No. 16125.
IiEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag1 14 September. Eerste Blad.
Anno 1912.
PERSOVERZICHT.
Brieven van een Leidenaar.
Uit de „Staatscourant".
Geeft de Nederlandsche industrie zioh
wel voldoende rekenschap van de gewijzig
de bedrijfsvoorwaarden, die noodzakelijk
yoorfcvlocien uit de in-werking-treding,
«ederb 1 Juni 1912, van de Octrooiwetï
Deze vraag acht de heer It. A. van San-
flick, in „De I n g e n i e u r", van go-
iwicht, wanneer men weet hoe weinig Ne
derlanders in de eerste drie maanden na
de in-werking-treding gebruik hebben ge
maakt yan de hun geboden gelegenheid om
hun rechten op uitvindingen door het aan
vragen van octrooien te beschermen. Toch
is het totaal aantal octrooien, dat van
1 Juni^1 Augustus officieel is aange
vraagd, niet minder dan 1100. Het aantal
aanvragen van Nederlanders bedraagt ech
ter slechts 12 pCt. van dit totaal; de overi
ge 88 pCt. aanvragen zijn van buitenlan
ders.
Het is duidelijk, dat de buitenlanders,
voor zoover zij eenig afzetgebied in Neder
land bezitten, hopen uit te breiden, dan
wel te verwerven, met spanning het oogen-
blik der in-werking-treding der Octrooiwet
hebben afgewacht. Zij hebben toen onmid
dellijk alle maatregelen genomen, om in
Nederland en zijn koloniën hun bedrijf te
beschermen, daarmee een gewettigd middel
toepassende om tegen de Nederlandsohe
industrieën met vrucht te kunnen concur-
reeren. Voor die buitenlanders lag die han
delwijze trouwens in de lijn, door hen
reeds 'gedurende een reeks van jaren in
6chiier alle landen der wereld', waar im
mers patentwetben bestonden, bij voort
during met suoces gevolgd.
Voor de Ned'erlandsche industrieelen
Staat de zaak anders. Zij bemoeid'en zioh
in dit octrooilooze land tot nu toe al heel
.weinig' met patent-aangelegenheden. En,
Saar het een nieuwe zaak geldt, waarvoor
thans de grondslag wordt gelegd, dooh
waarvan de vérstrekkende gevolgen nu nog
geheel onzichtbaar zijn, ligt het voor de
band, dat velen op het oogenblik nog niet
de noodzakelijkheid inzien van het voeren
van een ootrooipolitiek ten bate van huil
bedrijf. Die onthouding is te begrijpelijker,
omdat er in de laatste maanden in vele
Nederlandsohe industrieën een verblijdende
drukte heersaht, waardoor de bedrijfslei
ders geen tijd vinden en geen lust hebben
om zich in nieuwe zorgen te steken.
Dooh het hinkende paard komt achter
aan. Vooral zij, die betrokken zijn in indus
trieën, die in het buitenland tot de groot-
nijverheid gerekend worden, zullen wellicht
voor pijnlijke verrassingen worden gesteld,
Indien: straks de eerste octrooi-aanvragen
worden gepubliceerd, en de eerste oo-
trooieri worden verleend. Het streven van
vele groote fabrieken in het buitenland
toch is er op gerioht haar eigen bedrijf te
beschermen, hetgeen zij voor een groot
deel trachten te bereiken door aan de con
currentie den pas af te snijden. Zij heb
ben nu al haar nieuwigheden opgezouten
en weldra zal blijken, dat zij die op Neder
land hebben losgelaten. Het is waar, in
sommige gevallen zullen de Nederlandsohe
industrieën door toepassing van het recht
van den vóórgebruiker heb nadeel kunnen
ontgaan. Maar in de vele gevallen, waarin
dit recht niet van toepassing is, zullen zij
aaóh later bibter beklagen, dat zij niet tijdig
fidch ernstig de vraag gesteld hebben, of,
.en zoo ja, door welke, octrooi-aanvragen
zij hun bedrijf tijdig wettelijk hadden moe
ten beschermen.
