^tHD3GR DA 0131* AD, Zaterdag 27 Juli. Eerste Blad.
Anne 1912
Offieieele Kennisgeving.
PERSOVERZICHT.
KTo. 16983.
MILITIE.
Tweede zitting van den Militieraad.
De Burgemeester der gemeente Leiden,
Gelet op art. 45 joto. axt. 51 der Mi-
li tie wet en op art. 61 van het Koninklijk
Besluit van den 13den April 1912, hou
dende voorschriften betreffende de uitvoe
ring van de Milibiewet (Staatsblad No. 21
yan 1912)
Brengb ter algemeeine kennis, dat de
'tw'eede ritting van den Militieraad vootr de
ingeschrevenen voor da militie van de lich
ting J913 dezer gemeente alhier zal plaats
hebben in dq Stadsgehoorzaal (ingang aan
de zijde van de Breasbraat) op Maandag,
den 5den Augustus 1912, dea voor-
ïniddags te tien uren;
In deze zitting wordt uit-
""-Spraak gedaan omtrent:
A'. geschiktheid voor den dienst van hen,
te wier aanzien heb gevoelen der genees
kundigen van den Kcuringsraad niet- van
gelijke strekking was;
B. geschiktheid voor den dienst van hen,
voor wie een nieuw geneeskundig onder
zoek is aangevraagd;
C. vrijstelling van in hetzelfde jaar ge
boren broeders;
D. vrijstelling, waaromtrent buiten schuld
van hen, wie zij geldt, in de eerste zitting
van den Militieraad geen uitspraak kon
worden gedaan
E. uitsluiting van hen, te wier aanzien
sedert de eerste zitting van den Militieraad,
een reden tot uitsluiting bekend geworden
is, voor zoover zij niet reeds bij onherroe
pelijk geworden uitspraak vrijgesteld of on
geschikt bevonden zijn-
Voor den Militieraad behoeven niet te
Verschijnen de ingeschrevenen voor wie door
henzelf dan wel door hun vader, moeder,
voogd of curator een nieuw geneeskundig
onderzoek is aangevraagd, en die bij nader
inzien zich niet aan een nieuw geneeskundig
onderzoek wönschen te onderwerpen, daar
in geval zij niet verschijnen en zdj niet
verkeeren in een der gevallen onder lo. en
2o. vermeld, de aanvrage als vervallen wordt
beschouwd. Voorts behoeven niet te verschij
nen de ingeschrevenen:
lo. die doen blijken door ziekte of gebrek-
ken tot die verschijning buiten staat te zijn
De hierbedoelde ingeschrevenen worden on
derzocht op de plaats, waar zij zich bevin
den, mits deze binnen het Rijk gelegen zij;
zij zijn verplicht zich aan dit
onderzoek te on der werpen-
2o. die zich' in verzekerde bewaring be
vinden of die verpleegd worden in een Rijks
werkinrichting, een Rijksopvoedingsgesticht
of een tuchtschool;
Voor het onderzoek van deze categorie van
ingeschrevenen gelden dezelfde bepalingen
nis voor de categorie onder lo- vermeld.
3o. die verpleegd worden in een krankzinni
gen-, idioten-, doofstommen- of blindenge-
sticht
Voor het onderzoek van deze categorie
van ingeschrevenen gelden dezelfde bepa
lingen als voor de categorie onder lo- ver-
tnteld-
4o. die hun beroep maken van de buiten-
landsche zeevaart of van de zeevissoherij bui
tenslands
Dezen ingeschrevenen staat het Vrij, al
dan niet op tijd en plaats, in het hoofd
dezer bekendmaking vermeld, voor den mi
litieraad te verschijnen en zich aldaar aan het
geneeskundig onderzoek te onderwerpen- Voor
zooveel deze ingeschrevenen echter niet voor
den Militieraad verschijnen, of, aldaar ver
schenen zijnde, zich niet aan het geneeskun
dig onderzoek onderwerpen, worden zij voor
geschikt gehouden.
