LEIDSGH DAGBLAD, Zaterdag* 3 Augustus. Eerste Blad. PERSOVERZICHT, Aimo 1913, Nederlands handel en industrie. Brieven van een Leidenaar. No. 16039. r ju haar artikelen-reeks naar aanleiding1 {van het rapport der Grondwetscommissie be handelt de „Nieuwe Rotterdamsche (Courant" hetgeen in het rapport staat pvetr de troonopvolging. Het blad mérkt op, dat do commissie is (teruggedeinsd voor de oplossing van de vraag ïif het, voor het geval, dat onverhoopt het jregeerend vorstenhuis stierf, niet beter zou £yn over te gaan t-ot hot kiezen van een koning. j Het blad kan zicli dit standpunt van de (commissie begrijpen, maar zegt: Gaat men op dit oogenblik hot erfrecht Ju de zijlijn schrappen, dan loopt men voor- ;uit op gebeurlijkheden, waarvan do commis sie met juistheid opmerkt, dat „de gevol gen er van eerst met juistheid zijn te over zien en te schatten, als zij zich voordoen." Daarvoor nu reeds oen oplossing te zoeken in de richting van wijziging van de orde yan erfopvolging, terwijl de waarborg vol ledig zou ontbreken, dat deze solutie op het beslissend oogenblik de meest wenschelijke jblijkt te zijn, is inderdaad meer radicaal dan [voorzichtig. De verwijdering van artikel 14 {uit de Grondwet, verlost ons stellig van een (aantal, misschien ongewenschte, pre tend en ten. Maar tegenover dit voordeel staat het (nadeel, dat zij aanzienlijk de mogelijkheid verhoogt, dat de troon door keus va.n een koning moet worden bezet. En nu heeft hot kiezen van oen koning voor een klein land, waar men de monarchie reeds heeft, Zeer groote bezwaren, afgezien nog hier- yan, dat. hot, zoo immer mogelijk, wensche- lijk is, dat de koning liever niet zijn reoht ;op den troon te danken heeft aan eenig kie- 'zorslichaam, dit mag dan in dit geval het lichaam zijn der Staten.Generaal in dubbelen getale. Zou, ten gevolge van de erfopvolging in de zijlijn, zooals de Grondwetscommissie haar behoudt-, de kroon te eeniger tijd moe ten overgaan op eou rechthebbende, tegen Iwien de natie overwegend bezwaar had, dan is er altijd nog het artikel, dat den koning de bevoegdheid geeft aan de Staten.Generaal in dubbelen getale een voorstel te doen, om „in de orde" van erfopvolging verander ging te brengen. Intusschén zou de veiligheidsklep, dio in bet ergste, geval dit artikel biedt, heel wat (meer te beteekenen hebben a.ls dergerlijk (voorstel niet, zooals nu, alleon aan het initicu jtief der kroon was voorbehouden, maar ook yan de Staten.Generaal kon uitgaan. De Grondwetscommissie van 1905 had de ge legenheid 'daartoe geopend. Zij wilde zien bepaald, dat veertig leden der Sbaten-Go- jneraal een verandering in de orde van. erf opvolging. kunnen uitlokken, als bijzondere omstandigheden daartoe nopen en de koning palaat het voorstel te doen. Waarom deze commissie, die in menig opzicht liet spoor barer voorgangsters heeft gevolgd en Uit Zelfs dankbaar erkent, haar op dit punt désavoueert, kunnen wij niet verklaren. Door in deze aangelegenheid ook liet initiatief der Staten-Genecraal te erkennen, zal een hrinistarie, dat toepassing der bepaling ge lraden oordeelt, veel sterker staan tegenover !den persoon van den koning, die de toe passing wenscht tegen te houden. Het ,,W eek blad van den ha n- Üeldr ij venden en industrieo- len middenstand" schrijft over i'nvoer van Duitsche r ij wielen in Nederland: Volgens een Duitsch vakblad heeft de rijwielindustrie in den tegenwoordigen tijd in dat Rijk een verbazende hoogte bereikt. De uitvoer van rijwielen en motorrijwie len he droeg in de eerste vier roa.and'en van dit jaar resp. 53,103 en 1039 stuks, tegen 46,457 en 535 stuks gedurende hetzelfde tijdperk van het vorige jaar. De invoer verzinkt tegenover deze uitvoercijfers in het niet. De motorrijwielen worden