De Nederlandsohe nijverheid zij ten deze
bp haar hoede l
Wie de verslagen leest van het te Utrecht
gehouden Congres tob afschaffing van dën
Bakkersnachtarbeid, wordt
naar het oordeel van ,,D e Nederlan-
de r" getroffen door de halsstarrigheid,
'waarin met een enkele uitzondering
sprekers zoowel als hoorders blijk geven
,ten aanzien van het zoogenaamd ploegen-
etelsel,- zich uitend in een veroordeeling
nu reeds van het onbwerp-Bakkerswet,
door de heeren Aalberse c.s. voorgesteld.
De meer hartstochtelijke dan bezonnen
toon in een vergadering van een paar hon
derd mensohen maakt aldus het Chr.-
Hist. orgaan op ons niet zeer grooten
indruk. Het heet nu reeds, dat een ploe
genstelsel „ontwrichting van het gezin"
ten gevolge zal hebben, en wie zoo ver niet
wenschte te gaan, zich bereid1 toonde om
de proef met het ontwerp-Aalberse te wa
lgen, werd eenvoudig beticht van de poli-
tiek er in te halen. De spreker, die betoog-
i de, dat men na - de verwerping der wet
eigenlijk had moeten zeggen wij werken
niet meer, kon veel meer op bijval reke
nen dan de man, die er op aandrong te aan
vaarden wat thans te verkrijgen is.
Het argument: ontwrichting van het ge
zin, hebben wij ook in de Kamerdebatten
herhaaldelijk gehoord, eenmaal zelfs... ter
aanprijzing van het ploegenstelsel, en wel
uit den mond van den heer Schaper, die
op 14 Mei 1.1. cle door den minister Talma
voorgestelde arbeidsregeling bestreed, vol-
gendërwijze:
Ik heb hier mededeelingen van bakkers
gezellen, die in uitvoerige bewoordingen
zeer klagen over hetgeen nu door den Mi
nister is voorgesteld.
Er wordt zelfs in dat stuk gezegd:
„Zulk een regeling is ongewensohter dan
een ploegenstelsel met om beurten dag- en
"nachtarbeid. De systematische gang van
het leven wordt verbroken; als een twee
snijdend zwaard zal het zich doen gevoelen
niet alleen voor de arbeiders, maar ook
voor het gezinsleven. De moeilijkheden, die
daaruit zullen voortspruiten, kunnen, naar
mate er meer of minder wisselingen in de
arbeidstijden zijn ingesteld, het vertrou
wen in den wetgever schokken".
Het is natuurlijk mogelijk, dat ook het
ontwerp-Aalbe r se de. door de meerderheid
der gezellen gewenschte arbeidsregeling
niet geeft, maar dat een ploegenstelsel
„met om beurten dag- en nachtarbeid" de
ontwrichting van het gezin nog meer in de
hand zou werken, valt toch zeker uit het
citaat', dat de heer Schaper gaf, en dat van
de betrokkenen zelf afkomstig was, niet te
lezen.
Daarom maken de groote woorden van
het Utrechtscihe Congres op ons niet zoo'n
ernstigen indruk.
Het lijkt ons eerlijk gezegd wat op
geschroefd.
De „N ie u we Rotte r d a m s c h e
Courant" bespreekt de plannen, welke
bestaan om aan het leger, in plaats van de
donkerblauwe uniform, een van
g r ij s-g roene kleur te geven, als
beter geschikt voor het gebruik te velde.
Het blad is van meening, dat het moeite
Eal kosten die nieuwe kleur populair te
maken. Al zijn wij, Nederlanders, niet mi
litair van natuur, tooh stelt de soldaat
meer dan men gewoonlijk denkt, prijs op
smaakvolle kleeding. Ieder soldaat weet te
vertellen, dat de groot-tenue-tuniek met
haar één rij knoopen en vreemdsoortige
biezen, een afschuwelijk kleedingstuk is,
vergeleken bij de zooveel meer kleedende
korte jas. En wat nu de nieuwe kleur be
treft, zou het verkeerd zijn die slechts
voor eenige wapens toe te passen; de voor
genomen uitzonderingen zouden de nieuwe
juist bij anderen impopulair kunnen maken.
Het gaat om de populariteit van de uni
form.
