No. 16125. IiEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag1 14 September. Eerste Blad. Anno 1912. PERSOVERZICHT. Brieven van een Leidenaar. Uit de „Staatscourant". Geeft de Nederlandsche industrie zioh wel voldoende rekenschap van de gewijzig de bedrijfsvoorwaarden, die noodzakelijk yoorfcvlocien uit de in-werking-treding, «ederb 1 Juni 1912, van de Octrooiwetï Deze vraag acht de heer It. A. van San- flick, in „De I n g e n i e u r", van go- iwicht, wanneer men weet hoe weinig Ne derlanders in de eerste drie maanden na de in-werking-treding gebruik hebben ge maakt yan de hun geboden gelegenheid om hun rechten op uitvindingen door het aan vragen van octrooien te beschermen. Toch is het totaal aantal octrooien, dat van 1 Juni^1 Augustus officieel is aange vraagd, niet minder dan 1100. Het aantal aanvragen van Nederlanders bedraagt ech ter slechts 12 pCt. van dit totaal; de overi ge 88 pCt. aanvragen zijn van buitenlan ders. Het is duidelijk, dat de buitenlanders, voor zoover zij eenig afzetgebied in Neder land bezitten, hopen uit te breiden, dan wel te verwerven, met spanning het oogen- blik der in-werking-treding der Octrooiwet hebben afgewacht. Zij hebben toen onmid dellijk alle maatregelen genomen, om in Nederland en zijn koloniën hun bedrijf te beschermen, daarmee een gewettigd middel toepassende om tegen de Nederlandsohe industrieën met vrucht te kunnen concur- reeren. Voor die buitenlanders lag die han delwijze trouwens in de lijn, door hen reeds 'gedurende een reeks van jaren in 6chiier alle landen der wereld', waar im mers patentwetben bestonden, bij voort during met suoces gevolgd. Voor de Ned'erlandsche industrieelen Staat de zaak anders. Zij bemoeid'en zioh in dit octrooilooze land tot nu toe al heel .weinig' met patent-aangelegenheden. En, Saar het een nieuwe zaak geldt, waarvoor thans de grondslag wordt gelegd, dooh waarvan de vérstrekkende gevolgen nu nog geheel onzichtbaar zijn, ligt het voor de band, dat velen op het oogenblik nog niet de noodzakelijkheid inzien van het voeren van een ootrooipolitiek ten bate van huil bedrijf. Die onthouding is te begrijpelijker, omdat er in de laatste maanden in vele Nederlandsohe industrieën een verblijdende drukte heersaht, waardoor de bedrijfslei ders geen tijd vinden en geen lust hebben om zich in nieuwe zorgen te steken. Dooh het hinkende paard komt achter aan. Vooral zij, die betrokken zijn in indus trieën, die in het buitenland tot de groot- nijverheid gerekend worden, zullen wellicht voor pijnlijke verrassingen worden gesteld, Indien: straks de eerste octrooi-aanvragen worden gepubliceerd, en de eerste oo- trooieri worden verleend. Het streven van vele groote fabrieken in het buitenland toch is er op gerioht haar eigen bedrijf te beschermen, hetgeen zij voor een groot deel trachten te bereiken door aan de con currentie den pas af te snijden. Zij heb ben nu al haar nieuwigheden opgezouten en weldra zal blijken, dat zij die op Neder land hebben losgelaten. Het is waar, in sommige gevallen zullen de Nederlandsohe industrieën door toepassing van het recht van den vóórgebruiker heb nadeel kunnen ontgaan. Maar in de vele gevallen, waarin dit recht niet van toepassing is, zullen zij aaóh later bibter beklagen, dat zij niet tijdig fidch ernstig de vraag gesteld hebben, of, .en zoo ja, door welke, octrooi-aanvragen zij hun bedrijf tijdig wettelijk hadden moe ten beschermen. De