Tweede Kamer. Ingezonden. Vragen en Antwoorden. !wajit het komt ook u en u-we kinderen ten goede. Daar niemand in. verband met het ge sprokene iets in het midden wenschte te brengen werd de bijeenkomst tegen twaalf uren gesloten. Helling eencr Inkomstenbelasting. II. Belastingplicht. Van verschillende zijden werden bezwa ren te berde gebracht tegen de regeling van deD „subjectieven belastingplicht", waaraan par. 3 der Memorie van Toelich ting is gewijd. Deze bezwaren golden vooreerst de belas ting der uitwonenden. Eenige leden merkten op, dat het belas ten van buiten Nederland wonende grond eigenaren niet in overeenstemming is met de ook door den Minister gehuldigde opvat ting, dat dubbele belasting moet worden vermeden. Wenscht de Minister, zoo vroeg men, te gen te gaan, dat uitwonenden hier te lande onroerend goed bezitten? Tegen een derge lijke politiek moest men zich verzetten, al was het slechts om deze reden, dat, als uitwonenden meer en meer worden gedwon gen hun goederen hier te lande van de hand te doen, veel Nederlandsch kapitaal, tot dusver belegd in de industrie, in onroe rend goed zal worden vastgelegd, hetgeen in economisch opzioht een nadeelige wer king heeft. Door verscheidene andere leden werd op de door den minister aangevoerde gronden^ de belastingheffing ten aanzien van uitwo nenden verdedigd. Een ander punt dat tot bedenkingen aan leiding gaf, betrof de belasting van rechts persoonlijkheid bezittende vereenigingen. Het betoog, dat de strekking heeft aan te toonen, dat naamlooze vennootschappen e. id. aan de belasting moeten worden onder worpen, scheen verscheiden leden niet zeer krachtig. Andere leden hadden tegen de belasting van vereenigingen op zichzelf geen beden king, doch zij drongen er op aan, deze in een afzonderlijke wet te regelen. Immers, zij staat naast- de inkomstenbelasting, welko naar het oordeel van den Minister alleen van physieke personen kan worden geheven. Wanneer aan het bezwaar, dat dubbele be lasting wordt opgelegd, indien vereenigin gen in de inkomstenbelasting worden getrok ken, geen waarde wordt toegekend, dan ge schiedt zulks omdat de belasting van ver eenigingen als een speciale belasting op de opbrengst vaïi ondernemingen wordt be schouwd. Doch dan behoeft ze ook een af zonderlijke regeling. Vervolgens kwam ter sprake de in de Me morie van Toelichting behandelde vtaag, of do opbrengst van het landbouwbedrijf al dan niet aan de inkomstenbelasting moet worden onderworpen. Sommige leden meen den, dat de Minister zich al te gemakkelijk van de moeilijkheid van dit vraagstuk heeft afgemaakt. Immers, werd bij de laatste wij ziging der Suocessiewet, toen door afschaf fing van het overgangsrecht op effecten het roerend vermogen tegenover dit onroerend goed in een voordeeliger conditie geraakte, door de regeering toegezegd, in overwegin3 te nemen, om de landbouwers bij de inkom stenbelasting minder te treffen dan de bezit ters van het roerend vermogen. Daarvan blijkt in dit ontwerp niets; integendeel, de Minister gaat voort de ongelijkmatigheid, die, naar reeds werd besproken, ten aanzien ran de belasting van roerend en onroerend vermogen bestaat, te verergeren. Ook laat de Minister vrijwel onaange roerd de YTaag, hoe de wet op het land bouwbedrijf zal kunnen worden toegepast. Verscheidene andere leden deelden deze bezwaren niet. De vrijstelling van den land bouw achtte zij op geen grond te verde Ji- gen. Aangifte. De in de Memorie van Toelichting v.rde- digde meening, dat, voor zooveel de belas tingplichtigen in staat zijn een aangifte biljet behoorlijk in te vullen, een onjuiste aangifte beter is dan geen aangifte, had er, naar sommige leden opmerkten, ook toe moeten leiden tot aangifte te verplichten die personen, voor wie het invullen van het biljet een bezwaarlijke