Of de commissie, waarm ook het artis
tieke element vertegenwoordigd is, in de
keuze van den vorm der kleedingstukken
gelukkig is geweest, zal nog moeten bly*1-
ken. Haar samenstelling' döe>t echter het
beste hopen. Een proefneming op groote
schaal zal tooh ook waarschijnlijk niet kun
nen uitblijven, ten einde den smaak van
enkelen te toetsen aan daën van velen. Imr
mers spreekt men van petten van een mo
del, tot dusverre bij ons niet bekend; van
sjako's, die, hoe licht ook van samenstel
ling, toch altijd weder sjako's, onzaliger
nagedachtenis, zullen zijnvan veki'klee-
ding, die in versiering met de uitgaans-
kleeding zal overeenkomen en door haar
monteering weldra haar fnsohheid zal ver
liezen; zelfs wordt gesproken over de in
voering van een geiheel ander zijdgeweer.
Dit alles ware nog eens eerst rustig in het
openbaar te behandelen en oo groote
schaal te beproeven.
Er is nog geen periculum in mora.
In „D e Telegraaf" eohrijft de heer
S. H. v. d. Kluit, onderwijzer aan de Chris
telijke School teOosterbeek, het volgende:
In verschillende bladen vond ik het vol
gende ètukje, overgenomen uit „Het School
blad":
Wij ontvingen het nummer van 8 Augus
tus >'an „Onze Vacatures", adver
tentiebladvoor de echolen met den Bijbel
met de volgende oproeping
Sn e e k. Aan de Groen-van-Prinsterer-
school te Sneek wordt gevraagd als volon
tair een onderwijzer of onderwijzeres, met
nuttige handwerken. Salaris resp. f 260 of
f300.
T a ng e-A 11 e v e e r. Aan de Hervormd
Christelijke school te Tajige-Alteveer kan
een volontair worden geplaatst. Salaris
f300.
Tevens ontvingen we het bericht, dat een
pas geslaagd onderwijzer als volontair was
aangesteld op een 6alaris van f 230, d. i-
juist de Rijksbijdrage voor een surnumerair
onderwijzer aan echolen met meer dan twee
leerkrachten.
Dat volontair, waarvan de wet ner
gens spreekt schijnt ons een door
Christelijke Sohoolbesturen uitgevonden
term om de wet te ontduiken, die het mini
mum salaris voor een onderwijzer uitdrukke
lijk op f 500 heeft gesteld.
Tot zoover „HetSchoolbla d".
Dit insinueerend geschrijf, waarvan de
tendenz maar al te duidelijk is, wensch ik
even aan de kaak te stellen.
Wat toch is het geval? Art. 59 der Wet
op het L. O., houdende de voorwaarden,
waarop een bijzondere 1. s. Rijkssubsidie
ontvangt, bepaalt onder 5o: „(mits) het
hoofd der school en de onderwijzers, die
het hoofd der school bijstaan, voor zoo
ver d i e b ij s t a n d, met inachtneming
van het bepaalde sub. 4o. volgens art.
24 verplicht i6, een jaarwedde en te
gemoetkoming in de huishuur genieten, ten
minste gelijk aan de bedragen waarop de
openbare onderwijzers, volgens art. 26
dezer wet, aanspraak hebben."
Voor ieder, die een beetje Hollandsch
verstaat, is hieruit de conclusie te trekken,
dat aan de nietverpliohte onder
wijzers niet het wettelijk minimum be
hoeft te worden uitgekeerd, maar dat een
schoolbestuur met de f 260, die het ontvangt
als Rijksbijdrage voor een surnumerair on
derwijzer, geheel naar goedvin
den handelen kan. Wil het deze
subsidie geheel aan zoo'n volontair uitkee-
ren, soit. Wil het minder of desnoods
niets geven, de eenige, die er bezwaar
tegen kan hebben, is de betrokken onder
wijzer.
Dat de zaak zóó staat, en niet anders,
blijkt ten overvloede ook nog uit het feit,
dat bij de subsidie-aanvrage de quitanties
voor ontvangen salaris van zoo'n surnume
rair onderwijzer niet behoeven te
wordeningezonden. (Zie 7de lid a.
van art. 59 Wet L. O.).