6o. die woonplaats hobben of verblijf hou
den in het buitenland.
Voor deze categorie van ingeschrevenen
gelden dezelfde bepalingen ala voor de cate
gorie onder 4o. vermeld.
Voor zooveel de ingeschrevejien van de
categorie, onder 5o. vermeld, eoliter door
riekte of gebreken buiten staat zijn voor
den Militieraad te verschijnen, kunnen zij
volstaan met bij dien Raad vóór de sluiting
zijner ritting in te zenden een na 1 MetL
afgegeven verklaring, waaruit blijkt
a dat de ingeschrevene met geslachts
naam, voornamen en leeftijd aan te duiden
wegens riekte of gebreken buiten staat
ia voor den Militieraad te verschijnen
b. dat de ingeschrevene door hen, die de
verklaring hebben afgegeven, ongeschikt voor
den dienst wordt geoordeeld;
o. de aard en de graad van de riekte of
van het gebrek, op grond waarvan de on
geschiktheid aanwezig wordt geacht, zoo
mede de bezwaren, door de riekte of het
gebrek veroorzaakt-
Deze verklaring moet de onderteekening
dragen van twee geneeskundigen, die ter
plaatse van afgifte bevoegd zijn tot uit
oefening van de genees- en heelkunde. In de
Nederlandsche Koloniën mag de verklaring
door enkel dokters-djawa echter alleen dan
worden afgegeven, wanneer ter plaatse geen
ander geneeskundige i9, en mag zij door
een dokter-djawa mot oen ander geneeskun
dige alleen dan worden afgegeven, wanneer
ter plaatse niet moer dan één ander genees
kundige is. Do handteekeningen van hen,
die do verklaring hebben afgegeven, moeten
behoorlijk voor echt zijn verklaard, onder
bijvoeging, dat zij, door wie de handteeke-
ningen zijn gesteld, ter plaatse bevoegd zijn
tot uitoefening van de genees- en heelkunde,
dan wel dokter-djawa zijn. Zoo het stuk
is onder beekend door dokters-djawa of mede
onderteek end door een dokter-djawa, moot
bovendien blijken, welke van de hiervoren
bedoelde gevallen aanwezig is.
.Werd door den buitenlands woonplaats heb
benden of verblijfhoudenden ingeschrevene
ook bij den Keuring&raad een dergelijke ver
klaring ingediend, dan moet de verklaring,
bestemd voor den Militieraad, zijn afge
geven door twee andere geneeskundigen dan
die de eerste verklaring hebben afgegeven-
De ingeschreven, die vermcenen aan
spraak te hebben op vrijstelling wegens eigen
vrij willigen dienst of Wegens biroedördienst
en omtrent wier aanvrage om zoodanige
vrijstelling in de eerste ritting van don
Militieraad geen uitspraak is gedaan, kun
nen op tijd en plaats, in het hoofd dezer
bekendmaking vermeld, hun aanvrage toe
lichten of doen toeüohten-
De ingeschrevenen, die behoor en tot in
hetzelfde jaar geboren broeders en vermce
nen aanspraak te hebben op vrijstelling, hetzij
enkel op grond van deze omstandigheid, hetzij
wegens broed eerdienst, moeten, zoo zdj bij
onderlinge overeenkomst wenschen aan te
wijzen, wien van hen de vrijstelling zal ten
deel vallen, en zij deze overeenkomst niet
te voren sobriftelij*k hebben aangegaan, op
tijd en plaats, in het hoofd dezer bekend
making vermeld, in de tweede zitting van
den Militieraad verschijnen. Tevens moet,
voor zooveel heb minderjarigen geldt, hij of
zij, die de ouderlijke macht of de voogdij
uitoefent, op genoemden tijd en plaats ver
schijnen tot het geven van do vereischte
toestemming, tenzij deze reeds te voren schrif
telijk is gegeven-
Aan deze overeenkomst wotrdt echter slechte
gevolg gegeven, indien de andere broad-ör
of broeders dan die, welke volgens de over
eenkomst zal of zullen worden vrijgesteld:
lo niet om een andere reden hetzij voor
goed hetzij tijdelijk is of zijn vrijgesteld
2o. niet hetzij voorgoed, hetzij voorloopig
van den dienst is of zijn uitgesloten;
3o. voor den dienst geschikt is of zijn.
