LEIDSGH DAGBLAD, Zaterdag* 3 Augustus. Eerste Blad.
PERSOVERZICHT,
Aimo 1913,
Nederlands handel en industrie.
Brieven van een Leidenaar.
No. 16039.
r ju haar artikelen-reeks naar aanleiding1
{van het rapport der Grondwetscommissie be
handelt de „Nieuwe Rotterdamsche
(Courant" hetgeen in het rapport staat
pvetr de troonopvolging.
Het blad mérkt op, dat do commissie is
(teruggedeinsd voor de oplossing van de vraag
ïif het, voor het geval, dat onverhoopt het
jregeerend vorstenhuis stierf, niet beter zou
£yn over te gaan t-ot hot kiezen van een
koning.
j Het blad kan zicli dit standpunt van de
(commissie begrijpen, maar zegt:
Gaat men op dit oogenblik hot erfrecht
Ju de zijlijn schrappen, dan loopt men voor-
;uit op gebeurlijkheden, waarvan do commis
sie met juistheid opmerkt, dat „de gevol
gen er van eerst met juistheid zijn te over
zien en te schatten, als zij zich voordoen."
Daarvoor nu reeds oen oplossing te zoeken
in de richting van wijziging van de orde
yan erfopvolging, terwijl de waarborg vol
ledig zou ontbreken, dat deze solutie op het
beslissend oogenblik de meest wenschelijke
jblijkt te zijn, is inderdaad meer radicaal dan
[voorzichtig. De verwijdering van artikel 14
{uit de Grondwet, verlost ons stellig van een
(aantal, misschien ongewenschte, pre tend en
ten. Maar tegenover dit voordeel staat het
(nadeel, dat zij aanzienlijk de mogelijkheid
verhoogt, dat de troon door keus va.n een
koning moet worden bezet. En nu heeft
hot kiezen van oen koning voor een klein
land, waar men de monarchie reeds heeft,
Zeer groote bezwaren, afgezien nog hier-
yan, dat. hot, zoo immer mogelijk, wensche-
lijk is, dat de koning liever niet zijn reoht
;op den troon te danken heeft aan eenig kie-
'zorslichaam, dit mag dan in dit geval het
lichaam zijn der Staten.Generaal in dubbelen
getale. Zou, ten gevolge van de erfopvolging
in de zijlijn, zooals de Grondwetscommissie
haar behoudt-, de kroon te eeniger tijd moe
ten overgaan op eou rechthebbende, tegen
Iwien de natie overwegend bezwaar had, dan
is er altijd nog het artikel, dat den koning
de bevoegdheid geeft aan de Staten.Generaal
in dubbelen getale een voorstel te doen,
om „in de orde" van erfopvolging verander
ging te brengen.
Intusschén zou de veiligheidsklep, dio in
bet ergste, geval dit artikel biedt, heel wat
(meer te beteekenen hebben a.ls dergerlijk
(voorstel niet, zooals nu, alleon aan het initicu
jtief der kroon was voorbehouden, maar ook
yan de Staten.Generaal kon uitgaan. De
Grondwetscommissie van 1905 had de ge
legenheid 'daartoe geopend. Zij wilde zien
bepaald, dat veertig leden der Sbaten-Go-
jneraal een verandering in de orde van. erf
opvolging. kunnen uitlokken, als bijzondere
omstandigheden daartoe nopen en de koning
palaat het voorstel te doen. Waarom deze
commissie, die in menig opzicht liet spoor
barer voorgangsters heeft gevolgd en Uit
Zelfs dankbaar erkent, haar op dit punt
désavoueert, kunnen wij niet verklaren. Door
in deze aangelegenheid ook liet initiatief
der Staten-Genecraal te erkennen, zal een
hrinistarie, dat toepassing der bepaling ge
lraden oordeelt, veel sterker staan tegenover
!den persoon van den koning, die de toe
passing wenscht tegen te houden.