't Is te hopen, dat de redactie van „Het
Schoolblad" zoo vriendelijk zal zijn
haar verdachtmaking der Chr. schoolbe
sturen te herroepen. Anders kan ik van
haar journalistieke eerlijkheid geen hoog
denkbeeld meer koesteren. Hoe zwak moet
toch wel een tegenstander staan, die van
zulke inferieure wapens gebruik moet ma
ken 1
Ten slotte voeg ik er nog den wensch aan
toe, dat de schrijver van bedoeld stukje in
„H et Schoolblad" een beetje studie
zal gaan maken van de Wet op het L. D,
Zoo totaal onnoodig schijnt me dat nu juist
niet 1
„D e Beukelaar" schrijft naar aan
leiding van het bedanken van dr.
K u y p e r voor het lidmaatschap van de
Tweede Kamer, over de opvolging.
Voor „D e Beukelaar" staat het vast,
dat dr. Kuyper voorloopig de leid'er der
anti'-revolutionnairen blijft. Dat zou an
ders zijn, indien er onder de leden van de
Kamer iemand was, die hem zou kunnen
vervangen, maar dat is niet het geval. En
dan vervolgt het blad1:
„De aanstaande leider, de aanstaande
hoofdredacteur van „De Standaar dl",
moet onder de tegenwoordige Kamerle
den wel zeker niet gezocht. Wel komt het
ons voor, dat het niet meer zoo gansche-
lijk onzeker is, wie de komende leider wel
Eal zijn.". (De schrijver bedoelt blijkbaar
prof. dr. H. Visscher, te Utrecht. „En
het zou kunnen gevraagd of deze dan wel
licht thans in Ommen van anti-revolutio
naire zijde candidaat zou worden gesteld.
Dooh wij vermoeden van niet. Wij geloo-
ven, dat de „man met den geuzenkop"
voorshands zijn arbeid in Utrecht zal
voortzetten, ook zijn arbeid om tusschen
de orthodoxen onzer Kerk de verdeeldheid
voortdurend te doen toenemen.
En hierin schuilt juist zoo groot gevaar
dat dit beter publiekelijk zij uitgesproken.
Op een uiteenspringen ojizer Kerk wordt
aldus, in deze onze Kerk zelf, met alle be
slistheid aangestuurd. Over eenige jaren
ware dit misschien tot stand te brengen.
En waa zoo onze Kerk uiteengespat, dan
lag aansluiting van eeri deel dèr Neder-
landsoh-Hervormden bij de Gereformeer
de Kerken voor de hand. En zoo tegelijk
voor don „man met den geuzenkop", straks
dan leider van de anti-revolutionaire par
tij, de eenheid met de Gereformeerde
Kerken verkregen, een eenheid, voor zulk
een leider ongetwijfeld gewenscht. Met
dat al werd' dan onze Kerk en ons Pro-
testantisohe volk hot kind van de rekening.
Zoodanige, wel geenszins onmogelijke toe
kom stlijnen aldus wat nader uit te stippe
len kan derhalve eisch zijn.
Doch voorloopig blijft de vaste Kuiper
hand nog regeeron; het zij dan nu buiten 'fc
Parlement. Maar voor het Kuyperianisme
geen toekomst. In separatisme is het vdlk6
geheel opgegeven; de strijd voor de beginse
len, voor het sociale recht, ia omgebogen
naar het politieke auooes. In naam van den
Christen-is gestreden met'de heidensche wa
penen der onheilige .middelen. In den strijd
voor Hem, die de Waarheid is, heeft men
met 't woordtgedraai en halve waarheid zijn
maohts doel trachten te bereiken en be
reikt. Doch zoo onchristelijke wapenen
keeren zioh ten slotte tegen de Ghristèbjke
groep, die ze waagt te hanteeren. Zulk een
strijdwijze doodt de innerlijke kracht. En
wie naar waarlijk Gereformeerd beginsel,
vóór alles zoekt de verheerlijking Gods en
het heil van zijn land, wendt zich af van
zoodanig onheilig streven.
Geen leider na Kuyper zal 't Kuyperia-
nisme kunnen redden. Straks rest slechts
do puinhoop van: dit eenmaal zoo trotsohe
maohtsgebou w.
