STOFGOUD.
RECEPT.
foor 2 den., en dit bewaart, totdat hij
het verkoopen '">11 tegen 4, 6 of meer ae-
nariis, dat noemen wij schandelijke winst.
Maar wanneer iemand voor zijn beV ^ten
koopt en om aan anderen te geven, dat
no-wij handel (negotium)."
Niemand mocht uit hebzucht en gierig
n_ 1 iets vooruit betalen, ten einde ~ich
tegen later don koop te --Ic-ren en het
gekochte twee- of driemaal duurder te
kunnen verkoopen. Inkoopen mochten al
leen gedaan worden als het product voor
handen was. Zaken te doen voordat de
oogst binnen was, had de Keizer geduren
de zijn verblijf te Aken mondeling verbo
den. Üp sommige meer kostbare kleeding-
stukken bestond eveneens een vast tarief.
Niemand mocht een kleinen dubbelen man
tel van betere hoedanigheid duurder koo-
pen of verkoopen dan voor 20 solidi, een
enkelen mantel 10 solidi. Mindere quali-
teiten moesten minder kosten Een rok
(rocus) van otter- of martervel, de betere
6oort 30 sol. Zeker met bont gevoerd klee-
dingstuk (sismusinum) van go-ede qualiteit
10 sol. Mocht iemand duurder koopen of
verkoopen, dan beliep hij een boete van
40 sol. benevens 20 sol. aan dengene, die
ue overtreding van dit ge.od ontdekt en
bewezen had.
De sport en üe vrouw.
Dat de sport het lichaam der vrouw wij
zigt betwijfelt niemand. „Fry's Magazi
ne" beweert, dat wijziging in ongun-
st-igen zin plaats heeft, en voert daar cij-
ïe*— voor aan, welke afkomstig moeten
zijn van metingen door beeldhouwers.
Twee even.grócte vrouwen, van 1.70 M.
lengte, een „sportvrouw," de ander „niet^
bportvrouw" werden gemeten. De „volko
men vrouw" zooals de laatste werd ge
noemd, woog 68 K. G. terwijl de andere
slechts 64 K.G.woog; de borstomvang der
een bedroeg 90,die der andere 84 c.M.
de heupomvang 100 tegen 95 c. M.de
lichaamsomvang in de cüjstreek 84 tegen
79 c M. De „sportvrouw" heeft dus ovei1-
al de laagste cijfers, De eenige overeen
komst moet bij de kuitmeting gevonden
zijn, nl. 30 c. M., wat zelfs voor een En-
gelsche te weinig is. Slechte handen en
voeten der sportvrouw waren grooter dan
dx> der niet-sportvr^w. De „volkomen
vrouw" had een pols van 16 c. M., de
sportvrouw een van 18 c. M., wat, als de
cijfers juist zijn, overeen zou komen met
een stevigen mannenpols. De volkomen
vrouw heeft voeten van 23 e. M. lengte,
de rportvrouw voeten van 27 c.M.
De cijfers zijn heel mooi; maar we wan
trouwen ze toeh, op grond van de getal-
letj^s, als die betreffende den borstom
vang. Want gewoonlijk is een gevolg van
aport, dat omvang uer borst toeneemt en
niet zooals Fry's Magazine" op gezag
•an de beeldhouwers aanneemt, afneemt.
Dat o^biint ons minstens zeer apocrief toe,
zegt de sport-redacteur van „De N. Crt."
Kan een doofstomme muzikaal zijn?
Het is algemeen bekend, dat de geniale
doofstomme en blinde Helen Keiler her
haaldelijk beweerd heeft, van mooie mu
ziek te kunnen genieten, wanneer zij dicht
bij den piano stond, en een hand hierop
liet rusten. Verschillende psychologen wa
ren tot nog toe de meening toegedaan,
dat zoo iets een absolute onmogelijkheid
was. Ook dr. Stern, hoogleeraax te Bres-
lau, vond het zeer apocrief, en hij stak
zijn meening niet onder stoelen of banken.
