^tHD3GR DA 0131* AD, Zaterdag 27 Juli. Eerste Blad. Anne 1912 Offieieele Kennisgeving. PERSOVERZICHT. KTo. 16983. MILITIE. Tweede zitting van den Militieraad. De Burgemeester der gemeente Leiden, Gelet op art. 45 joto. axt. 51 der Mi- li tie wet en op art. 61 van het Koninklijk Besluit van den 13den April 1912, hou dende voorschriften betreffende de uitvoe ring van de Milibiewet (Staatsblad No. 21 yan 1912) Brengb ter algemeeine kennis, dat de 'tw'eede ritting van den Militieraad vootr de ingeschrevenen voor da militie van de lich ting J913 dezer gemeente alhier zal plaats hebben in dq Stadsgehoorzaal (ingang aan de zijde van de Breasbraat) op Maandag, den 5den Augustus 1912, dea voor- ïniddags te tien uren; In deze zitting wordt uit- ""-Spraak gedaan omtrent: A'. geschiktheid voor den dienst van hen, te wier aanzien heb gevoelen der genees kundigen van den Kcuringsraad niet- van gelijke strekking was; B. geschiktheid voor den dienst van hen, voor wie een nieuw geneeskundig onder zoek is aangevraagd; C. vrijstelling van in hetzelfde jaar ge boren broeders; D. vrijstelling, waaromtrent buiten schuld van hen, wie zij geldt, in de eerste zitting van den Militieraad geen uitspraak kon worden gedaan E. uitsluiting van hen, te wier aanzien sedert de eerste zitting van den Militieraad, een reden tot uitsluiting bekend geworden is, voor zoover zij niet reeds bij onherroe pelijk geworden uitspraak vrijgesteld of on geschikt bevonden zijn- Voor den Militieraad behoeven niet te Verschijnen de ingeschrevenen voor wie door henzelf dan wel door hun vader, moeder, voogd of curator een nieuw geneeskundig onderzoek is aangevraagd, en die bij nader inzien zich niet aan een nieuw geneeskundig onderzoek wönschen te onderwerpen, daar in geval zij niet verschijnen en zdj niet verkeeren in een der gevallen onder lo. en 2o. vermeld, de aanvrage als vervallen wordt beschouwd. Voorts behoeven niet te verschij nen de ingeschrevenen: lo. die doen blijken door ziekte of gebrek- ken tot die verschijning buiten staat te zijn De hierbedoelde ingeschrevenen worden on derzocht op de plaats, waar zij zich bevin den, mits deze binnen het Rijk gelegen zij; zij zijn verplicht zich aan dit onderzoek te on der werpen- 2o. die zich' in verzekerde bewaring be vinden of die verpleegd worden in een Rijks werkinrichting, een Rijksopvoedingsgesticht of een tuchtschool; Voor het onderzoek van deze categorie van ingeschrevenen gelden dezelfde bepalingen nis voor de categorie onder lo- vermeld. 3o. die verpleegd worden in een krankzinni gen-, idioten-, doofstommen- of blindenge- sticht Voor het onderzoek van deze categorie van ingeschrevenen gelden dezelfde bepa lingen als voor de categorie onder lo- ver- tnteld- 4o. die hun beroep maken van de buiten- landsche zeevaart of van de zeevissoherij bui tenslands Dezen ingeschrevenen staat het Vrij, al dan niet op tijd en plaats, in het hoofd dezer bekendmaking vermeld, voor den mi litieraad te verschijnen en zich aldaar aan het geneeskundig onderzoek te onderwerpen- Voor zooveel deze ingeschrevenen echter niet voor den Militieraad verschijnen, of, aldaar ver schenen zijnde, zich niet aan het geneeskun dig onderzoek onderwerpen, worden zij voor geschikt gehouden. 6o. die woonplaats hobben of verblijf hou den in het buitenland. Voor deze categorie van ingeschrevenen gelden dezelfde bepalingen ala voor de cate gorie onder 4o. vermeld. Voor zooveel de ingeschrevejien van de categorie, onder 5o. vermeld, eoliter door riekte of gebreken buiten staat zijn voor den Militieraad te verschijnen, kunnen zij volstaan met bij dien Raad vóór de sluiting zijner ritting in te zenden een na 1 MetL afgegeven verklaring, waaruit blijkt a dat de ingeschrevene met geslachts naam, voornamen en leeftijd aan te duiden wegens riekte of gebreken buiten