N®. 16076
Vrijdag 19 Juli.
A°. 1912.
£leze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Wonderlijke avonturen.
LEIDSCH
DAGBLAD
PKIJS DER ADTERTENTIEN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere letters naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën Tan 30 woorden 40 OentB contanteli
tiental woorden meer 10 Oente. Voor het inoaaseeren wordt 0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Oentsj per 3 maanden 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30.
Pranco per post t 1,65.
UIS1IESWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet;
Brengen bij f,eze ter algemeene kennis,
liat door hen op lieden vergunning is ver
leend aan de firma VAN CRANENBURGH
en HERINGA en rechtverkrijgenden tot het
iüitbreiden van de sajetfabriek in de percee-
Jen Rapenburg Nos. 107, 109 en 111, Sectie
I' Nos. 577 en 1036.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 18 Juli 1912.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet;
Brengen bij deze ter algenuene kennis dat
door hen op heden vergunning is verleend
aan de firma P. STOEKE en ZOON cd
rechtverkrijgenden tot het uitbreiden van
de manufacturenververij in het perceel Ge
dempte Voldersgracht No. 23, Sectie H No.
£949.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELA AR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
[Leiden, 18 Juli 1912.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet;
Brengen bij deze ter algemeen© kennis,
dat door hen op heden vergunning is ver
leend aan F. M. A. PIECK en rechtverkrij-
e*>Ddoa tot het plaateen en in: werking stel
len van twee electromotor en, elk van twee
p.k., tot het aandrijven van diverse naai
machines, in het perceel Leegewerfsteeg
Nos 8/10, Sectie H No. 3300.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 18 Juli 1912.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien het adres van de firma E. J.
SCHOONDERGANG SPEET om vergun
ning tot uitbreiding der fabriek vaa ver
duurzaamde levensmiddelen m het perceel
Heerengracht Nos. 65/67, Sectie C No 1751,
door plaatsing en in werking stelling van
3 electro motoren, waarvan 1 van 3 1 van
2, 1 van 1 p.k.;
Gelet op de artt. 8 en 7 der Hinder
wet;
Geven bij deze kennis aan het publiek lat
genoemd verzoek, met' de bijlagen op de
Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd
is; alsmede dat op Vrijdag 2 Augustus a.s.
'8 voormiddags te elf uren, op het Raad
huis, gelegenheid zal worden gegeven om
bezwaren tegen dit verzoek in te brengen,
terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat
niet tot btroep gerechtigd zijn zij, die niet
overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor
het gemeentebestuur of een zijner leden
zijn verschenen ten einde hun bezwaren
mondeling toe te lichten.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
N. C. DE GIJSELAAR,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 19 Juli 1912.
Vol verwachting klopte het hart (het hart
van do belangstellenden op de publieke
tribune, die gekomen waren om den uitslag
van de „Posthof '.kermis, en da brandweer-
kwestie to vernemen), wie de koek zou krij
gen en wie de gard-
En er was alle reden, om' te vermoeden,
dat deze verwachting niet op lange proef
zou worden gesteld. De agenda was zeer
mager en de meeste punten schenen al wei
nig aanleiding tot discussie te geven. Maar
daarvan is men in onzen Raad nooit zeker.
De leden voteeren soms in oen hand.omdraai
duizenden en kunnen over kleine dingen do-
batteeren zonder einde. En zoo is er giste
ren ook nog al geruimen tijd verloopen, vóór
men tot de „kwesties" kwam, die in de
laatste weken de Leidsoho gemoederen heb
ben beheerscht op een moment vooral, dat
de burgemeester hoog en droog in het oude
Egypteland zat-
Wij zullen, zij het dan ook heel vluchtig,
omtrent wat er vooraf passeerde, even een
en ander moeten opmerken.
En dan staan wij allereerst stil bij het
verzoek van do Vereeniging tot bevordering
van den houw van Werkmanswoningen, om
in een stadswijk achter de Haarlemmerstraat,
omvattende de Bouwelouwen. en Paradijs
steeg, en een gedeelte der Van.der-Wetrf-
straat, met haar poorten en sloppen, tot
onteigening van een aantal perceelen te kun
nen overgaan, waarop dan een opruiming
er van zal volgen en het maken van een
geheel nieuw, frisch. arbeiderskwartier in
den geest als dit is geschied tusschen Leven-
daal en Zijd'graclitr ~Ten~ behoeve daarvan
vraagt de Vereeniging van de gemeente een
voorschot van f 189,000, af te betalen in
termijnen van f 3300, in 50 jaar.
