DUIVEN WRAAK. Tirol en bet auto verkeer. lijke aangelegenheden en zorgen openlijk bespreken kan, zonder dat hij bevreesd be hoeft te zijn, verkeerd begrepen, of, wat nog erger ia, vervelend te worden. Zulk een vrouw heeft niet alleen den wil, maar ook de macht te kunnen raden en helpen en zij zal hiertoe des te eerder bereid zijn en des te ijveriger alles in het werk stel len om vooruit te komen, omdat zij weet, dat zij alles voor haar eigen belang doet. De plaats van de vrouw in de zaak moet zoo zijn, dat zij de autoriteit van haar man representeert. Niet als ondergeschikte, doch als gelijkstaande, die zich echter vrij willig onder het gezag van haar ,,heer en meester" stelt, moet zij zich aan het per soneel voordoen. Meer nog dan op kennis, komt het aan op tact, die het haar mogelijk doet maken haar ontegenzeglijk moeilijke positie ten voordeele van de zaak aan te wenden. Zij moet trachten te vermijden, dat onaangename kwesties, van welken aard ook, hetzij zo op de 2aak of op het huis houden betrekking hebben, in tegenwoor digheid van het personeel worden bespro ken. Zij moet het „gezag van haar echtge noot" zoowel binnen als buiten de zaak, tegenover het personeel, alsook tegenover de klanten, weten te bewaren en te ver sterken. Zij zal voornamelijk de juiste ver houding ttisschen haar man en het vrouwe lijk personeel weten te bepalen; een ver houding, die in vele- gevallen, buiten be schouwing aan wien de schuld ligt, nog dik wijls veel te wenschen overlaat. De derde bezigheid van de vrouw bepaalt- eich over het algemeen tot die van kas- houdster, of die van vertegenwoordigster of ontvangdame. In beide gevallen is zij voor haar man een niet gemakkelijk te ver vangen hulp. Al heeft men ook nog zoo'n prachtig controle-systeem aan de kas, toch kunnen zich :n iedere zaalc gevallen voor doen, dat de kashoudster de verzoeking niet kan weerstaan en hoe geraffineerder het systeem, des te geraffineerder is ook de zwendelarij en het bedrog. Houdt echter de vrouw de kas, al is hef. ook maar op bepaalde uren, dan heeft eenerzijds de winkelier de volle zekerheid dat er geen onvertrouwde persoon aan de kas zit, terwijl anderzijds een mogelijk be drog veel sipoediger ontdekt kan worden. Als vertegenwoordigster of ontvangdame zal zij in het bijzonder werkzaam kunnen zijn in die afdeelingen, welke voornamelijk door dames bezocht worden, dus in de da mes- en kinderconfectie, in de lingerie-af- deeling, enz. Hier zal zij haar echtgenoot -geheel en ftl kunnen vertegenwoordigen, daar het jvoonal Voor de betere cliënteele, aangena mer is met een dame dan met een heer haar verlangen te bespreken, inzonderheid da&r, waar het meer intieme kleeding stuk ken geldt. In deze afdeelingen is het niet voldoende, dat de klanten ontvangen worden; de da mes wensohen ook in den regel met raad en daad bijgestaan te worden bij het doen van haar inkoopen- en daarom is het beslist noodig, dat de vrouw verstand van toilet kwesties, ohio en smaak bezit. Ook moet de vrouw het niet benederr haar waardigheid achten zelf de klanten te helpen bedienen waar het deftige of groote klanten betreft, of wanneer het bijzonder druk in de zaak |b. Zij kan zich in deze afdeelingen tevens ïeer verdienstelijk maken, door haar man behulpzaam te zijn bij den inkoop voor de in deze rubriek benoodigde artikelen, -'f het hem zóó gemakkelijk te maken, dat zij hem dit werk geheel uit de handen neemt er *elve voor den inkoop zorgt. Er dient echter goed rekening te worden gehouden met het karakter en de geaard heid van de vrouw. Heeft zij geen zin en geen begrip om aan de zijde van haar man werkzaam te zijn, dan is het veel beter, dat zij niet in de zaak werkzaó-m is, want- jeen onvergenoegde medewerkster zal meer schade dan voordeel voor de zaak zijn tn 's mans eigen ijver doen verflauwen. De reden, waarom zooveel vrouwen er niet