staat ia voor den Militieraad te verschijnen b. dat de ingeschrevene door hen, die de verklaring hebben afgegeven, ongeschikt voor den dienst wordt geoordeeld; o. de aard en de graad van de riekte of van het gebrek, op grond waarvan de on geschiktheid aanwezig wordt geacht, zoo mede de bezwaren, door de riekte of het gebrek veroorzaakt- Deze verklaring moet de onderteekening dragen van twee geneeskundigen, die ter plaatse van afgifte bevoegd zijn tot uit oefening van de genees- en heelkunde. In de Nederlandsche Koloniën mag de verklaring door enkel dokters-djawa echter alleen dan worden afgegeven, wanneer ter plaatse geen ander geneeskundige i9, en mag zij door een dokter-djawa mot oen ander geneeskun dige alleen dan worden afgegeven, wanneer ter plaatse niet moer dan één ander genees kundige is. Do handteekeningen van hen, die do verklaring hebben afgegeven, moeten behoorlijk voor echt zijn verklaard, onder bijvoeging, dat zij, door wie de handteeke- ningen zijn gesteld, ter plaatse bevoegd zijn tot uitoefening van de genees- en heelkunde, dan wel dokter-djawa zijn. Zoo het stuk is onder beekend door dokters-djawa of mede onderteek end door een dokter-djawa, moot bovendien blijken, welke van de hiervoren bedoelde gevallen aanwezig is. .Werd door den buitenlands woonplaats heb benden of verblijfhoudenden ingeschrevene ook bij den Keuring&raad een dergelijke ver klaring ingediend, dan moet de verklaring, bestemd voor den Militieraad, zijn afge geven door twee andere geneeskundigen dan die de eerste verklaring hebben afgegeven- De ingeschreven, die vermcenen aan spraak te hebben op vrijstelling wegens eigen vrij willigen dienst of Wegens biroedördienst en omtrent wier aanvrage om zoodanige vrijstelling in de eerste ritting van don Militieraad geen uitspraak is gedaan, kun nen op tijd en plaats, in het hoofd dezer bekendmaking vermeld, hun aanvrage toe lichten of doen toeüohten- De ingeschrevenen, die behoor en tot in hetzelfde jaar geboren broeders en vermce nen aanspraak te hebben op vrijstelling, hetzij enkel op grond van deze omstandigheid, hetzij wegens broed eerdienst, moeten, zoo zdj bij onderlinge overeenkomst wenschen aan te wijzen, wien van hen de vrijstelling zal ten deel vallen, en zij deze overeenkomst niet te voren sobriftelij*k hebben aangegaan, op tijd en plaats, in het hoofd dezer bekend making vermeld, in de tweede zitting van den Militieraad verschijnen. Tevens moet, voor zooveel heb minderjarigen geldt, hij of zij, die de ouderlijke macht of de voogdij uitoefent, op genoemden tijd en plaats ver schijnen tot het geven van do vereischte toestemming, tenzij deze reeds te voren schrif telijk is gegeven- Aan deze overeenkomst wotrdt echter slechte gevolg gegeven, indien de andere broad-ör of broeders dan die, welke volgens de over eenkomst zal of zullen worden vrijgesteld: lo niet om een andere reden hetzij voor goed hetzij tijdelijk is of zijn vrijgesteld 2o. niet hetzij voorgoed, hetzij voorloopig van den dienst is of zijn uitgesloten; 3o. voor den dienst geschikt is of zijn. Tegen de uitspraak van den Militieraad omtrent de geschiktheid voor den dienst kan geen bezwaar worden ingebraoht. Tegen de omtrent vrijstelling of uitslui ting door den Militieraad gedane uitspraak kan binnen tien dagen, te rekenen van don dag-, waarop die uitspraak is geschied, bij (gedeputeerde Staten bezwaar worden in gebracht door den Militie-commissaris en lo. door den ingeschrevene, wien de uit spraak geldt, of door zijn vader, moeder, voogd of ourater 2o. door elk der overige voor deze ge meente ingeschrevenen of door zijn vader, moeder, voogd of curator. Hij of zij, die bezwaren inbrengt, levert het daartoe strekkend verzoekschrift, dat be hoorlijk met redenen omkleed moet zijn, in bij den Burgemeester der Gemeente, waar de ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, voor de militie Ingeschreven is- Van de inlevering wordt een bewijs van ontvangst afgegeven. Verzoekschriften, niet ingeleverd op den tijd en de wijze, hier omschreven, kunnen geen gevolg hebben- Ten slotte wordt er de aandacht op ge vestigd, dat do ingeschrevene, die verplicht is voor den Militieraad te verschijnen en aldaar niet op den daarvoor aangewezen tijd en plaats verschijnt of die, aldaar ver sohenen zijnde, rich niet aan het genees kundig onderzoek onderwerpt, alsmede de in geschrevene,die moet worden onderzocht op de plaats, waar hij zich, bevindt en zich niet aan hot geneeskundig onderzoek onder werpt, wordt gestraft met hech tenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoog ste honderd vijftig gulden, ten zij' hij hot feit opzettelijk pleegt, in welk geval hij wordt gestraft met gevan gen i sstraf van ten hoogste twee maanden of geld boete van ten hoogste zeshonderd gulden- De Burgemeester- N- C. DE GIJSELAAR. Leiden, 23 Juli 1912. Devoorgesteldeouder d o m s- verzekering noemt het ,,H a n d e 1 s>- blad" al minsteDs een even ongelukkig stuk sociale wetgeving als de ziekte-verzeke ring met haar aanhang, de Radenwet. Hét blad schrijft o.m. Men is ginds indertijd tot de dwangver zekering gedwongen geworden door economi sche beenderzwakte. Toen in 1876 de com- mandeerende generaal in de Rijnprovincie den Rijkskanselier moest rapporteeren dat die streek haar contingent aan recruten niet opleveren kon, daar de ongebonden jonge Westfaalsche industrie het peil der bewoners te zeer bad verlaagd, en toen van alle kan ten de proletarische beweging het jonge Rijk kwelde, moest de regeering het mid del vinden om de volkskracht, en de vólks- tevredenheid in het Rijk op te heffen. Maar wat het Rijk niet geven kon, dat was het hiertoe noodige geld. Omdat immers de Duitsohe rijkskas niet de beschikking heeft over de directe belastingen. Voldoende openbare armenzorg had Duitschland even min ontwikkeld. Daarom moest een andere incossobron worden gezocht, en daar boden plotseling de vaderlijke zorgende mijnwer- kerskassen, die de Pruisische fisous van oudsher voor zijn mannen onderhouden had. het gewenschte voorbeeld. Verplichte pre- miën zouden de kosten dekken, een bureau cratische dienst zou voor de uitvoering zor gen en het oneigenlijke denkbeeld van dwangverzekering voor ouderdom en invali diteit was geboren De historie zoo eens nuchter te bezien, leert aanstonds, dat men in dit v«rzekerings- denkbeeld niets bijzonder logisch of bijzon der deugdelijks te zoeken heeft. Men kan integendeel zeggen, dat een land, dat niet, gelijk het pasgevormde Rijk, directe bron nen van inkomsten derft; dat niet, als die krijgshaftige Staat, militaire politiek voe ren wil, en dat niet, zooals de Duitsche ziel, op veel bureaucratisch bestuur, op veel dwangbepalingen gesteld is waarschijnlijk een anldoren weg zou moeten inslaan. En het is een groote fout geweest, dat men een tijdlang de dwangverzekering niet als één, maar als de éénige oplossing heeft be schouwd. Het „Hbl." wijst er op, dat men meer en meer tot de overtuiging komt, dat voor een land als het onze, de oplossing op een voudiger wijze gezocht worden moet; zooals Engeland, zooals Denemarken, zooals som mige Australische staten, hun systeem ge vonden hebben. Maar het kost in zooverre meer moeite, dat men even zelfstandig heeft na te denken, in stede van een germanisme klakkeloos te aanvaarden! Men zal moeten bedenken, dat men ten onzent goed gemeentebeheer heeft, om de administratie waar te nemeneen gemeente beheer, dat geldelijk aanzienlijk aal worden ontlast, door aanmerkelijke vermindering der armenzorgplichten. Men zal moeten be denken, dat een voorloopige invaliditeits- vexzorgiDg veeleer natuurlijkerwijze bij het