taak is. Oo1- voor deze gevallen geilt, dat een onjuiste aan gifte „allicht een aanknoopingspunt (zal) versohaffen voor een debat- met den aange ver of wel een ambtelijk onderzoek in een bepaalde richting uitlokken." Aanslag. Verscheidene leden konden zich niet er jncde varecnigcn, dat de regeling van den Aanslag wordt opgedragen aan de ambte naren dm* directe belastingen. Bij de schrif telijk.; behandeling van het wetsontwerp van 's ministers ambtsvoorganger was, naar zij opmerkten, het gevoelen der Kamer op dit punt duidelijk gebleken. ITct had dan ook verwondering gewekt, dat de minister met dc destijds geuite bezwaren geen rekening heeft gehouden en ten deze het stelsel van het vroegere ontwerp handhaaft. Treedt een vermenging van inkomsten en vermogen ia, clan zullen de geschillen, welke tusschen den fiscus en den belastingplich tige omtrent liet bedrag der inkomsten ont staan, veelal geschillen zijn over het ver mogen en de bestanddoelen daarvan. .Wan neer nu overeenkomstig 's ministers voor stel, do regeling der inkomstenbelasting wordt opgedragen aan de ambtenaren der directe belastingen en die van de vermogens belasting aan de ambtenaren der registra tie, dan zullen herhaaldelijk conflicten ont staan, wijl toch eerstbedoelde ambtenaren zich bij de bcoordecling der inkomsten door geheel andere overwegingen laten leiden en met geheel andere gegevens moeten genoe gen nemen dan de registratie-ambtenaren, wanneer dezen het vermogen hebben te be- joqrdeelem De ledenr die deze aangelegenheid ter sprake brachten, zouden de oplossing der moeilijkheid willen zoeken in deze richting, dat in alle gevallen, waar sprake is van vermogensbelasting, de regeling der inkom stenbelasting wordt opgedragen a-an de amb tenaren, die zich met de toepassing der ver mogensbelasting bezighouden, derhalve aan de ambtenaren deer registratie. Bezwaren tegen den aanslag. Sommige leden gaven er hun bevreemding over te kennen, dat de minister niet op een voudiger wijze, met gebruikmaking van thans bestaande organen, poogde te voorzien in eenige leemten, waarvan het bestaan vrij algemeen wordt gevoeld. Een der bezwaren, die aan de tegenwoor dige regeling kleven, bestaat hierin, dat de procedure niet voldoende is -geregeld. De belastingplichtige behoort het recht te heb ben vóór de béhandelin'g der zaak inzage te verkrijgen van de beoordeeling van dep inspecteur, bedoeld in art. 31 (kir wet op de vermo'gensbelasting. Thans neemt hij daar van eerst kennis op de zitting en mist hij de gelegenheid zich daartegen te verweren. Een ander bezwaar is gelegen in het ont breken van een centraal college, dat zorg draagt voor eenheid in rechtspraak. Al moge men de grootste waardeering hebben voor den arbeid der tegenwoordige raden van. beroep, zoo is het toch niet goed te keuren, dat op tal van punten de juris prudentie verschillen toont en de wet in 6ommigo deelen van het land op geheel an dere wijze wordt uitgevoerd, dan in andere gedeelten. Navordering. In het wetsontwerp wordt navordering aan twee voorwaarden gebonden: zij kan niet geschieden wanneer geen aangifte wordt ge- eischt, en voorts moet zij op een nieuw feit gegrond zijn. Terwijl men zich met deza laatste voorwaarde algemeen kon vereenigen., waren eenige leden van oordeel, dat het al of niet eischen van aangifte op de moge lijkheid van navordering niet van invloed behoort te zijn. Tarieven en opbrengst der belasting. Door eenige leden werd de opmerking ge maakt, dat het tarief, door den minister voorgesteld, ten aanzien van de kleine ver mogens geen recht doet wedervaren aan het reeds eerder ter sprake gekomen beginsel, dat inkomsten uit vermogen zwaarder be- hooren te worden belast dan inkomfeten uit bedrijf. Sommige leden zouden wenschen, dat de bedrjjfsinkomsten beneden f3000 niet