CCCOXVII.
Als goed Led denaar stel je natuurlijk be
lang in alles, wat er in onze stad gebeurt.
En dat is nu waairlijk nog niet zoo'n heel
klein beetje. Ilc weet wel, dat ér stadge-
nooten zijn, die altijd klagen, da.t het hier
een „dooie boel" is, dat je er uitloopt van
verveling, zoo gauw als je er niet meer
noodwendig moet wezen; maar ik zeg jullie,
dat die klagers ongelijk hebben. Natuurlijk
kunnen we on2e gemeente niet vergelijken
met een weeldestad als Den Haag; niet met
een h andelsplaats als Rottendam of een we
reldstad a.ls Amsterdam, maar een verge
lijking met een plaats als Haarlem bijv. kun
nen wij wat de dirukte aangaat gerust
doorstaan.
Daar heb je nu weer hot Congres voor
.Godsdienstgeschiedenis, dat deze week hier
is gehouden. Eerst werd dit gehouden te
Parijs, toen te Bazel, daarop te Oxford en
nu, voo!r den vierden keer, kwam het in
Leiden bijeen. Mij dunkt, dat dit een heele
eer is voor de stad. Wij hebben zoo iet-s
aan onze Universiteit te danken, natuurlijk,
waardoor een roep van geleerdheid van Lei
den uitgaat, en verschillende geloei1 den heb
ben dan ook verklaard, dat juist op het
gebied van do godsdienstgesohiedenis de
Leidsche Universiteit een gTooten naam heeft.
En zoo herbergden wij dan deze week
een 200 a 300 gelieerde heeren in de stad.
In onze straten en in de tram ontmoetten wij
hen. Je boort dezer dagen veel meer vreemde
talen spreken, dan de eigen landstaal, want
natuurlijk brengt do gastvrijheid mee, dat
de gastvtrouw zoo goed en zoo kwaad het
gaat, zich schikt naair de gasten.
En het wairen waarlijk niet alleen de
tramconducteurs, die .er moeite mee hadden,
zich voor Fransoliman, Duitscher, Rus, Pool,
Amerikaan, Japannees of wolken anderen
vreemdeling ook, verstaanbaar te maken.
En wat oen geleerdheid is daar verkondigd
in do verschillende zalen van ons oud Aca
demiegebouw. Daar wordt wel eens gezegd,
dat het voornaamste van algemeen© verga
deringen en congressen de feestelijkheden en
de uitstapjes zijn, maar dat is bij dit CongTeö
het geval zeker niet geweest, al heeft de
ontvangst-commissie ook wel voor ontspan
ning na inspanning gezorgd.
Ik voel mij niet in staat de waarde en
beteekenis van de behandelde onderwarpen te
bepalen, maar als ik af en toe eens een kijkje!
in een of meer vergaderingen nam, bemierkte
ik wel, dat ernst er voorzat én dat uit me
nige voordracht warme overtuiging sprak.
Imtaróaad, zop/n Qgfrgrgs té SÉ
een eer voor het land, en voor de Blad,
welke het voorroaht te beurt valt, niet min
der. En geen enkel© plaats in ons vader
land bulten Leiden zou daarvoor ooit zijn
aangewezen. Laat ons, dit bedenkende, toch
liiet zeggen, dat onze stad zoo weinig be-
teekent. En teplioeert de burgerman: Maar
wat heb ik aan al die geleerdheid en wat
gaat het mij aan als daal' een paar hon
derd vreemdelingen met een aantal inge
zetenen tea's gebruiken, recepties houden,
soupeeren en dinearen en weet ik wat niet al
dan roepen wij hem toe: Stop even, goede
vriend; de zaak heeft ook een materieelen
kant en daar voelt ge toch misschien wol
iets voor. Die 200 a 300 vreemdelingen zijn
hier in do hotels of bij partiouliëren gehuis
vest, zij moeten leven en voor het meeren-
deel zullen zij nu wel niet op de zuinigste
wijze onderhouden zijn. Ook in da/t opzicht
hebben wij onze eer op te houden.
