N®. 16076 Vrijdag 19 Juli. A°. 1912. £leze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. Wonderlijke avonturen. LEIDSCH DAGBLAD PKIJS DER ADTERTENTIEN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Kleine advertentiën Tan 30 woorden 40 OentB contanteli tiental woorden meer 10 Oente. Voor het inoaaseeren wordt 0.05 berekend. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Oentsj per 3 maanden 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30. Pranco per post t 1,65. UIS1IESWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet; Brengen bij f,eze ter algemeene kennis, liat door hen op lieden vergunning is ver leend aan de firma VAN CRANENBURGH en HERINGA en rechtverkrijgenden tot het iüitbreiden van de sajetfabriek in de percee- Jen Rapenburg Nos. 107, 109 en 111, Sectie I' Nos. 577 en 1036. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 18 Juli 1912. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet; Brengen bij deze ter algenuene kennis dat door hen op heden vergunning is verleend aan de firma P. STOEKE en ZOON cd rechtverkrijgenden tot het uitbreiden van de manufacturenververij in het perceel Ge dempte Voldersgracht No. 23, Sectie H No. £949. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELA AR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. [Leiden, 18 Juli 1912. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet; Brengen bij deze ter algemeen© kennis, dat door hen op heden vergunning is ver leend aan F. M. A. PIECK en rechtverkrij- e*>Ddoa tot het plaateen en in: werking stel len van twee electromotor en, elk van twee p.k., tot het aandrijven van diverse naai machines, in het perceel Leegewerfsteeg Nos 8/10, Sectie H No. 3300. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 18 Juli 1912. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien het adres van de firma E. J. SCHOONDERGANG SPEET om vergun ning tot uitbreiding der fabriek vaa ver duurzaamde levensmiddelen m het perceel Heerengracht Nos. 65/67, Sectie C No 1751, door plaatsing en in werking stelling van 3 electro motoren, waarvan 1 van 3 1 van 2, 1 van 1 p.k.; Gelet op de artt. 8 en 7 der Hinder wet; Geven bij deze kennis aan het publiek lat genoemd verzoek, met' de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op Vrijdag 2 Augustus a.s. '8 voormiddags te elf uren, op het Raad huis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot btroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner leden zijn verschenen ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Burgemeester en Wethouders voornoemd, N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 19 Juli 1912. Vol verwachting klopte het hart (het hart van do belangstellenden op de publieke tribune, die gekomen waren om den uitslag van de „Posthof '.kermis, en da brandweer- kwestie to vernemen), wie de koek zou krij gen en wie de gard- En er was alle reden, om' te vermoeden, dat deze verwachting niet op lange proef zou worden gesteld. De agenda was zeer mager en de meeste punten schenen al wei nig aanleiding tot discussie te geven. Maar daarvan is men in onzen Raad nooit zeker. De leden voteeren soms in oen hand.omdraai duizenden en kunnen over kleine dingen do- batteeren zonder einde. En zoo is er giste ren ook nog al geruimen tijd verloopen, vóór men tot de „kwesties" kwam, die in de laatste weken de Leidsoho gemoederen heb ben beheerscht op een moment vooral, dat de burgemeester hoog en droog in het oude Egypteland zat- Wij zullen, zij het dan ook heel vluchtig, omtrent wat er vooraf passeerde, even een en ander moeten