zwaar der zouden worden belast. Naar hun oor deel is het ontwerp, waarin de verzwaring reeds hij inkomens beneden f 1500 aanvangt, op dit punt te streng. Volgens 's ministers voorstel wordt het be lastbaar inkomen der binnen het Kijk wo nende belastingplichtigen vóór de toepassing .van het tarief verminderd met f 50 voor ieder minderjarig kind. Verscheidene leden waren van oerdeel, dat deze aftrek voor kinderen te gering is. Zal de inkomstenbelasting in werkelijkheid een belasting naar draagkracht zijn, dan behoort de wet op dit punt vrijgeviger te wezen. Ook waren er leden, die progressie voor stonden, zoodat, wanneer voor éép kind f 50 zou worden in mindering gebracht, dit be drag bij twee kinderen bijv. f 60j bij drie kinderen f 70 per kind zou bedragen. Waarsclinwiugen bij Siet zwemmen en baden In zee. In verband met ongelukken bij het zwem men en baden volge hier ter waarschuwing een schrijven, dat de heer Varenkamp, bad- aribs te Zandvoort, aan het „Hbl." zond: „Geen zomer gaat er voorbij of een der zeebadplaatsen heeft te boekstaven één of meer gevallen van verdrinken, door eigen schuld ontstaan. Niet genoeg kan gewaar schuwd worden tegen de onzinnige gewoon te ver in zee te gaan. In een kleine brochure, door mij uitge geven: „Genezing door zeelucht en zeeba- den", wordt er met nadruk op gewezen, «flat zelfs de beste zwemmer, volkomen ver trouwd met die zee, plotseling z.g. kuit- krampen of andere aandoeningen kan krij gen en groote kans beeft te verdrinken. Wanneer er om hulp geroepen wordt, dédr, waar geregelde oontröle is, zal in de mees te gevallen vroegtijdig hulp verleend wor den; maar ook in deze gevallen kan het te laat zijn: d>e ontzet/tende angst kan aanlei ding geven tot zoo enormen schok van het hart, dat patiënten niet meer te redden zijn, ook al is de badarts oogenblikkelijk op de plaats des onheils. Het ligt voor de hand, dat niet-zwem mers er in heb geheel niet aan denken kun nen verder in zee te gaan dan de badman zegt, d. w. z. het zeewater mag niet boven de heupen komen, daar men anders door het trekken van hert water gevaar loopt het evenwicht te verliezen en dieper in zee komt. Met nadruk wil ik er hier op wijzen, dat het z.g. trekken van het water zoowel bij vloed als bij eb voorkomt door de terug- loopende golf. Op het ckik zijn van het zeewater wil ik den lezer attent maken om een catastrofe te voorkomendan dus dubbel voorzichtig zijn, daar het een bewijs is van diepere stroomen en zuigingen in het water. Ik hoop echter, dat voortaan zooveel moge lijk geageerd wordt tegen het in-zee-gaan zonder bad-contröle, en dat hoogstaande, ontwikkeldie menschen, wonende zoowel ten zuiden als ten noorden van Zandvoort, van nu af aan daarin niet meer voorgaan. Het nemen van een zeebad, tweemalen per dag is absoluut verkeerd. Het hart schijnt een diisdanigen eterken prikkel slecht te verdragen. Natuurlijk zijn er bij een ongehik altijd menschen, die met iets bijzonders voor den dag komen. Zoo was het ook bij een pas gebeurd geval de jongen zou wel in een draaikolk gekomen zijn. Laat ik den lezer gerust stellen: draaikol ken komen in Zandvoort. zeker niet voor deze ontstaan alleen daar, waar jjammen of pieren in zee steken, oude wrakken lig gen, rotsen in zee steken, etc. Dat men rustig badende plotseling wat dieper kan komen, vindt zijn oorzaak in banken, waartusechen diepere gedeelten bespeurt men dus, vooral als niet-zwem- mer, dat men door één of twee passen in het water te doen dieper wegzinkt- dan keere men onherroepelijk terug. Niets is verder verkeerder dan te denken, dat het gezonder is dieper in zee te zwem men dan aan den kant. Therapeutisch is juist het baden voor aan in de branding het belangrijkst men krijgt dan behalve het lichtbad als het ware een koolzuurbad door de luchtbellen, het