landbouw en visscherij, een beter be
lastingstelsel, betere uitvoering der Woning
wet, enz., enz.
Dat is in do naaste toekomst onze pro
paganda, waartegen de heer Pera zich met
hand en tand verzet. Dat is, volgens hem,
goddelijk© instellingen vernietigen
Voorwaar, als dan die menschelijk vol
maakte kieswet Van Houten, als dan de
Bakkerenachtarbeid, het afbeulen van vrou
wen en kinderen, de woningtoestanden in de
achterbuurten goddelijke instellingen hee-
ten, dan. vroezen we zou do heer Pera wel
een betere editie van Dante's Hel kunnen
uitgeven.
Waarlijk, wij mogen den Leer Pera dank
baar zijn, dat hij zoo onomwonden doet
uitkomen, dat hij onzen strijd, die in eerste
instantie is, een strijd tegen armoede en
ellende, een strijd noemt tegen goddelijke
instellingen. 'Die goddelijke instelling is
de brandkast.
P. J. BOMLI.
Leiden, 29 September 1912.
Ons muntgas.
iWio gedacht heeft, dat hot overbrengen
van het kantoor dar Leidscho Gasfabriek
van de P.-K. Kooreteeg naar de Hooigracht
een verbetering zou teweegbrengen voor het
inwisselen der muntstukken, heeft zich ver
gist.
Voor werklieden zijn de muntstukken van
Maandag tot Zaterdagavond onbereikbaar,
daar dozo slechts op die enkele uren van den
dag (niet eans eiken dag) verkrijgbaar zijn,
dat de meesten aan den arbeid zijn. Alleen
op den Zaterdagavond duurt de zitting tot
negen uren.
Toen ik evenwel Zaterdagavond voor het
gebouw; Hooigracht stond, las ik op de deur:
„Geen muntstukken meer". Ontstemd ging
ik heien, om hier en daar wat muntstukken
te bedelen (voor geld natuurlijk), wilde ik
ëiet tot Maandag zonder gas zitten. Het
zelfde .was mij kortgeleden pas overkomen,
toen ik, met Koninginne. ver jaardag om seven
uren vain mijn werk komende, het kantoor
gesloten vond, zonder dat dit te voren be
kend gemaakt was.
Hierin behoort spoedig verbetering te
komen, vooral met het oog op het korten'
der dagen. De gemeente maakt een groot©
winst van het gasverbruik, niet het minst
van het muntgasdus hebben, de verbrui
kers ook recht op de medewerking van hét
gemeente-bestuur, om gemakkelijk muntstuk
ken te bekomen. Het gemeente-bestuur be
hoort aan de directie der gasfabriek eén re-:
geling voor te leggen, niet ten gerieve van
een enkelen ambtenaar, maar ten gerieve
van de vel© muntgasverbrUikere, die meest
tot den arbeidersstand bekooren.
Wanneer nu de zittingstijd bepaald wotrdt
bijv. van één uur tot half drie en zoo mo
gelijk 's avonds een uur, dan zijn wij klaar.
Verder behoort de zittingstijd met dui
delijke letters bekend gemaakt te worden
voor een der ramen op de Hooigracht; zoo
ook waar de depóts van muntstukken geves
tigd zijn. Is het kantoor gesloten bij som
mige gelegenheden, dat dit dan te voren
bekend gemaakt worde.
Wat het gebrek aan muntstukken betreft,
op Zaterdag vooral, één der oorzaken zal
wel zijn, dat vele winkeliers misschien te
veel muntstukken betrekken voor hun klan
ten-
Verder kunnen wellicht d© muntmeter^
meer koeren geledigd worden.
Mogen de autoriteiten de gegrondheid 'dé
zer klachten erkennen en er spoedig vér-,
betering in brengen l
Met dank voor d© plaatsing aan Jé Re
dactie, noem ik mij:
Achtend,
N. L. SEGA AR.
Leiden, 30 Sept. 1912.
CORRESPONDENTIE. - Ingezonden
stukken of mededeelingen, waarvan de
schrijvers hun naam niet aan de Redactie
bekend maken, worden ongeplaatst teu
zijde gelegd.
Vraag: "Wie kan my helpen aan een
goed recept om oliebollen te bakken?
