Tweede Kamer.
Ingezonden.
Vragen en Antwoorden.
!wajit het komt ook u en u-we kinderen ten
goede.
Daar niemand in. verband met het ge
sprokene iets in het midden wenschte te
brengen werd de bijeenkomst tegen twaalf
uren gesloten.
Helling eencr Inkomstenbelasting.
II.
Belastingplicht.
Van verschillende zijden werden bezwa
ren te berde gebracht tegen de regeling
van deD „subjectieven belastingplicht",
waaraan par. 3 der Memorie van Toelich
ting is gewijd.
Deze bezwaren golden vooreerst de belas
ting der uitwonenden.
Eenige leden merkten op, dat het belas
ten van buiten Nederland wonende grond
eigenaren niet in overeenstemming is met
de ook door den Minister gehuldigde opvat
ting, dat dubbele belasting moet worden
vermeden.
Wenscht de Minister, zoo vroeg men, te
gen te gaan, dat uitwonenden hier te lande
onroerend goed bezitten? Tegen een derge
lijke politiek moest men zich verzetten, al
was het slechts om deze reden, dat, als
uitwonenden meer en meer worden gedwon
gen hun goederen hier te lande van de
hand te doen, veel Nederlandsch kapitaal,
tot dusver belegd in de industrie, in onroe
rend goed zal worden vastgelegd, hetgeen
in economisch opzioht een nadeelige wer
king heeft.
Door verscheidene andere leden werd op
de door den minister aangevoerde gronden^
de belastingheffing ten aanzien van uitwo
nenden verdedigd.
Een ander punt dat tot bedenkingen aan
leiding gaf, betrof de belasting van rechts
persoonlijkheid bezittende vereenigingen.
Het betoog, dat de strekking heeft aan te
toonen, dat naamlooze vennootschappen e.
id. aan de belasting moeten worden onder
worpen, scheen verscheiden leden niet zeer
krachtig.
Andere leden hadden tegen de belasting
van vereenigingen op zichzelf geen beden
king, doch zij drongen er op aan, deze in
een afzonderlijke wet te regelen. Immers,
zij staat naast- de inkomstenbelasting, welko
naar het oordeel van den Minister alleen
van physieke personen kan worden geheven.
Wanneer aan het bezwaar, dat dubbele be
lasting wordt opgelegd, indien vereenigin
gen in de inkomstenbelasting worden getrok
ken, geen waarde wordt toegekend, dan ge
schiedt zulks omdat de belasting van ver
eenigingen als een speciale belasting op de
opbrengst vaïi ondernemingen wordt be
schouwd. Doch dan behoeft ze ook een af
zonderlijke regeling.
Vervolgens kwam ter sprake de in de Me
morie van Toelichting behandelde vtaag, of
do opbrengst van het landbouwbedrijf al
dan niet aan de inkomstenbelasting moet
worden onderworpen. Sommige leden meen
den, dat de Minister zich al te gemakkelijk
van de moeilijkheid van dit vraagstuk heeft
afgemaakt. Immers, werd bij de laatste wij
ziging der Suocessiewet, toen door afschaf
fing van het overgangsrecht op effecten het
roerend vermogen tegenover dit onroerend
goed in een voordeeliger conditie geraakte,
door de regeering toegezegd, in overwegin3
te nemen, om de landbouwers bij de inkom
stenbelasting minder te treffen dan de bezit
ters van het roerend vermogen. Daarvan
blijkt in dit ontwerp niets; integendeel, de
Minister gaat voort de ongelijkmatigheid,
die, naar reeds werd besproken, ten aanzien
ran de belasting van roerend en onroerend
vermogen bestaat, te verergeren.
Ook laat de Minister vrijwel onaange
roerd de YTaag, hoe de wet op het land
bouwbedrijf zal kunnen worden toegepast.
Verscheidene andere leden deelden deze
bezwaren niet. De vrijstelling van den land
bouw achtte zij op geen grond te verde Ji-
gen.
Aangifte.