schuim der branding; de zandparti- keltjes prikkelen de huid eveneens tot functie, terwijl de flinke golfslag de huid massage completeert. Ook zorge men niet besweet m het bad te gaan. Het zou mij te ver voeren alle punten het baden en zwemmen betreffen de, hier uiteen te zetten u kunt het vin den in een boekje, dat ik schreef over physisohe therapie (uitgever F. van Ros sen, Amsterdam); zeer in 't kort wil ik echter daaruit even aanhalen hetgeen zeker elk zwemmer of elk bader moet weten: Neem geen zeebad, zonder dat een der ervaren badartsen u daartoe permissie geeft, besproei hoofd, hals, borst en rug voor het ondierdompelen; blijft aanvanke lijk niet te lang i'n het zeebad, n.l. pl.m. 5 minuten, later bij gunstig weer nooit lan ger dan 20 minuten; houdt uw kinderen beneden de 8 jaar er liever uit de zee lucht maakt hen sterk genoeg; stop ze er vooral nooit met geweld in. Bij' ouderen van dagen zal de badarts het vaatstelsel van den adspirant-bader eerst onderzoe ken stadskinderen doen vooral in den aan vang goed het pootje-baden hoogstens 10 a 20 minuten vol te houden. Baden of zwemmen met een pas gevulde maag is ge vaarlijk het hart is dan in slechte condi tie. Heeft men een of andere kwaal, dan boude men zich aan het advies van den badarts; het aan zee zijn is dikwijls even heilzaam als het in zee zijn. Ten slotte een enkel woord aan u, opvoe ders der jeugd, aan de onderwijzers, die een on v©t ge tel ijken indruk achterlaten bij het kindi Het is zeer zeker heel leerzaam voor de kinderen, dat zij iets afweten van de kosmografie dat zij weten, dat eb en vloed alhankelijk zijn van invloeden van maan en zonmaar leer hun vooral, dat die eb en vloed jaar in jaar uit slachtoffers ma ken, dat nog steeds door onwetendheid met die krachten verdrinken aan zee voorkomt. Kunstmatig ademhalen, zuurstof inbla zen, etc. zijn voorzeker prachtige hulpmid delen, maai* meestal is het te laat het is hier ook weer: voorkoming is beter dan genezen." Mijnheer de Redacteur 1 Sta mij toe een plaatsje voor onder staande. Bij voorbaat mijn dank. Ik meen met het na\icü|gende niets nieuws te zeggen, doch wel de aandacht nog eens en met nadruk te vestigen op een m. i. zeer urgente zaak. Het betreft de zoogenaamde volksuit- sparmingen. Niet meen ik bet woord volk opgevat te zien als'gepeupel, dat al maar kwaad doet, en waar de politie banden aan vol heeft, noch als speciaal prole tariër, maar als Nederlandsch volk. Het Nederlandscho volk heeft zijn natuurlijke uitspanningen noodig, zooals Zondagsrust noodig is. Uitspanningen zijn uit den aard der zaak „tegenstellingen" met het dagelijksche leven, met de dagelijksche sleur. En waar dit leven, deze sleur, een maatschappelijke... dus onnatuurlijke zaak is, komt het mij voor, dat daar tegenover geboden dient te worden de natuur. Filantropisch gestemde menschen ijveren er voor, de minder ruim bedeelde mede- menschen eens een week of als het kan langer naai' „buiten" te brengen. Doch hoe lofwaardig ook, het is onmogelijk in zoo'n paar weekjes voldoende tegenwicht te verkrijgen tegenover de resteerende 50. Neen, wel dient men naar buiten te gaan doch.... dan dienen er ook wandelingen te zijn te over. Kleine en groote. Het groote soc. vraagstuk kan, dunkt mij, zoo'n oplos sing zéér nabij komen, wanneer 't vraagstuk /Van woning en uitspanning meer ernstig 'onder oogen wordt gezien. Een zindelijke frissche woning kan in de gewone en de armere gezinnen geluk aanbrengen. (Zie wat het Heilsleger in dezen reeds deed.) Uitspanning als een wandeling in de steeds opwekkende natuur, zoowel 's zo mers als '8 winters, brengt meerdere le venskracht, meerdere elasticiteit in 's menschen gemoed, geeft energie terug, welke van ons gevorderd wordt, dcor de onnatuurlijke maatschappelijke plichten. En