Tegen de uitspraak van den Militieraad
omtrent de geschiktheid voor den dienst kan
geen bezwaar worden ingebraoht.
Tegen de omtrent vrijstelling of uitslui
ting door den Militieraad gedane uitspraak
kan binnen tien dagen, te rekenen van
don dag-, waarop die uitspraak is geschied,
bij (gedeputeerde Staten bezwaar worden in
gebracht door den Militie-commissaris en
lo. door den ingeschrevene, wien de uit
spraak geldt, of door zijn vader, moeder,
voogd of ourater
2o. door elk der overige voor deze ge
meente ingeschrevenen of door zijn vader,
moeder, voogd of curator.
Hij of zij, die bezwaren inbrengt, levert
het daartoe strekkend verzoekschrift, dat be
hoorlijk met redenen omkleed moet zijn, in
bij den Burgemeester der Gemeente, waar
de ingeschrevene, wien de uitspraak geldt,
voor de militie Ingeschreven is- Van de
inlevering wordt een bewijs van ontvangst
afgegeven. Verzoekschriften, niet ingeleverd
op den tijd en de wijze, hier omschreven,
kunnen geen gevolg hebben-
Ten slotte wordt er de aandacht op ge
vestigd, dat do ingeschrevene, die verplicht
is voor den Militieraad te verschijnen en
aldaar niet op den daarvoor aangewezen
tijd en plaats verschijnt of die, aldaar ver
sohenen zijnde, rich niet aan het genees
kundig onderzoek onderwerpt, alsmede de in
geschrevene,die moet worden onderzocht op
de plaats, waar hij zich, bevindt en zich
niet aan hot geneeskundig onderzoek onder
werpt, wordt gestraft met hech
tenis van ten hoogste veertien
dagen of geldboete van ten hoog
ste honderd vijftig gulden, ten
zij' hij hot feit opzettelijk pleegt,
in welk geval hij wordt gestraft
met gevan gen i sstraf van ten
hoogste twee maanden of geld
boete van ten hoogste zeshonderd
gulden-
De Burgemeester-
N- C. DE GIJSELAAR.
Leiden, 23 Juli 1912.
Devoorgesteldeouder d o m s-
verzekering noemt het ,,H a n d e 1 s>-
blad" al minsteDs een even ongelukkig
stuk sociale wetgeving als de ziekte-verzeke
ring met haar aanhang, de Radenwet.
Hét blad schrijft o.m.
Men is ginds indertijd tot de dwangver
zekering gedwongen geworden door economi
sche beenderzwakte. Toen in 1876 de com-
mandeerende generaal in de Rijnprovincie
den Rijkskanselier moest rapporteeren dat
die streek haar contingent aan recruten niet
opleveren kon, daar de ongebonden jonge
Westfaalsche industrie het peil der bewoners
te zeer bad verlaagd, en toen van alle kan
ten de proletarische beweging het jonge
Rijk kwelde, moest de regeering het mid
del vinden om de volkskracht, en de vólks-
tevredenheid in het Rijk op te heffen. Maar
wat het Rijk niet geven kon, dat was het
hiertoe noodige geld. Omdat immers de
Duitsohe rijkskas niet de beschikking heeft
over de directe belastingen. Voldoende
openbare armenzorg had Duitschland even
min ontwikkeld. Daarom moest een andere
incossobron worden gezocht, en daar boden
plotseling de vaderlijke zorgende mijnwer-
kerskassen, die de Pruisische fisous van
oudsher voor zijn mannen onderhouden had.