Het ,,W eek blad van den ha n-
Üeldr ij venden en industrieo-
len middenstand" schrijft over
i'nvoer van Duitsche r ij wielen
in Nederland:
Volgens een Duitsch vakblad heeft de
rijwielindustrie in den tegenwoordigen tijd
in dat Rijk een verbazende hoogte bereikt.
De uitvoer van rijwielen en motorrijwie
len he droeg in de eerste vier roa.and'en van
dit jaar resp. 53,103 en 1039 stuks, tegen
46,457 en 535 stuks gedurende hetzelfde
tijdperk van het vorige jaar. De invoer
verzinkt tegenover deze uitvoercijfers in
het niet.
De motorrijwielen worden hoofdzakelijk
Uitgevoerd naar Rusland, Denemarken,
'Engeland en Oostenrijk-Hongarijs.
Het blad vermeldt verder dat als het
ho of dafzetgebied voor de Duitsche rijwiel
industrie moet worden beschouwd: Neder
land, naar welk Rijk 32,520 rijwielen wer
den geëxporteerd.
Twee en dertig duizend, vijfhonderd en
twintig Duitsche rijwielen naar Nederland
uitgevoerd En dat naar een land, waar tal
van uitstekende en gerenommeerde rijwiel'
fabrieken (zooals om maar enkele te noe
men: Fongers, Simplex, Gazelle, Vier
kleur, Burgers, en zooveel andere) in staat
zijn minstens even solide, even elegante,
even duurzame, even goedkoop© rijwielen te
leveren als het buitenland.
En nu komen bij die 32,520 nog de rijwie
len, die uit Engeland, België en andere
Rijken hier te lande zijn ingevoerd.
Is het wonder, dat ons de vragen op de
lippen komen: Waar steekt t-ooh het Neder-
landsch nationaliteitsgevoel1? Waaóm ont
breekt in ons volk toch die geestdrift, die
neiging, welke zdch in Engeland en ook in
DuitschlaDd zoo sterk teekent, om aan de
producten van de nationale industrie de
voorkeur te geven. Waarom moet er zoo
veel Nederlandsch geld iu de zakken van
buitenlanders terecht komen en aan ons
nationaal vermogen worden onttrokken?
Hoe komt het toch, dat het Nederland-
sche volk maar niet schijnt te begrijpen,
dat bevordering van eigen industrie brood
brengt aan tal van Nederlandsche arbei
ders, het aantal werkloozen vermindert en
welvaart- in het eigen land verspreidt.
Wie geeft op al dio vragen een a.nt-
woord, dat tevens het geneesmiddel bevat?
Zoolang dit Weekblad bestaat, hebben
wij strijd tegen de Hollandsche slapheid
op dat gebied gevoerd, hebben wij gewezen
op het voor ons zoo diep beschamende feit,
dat onze eigen industneele producten bij
die van het buitenland worden achterge
steld.
Maar, helaas, we moeten erkennen, dat
ons roepen tot nog toe was een ,,vox
clamantis in deserto."
Hoelang nog?
,D e Sfcand'aar d", de 34ste Unie
collecte aankondigend, zegt over den
groei van het b ij zon der onder-
w ij s o. a.
,,Hoe zij-n we gewassen in dit land, en
dat niettegenstaande onzen zwaren
druk!
Het is ons gegaan als eenmaal den
kinderen Israels in Egypte: hoe meer ze
verdrukt werden, hoe meer ze toenamen.
In 1857 naast 2478 openbare scholen niet
meer dan 53 bijzondere. Maar in 1390 zijn
a'e-ze getallen reeds 2959 en 488en in 1912:
3306 en 1036. Het aantal Christelijke
scholen is dus bijna 19-maal zoo groot ge
worden, terwijl het getal der openbare la-
ger-onderwijsinrichtdngen met slechts 1 1/3
vermenigvuldigde.
Het aantal leerlingen en onderwijzers
toont ons niet minder sterken vooruitgang.
