Nieuwe Raadsels. Anekdoten. Oplossingen der Raadsels. n. Üoede oplossingen ontvangen van; Correspondentie. „Luister eens, Dumas, dat gaat zoo niet langer. Als je geen midd'el weet om mij mijn diner op eerlijke wijze te laten verdie nen, zal ik niet meer terugkomen. Waar mee kan ik je van nut zijn?" Dumas dacht even na zei toen: „Je kunt mij een grooten dienst be wij len." „En die i's?" „Eiken dag op den thermometer op den 'Pont-Neuf te gaan den, welke temperatuur het is. De temperatuur oefent een grooten invloed op het aantal bezoekers van den •ohouwburg uit, weet je." Zijn vriend nam dit aan en eiken dag deelde hij het resultaat van zijn onderzoek aan Dumas mee. En eiken dag zei Dumas, wien het op stuk van zaken weinig kon schelen, hoeveel graden de thermometer aanwees „Dank je wel. Je weet niet, wat voor een grooten dienst je mij. bewijst.'' Ingez. door: Dora-de Bode te Wassenaar. J' 1 1 fi—du. 3. sucmh. 4. kv—ni. Welke vogelnamen kunt ge vormen uit bovenstaande letters? Ingez.. door „Broer en Zus"., II» Mijn geheel is eea bekend spreekwoord. De leerlingen mogen niet spreken in de kïas. Het is koud. De kan was van zilver. Het kostte hem maar weinig moeite. Jan, denk er om te zwijgen. De melk is duur. Goud heeft veel waarde. Ingez. door „De twee J*s." m. Monnikendam. Doodewaard. Aalsmeer. Appelscha. Ede. Markeloo. iJ Staphorst. Triest. Ra-tibor. Deze steden zoo onder elkaar te plaatsen, dat de begin- en de eindletters de namen vormen vatn twee groote plaatsen, die ge allen kent. Inge«. door: „Politie-agent" te Leiden. Ook niet te vroeg. Professor: „Wat kom je hie<r doen, Anna; heb ik je niet gezegd', dat je me niet mocht storen of het huis moest in brand staan Anna: „Wel professor 't ia zoo. Iet Vandt al wel een halfuur." Tngez. door: „Klavertje-vier" te Leiden. Goed bezorgd. Mevrouw (in den tuin): „Zeg Henri, heb je wat eten neergezet voor de poes, v oordat we op reis gingen Mijnheer (die het beest niet kan uit staan)„Ja, zeker. Ik heb een blikje met. zalm op de tafel neergezet met den blikjesopener er naast." Oom: „Wat is toch je liefste kostje?" Karei: „Gekookte erwten; ik word er altijd ziek van en dan ga ik den volgen den dag niet Daar school." Schooljuffrouw (tot kleine Wim, wiens haar pas geknipt is): „Ben je bij den kapper geweest, Wim?" Wim: „Welnee juffrouw, naar den bar bier." Ingez. cüoor: Joh. Vis te Leiden. In een hotel sohelt 's nachts 1 uur iemand' aan en vraagt den portier: „Kunt ge mij even naar kamer no. 23 brengen?" „Pardon, meneer, no. 23 is voor dezen nacht besproken." „Zoo en door wien?" „Door 'n zekeren heer B, uit Naarden." „Juist dat ben ik, ik ben uit het raam gevallen. "- Ingez. door: C. L. Jansen te Leiden. Gefopt. Willem: „Pa, ik kan iets, dat u niet kan." Pa: „En wat is dat dan wel?" Willem: „Groeien, Ba." ÉuH Lil i Tol enAlkmaarW ijthe. YenloZeist. Sc ha-duw., III. Wijnmalen. Oor en Henny du Boeuff, Annie Roman, „Kleine Pianiste", Jacq. Laman, Jo Vis, „Duinroosje", Thereöia Veeren, Erancina Veeren, Rika Oostveen, „Broer en Zus", „VrWijkc Rina", Margaretha Cohen, Dirk Houthof„Klavertje Vier", „Rozen knopje" Jannie Treur, Jan en Janna van Velzen, Betsy en Ann ie Peterzeen, „Wilde Roos", Betsy en Arie Anneeze, Mina Bolt, Koos en Arie Kenbeek, T. van der Kwast, Antoon en Anna Hoogeveen, Jo Eggink, „Kleine Oranjeman", „Stormvrouwtje", „Pinksterbloem", „Appelboompje", Eva Bol, Maria Engels, L. de Boer, Geertruida en Barbara Molenaar, Petronella en Sofia v. d. Born, „Kleine Schipper", Marie Bekooy, „Padvinder", Meidoorn", „Poli- tie-agent", Betsy en Tina de Vlieger, Hen drik