toe kunnen besluiten, haar mannen in de zaak behulpzaam te zijn, zelfs niet dan, wanneer zij overtuigd zijn, dat haar me- werking van groot nut zou zijn, of wanneer gebleken is, dat zij Voor dergelijk werk bepaald zeer ge-schikt zijn ligt grooten- deels in de bekrompen maatschappelijke ildïeeën, die men vooral in kleinere en mid delsoort-steden is toegedaan. De daar in den regel heerschende meening, dat men met een dame, die, ,,vcor haar brood werkt*' niet kan omgaan, houdt er vele winkeliers- vrouwen van terug haar mannen bij hun dagelijksch werk in den winkel behulpzaam te zijn. Deze misplaatste begrippen moes ten echter met wortel en tak worden uit geroeid door de gezamenlijke verstandige winkeliersvrouwen, en wanneer zij in deze kwestie zoowel binnen als buiten de zaak tactvol wisten op te treden, zouden zij na een korten strijd stellig als overwinnaressen uit den strijd treden. Niet onvermeld mag ten slotte worden gelaten, dat er óók gevallen voorkomen, dat de vrouw buiten de zaak haar man van meer nut kan zijn, en dit is vooral dan het geval, wanneer zij de kunst verstaat haar maatschappelijke relaties op directe wijze ten voordeele van de zaak aan te wenden. Menig jong, ongetrouwd koopman vraagt zich af, wat voor vrouw hij toch nemen zal, om tegeli:kertijd een echtgenoote en tevens mede-werkster in zijn zaak te hebban. Het is onmogelijk, hierop een bepaald ant woord te geven. Er zijn een massa win keljuffrouwen, die j uist door het aangaan van een huwelijk hopen van haar tegen woordige werkzaamheden ontslagen te wor den, terwijl daarentegen weder menige vrouw uit 'n andere levenssfeer met vreug de de gelegenheid zal aangrijpen, in den winkel mede werkzaam te zijn, eenerzijds uit liefde voor haar man, anderzijds omdat haar natuurlijke aandrang haar daartoe aanspoort. Duiven gaan door voor een symbool van zachtmoedigheid en vredige stilte. Inderdaad is het met die zachtmoedigheid ,ni'et zoo bij zonder gesteld, zooals iedereen weet, die in de gelegenheid is- duiven waar te nemen. In tegendeel, in een duivenkolonie heersoht voortdurend twist en strijd; meest het gevolg van jaloezie, waarbij haast geen eind komt aan het pikken en klapwieken. Zeker is het niet gemakkelijk in een genootschap van zoo. veel paren, waarin de veldvluchters, de ar moedzaaiers, de kroppers den welgedanen burgerstand, de meeuwen en tuimelaars de geleerden en de aristocratie vertegenwoor digen, steeds den vrede te bewaren, want teTwijl sommigen, zich van den groot-en hoop streng afscheidend, slechts aan elkaar genoe gen schijnen te hebben, zijn er anderen, die geen waarde hechten aan hun adellijk bloed en slechts door middelen van geweld van een huwelijk buiten hun stand kunnen wor. den afgehouden. In een zwerm ♦an zoo verschillende ele menten vipl eens bijzonder de aandacht van een waarnemer op een paar mooie, witte pauwduiven. Daatr deze soort de bekwaam heid om flink te vliegen mist, werd de duif de gemakkelijke buit van een havik. Het treurende, van rang vooroordeel en vrije mannetje werd getroost door een jeugdige schoone uit de veldvluchtersgroep, waarmee hij later ;n het huwelijk trad. Op esn goeden dag bracht de eigenaar der fuiven zijn volbloed-doffer uit -de stad een van gelijke geboorte zijnde echtgenoote mee, verklaarde het uit liefde gesloten hu welijk een conculünaat te zijn en paarde hem met deze, terwijl hij de met geweld ge- scheidene een veldvluchter tot echtgenoot gaf, en om echtelijke scènes te voorkomen, het paar naar een verwijderd gelegen hok liet brengen. Tot zeever ging alles goed; het voor name paar leefde zich in de gemeenschap- pelijken duiventil goed in en reeds na twee weken waren er eieren in het nest. Even- Zoo was het bij het verbannen paar gesteld. Plotseling verschijnt echter op zekeren dag de diep beleedigde duif op het groote hok, sluipt in de duiventil en