reeds bestaande riekenzorgwezen behoort te worden aangeknoopt. Men zal de nadeelen voor de volkskracht moeten zien te vermij den, die onverstandige bijstand aan behoef- fcigen vaak met zich brengt. Men zal bezwa ren onder de oogen hebben te zien die po litiek of favoritisme in een pensionnèerings- stelsel brengen kunnen. Men zal zich bewust moeten zijn, geen onverdeeld goed te schep pen omdat veel zorg, nu door familieleden, of door meesters aan oud-gedienden bewe zen, vervallen zal. Ja, ook omdat een schare van halve werkkrachten kan ontstaan, die voor een goedkooper loon te krijgen zijn. Er zal invloed op de loonen komen. Het hoe is van een pensionneering dus niet zoo makkelijk. Maar in al die opzichten heeft de dwang verzekering voor ons eigenlijk niets voor. Het idee van spaarzaamheid, van kapitaal vorming bevordert zij niet: de premiebeta ling wordt als een pure belasting beschouwd. Het idee van eigen hulp" voedt zij ook niet want alles is opgelegd, wat er aan is. En den zin voot zelfbestuur kweekt zij evenmin, want ambtenaren, agenten en for mulieren blijven ten slotte schering en in slag. En hoe de bureaucratie doordringt-, daarvan heeft nog onlangs de Duitsche di recteur van het Rijksverzekeringsambt een boekje opengedaan. Er is slechts één grond-, waarop men haar konde verdedigen, en dat is deze: dat de kosten niet op andere wijze bijeengebracht zouden kunnen worden. Maar dit is v-oor Nederland nog aller minst gebleken. Reeds kon zeer duidelijk worden aangetoond, dat van de simpele 7.3 millioen, die in het ontwerp Talma de staat als bijdrage moet geven voor een zeer ingewikkeld verrekeningsstelsel, jaarlijks aan de arbeiders van 65 jaar en meer een ouderdomspensioentje van pl.m. f 2.50 per week gegeven kan worden; volgens de eigen gegevens bij het wetsontwerp Talm» ge voegd. En dan rekent men nog niet eens de vele administratie-kosten, die dan be spaard kunnen worden 1 Bovendien is niets redelijker, dan het mi nimum van een staatspensioen, door eigen inleggeld voor vermeerdering vatbaar te maken. Ging men op een dergelijken vo^t in zee riep men een levenskrachtige eigen organi satie an het ziekteverzekeringswezen in het leven, waaronder dan tevens de verzorging van invaliden wel aanvaard zou worden; en stelde men vervolgens naast het staats pensioen een instituut in voor vrijwil!'go lijfrenteverzekering, aangemoedigd door staatsbijslagen, dan zou een zeer nutt-ig en levensvatbaar, en weinig kosten ver dipdend stelsel in het leven geroepen worden. Dan behoefden wij meteen over de misère van het tarief in het geheel niet meer spreken. Een ministerie, dat zoo iets aandurfde, zou aanspraak hebben op de nationale waar deering,... ook nog na 1913! Wat men nu wil aannemen, kan niet dan tot ongeluk en teleurstelling leiden. De „Nieuwe Rotte rdamsch e Courant/' geeft naar aanleiding van hetgeen door degrondwefsc om- missie wordt voorgestaan ten aanzien van de Eerste Kamer een beschouwing, waaraan wi) het volgende ontleenen. Het blad is het er meo eens, dat de Provinciale Staten het verkiezend college moeten blijven. Maar van het voorgestelde recht van regres, zegt de „Nieuwe Rotterdamsche Courant" o. a. De Eerste Kamer moet blijven het insti tuut, dat de staatkundige en juridische be ginselen van onze wetgeving toetst. Daar toe is een recht van amendlement volstrekt onnoodig. Geef aan de Eerste Kamer zulk een recht, en het zal slechts schadelijk werken. In de eerste plaats, omdat dan aan de Kamer de drang zal ontnomen wor den, de wetsontwerpen, die haar bereiken, uitsluitend) in de groote lijnen te bezien. Zij gaat onvermijdelijk peuterwerk ver richten, zich in de techniek van de ontwer pen verdrinken, gelijk haar zuster aan de andere zijde van het Binnenhof zoo menig maal doet. Wilde de Eerste Kamer, bij middel van haar