De „Zeitschrift fur angewandte psycho
logie" deelt mede, dat professor Stern
een reis naar Amerika gemaakt heeft, en'
dat hij Helen Keiler bezocht heeft. Uit zijn
waarnemingen is hij tot een andere mee
rling gekomen. Thans geeft hij toe, dat.
Helen Keiler muziek kan verstaan, ja,
dat zij zelfs muzikaal is.
Hij ging aan de piano zitten; H-len
Keiler leunde met het lichaam tegen het
instrument, terwijl zij een hand er op liet
rusten. Dr. Stem speelde nu heb eerst
een eenvoudige melodie in een vierkwarts
maat. Miss Keiler begon met haar vrije
hand hierbij de maat te slaan, en inder
daad geheel en al correct. Toen dr. Stern
klaar was meende zij, dat hij een solda-
tenmarsch gespeeld had.
Daarna speelde hij de Donau-wals van
Strauss. Dit had een merkwaardige uit
werking op haar; zij geraakte in bewe
ging, haar heelo lichaam begon te trillen
en te schommelen, en ook uit haar ge
laatsuitdrukking bleek, dat zij de muziek
begreep. Helen Keiler definieerde het
stuk als „Country dance".
Daarna speelde dr. Stern den dooden-
marsch van Chopin. Deze definieerde zij
als wiegeliedje, en dr. Stern vindt deze
definitie niet geheel en al verkeerd.
Uit andere proefnemingen is gebleken,
dat Helen Keiler hooge tonen van lage
tonen kon onderscheiden, en dat zij trillers
en andere muzikale versierselen opmerkte.
tiebakken Rozen.
In Duitscliland eet men, naar „Floralia"
meldt, tegenwoordig een nieuwe delicates
se, welke in Amerika reeds langeren tijd
zeer geliefd en uit China afkomstig is.
Het zijn gebakken rozen of „rozenbeig-
nets", een zoete naspijs, die zich van alle
andere spijzen onderscheidt door den
wondervollen geur der frissche, gebakken
rozebladeren.
Men kiest voor de rozenbeignets geheel
volbloeide rozen. Men plukt alle blaadjes
van de roos af en bedekt ze met zulk een
massa eierdeeg, dat de rozebladeren er
geheel door bedekt zijn. Dit deeg wordt
nu goed omgeroerd tot het een vaste mas
sa vormt. Intusschen laat men op een pan-
nekoekspan een flinke hoeveelheid boter
of nog beter olijfolie braden, om de kleine
pannekoeken van rozendeeg daarin te kun
nen bakken.
Frisch uit de pan opgediend, smaken zij
het best. De rozenbeignets moeten niet
alleen heerlijk smaken, maar ook buiten
gewoon lekker geuren. Als men het gonot
nog verhoogen wil, drinkt men er cham
pagne bij of een glas Rijnwijn. Voor een
portie van tien a vijftien personen zijn
twee of drie groote rozen noodig.
Als men bovenstaand baksel-eens opdisch-
te met weglating der rozebladeren, des
noods ook met weglating van den cham
pagne, wat zou een groot deel der mensch-
heid aan zulk een baksel smullen, m.a.w.
die rozebladerenzullen er wel niet veel
aan af of toe doen.
Wij herinneren hierbij aan het feit, dat
men in Japan zeer vele bloemsoorten
„bakt".
De moeilijkheden brengen de wonderen
voort. LaBruyère.
De natuur 19 een oneindig groote bol,
waarvan het middelpunt overal is, de om
trek nergens. Pascal.
Sagopudding.
L. melk, 100 gram parelsago,. 125 gr.
suiker, 1 geraspte citroenschil, 20 gr. witte
gelatine, 2 3 eieren, d.L. rum.
Bereiding. De melk aan de kook brengen
met de citroenschil; zoodra de melk kookt
de sagokorrels er in strooien en alles onder
af en toe roeren zoolang laten koken tot de
korrels geheel doorschijnend zijn. Er dan de
suiker bijvoegen, de in een weinig kokend
water opgeloste gelatine, de eierdooiers,
de rum en het laatet het zeer stijfgeklopte
eiwit-. Deze massa nu en dan roeren, zoo
veel laten afkoelen tot zij stijf begint te
worden en de sago korrels l>ij het omroeren
niet meer zinken, en dan alles in een met.
water omgespoelden vorm stijf en koud la
ten worden. De pudding kan gepresenteerd
worden met een vanieljesaus.
