VOOR DE JEUGD t LTIDSCH DAGBLAD No. 16086. Woensdag* 31 Juli. Anno 1912. MaYJyta. Een opwekking tot erkentelijkheid. Hermione's overgave. 1 JÈ&fl m A t 2 9 A I 1 1 I 2 J t l d<S>L GvrvD y. •••««•••4 Heb je er ooit wel eens bij stilgestaan, waar toch eigenlijk wel de herkomst is van tal van artikelen van nut en smaak, zoo onmisbaar in het dageiijksah leveD? En die „doodgewone dingen" hebben wj toch maar aan een heel leger van nijvere handwerk era te danken 1 Niet erkentelijk genoeg kunnen wij hen allemaal zijn, voor ai de inspanning, die dit werk in den regel kost. Want niet gering is de fabrieksarbeid, wel wordt er al veel meer acht geslagen op de gezondheid van het personeel maar toch het is niet precies een verblijf in de open lucht Eens even wil ik U den werkdag be schrijven van een fabrieksmeisje, dat haar plaats had' in een der zalen in een fabriek, ingericht tot het maken van voet en tennisballen. Elke ochtend, 's winters even goed - moest ze om ze uur aan haar tafel staan; 'n paar ruwe planken over schragen gelegd^ waarboven 'n lange rij balken hing, die nu in 'n roode vloeistof werden gedoopt. Ons moi&j.e moest nu met een borstel h t overtollige vocht van de baden verwijde ren. Hierin bestond' haar werk vau den ochtend Hot den avond zoo ongeveer- Een eind verder in die zelfde zaal nu waren verscheidene meisjes bezig voetbal len te maken met een preparaea van vloeibaar caoutchouc. En nog was het hier in deze zaal zeer wel uit te houden, omdat het er rustig was en er niet dat oorverdoovend gegons en geraas hecrschte als ook wel in eenige andere zalen der fabriek. Intusschen moet hier nogmaals erke.-<d worden, dat de firma de uiterste zorg draagt voor de gezondheid en de veilig heid van het personeel. En aardig is het ook om te zien, hoe de fabrieksmeisjes vooral, elkaar in '.ij- den van nood dikwijls bijstaan In ieder geval zult ge na deze opwek king misschien eemigszins meet leeren Waardeeren, de arbeid!, die er noodig is, om tal van aardige snuisterijen te ver vaardigen, die ons slechts genot verschaf-, fen en die tot stand worden gebracht door de vlugge vingers van onze fabriesa arbeiders en arbeidsters. Heimione Trevor zat op de vensterbank /an <*en stoffige schoolkamer in Londen en staarde voor zich uit, terwijl haar nichtje Eilc-e.u bezig was ee<n koffer te vullen mei: boeken, rackets en ballen. „O," zuchtte Hermione, „wat heb ik in het algemeen aan. all-es bet land en iji het bijzonder aan juffrouw Wade." „Ik vind juffrouw Wade ook niet zoo bijzonder aardig," antwoordde Eileen, „maar ik heb niet aan alles hèt land. Ik vlas op de vacantie en op ons verblijf op de bad plaats. Jij ook niet?" „Neen, ik vind het afschuwelijk er heen te gaan. Die badplaats is de akeligste, die juffrouw Wade had kunnen uitzoeken voor ons. Het is er altijd propvol, vooral in Aug^istus. Je kunt er niet echt van de zee genieten en wij zitten er natuurlijk opge sloten in een muffe sombere kamer." Jiom, kom, zoo erg zal het er niet zijn," troostte Eiken. .uHé, en ik had er mij zoo op verheugd eens iets moois te zien, iets artistieks, maar juffrouw Wade heeft geen kunstgevoel, an ders zon zij niet de badplaats hebben ge- kozeü," hernam Hermione, die van haar vadei'. die schilder was een gevoel van kunst geërfd had. Waarom heeft zij juist die plaats gekozen." „Eileen, die veel minder zelfzuchtig en vriendelijker was dan Hermione. antwoord- de: „Je weet toch' wel, dat wij niet veel geld hebben om zoover te reizen en buiten dien is het daargoedkooper pension dan er' in Gornwallis 'té vinden zijn-" „Óch, jij verdedigt haar altijd. Neen, zy heeft zoo'n akelige plaats gekozen, omdat zijzelf zoo akelig is Juist bij deze woorden ging de deur open en da?r stond juffrouw Wade- Er was een oogenhlik van .stilte; toen' stapte de gou vernante op Hermione .af, klepte, haar op den schouder en zei: „Arme Hcrmy, wat zou je er van zeggeh, als wij eens naar Corn wallis gingen in plaats van naar M. „Wat zegt u daar," riep Hermione uit. „Ik zou het prettig vinden, als jij een pleizierig*e