het gewenschte voorbeeld. Verplichte pre-
miën zouden de kosten dekken, een bureau
cratische dienst zou voor de uitvoering zor
gen en het oneigenlijke denkbeeld van
dwangverzekering voor ouderdom en invali
diteit was geboren
De historie zoo eens nuchter te bezien,
leert aanstonds, dat men in dit v«rzekerings-
denkbeeld niets bijzonder logisch of bijzon
der deugdelijks te zoeken heeft. Men kan
integendeel zeggen, dat een land, dat niet,
gelijk het pasgevormde Rijk, directe bron
nen van inkomsten derft; dat niet, als die
krijgshaftige Staat, militaire politiek voe
ren wil, en dat niet, zooals de Duitsche ziel,
op veel bureaucratisch bestuur, op veel
dwangbepalingen gesteld is waarschijnlijk
een anldoren weg zou moeten inslaan. En
het is een groote fout geweest, dat men een
tijdlang de dwangverzekering niet als één,
maar als de éénige oplossing heeft be
schouwd.
Het „Hbl." wijst er op, dat men meer
en meer tot de overtuiging komt, dat voor
een land als het onze, de oplossing op een
voudiger wijze gezocht worden moet; zooals
Engeland, zooals Denemarken, zooals som
mige Australische staten, hun systeem ge
vonden hebben. Maar het kost in zooverre
meer moeite, dat men even zelfstandig heeft
na te denken, in stede van een germanisme
klakkeloos te aanvaarden!
Men zal moeten bedenken, dat men ten
onzent goed gemeentebeheer heeft, om de
administratie waar te nemeneen gemeente
beheer, dat geldelijk aanzienlijk aal worden
ontlast, door aanmerkelijke vermindering
der armenzorgplichten. Men zal moeten be
denken, dat een voorloopige invaliditeits-
vexzorgiDg veeleer natuurlijkerwijze bij het
reeds bestaande riekenzorgwezen behoort te
worden aangeknoopt. Men zal de nadeelen
voor de volkskracht moeten zien te vermij
den, die onverstandige bijstand aan behoef-
fcigen vaak met zich brengt. Men zal bezwa
ren onder de oogen hebben te zien die po
litiek of favoritisme in een pensionnèerings-
stelsel brengen kunnen. Men zal zich bewust
moeten zijn, geen onverdeeld goed te schep
pen omdat veel zorg, nu door familieleden,
of door meesters aan oud-gedienden bewe
zen, vervallen zal. Ja, ook omdat een schare
van halve werkkrachten kan ontstaan, die
voor een goedkooper loon te krijgen zijn. Er
zal invloed op de loonen komen.
Het hoe is van een pensionneering dus
niet zoo makkelijk.
Maar in al die opzichten heeft de dwang
verzekering voor ons eigenlijk niets voor.
Het idee van spaarzaamheid, van kapitaal
vorming bevordert zij niet: de premiebeta
ling wordt als een pure belasting beschouwd.
Het idee van eigen hulp" voedt zij ook
niet want alles is opgelegd, wat er aan
is. En den zin voot zelfbestuur kweekt zij
evenmin, want ambtenaren, agenten en for
mulieren blijven ten slotte schering en in
slag. En hoe de bureaucratie doordringt-,
daarvan heeft nog onlangs de Duitsche di
recteur van het Rijksverzekeringsambt een
boekje opengedaan.
Er is slechts één grond-, waarop men haar
konde verdedigen, en dat is deze: dat de
kosten niet op andere wijze bijeengebracht
zouden kunnen worden.
Maar dit is v-oor Nederland nog aller
minst gebleken. Reeds kon zeer duidelijk
worden aangetoond, dat van de simpele
7.3 millioen, die in het ontwerp Talma de
staat als bijdrage moet geven voor een zeer
ingewikkeld verrekeningsstelsel, jaarlijks
aan de arbeiders van 65 jaar en meer een
ouderdomspensioentje van pl.m. f 2.50 per
week gegeven kan worden; volgens de eigen
gegevens bij het wetsontwerp Talm» ge
voegd. En dan rekent men nog niet eens
de vele administratie-kosten, die dan be
spaard kunnen worden 1
Bovendien is niets redelijker, dan het mi
nimum van een staatspensioen, door eigen
inleggeld voor vermeerdering vatbaar te
maken.