hoofdzakelijk Uitgevoerd naar Rusland, Denemarken, 'Engeland en Oostenrijk-Hongarijs. Het blad vermeldt verder dat als het ho of dafzetgebied voor de Duitsche rijwiel industrie moet worden beschouwd: Neder land, naar welk Rijk 32,520 rijwielen wer den geëxporteerd. Twee en dertig duizend, vijfhonderd en twintig Duitsche rijwielen naar Nederland uitgevoerd En dat naar een land, waar tal van uitstekende en gerenommeerde rijwiel' fabrieken (zooals om maar enkele te noe men: Fongers, Simplex, Gazelle, Vier kleur, Burgers, en zooveel andere) in staat zijn minstens even solide, even elegante, even duurzame, even goedkoop© rijwielen te leveren als het buitenland. En nu komen bij die 32,520 nog de rijwie len, die uit Engeland, België en andere Rijken hier te lande zijn ingevoerd. Is het wonder, dat ons de vragen op de lippen komen: Waar steekt t-ooh het Neder- landsch nationaliteitsgevoel1? Waaóm ont breekt in ons volk toch die geestdrift, die neiging, welke zdch in Engeland en ook in DuitschlaDd zoo sterk teekent, om aan de producten van de nationale industrie de voorkeur te geven. Waarom moet er zoo veel Nederlandsch geld iu de zakken van buitenlanders terecht komen en aan ons nationaal vermogen worden onttrokken? Hoe komt het toch, dat het Nederland- sche volk maar niet schijnt te begrijpen, dat bevordering van eigen industrie brood brengt aan tal van Nederlandsche arbei ders, het aantal werkloozen vermindert en welvaart- in het eigen land verspreidt. Wie geeft op al dio vragen een a.nt- woord, dat tevens het geneesmiddel bevat? Zoolang dit Weekblad bestaat, hebben wij strijd tegen de Hollandsche slapheid op dat gebied gevoerd, hebben wij gewezen op het voor ons zoo diep beschamende feit, dat onze eigen industneele producten bij die van het buitenland worden achterge steld. Maar, helaas, we moeten erkennen, dat ons roepen tot nog toe was een ,,vox clamantis in deserto." Hoelang nog? ,D e Sfcand'aar d", de 34ste Unie collecte aankondigend, zegt over den groei van het b ij zon der onder- w ij s o. a. ,,Hoe zij-n we gewassen in dit land, en dat niettegenstaande onzen zwaren druk! Het is ons gegaan als eenmaal den kinderen Israels in Egypte: hoe meer ze verdrukt werden, hoe meer ze toenamen. In 1857 naast 2478 openbare scholen niet meer dan 53 bijzondere. Maar in 1390 zijn a'e-ze getallen reeds 2959 en 488en in 1912: 3306 en 1036. Het aantal Christelijke scholen is dus bijna 19-maal zoo groot ge worden, terwijl het getal der openbare la- ger-onderwijsinrichtdngen met slechts 1 1/3 vermenigvuldigde. Het aantal leerlingen en onderwijzers toont ons niet minder sterken vooruitgang. In 1857 nog maar 10,000 scholieren; in 1890 bijna 81,000 en nu in 1912 dat cijfer ruim verdubbeld. En alleen in het laatste dozijn jaren is het aantal onderwijzeressen aan onze scholen met bijna honderd per cent gestegen. Immers stond het in 1900 op nog maar 2451, terwijl nu het cijfer van 4643 wordt gehaald'." Na met dankbaarheid van dezen groei gewag gemaakt te hebben, zegt het a.-r. orgaan verder: ,,De Christebjke scholen, die we thans bezitten, zijn voor het grootste deel op gericht door het meest besliste doel van ons Christenvolk, terwijl het nu meer gaat om de middenstof. Een volkslaag. die ook wel Gbristelijke traditiën heeft en met liooger beginsel rekent-, maar die tocli niet zooveel geloofsmoed en offervaardig heid heeft, dat ze zonder krach ti gen prik kel van buiten het voortvaren tot leus zou verheffen." Ib winkelsluiting revolu tionnair? „De Vrije S o o i a- 1 i s t", het orgaan der anarchisten, schrijft: Een getal kranige winkeliers blijft zich verzetten tegen de idiote 9-uur-sluiting. Ook onder het publiek stijgt het gemor te gen het verschrikkelijke ongerief, dat door die malligheid