Het verzoek werd in handen gesteld van
B. en Ws. tot het uitbrengen van praeadvies,
wolk advies natuurlijk gunstig zal luiden,
want het spreekt vanzelf, dat vooraf tusschen
het bestuur der Vereeniging en het College
van B. en Ws. reeds vóóronderhandelingen
hebben plaats gehad, wat trouwens ook al
uit het adres bleek, waarin werd gezegd,
dat men eindelijk over een verbindingsweg
van 10 M. tot overeenstemming was geko
men.
Wij zullen over deze aangelegenheid later
wel meer hooren, maar willen er nu alleen
dit van zeggen, dat deze verbetering zeer
urgent is. En wat het groote voorschot
Aangaat, daarvoor klopt de gemeente aan
tij het Rijk en blijft alleen maar borg voor
de Vereeniging, waar zij geen gevaar hij
kan.
Dan kwam nog do mededeeling, dat de
onaangename straatkwestie in de Stadhou
derslaan kon worden opgoldst, als de ge
meente de straat wilde overnemen. De be
langhebbende eigenaren der huizen hebben
den grond gekocht voer f 350 en als zij
nu iiog f 900 storten in de gemeentekas,
neemt de gemeente de straat over en maakt
haar in orde. Het oude materiaal, dat er
eerst is uitgebroken en naar een andere plaats
vervoerd, zal weder voor de bestrating ge
bruikt worden. Do heele komedie heeft den
in het bezit van de straat gebleven oorspron-
kelijken eigenaar en een paar tussclienper
sonen een geldelijk voordeeltje bezorgd, ig
voor de eigenaren der woningen een* beetje
schadelijk, maar nu is het, op dit gedeelte
althans, ook uit, hoewel het niet onmoge
lijk is, dat wij elders nog een herhaling
van het geval zullen zien gebeuren- Er is
B. en Ws. over deze schikking lof toege
zwaaid en zoo'n bedankje is heel goedkoop,
maar feitelijk heeft dit College er toch
weinig aan gedaan. Het initiatief is uitge
gaan van de huiseigenaren, trouwens ook de
eenige belanghebbenden.
Dat er bij do som, voórloopig uitgetrok
ken voor de ophooging van het sportterrein
aan den Zoeterwoudschen Singel nog f2300
gevoegd moest worden, gaf den heer Fok
ker, die over deze overschrijdingen al eens
meer B. en Ws. een verwijt maakte, aanlei
ding even uit te pakken. Hij kreeg echter
van den heer Ivorevaar, die zich op den
aanval blijkbaar had voorbereid, geducht den
wind van voren. Deze legde over een staat,
waaruit bleek, dat in het vorig jaar de ver
schillende aanbestedingen niet minder dan
f 62,747 beneden de raming waren gebleven
maar daarvan hoort men dan niets. Boven
dien, als men te hoog raamt, geeft dit wel
eens aanleiding, dat er ook hcog ingeschre
ven wordt en dat zou de gemeente wel eens
duur te staan kunnen komen. Wij meenen ook,
dat 't niet goed is hierop steeds aanmerkin
gen te maken. Een werk kan mee- en tegen
vallen en de meerdere kosten bcteekenen vol
strekt nog niet, dat er roekeloos met het
geld der gemeente wordt omgesprongen. Al
leen dan, wanneer de verhooging een go-
volg is van een afwijking van het oorspron
kelijk en door den Raad. goedgekeurd plan,
is critiek op haar plants.