Nederlandsohe nijverheid zij ten deze bp haar hoede l Wie de verslagen leest van het te Utrecht gehouden Congres tob afschaffing van dën Bakkersnachtarbeid, wordt naar het oordeel van ,,D e Nederlan- de r" getroffen door de halsstarrigheid, 'waarin met een enkele uitzondering sprekers zoowel als hoorders blijk geven ,ten aanzien van het zoogenaamd ploegen- etelsel,- zich uitend in een veroordeeling nu reeds van het onbwerp-Bakkerswet, door de heeren Aalberse c.s. voorgesteld. De meer hartstochtelijke dan bezonnen toon in een vergadering van een paar hon derd mensohen maakt aldus het Chr.- Hist. orgaan op ons niet zeer grooten indruk. Het heet nu reeds, dat een ploe genstelsel „ontwrichting van het gezin" ten gevolge zal hebben, en wie zoo ver niet wenschte te gaan, zich bereid1 toonde om de proef met het ontwerp-Aalberse te wa lgen, werd eenvoudig beticht van de poli- tiek er in te halen. De spreker, die betoog- i de, dat men na - de verwerping der wet eigenlijk had moeten zeggen wij werken niet meer, kon veel meer op bijval reke nen dan de man, die er op aandrong te aan vaarden wat thans te verkrijgen is. Het argument: ontwrichting van het ge zin, hebben wij ook in de Kamerdebatten herhaaldelijk gehoord, eenmaal zelfs... ter aanprijzing van het ploegenstelsel, en wel uit den mond van den heer Schaper, die op 14 Mei 1.1. cle door den minister Talma voorgestelde arbeidsregeling bestreed, vol- gendërwijze: Ik heb hier mededeelingen van bakkers gezellen, die in uitvoerige bewoordingen zeer klagen over hetgeen nu door den Mi nister is voorgesteld. Er wordt zelfs in dat stuk gezegd: „Zulk een regeling is ongewensohter dan een ploegenstelsel met om beurten dag- en "nachtarbeid. De systematische gang van het leven wordt verbroken; als een twee snijdend zwaard zal het zich doen gevoelen niet alleen voor de arbeiders, maar ook voor het gezinsleven. De moeilijkheden, die daaruit zullen voortspruiten, kunnen, naar mate er meer of minder wisselingen in de arbeidstijden zijn ingesteld, het vertrou wen in den wetgever schokken". Het is natuurlijk mogelijk, dat ook het ontwerp-Aalbe r se de. door de meerderheid der gezellen gewenschte arbeidsregeling niet geeft, maar dat een ploegenstelsel „met om beurten dag- en nachtarbeid" de ontwrichting van het gezin nog meer in de hand zou werken, valt toch zeker uit het citaat', dat de heer Schaper gaf, en dat van de betrokkenen zelf afkomstig was, niet te lezen. Daarom maken de groote woorden van het Utrechtscihe Congres op ons niet zoo'n ernstigen indruk. Het lijkt ons eerlijk gezegd wat op geschroefd. De „N ie u we Rotte r d a m s c h e Courant" bespreekt de plannen, welke bestaan om aan het leger, in plaats van de donkerblauwe uniform, een van g r ij s-g roene kleur te geven, als beter geschikt voor het gebruik te velde. Het blad is van meening, dat het moeite Eal kosten die nieuwe kleur populair te maken. Al zijn wij, Nederlanders, niet mi litair van natuur, tooh stelt de soldaat meer dan men gewoonlijk denkt, prijs op smaakvolle kleeding. Ieder soldaat weet te vertellen, dat de groot-tenue-tuniek met haar één rij knoopen en vreemdsoortige biezen, een afschuwelijk kleedingstuk is, vergeleken bij de zooveel meer kleedende korte jas. En wat nu de nieuwe kleur be treft, zou het verkeerd zijn die slechts voor eenige wapens toe te passen; de voor genomen uitzonderingen zouden de nieuwe juist bij anderen