wordt teweeg gebracht. een dubbele rodën is om een overeenkomst met Leiden inzake den keuringsdienst van eet- en drinkwaren te sluiten. Maar daarover wilde ik het vandaag eigen lijk niot hebben en het bovenstaande is slechts een aanloopje, om' er op te wijzen, dat wij op dezen weg verder moeten gaan. Leiden zal nu, doordat zij het vuilverbran dingsysteem zal invoeren, ook een nieuwe derinfcctie-inrichtiiig krijgen; een zaak, die bij den tegenwoordigen stand der geneeskun dige wetenschap eigenlijk niet meer gemist kan worden. Wij weten nu hoe besmette woningen, huisraad, beddegoed en klecren oorzaak kunnen zijn van nieuwe besmetting en hoe men daarom er zoo spoedig mogelijk bij is, die besmetting weg te nemen. In ecnigs- zins primitieven vorm heeft Leiden reeds haar ontsmettingsdienst, maar als straks de nieuwe verbrandingsoven voor de vuilver branding gereed is, zal deze dienst naar de eisclien der tegenW 'j»?dige wetenschap in gericht worden. Dooh is het dan niet van het grootste belang, dat daarbij ook dc bui tengemeenten aangesloten Worden, en niet alleen voor dio buitengemeenten zelf, maar ook voor Ledden? Wat baat het ons eigen lijk, wanneer wij al zooveel mogelijk de be smettelijke bacillen in onze stad dooden, als deze even buiten de grens kunnen voortwoe keren en de dragers or van ongestoord heoi weer binnen onze wallen kunnen brengen Het geldt hier niet, zooals bij de levering van gas en electriciteit, een soort koop waar, waarop Leiden zoovcol mogelijk tracht te vardienenhot is de regeling van een gezondheidsbelang, dat liet best gediend wordt door oen zoo ruim mogelijk gebruik er van te maken. Zoo is hel bij den keu ringsdienstzoo zalf het ook moeten zijn bij jlen desinfectiedienst. Het eenige financieele voordeel voor Lei den is, dat bij grooter opzet de dienst vol lediger kan zijn en over 't geheel omge slagen, iets minder kosten zal, wat echter nog het moest ten goede komt aan de klei nere gemeente, die zich er bij aansluit. Het zal echter aanbeveling verdienen, dat men, vóór men met hot inrichten van den dienst begint, weet of het beginsel van ge meenschappelijk samenwerken wordt begeerd ook door de omliggende klemore gemeenten zelf. Dan kan daarmede reeds dadelijk reke ning worden gehouden. Of hier de stoot uit moet gaan van Leiden, dan wol dat de kleinere gemeenten zich tot Leiden moe ten wenden, 'zal ik niet uitmaken. Het komt er trouwens niet op aan. Het eene behoeft het andere niet uit te sluiten. Mocht mijn denkbeeld de sympathie weg dragen van Leadens gemeentebestuur en van de besturen der kleinere gemeenten, waaraan ik niet eens mag twijfelen, dan kunnen die verschillende besturen elkaar ontmoeten en de toenadering zal wel niet uitblijven. En wat bovendien de onmiddellijk aan grenzende gemeenten betreft, daarvoor zou den de toekomstige vuil verbrandingsovens ook heel goed dienst kunnen doen vodr het doel, waarvoor zij eigenlijk zijn. In een der laatste Raadsvergaderingen van do gemeente Zoeterwoude, kwam bij een kwestie over het straatvuil-ophalen in dc buitenwijken zoo ter loops do vraag aan de prde, waar de pachter wel het iuitswaar- dige straatvuil liet en men haalde daarbij do soliouders eens op. En ook dezer da,gen vroeg mij iemand of ik ook wist waar de gemeente Oegstgeest haar straatvuil borg. Men weet ar meestal wel raad mee cn gooit het in het water hier of daar, wanneer men liet niet ergens op oen hoop brengt. In beide gevallen kan het aanleiding geven tot verontreiniging en schadelijk werken op de gezondheid der omgeving. Waarom zou men dit nietswaardige straat vuil uit de aangrenzende gemeenten straks niet Paar Leiden kunnen brengen en daar laten verbranden in verbrandingsovens Leiden zou daarvoor een kleine en bil lijke