Over de plaatsing van een urinoir op het
Stationsplein, waarover B. en Ws. met de
directie der Holl. IJzeren Spoorweg-Mij. uit
den treurei hebben gecorrespondeerd, is nu
ook weer ampel en breed van gedachten ge
wisseld. De heer Roem wilde zelfs een on-
dergrondsoh urinoir en maakte reeds een
daartoe strekkend voorstel klaar. Toen hij
echter hoorde, dab daarmede vcor het minst
tien millo zou gemoeid gaan, plus nog een
duur toezicht, omdat zoo'n ondergToaidsohe
ruimte alliohb aanleiding zou geven tot iets,
wat het licht niet kan verdragen, ging hij
wijselijk het blaadje, waarop het voorstel
stond geschreven, maar verscheuren-
Wij vernamen zoo en passant dat het
niet een gewoon urinoir, maar een goed uit
ziend gebouwtje zal worden, waarnaast
„Vreemdelingenverkeer" nog haar Reisbureau
zal oprichten, 'fc Komt dus in orde aan het
Station.
Het voorsrbel, om den ambtenaren, be
ambten en werklieden, in dienst der ge
meente, te verplichten in de gemeente te
wonen, zoo te formuleeren, dat ontduiking
er aan niet mogelijk is, vond natuurlijk
geen bestrijding.
Niemand plaatste zich op het vnj
dwaze standpunt van een inzender in ons
blad, die dezen „dwang" ongeoorloofd
aolitte. Het zou wat moois zijn, wanneer wiji
onzen ambtenaren, die hun salaris genieten
uit de gemeentekas, de gelegenheid gaven
dit geld elders te verteren, en in de belas
tingen slechts als foiens bij te dragen 1 Wij
moeten het al met leede oogen aanzien,
dat een aantal rijksambtenaren, hoogleera
ren bijv., buiten de gemeente wonen, en
ook onzen eigen ambtenaren daartoe vrij
heid te geven, dat zou beteekencn zichzelf
een strop aandoen, en zoo dwaas is onze
Vroedschap gelukkig niet. Wij gelooven,
dat er geen enkele gemeente is, waar men
dit toelaat-.
De beschikbaarstelling van een bedrag
van f 6000 ten behoeve van de kosten van
een nieuwe gemeentelijke boomkweekcrij
heeft de aandacht eens op deze zaak geves
tigd. Verscheidene menschen, die wij
spraken, bleken niet eens te weten, dat wij
er zulk een kweekerd op nahielden. De
heer Roem heeft de vraag opgeworpen of
het wel wenschelijk is zelf zoo'n kweekerij
te exploiteeren, en vroeg daarom een
exploitatie-rekening.
De Raad is daarop niet ingegaan en toch
was dit- denkbeeld niet te versmaden ge
weest. Het zou ons niet. verwonderen, of
zoo'n exploitatie zal de gemeente heel wat
geld kosten.
Over den aankoop van een perceel, dat
tal worden ingericht tot een hulpkantoor
voor de Stadsbank-van-Leening, was men
het ook a-1 niet geheel eens. Nu de verbou
wing der daarvoor op de Heerengracht
aangewezen panden zooveel moest kosten,
dat volgens berekening van den ingenieur
van gemeentewerken men er ook een ge
heel nieuw gebouw voor zou kunnen stich
ten, werd dit denkbeeld natuurlijk ook ver
dedigd en zelfs belichaamd in een motie,
die echter met 17 tegen li stemmen werd
verworpen. De vrees bestond bij velen, dat
men met nieuwen bouw toch nog duurder
uit zou komen.
En zoo kwam men dan eindelijk tot
kwesties, waarvoor blijkbaar de publieke
tribune voor een groot deel was volgeloo-
pen.
Nadat de Voorzitter den heer Vergouwen
had gerust gesteld omtrent het bestaan
eener verordening op bet varen van mo
torbooten door de stad, van welker bestaan
in de vorige .zitting noch de secretaris, noch
de wethouders, noch de leden der Commis
sie van de Strafverordening, noch de Raad
■zich bewust waren, hoewel zij nog wel uit
de laatste jaren dagteekent, kwam hij tot j
de beantwoording van de vraag, in de vo-
rige zitting gedaan door prof. Heeres, over j
het optreden van den algemeenen markt
en havenmeester bij de „Posthof"-kermis.
Uit het antwoord is wel gebleken, dat aan
den burgemeester de koek en aan den heer
Romanesko de gard toekomt. Dat deze er ge
voelige klappen mee zal krijgen, gelooven
wij niet; maar men zal hem toch wel ver-
leeren later weer aldus op te treden.