Ging men op een dergelijken vo^t in zee
riep men een levenskrachtige eigen organi
satie an het ziekteverzekeringswezen in het
leven, waaronder dan tevens de verzorging
van invaliden wel aanvaard zou worden;
en stelde men vervolgens naast het staats
pensioen een instituut in voor vrijwil!'go
lijfrenteverzekering, aangemoedigd door
staatsbijslagen, dan zou een zeer nutt-ig en
levensvatbaar, en weinig kosten ver dipdend
stelsel in het leven geroepen worden. Dan
behoefden wij meteen over de misère van
het tarief in het geheel niet meer spreken.
Een ministerie, dat zoo iets aandurfde,
zou aanspraak hebben op de nationale waar
deering,... ook nog na 1913!
Wat men nu wil aannemen, kan niet dan
tot ongeluk en teleurstelling leiden.
De „Nieuwe Rotte rdamsch e
Courant/' geeft naar aanleiding van
hetgeen door degrondwefsc om-
missie wordt voorgestaan ten
aanzien van de Eerste Kamer
een beschouwing, waaraan wi) het volgende
ontleenen.
Het blad is het er meo eens, dat de
Provinciale Staten het verkiezend college
moeten blijven. Maar van het voorgestelde
recht van regres, zegt de „Nieuwe
Rotterdamsche Courant" o. a.
De Eerste Kamer moet blijven het insti
tuut, dat de staatkundige en juridische be
ginselen van onze wetgeving toetst. Daar
toe is een recht van amendlement volstrekt
onnoodig. Geef aan de Eerste Kamer zulk
een recht, en het zal slechts schadelijk
werken. In de eerste plaats, omdat dan
aan de Kamer de drang zal ontnomen wor
den, de wetsontwerpen, die haar bereiken,
uitsluitend) in de groote lijnen te bezien.
Zij gaat onvermijdelijk peuterwerk ver
richten, zich in de techniek van de ontwer
pen verdrinken, gelijk haar zuster aan de
andere zijde van het Binnenhof zoo menig
maal doet. Wilde de Eerste Kamer, bij
middel van haar recht- van amendement, de
beginselen van een ontwerp aantasten, dan
eou zij echter nog veel minder slagen. De
grenzen van het recht van amendement zijn
moeilijk aan te geven, doch dit staat toch
wel vast, dat het verre over de grenzen
heengaat, aan eene wet, die van een zeker
beginsel uitgaat, bij wijze van amendement
een anderen grondslag te geven. Het ia
daarenboven pract-isch onmogelijk.
Dan zou de Kamer gaan trachten, in het
door haar au fond afgekeurde ontwerp,
zooveel over te planten van de door haar
juist geachte beginselen, als bij de techniek
van het ontwerp mogelijk bleek. Men voelt,
welk een enorm gevaar hier voor onze
wetgeving .zou komen te dreigen: niet één,
maar talrijke van die op twee gedachten
hinkende, halfslachtige wetten met twee
aangezichten, gelijk in de Ongevallenwet
er een tot stand gebracht is. Voor de ont
wikkeling van onze wetgeving, en van de
rechtsovertuiging van het volk zeker op
den duur ook, een ramp. In-stee van stel
sel, stelselloosheid, onzekerheid, twijfel,
dubbelzinnigheid.
Neen, moge men de Eerste Kamer als
rad in de wetgevende machine laten op de
plaats, waar zij is. Laten wij het aan haar
beleid ook verder toevertrouwen, haar
taak te vervullen, zoo dat liet land daar
vruchten van zal kunnen zien. Zonder recht
van regres zal de Kamer veel meer, dan
met dat hulpmiddel, dat menigmaal als
expedient zal worden gebruikt, zich bewust
blijven van haar ernstige en hooge roeping.