waaraan hebben wij behoefde tij-' dens de wandeling? Niet aan café's," niet aan „gelegenheden van dien aard", doch aan afwisseling. Afwisseling in wat ons omringt. Frissche prettig aangelegde tuintjes met bloemenweelde, die al naar zijn soort van zéér goedkoop tot zéér dure kunnen gekweekt worden. Kleine arbei dershuisjes, met een - brokje klimop er tegen aan, raken juist door dien groei hun leelijke eentonigheid kwijt en geven juist iets vriendelijks. Iets van levenslust. Boomen en heesters, welke bij aanplan ting voor menigeen geen financieel be zwaar vormen,hoe verkwikken zij ons niet in den zomer met hun schaduw! Wat verlevendigen zij het landschap 's winterB niet door hun naakte takken. Vooral, wanneer sneeuw of rijp gekomen is uit den donkeren nacht. Waarlijk wij allen zijn het er over eens. Hetkon alles zoo veel mooier z ij tn 'wctkieeï... er reeds n u een aan vang werd gemaakt. De Scheveningsche weg werd toch ook aaügelcgd door Huy- gens. Zij, die de Middacbterallée hebben bewonderd, weten ook, dat ook deze grooteche laan werd „gemaakt." En al hebben wij, „groote menschen", nu nog niet direct het genot van wat ons bij aan kweeking bezielt, onze kinderen zullen ons dankbaar zijn. Waarom zijn de wande lingen bij Oegstgeest zoo gezocht? Door het zéér goedkoope hout, dat schaduw biedt, en laantjes vormt van geen waar de. Waarom is de Vlietweg zoo machtig schoon? Door de eenvoudige houtsoorten, welke geen financieel bezwaar Vormen bij aanschaffing. De Holl. wilg wil over al. Zoo'n jaagpad., wat menig kunstenaar gaf er geen indrnk van terug! Wanneer de betreffende gemeenten het belang der schoonheid inz?.gen, (helaas ig dit voor de buitengemeenten nog onver staanbaarder dan SanJscriet) dan kwa men de wandelaars. En met hen...» meer levensvreugde. Meer waar genot. WILLEM C. BROUWER, „Vredelust," Leiderdorp. Mijnheer de Redacteur! Beleefd verzoek ik een plaatsje voor onderstaand. Zaterdagavond las ik in Uw blad het ge beurde met de runderen aan heb Groene Kerkje te Oegstgeest. Het was een aller treurigst gezicht, vooral dat eene te zien kruipen op gebroken pooten, zoodat bet been door de huid; stak, en daar liep heb dier op; en dan te moeten weten, dat het de schuld is van den machinist. Ik kan mij niet begrijpen hoe iemand het in zijn her sens krijgt te zeggen: Machinist schijnt onschuldig. Hij, dhe u bericht heeft gege ven, wist alleen: „Er is iets gebeurd met koeien," en verder wist hij niets, wat uit mijn vervolg zal blijken. Dc machinist werd op 77 M. afstand van het vee gewaarschuwd door de drijvers. Eén van hen liep de tram te gemoet en bleef vóór de train op de rails staan, met de gedachte: Voor een mensch zal hij zeker stoppen. Maar de machinist dacht er niet over te remmen en reed op stoom door, zoodat het weinig scheelde of bedoelde drijver was er zelf onder geraakt. Eindelijk op 2 a 3 M. af stands van den koppel vee remde hij uit alle macht; maar te laat. Vijf dieren te gelijk in aanraking, één niet noemenswaard, drie voor het leven ver minkt en één moest worden afgemaakt. Had de man gedbopfc, dan had hij de die ren niet verminkt en de eigenaar, resp. de Maatsohappjj niet op groote schade gebracht. Nog geen veertien dagen geleden werd er even verder naar Sassenheim 's mor gens om vier uren een koe van den heer v. D., ook te R., dood gevonden door aan rijding van de tram. Dit moet 's avonds van te voren gebeurd zijn; zoo vroeg 'b morgens rijdt er geen tram. Dus dat beest beeft daar ook den geheelen nacht gelegen met. vreeselijke pijnen en is ten laatste gestorven. Het beest was zeker bet land uitgegaan en op de rails, maar dit was avond, en gesteld, dat de machinist het dier vóór de aanrijding niet heeft ge zien, dan heeft hij het toch zeker met de aanrijding wèl bespeurd. Waarom niet even de politie