vergoeding kunnen eisohen. Groot be hoeft deze tegemoetkoming niet te wezen, omdat do warmte, door de verbranding ver kregen, kan worden omgezet in electriciteit, dio weer benuttigd kan worden. Den aangren zende gemeenten hebben dan echter niet zooveel terreinen voor de asch- en vuilnis- stalen beschikbaar te stellen, wat haar wel een kleine vergoeding waard is. Ook hier kan dus in toepassing gebracht worden het spreekwoord: Wanneer de eene hand de am dere wasclit, worden zij bedde schoon. Naast het financieele- en gezondheidsbelang en de meer economische wijze, waarop be drijven gemeenschappelijk kunnen worden be hartigd, ligt in deze samenwerking het ethisch voordeel, dat er uit geboren wordt een gevoel van saamhoorigheid van do doe len van een gewest, die tot dusverre maar al te vaak los naast elkaar leven en daar door zich verbeelden veel meer tegenstrij dige dan gemeenschappelijke belangen te hebben. Het is ook daarom vooral, dat ik deze dingen, bespreek, die evengoed;" voor andere groepen van plaateen waarde hebben als voor Leiden en Omstreken. Worden zij echter hier toegepast, dan zal men elders het goodo voorbeeld wel volgen. ïnterna^iontval cougres veor VronuerikiosrccJu. Vanwege de commissie ter voorbereiding van het Internationaal Congres voor Vrou wenkiesrecht te Budap-^t is het eerste com muniqué de wereld ing*- zonden. Het Con gres zal plaats hebben van 1520 Juni 1913. Door den Minister van den Handel is voor de Congressisten een verlaagd tarief op alle Staatsspoorwegen toegestaan; 3de klasse- kaarten zullen recht geven op de 2de klasse. Op alle overige sporen en booten zal de zelfde vrijstelling gelden. Journalisten kun nen aanvraag doen voor vrijkaarten, gel dig op alle lijnon. In dezen betoonen èn Regeering èn spoorwegdirecties dus-vrij wat meer courtoisie tegenover de Congressisten dan ten. onzent, waar van tariefverlaging in 1908 geen sprake was. De stad Budapest trok voor het Congres 5000 Kronen uit en stelde tor beschikking van de Commissie het geïllustreerde boekje van Budapest, waarin het stadsplan, bene vens een korte aanwijzing omtrent de be zienswaardigheden van Budapest. Tevens bestaat er veel kans, dat de stad de Con gressisten officieel zal recipiëeren. Aan het hoofd der Financieele Commissie staat Gravin Ilona Haller. Van verschillen de lichamen, stedelijke en provinciale, werd alreeds aan bijdragen Kr. 1500 ontvangen; van enkele Ministers zijn eveneens toelagen in uitzicht gesteld. Gelijktijdig met het Cogres van den We reldbond zal ook het Intern. Congres van den Mannenbond voor Vrouwenkiesrecht plaats hebben. Voor alle verdere inlichtingen kan. men zich wenden tot het CongresbureauBuda- post, VII, Istvan ut, 67. VronweHlke stndenten aan Doit- sche universiteiten. Bij de gezamenlijke Duitsche universi teiten zijn thans 2958 vrouwelijke studenten ingeschreven, ruim 200 meer dan den vori- gen winter. Te Berlijn studeerden 717 vrou wen, te Bonn 283. te München 241, te Gót- tingen 234, te Heidelberg 231. te Freiburg 186, te Munster 157, te Breslau 1-12, te Mar burg 127, te Leipzig 112, te Koningsberg 93, te Greifswald 81, te Jena 79, te Halle 69, te Kiel 59, te Tubingen 40, te Stra-szburg 38, te Gieszen 25, te Erlangen 23. te Wurzburg 15 en te Rostook 6. In het geheel maken de vrouwelijke studenten 4.9 pCt. van het aan tal studeerenden uit. Door 1509 vrouwen wordt philosophic, philolcgie of geschiede nis gestudeerd, 635 medicijnen, 560 mathe matiek of natuurwetenschappen, 73 staats wetenschappen, 39 jurisprudentie, 22 phar- macie, 19 tandheelkunde en 11 theologie. Behalve do 2958 als studenten ingeschreven vrouwen zijn nog 1198 als toehoorsters op de ooileges toegelaten en wel te München 193, Berlijn 102, Bonn 99, Tubingen 97, Straszburg 