Wanneer de Kamer er voor stddt, en weet,
dat zij wel kan keeren, afwenden, maar
niet scheppen, en dat zij dus een zeer
groote verantwoordelijkheid draagt, zal,
dunkt ons, de beste waarborg voor wel
overwogen, uitsluitend de bevordering van
het landsbelang beoogende, beslissingen
blijven bestaan, die kan worden verkregen.
De Kamer van haar hooge voetstuk door
een recht van amendement of regres naar
beneden te- halen, lijkt ons in hooge mate
bedenkelijk.
Onder het opschrift „T e e k e n e n d",
schrijft het „C e n t r u m"
De Haagsche oorrespondent der „A r n-
hemsche Courant" discht zijnen le
zers een fraai verhaal op.
Melding makend van de geruchten over
een bijeenroepen der Kamer in September,
ter behandeling der Ziektewet, zegt hij, dat
minister Talma daarover ook de socialisten
en enkele vrijzinnig-democraten van in
vloed heeft gepolst, omdat, altijd vol
gens de beweringen van den correspondent
de minister niet genoeg op de Rechter
zijde durft bouwen. Hij had meer mannetje^
noodig 1
En dan volgt deze verrassende mededee-
ling:
Bij de Vrijziimigj-Demooraben heeft de
heer Talma echter slib gevangen; zij von
den blijkbaar, dat de Tweede Kamer in het
afgeloopen jaar reeds veel te veel gebruikt
is om het verkiezingsprogramma der rech
terzijde zoo mogelijk af te werken. Ooi
met de socialisten is men niet verder ge
komenen wel omdat zij eisohen stelden, dis
de Minister niet wilde inwilligen.
De heer Talma blijft dus waarsohijnlijk
tot 1913 rondloopen met zijn parapluie van
enkel baleinen, en heeft alle kans, dat de
verkiezingen van dat jaar hem geeD drogen
draad aan het lijf laten.
Men ziet: aan geestigheid ontbreekt het
dezen correspondent niet.
Hij profeteert in vernuftige beeldspraak.
Maar het meest opvallend in zijn geschrijf
is toch de mcdedeeling, dat, naar het oor
deel der vrijzinnig-democraten, de Tweede
Kamer in het afgeloopen jaar reeds veel te
veel gebruikt is, om het „verkieziiigs-pro-
gramma" der Rechterzijde zoo mogelijk af
te werken.
't Is jammer, erg jammer, dat de corres
pondent verzuimde, de gronden voor deze
bewering aan te geven.
Met name hebben wij de vrijzinnig-demo
craten herhaaldelijk front zien maken tegen
de regeering.
En desniettemin meenen zij thans te kun
nen klagen 1
Is het overigens niet teekenend, dat de
kopstukken dier partij niet willen meewer
ken tot een snelle afwerking der ziekte
verzekering, omdat deze voorkwam op het
„verkiezings-program" der Rechterzijde?
Wij dachten, dat men in de Kamer elk
ontwerp op zich-zelf en naar cioh-zelf be
oordeelde.
Voor een paar weken namen we in deze
rubriek een en ander over uit een artikel
in „De Luchtvaart" over den tocht
van de „Viotoria Lui se" van Düs-
soldorf naar Amsterdam en van
daar naar Hamburg. De redactie had
uit defensie-oogpunt daarop nog al iets aan
te merken. Thans schrijft zij weer het vol
gende:
Of het Departement van Oorlog al dan
niet de tot-stand-koming der Luchtvaartwet
afwacht, alvorens maatregelen te nemen
tegen het trekken van buitenlandsche
luchtschepen, .enz., over onzo verdedigings-
wegon, doet eveneens niets ter zake. Ook
nu was liet den Duitschen lucldvaartondcr-
nemers bekend, dat zij deze vaart zoo zon-,
der meer niet mochten doen en zij hebben
zich daaraan niet gestoord. Ai is er een
Luchtvaartwet, dan zal bij vaarten als deze
tocht cok langs diplomatieken weg moeten
worden opgetreden. Laten wij toch vooral
niet trachten ons een beleediging, die ons
als natie is toegevoegd, te vergelijken met
de bewering, dat de voorwaarden, die ge
steld moeten worden, o zoo lastig zijn. Die
voorwaarden zijn niet gesteld, omdat er mi
litaire hulp wordt gevraagd, of om iemand
onnoodig overlast te bezorgen, maar om
dat wij de inrichting onzer defensiewerken,
evenals elk ander land, zooveel mogelijk
geheim willen houden. Dat er in 't buiten
land wel iets van die inrichting bekend zal
zijn, doet er niet toe. Het is plicht om te
zorgen, dat or daar althans zoo min moge-
gelijk van bekend is.