impopulair kunnen maken. Het gaat om de populariteit van de uni form. Of de commissie, waarm ook het artis tieke element vertegenwoordigd is, in de keuze van den vorm der kleedingstukken gelukkig is geweest, zal nog moeten bly*1- ken. Haar samenstelling' döe>t echter het beste hopen. Een proefneming op groote schaal zal tooh ook waarschijnlijk niet kun nen uitblijven, ten einde den smaak van enkelen te toetsen aan daën van velen. Imr mers spreekt men van petten van een mo del, tot dusverre bij ons niet bekend; van sjako's, die, hoe licht ook van samenstel ling, toch altijd weder sjako's, onzaliger nagedachtenis, zullen zijnvan veki'klee- ding, die in versiering met de uitgaans- kleeding zal overeenkomen en door haar monteering weldra haar fnsohheid zal ver liezen; zelfs wordt gesproken over de in voering van een geiheel ander zijdgeweer. Dit alles ware nog eens eerst rustig in het openbaar te behandelen en oo groote schaal te beproeven. Er is nog geen periculum in mora. In „D e Telegraaf" eohrijft de heer S. H. v. d. Kluit, onderwijzer aan de Chris telijke School teOosterbeek, het volgende: In verschillende bladen vond ik het vol gende ètukje, overgenomen uit „Het School blad": Wij ontvingen het nummer van 8 Augus tus >'an „Onze Vacatures", adver tentiebladvoor de echolen met den Bijbel met de volgende oproeping Sn e e k. Aan de Groen-van-Prinsterer- school te Sneek wordt gevraagd als volon tair een onderwijzer of onderwijzeres, met nuttige handwerken. Salaris resp. f 260 of f300. T a ng e-A 11 e v e e r. Aan de Hervormd Christelijke school te Tajige-Alteveer kan een volontair worden geplaatst. Salaris f300. Tevens ontvingen we het bericht, dat een pas geslaagd onderwijzer als volontair was aangesteld op een 6alaris van f 230, d. i- juist de Rijksbijdrage voor een surnumerair onderwijzer aan echolen met meer dan twee leerkrachten. Dat volontair, waarvan de wet ner gens spreekt schijnt ons een door Christelijke Sohoolbesturen uitgevonden term om de wet te ontduiken, die het mini mum salaris voor een onderwijzer uitdrukke lijk op f 500 heeft gesteld. Tot zoover „HetSchoolbla d". Dit insinueerend geschrijf, waarvan de tendenz maar al te duidelijk is, wensch ik even aan de kaak te stellen. Wat toch is het geval? Art. 59 der Wet op het L. O., houdende de voorwaarden, waarop een bijzondere 1. s. Rijkssubsidie ontvangt, bepaalt onder 5o: „(mits) het hoofd der school en de onderwijzers, die het hoofd der school bijstaan, voor zoo ver d i e b ij s t a n d, met inachtneming van het bepaalde sub. 4o. volgens art. 24 verplicht i6, een jaarwedde en te gemoetkoming in de huishuur genieten, ten minste gelijk aan de bedragen waarop de openbare onderwijzers, volgens art. 26 dezer wet, aanspraak hebben." Voor ieder, die een beetje Hollandsch verstaat, is hieruit de conclusie te trekken, dat aan de nietverpliohte onder wijzers niet het wettelijk minimum be hoeft te worden uitgekeerd, maar dat een schoolbestuur met de f 260, die het ontvangt als Rijksbijdrage voor een surnumerair on derwijzer, geheel naar goedvin den handelen kan. Wil het deze subsidie geheel aan zoo'n volontair uitkee- ren, soit. Wil het minder of desnoods niets geven, de eenige, die er bezwaar tegen kan hebben, is de betrokken onder wijzer. Dat de zaak zóó staat, en niet anders, blijkt ten overvloede ook nog uit het feit, dat bij de subsidie-aanvrage de quitanties voor ontvangen salaris van zoo'n surnume rair onderwijzer niet behoeven te wordeningezonden. (Zie 7de lid a. van art. 59 Wet L. O.). 