Hotels op widen.
grootste exemplaren, die in de verzameling
van het Zoölogisch Museum te Buitenzorg
aanwezig zijn, gevangen in het Centrum van
Buitenzorg, in de breede waterleiding, die
deze plaats in baar gehede lengte door
stroomt Het dier bleek niet minder dan
drie groote hoenders in de maag te "hebben,
die pp geheimzinnige wijz» van een naburig
erf waren verdwenen en welker opsporing
leidde tot het vinden van dat diar, het
welk rustig in een riviertje lag te slapen.
Eenige slangen leven onder den grouid,
©n ontgaan daardoor de aandacht. Dat ia
het geval o.a. met de „Typhlops"-90orbetii
(Maldoewa). Bij het graven in den grond
ontmoet men niet zelden deze dieren, waar
voor in den regel een volkomen ongemoti
veerde vrees wordt gekoesterd, evenals bet
geval is met de fraai gekleurde, maar in
vorm plompe „Cylindrophis rufus" (MaL
oelar kepala doea), die een dergelijke ver-
horgen levenswijze leidt. Minder bevreesd
is men voor de, eveneens ongevaarlijke, Ca-
lamaria's, die in een groot aantal soorten
voctrkomem Daarentegen ziet men de in
landers en zelfs kleine kinderen wel eens
op de meeat roekeloc-ze wijze omgaan met
de zeer vergiftige „Bungarus-soorten", die
ze zonder eenige voorzorgsmaatregelen in
de hand ronddraaien, niet bedenkend, dat
een onverwachte en onberekenbare verstoring
van het phlegmatieke temperament dezer
dieren hun een weinig minder dan do ode
lijken beet kan bezorgen. Ook doze giftslan
gen leven in het verborgen on richten zich!
©en verblijf in onder steenen, onder vloeren
Van woningen, enz, waar men in den nagel
ook eieren of jongere exemplaren kan aan
treffen.
Een bndené, hier niet zeldzame giftslahg,
vooral gevaarlijk, omdat zij een agressief
karakter heeft, is de „Naja tripudiana", een
nauwe verwant van de Indische cobra, waar
mede zij overeenkomst heeft in gedragin
gen. Het hoog oprichten van het voorste ge
deelte van het lichaam, het lepelvormig ver
broeden van het hals gedeelte, waaraan de
inlandsche naam „soelar semdoq" is ontleend,
het spuwen, voordat zij tot den eigenlijken
aanval overgaat, doet zij geheel op dezelfde
wijze. Wanneer zij zich gaarne verschuilt
Onder e£n achter allerlei voorwerpen, ge
schiedt dit zeer zeker niet uit vrees, maar
Alleen om in een rustig hoekje te kunnen
plapen én de opgenomen spijs verteren-
Een voor een slang levendige natuur heeft
de „Zaimenis karros" (Mal. o. korros); deze
Boort, met tamelijk vechtlustige natuur, maar
waarvan de beet niet gevaarlijk is, is ge
durende den geheelen dag in de wéér en
ontziet zich somis niet, om op klaarlichten
dag een druk bereden weg over te steken,
waarbij zij, ingeval zij zich achtervolgd
waant, spoedig met een vluggen sprong in
het troebele water eener naburige leiding
weet te verdwijnen. Doet zij hetzelfde in de
duisternis, dan wordt zij wel eens overre
den, wat in Buitenzorg Wel gebeurt.
.Van de „Coluber-soorten" is de fraaie,
groene „Coluber axyoephalus" (MaL boengka
laoet) zeer algeméén; zelfs in de nabijheid
der Woningen ziet men haar soms door de
hoornen glijden, op jacht naar vogels, waar
op zij belust is. Op eenigen afstand is zij
Echt te verwarren met „Den drop his pictus"
(Mal. oelar .tambang), een slang van zeer
onverschillige natuur, die een zekere voor
liefde schijnt te hebben voor het stekeldraad
van omheiningen. Ik (dr. Koningsberger)
jpTLTin' deze soort dikwijls waar, terwijl zij
Zich met haar lange windingen daaromheen
had geslagen ken in die houding rustig van
den zonneschijn genoot. De nabijheid van
pxenschen .echjjnt 'haar daarbij niet in het
piinst te derail, en zij laat zich rustig van
pile kanten bezien, zonder pogingen tot vluch-
jten of verdediging. De „Coluber axyoephalus"
ja minder onverschillig ten aanzien van den
fcntensoh, doch men moet haar al in hevige
jnsato irriteeren, voordat zij haar géveohts-
positi© -ÏTiTvPrtmt Gast zij hiertoe over, dan
■trekt rij het grootste gedeelte van hert
lichaam recht naar voren, slechts de hals-
Btreek een weinig tor zijde gebogen. Daarbij
pakt rij het lichaam en het mediane vlak
Zoodanig uit, dat het sabalvormig wordt en,
door het van elkander verwijderd geraken
van de schilden, de huid schitterend azuur
blauw; doorschijnt»
r
Een boomslang hij uitnemendheid is
„Dryophis prasdnus" (in Buitenzorg oraj ga-
doeng), die in den rusttoestand op de boVen-
dealen en langs de flanken egaal groen is.