getelefoneerd? Misschien dezelfde machinist of althans ook een ongevoelige. Beter toezicht op be doelde tram is dringend noodzakelijk. U, Mijnh. de Red., dank zeggend voor de plaats ruimte, toeken ik, Rijnsburg. Een Abonné. Gruwelen in Fern. Dê Lond. oorrespondent van de „N. R. CL" seint aan zijn blad het volgende: De inhoud van het rapport van Case- ment over de gruwelen op de rubber plan tages in Peru overtreffen de ergste ver wachtingen. Casement somt. een reeks van verschrikkelijke gruwelen op, bij den bo venloop van de Amazone door agenten van de Peruvian Amazon Company, wier na men de Engelsche consul aan minister Grey heeft gezonden, op weerlooze India nen gepleegd., Onder hun misdaden welke Casement bewezen acht, zijn talrijke moor den en verkrachtingen. Menschen hebben zij doodgeranseld en verbrand. In de laat ste twaalf jaar, schat Casement, hebben ten minste 30,000 menschen moeten sterven om 4000 afgeperste tonnen rubber te leve ren. Heele streken zijn verwoest» om de be volking te straffen, als zij niet in staat was de geëisebte hoeveelheid rubber op te brengen. De bevolking van Putumavo, die :n 1906 nog 50,000 zielen telde, was in 1911 door stelselmatig© uitmoording en uithongering tot op 8000 geslonkendaarentegen was de uitvoer van rubber van Putumavo naar En geland, die in 1900 15,863 K.G. bedroeg, in 1910 tot 316,913 K.G. gesrtegeri. Casement zegt dat de regeering van Peru, ondanks allerlei beloften, de hoofdschuldigen niet straft. Gelijk ik reeds heb geschreven, wor den de meeste bevelen tot inhechtenisne ming niet uitgevoerd. Integendeel zijn on langs twee van de gemeenste rubberafper sers naar bet ongenaakbare binnenland vertrokken, waar zij met rubberinzamelen voortgaan. Onder hen werken tot slaven geworden Indianen. Het rapport van Case- ment zal een geweldige sensatie verwek ken. Vele bijzonderheden zijn niet voor me de deeling geschikt De tweede Siinplon tunnel. De Zwitserscbe permanente spoorweg- oommissie heeft aanbevolen, het contract voor den aanleg van den tweeden Simplon- tunnel te geven aan een Duitsche firma, die omstreeks 2 millioen gulden lager inschreef dan eenige andere der mededingende fir ma's. Men heeft den bouw van den tweeden tunnel niet willen opdragen aan de Zwit serscbe onderneming, die den eersten touw de, omdat zij aan de commissie niet de ver zekering kon geven, dat aan den eersten tunnel geen schade zou worden toegebracht door bet- nieuwe werk» De tien-geboden tegen de warmte* De warmte te Parijs ia ondraaglijk- Voti geus de Matin" wijst de thermometer daM geregeld meer dan 90 graden Fahrenheit in, de schaduw aan. Het blad in op het denkn beeld gékomen aan eenige bekende geneea- heeren te vragen welke middelen aangewend, kunnen worden om ach. zooveel mogelijk ten gen de warmte te vrijwaren. Docter Maïs cel Labbé, heeft hierop het TolgeBude anti woord in den vorm van de tien geboden ge geven lo. Vermijd de directs zannesrtralen, bedek het hoofd met een lichten hoed en beschetn^ ook den hals. 2o. Draag dunne, lichte en wijde kleeren.- 3o. Gebruik geen overvloedige, «oovcal mo gelijk vegetarische maaltijden. 4o. Eet gekookte, gepelde, maar voege! rijpe,' vruchten. 5o. Onthoud u van conserven én gekiend taartjes met room, daar deze door da wiumtaj spoedig bederven. 6o. Drink om uw dorst te toanchen ge kookt water. Draag er tem minste golrg voeg dat het water gefiltreerd is- 7o. Lesch uw dorst met friaédaa, doch1 niet met ijskoude dranken en dog voet»! geen stukjes ijs in uw drank. So. Neem matige beweging. Büjf siab tg lang zitten. Neem eenige rust m den maaL tijd, maar niet te lang. 9o. Neem frissche kuip. Cn dotic&kbadtóii lOo. Slaap met open vensten au weinig bedekking. Doctor Davenière professor *rw dg boogê- school te Grignom antwoordde op dozfelfdg wijze als volgt: lo. 