De in de Memorie van Toelichting v.rde-
digde meening, dat, voor zooveel de belas
tingplichtigen in staat zijn een aangifte
biljet behoorlijk in te vullen, een onjuiste
aangifte beter is dan geen aangifte, had er,
naar sommige leden opmerkten, ook toe
moeten leiden tot aangifte te verplichten
die personen, voor wie het invullen van het
biljet een bezwaarlijke taak is. Oo1- voor
deze gevallen geilt, dat een onjuiste aan
gifte „allicht een aanknoopingspunt (zal)
versohaffen voor een debat- met den aange
ver of wel een ambtelijk onderzoek in een
bepaalde richting uitlokken."
Aanslag.
Verscheidene leden konden zich niet er
jncde varecnigcn, dat de regeling van den
Aanslag wordt opgedragen aan de ambte
naren dm* directe belastingen. Bij de schrif
telijk.; behandeling van het wetsontwerp van
's ministers ambtsvoorganger was, naar zij
opmerkten, het gevoelen der Kamer op dit
punt duidelijk gebleken. ITct had dan ook
verwondering gewekt, dat de minister met
dc destijds geuite bezwaren geen rekening
heeft gehouden en ten deze het stelsel van
het vroegere ontwerp handhaaft.
Treedt een vermenging van inkomsten en
vermogen ia, clan zullen de geschillen, welke
tusschen den fiscus en den belastingplich
tige omtrent liet bedrag der inkomsten ont
staan, veelal geschillen zijn over het ver
mogen en de bestanddoelen daarvan. .Wan
neer nu overeenkomstig 's ministers voor
stel, do regeling der inkomstenbelasting
wordt opgedragen aan de ambtenaren der
directe belastingen en die van de vermogens
belasting aan de ambtenaren der registra
tie, dan zullen herhaaldelijk conflicten ont
staan, wijl toch eerstbedoelde ambtenaren
zich bij de bcoordecling der inkomsten door
geheel andere overwegingen laten leiden en
met geheel andere gegevens moeten genoe
gen nemen dan de registratie-ambtenaren,
wanneer dezen het vermogen hebben te be-
joqrdeelem
De ledenr die deze aangelegenheid ter
sprake brachten, zouden de oplossing der
moeilijkheid willen zoeken in deze richting,
dat in alle gevallen, waar sprake is van
vermogensbelasting, de regeling der inkom
stenbelasting wordt opgedragen a-an de amb
tenaren, die zich met de toepassing der ver
mogensbelasting bezighouden, derhalve aan
de ambtenaren deer registratie.
Bezwaren tegen den aanslag.
Sommige leden gaven er hun bevreemding
over te kennen, dat de minister niet op een
voudiger wijze, met gebruikmaking van thans
bestaande organen, poogde te voorzien in
eenige leemten, waarvan het bestaan vrij
algemeen wordt gevoeld.
Een der bezwaren, die aan de tegenwoor
dige regeling kleven, bestaat hierin, dat de
procedure niet voldoende is -geregeld. De
belastingplichtige behoort het recht te heb
ben vóór de béhandelin'g der zaak inzage
te verkrijgen van de beoordeeling van dep
inspecteur, bedoeld in art. 31 (kir wet op
de vermo'gensbelasting. Thans neemt hij daar
van eerst kennis op de zitting en mist hij
de gelegenheid zich daartegen te verweren.
Een ander bezwaar is gelegen in het ont
breken van een centraal college, dat zorg
draagt voor eenheid in rechtspraak. Al
moge men de grootste waardeering hebben
voor den arbeid der tegenwoordige raden
van. beroep, zoo is het toch niet goed te
keuren, dat op tal van punten de juris
prudentie verschillen toont en de wet in
6ommigo deelen van het land op geheel an
dere wijze wordt uitgevoerd, dan in andere
gedeelten.
Navordering.
In het wetsontwerp wordt navordering aan
twee voorwaarden gebonden: zij kan niet
geschieden wanneer geen aangifte wordt ge-
eischt, en voorts moet zij op een nieuw feit
gegrond zijn. Terwijl men zich met deza
laatste voorwaarde algemeen kon vereenigen.,
waren eenige leden van oordeel, dat het al
of niet eischen van aangifte op de moge
lijkheid van navordering niet van invloed
behoort te zijn.
Tarieven en opbrengst
der belasting.