Antwoord: 400 gram bloem, d.L.
melk, 3 eieren, 10 gram gist, 6 gram zout,
60 gram boter, 200 gram kranten, 150 gram
rozynen, 50 gram sukade, 12 zure appelen.
Maak het beslag en doe er die ingrediënten
in, laat het uur ryzen, neem een lepel vol
van het beslag, laat het In kokende olie
of vet gaar en bruin worden en leg daarna
de oliebollen nog even op eea papier.
Vraag: Wanneer en by wien moet ik my
aanmelden om les te ontvangen in de Duitsohe
taal, dezen winter, in het Volkshuis, en wat
ztyn de kosten per les of per lesuur?
jAnt woord: By de directrice.. De kosten
zyp 2J ct. per les.
Vraag: Kunt IT my ook zeggen, wie de
directeur of Ingenieur wordt van de stedeiyke
vuilverbranding? Hoe zyn naam is, en waar
hg woont?
Antwoord: Als directeur treedt op de
directeur van gemeentewerken, de heer
Driessen, en onder hom de ingenieur, de heer
Rückert, doch als adjunct-directeur ls benoemd
de heer L. do Koning te Utrecht.
Vraag: Ik heb een recopt voor het bakken
van „Parysche wafels^ maar kan die tot myn
spyt niet voldoende broos krygen. Kan men
my ook een goed rocopt aan do hand doeD,
waardoor zulks voldoende bevorderd wordt?
By voorkeur zonder by voeging van cognac
of alcoholhoudende drank.
Antwoord: Vermoeielgk ia U wat te
zuinig geweest met eieren, eu dan is het
bakken ook een heele kunst. Doch al doende
leert men.
Vraag: Meermalen heb ik aan uw blad
de vraag ingezonden my de beteekenis en zoo
mogeiyk de afleiding te willen zeggen van
het woord dreier.
Antwoord: Indien de vrager zyn bedoeling
niet duidoiyker verstaanbaar maakt, is het
onmogeiyk een goed antwoord te gevenwy
zyn geen gedachtenlezers en kunnen zonder
nadere toelichting niet raden wat voor woord
hy meent. Eon Nodorlandsch woord dreier
kennen wy niet, ook niet uit dialecten, be
halve dan natuutiyk als byrortn van draaiei
in verschillende opvattingen, maar dit zou de
vrager zelf wel weten. Is schJTs bedoeld het
Duitsche woord dreier, dneBpfennig"stuk?
Maar ook dat behoeft toch niet aan ons ge
vraagd te worden, want ieder begrypt, waarom
deze munt zoo heet. Maar wat dan?
Vraag: Als men in de plaatsoiyko directe
belasting der gemeonte Leiden aangeslagen ie
op een inkomen van f 550, du* in de le klasse,
hoeveel belasting moet m9n dan betalen?
Antwoord: Als men ongehuwd is f 7.25,
gehuwd, zonder Kinderaftrek f 3.25, met een
kind beneden 16 jaar f 3, met twee kinderen
f 2.60, met drie kinderen ƒ1.80, met vier
kinderen f 1.40, met vyf kindoren 1 en met
meer kinderen vry van belasting.
Yraag: Zoudt U my s. v. p. niet willen
zeggen waarmede men bloedvlekken uit een
pauwblauwe japon kan krygen?
Antwoord: Eenvoudig uitwasschen met
lauwwarm water.
Vraag: Hoe kan ik meloensehiilen confeiten?
Antwoord: Maak de schillen zuiver schoon,
snijd ze in stukjes en leg ze in een pot of
flesck. Bedek ze met het gewicht der schillen
aan suiker en sluit de Ü9sch met perkament-
papier of blaas.
Men schrytt ons over Ingemaakto angurken:
Men nome do beschimmelde augurken uit de
fle8ch, doze mosten goed afgewasschen wor
den en op een vergiet uitdruipen gedurende
een uur. De flesch moet met warm soda
water flink worden omgewasschen en flink
met water naspoelen, Nieuwe kruldenazjjn
op de augurken en ze komen weer tot hun
recht.
In het antwoord betreffende de uitbetaling
van uitgelote pryzen in do Staatslotery is
een fout geslopen. Daarin wordt gesproken
van pry'zen boven f 1000, doch dit moet zyn
boven 100.