75, Leipzig 70, Gieszen 64, Rostock 62, Heidelberg 59, Breslau 53, Göt- tingen 32, Halle 31, Freiburg 29, Würziburg 28, Munster 27, Kiel 15, Erlangen 10, en Marburg 8. Het getal toehoorsters is na tuurlijk aanmerkelijk minder geworden, se dert ook vrouwen als studenten worden in geschreven., Een belangrijk geschrift OVER I. Het is een lofwaardige daad van het De partement van Landbouw, Nijverheid en Handel om in vereenigmg met de Neder landsche Kamer van Koophandel te Londen een geschrift saam te stellen, met de ken nelijke bedoeling in bet Vereenigde Ko ninkrijk en ook daarbuiten betere, gezon dere denkbeelden ingang te doen vinden over het belang van onzen handel en in dustrie. In dat opzicht, men heeft het zoo juist ingezien, kan nog wel iets gedaan, want heel hoog staan we niet bepaald aan geschreven. De schuld daarvan ligt voor een niet gering deel bij de Nederlanders zelve. Ze stellen er haast een eer in om te betoo- gen, dat het hier te lande toch zoo slecht gesteld is, vooral met de industrie, dat er geen ondernemingsgeest zit, enz. enz. Maar bij dat betoogen blijft het. Voor het overige gaan die klagers kalm door met het ver handelen van allerlei speculatieve papier tjes op de Amsterdamsche Beurs, zonder tot het bewustzijn te komen, dat zij zelf met hun kapitalen iets goeds konden doen. Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht, zegt het spreekwoord, maar wan neer v. e dan eens zien naar Duitschland en België dan is het de Vraag of dat spiege len aangenaam zal aandoen. Maar daarom mag men zich nog niet aan overdrijving in dezen schuldig maken. Want dit wordt, helaas, door Nederlanders over eigen handel en industrie, zooals we hier voor zeiden, gedaan. Het werk, dat thans voor ons ligt, is daar om aan te toonen, dat in ons land een ste vig bloeiende handel is, een krachtig zich ontwikkelende industrie. Dit laatete vooral, wanneer men de natuurlijke gesteldheid en de zucht tot papier"-handel der Neder landers in aanmerking neemt. Het hiervoor meergenoemde geschrift is getiteld: ,,A general view of trade and in dustry in the Netherlands". De Engclsche titel verklaart de bedoeling, maar toch is het goed, dat men cok hier te lande er iets van verneemt. Graag zouden we uit het twintigtal afleveringen, waarin het werk verdeeld is, vele bijzonderheden aanhalen, maar wie daar bslang in stelt kan ze tegen een lagen prijs door bemiddeling van eiken boekhandelaar van voornoemd Departement betrekken. Per aflevering is de prijs slechts een dubbeltje. Het werk is dan, zooals we zeiden, ver deeld in twintig afleveringen. Elke afleve ring is een afzonderlijk geheel, handelt over een bepaalden tak van handel of in dustrie. De dikte der diverse nummers is dus begrijpelijk zeer afwisselend. De titels dier afleveringen zijn van de opvolgende nummers van één tot en meu twintig. De groote Hollandsche havens Amsterdam en Rotterdam. De voornaamste stoomvaartlij nen. Cacao en chocolade. De theehandel. De tabak- en sigarenhandel en fabricage. De koffiehandel. De graanhandel. De erts- handel. De houthandel en aanverwante in dustrieën. De papier- en strookartonfabrie ken, de kartonindustrie, het drukke rsbe- drijf. De huidenhandel en aanverwante in- Afgeluisterd gesprek: Ik had gisteravond toch zoo den dood in. Jij Ja, ik was zoo flauw als een zeemleere lap. 