Door eenige leden werd de opmerking ge
maakt, dat het tarief, door den minister
voorgesteld, ten aanzien van de kleine ver
mogens geen recht doet wedervaren aan het
reeds eerder ter sprake gekomen beginsel,
dat inkomsten uit vermogen zwaarder be-
hooren te worden belast dan inkomfeten uit
bedrijf.
Sommige leden zouden wenschen, dat de
bedrjjfsinkomsten beneden f3000 niet zwaar
der zouden worden belast. Naar hun oor
deel is het ontwerp, waarin de verzwaring
reeds hij inkomens beneden f 1500 aanvangt,
op dit punt te streng.
Volgens 's ministers voorstel wordt het be
lastbaar inkomen der binnen het Kijk wo
nende belastingplichtigen vóór de toepassing
.van het tarief verminderd met f 50 voor
ieder minderjarig kind.
Verscheidene leden waren van oerdeel, dat
deze aftrek voor kinderen te gering is. Zal
de inkomstenbelasting in werkelijkheid een
belasting naar draagkracht zijn, dan behoort
de wet op dit punt vrijgeviger te wezen.
Ook waren er leden, die progressie voor
stonden, zoodat, wanneer voor éép kind f 50
zou worden in mindering gebracht, dit be
drag bij twee kinderen bijv. f 60j bij drie
kinderen f 70 per kind zou bedragen.
Waarsclinwiugen bij Siet zwemmen
en baden In zee.
In verband met ongelukken bij het zwem
men en baden volge hier ter waarschuwing
een schrijven, dat de heer Varenkamp, bad-
aribs te Zandvoort, aan het „Hbl." zond:
„Geen zomer gaat er voorbij of een der
zeebadplaatsen heeft te boekstaven één of
meer gevallen van verdrinken, door eigen
schuld ontstaan. Niet genoeg kan gewaar
schuwd worden tegen de onzinnige gewoon
te ver in zee te gaan.
In een kleine brochure, door mij uitge
geven: „Genezing door zeelucht en zeeba-
den", wordt er met nadruk op gewezen,
«flat zelfs de beste zwemmer, volkomen ver
trouwd met die zee, plotseling z.g. kuit-
krampen of andere aandoeningen kan krij
gen en groote kans beeft te verdrinken.
Wanneer er om hulp geroepen wordt, dédr,
waar geregelde oontröle is, zal in de mees
te gevallen vroegtijdig hulp verleend wor
den; maar ook in deze gevallen kan het te
laat zijn: d>e ontzet/tende angst kan aanlei
ding geven tot zoo enormen schok van het
hart, dat patiënten niet meer te redden
zijn, ook al is de badarts oogenblikkelijk
op de plaats des onheils.
Het ligt voor de hand, dat niet-zwem
mers er in heb geheel niet aan denken kun
nen verder in zee te gaan dan de badman
zegt, d. w. z. het zeewater mag niet boven
de heupen komen, daar men anders door
het trekken van hert water gevaar loopt het
evenwicht te verliezen en dieper in zee
komt.
Met nadruk wil ik er hier op wijzen, dat
het z.g. trekken van het water zoowel bij
vloed als bij eb voorkomt door de terug-
loopende golf.
Op het ckik zijn van het zeewater wil ik
den lezer attent maken om een catastrofe
te voorkomendan dus dubbel voorzichtig
zijn, daar het een bewijs is van diepere
stroomen en zuigingen in het water. Ik
hoop echter, dat voortaan zooveel moge
lijk geageerd wordt tegen het in-zee-gaan
zonder bad-contröle, en dat hoogstaande,
ontwikkeldie menschen, wonende zoowel
ten zuiden als ten noorden van Zandvoort,
van nu af aan daarin niet meer voorgaan.
Het nemen van een zeebad, tweemalen
per dag is absoluut verkeerd. Het hart
schijnt een diisdanigen eterken prikkel
slecht te verdragen.
Natuurlijk zijn er bij een ongehik altijd
menschen, die met iets bijzonders voor den
dag komen. Zoo was het ook bij een
pas gebeurd geval de jongen zou
wel in een draaikolk gekomen zijn.