opmerken. En dan staan wij allereerst stil bij het verzoek van do Vereeniging tot bevordering van den houw van Werkmanswoningen, om in een stadswijk achter de Haarlemmerstraat, omvattende de Bouwelouwen. en Paradijs steeg, en een gedeelte der Van.der-Wetrf- straat, met haar poorten en sloppen, tot onteigening van een aantal perceelen te kun nen overgaan, waarop dan een opruiming er van zal volgen en het maken van een geheel nieuw, frisch. arbeiderskwartier in den geest als dit is geschied tusschen Leven- daal en Zijd'graclitr ~Ten~ behoeve daarvan vraagt de Vereeniging van de gemeente een voorschot van f 189,000, af te betalen in termijnen van f 3300, in 50 jaar. Het verzoek werd in handen gesteld van B. en Ws. tot het uitbrengen van praeadvies, wolk advies natuurlijk gunstig zal luiden, want het spreekt vanzelf, dat vooraf tusschen het bestuur der Vereeniging en het College van B. en Ws. reeds vóóronderhandelingen hebben plaats gehad, wat trouwens ook al uit het adres bleek, waarin werd gezegd, dat men eindelijk over een verbindingsweg van 10 M. tot overeenstemming was geko men. Wij zullen over deze aangelegenheid later wel meer hooren, maar willen er nu alleen dit van zeggen, dat deze verbetering zeer urgent is. En wat het groote voorschot Aangaat, daarvoor klopt de gemeente aan tij het Rijk en blijft alleen maar borg voor de Vereeniging, waar zij geen gevaar hij kan. Dan kwam nog do mededeeling, dat de onaangename straatkwestie in de Stadhou derslaan kon worden opgoldst, als de ge meente de straat wilde overnemen. De be langhebbende eigenaren der huizen hebben den grond gekocht voer f 350 en als zij nu iiog f 900 storten in de gemeentekas, neemt de gemeente de straat over en maakt haar in orde. Het oude materiaal, dat er eerst is uitgebroken en naar een andere plaats vervoerd, zal weder voor de bestrating ge bruikt worden. Do heele komedie heeft den in het bezit van de straat gebleven oorspron- kelijken eigenaar en een paar tussclienper sonen een geldelijk voordeeltje bezorgd, ig voor de eigenaren der woningen een* beetje schadelijk, maar nu is het, op dit gedeelte althans, ook uit, hoewel het niet onmoge lijk is, dat wij elders nog een herhaling van het geval zullen zien gebeuren- Er is B. en Ws. over deze schikking lof toege zwaaid en zoo'n bedankje is heel goedkoop, maar feitelijk heeft dit College er toch weinig aan gedaan. Het initiatief is uitge gaan van de huiseigenaren, trouwens ook de eenige belanghebbenden. Dat er bij do som, voórloopig uitgetrok ken voor de ophooging van het sportterrein aan den Zoeterwoudschen Singel nog f2300 gevoegd moest worden, gaf den heer Fok ker, die over deze overschrijdingen al eens meer B. en Ws. een verwijt maakte, aanlei ding even uit te pakken. Hij kreeg echter van den heer Ivorevaar, die zich op den aanval blijkbaar had voorbereid, geducht den wind van voren. Deze legde over een staat, waaruit bleek, dat in het vorig jaar de ver schillende aanbestedingen niet minder dan f 62,747 beneden de raming waren gebleven maar daarvan hoort men dan niets. Boven dien, als men te hoog raamt, geeft dit wel eens aanleiding, dat er ook hcog ingeschre ven wordt en dat zou de gemeente wel eens duur te staan kunnen komen. Wij meenen ook, dat 't niet goed is hierop steeds aanmerkin gen te maken. Een werk kan mee- en tegen vallen en de meerdere kosten bcteekenen vol strekt nog niet, dat er roekeloos met het geld der gemeente wordt omgesprongen. Al leen dan, wanneer de verhooging een go- volg is van een afwijking van het oorspron kelijk en door den Raad. goedgekeurd plan, is critiek