't Is te hopen, dat de redactie van „Het Schoolblad" zoo vriendelijk zal zijn haar verdachtmaking der Chr. schoolbe sturen te herroepen. Anders kan ik van haar journalistieke eerlijkheid geen hoog denkbeeld meer koesteren. Hoe zwak moet toch wel een tegenstander staan, die van zulke inferieure wapens gebruik moet ma ken 1 Ten slotte voeg ik er nog den wensch aan toe, dat de schrijver van bedoeld stukje in „H et Schoolblad" een beetje studie zal gaan maken van de Wet op het L. D, Zoo totaal onnoodig schijnt me dat nu juist niet 1 „D e Beukelaar" schrijft naar aan leiding van het bedanken van dr. K u y p e r voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer, over de opvolging. Voor „D e Beukelaar" staat het vast, dat dr. Kuyper voorloopig de leid'er der anti'-revolutionnairen blijft. Dat zou an ders zijn, indien er onder de leden van de Kamer iemand was, die hem zou kunnen vervangen, maar dat is niet het geval. En dan vervolgt het blad1: „De aanstaande leider, de aanstaande hoofdredacteur van „De Standaar dl", moet onder de tegenwoordige Kamerle den wel zeker niet gezocht. Wel komt het ons voor, dat het niet meer zoo gansche- lijk onzeker is, wie de komende leider wel Eal zijn.". (De schrijver bedoelt blijkbaar prof. dr. H. Visscher, te Utrecht. „En het zou kunnen gevraagd of deze dan wel licht thans in Ommen van anti-revolutio naire zijde candidaat zou worden gesteld. Dooh wij vermoeden van niet. Wij geloo- ven, dat de „man met den geuzenkop" voorshands zijn arbeid in Utrecht zal voortzetten, ook zijn arbeid om tusschen de orthodoxen onzer Kerk de verdeeldheid voortdurend te doen toenemen. En hierin schuilt juist zoo groot gevaar dat dit beter publiekelijk zij uitgesproken. Op een uiteenspringen ojizer Kerk wordt aldus, in deze onze Kerk zelf, met alle be slistheid aangestuurd. Over eenige jaren ware dit misschien tot stand te brengen. En waa zoo onze Kerk uiteengespat, dan lag aansluiting van eeri deel dèr Neder- landsoh-Hervormden bij de Gereformeer de Kerken voor de hand. En zoo tegelijk voor don „man met den geuzenkop", straks dan leider van de anti-revolutionaire par tij, de eenheid met de Gereformeerde Kerken verkregen, een eenheid, voor zulk een leider ongetwijfeld gewenscht. Met dat al werd' dan onze Kerk en ons Pro- testantisohe volk hot kind van de rekening. Zoodanige, wel geenszins onmogelijke toe kom stlijnen aldus wat nader uit te stippe len kan derhalve eisch zijn. Doch voorloopig blijft de vaste Kuiper hand nog regeeron; het zij dan nu buiten 'fc Parlement. Maar voor het Kuyperianisme geen toekomst. In separatisme is het vdlk6 geheel opgegeven; de strijd voor de beginse len, voor het sociale recht, ia omgebogen naar het politieke auooes. In naam van den Christen-is gestreden met'de heidensche wa penen der onheilige .middelen. In den strijd voor Hem, die de Waarheid is, heeft men met 't woordtgedraai en halve waarheid zijn maohts doel trachten te bereiken en be reikt. Doch zoo onchristelijke wapenen keeren zioh ten slotte tegen de Ghristèbjke groep, die ze waagt te hanteeren. Zulk een strijdwijze doodt de innerlijke kracht. En wie naar waarlijk Gereformeerd beginsel, vóór alles zoekt de verheerlijking Gods en het heil van zijn land, wendt zich af van zoodanig onheilig streven. Geen leider na Kuyper