Laat ik den lezer gerust stellen: draaikol
ken komen in Zandvoort. zeker niet voor
deze ontstaan alleen daar, waar jjammen
of pieren in zee steken, oude wrakken lig
gen, rotsen in zee steken, etc.
Dat men rustig badende plotseling wat
dieper kan komen, vindt zijn oorzaak in
banken, waartusechen diepere gedeelten
bespeurt men dus, vooral als niet-zwem-
mer, dat men door één of twee passen in
het water te doen dieper wegzinkt- dan
keere men onherroepelijk terug.
Niets is verder verkeerder dan te denken,
dat het gezonder is dieper in zee te zwem
men dan aan den kant.
Therapeutisch is juist het baden voor
aan in de branding het belangrijkst
men krijgt dan behalve het lichtbad als het
ware een koolzuurbad door de luchtbellen,
het schuim der branding; de zandparti-
keltjes prikkelen de huid eveneens tot
functie, terwijl de flinke golfslag de huid
massage completeert.
Ook zorge men niet besweet m het bad
te gaan. Het zou mij te ver voeren alle
punten het baden en zwemmen betreffen
de, hier uiteen te zetten u kunt het vin
den in een boekje, dat ik schreef over
physisohe therapie (uitgever F. van Ros
sen, Amsterdam); zeer in 't kort wil ik
echter daaruit even aanhalen hetgeen zeker
elk zwemmer of elk bader moet weten:
Neem geen zeebad, zonder dat een der
ervaren badartsen u daartoe permissie
geeft, besproei hoofd, hals, borst en rug
voor het ondierdompelen; blijft aanvanke
lijk niet te lang i'n het zeebad, n.l. pl.m.
5 minuten, later bij gunstig weer nooit lan
ger dan 20 minuten; houdt uw kinderen
beneden de 8 jaar er liever uit de zee
lucht maakt hen sterk genoeg; stop ze er
vooral nooit met geweld in. Bij' ouderen
van dagen zal de badarts het vaatstelsel
van den adspirant-bader eerst onderzoe
ken stadskinderen doen vooral in den aan
vang goed het pootje-baden hoogstens 10
a 20 minuten vol te houden. Baden of
zwemmen met een pas gevulde maag is ge
vaarlijk het hart is dan in slechte condi
tie. Heeft men een of andere kwaal, dan
boude men zich aan het advies van den
badarts; het aan zee zijn is dikwijls even
heilzaam als het in zee zijn.
Ten slotte een enkel woord aan u, opvoe
ders der jeugd, aan de onderwijzers, die
een on v©t ge tel ijken indruk achterlaten bij
het kindi Het is zeer zeker heel leerzaam
voor de kinderen, dat zij iets afweten van
de kosmografie dat zij weten, dat eb en
vloed alhankelijk zijn van invloeden van
maan en zonmaar leer hun vooral, dat die
eb en vloed jaar in jaar uit slachtoffers ma
ken, dat nog steeds door onwetendheid met
die krachten verdrinken aan zee voorkomt.
Kunstmatig ademhalen, zuurstof inbla
zen, etc. zijn voorzeker prachtige hulpmid
delen, maai* meestal is het te laat het is
hier ook weer: voorkoming is beter dan
genezen."
Mijnheer de Redacteur 1
Sta mij toe een plaatsje voor onder
staande. Bij voorbaat mijn dank.
Ik meen met het na\icü|gende niets
nieuws te zeggen, doch wel de aandacht
nog eens en met nadruk te vestigen op
een m. i. zeer urgente zaak.
Het betreft de zoogenaamde volksuit-
sparmingen. Niet meen ik bet woord volk
opgevat te zien als'gepeupel, dat al maar
kwaad doet, en waar de politie banden
aan vol heeft, noch als speciaal prole
tariër, maar als Nederlandsch volk. Het
Nederlandscho volk heeft zijn natuurlijke
uitspanningen noodig, zooals Zondagsrust
noodig is. Uitspanningen zijn uit den
aard der zaak „tegenstellingen" met het
dagelijksche leven, met de dagelijksche
sleur. En waar dit leven, deze sleur, een
maatschappelijke... dus onnatuurlijke zaak
is, komt het mij voor, dat daar tegenover
geboden dient te worden de natuur.