op haar plants. Over de plaatsing van een urinoir op het Stationsplein, waarover B. en Ws. met de directie der Holl. IJzeren Spoorweg-Mij. uit den treurei hebben gecorrespondeerd, is nu ook weer ampel en breed van gedachten ge wisseld. De heer Roem wilde zelfs een on- dergrondsoh urinoir en maakte reeds een daartoe strekkend voorstel klaar. Toen hij echter hoorde, dab daarmede vcor het minst tien millo zou gemoeid gaan, plus nog een duur toezicht, omdat zoo'n ondergToaidsohe ruimte alliohb aanleiding zou geven tot iets, wat het licht niet kan verdragen, ging hij wijselijk het blaadje, waarop het voorstel stond geschreven, maar verscheuren- Wij vernamen zoo en passant dat het niet een gewoon urinoir, maar een goed uit ziend gebouwtje zal worden, waarnaast „Vreemdelingenverkeer" nog haar Reisbureau zal oprichten, 'fc Komt dus in orde aan het Station. Het voorsrbel, om den ambtenaren, be ambten en werklieden, in dienst der ge meente, te verplichten in de gemeente te wonen, zoo te formuleeren, dat ontduiking er aan niet mogelijk is, vond natuurlijk geen bestrijding. Niemand plaatste zich op het vnj dwaze standpunt van een inzender in ons blad, die dezen „dwang" ongeoorloofd aolitte. Het zou wat moois zijn, wanneer wiji onzen ambtenaren, die hun salaris genieten uit de gemeentekas, de gelegenheid gaven dit geld elders te verteren, en in de belas tingen slechts als foiens bij te dragen 1 Wij moeten het al met leede oogen aanzien, dat een aantal rijksambtenaren, hoogleera ren bijv., buiten de gemeente wonen, en ook onzen eigen ambtenaren daartoe vrij heid te geven, dat zou beteekencn zichzelf een strop aandoen, en zoo dwaas is onze Vroedschap gelukkig niet. Wij gelooven, dat er geen enkele gemeente is, waar men dit toelaat-. De beschikbaarstelling van een bedrag van f 6000 ten behoeve van de kosten van een nieuwe gemeentelijke boomkweekcrij heeft de aandacht eens op deze zaak geves tigd. Verscheidene menschen, die wij spraken, bleken niet eens te weten, dat wij er zulk een kweekerd op nahielden. De heer Roem heeft de vraag opgeworpen of het wel wenschelijk is zelf zoo'n kweekerij te exploiteeren, en vroeg daarom een exploitatie-rekening. De Raad is daarop niet ingegaan en toch was dit- denkbeeld niet te versmaden ge weest. Het zou ons niet. verwonderen, of zoo'n exploitatie zal de gemeente heel wat geld kosten. Over den aankoop van een perceel, dat tal worden ingericht tot een hulpkantoor voor de Stadsbank-van-Leening, was men het ook a-1 niet geheel eens. Nu de verbou wing der daarvoor op de Heerengracht aangewezen panden zooveel moest kosten, dat volgens berekening van den ingenieur van gemeentewerken men er ook een ge heel nieuw gebouw voor zou kunnen stich ten, werd dit denkbeeld natuurlijk ook ver dedigd en zelfs belichaamd in een motie, die echter met 17 tegen li stemmen werd verworpen. De vrees bestond bij velen, dat men met nieuwen bouw toch nog duurder uit zou komen. En zoo kwam men dan eindelijk tot kwesties, waarvoor blijkbaar de publieke tribune voor een groot deel was volgeloo- pen. Nadat de Voorzitter den heer Vergouwen had gerust gesteld omtrent het bestaan eener verordening op bet varen van mo torbooten door de stad, van welker bestaan in de vorige .zitting noch de secretaris, noch de wethouders, noch de leden der Commis sie van de Strafverordening, noch de Raad ■zich bewust waren, hoewel zij nog wel uit de laatste jaren dagteekent, kwam hij tot j de beantwoording van de vraag, in de vo- rige zitting gedaan door prof. Heeres, over j het optreden van den algemeenen markt en havenmeester bij de „Posthof"-kermis. Uit het antwoord is wel gebleken, dat aan den burgemeester de koek en aan den heer Romanesko de gard toekomt. Dat deze er ge voelige klappen mee zal krijgen, gelooven wij niet; maar men zal hem toch wel ver- leeren later weer aldus op te treden. De burgemeester had hem opgedragen er eenig toezicht te houden inhetbelang der gemeente en hij schijnt het zoo opgevat te hebben, dat hij is opgetreden in het belang van den ondernc- merofdeondernemi ng. Hij werd door het publiek besehouwd als „impresa rio" zeiden de heeren Briët en Bosoh en de eerste wen&chte zelfs een gestreng onderzoek te doen instellen naar de waarheid van de geruchten, dat de man financieel bij de zaak betrokken is geweest, wat de "Voor zitter een valsche aantijging noemde, flij heeft verkeerd gedaan... maar te goeder trouw.Wij moeten bekennen, dat wij onzen altijd pienteren marktmeester niet voor zoo naïef hebben aangezien, dat hij een op dracht in het belang der gemeente opvat in den zin, dat hij de belangen van den ondernemer moet behartigen. Hier mag moo zeker wel spreken van het in den laat.o-.en lijd spreekwoordelijk geworden „afsonuwe- JIjk misverstand." Aangaande de vraag, waarom de burg meester vergunning heeft gegeven tor, het houden van deze kermesse d'été en waarom hij toestond, dat de vermakelijkhe 1 -n des Zo; ctagsavonds open waren, heeft cis Voor zitter zich uitnemend verdedigd, 7.< oals trouwens zijn geheele optreden in doe znak sympathiek was, waar hij voor alles de ver antwoordelijkheid persoonlijk op zich nam en zich niet dekte met het College van 15. en Ws. Hij heeft, de vergunning gegeven krachtens de verordening en dit zal hij blijven doen, ook al voelt hij er persoonlijk niets voor. Maar wanneer hij niet ducht, dat. de orde verstoord en de zeden gekwetst worden^ eischt het beginsel van burgerlijke vrijheid,, dat hij niet weigert. Een deel van den Raad applaudisseerde bij deze uitlating. Trouwens, hij bevindt zich iu goecl gezel schap. Ook de burgemeesters van Rotterdam en Den Plaag volgden dezelfde gedragslijn en ook zijn ambtsvoorganger mr. De Rid der, deed niet anders. Do uitdrukking van don lieer Briët, da.fc toen 't College v. B. en Ws. anders was samen gesteld, was minder gelukkig. Het is, zooals» de heer Fokker daarover opmerkte: derge lijke beslissingen mogen niet afhangen van een toevallige meerder, of minderheid. Wil de Raad echter, dat de ,,PosthoF% kermis niet meer zal plaats hebben, dari; moet hij de verordening op dit punt wijzigen. Het initiatief zal daarvoor moeten uitgaan van de leden van den Raad zelf. Of het daartoe komen zal, betwijfelen wij evenwel. De heer Briët trok wel eens hard van leer, doch de heer Pera was zeer voorzichtig, had zijn speech zorgvuldig op papier ge steld en sprak slechts wensehen en verwach tingen uit. Over de brandweer-kwestie, in verband met het optreden van de brandweer bij een der; laatste branden, waarbij het beleid van den' Commandant aan een critiek is onderworpen, lieerschte zeer stellig een misverstand. De Raadsleden, die er het woord over voer den ,en blijkbaar waren ingelicht door dei brandmeesters, hielden vol, dat ca* eon order door den Commandant was uitgevaardigd, niet geheel sfcrookond mot art. 26 der ver ordening. De Voorzitter, die vernrn-delijk zijn licht heeft opgestoken bij den Co-mmandant, ont kende dit even stellig. Op de publieke tribune Uxbvong men zdch nauwelijks om tussohen l-eiden te lcomen, zoodat wij vermoeden, dat er nu buiten do Raadzaal om wel eenig meerder licht zal worden, verstrekt. Hierbij is echter nog niet uitgemaakt wien de