'k Zeg tegen me vrouw: zeg, haal 'n haring, 'n Haring? zeit ze, hoe laat ia 't? Over negene, zeg ik. Dan is 't te laat, zeit ze, want hier in de buurt durft geen mensch over 't- hekkie te verkoopen. Heb je nog brood met 'n plakkie kaas? Nee, zeit ze. Heb je niks in huis? Nee, zeit ze. Even daarna gaat 't licht uit. Och, zeit ze, nou heb ik geen vierduitjes meer. Toen maar uaar bed. Ik had geen slaap, lag wel twee uur wakkor, kreeg overal jeuk of ik die winkelsluiting ook vervloekte. „Het Vol k", dat het bovenstaande uit ,,D e Vrije Socialist" overneemt, laat er op volgen Men ziet, dat het revolutionnaire blad van de heeren Domela Nieuwenhuis en Rijnders zich tot tolk maakt van de reactionnairste instincten der winkelier en van de meest egoïstische neigingen van het publiek. Een nieuw bewijs, hoe het zoogenaamde revolutionnaire socialisme der anarchisten niets ander3 is dan wat wild geworden kleinburgerlijkheid. Verkorting van arbeidstijd voor den win kelier? Wat vrije tijd voor zijn ontwikke- ling? Wat meer gezinsleven voor hem? Wat meer gelegenheid, om zich in de maatschap pij te bewegen? Allemaal onzin voor den vrijen socialist 1 Een haring 's avonds na negenen, dat is veel belangrijker. Het zijn me de revolutionnairen wel! ,,D e T ij d" voegt hieraan toe: De winkelsluiting is voor de sociaal-demo craten iets van politiek. Aan politiek doen de vrijen" niet. Dat weten we allemaal. Maar volgens ,,H e t Vo 1 k" mogen Dome la Nieuwenhuis o.s. zich niet tegen de win kelsluiting verzetten, omdat zij „revolution nairen" zijn. Het verband tusschen de Revolutie en de winkelsluiting is wel te vinden. Toch lijkt on9 de qualificatie van „revolution- nair" voor de Amsterdamsche gemeentelijke verordening, die hier besproken wordt, wel eeD weinig overdreven. CCCCXI. Da ai* is wellioKt geen enkele gToote ge- 'mjeente in ons land, welke zooveel ootntact heeft mét de omliggende dorpsgemcentsn als Leiden. Sinds jairën levert onze gemeentelijke fabriek aan kleinere gemeenten in den om trek gas, en dat aantal neemt nog gaande weg toe, zoodat er haast geen enkele nabiï- gelegen gemeente is, voor zoover deZe zelf niet in de behoefte voorziet, of zij betrekt het gas van Leiden. Met dc Eleotrisohio Centrale gaat hot den zelfden weg op. Menige kledne' gemeente profiteert, dank zij Leiden, than3 reeds van hot nieuwiste en van de incest, modërno drijfkracht, wat hun door vde groobere plaatsen benijd wordt. En nu zijn wij ook begonnen mot Onzen, uitnemend in.geriohfcen keuringsdienst voor eet- en drinkwaren dienstbaar te maken in het belang van <je omliggende kleinere ge meenten. Voorschoten, het wakkere Voorscho ten, is hierin voorgegaan en mi volgen andere gemeenten wel. Valkenburg en War mond hebben den stap ook al gedaan en ik verwacht, dat Katwijk niet lang mleer op zich zal laten wachten, evenmin als Ncördwiik, die er als badplaatsen, waar in de zomermaanden heel wat levensmiddelen worden ingevoerd en verorberd, nog wel het meeste belang bij hebben. Men bevordert het vreemdelingenverkeer met een goeden gezondheidsdienst niet minder, da.n met den aanleg van mooie plantsoenen, wegen en dergelijke. Laat er, door wel Ire reden dan ook, 5n een hadplaats maar eens een epidemie uit breken - Men heeft het in Zondvoorfc kun nen zien, wat daarvan de gevolgen zijn. Het komt mij daarom voor, dat vcor de besturen der laatstgenoemde gemeenten «sfr dustrieën. De chemische- en stijfselpróduo- ten. De olie- en vethandel en aanverwante industrieën. Fabricage van levensmiddelen, dranken en lekkernijen. Machine- en scheepsbouw. De metaalindustrie. De dia- mant- en gou dsmidsb?d rij ven. Aardewerk, glas en bouwmaterialen. De delfstoffen-be drijven. De textiel-industrie. Men ziet welk een omvangrijk werk hier verricht is. De lust is groot om uit elk der aflevering een en ander te vertellen, dat den omvang van het desbetreffend bedrijf aantoont, en beknopt zullen we dit doen ook. We moeten ons ten zeerste beperken, doch ho pen toch ons doel te bereiken, n.l. aan te toonen dat de industrie hier te lande meer waardeering verdient dan haar deelachtig wordt. Voor in de meeste dier afleveringen is een kaartje