Zoodra zij tot emotie komt, zet het lichaam
zich op en komen etr tusschen de uiteenwij
ken de schilden donkere, gebroken dwarst
strepen voor den dag. Ditzelfde is ook het
geval, wanneer zij een prooi van eenigen
omvang hoeft doorgeslikt.
Ook „Dipsadömorplius dendrophilus"
(Soend. taliwangsa of sant ja. manoek) leeft op
de boomen, hoofdzakelijk van de jacht op
vogels. De fraaie slang, die, trots haar hel
dergele ringen op het donkergrijze Eohaam,
minder gemakkelijk in het oog valt dan
men zou vermoeden, als men haar buiten
haar omgeving ziet, is niet zoo algemeen
als de vorige sioort, maar toch geenszins
Zeldzaam).
Behalve deze worden nog eenige genoemd,
imaar men kan ook andere ontmoeten, en
deze genoemde vormen zijn geenszins overal
aanwezig. Veel hangt hierbij of van de om
geving, ■waarin de plaats van waarneming
gelegen is en van waar vooral de rondzwer
vende vormen naar de omgeving van den
mensch kunnen verdwalen. Echter moet bij
dit rondzwerven deze restrictie worden ge
maakt, dat het zich beperkt tot een bepaalde
categorie van gebieden, en dat bijv. een sar
wahslang zich nooit ver van de bevloeide
velden, noch een boschslang zich ver buiten
de sfeer van de beschuttende wildernis zal
verwijderen.
Beschaving en ontwikkeling gaan hand in
hand met de overwinning van de afstanden
en de winst aan snelheid. Ja, men kan zeg
gen, dlat de eerste door die laatste worden
beheersoht. Hoe diohter de verschillende
plaatsen Wn menschelijke werkzaamheid
bij elkaar worden gebracht, des te meer
kan er worden verricht zonder een ver
meerdering van de inspanning. De tele
graaf, de telefoon en de spoorwegen zijn
daarom dé belangrijkste factoren geworden
van den vooruitgang.
De snelheid van de verbindingen is ech
ter al lang niet meer voldoendede mensch
.wil ook op aangename en gemakkelijke man
nier worden vervoerd en hij- wil in staat
worden g*©steld, om den op reis dtaorge-
braolrten tijd nuttig te besteden. Rekening
houdend met die eischen, hebben de Ameiï-
kaansch© spoorwégen reeds sedert jaren
hun best gedaan, tusschen de middelpun
ten van verkeer treinen te laten loop en,
die den afstand snel afleggen en den rei
zigers de gelegenheid geven, onderweg za
ken te doen, die het met een verplaatsing
noodzakelijk gepaard gaandie tijdverlies tot
een minimum beperken.
De bekendste onder die treinen zijn de
Congressional Express, die tusschen New-
York en Washington loopt, de Twintigste-
eeuw-express, die van New-York naar Chi
cago gaat, en de Pennsylvania Special, die
dezelfde route berijdt- Di© treinen zijn niet
alleen voorzien van alle denkbar© weelde,
maar geven den zakenman ook gelegen
heid, onderweg allerlei af te doen en den
reistijd te benutten. New-York en Chicago
zijn de beide groote handelscentra van het
land), en onophoudelijk doet zich de nood
zakelijkheid voor de bewoners van beide
steden voor, van gedachten te wisselen.
De telefoon is niet voldoende, omdat die
een gesprek onder vier oogen niet volko
men kan vervangen en het overvloedig ge
bruik ook groote kosten meebrengt. Het
streven van de spoorwegen, dé beide ste
den zoo dicht mogelijk bij. elkaar te bren
gen, zoo dat de zak enm enschen bijna zon
der tijdverlies bij elkaar kunnen komen, is
eindelijk met succes bekroond.