gard zal worden toege deeld. Bedriegen, wij ons niet, dan loopt de kwes tie hieroverVroeger mochten de opperbrand- meesters of brandmeesters, wanneer zij be merkten, dat er in de wijk, waar hun spuit 6tond, een brand was uitgebroken, zich met deze spuit naar het terrein van den brand hegeven, en daar handelend optreden, ook zonder order van den Commandant of van wien hem verving. Thans mogen zij dit niet meer en daaraan is bijv. het oponthoud van 81) De Joodsche lamp. Sherlock Holmes en Wilson zaten, de een rechts, de ander links, van den grooten Bchoorsteen, met de voeten uitgestrekt naar een gezellig cokes-vuur. De pijp van Holmes, een houten pijp, met zilveren beslag, was uitgegaan. Hij klopte er de aseli uit, stopte ze opnieuw, etak ze aan, haalde de panden van zijn kamerjapon over zijn knieën en trok uit zijn pijp lange halen, die hij in kleine rookkringen naar het plafond blies. Wilson keek hem aan. Hij keek hem aan, zooals de hond, die in een krul op het kleed voor den haard: ligt, zijn meester aankijkt: met groote, ronde oogen, zonder met de wimpers te knippen. Zou de meester het zwijgen onderbreken? Zou hij hem het geheim oplossen van zijn gepeins en hem toelaten in het koninkrijk zijner gedach ten, waarvan, naar het Wilson toescheen, hem de toegang was verboden? Holmes bleef zwijgen. Wilson waagde te zeggen: „Het is een kalme tijd Geen enkele zaak van belang." Holmes zweeg hardnekkig, maar zijn rookkringetjes slaagden voortdurend beter, en ieder ander dan Wilson zou waargeno men hebben, dot hij er dieinnige voldoo- mng in vond, welke in oogenblikken van volkomen achteloosheid) dergelijke kleinig- .heden kunnen schenken. Wilson, door het zwijgen ontmoedigd, stond op en ging naar het venster. De vervelende straat strekte zich uit tus schen de doodsche gevels der huizen, onder een zwarten hemel, waaruit een geniepige, scherpe regen viel. Een rijtuig kwam voor bij, nog een rijtuig. Wlison schreef de nummers er van in zijn zakboekje. Men kon immers noodt weten 1 „Kijk," nep hij, „de brievenbesteller!" De man kwam, door den bediende ge leid, binnen. „Twee aangeteekende brieven, mijn heer. Wilt u even teekenen?" Holmes teekende de ontvangbewijzen, en deed d!e man uitgeleide tot aan de deur, terwijl hij de zegels van één der brieven verbrak. „Gij ziet er zeer vergenoegd uit," merk te Wilson na verloop van een oogenblik op. „Deze brief bevat een zeer belangwek kend aanbod. Gij verlangdet wat te d!oen te hebben; hier is een zaakje. Lees maar eens. Wilson las: „Mijnheer, Ik kom u de medewerking van uw on dervinding verzoeken. Ik ben het slacht offer geweest van een belangrijken dief stal, en de tot dusver gedane nasporingen schijnen op niets te zullen uitloopen. Ik zend u per zelfde post een aantal couranten, die *u met betrekking tot deze zaak inlichtingen zullen verschaffen, en als het u goeddunkt, u er mee te belasten, stel ik mijn huis te uwer beschikking en ver zoek ik u, op den hierbij ingesloten, door mij geteekenden wissel het bedrag te schrijn ven, dat gij zult goedvinden als vergoe ding van uw kosten vast te stellen. Wees zoo goed, mij uw antwoord te tele- grafeeren, en aanvaard, mijnheer, de ver zekering van mijn groote hoogachting. Baron VICTOR D'IMBLEVALLE, Rue Murillo 18, Parijs." „Ho, hol" zeide Holmes, „dat ziet er aardig uit... een reisje naar Parijs! Och, waarom niet? Sedert mijn geruchtmaken den strijd met Arsène Lupin heb ik geen gelegenheid gehad, er terug te keeren. Ik ■zou er niet rouwig om zijn, de hoofdstad der wereld in kalmer omstandigheden te zien." Hij scheurde den wissel in vier