Of er tegen wezenlijke spionnage-tochten
in de lucht bitter weinig te doen valt, is
niet zoo heel zeker. Bij een behoorlijke re
geling van het luchtverkeer kuipicn wij 'er
wel degelijk voor zorgen, dat ongewenschte
gasten op de voor te schrijven hoogte blij
ven bij het passeeren van verdedigingswer
ken. Daarvoor bestaan nog wel middelen,
die wij maar niet zullen noemen en die wij
natuurlijk eerst zouden willen toepassen,
wanneer er willens en wetens gespot wordt
met de rechten onzer natie. Gelukkig is ons
volk nog onafhankelijk, maar het wil ons
voorkomen, dat het daaronder voornamelijk
verstaat, een te groote individueele vrij
heid, welke zich niet aan voorwaarden be
hoeft te storen. Het zit er nog niet genoeg
in, dat men zich ter wille van die onaf
hankelijkheid wel eenige lastigheden, om
nog maar niet te spreken van offers, moet
getroosten, 't Is te hopen, dat dit besef
meer en meer levendig zal worden-
k De jongste vaart s&a den Zeppelin boven
Amsterdam was een beleediging voor het
gehecle Nederlandsche volk. Dienaangaande
moet opheldering worden gegeven.
Naar- wij vernemen, ia de zaak reeds itf
den Raad van Minister's ter sprake ge
bracht, zoodat wij vertrouwen, dat langs
diplomatieken weg wel het noodige zal wor
den verricht.
OMZS9
Frlesche LaudboaTrtentoonsteiling
te Leeuwarden
van 26 Augustus tot en met 1 September 1912.
GroepAkkerbouw.
Volgens het landbouw verslag heeft de
provincie Friesland, naast pl.m. 215,000
Heet. blijvend weiland een oppervlakte
van ongeveer 42,500 Heet. die gebruikt
wordt voor akkerbouw. Dit cijfer
toont, dat deze provicie geen groote rol
kan spelen, waar sprake is van de hoe
veelheid akkerbouw-prochicten die aan de
wereldmarkt gebracht worden. Vergeleken
bij de oppervlakten die in cultuur zijn, daar
waar de extensieve graanbouw den land
bouw beheerscht is die van Friesland van
weinig beteekenis.
Die beteekenis zit uitsluitend in de
soorten producten die geteeld worden
en de hoedanigheid daarvan. Met
deze waarheid is bij den opzet der ten
toonstelling rekening gehouden.
In het programma wordt het doel van
deze rubriek omschreven als te zijn: het
geven van een beeld van dea akkerbouw in
de verschillende deelen der provincie.
Daarvoor zullen worden tentoongesteld:
gewassen in natura, platen en verder alles
wat voor het doel dienstig kan zijn.
Het eigen karakter van deze groep is:
dat alleen tot de tentoonstelling worden
toegelaten monsters van gewassen diie
vooraf op liet veld zijn goedgekeurd.
Deze keuring te veld, ook bekend als vóór
keuring, beheerscht de practische beteeke
nis van dit doel der tentoonstelling. Een
enkel woord over die vóórkeuring is dus
gerech tvaa rdi'gd.