In 1857 nog maar 10,000 scholieren; in
1890 bijna 81,000 en nu in 1912 dat cijfer
ruim verdubbeld. En alleen in het laatste
dozijn jaren is het aantal onderwijzeressen
aan onze scholen met bijna honderd per
cent gestegen. Immers stond het in 1900
op nog maar 2451, terwijl nu het cijfer
van 4643 wordt gehaald'."
Na met dankbaarheid van dezen groei
gewag gemaakt te hebben, zegt het a.-r.
orgaan verder:
,,De Christebjke scholen, die we thans
bezitten, zijn voor het grootste deel op
gericht door het meest besliste doel van
ons Christenvolk, terwijl het nu meer gaat
om de middenstof. Een volkslaag. die
ook wel Gbristelijke traditiën heeft en
met liooger beginsel rekent-, maar die tocli
niet zooveel geloofsmoed en offervaardig
heid heeft, dat ze zonder krach ti gen prik
kel van buiten het voortvaren tot leus
zou verheffen."
Ib winkelsluiting revolu
tionnair? „De Vrije S o o i a-
1 i s t", het orgaan der anarchisten, schrijft:
Een getal kranige winkeliers blijft zich
verzetten tegen de idiote 9-uur-sluiting.
Ook onder het publiek stijgt het gemor te
gen het verschrikkelijke ongerief, dat door
die malligheid wordt teweeg gebracht.
een dubbele rodën is om een overeenkomst
met Leiden inzake den keuringsdienst van
eet- en drinkwaren te sluiten.
Maar daarover wilde ik het vandaag eigen
lijk niot hebben en het bovenstaande is slechts
een aanloopje, om' er op te wijzen, dat wij
op dezen weg verder moeten gaan.
Leiden zal nu, doordat zij het vuilverbran
dingsysteem zal invoeren, ook een nieuwe
derinfcctie-inrichtiiig krijgen; een zaak, die
bij den tegenwoordigen stand der geneeskun
dige wetenschap eigenlijk niet meer gemist
kan worden. Wij weten nu hoe besmette
woningen, huisraad, beddegoed en klecren
oorzaak kunnen zijn van nieuwe besmetting
en hoe men daarom er zoo spoedig mogelijk
bij is, die besmetting weg te nemen. In ecnigs-
zins primitieven vorm heeft Leiden reeds
haar ontsmettingsdienst, maar als straks de
nieuwe verbrandingsoven voor de vuilver
branding gereed is, zal deze dienst naar
de eisclien der tegenW 'j»?dige wetenschap in
gericht worden. Dooh is het dan niet van
het grootste belang, dat daarbij ook dc bui
tengemeenten aangesloten Worden, en niet
alleen voor dio buitengemeenten zelf, maar
ook voor Ledden? Wat baat het ons eigen
lijk, wanneer wij al zooveel mogelijk de be
smettelijke bacillen in onze stad dooden, als
deze even buiten de grens kunnen voortwoe
keren en de dragers or van ongestoord heoi
weer binnen onze wallen kunnen brengen
Het geldt hier niet, zooals bij de levering
van gas en electriciteit, een soort koop
waar, waarop Leiden zoovcol mogelijk tracht
te vardienenhot is de regeling van een
gezondheidsbelang, dat liet best gediend
wordt door oen zoo ruim mogelijk gebruik
er van te maken. Zoo is hel bij den keu
ringsdienstzoo zalf het ook moeten zijn
bij jlen desinfectiedienst.
Het eenige financieele voordeel voor Lei
den is, dat bij grooter opzet de dienst vol
lediger kan zijn en over 't geheel omge
slagen, iets minder kosten zal, wat echter
nog het moest ten goede komt aan de klei
nere gemeente, die zich er bij aansluit.
Het zal echter aanbeveling verdienen, dat
men, vóór men met hot inrichten van den
dienst begint, weet of het beginsel van ge
meenschappelijk samenwerken wordt begeerd
ook door de omliggende klemore gemeenten
zelf. Dan kan daarmede reeds dadelijk reke
ning worden gehouden. Of hier de stoot
uit moet gaan van Leiden, dan wol dat
de kleinere gemeenten zich tot Leiden moe
ten wenden, 'zal ik niet uitmaken. Het komt
er trouwens niet op aan. Het eene behoeft
het andere niet uit te sluiten.