maakt daar zulk een schandaal, dat alles van angst en schrik' wegvliegt. Met bloedsporen op haar sneeuw wit gevederte kwam ook de pauwduif er uit; haair nest is verwoest, de schalen der eieren liggen op den grond. Tot den dóód van den vermetele werd besloten. Doch dit was ge makkelijker gezegd, dan gedaan, want d£ schuldbewuste keerde niet in haar hok terug: zij had in een vreemde duiventil ondérdak gezocht. Het pauwduivenpaar broedde dit jaar niet weer; pas in den zomer van het volgende jaar zaten twee pauwduifjes in het nest. Aan den verstoeten veldvluchter dacht niemand meer. Vreeselijk oproer ontstaat evenwel op een morgen in de tilde gehate was verschenen en liad. de beide spruiten der pauwduiven op gruwelijke wijze om het leven gebracht. Eerst in het derde jaar ge lukte» het, de als een wraakgeest ora de groote duivenkooi heen vliegende duif dood te schieten en daarmee het paar dp nako melingschap te verzekeren. Plaveisel voer straalwegen. Overal, waar hét gebruik van vracht-auto mobielen toeneemt, blijkt het tegenwoordig plaveisel der wegen onvoldoende, en is men op middelen bedacht daarin verbetering te brengen. De op dit gebied zoo gunstig bekende inge nieur Sir John MaeDonald hield onlangs te Londen een belangrijke voordracht over dat 'onderwerp. Hij stelde op den voorgrond, dat de wegen der toekomst zelfs door de zwaarste lasten, niet beschadigd zouden mogen worden, geen putten mogen bevatten, waarin bij regen achtig weer het slijk zich ophoopt, cn even min stof mogen ontwikkelen. In Engeland zijn met aanvankelijk succes in die richting proeven genomen. Daarbij bezigt men steeneu, die door oen pek- of harsachtige massa worden saam gehouden, zcodat een korst ontstaat. Juist in deze korstvorming ligt het zwaartepunt. Het is gemakkelijk genoeg op een grond laag een uit hars' en steenen bestaande laag uit to breiden, die beide niet naüw verbonden zijn. Maar moeilijker is het een intieme verbinding te verkrijgen. In een der Londensche voorsteden is daar voor het volgende beproefd: Asch en slakken, uit huizen en fabrieken afkomstig, werden fijngemalen, op 200 graden Celsius verhit, op die temperatuur met Tri. nidad-asfalt vermengd en in bijzondere scortj persen tot steenen gevormd. Deze steenen» kunnen dan voor bestrating dienen, hetzij op ,jle grond, of beter nog op de korst- laag. Maar het beste is gebleken, tussohett die beide lagen nog een elastisch asfaltlaagje aan te brengen. Eerst dan verkrijgt men groote demping van het geluid, volkomen vermijding van stof en enorme verhooging der elasticiteit. Tot nog toe was Tirol het dorado der auto. Alpenrijders. Daar vonden zij geen beletsels. De wegen stonden zonder uitzondering voor hen open, "en de autoriteiten waren hen des te meer genegen, als de hoogste personen er tco behoorden, met wie het een gevaarlijk kerseneten w^s. De bevolking toonde zich cok niet onvriendelijk, omdat zij op een ver meerdering van inkomsten uit het vroeiür delingen verkeer, vooral van de door Zwit ser lands afstoobend optreden, dat boycotten, de toeristen, hoopte. Het auto.verkeer in Tirol nam daardoor geweldig toe en toen de opening van den prachtigen Dolomieten- weg een nieuwe gelegenheid voor mooie rond tochten schiep, steeg het Weer zóó kolos-,' saai, dat het nog steeds niet zijn hoogte-, punt schijnt te hebben bereikt. In plaats van den verwachten zegeü, kreeg de bevolking echter nadeelen. Voordeel Mb. ben van dit auto.verkeer de weinige knoop punten van verkeer, die de .automobilisten als pied-a-terre gebruiken en waarin zij moe ten rusten, en verder de beroemde Alpen- hotels, waar zij op hevel der mode halt moe ten maken. De kleine en kleinste plaatsen, welke juist het meeste tot verbetering van ha-ir positie op het vreemdelingenverkeer zijn aangewezen, waren slechts goed genoeg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 20