zal 't Kuyperia- nisme kunnen redden. Straks rest slechts do puinhoop van: dit eenmaal zoo trotsohe maohtsgebou w. CCCOXVII. Als goed Led denaar stel je natuurlijk be lang in alles, wat er in onze stad gebeurt. En dat is nu waairlijk nog niet zoo'n heel klein beetje. Ilc weet wel, dat ér stadge- nooten zijn, die altijd klagen, da.t het hier een „dooie boel" is, dat je er uitloopt van verveling, zoo gauw als je er niet meer noodwendig moet wezen; maar ik zeg jullie, dat die klagers ongelijk hebben. Natuurlijk kunnen we on2e gemeente niet vergelijken met een weeldestad als Den Haag; niet met een h andelsplaats als Rottendam of een we reldstad a.ls Amsterdam, maar een verge lijking met een plaats als Haarlem bijv. kun nen wij wat de dirukte aangaat gerust doorstaan. Daar heb je nu weer hot Congres voor .Godsdienstgeschiedenis, dat deze week hier is gehouden. Eerst werd dit gehouden te Parijs, toen te Bazel, daarop te Oxford en nu, voo!r den vierden keer, kwam het in Leiden bijeen. Mij dunkt, dat dit een heele eer is voor de stad. Wij hebben zoo iet-s aan onze Universiteit te danken, natuurlijk, waardoor een roep van geleerdheid van Lei den uitgaat, en verschillende geloei1 den heb ben dan ook verklaard, dat juist op het gebied van do godsdienstgesohiedenis de Leidsche Universiteit een gTooten naam heeft. En zoo herbergden wij dan deze week een 200 a 300 gelieerde heeren in de stad. In onze straten en in de tram ontmoetten wij hen. Je boort dezer dagen veel meer vreemde talen spreken, dan de eigen landstaal, want natuurlijk brengt do gastvrijheid mee, dat de gastvtrouw zoo goed en zoo kwaad het gaat, zich schikt naair de gasten. En het wairen waarlijk niet alleen de tramconducteurs, die .er moeite mee hadden, zich voor Fransoliman, Duitscher, Rus, Pool, Amerikaan, Japannees of wolken anderen vreemdeling ook, verstaanbaar te maken. En wat oen geleerdheid is daar verkondigd in do verschillende zalen van ons oud Aca demiegebouw. Daar wordt wel eens gezegd, dat het voornaamste van algemeen© verga deringen en congressen de feestelijkheden en de uitstapjes zijn, maar dat is bij dit CongTeö het geval zeker niet geweest, al heeft de ontvangst-commissie ook wel voor ontspan ning na inspanning gezorgd. Ik voel mij niet in staat de waarde en beteekenis van de behandelde onderwarpen te bepalen, maar als ik af en toe eens een kijkje! in een of meer vergaderingen nam, bemierkte ik wel, dat ernst er voorzat én dat uit me nige voordracht warme overtuiging sprak. Imtaróaad, zop/n Qgfrgrgs té SÉ een eer voor het land, en voor de Blad, welke het voorroaht te beurt valt, niet min der. En geen enkel© plaats in ons vader land bulten Leiden zou daarvoor ooit zijn aangewezen. Laat ons, dit bedenkende, toch liiet zeggen, dat onze stad zoo weinig be- teekent. En teplioeert de burgerman: Maar wat heb ik aan al die geleerdheid en wat gaat het mij aan als daal' een paar hon derd vreemdelingen met een aantal inge zetenen tea's gebruiken, recepties houden, soupeeren en dinearen en weet ik wat niet al dan roepen wij hem toe: Stop even, goede vriend; de zaak heeft ook een materieelen kant en daar voelt ge toch misschien wol iets voor. Die 200 a 300 vreemdelingen zijn hier in do hotels of bij partiouliëren gehuis vest, zij moeten leven en voor het meeren- deel zullen zij nu wel niet op de zuinigste wijze onderhouden zijn. Ook in da/t opzicht hebben wij onze eer op te