stukken en, terwijl Wilson, wiens arm zijn vroegere lenigheid niet had teruggekregen, aan net adres van Parijs bittere woorden uitstiet, deed hij de tweede enveloppe open. Dadelijk ontsnapte hem een gebaar van ontstemdheid, een rimpel bleef gedurende het lezen in eijn voorhoofd, en, terwijl bij het papier tot een prop ineenfrommelde, wierp hij het boos tegen den vloer. „Wat is er?'' riep Wilson verschrikt. Hij raapte de prop op, streek ze weer glad en las met toenemende ontsteltenis: „Waarde Meester, Gij kent de bewondering, welke ik voor u koester, en heb belang, dat ik in uw goe den naam stel. Welnu; geloof mij, bemoei u niet met de zaak, waarvoor men uw me dewerking verzoekt. Uw optreden zou veel kwaad veroorzaken, al uw pogingen zou den slechts tot armzalige resultaten leiden, en gij zoudit genoodzaakt zijn, in het open baar het mislukken er van te erkennen* Innig begeerig, u zulk een vernedering te besparen, bezweer ik u, in naam van do vriendschap, die ons vereenigt, kalm in heb hoekje van uw haard te blijven. Mijn beste groeten aan den heer Wilson, en aan u, waarde Meester, de eerbiedige hulde van uw toegenegen ARSèNE LUPIN." „Arsène Lupin," herhaalde Wilson ver baasd. Holmes begon met zijn vuist op de tafel te slaan. Hij begint me de keel uit te hangen, die kerelHij steekt den draak met me als met een kwajongenDe openlijke erkenning van het mislukken mijner pogingen Heb ik hem niet gedwongen, den blauwen diamant terug te geven?" „Hij is bang," meende Wilson. „Gij zegt domheden! Arsène Lupin is nooit bang, en het bewijs daarvan is, iafc hij me uitdaagt." „Maar hoe weet hij af van den brief, dien baron d'Imblevalle ons zendt?" „Weet ik het? Ge doet me domme vra gen, mijn waarde!" „Ik dacht... ik meende..." „Wat? Dat ik een toovenaar ben?" „Neen, maar ik heb u zulke wonderen eden doen!" „Niemand doet wonderen, ik evenmin als een ander. Ik denk na, ik breng de dingen met elkaar in verband, maak mijn gevolg trekkingen, maar ik raad niet. Alleen stommeriken raden." Wilson nam de bescheiden houding ann van een hond, die ransel heeft gehad, en deed zijn best, om geen stommerik te zijn, niet te raden, waarom Holmes de kamer met groote. stappen ontstemd op en neer hep. Maar nadat Holmes zijn bediende go- scheld en hem bevolen had zijn valies klaar te maken, meende Wilso-n het. recht te hebben, daar hier een feit aanwezig was, na te denken, af te leiden en de gevolgtrek king te mogen maken, dat zijn chef op re ia ging. Dezelfde geestesacrobatiek stel do hem in staat te verzekeren met de beslistheid van een, die weet, zich niet te vergissen „Sherlock, gij gaat naar Parijs." „Dat is mogelijk!" „En gij gaat ei* meer heen, om te nnt- woorden op de uitdaging van Arsène Lupin dan om baron d'Imblevalle genoegen te doen." „Best mogelijk.'' „Sherlock, ik ga met u mee." „Ha, ha, oude jongen," riep Holmes, terwijl hij zijn wandeling staakte, „zijt gij dan niet bang, dat uw linkerarm het lot van uw rechter zal deelen?" „Wat kan mij overkomen? Gij zijt im mers bij me." „Nu, gij zijt een grappenmakerEn wij zullen dien mijnheer laten zien, dat hij misschien verkeerd heeft gedaan, ons zoo onbeschaamd den handschoen toe te wer pen. Vlug, Wilson, we zien elkaar bij den eersten den besten trein naar Dover." „Zonder te wachten op de kranten, waarvan de baron u de toezending meldt?" „Waartoe zou dat dienen?" „Ik zal een telegram sturen." „Niet noodig. Dan zou Arsène Lupin van mijn aankomst afweten. Daar ben ik niet op gesteld! Ditmaal, Wilson, moeten we boog spel spelen I" (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 1