vacantie had. MoTgen gaan wij dus naar Corn wallis; wij zulien wel zien, hoe wij het met het geld goedmaken." En de gouvernante ging de kamer uit, ter- w.ijL zij zuchtte: „Arme Hérmy, zij heeft behoefte mooie dingen om zich heen te zien. i En ik zon zoo heel graag haar hartje winnen en dat is. wel een opoffering mijnerzijds waard. Mijn heer Trevor kan niet meer geld sturen voor dit reisje, zoodat ik mijn diamanten broche maar zal verkoop-en- Dat zal wel voldoeiido zija om de meerdere kosten te dekken." Hermione had in dien tusschentijd Eileen om liet middel gepakt en deed een ronde dans met haar. „Hoera! Zie je wel, zij geeft toe. Nu zal het een. heerlijk leventje zijn." Hermione was een echt bedorven kindje en de arme juffrouw .Wade merkte, dat zij zich vergist had, toen zij dacht, dat zij door haar toegeeflijkheid Hernvone voor zich zou winnen. Het meisje was op réis volstrekt niet dankbaar, maar echt zelfzuchtig in haar doen en laten. Toen zij den volgenden morgen de beide meisjes zoo viool ijk en opgewekt in den tuin zag rondloopen, zeidc zij tot zichzelf: „Dat is wel een broche waard." Maar terwijl juffrouw Wade na liet ont bijt nog even in haar slaapkamer wat op ruimde, waren de beide meisjes verdwenen en toen zij haar wilde opzoeken, kon zij ze nergens vinden. Juffrouw Wade was jong genoeg om te, voelen, hoe Hermione en Eileen één en al verrukking waren over de prachtige natuur en toen zij de heuvelen dicht bij de zee, bereikt had, kon zij een oogenblik niet ver der gaan, zoo'n indruk maakte de machtige, eenzame zee, die rusteloos tegen de klippen sloeg. Zij werd op minder aangename wi,^e tot het werkelijke leven teruggebracht, t-oen zij de beide meisjes langs de klippen naar het strand zag loopen. „Hexmy, Eileen! Past op. Het is gevaar- lijk."- Natuurlijk is het gevaarlijk, Maar daar aan kunnen wij ons niet storen," riep Her- jqrione terug en liep haastig door. Een ope ning in een klip scheen de meisjes aan te trekken en de arme gouvernante volgde haar leerlingen zoo vlug als zij kon." „Gauw, Eileen," riep Hermione en kroop in de opening. „Gauw, wij zullen een grapje uithalen." Hermione was in een oogwenk verdwenen en'Eileen volgde haar gedwee in het don kere hol, dat juist hoog genoeg was om! rechtop -in te. staan: Heiiuy's gelach werd tegen de wanden teruggekaatst „Hermy, laat ons teruggaan, het is hier zoo griezelig," zed Eileen angstig. „Ik zaly je eens vertellen, wat wij doen zullen," Was' het antwoord van haar nichtje. „Wij zullen- ons hier verstoppen en juf zal on*, nooit liier vinden. Zij kent niet de kusten hier. en weet niet, dat deze kleine opening in een diep hol uitkomt." Opeens werd alles anders, het hol was zoo hobg als een kerk en de golven aioe gen er heftig tegen, heel in de verte war de opening nog zichtbaar. „Zie je, juf zal ons nóóit hier zoeken én in angst, over ons zjjn," nep het ondeugen de ding uit. Wij laten haar stilletjes roe pen en spelen en dansen hier naar harte lust, zonder dat zij ons verbieden kan." Een kwartiertje bleven zij rondspringen; eindelijk gingen zij wat uitrusten op een steen en Hermione zei: „Niets dan duisternis achter ons en voor ons de groene golven die maar doorrollen.'' „Niets achter ons dan de duisternis," herhaalde Eileen met angstige stem. ,,Zeg Hermy, ik vind dat alles wel mooi, maar ik ben bang hier. Laten wij nu teruggaan." „Goed," zèi Hermione. „Het is ook hoog tijd, dat wij teruggaan, want het getij komt opzetten en dan stroomt het water binnen." „Gauw Hermy, vóór hét water komt." De meisjes keerden zich om, maar op- eens riep Eileen: „Ik voel al water aan mijn voeten." „Wacht even, ik zal eerst op verkenning uitgaan," antwoordde Hermione, die zoo bleek als een doek werd. Zij liep langs den rotswand voort en stap te ook dadelijk in het water, haar stem klonk onnatuurlijk toen zij uitriep: „Het water staat al tamelijk diep. Ik wou, dat wij er al uit waren. Pas op, dat je niet uitglijdt." Zij strompelden zwijgend een eindje ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 11