houden. Daar is door dit Congres in deze week heel wat gold aan 'trollen gebracht, vreemd geld, dat niet binnen de stadswallen geko men zou zijn, indien do vreemdelingen zelf er buiten waren gebleven. En nu moge dit Congres overigens voor 't algemeen niet veel hebben opgeleverd, het loopt tooh ook weer naar 3 October, den Leidschen feestdag bij uitnemendheid. Zegt men mij, dat het in Leiden zoo saai is, dan antwoord ik altijd, dat er met ons maar enkele plaatsen im het land zijn, die oen jaarlijksohen herinneringsdag bezitten zoo als wij in den 3den October. En wat dien dag prettig en aangenaam maakt, is, dat ieder Leidenaar, van wolken stand, partij of riohting hij zijn moge, aan de feestelijk heden mee kan doen. 't Is waar, niet elk jaar is het wisselend programma even mooi en aantrekkelijkhet is moeilijk er oen aan gename afwisseling, laat staan eenigen cli max in aan te btrangendoch ik wil wel zeggen, dat het bestuur m. i. dit jaar al bijzonder goed is geslaagd. Ik juich de aan gekondigde Sport betooging van harte toe. ,Wij hebben al zoo vaak een optocht door de straten zien trekken, dat wij waarlijk ook wel eens iets anders mochten hebben. En wat wij nu krijgen, is oen verbeterde, een veredeld© editie van de vroeger© volks spelen die mij slechts matig konden beko ren. Geen bewegingen meer, die den lach lust der omstanders opwekken, zooals eer tijds het mastklimmen, kuipstekon en wat dies moer zijde lichaamsoefeningen, die we nu zullen aanschouwen, zijn op bracht, behendigheid en schoonheid gariaht. In Leiden is de belangstelling voor ge zonde sport nog niet zoo groot als op vele andere plaatsen etn tooh is het zoo uitne mend, dat (de spieren worden geoefend en ontwikkeld, in d© frissehe buitenlucht vooral. Dat vormt krachtige, levenslustige men- schen en houdt de jongelui van veel kwaads af. Het was daarom ook ©en gelukkig denk beeld der 3-OotobOT-Veraeniging om onzen traditionoelen feestdag dienstbaar te maken aan de beoefening der sport ©n omgekeerd de sport aan het feest. Aan deelneming ontbreekt het gelukkig niet. Wij hebben dezer dagen het programma voor de athleitische wedstrijden kunnen lezen en men zal erkennen, dat ©r niet alLeen veel, maar ook iets interessants zal te zien zijn. Op onze sportvelden is, enkel© bijzonder© gelegenheden niet meegerekend, de ^lang stelling van het publiek niet groot. Wij' mo gen verwachten, dat het op 3 October aPdefrB zal zijn, en het aanschouwen van de ver schillende oefeningen zal ongetwijfeld liefde wokken voor deze gezonde sport-, bij het jonge geslacht in de eerst© plaats. En daar moet het hoon. Ik gevoel daaJrom voor deze 3-Oatober- Vidring moer dan gewone sympathie en ik wensch het bestuur en de Commissi©, meer in 't bijzonder met de uitvoering der ver schillende wedstrijden belast, veel suooes. D© wedstrijden zullen ongetwijfeld slagen, als het weer wil meewerken. En daarop heb ik alle hoop. Op de lange regenperiode zal vermoedelijk wiel een droge tijd volgen en als deze verwachting niet wordt beschaamd, kunnen we zeker een welgeslaagd© 3-October- vidring verwachten. Bij Kon. besluit zijn benoemd: tot ont vanger der registratie en domeinen te Schiedam jhr. A. A. A. Stoop, thans ont vanger der registratie en domeinen te Gouda; is aan mr. W. J. Berger, op verzoek eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van secretaris van het Centraal-college voor de reclasseering, en