Daar is door dit Congres in deze week
heel wat gold aan 'trollen gebracht, vreemd
geld, dat niet binnen de stadswallen geko
men zou zijn, indien do vreemdelingen zelf
er buiten waren gebleven.
En nu moge dit Congres overigens voor
't algemeen niet veel hebben opgeleverd, het
loopt tooh ook weer naar 3 October, den
Leidschen feestdag bij uitnemendheid. Zegt
men mij, dat het in Leiden zoo saai is, dan
antwoord ik altijd, dat er met ons maar
enkele plaatsen im het land zijn, die oen
jaarlijksohen herinneringsdag bezitten zoo
als wij in den 3den October. En wat dien
dag prettig en aangenaam maakt, is, dat
ieder Leidenaar, van wolken stand, partij
of riohting hij zijn moge, aan de feestelijk
heden mee kan doen. 't Is waar, niet elk
jaar is het wisselend programma even mooi
en aantrekkelijkhet is moeilijk er oen aan
gename afwisseling, laat staan eenigen cli
max in aan te btrangendoch ik wil wel
zeggen, dat het bestuur m. i. dit jaar al
bijzonder goed is geslaagd. Ik juich de aan
gekondigde Sport betooging van harte toe.
,Wij hebben al zoo vaak een optocht door
de straten zien trekken, dat wij waarlijk
ook wel eens iets anders mochten hebben.
En wat wij nu krijgen, is oen verbeterde,
een veredeld© editie van de vroeger© volks
spelen die mij slechts matig konden beko
ren. Geen bewegingen meer, die den lach
lust der omstanders opwekken, zooals eer
tijds het mastklimmen, kuipstekon en wat
dies moer zijde lichaamsoefeningen, die
we nu zullen aanschouwen, zijn op bracht,
behendigheid en schoonheid gariaht.
In Leiden is de belangstelling voor ge
zonde sport nog niet zoo groot als op vele
andere plaatsen etn tooh is het zoo uitne
mend, dat (de spieren worden geoefend en
ontwikkeld, in d© frissehe buitenlucht vooral.
Dat vormt krachtige, levenslustige men-
schen en houdt de jongelui van veel kwaads
af. Het was daarom ook ©en gelukkig denk
beeld der 3-OotobOT-Veraeniging om onzen
traditionoelen feestdag dienstbaar te maken
aan de beoefening der sport ©n omgekeerd
de sport aan het feest.
Aan deelneming ontbreekt het gelukkig
niet. Wij hebben dezer dagen het programma
voor de athleitische wedstrijden kunnen lezen
en men zal erkennen, dat ©r niet alLeen veel,
maar ook iets interessants zal te zien zijn.
Op onze sportvelden is, enkel© bijzonder©
gelegenheden niet meegerekend, de ^lang
stelling van het publiek niet groot. Wij' mo
gen verwachten, dat het op 3 October aPdefrB
zal zijn, en het aanschouwen van de ver
schillende oefeningen zal ongetwijfeld liefde
wokken voor deze gezonde sport-, bij het
jonge geslacht in de eerst© plaats. En daar
moet het hoon.
Ik gevoel daaJrom voor deze 3-Oatober-
Vidring moer dan gewone sympathie en ik
wensch het bestuur en de Commissi©, meer
in 't bijzonder met de uitvoering der ver
schillende wedstrijden belast, veel suooes. D©
wedstrijden zullen ongetwijfeld slagen, als
het weer wil meewerken. En daarop heb ik
alle hoop. Op de lange regenperiode zal
vermoedelijk wiel een droge tijd volgen en
als deze verwachting niet wordt beschaamd,
kunnen we zeker een welgeslaagd© 3-October-
vidring verwachten.
Bij Kon. besluit zijn benoemd: tot ont
vanger der registratie en domeinen te
Schiedam jhr. A. A. A. Stoop, thans ont
vanger der registratie en domeinen te
Gouda;
is aan mr. W. J. Berger, op verzoek
eervol ontslag verleend uit zijn betrekking
van secretaris van het Centraal-college
voor de reclasseering, en is benoemd tot
secretaris van genoemd college jhr. mr.