's Morgens wassché men zLaK éetar uarg, vuldig. 2o. Qij zult wijde, lichte kleérén ürage& 3o. In de schaduw zult gif laingfetéim! wam- delen. 4o. Gij zult geen bedorven, noch OVett* vloedig voedsel nuttigen. 5o. Zelfs bij hevigen dowti zult gij gtieal oïigefiltreerd. water drinken. 6o. Weinig zult gij drinken opdat gij nioti overvloedig transpireert 7o. Overdag zult gij uw Vemstera hertntt- tisch sluiten. 8o. Doch des nachts integendeel wijd opeg zetten. 9o. Gedurende uw nachtrust tuit gij 4 slechts bedekken met een laken. lOo. En deze geboden vijf malen ftauwkeU* 1 rig overlezen. Vraag: Tot welke Maatschappij behoort de nieuwe spoorlijn AlfenAmsterdam en, waar is haar kantoor gevestigd? Antwoord: Tot de jHcjÊL. Elootr. TraihL weg-Maatschappij, waarvan de zetel geveg. tigd is te Amsterdam. Behoudens goedkeu;, ring van Rijk, provincie en gemieenten, dié voor den aanleg subsidie verleenden, zal de lijn echter overgaan op de HalL IJzeren- Spoorweg-M aatsch a p p ij Vraag: Is het boter een trasraam van oude of van nieuwe steen te maken? Hoé hoog mag het trasraam boven den grond wor den gebouwd? Antwoord: Goede kwaliteit oude steen is beter dan slechts nieuwe. In ieder ge val kan oude en dus goedkoopere fteen het' wel doen. Het trasraam moet ten minste 0.70. M. hoog zijn, ongeveer voor de helft onder en voor de helft boven den beganen grond. Het moet worden gemetseld van vlakke klinkers en sterke specie. Vraag: Zoudt u mij ook het juiste voedsel op kunnen geven, om een katuil in het leven te houden? Brood met melk zou dat goed, zijn Antwoord: De katuil is een roofvogel, die zich in de natuur voedt met muizen, vogels en andere dieren. Of het U zal ge lukken het dier in gevangenschap in het leven te houden, weten we niet. U zult ze in ieder geval hoofdzakelijk dierlijk voech sel moeten verstrekken- Vra ag: Kunt u mij het juiste adres op- geven, waar ik mij moet vervoegen om té solliciteeren voor de IIoLLancLsche Electrisché Tramweg-Maatschappij Antwoord: Aan de Directie dezer Maati schappij te Amsterdam. Voor werk aan dé i lijn zelf, kunt zich het best vervoegen bij lien, die met de leiding belast zijn- Daar voor behoeft men zich niet tot de directie te wenden. Vraag: Bestaat er nog een volksuitgave van de weiken van ds- M. A. Perk, den schrijver van „In <de Belgische Ardennen" of is alleen dit werk geschreven? Ik meen, dat deze boeken niet alom bekend zijn en deze ook niet in de Leeszaal „Reuvens" zijn, hoewel ik er wel gaarne eens mee wil ken nis ntaken. Antwoord: Van ds. M- A. Perk's „In de Belgische Ardennen" is in 1905 een vierde druk verschenen, die fl.60 ingenaaid kost. Andere werken op dit gebied zijn Luxem- burgiana, Schetsen uit Luxemburg 3de druk en Schetsen en Beelden. Informeert u eens in de Leeszaal „R?uvens" of ze daar zijn. Vraag: Mag een meisje, dat met de week gehuurd is voor halve dagen den dienst 6 dagen te voren opzeggen? Antwoord: Neen, oen week. Vraag: Tegen J uli zou ik in betrekking gaan, doch intusschen moest ik een kuur ondergaan, die mij nog al verzwakte. Me vrouw werd daarom ongerust en daarom schreef de dokter een verklaring, dat ik niets aan mijn longen mankeerde en spoedig weer genezen zou. Doch nu ik weer in orde ben, schreef mevrouw, dat ik niet behoefde te komen. Nu is de vraag of ik hiervoor scha devergoeding kan vorderen en hoeveel? Antwoord: Indien de dienstbode nor maal is en mevrouw zonder geldige reden;' het contract verbreekt-, vervalt zij in een, schadevergoeding van zes weken loon. Men schrijft ons: Het verslag van de Oentrale Commissié I der Nederl. afdeelin^ van de Brusselsché tentoonstelling, uitgegeven door het Dep. v»n( Landbouw, Handel en Nijverheid, ligt ia, de Openbare Leeszaal „Reuvens" ter lezing

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 6