Filantropisch gestemde menschen ijveren
er voor, de minder ruim bedeelde mede-
menschen eens een week of als het kan
langer naai' „buiten" te brengen. Doch
hoe lofwaardig ook, het is onmogelijk in
zoo'n paar weekjes voldoende tegenwicht
te verkrijgen tegenover de resteerende
50. Neen, wel dient men naar buiten te gaan
doch.... dan dienen er ook wandelingen te
zijn te over. Kleine en groote. Het groote
soc. vraagstuk kan, dunkt mij, zoo'n oplos
sing zéér nabij komen, wanneer 't vraagstuk
/Van woning en uitspanning meer ernstig
'onder oogen wordt gezien. Een zindelijke
frissche woning kan in de gewone en de
armere gezinnen geluk aanbrengen. (Zie
wat het Heilsleger in dezen reeds deed.)
Uitspanning als een wandeling in de
steeds opwekkende natuur, zoowel 's zo
mers als '8 winters, brengt meerdere le
venskracht, meerdere elasticiteit in
's menschen gemoed, geeft energie terug,
welke van ons gevorderd wordt, dcor de
onnatuurlijke maatschappelijke plichten.
En waaraan hebben wij behoefde tij-'
dens de wandeling? Niet aan café's," niet
aan „gelegenheden van dien aard", doch
aan afwisseling. Afwisseling in wat ons
omringt. Frissche prettig aangelegde
tuintjes met bloemenweelde, die al naar
zijn soort van zéér goedkoop tot zéér dure
kunnen gekweekt worden. Kleine arbei
dershuisjes, met een - brokje klimop er
tegen aan, raken juist door dien groei
hun leelijke eentonigheid kwijt en geven
juist iets vriendelijks. Iets van levenslust.
Boomen en heesters, welke bij aanplan
ting voor menigeen geen financieel be
zwaar vormen,hoe verkwikken zij ons
niet in den zomer met hun schaduw! Wat
verlevendigen zij het landschap 's winterB
niet door hun naakte takken. Vooral,
wanneer sneeuw of rijp gekomen is uit den
donkeren nacht. Waarlijk wij allen zijn het
er over eens.
Hetkon alles zoo veel mooier
z ij tn 'wctkieeï... er reeds n u een aan
vang werd gemaakt. De Scheveningsche
weg werd toch ook aaügelcgd door Huy-
gens. Zij, die de Middacbterallée hebben
bewonderd, weten ook, dat ook deze
grooteche laan werd „gemaakt." En al
hebben wij, „groote menschen", nu nog
niet direct het genot van wat ons bij aan
kweeking bezielt, onze kinderen zullen ons
dankbaar zijn. Waarom zijn de wande
lingen bij Oegstgeest zoo gezocht? Door
het zéér goedkoope hout, dat schaduw
biedt, en laantjes vormt van geen waar
de. Waarom is de Vlietweg zoo machtig
schoon? Door de eenvoudige houtsoorten,
welke geen financieel bezwaar Vormen
bij aanschaffing. De Holl. wilg wil over
al. Zoo'n jaagpad., wat menig kunstenaar
gaf er geen indrnk van terug! Wanneer
de betreffende gemeenten het belang
der schoonheid inz?.gen, (helaas ig
dit voor de buitengemeenten nog onver
staanbaarder dan SanJscriet) dan kwa
men de wandelaars. En met hen...»
meer levensvreugde. Meer waar
genot.
WILLEM C. BROUWER,
„Vredelust," Leiderdorp.
Mijnheer de Redacteur!
Beleefd verzoek ik een plaatsje voor
onderstaand.
Zaterdagavond las ik in Uw blad het ge
beurde met de runderen aan heb Groene
Kerkje te Oegstgeest. Het was een aller
treurigst gezicht, vooral dat eene te zien
kruipen op gebroken pooten, zoodat bet
been door de huid; stak, en daar liep heb
dier op; en dan te moeten weten, dat het
de schuld is van den machinist. Ik kan mij
niet begrijpen hoe iemand het in zijn her
sens krijgt te zeggen: Machinist schijnt
onschuldig. Hij, dhe u bericht heeft gege
ven, wist alleen: „Er is iets gebeurd met
koeien," en verder wist hij niets, wat uit
mijn vervolg zal blijken.