F. G.. W. J. Backer, oommies bij het Dep.
van Justitie;
is met ingang van 1 October op ver
zoek aan M. Polak eervol ontslag ver
leend uit zijn betrekking van lid van den
Voogdijraad Rotterdam II, onder dank
betuiging;
is met inga.ng van 16 October benoemd
tot directeur van het post- en telegraaf
kantoor te Horst, O. J. G. van der Sluys,
thans oommies titulair der posterijen en
telegrafie
is met ingang van 1 October de lichtwach-
ter-stoker bij 's Rijks kustverlichting te
Terschelling E. A. Klein, benoemd tot
lichtwachter-machinist aan boord van het
motor-gastransportvaaruig in het tweede
district.
Zijn. benoemd: bij het wapen der infan
terie, tot 2den luitenant bij het 1st© re
giment de sergeanten D. van El, G. E.
Kies,. A. J. K. Jacobs en W. J Lambert
onderscheidenlijk van het 8ste, 7de, ode en
6de regiment; bij het 2de reg. de sergean
ten J. F. Weijnman, C. W. Duijne, N. H.
L. Epkema en O. J. Voigt, onderscheiden
lijk van het 3de, 5de en 11de reg. en van
het reg. grenadiers en jagers; bij het 3de
reg. de sergeanten J. J. Harts, P. J. Fen-
nema en J. S. J. van Haagen, onderschei
denlijk van het 5de en 9de reg. en van
reg. gren. en jagew»; 6ij Ket 5de reg.
de sergeanten V. E. Nierstrasz, M. 0. v.
Dijk en J. G. M. van de Plassche, onder
scheidenlijk van het 4de, 8ste en 3de reg.
bhet 6de reg. de sergeanten J. B. E.
van Meir en J. G. N. Moonen, onderschei
denlijk van het 10de reg. grenadiers en
jager9; bij het 9de reg. de sergeanten L.
O. mn der Schee, T. M. Houwert, N. Ti-
bo, en H. A. M. E. Janssen, onderschei
denlijk van het 5do reg., van het reg. gre
nadiers en jagers en van het 5de en 6de
re€-bij het 10de reg. de sergeanten C. EI-
dennans, D. Brouwer en J. H. J. Raat,
onderscheidenlijk van het 4de, 7de, en 10de
reg.bij het 11de reg. de sergeant J. W.
L. Versteegh, van het reg. grenadiers en
jagers; bij het dienstvak der mil. adm.,
bij het personeel der kwartiermeesters, tot
2den luit.-kwartiermeester, bij het 5de re
giment inf., de sergeant W. E. van Kee-
ken, van het 6de reg. inf.bij het 6de reg.
inf. de sergeant H. A. Aalbers, van hec
2de reg. vest.-art. bij het 8ste reg. mf.
de sergeant J. H. Oonk, van het 8ste reg.
inf.bij het 1ste reg. huzaren de sergeant
L. L. H. H. Bellaard, van het 5de reg. inf.
bij het 2de reg. huzaren de sergeant G.
H. Boonier, van het 6de reg. inf.,
zijn benoemd, bij het wapen der infan
fcerie van het leger in Ned.-Indië, tot 2den
luit. de sergeanten der infanterie F. M.
Schneider, van voornoemd leger; A. Mor-
kel'baoh, van het 7de reg.J. 0. M. van
Leeuwen, van het 3de reg.F. D. L. Rid
derhof, van voornoemd leger; C. J. Kunfc-
ael, van het 1ste reg.J. van der Heide,
van het 8ste reg.J. F. E. Meuleroans,
van voornoemd leger, en J. A. der Kinde
ren, van het 11de reg.bij het dienstvak
der Militaire Administratie van het leger
in Ned.-Indië tot 2den luit.-kwartiermeester
de sergeanten der inf. P. Jongert, van
het 10de reg.J. H. E. .Schmid, van het
7de ree H. A. J. Wiïlemse, van het 3d©
reg. H. Muusze, van het 5de reg.J. T
O. "Winia, Van voornoemd leger
Parijsche praatjes.
II.
Sache a Palris prendre tes aises»
Choisir un hotel au grand oir,
Qu'il soit dépourvu do punaises
Et qu'il ïie coüte pas trop cher.