T AIJIjÜÏCIJEI.
Denatte zomer
Den schrijver van de „Gröneger Proat
dies" in de „N. Gron. Crt." is het volgcn-i
de klaaglied over den natten zomer ontval-)
len:
Arrejazzus was 'n zömmer 1
Jakkes wat miesroabel weer.
Aale doagn is 't weer woater,
Zunne zai je hail nait meer.
'S Morgens regen, 's middags regen,
Regen veur en regen noa,
Regen woater in de vrougte,
Regen as 'k noar berre goa.
Nadde hoezn, nadde stoatn,
Plassen, poulen w'oar je goan,
Woar komt aal dat regenwoater,
Zol je zeggen wel van doan.
't Woater stait je in je schounen,
't Woater lekt je op je houd,
?t Woater dringt je in de klerren.
En bedaarft je beste goud.
Druppen hangen an je neuze,
Stoalies lóopn. langs je toet,
't Nat dringt deur tot op je lichoam,
't Lopt je boksempiepn oet.
't Woater drupt je deur de zolder,
t Woater siepelt langs je wand,
't Woater dringt jé deur de vlouer,
't Woater komt van alle kant.
Loat er toch 'n ende komen
An die koale en dat nat,
Want die trieste regendoagen,
Is jè iederaine zat.
H ij werd w ij s.
Ik zal je eens zeggen, waarom ik niet ge-,
trouwd ben," zei een verstokt vrijgezcL
.,'t Is ten gevolge van een voorval in mijn
leven, dat een diepen en blijvenden indruk'
op me maakte."
Zijn dames-toehoorders waren één en al1
aandacht, het een of ander romannetje
verwachtend.
,.Ik ging eens naar een uitverkoop. Het
komt er niet op aan voor wat of voor wien
ik ging. Maar ik ging. Natuurlijk was het er
zóó vol, dat men met moeite de toonbank
kon bereiken en was men er eenmaal, dan
moest men luidkeels roepen om geholper
te worden. Bij ongeluk trapte ik een dame
op haar japon. Woedend keek zij om, en was
op het punt mij een ruwe opmerking te
maken, toen haar gezicht plotseling veran
derde en zij op vriendelijken toon zei: „O,
pardon, mijnheer, ik dacht, dat het mijn
man was!"
Hij nam geen beslissing.
Vader: „Zoo, dus mijn dochter heeft ei
in toegestemd uw vrouw te worden. En is
de trouwdag al bepaald?"
Hij„Dat laat ik aan mijn bruid over 1"
Vader: „Hm I En moet het een plechti
ge trouwpartij worden?"
Hij„Daar moet haar moeder maar over
beslissen
Vader: »En wat hebt go om te leven?"
Hij„Dat laat ik geheel en al aan uw
zorg overl'-'
B 1 ij, o m d a t....
Zij legde het boek neer... en zuchtte...
„Wat is er, lieveling?" vroeg hij bezorgd.
„0, schat, ik ben zoo gelukkig", lispel
de zij.
„Maar je k-eek daar net zoo diep ramp
zalig!"
.Ma, ik las van het verdriet dat de vrou
wen van mannen, die iets beteekenden, al
tijd te dragen hebben gehad. O, Alfred,
ik ben zoo blij, dat je maar een onbedui
dende man bent
Het nut van bo e k e n.
(In de telefoon:) „Dokter, kunt u dade
lijk komen? Jantje is nietrgoed."
„Dadelijk? Neen, eerst m een paar uur."
„Och, maar dokter,-* zou het niet wat
gauwer kunnen? Mijn vrouw heeft een
boek„Wat te doen, voordat de dokter er
is?" en nu vrees ik, dat zij werkelijk iets
zal doen voordat u er is!"-