recht- van amendement, de beginselen van een ontwerp aantasten, dan eou zij echter nog veel minder slagen. De grenzen van het recht van amendement zijn moeilijk aan te geven, doch dit staat toch wel vast, dat het verre over de grenzen heengaat, aan eene wet, die van een zeker beginsel uitgaat, bij wijze van amendement een anderen grondslag te geven. Het ia daarenboven pract-isch onmogelijk. Dan zou de Kamer gaan trachten, in het door haar au fond afgekeurde ontwerp, zooveel over te planten van de door haar juist geachte beginselen, als bij de techniek van het ontwerp mogelijk bleek. Men voelt, welk een enorm gevaar hier voor onze wetgeving .zou komen te dreigen: niet één, maar talrijke van die op twee gedachten hinkende, halfslachtige wetten met twee aangezichten, gelijk in de Ongevallenwet er een tot stand gebracht is. Voor de ont wikkeling van onze wetgeving, en van de rechtsovertuiging van het volk zeker op den duur ook, een ramp. In-stee van stel sel, stelselloosheid, onzekerheid, twijfel, dubbelzinnigheid. Neen, moge men de Eerste Kamer als rad in de wetgevende machine laten op de plaats, waar zij is. Laten wij het aan haar beleid ook verder toevertrouwen, haar taak te vervullen, zoo dat liet land daar vruchten van zal kunnen zien. Zonder recht van regres zal de Kamer veel meer, dan met dat hulpmiddel, dat menigmaal als expedient zal worden gebruikt, zich bewust blijven van haar ernstige en hooge roeping. Wanneer de Kamer er voor stddt, en weet, dat zij wel kan keeren, afwenden, maar niet scheppen, en dat zij dus een zeer groote verantwoordelijkheid draagt, zal, dunkt ons, de beste waarborg voor wel overwogen, uitsluitend de bevordering van het landsbelang beoogende, beslissingen blijven bestaan, die kan worden verkregen. De Kamer van haar hooge voetstuk door een recht van amendement of regres naar beneden te- halen, lijkt ons in hooge mate bedenkelijk. Onder het opschrift „T e e k e n e n d", schrijft het „C e n t r u m" De Haagsche oorrespondent der „A r n- hemsche Courant" discht zijnen le zers een fraai verhaal op. Melding makend van de geruchten over een bijeenroepen der Kamer in September, ter behandeling der Ziektewet, zegt hij, dat minister Talma daarover ook de socialisten en enkele vrijzinnig-democraten van in vloed heeft gepolst, omdat, altijd vol gens de beweringen van den correspondent de minister niet genoeg op de Rechter zijde durft bouwen. Hij had meer mannetje^ noodig 1 En dan volgt deze verrassende mededee- ling: Bij de Vrijziimigj-Demooraben heeft de heer Talma echter slib gevangen; zij von den blijkbaar, dat de Tweede Kamer in het afgeloopen jaar reeds veel te veel gebruikt is om het verkiezingsprogramma der rech terzijde zoo mogelijk af te werken. Ooi met de socialisten is men niet verder ge komenen wel omdat zij eisohen stelden, dis de Minister niet wilde inwilligen. De heer Talma blijft dus waarsohijnlijk tot 1913 rondloopen met zijn parapluie van enkel baleinen, en heeft alle kans, dat de verkiezingen van dat jaar hem geeD drogen draad aan het lijf laten. Men ziet: aan geestigheid ontbreekt het dezen correspondent niet. Hij profeteert in vernuftige beeldspraak. Maar het meest opvallend in zijn geschrijf is toch de mcdedeeling, dat, naar het oor deel der vrijzinnig-democraten, de Tweede Kamer in het afgeloopen jaar reeds veel te veel gebruikt is, om het „verkieziiigs-pro- gramma" der Rechterzijde zoo mogelijk af te werken. 