Bovenstaande regels bevatten zeer juiste
opmerkingen. De hotels en cafés in Parijs
zijn trouwens onteilbaaT. Een der meest, door
Hollanders, bezochte hotels mag zeker wel
het „Hotel de Mafte", in de ru© Richelieu,
genoemd warden, waar men ook de Holland,
soke joeukon krijgen kan; onder d© cafés
bohooirt vooral het „Oafé Mazarin" op de
groote boulevards, waar Hollandsche cou
ranten ter lezing liggen. Voor hen, did
langer in Parijs willen, vertoeven, zijn overal
kamers van af 50 a 60 francs per maand
te vetrkrijgèn. In het quartier latin zelfs van
(af 20 a 30 frcs.'Dezo laatste voldoou echter
piet aan do easohen van tfovenstaand versje,
vooral niet wat betreft „punaises", en zijn"
meestal gelegen m©t uitzicht op een koker-
vormig binnenplaatsje, waarop ook de W. C.
der verschillende buren uitkomen. Men kan
begrijpen, dat zoodoende de lucht, niet heel
frisoh is, vooral wanneer men daarbij be
denkt, dat bovengenoemde gelegenheden niet
altijd even goed onderhouden worden. Tooli
leven hier duizenden ©n duizenden mensohen
in die bedorven atmosfeer. Gedurende d©
walrme dagen krijgen die stakkerds h©t dan
ook te kwaad en zoeken ean toevlucht op
de banken in de squares en langs d© Seine,
kaden.
Bezit een airbeidersfamili© een vrij groot
aantal kinderen, en het behaagt den huisheer
niet langer do „mioches" in zijn woning te
houden, dan wordt de familie eenvoudig op
straat gezet. Gelukkig leeft hier in Parijs
een zeer welwillend man, wiens naam geen
voörteeken is voor zijn daden, nml. de heet
Cochon, secretaris van liet huurderssyndicaat.
Komt zoo'n uitgebannen familie bij Cochon,
dan weet hij altijd er wel iets op t© vinden.
Ze worden onder dak gebracht in e©n leogo
kazerne, een oud ziekenhuis, een beschikbaar
gestelde particuliere woning, ja laatst zelfs
in een der gebouwtjes van d© huidige ten
toonstelling van goedkoop© woningen, welk©
in het Grand Palais gehouden wordt.
Gelukkig is de Staat op het oogenblik:
ijverig bezig met plannen tot oprichting van
woningen voor „talrijke" families.
Over het algemeen is het wonen hier duur
en voor den prijs, wel kon men gemiddeld als
huur voor eèn heel huis in Holland be
taalt, hoeft mon hier oen appartement van
een vijftal groote en kleine kamers met'
keuken. Ook de voeding is hier duurder.
Als vreemdeling, met middelmatig© beurs,
door een of andere oorzaak hier ter plaateo
gebonden, troost men zich met de gedachte
dan ook in Pairijs, „la villo lumière", te
wonen.
De Champs Elysées, de aristocratische wijk
van Parijs is bewoond door rijken Franschcn
adel en Ametrikaansche millionnairs. Het
Engelsoh wordt daar evenveel gesproken als
hot Eransch. Na het sluiten der entente cor
diale hebban do Franschcn eensklaps ont
dekt, hoeveel goeds toch die Engelsche na li©
bevatte en evenals in sommige landen da
zonderlinge gewoonte heexscht om op de
winkels in hot Fransch te ad verloeren, zoo
doet men het hier in het Engelsch, soms zeer
onjuist, gertuige het five o'clock tea a chaqu©
lieUre, zooals oenigen tijd geleden op een der
grootst© lunchrooms prijkte.
Tout oomme chez nous!?
Parijs,JEAN LUZAC.
JDe Dngelsclie Zaterdag.
Naar „De Standaard" meldt, is do
proef, die men aan de Rijksverzekerings
bank genomen heeft met de invoering
van den Engelschen Zaterdag uitstekend
geslaagd.
D© Vereenigixig van ambtenaren heeft een
referendum over deze, zaak uitgeschreven
waaruit bleek, dat alle ambtenaren den
vrijen Zaterdagmiddag wensch ten, en hetj
er gaarne voor over hadden eiken mor
gen een halfuur vroeger te beginnen.