Dc machinist werd op 77 M. afstand van
het vee gewaarschuwd door de drijvers.
Eén van hen liep de tram te gemoet en
bleef vóór de train op de rails staan, met
de gedachte: Voor een mensch zal hij zeker
stoppen. Maar de machinist dacht er niet
over te remmen en reed op stoom door,
zoodat het weinig scheelde of bedoelde
drijver was er zelf onder geraakt. Eindelijk
op 2 a 3 M. af stands van den koppel vee
remde hij uit alle macht; maar te laat.
Vijf dieren te gelijk in aanraking, één niet
noemenswaard, drie voor het leven ver
minkt en één moest worden afgemaakt.
Had de man gedbopfc, dan had hij de die
ren niet verminkt en de eigenaar, resp.
de Maatsohappjj niet op groote schade
gebracht.
Nog geen veertien dagen geleden werd
er even verder naar Sassenheim 's mor
gens om vier uren een koe van den heer
v. D., ook te R., dood gevonden door aan
rijding van de tram. Dit moet 's avonds
van te voren gebeurd zijn; zoo vroeg
'b morgens rijdt er geen tram. Dus dat
beest beeft daar ook den geheelen nacht
gelegen met. vreeselijke pijnen en is ten
laatste gestorven. Het beest was zeker bet
land uitgegaan en op de rails, maar dit
was avond, en gesteld, dat de machinist
het dier vóór de aanrijding niet heeft ge
zien, dan heeft hij het toch zeker met de
aanrijding wèl bespeurd. Waarom niet
even de politie getelefoneerd?
Misschien dezelfde machinist of althans
ook een ongevoelige. Beter toezicht op be
doelde tram is dringend noodzakelijk.
U, Mijnh. de Red., dank zeggend voor de
plaats ruimte, toeken ik,
Rijnsburg. Een Abonné.
Gruwelen in Fern.
Dê Lond. oorrespondent van de „N. R.
CL" seint aan zijn blad het volgende:
De inhoud van het rapport van Case-
ment over de gruwelen op de rubber plan
tages in Peru overtreffen de ergste ver
wachtingen. Casement somt. een reeks van
verschrikkelijke gruwelen op, bij den bo
venloop van de Amazone door agenten van
de Peruvian Amazon Company, wier na
men de Engelsche consul aan minister
Grey heeft gezonden, op weerlooze India
nen gepleegd., Onder hun misdaden welke
Casement bewezen acht, zijn talrijke moor
den en verkrachtingen. Menschen hebben
zij doodgeranseld en verbrand. In de laat
ste twaalf jaar, schat Casement, hebben
ten minste 30,000 menschen moeten sterven
om 4000 afgeperste tonnen rubber te leve
ren. Heele streken zijn verwoest» om de be
volking te straffen, als zij niet in staat
was de geëisebte hoeveelheid rubber op te
brengen.
De bevolking van Putumavo, die :n 1906
nog 50,000 zielen telde, was in 1911 door
stelselmatig© uitmoording en uithongering
tot op 8000 geslonkendaarentegen was de
uitvoer van rubber van Putumavo naar En
geland, die in 1900 15,863 K.G. bedroeg, in
1910 tot 316,913 K.G. gesrtegeri. Casement
zegt dat de regeering van Peru, ondanks
allerlei beloften, de hoofdschuldigen niet
straft. Gelijk ik reeds heb geschreven, wor
den de meeste bevelen tot inhechtenisne
ming niet uitgevoerd. Integendeel zijn on
langs twee van de gemeenste rubberafper
sers naar bet ongenaakbare binnenland
vertrokken, waar zij met rubberinzamelen
voortgaan. Onder hen werken tot slaven
geworden Indianen. Het rapport van Case-
ment zal een geweldige sensatie verwek
ken. Vele bijzonderheden zijn niet voor
me de deeling geschikt
De tweede Siinplon tunnel.
De Zwitserscbe permanente spoorweg-
oommissie heeft aanbevolen, het contract
voor den aanleg van den tweeden Simplon-
tunnel te geven aan een Duitsche firma, die
omstreeks 2 millioen gulden lager inschreef
dan eenige andere der mededingende fir
ma's.