is benoemd tot secretaris van genoemd college jhr. mr. F. G.. W. J. Backer, oommies bij het Dep. van Justitie; is met ingang van 1 October op ver zoek aan M. Polak eervol ontslag ver leend uit zijn betrekking van lid van den Voogdijraad Rotterdam II, onder dank betuiging; is met inga.ng van 16 October benoemd tot directeur van het post- en telegraaf kantoor te Horst, O. J. G. van der Sluys, thans oommies titulair der posterijen en telegrafie is met ingang van 1 October de lichtwach- ter-stoker bij 's Rijks kustverlichting te Terschelling E. A. Klein, benoemd tot lichtwachter-machinist aan boord van het motor-gastransportvaaruig in het tweede district. Zijn. benoemd: bij het wapen der infan terie, tot 2den luitenant bij het 1st© re giment de sergeanten D. van El, G. E. Kies,. A. J. K. Jacobs en W. J Lambert onderscheidenlijk van het 8ste, 7de, ode en 6de regiment; bij het 2de reg. de sergean ten J. F. Weijnman, C. W. Duijne, N. H. L. Epkema en O. J. Voigt, onderscheiden lijk van het 3de, 5de en 11de reg. en van het reg. grenadiers en jagers; bij het 3de reg. de sergeanten J. J. Harts, P. J. Fen- nema en J. S. J. van Haagen, onderschei denlijk van het 5de en 9de reg. en van reg. gren. en jagew»; 6ij Ket 5de reg. de sergeanten V. E. Nierstrasz, M. 0. v. Dijk en J. G. M. van de Plassche, onder scheidenlijk van het 4de, 8ste en 3de reg. bhet 6de reg. de sergeanten J. B. E. van Meir en J. G. N. Moonen, onderschei denlijk van het 10de reg. grenadiers en jager9; bij het 9de reg. de sergeanten L. O. mn der Schee, T. M. Houwert, N. Ti- bo, en H. A. M. E. Janssen, onderschei denlijk van het 5do reg., van het reg. gre nadiers en jagers en van het 5de en 6de re€-bij het 10de reg. de sergeanten C. EI- dennans, D. Brouwer en J. H. J. Raat, onderscheidenlijk van het 4de, 7de, en 10de reg.bij het 11de reg. de sergeant J. W. L. Versteegh, van het reg. grenadiers en jagers; bij het dienstvak der mil. adm., bij het personeel der kwartiermeesters, tot 2den luit.-kwartiermeester, bij het 5de re giment inf., de sergeant W. E. van Kee- ken, van het 6de reg. inf.bij het 6de reg. inf. de sergeant H. A. Aalbers, van hec 2de reg. vest.-art. bij het 8ste reg. mf. de sergeant J. H. Oonk, van het 8ste reg. inf.bij het 1ste reg. huzaren de sergeant L. L. H. H. Bellaard, van het 5de reg. inf. bij het 2de reg. huzaren de sergeant G. H. Boonier, van het 6de reg. inf., zijn benoemd, bij het wapen der infan fcerie van het leger in Ned.-Indië, tot 2den luit. de sergeanten der infanterie F. M. Schneider, van voornoemd leger; A. Mor- kel'baoh, van het 7de reg.J. 0. M. van Leeuwen, van het 3de reg.F. D. L. Rid derhof, van voornoemd leger; C. J. Kunfc- ael, van het 1ste reg.J. van der Heide, van het 8ste reg.J. F. E. Meuleroans, van voornoemd leger, en J. A. der Kinde ren, van het 11de reg.bij het dienstvak der Militaire Administratie van het leger in Ned.-Indië tot 2den luit.