De burgemeester had hem opgedragen er
eenig toezicht te houden inhetbelang
der gemeente en hij schijnt het zoo
opgevat te hebben, dat hij is opgetreden
in het belang van den ondernc-
merofdeondernemi ng. Hij werd
door het publiek besehouwd als „impresa
rio" zeiden de heeren Briët en Bosoh en de
eerste wen&chte zelfs een gestreng onderzoek
te doen instellen naar de waarheid van de
geruchten, dat de man financieel bij de
zaak betrokken is geweest, wat de "Voor
zitter een valsche aantijging noemde, flij
heeft verkeerd gedaan... maar te goeder
trouw.Wij moeten bekennen, dat wij onzen
altijd pienteren marktmeester niet voor zoo
naïef hebben aangezien, dat hij een op
dracht in het belang der gemeente opvat
in den zin, dat hij de belangen van den
ondernemer moet behartigen. Hier mag moo
zeker wel spreken van het in den laat.o-.en
lijd spreekwoordelijk geworden „afsonuwe-
JIjk misverstand."
Aangaande de vraag, waarom de burg
meester vergunning heeft gegeven tor, het
houden van deze kermesse d'été en waarom
hij toestond, dat de vermakelijkhe 1 -n des
Zo; ctagsavonds open waren, heeft cis Voor
zitter zich uitnemend verdedigd, 7.< oals
trouwens zijn geheele optreden in doe znak
sympathiek was, waar hij voor alles de ver
antwoordelijkheid persoonlijk op zich nam
en zich niet dekte met het College van 15.
en Ws.
Hij heeft, de vergunning gegeven krachtens
de verordening en dit zal hij blijven doen,
ook al voelt hij er persoonlijk niets voor.
Maar wanneer hij niet ducht, dat. de orde
verstoord en de zeden gekwetst worden^
eischt het beginsel van burgerlijke vrijheid,,
dat hij niet weigert. Een deel van den Raad
applaudisseerde bij deze uitlating.
Trouwens, hij bevindt zich iu goecl gezel
schap. Ook de burgemeesters van Rotterdam
en Den Plaag volgden dezelfde gedragslijn
en ook zijn ambtsvoorganger mr. De Rid
der, deed niet anders.
Do uitdrukking van don lieer Briët, da.fc
toen 't College v. B. en Ws. anders was samen
gesteld, was minder gelukkig. Het is, zooals»
de heer Fokker daarover opmerkte: derge
lijke beslissingen mogen niet afhangen van
een toevallige meerder, of minderheid.
Wil de Raad echter, dat de ,,PosthoF%
kermis niet meer zal plaats hebben, dari;
moet hij de verordening op dit punt wijzigen.
Het initiatief zal daarvoor moeten uitgaan
van de leden van den Raad zelf. Of het
daartoe komen zal, betwijfelen wij evenwel.
De heer Briët trok wel eens hard van leer,
doch de heer Pera was zeer voorzichtig,
had zijn speech zorgvuldig op papier ge
steld en sprak slechts wensehen en verwach
tingen uit.
Over de brandweer-kwestie, in verband met
het optreden van de brandweer bij een der;
laatste branden, waarbij het beleid van den'
Commandant aan een critiek is onderworpen,
lieerschte zeer stellig een misverstand.
De Raadsleden, die er het woord over voer
den ,en blijkbaar waren ingelicht door dei
brandmeesters, hielden vol, dat ca* eon order
door den Commandant was uitgevaardigd,
niet geheel sfcrookond mot art. 26 der ver
ordening.
De Voorzitter, die vernrn-delijk zijn licht
heeft opgestoken bij den Co-mmandant, ont
kende dit even stellig.
Op de publieke tribune Uxbvong men zdch
nauwelijks om tussohen l-eiden te lcomen,
zoodat wij vermoeden, dat er nu buiten do
Raadzaal om wel eenig meerder licht zal
worden, verstrekt. Hierbij is echter nog niet
uitgemaakt wien de gard zal worden toege
deeld.
Bedriegen, wij ons niet, dan loopt de kwes
tie hieroverVroeger mochten de opperbrand-
meesters of brandmeesters, wanneer zij be
merkten, dat er in de wijk, waar hun spuit
6tond, een brand was uitgebroken, zich met
deze spuit naar het terrein van den brand
hegeven, en daar handelend optreden, ook
zonder order van den Commandant of van
wien hem verving. Thans mogen zij dit niet
meer en daaraan is bijv. het oponthoud van
81)
De Joodsche lamp.