Zoo legt de bovengenoemde speciale trein
van den Pennsylvania-spoorweg het onge
veer 1600 kilometer lange eind in 17 uren
af. Hij verlaat New-York om vier urea in
den namiddag en komt den volgenden voor
middag om negen uren in Chicago aan. De
New-Yorker kan dus aan het eind van zijn
kantoortijd in den trein stappen en arri
veert in Chicago aan het begin van dei|
nieuwen kantoortijd. Daar heeft hij vijf
uren den tijd, om belangrijke zaken af tej
doen, want om drie uren kan hij weer naai}
New-York terugkeeren, waar hij den volt
gen den voormiddag even vóór tienen aan*
komt. Hij verliest dus door een rei» naai}
Chicago slechts éón dag, die geen eigenlijk
verlies is, daar hij hem heeft benut vooï]
de afwikkeling van zaken. Buitendien staan,
in den trein de middelen te zijner beschik
king, om alles te Hoen, wat hij thuis moesti
verzuimen.
Wij willen aannemen, dat hij na een dag
van inspannend werken in den trein stapt.
Hij is moe, verhit en stoffig. Dadelijk, als,
de trein het station heeft verlaten, gaat hij;
naar dé badkamer en veroorlooft eich de'
weelde van een warm bad, waarna hij zichj
oncjer dé koude douche plaatst. Nu kan hiji
schoon linnengoed aantrekken, dat hij ini
zijn handkoffer heeft meegebracht, gaat in!
het kap lokaal en laat zich scheren. Het bad,
heeft hem eetluöb gegeven, en hij gaat in)
den restauratiewagen, om te dineeren, zoOj
goed, als hij maar in eeni'g New-Yocrkach
hotel kan doen. Na 't eten rookt hij bij mooi
weer zijn sigaar op het achterste balkon én
ziet er dalen en bergen, rivieren, wouden
en steden voorbij vliegen, terwijl de koele
avondlucht hem nieuw© kracht toewuift.
Is het guur weer, dan gaat hij in dJen rook-
wagon, waar hij in een gemakkelijken stoel
tzioh behaaglijk kan uitstrekken. Misschien
treft hij een paar kennissen en gaat met
hen een kaartje leggen. Een druk op het
knopje van de electrisohe bel is voldoende,
om den negerbediende kaarten te
doen brengen en een tafeltje, dat
aan de wanden in den vloer "wordt vast-^
gezet. Nog een druk op het knopje, en'
een dienende geest brengt dranken of siga
ren. Yindt men geen aansluiting, dan kan
men zich lectuur halen uit de treinhiblio-
theek, die de meeste nieuwe romans en zoo
goéd als alle tijdschriften van eenige be-
teekenis bevat.
Misschien heeft dé reiziger geen tijd' voor
zijn genoegen, maar moet brieven over
zaken beantwoorden, die hij heeft meege
bracht. In dat geval vindt hij in een van
de wagons een stenograaf, dien hij koste
loos iets mag opdragen, en wien hij zijn
brieven dicteert. Terwijl de stenograaf de
brieven op hot meegebrachte papier van
de firma schrijft met. de schrijfmachine of
op het sierlijke briefpapier, dat dé trein-
directie kosteloos levert, kan de reiziger
zoolang in het café zich gaan verpoozen,
om daarna zijn brieven te onderteekenen,
van eon beambte de postzegels, die hij noo-
dig heeft, te koopen, en de postzaken aan
den conducteur ter hand te stellen, die er
voor zorgt, dat ze aan het eerstvolgend sta
tion den daar wachtenden brievenbesteller
worden ter hand gesteld. Als een beursman
«zulk een reis doet, dan behoeft hij niet te
vreezen, dat hem iets zal ontgaan van de
zaken, di© hem bijzonder interesseeren,
want aan ieder station worden aan de pas
sagiers de door de telegraaf nagezonden
Laatste koersberichten overgereikt.
Nu is het avond geworden. De zwarte be
dien dén hebben de zitplaatsen in bedden
veranderd, en wie naar den slaap verlangt,
begeeft zich ter ruste. Spoedig heerscht
diepe stilte in de wagons, alleen afgebro
ken door het geratel van de wielen en
het gestamp van de locomotief. Zacht
schuift de neger door de smalle gang, die
dé slaapplaatsen van elkaar scheidt, en
zamelt de schoenen en laarzen in, om ze
in den nacht te doen glanzen, want al wor
den in Amerikaanache hotels de schoenen
der gasten niet gepoetst, in de treinen ge
beurt dit weL
Wié niet kan of wil slapen, raag in het
café of in den rook wagen blijven, om tc
mijmeren of zich met gelijkgezinden te on
derhouden. Den volgenden morgen ont
waakt dé gelukkige, die in een snellen trein
kan slapen, frisch en opgewekt. Wie dar,
niet kan en een meer of minder slapeluo-
zen nacht heeft doorgebracht, vindt een
welkom© verkwikking in het koude bad,
dat to zijner Uvyfoiklring ia. Na gemaakt