van Nederland afgedrukt. We moeten hierop eenige kleine aanmerkingen maken, want het getuigt niet van die groote zorg, die kennelijk aan den inhoud van het werk is besteed. De plaatsen, die er op aangeduid zijn, zijn wel wat willekeu rig gekozen. Zoo b.v. kan men er Vollen- hoven op vinden, doch Steenwijk ontbreekt, Oudshoorn is er op aangegeven, maar Vlaardingen heeft in de oogen van den samensteller geen genade mogen vinden, evenmin als Gorkum en Tiel. In een offi cieel werk is het echter een groote fout dat Hindeloopen is geteekend op de plaats van Workum, met algeheel© verdwijning van deze laatste stad, en dat IJmuiden niet meer ligt aan den mond van het Noord zeekanaal, doch zuidelijker, waar Zand- voort in de duinen is gebouwd, aan 't eind punt van de spoorlijn. Zoo mogelijk, zou het niet verkeerd ziyn dit kaartje alsnog aan revisie te onderwerpen. De voornaamste havens. Beginnende bij de eerste aflevering, zou alleen deze reeds stof voldoende verschaf fen voor een geheel feuilleton, voor meer zelfs. Als in het gehoele werk vinden we hierin vele illustraties over de beide voor naamste havens van ons land. Een korb his torisch overzicht wordt omtrent elk der behandelde onderwerpen gegeven. De ont wikkeling van handel en bedrijf wordt na gegaan, en daarbij zooveel mogelijk de oor zaken vermeld. Maar voor ons is ditmaal slechts van belang de toestand van het oogenblik. Zooals te begrijpen is, wordt hier vooral de aandacht gevestigd op de kostbare ha venwerken in beide steden en op de daar heen voerende kanalen. En vergeten is niet de verschillende spoorwegverbindingen van de kaden en havens met de groote emplacementen op te sommen. Een paar plattegronden verduidelijken een en ander. De toename van den handel blijkt het best uit deze weinige, cijfers, die we aan de vele ontleenen. In Amsterdam kwamen in 1879 1504 sche pen aan met een tonneninhoud van 692,712. In 1894 was dit 1574 schepen met 1,193,294 ton, en zeventien jaar later, in 1911 2355 schepen met 2,592,800. Rotterdam, een der grootste havens van het vasteland geeft nog andere cijfers te zien In 1879 3244 schepen met 1,584,866 ton, in 189-1 4638 schepen met 3,854,112 ton en in 1912 niet minder dan 9815 schepen met 11,267,900 ton. Sedert 1879 is de ton neninhoud dus veel meer dan verzovenvou- digd We zouden nog een massa vergelijkende cijfers kunnen geven van beide havens voor verschillende producten, doch slechts twee willen we nemen, beide betrekking hebbend op Rotterdam. In 1879 werd 196,975 maal 1C00 K.G. erts ingevoerd, en in 1910 6,236,909 maal 1000 K.G. Aan hout voor timmerlieden en scheepsbouwers werd in 1879 29,926 maal 1000 KG. ingevoerd, en in 1910 1,451,836 maal 1000 K.G. Ziedaar cijfers, die duidelijk de ngroei van onze voornaamste haven aantoonen. Stoomvaartlijnen. Menigmaal vergeet men, wanneer er sprake is van de groote stoomvaartlijnen, die het verkeer tusschen de verschillende werelddeele-n en landen onderhouden, dat ons land in dat opzicht een uitetekend figuur maakt. We hebben hier te lande verschillende belangrijke lijnen, die zich in een flinken bloei mogen verheugen. Over de voornaamste lijnen vinden we hier vele bijzonderheden, en met trots mag Nederland wijzen op den groei van de Stoomvaart. De Batavierlijn, die in 1S38 cle eerste houten raderboot in .de vaart bracht c»p Engeland, een schuitje van slechts 640 ton, heeft thans een vloot van vier booten, met elk meer dan 1300 ton inhoud. De Maatschappij Nederland'', opge richt den laden Mei 1870 voor de vaart op Oostelndië, heeft binnenkort elf mailstoo- mers en 23 vrachtbooten in de vaart met een gezamenlijken tonneninhoud van 189,196 ton. De HollandAmerika-lijn, die in 1872

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5