Sherlock Holmes en Wilson zaten, de een
rechts, de ander links, van den grooten
Bchoorsteen, met de voeten uitgestrekt
naar een gezellig cokes-vuur.
De pijp van Holmes, een houten pijp,
met zilveren beslag, was uitgegaan. Hij
klopte er de aseli uit, stopte ze opnieuw,
etak ze aan, haalde de panden van zijn
kamerjapon over zijn knieën en trok uit
zijn pijp lange halen, die hij in kleine
rookkringen naar het plafond blies.
Wilson keek hem aan. Hij keek hem aan,
zooals de hond, die in een krul op het
kleed voor den haard: ligt, zijn meester
aankijkt: met groote, ronde oogen, zonder
met de wimpers te knippen. Zou de meester
het zwijgen onderbreken? Zou hij hem het
geheim oplossen van zijn gepeins en hem
toelaten in het koninkrijk zijner gedach
ten, waarvan, naar het Wilson toescheen,
hem de toegang was verboden?
Holmes bleef zwijgen.
Wilson waagde te zeggen:
„Het is een kalme tijd Geen enkele
zaak van belang."
Holmes zweeg hardnekkig, maar zijn
rookkringetjes slaagden voortdurend beter,
en ieder ander dan Wilson zou waargeno
men hebben, dot hij er dieinnige voldoo-
mng in vond, welke in oogenblikken van
volkomen achteloosheid) dergelijke kleinig-
.heden kunnen schenken.
Wilson, door het zwijgen ontmoedigd,
stond op en ging naar het venster.
De vervelende straat strekte zich uit tus
schen de doodsche gevels der huizen, onder
een zwarten hemel, waaruit een geniepige,
scherpe regen viel. Een rijtuig kwam voor
bij, nog een rijtuig. Wlison schreef de
nummers er van in zijn zakboekje. Men
kon immers noodt weten 1
„Kijk," nep hij, „de brievenbesteller!"
De man kwam, door den bediende ge
leid, binnen.
„Twee aangeteekende brieven, mijn
heer. Wilt u even teekenen?"
Holmes teekende de ontvangbewijzen,
en deed d!e man uitgeleide tot aan de
deur, terwijl hij de zegels van één der
brieven verbrak.
„Gij ziet er zeer vergenoegd uit," merk
te Wilson na verloop van een oogenblik op.
„Deze brief bevat een zeer belangwek
kend aanbod. Gij verlangdet wat te d!oen
te hebben; hier is een zaakje. Lees maar
eens.
Wilson las:
„Mijnheer,
Ik kom u de medewerking van uw on
dervinding verzoeken. Ik ben het slacht
offer geweest van een belangrijken dief
stal, en de tot dusver gedane nasporingen
schijnen op niets te zullen uitloopen.
Ik zend u per zelfde post een aantal
couranten, die *u met betrekking tot deze
zaak inlichtingen zullen verschaffen, en als
het u goeddunkt, u er mee te belasten, stel
ik mijn huis te uwer beschikking en ver
zoek ik u, op den hierbij ingesloten, door
mij geteekenden wissel het bedrag te schrijn
ven, dat gij zult goedvinden als vergoe
ding van uw kosten vast te stellen.
Wees zoo goed, mij uw antwoord te tele-
grafeeren, en aanvaard, mijnheer, de ver
zekering van mijn groote hoogachting.
Baron VICTOR D'IMBLEVALLE,
Rue Murillo 18, Parijs."
„Ho, hol" zeide Holmes, „dat ziet er
aardig uit... een reisje naar Parijs! Och,
waarom niet? Sedert mijn geruchtmaken
den strijd met Arsène Lupin heb ik geen
gelegenheid gehad, er terug te keeren. Ik
■zou er niet rouwig om zijn, de hoofdstad
der wereld in kalmer omstandigheden te
zien."
Hij scheurde den wissel in vier stukken
en, terwijl Wilson, wiens arm zijn vroegere
lenigheid niet had teruggekregen, aan net
adres van Parijs bittere woorden uitstiet,
deed hij de tweede enveloppe open.