't Is jammer, erg jammer, dat de corres pondent verzuimde, de gronden voor deze bewering aan te geven. Met name hebben wij de vrijzinnig-demo craten herhaaldelijk front zien maken tegen de regeering. En desniettemin meenen zij thans te kun nen klagen 1 Is het overigens niet teekenend, dat de kopstukken dier partij niet willen meewer ken tot een snelle afwerking der ziekte verzekering, omdat deze voorkwam op het „verkiezings-program" der Rechterzijde? Wij dachten, dat men in de Kamer elk ontwerp op zich-zelf en naar cioh-zelf be oordeelde. Voor een paar weken namen we in deze rubriek een en ander over uit een artikel in „De Luchtvaart" over den tocht van de „Viotoria Lui se" van Düs- soldorf naar Amsterdam en van daar naar Hamburg. De redactie had uit defensie-oogpunt daarop nog al iets aan te merken. Thans schrijft zij weer het vol gende: Of het Departement van Oorlog al dan niet de tot-stand-koming der Luchtvaartwet afwacht, alvorens maatregelen te nemen tegen het trekken van buitenlandsche luchtschepen, .enz., over onzo verdedigings- wegon, doet eveneens niets ter zake. Ook nu was liet den Duitschen lucldvaartondcr- nemers bekend, dat zij deze vaart zoo zon-, der meer niet mochten doen en zij hebben zich daaraan niet gestoord. Ai is er een Luchtvaartwet, dan zal bij vaarten als deze tocht cok langs diplomatieken weg moeten worden opgetreden. Laten wij toch vooral niet trachten ons een beleediging, die ons als natie is toegevoegd, te vergelijken met de bewering, dat de voorwaarden, die ge steld moeten worden, o zoo lastig zijn. Die voorwaarden zijn niet gesteld, omdat er mi litaire hulp wordt gevraagd, of om iemand onnoodig overlast te bezorgen, maar om dat wij de inrichting onzer defensiewerken, evenals elk ander land, zooveel mogelijk geheim willen houden. Dat er in 't buiten land wel iets van die inrichting bekend zal zijn, doet er niet toe. Het is plicht om te zorgen, dat or daar althans zoo min moge- gelijk van bekend is. Of er tegen wezenlijke spionnage-tochten in de lucht bitter weinig te doen valt, is niet zoo heel zeker. Bij een behoorlijke re geling van het luchtverkeer kuipicn wij 'er wel degelijk voor zorgen, dat ongewenschte gasten op de voor te schrijven hoogte blij ven bij het passeeren van verdedigingswer ken. Daarvoor bestaan nog wel middelen, die wij maar niet zullen noemen en die wij natuurlijk eerst zouden willen toepassen, wanneer er willens en wetens gespot wordt met de rechten onzer natie. Gelukkig is ons volk nog onafhankelijk, maar het wil ons voorkomen, dat het daaronder voornamelijk verstaat, een te groote individueele vrij heid, welke zich niet aan voorwaarden be hoeft te storen. Het zit er nog niet genoeg in, dat men zich ter wille van die onaf hankelijkheid wel eenige lastigheden, om nog maar niet te spreken van offers, moet getroosten, 't Is te hopen, dat dit besef meer en meer levendig zal worden- k De jongste vaart s&a den Zeppelin boven Amsterdam was een beleediging voor het gehecle Nederlandsche volk. Dienaangaande moet opheldering worden gegeven. Naar- wij vernemen, ia de zaak reeds itf den Raad van Minister's ter sprake ge bracht, zoodat wij vertrouwen, dat langs diplomatieken weg wel het noodige zal wor den verricht. OMZS9 Frlesche LaudboaTrtentoonsteiling te Leeuwarden van 26 Augustus tot en met 1 September 1912. GroepAkkerbouw. Volgens het landbouw verslag heeft de provincie Friesland, naast pl.m. 215,000 Heet. blijvend weiland een oppervlakte van ongeveer 42,500 Heet. die gebruikt wordt voor akkerbouw. Dit cijfer toont, dat deze provicie geen groote rol kan spelen, waar sprake is van de hoe veelheid akkerbouw-prochicten die aan de wereldmarkt gebracht worden. Vergeleken bij de oppervlakten die in cultuur zijn, daar waar de extensieve graanbouw den land bouw beheerscht is die van Friesland van weinig beteekenis. Die beteekenis zit uitsluitend in de soorten producten die geteeld worden en de hoedanigheid daarvan. Met deze waarheid is bij den opzet der ten toonstelling rekening gehouden. In het programma wordt het doel van deze rubriek omschreven als te zijn: het geven van een beeld van dea akkerbouw in de verschillende deelen der provincie. Daarvoor zullen