In meerdere provincies bestaat, hier
langer, daar korter, de gewoonte om jaar
lijks een keuring en tentoonstelling te hou
den van zaaigranen, pootaardappelen, enz.
In Friesland, waar aan een en ander kan
worden deelgenomen met: vlas, erwten,
witte klaver, haver, rogge en aardappelen,
(eigenheimers en blauwen), is sedert een
tiental jaren de zaak zoo ingericht, dab aan
de keuring der monsters voorafgaat een
keuring der gewassen te velde. In de laat
ste jaren is deze regeling ook in enkele
andere provincies nagevolgd.
Bij deze keuring te velde worden aan de
gewassen de volgende eischen gesteld:
Het gewas moet hebben een goeden stand,
voldoende vrij zijn van besmettelijke Ziek
ten en vooral zijn soort-echt, waarbij
in aanmerking wordt genomen het, even
tueel voorkomen van onkruid of van plan
ten van andere gewassen. De geheelo in
stelling bedoelt, te bevorderen het telen
van onberispelijk zaai- en pootgoed en liet
verkrijgbaar stellen daarvan.
In toenemende mate blijkt, dat deze re
geling een uitstekend' succes heeft. De ver
koop der aldus goedgekeurde produoten is
reeds zeer belangrijk, in eigen provincie
worden langs dezen weg de gewassen ver
edeld. De verkoop bepaalt zich echter
niet tot eigen omgeving. In andere pro
vincies, en niet minder in het buitenland,
hebben die producten reeds een uitste
kenden naam. En enkel voorbeeld; op dit
oogenblik zijn al aanzienlijke hoeveelhe
den pootaardappelen van het te veld
slaande gewas verkocht en besteld alleen
omdat de aanschaffing in vroegere jarca
uitstekende resultaten gaf. Dien naam
kan bevestigd en versterkt worden doo'
dc tentoonstelling.
Bij den opzet daarvan is overgenomen
het stelsel der voorkeu ringen, met dit ver
schil, da.t daaraan thans zijn onderworpen
alle producten die voor de tentoonstel
ling zijn aangegeven. Men weet dus dat
alles wat men daar zal vinden vooraf door
een deskundige oommissie is goedgekeurd.
Het voorloopig resultaat is bij deze ru
briek zeer gunstig.
Aangegeven zijn: ruim 118 II. A. tarwe,
108 H. A. rogge, 114 H. A. gerst, 390
H. A. haver, 101 H. A. boonen, 266 H. A.
erwten, 328 H. A. vlas, 1721 H. A. aard
appelen, 163 H. A. suikerbieten, 24 H. A.
mangelwortelën, 15 H. A. koolrapen, 16
H. A. cichorei, 8 H. A. witte klaver, 9
H. A. diversen.
Dit is te zamen meer dan 3300 Hectaren.
Men kan verzekerd zijn dat te Leeuwar
den zal werden bijeengebracht een ge
heel eenige collectie akkerbouwproducten.
De overtuiging mag worden uitgesproken,
dat deze collectie veelzijdig de aandacht
zal trekken, het bewijs zal geven van de
uitstekende richting waarin de inten
sieve akkerbouw in FriesJand wordt ge
dreven en, dat de Landbouw daarvan de
vruchten zal plukken. Het te vérwachten
succes van deze rubriek moge aan de keu
ringscommissies eenige voldoening geven
voor haar uitgebreiden en moeitevollen
arbeid.
Schepen met olie-motoren.
De „Engineering" deelt mee, dat op het
oogenblik op de Duitsche werven 11 schepen
2600 tot 15,000 ton in aanbouw zijn, die
voorzien worden van motoren van 650 tot
1800 P.K. Men ziet dus, dat ook bij de zee
vaart de stoommachine de concurrentie der
motoren begint te gevoelen. De Duitsch-
Amerikaansche Petroleum-Mij. laat bijv.
een tankschip bouwen van 15,000 ton. Ook
de Hamburg-Amerika-lijn krijgt zeeschepen,
die door een motor worden voortbewogen*