-kwartiermeester de sergeanten der inf. P. Jongert, van het 10de reg.J. H. E. .Schmid, van het 7de ree H. A. J. Wiïlemse, van het 3d© reg. H. Muusze, van het 5de reg.J. T O. "Winia, Van voornoemd leger Parijsche praatjes. II. Sache a Palris prendre tes aises» Choisir un hotel au grand oir, Qu'il soit dépourvu do punaises Et qu'il ïie coüte pas trop cher. Bovenstaande regels bevatten zeer juiste opmerkingen. De hotels en cafés in Parijs zijn trouwens onteilbaaT. Een der meest, door Hollanders, bezochte hotels mag zeker wel het „Hotel de Mafte", in de ru© Richelieu, genoemd warden, waar men ook de Holland, soke joeukon krijgen kan; onder d© cafés bohooirt vooral het „Oafé Mazarin" op de groote boulevards, waar Hollandsche cou ranten ter lezing liggen. Voor hen, did langer in Parijs willen, vertoeven, zijn overal kamers van af 50 a 60 francs per maand te vetrkrijgèn. In het quartier latin zelfs van (af 20 a 30 frcs.'Dezo laatste voldoou echter piet aan do easohen van tfovenstaand versje, vooral niet wat betreft „punaises", en zijn" meestal gelegen m©t uitzicht op een koker- vormig binnenplaatsje, waarop ook de W. C. der verschillende buren uitkomen. Men kan begrijpen, dat zoodoende de lucht, niet heel frisoh is, vooral wanneer men daarbij be denkt, dat bovengenoemde gelegenheden niet altijd even goed onderhouden worden. Tooli leven hier duizenden ©n duizenden mensohen in die bedorven atmosfeer. Gedurende d© walrme dagen krijgen die stakkerds h©t dan ook te kwaad en zoeken ean toevlucht op de banken in de squares en langs d© Seine, kaden. Bezit een airbeidersfamili© een vrij groot aantal kinderen, en het behaagt den huisheer niet langer do „mioches" in zijn woning te houden, dan wordt de familie eenvoudig op straat gezet. Gelukkig leeft hier in Parijs een zeer welwillend man, wiens naam geen voörteeken is voor zijn daden, nml. de heet Cochon, secretaris van liet huurderssyndicaat. Komt zoo'n uitgebannen familie bij Cochon, dan weet hij altijd er wel iets op t© vinden. Ze worden onder dak gebracht in e©n leogo kazerne, een oud ziekenhuis, een beschikbaar gestelde particuliere woning, ja laatst zelfs in een der gebouwtjes van d© huidige ten toonstelling van goedkoop© woningen, welk© in het Grand Palais gehouden wordt. Gelukkig is de Staat op het oogenblik: ijverig bezig met plannen tot oprichting van woningen voor „talrijke" families. Over het algemeen is het wonen hier duur en voor den prijs, wel kon men gemiddeld als huur voor eèn heel huis in Holland be taalt, hoeft mon hier oen appartement van een vijftal groote en kleine kamers met' keuken. Ook de voeding is hier duurder. Als vreemdeling, met middelmatig© beurs, door een of andere oorzaak hier ter plaateo gebonden, troost men zich met de gedachte dan ook in Pairijs, „la villo lumière", te wonen. De Champs Elysées, de aristocratische wijk van Parijs is bewoond door rijken Franschcn adel en Ametrikaansche millionnairs. Het Engelsoh wordt daar evenveel gesproken als hot Eransch. Na het sluiten der entente cor diale hebban do Franschcn eensklaps ont dekt, hoeveel goeds toch die Engelsche na li© bevatte en evenals in sommige landen da zonderlinge gewoonte heexscht om op de winkels in hot Fransch te ad verloeren, zoo doet men het hier in het Engelsch, soms zeer onjuist, gertuige het five o'clock tea a chaqu© lieUre, zooals oenigen tijd geleden op een der grootst© lunchrooms prijkte. Tout oomme chez nous!? Parijs,JEAN LUZAC. JDe Dngelsclie Zaterdag. Naar „De Standaard" meldt, is do proef, die men aan de Rijksverzekerings bank genomen heeft met de invoering van den Engelschen Zaterdag uitstekend geslaagd. D© Vereenigixig van ambtenaren heeft een referendum over deze, zaak uitgeschreven waaruit bleek, dat alle ambtenaren den vrijen Zaterdagmiddag wensch ten, en hetj er gaarne voor over hadden eiken mor gen een halfuur vroeger te beginnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5