worden tentoongesteld: gewassen in natura, platen en verder alles wat voor het doel dienstig kan zijn. Het eigen karakter van deze groep is: dat alleen tot de tentoonstelling worden toegelaten monsters van gewassen diie vooraf op liet veld zijn goedgekeurd. Deze keuring te veld, ook bekend als vóór keuring, beheerscht de practische beteeke nis van dit doel der tentoonstelling. Een enkel woord over die vóórkeuring is dus gerech tvaa rdi'gd. In meerdere provincies bestaat, hier langer, daar korter, de gewoonte om jaar lijks een keuring en tentoonstelling te hou den van zaaigranen, pootaardappelen, enz. In Friesland, waar aan een en ander kan worden deelgenomen met: vlas, erwten, witte klaver, haver, rogge en aardappelen, (eigenheimers en blauwen), is sedert een tiental jaren de zaak zoo ingericht, dab aan de keuring der monsters voorafgaat een keuring der gewassen te velde. In de laat ste jaren is deze regeling ook in enkele andere provincies nagevolgd. Bij deze keuring te velde worden aan de gewassen de volgende eischen gesteld: Het gewas moet hebben een goeden stand, voldoende vrij zijn van besmettelijke Ziek ten en vooral zijn soort-echt, waarbij in aanmerking wordt genomen het, even tueel voorkomen van onkruid of van plan ten van andere gewassen. De geheelo in stelling bedoelt, te bevorderen het telen van onberispelijk zaai- en pootgoed en liet verkrijgbaar stellen daarvan. In toenemende mate blijkt, dat deze re geling een uitstekend' succes heeft. De ver koop der aldus goedgekeurde produoten is reeds zeer belangrijk, in eigen provincie worden langs dezen weg de gewassen ver edeld. De verkoop bepaalt zich echter niet tot eigen omgeving. In andere pro vincies, en niet minder in het buitenland, hebben die producten reeds een uitste kenden naam. En enkel voorbeeld; op dit oogenblik zijn al aanzienlijke hoeveelhe den pootaardappelen van het te veld slaande gewas verkocht en besteld alleen omdat de aanschaffing in vroegere jarca uitstekende resultaten gaf. Dien naam kan bevestigd en versterkt worden doo' dc tentoonstelling. Bij den opzet daarvan is overgenomen het stelsel der voorkeu ringen, met dit ver schil, da.t daaraan thans zijn onderworpen alle producten die voor de tentoonstel ling zijn aangegeven. Men weet dus dat alles wat men daar zal vinden vooraf door een deskundige oommissie is goedgekeurd. Het voorloopig resultaat is bij deze ru briek zeer gunstig. Aangegeven zijn: ruim 118 II. A. tarwe, 108 H. A. rogge, 114 H. A. gerst, 390 H. A. haver, 101 H. A. boonen, 266 H. A. erwten, 328 H. A. vlas, 1721 H. A. aard appelen, 163 H. A. suikerbieten, 24 H. A. mangelwortelën, 15 H. A. koolrapen, 16 H. A. cichorei, 8 H. A. witte klaver, 9 H. A. diversen. Dit is te zamen meer dan 3300 Hectaren. Men kan verzekerd zijn dat te Leeuwar den zal werden bijeengebracht een ge heel eenige collectie akkerbouwproducten. De overtuiging mag worden uitgesproken, dat deze collectie veelzijdig de aandacht zal trekken, het bewijs zal geven van de uitstekende richting waarin de inten sieve akkerbouw in FriesJand wordt ge dreven en, dat de Landbouw daarvan de vruchten zal plukken. Het te vérwachten succes van deze rubriek moge aan de keu ringscommissies eenige voldoening geven voor haar uitgebreiden en moeitevollen arbeid. Schepen met olie-motoren. De „Engineering" deelt mee, dat op het oogenblik op de Duitsche werven 11 schepen 2600 tot 15,000 ton in aanbouw zijn, die voorzien worden van motoren van 650 tot 1800 P.K. Men ziet dus, dat ook bij de zee vaart de stoommachine de concurrentie der motoren begint te gevoelen. De Duitsch- Amerikaansche Petroleum-Mij. laat bijv. een tankschip bouwen van 15,000 ton. Ook de Hamburg-Amerika-lijn krijgt zeeschepen, die door een motor worden voortbewogen*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5