Mocht mijn denkbeeld de sympathie weg
dragen van Leadens gemeentebestuur en van
de besturen der kleinere gemeenten, waaraan
ik niet eens mag twijfelen, dan kunnen die
verschillende besturen elkaar ontmoeten en
de toenadering zal wel niet uitblijven.
En wat bovendien de onmiddellijk aan
grenzende gemeenten betreft, daarvoor zou
den de toekomstige vuil verbrandingsovens
ook heel goed dienst kunnen doen vodr het
doel, waarvoor zij eigenlijk zijn.
In een der laatste Raadsvergaderingen van
do gemeente Zoeterwoude, kwam bij een
kwestie over het straatvuil-ophalen in dc
buitenwijken zoo ter loops do vraag aan
de prde, waar de pachter wel het iuitswaar-
dige straatvuil liet en men haalde daarbij
do soliouders eens op. En ook dezer da,gen
vroeg mij iemand of ik ook wist waar de
gemeente Oegstgeest haar straatvuil borg.
Men weet ar meestal wel raad mee cn gooit
het in het water hier of daar, wanneer
men liet niet ergens op oen hoop brengt.
In beide gevallen kan het aanleiding geven
tot verontreiniging en schadelijk werken op
de gezondheid der omgeving.
Waarom zou men dit nietswaardige straat
vuil uit de aangrenzende gemeenten straks
niet Paar Leiden kunnen brengen en daar
laten verbranden in verbrandingsovens
Leiden zou daarvoor een kleine en bil
lijke vergoeding kunnen eisohen. Groot be
hoeft deze tegemoetkoming niet te wezen,
omdat do warmte, door de verbranding ver
kregen, kan worden omgezet in electriciteit,
dio weer benuttigd kan worden. Den aangren
zende gemeenten hebben dan echter niet
zooveel terreinen voor de asch- en vuilnis-
stalen beschikbaar te stellen, wat haar wel
een kleine vergoeding waard is. Ook hier
kan dus in toepassing gebracht worden het
spreekwoord: Wanneer de eene hand de am
dere wasclit, worden zij bedde schoon.
Naast het financieele- en gezondheidsbelang
en de meer economische wijze, waarop be
drijven gemeenschappelijk kunnen worden be
hartigd, ligt in deze samenwerking het
ethisch voordeel, dat er uit geboren wordt
een gevoel van saamhoorigheid van do doe
len van een gewest, die tot dusverre maar
al te vaak los naast elkaar leven en daar
door zich verbeelden veel meer tegenstrij
dige dan gemeenschappelijke belangen te
hebben.
Het is ook daarom vooral, dat ik deze
dingen, bespreek, die evengoed;" voor andere
groepen van plaateen waarde hebben als
voor Leiden en Omstreken. Worden zij echter
hier toegepast, dan zal men elders het goodo
voorbeeld wel volgen.
ïnterna^iontval cougres veor
VronuerikiosrccJu.
Vanwege de commissie ter voorbereiding
van het Internationaal Congres voor Vrou
wenkiesrecht te Budap-^t is het eerste com
muniqué de wereld ing*- zonden. Het Con
gres zal plaats hebben van 1520 Juni 1913.
Door den Minister van den Handel is voor
de Congressisten een verlaagd tarief op alle
Staatsspoorwegen toegestaan; 3de klasse-
kaarten zullen recht geven op de 2de klasse.
Op alle overige sporen en booten zal de
zelfde vrijstelling gelden. Journalisten kun
nen aanvraag doen voor vrijkaarten, gel
dig op alle lijnon. In dezen betoonen èn
Regeering èn spoorwegdirecties dus-vrij wat
meer courtoisie tegenover de Congressisten
dan ten. onzent, waar van tariefverlaging
in 1908 geen sprake was.