Dadelijk ontsnapte hem een gebaar van
ontstemdheid, een rimpel bleef gedurende
het lezen in eijn voorhoofd, en, terwijl bij
het papier tot een prop ineenfrommelde,
wierp hij het boos tegen den vloer.
„Wat is er?'' riep Wilson verschrikt.
Hij raapte de prop op, streek ze weer
glad en las met toenemende ontsteltenis:
„Waarde Meester,
Gij kent de bewondering, welke ik voor
u koester, en heb belang, dat ik in uw goe
den naam stel. Welnu; geloof mij, bemoei
u niet met de zaak, waarvoor men uw me
dewerking verzoekt. Uw optreden zou veel
kwaad veroorzaken, al uw pogingen zou
den slechts tot armzalige resultaten leiden,
en gij zoudit genoodzaakt zijn, in het open
baar het mislukken er van te erkennen*
Innig begeerig, u zulk een vernedering
te besparen, bezweer ik u, in naam van do
vriendschap, die ons vereenigt, kalm in heb
hoekje van uw haard te blijven.
Mijn beste groeten aan den heer Wilson,
en aan u, waarde Meester, de eerbiedige
hulde van uw toegenegen
ARSèNE LUPIN."
„Arsène Lupin," herhaalde Wilson ver
baasd.
Holmes begon met zijn vuist op de tafel
te slaan.
Hij begint me de keel uit te hangen, die
kerelHij steekt den draak met me als met
een kwajongenDe openlijke erkenning
van het mislukken mijner pogingen Heb ik
hem niet gedwongen, den blauwen diamant
terug te geven?"
„Hij is bang," meende Wilson.
„Gij zegt domheden! Arsène Lupin is
nooit bang, en het bewijs daarvan is, iafc
hij me uitdaagt."
„Maar hoe weet hij af van den brief,
dien baron d'Imblevalle ons zendt?"
„Weet ik het? Ge doet me domme vra
gen, mijn waarde!"
„Ik dacht... ik meende..."
„Wat? Dat ik een toovenaar ben?"
„Neen, maar ik heb u zulke wonderen
eden doen!"
„Niemand doet wonderen, ik evenmin als
een ander. Ik denk na, ik breng de dingen
met elkaar in verband, maak mijn gevolg
trekkingen, maar ik raad niet. Alleen
stommeriken raden."
Wilson nam de bescheiden houding ann
van een hond, die ransel heeft gehad, en
deed zijn best, om geen stommerik te zijn,
niet te raden, waarom Holmes de kamer
met groote. stappen ontstemd op en neer
hep. Maar nadat Holmes zijn bediende go-
scheld en hem bevolen had zijn valies
klaar te maken, meende Wilso-n het. recht
te hebben, daar hier een feit aanwezig was,
na te denken, af te leiden en de gevolgtrek
king te mogen maken, dat zijn chef op re ia
ging.
Dezelfde geestesacrobatiek stel do hem
in staat te verzekeren met de beslistheid
van een, die weet, zich niet te vergissen
„Sherlock, gij gaat naar Parijs."
„Dat is mogelijk!"
„En gij gaat ei* meer heen, om te nnt-
woorden op de uitdaging van Arsène Lupin
dan om baron d'Imblevalle genoegen te
doen."
„Best mogelijk.''
„Sherlock, ik ga met u mee."
„Ha, ha, oude jongen," riep Holmes,
terwijl hij zijn wandeling staakte, „zijt gij
dan niet bang, dat uw linkerarm het lot
van uw rechter zal deelen?"
„Wat kan mij overkomen? Gij zijt im
mers bij me."
„Nu, gij zijt een grappenmakerEn wij
zullen dien mijnheer laten zien, dat hij
misschien verkeerd heeft gedaan, ons zoo
onbeschaamd den handschoen toe te wer
pen. Vlug, Wilson, we zien elkaar bij den
eersten den besten trein naar Dover."
„Zonder te wachten op de kranten,
waarvan de baron u de toezending meldt?"
„Waartoe zou dat dienen?"
„Ik zal een telegram sturen."
„Niet noodig. Dan zou Arsène Lupin van
mijn aankomst afweten. Daar ben ik niet
op gesteld! Ditmaal, Wilson, moeten we
boog spel spelen I"
(Wordt vervolgd)*