van den Heuvel, Nannie Tendeloo, Tina Kloos, Dirk Bergman, C. L. Janssen, „Negerinnetje", Aviateur", te Leiden. Cornelia de Vries, te Haarlemmer meer. Dirkje Braat, P. Kuiper, J. v. d. Lee, te Koudekerk. „Vyvia", „Hyacint" en „Tulp", A. Ro denburg, „Zwartoogje" te R ij n s b u r g. Nelly en Cornells Honig, te Voor schoten. Willem van der Stoel, „Vergeet-mij- nietje", Bertus de Bode, Marie van der Loo, te Wassenaar. Antje Karens, Johanna en Truus van Tilburg, Flora Parlevliet-, Willem de Jong, Willemien Parlevliet, Cornelia Renes, te Zoeterwoude. Prijzen vielen ten deel aan: „Duin- roosje" en Janny Treur, te Leiden, en Flora P arie vliet, te Zoeterwoude. Corri du Boeuff. Met genoegen vernam ik, dat je, evenals je broertje, met ons mee wilt doen. „Heliotroop". Zeker, kindje, ik vind het heel best, dat je met ons mee gaat doen. „Klavertje-Vier". Met genoegen vernam ik je ingenomenheid met het ge wonnen boekwerk, en hoop, dat je er door aangemoedigd zult zijn om trouw met ons te blijven meedoen. „V r o b 1 ij k e Rina." In dank ont ving ik je bijdragen. Met de plaatsing er van, moet je evenwel geduld hebben. „Broer en Zus." Ja kinderen ik moet zeggen, dat jullie een prettige en zeer afwissellenden zomer gehad hebt. Theresia Veeren. Hartelijk geluk gewenscht. met je verjaardag, meisje! Ik hoop je dien dag in den besten welstand moogt vieren en veel pleizaer zult hebben. Je schrijft me, dat je met November reeds van school gaat,, maar vertel me nu de Volgende week eens wat je denkt te gaan doen. Wil je? „Duinroosj e." Ik kan me niet voor stellen, dat sommige kinderen de raadsels nog moeilijk vinden, want ik beijver me steeds om ze zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Fine Kloos. Jammer, dat je schrij ven nu vergeefsehe moeite was, kindje! Mag je je briefjes niet zelf weg brengen? Me dunkt dat je vader wel te veel andere dingen aan het hoofd zal hebben om nog aan jouw raadsel briefj es te denken T. v. d. Kwast. Neen, beste vriend, mijn particulier adres zet ik liever niet in ons blaadje, zoodat dit voor mijn raad' selkinderen uitsluitend aan het bureau van ods blad is. Prettig, dat het geitje zoo gced groeit en je het diertje ook in de nieuwe woning behouden kunt. Anna Petersen Welzoo meisje, heb jij de school nu voor goed verlaten? Wat denk je nu te gaan doen? Het is een heele voldoening voor je, dat je behalve mooie prijzen ook een goed getuigschrift ontving 1 „R o z ekn o p j e." Ik ben 't met je* eens, dat Fransch een mooie taal is, doch ze is zeer moeilijk te leeren meisje, daar om moet je van 't begin af flink je best doen en zorgen, dat je b ij blijft. „Zwartoogje." Heb jé die ver haaltjes zelf gemaakt of uit een of ander boek overgeschreven In het laatste geval^ zou ik ze in ons blaadje niet mogen plaatsen. A. Rodenburg. In dank ontvifug ik je bijdragen waarvan ik binnenkort een goed gebruik hoop te kunnen maken. Nanny Tendeloo. Heb je het eer ste raadsel heusch zoo moeilijk gevonden? Dan moet je nu de oplossing maar ens met de opgave vergelijken, dan snap je. het dadelijk. Aardig van je dat je je vrien dinnetje hebt aangespoord om eveneens met ons mee te doen. Ik heb evenwel nog, geen briefje van haar ontvangen. Vriende-' lijke groetjes. H e if d r i k v. d. Heuvel. Vriendelijk dank voor je mooie prentkaart en je nkuw raadsel. Annie Roman. Als je naam niet ij de inzenders van goede oplossingen ver meld stond, dan kwam je brief waarschijn lijk te laat in mijn bezit, meisje. Ee n dere rede is er heusch niet voor. MARIE VAN AMSTEL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 14