De stad Budapest trok voor het Congres
5000 Kronen uit en stelde tor beschikking
van de Commissie het geïllustreerde boekje
van Budapest, waarin het stadsplan, bene
vens een korte aanwijzing omtrent de be
zienswaardigheden van Budapest. Tevens
bestaat er veel kans, dat de stad de Con
gressisten officieel zal recipiëeren.
Aan het hoofd der Financieele Commissie
staat Gravin Ilona Haller. Van verschillen
de lichamen, stedelijke en provinciale, werd
alreeds aan bijdragen Kr. 1500 ontvangen;
van enkele Ministers zijn eveneens toelagen
in uitzicht gesteld.
Gelijktijdig met het Cogres van den We
reldbond zal ook het Intern. Congres van
den Mannenbond voor Vrouwenkiesrecht
plaats hebben.
Voor alle verdere inlichtingen kan. men
zich wenden tot het CongresbureauBuda-
post, VII, Istvan ut, 67.
VronweHlke stndenten aan Doit-
sche universiteiten.
Bij de gezamenlijke Duitsche universi
teiten zijn thans 2958 vrouwelijke studenten
ingeschreven, ruim 200 meer dan den vori-
gen winter. Te Berlijn studeerden 717 vrou
wen, te Bonn 283. te München 241, te Gót-
tingen 234, te Heidelberg 231. te Freiburg
186, te Munster 157, te Breslau 1-12, te Mar
burg 127, te Leipzig 112, te Koningsberg 93,
te Greifswald 81, te Jena 79, te Halle 69,
te Kiel 59, te Tubingen 40, te Stra-szburg 38,
te Gieszen 25, te Erlangen 23. te Wurzburg
15 en te Rostook 6. In het geheel maken de
vrouwelijke studenten 4.9 pCt. van het aan
tal studeerenden uit. Door 1509 vrouwen
wordt philosophic, philolcgie of geschiede
nis gestudeerd, 635 medicijnen, 560 mathe
matiek of natuurwetenschappen, 73 staats
wetenschappen, 39 jurisprudentie, 22 phar-
macie, 19 tandheelkunde en 11 theologie.
Behalve do 2958 als studenten ingeschreven
vrouwen zijn nog 1198 als toehoorsters op
de ooileges toegelaten en wel te München
193, Berlijn 102, Bonn 99, Tubingen 97,
Straszburg 75, Leipzig 70, Gieszen 64,
Rostock 62, Heidelberg 59, Breslau 53, Göt-
tingen 32, Halle 31, Freiburg 29, Würziburg
28, Munster 27, Kiel 15, Erlangen 10, en
Marburg 8. Het getal toehoorsters is na
tuurlijk aanmerkelijk minder geworden, se
dert ook vrouwen als studenten worden in
geschreven.,
Een belangrijk geschrift
OVER
I.
Het is een lofwaardige daad van het De
partement van Landbouw, Nijverheid en
Handel om in vereenigmg met de Neder
landsche Kamer van Koophandel te Londen
een geschrift saam te stellen, met de ken
nelijke bedoeling in bet Vereenigde Ko
ninkrijk en ook daarbuiten betere, gezon
dere denkbeelden ingang te doen vinden
over het belang van onzen handel en in
dustrie. In dat opzicht, men heeft het zoo
juist ingezien, kan nog wel iets gedaan,
want heel hoog staan we niet bepaald aan
geschreven. De schuld daarvan ligt voor een
niet gering deel bij de Nederlanders zelve.
Ze stellen er haast een eer in om te betoo-
gen, dat het hier te lande toch zoo slecht
gesteld is, vooral met de industrie, dat er
geen ondernemingsgeest zit, enz. enz. Maar
bij dat betoogen blijft het. Voor het overige
gaan die klagers kalm door met het ver
handelen van allerlei speculatieve papier
tjes op de Amsterdamsche Beurs, zonder tot
het bewustzijn te komen, dat zij zelf met
hun kapitalen iets goeds konden doen.
Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt
zich zacht, zegt het spreekwoord, maar wan
neer v. e dan eens zien naar Duitschland en
België dan is het de Vraag of dat spiege
len aangenaam zal aandoen.
Maar daarom mag men zich nog niet aan
overdrijving in dezen schuldig maken. Want
dit wordt, helaas, door Nederlanders over
eigen handel en industrie, zooals we hier
voor zeiden, gedaan.
Het werk, dat thans voor ons ligt, is daar
om aan te toonen, dat in ons land een ste
vig bloeiende handel is, een krachtig zich
ontwikkelende industrie. Dit laatete vooral,
wanneer men de natuurlijke gesteldheid en
de zucht tot papier"-handel der Neder
landers in aanmerking neemt.
Het hiervoor meergenoemde geschrift is
getiteld: ,,A general view of trade and in
dustry in the Netherlands". De Engclsche
titel verklaart de bedoeling, maar toch is
het goed, dat men cok hier te lande er iets
van verneemt. Graag zouden we uit het
twintigtal afleveringen, waarin het werk
verdeeld is, vele bijzonderheden aanhalen,
maar wie daar bslang in stelt kan ze tegen
een lagen prijs door bemiddeling van eiken
boekhandelaar van voornoemd Departement
betrekken. Per aflevering is de prijs slechts
een dubbeltje.
Het werk is dan, zooals we zeiden, ver
deeld in twintig afleveringen. Elke afleve
ring is een afzonderlijk geheel, handelt
over een bepaalden tak van handel of in
dustrie. De dikte der diverse nummers is
dus begrijpelijk zeer afwisselend. De titels
dier afleveringen zijn van de opvolgende
nummers van één tot en meu twintig. De
groote Hollandsche havens Amsterdam en
Rotterdam. De voornaamste stoomvaartlij
nen. Cacao en chocolade. De theehandel.
De tabak- en sigarenhandel en fabricage.
De koffiehandel. De graanhandel. De erts-
handel. De houthandel en aanverwante in
dustrieën. De papier- en strookartonfabrie
ken, de kartonindustrie, het drukke rsbe-
drijf. De huidenhandel en aanverwante in-
Afgeluisterd gesprek:
Ik had gisteravond toch zoo den dood
in.
Jij
Ja, ik was zoo flauw als een zeemleere
lap. 'k Zeg tegen me vrouw: zeg, haal 'n
haring, 'n Haring? zeit ze, hoe laat ia 't?
Over negene, zeg ik. Dan is 't te laat, zeit
ze, want hier in de buurt durft geen mensch
over 't- hekkie te verkoopen. Heb je nog
brood met 'n plakkie kaas? Nee, zeit ze.
Heb je niks in huis? Nee, zeit ze. Even
daarna gaat 't licht uit. Och, zeit ze, nou
heb ik geen vierduitjes meer. Toen maar
uaar bed. Ik had geen slaap, lag wel twee
uur wakkor, kreeg overal jeuk of ik die
winkelsluiting ook vervloekte.
„Het Vol k", dat het bovenstaande uit
,,D e Vrije Socialist" overneemt,
laat er op volgen
Men ziet, dat het revolutionnaire blad van
de heeren Domela Nieuwenhuis en Rijnders
zich tot tolk maakt van de reactionnairste
instincten der winkelier en van de meest
egoïstische neigingen van het publiek.
Een nieuw bewijs, hoe het zoogenaamde
revolutionnaire socialisme der anarchisten
niets ander3 is dan wat wild geworden
kleinburgerlijkheid.
Verkorting van arbeidstijd voor den win
kelier? Wat vrije tijd voor zijn ontwikke-
ling? Wat meer gezinsleven voor hem? Wat
meer gelegenheid, om zich in de maatschap
pij te bewegen? Allemaal onzin voor den
vrijen socialist 1 Een haring 's avonds na
negenen, dat is veel belangrijker.
Het zijn me de revolutionnairen wel!
,,D e T ij d" voegt hieraan toe:
De winkelsluiting is voor de sociaal-demo
craten iets van politiek. Aan politiek doen
de vrijen" niet. Dat weten we allemaal.
Maar volgens ,,H e t Vo 1 k" mogen Dome
la Nieuwenhuis o.s. zich niet tegen de win
kelsluiting verzetten, omdat zij „revolution
nairen" zijn.
Het verband tusschen de Revolutie en
de winkelsluiting is wel te vinden. Toch
lijkt on9 de qualificatie van „revolution-
nair" voor de Amsterdamsche gemeentelijke
verordening, die hier besproken wordt, wel
eeD weinig overdreven.
CCCCXI.
Da ai* is wellioKt geen enkele gToote ge-
'mjeente in ons land, welke zooveel ootntact
heeft mét de omliggende dorpsgemcentsn als
Leiden.
Sinds jairën levert onze gemeentelijke
fabriek aan kleinere gemeenten in den om
trek gas, en dat aantal neemt nog gaande
weg toe, zoodat er haast geen enkele nabiï-
gelegen gemeente is, voor zoover deZe zelf
niet in de behoefte voorziet, of zij betrekt
het gas van Leiden. Met dc Eleotrisohio
Centrale gaat hot den zelfden weg op. Menige
kledne' gemeente profiteert, dank zij Leiden,
than3 reeds van hot nieuwiste en van de
incest, modërno drijfkracht, wat hun door
vde groobere plaatsen benijd wordt.
En nu zijn wij ook begonnen mot Onzen,
uitnemend in.geriohfcen keuringsdienst voor
eet- en drinkwaren dienstbaar te maken in
het belang van <je omliggende kleinere ge
meenten. Voorschoten, het wakkere Voorscho
ten, is hierin voorgegaan en mi volgen
andere gemeenten wel. Valkenburg en War
mond hebben den stap ook al gedaan en
ik verwacht, dat Katwijk niet lang mleer
op zich zal laten wachten, evenmin als
Ncördwiik, die er als badplaatsen, waar in
de zomermaanden heel wat levensmiddelen
worden ingevoerd en verorberd, nog wel
het meeste belang bij hebben. Men bevordert
het vreemdelingenverkeer met een goeden
gezondheidsdienst niet minder, da.n met den
aanleg van mooie plantsoenen, wegen en
dergelijke.
Laat er, door wel Ire reden dan ook, 5n
een hadplaats maar eens een epidemie uit
breken - Men heeft het in Zondvoorfc kun
nen zien, wat daarvan de gevolgen zijn.
Het komt mij daarom voor, dat vcor de
besturen der laatstgenoemde gemeenten «sfr
dustrieën. De chemische- en stijfselpróduo-
ten. De olie- en vethandel en aanverwante
industrieën. Fabricage van levensmiddelen,
dranken en lekkernijen. Machine- en
scheepsbouw. De metaalindustrie. De dia-
mant- en gou dsmidsb?d rij ven. Aardewerk,
glas en bouwmaterialen. De delfstoffen-be
drijven. De textiel-industrie.
Men ziet welk een omvangrijk werk hier
verricht is.
De lust is groot om uit elk der aflevering
een en ander te vertellen, dat den omvang
van het desbetreffend bedrijf aantoont,
en beknopt zullen we dit doen ook. We
moeten ons ten zeerste beperken, doch ho
pen toch ons doel te bereiken, n.l. aan te
toonen dat de industrie hier te lande meer
waardeering verdient dan haar deelachtig
wordt.
Voor in de meeste dier afleveringen is
een kaartje van Nederland afgedrukt. We
moeten hierop eenige kleine aanmerkingen
maken, want het getuigt niet van die
groote zorg, die kennelijk aan den inhoud
van het werk is besteed. De plaatsen, die
er op aangeduid zijn, zijn wel wat willekeu
rig gekozen. Zoo b.v. kan men er Vollen-
hoven op vinden, doch Steenwijk ontbreekt,
Oudshoorn is er op aangegeven, maar
Vlaardingen heeft in de oogen van den
samensteller geen genade mogen vinden,
evenmin als Gorkum en Tiel. In een offi
cieel werk is het echter een groote fout
dat Hindeloopen is geteekend op de plaats
van Workum, met algeheel© verdwijning
van deze laatste stad, en dat IJmuiden
niet meer ligt aan den mond van het Noord
zeekanaal, doch zuidelijker, waar Zand-
voort in de duinen is gebouwd, aan 't eind
punt van de spoorlijn. Zoo mogelijk, zou
het niet verkeerd ziyn dit kaartje alsnog
aan revisie te onderwerpen.
De voornaamste havens.
Beginnende bij de eerste aflevering, zou
alleen deze reeds stof voldoende verschaf
fen voor een geheel feuilleton, voor meer
zelfs. Als in het gehoele werk vinden we
hierin vele illustraties over de beide voor
naamste havens van ons land. Een korb his
torisch overzicht wordt omtrent elk der
behandelde onderwerpen gegeven. De ont
wikkeling van handel en bedrijf wordt na
gegaan, en daarbij zooveel mogelijk de oor
zaken vermeld. Maar voor ons is ditmaal
slechts van belang de toestand van het
oogenblik.
Zooals te begrijpen is, wordt hier vooral
de aandacht gevestigd op de kostbare ha
venwerken in beide steden en op de daar
heen voerende kanalen. En vergeten is
niet de verschillende spoorwegverbindingen
van de kaden en havens met de groote
emplacementen op te sommen. Een paar
plattegronden verduidelijken een en ander.
De toename van den handel blijkt het
best uit deze weinige, cijfers, die we aan
de vele ontleenen.
In Amsterdam kwamen in 1879 1504 sche
pen aan met een tonneninhoud van 692,712.
In 1894 was dit 1574 schepen met 1,193,294
ton, en zeventien jaar later, in 1911 2355
schepen met 2,592,800.
Rotterdam, een der grootste havens van
het vasteland geeft nog andere cijfers te
zien In 1879 3244 schepen met 1,584,866
ton, in 189-1 4638 schepen met 3,854,112 ton
en in 1912 niet minder dan 9815 schepen
met 11,267,900 ton. Sedert 1879 is de ton
neninhoud dus veel meer dan verzovenvou-
digd
We zouden nog een massa vergelijkende
cijfers kunnen geven van beide havens
voor verschillende producten, doch slechts
twee willen we nemen, beide betrekking
hebbend op Rotterdam. In 1879 werd
196,975 maal 1C00 K.G. erts ingevoerd, en
in 1910 6,236,909 maal 1000 K.G. Aan hout
voor timmerlieden en scheepsbouwers werd
in 1879 29,926 maal 1000 KG. ingevoerd,
en in 1910 1,451,836 maal 1000 K.G. Ziedaar
cijfers, die duidelijk de ngroei van onze
voornaamste haven aantoonen.
Stoomvaartlijnen.
Menigmaal vergeet men, wanneer er
sprake is van de groote stoomvaartlijnen,
die het verkeer tusschen de verschillende
werelddeele-n en landen onderhouden, dat
ons land in dat opzicht een uitetekend
figuur maakt. We hebben hier te lande
verschillende belangrijke lijnen, die zich
in een flinken bloei mogen verheugen.
Over de voornaamste lijnen vinden we
hier vele bijzonderheden, en met trots mag
Nederland wijzen op den groei van de
Stoomvaart.
De Batavierlijn, die in 1S38 cle eerste
houten raderboot in .de vaart bracht c»p
Engeland, een schuitje van slechts 640 ton,
heeft thans een vloot van vier booten, met
elk meer dan 1300 ton inhoud.
De Maatschappij Nederland'', opge
richt den laden Mei 1870 voor de vaart op
Oostelndië, heeft binnenkort elf mailstoo-
mers en 23 vrachtbooten in de vaart met
een gezamenlijken tonneninhoud van 189,196
ton.
De HollandAmerika-lijn, die in 1872