Men heeft den bouw van den tweeden
tunnel niet willen opdragen aan de Zwit
serscbe onderneming, die den eersten touw
de, omdat zij aan de commissie niet de ver
zekering kon geven, dat aan den eersten
tunnel geen schade zou worden toegebracht
door bet- nieuwe werk»
De tien-geboden tegen de warmte*
De warmte te Parijs ia ondraaglijk- Voti
geus de Matin" wijst de thermometer daM
geregeld meer dan 90 graden Fahrenheit in,
de schaduw aan. Het blad in op het denkn
beeld gékomen aan eenige bekende geneea-
heeren te vragen welke middelen aangewend,
kunnen worden om ach. zooveel mogelijk ten
gen de warmte te vrijwaren. Docter Maïs
cel Labbé, heeft hierop het TolgeBude anti
woord in den vorm van de tien geboden ge
geven
lo. Vermijd de directs zannesrtralen, bedek
het hoofd met een lichten hoed en beschetn^
ook den hals.
2o. Draag dunne, lichte en wijde kleeren.-
3o. Gebruik geen overvloedige, «oovcal mo
gelijk vegetarische maaltijden.
4o. Eet gekookte, gepelde, maar voege! rijpe,'
vruchten.
5o. Onthoud u van conserven én gekiend
taartjes met room, daar deze door da wiumtaj
spoedig bederven.
6o. Drink om uw dorst te toanchen ge
kookt water. Draag er tem minste golrg voeg
dat het water gefiltreerd is-
7o. Lesch uw dorst met friaédaa, doch1
niet met ijskoude dranken en dog voet»!
geen stukjes ijs in uw drank.
So. Neem matige beweging. Büjf siab tg
lang zitten. Neem eenige rust m den maaL
tijd, maar niet te lang.
9o. Neem frissche kuip. Cn dotic&kbadtóii
lOo. Slaap met open vensten au weinig
bedekking.
Doctor Davenière professor *rw dg boogê-
school te Grignom antwoordde op dozfelfdg
wijze als volgt:
lo. 's Morgens wassché men zLaK éetar uarg,
vuldig.
2o. Qij zult wijde, lichte kleérén ürage&
3o. In de schaduw zult gif laingfetéim! wam-
delen.
4o. Gij zult geen bedorven, noch OVett*
vloedig voedsel nuttigen.
5o. Zelfs bij hevigen dowti zult gij gtieal
oïigefiltreerd. water drinken.
6o. Weinig zult gij drinken opdat gij nioti
overvloedig transpireert
7o. Overdag zult gij uw Vemstera hertntt-
tisch sluiten.
8o. Doch des nachts integendeel wijd opeg
zetten.
9o. Gedurende uw nachtrust tuit gij 4
slechts bedekken met een laken.
lOo. En deze geboden vijf malen ftauwkeU* 1
rig overlezen.
Vraag: Tot welke Maatschappij behoort
de nieuwe spoorlijn AlfenAmsterdam en,
waar is haar kantoor gevestigd?
Antwoord: Tot de jHcjÊL. Elootr. TraihL
weg-Maatschappij, waarvan de zetel geveg.
tigd is te Amsterdam. Behoudens goedkeu;,
ring van Rijk, provincie en gemieenten, dié
voor den aanleg subsidie verleenden, zal de
lijn echter overgaan op de HalL IJzeren-
Spoorweg-M aatsch a p p ij
Vraag: Is het boter een trasraam van
oude of van nieuwe steen te maken? Hoé
hoog mag het trasraam boven den grond wor
den gebouwd?
Antwoord: Goede kwaliteit oude steen
is beter dan slechts nieuwe. In ieder ge
val kan oude en dus goedkoopere fteen het'
wel doen. Het trasraam moet ten minste 0.70.
M. hoog zijn, ongeveer voor de helft onder en
voor de helft boven den beganen grond. Het
moet worden gemetseld van vlakke klinkers
en sterke specie.
Vraag: Zoudt u mij ook het juiste voedsel
op kunnen geven, om een katuil in het leven
te houden? Brood met melk zou dat goed,
zijn
Antwoord: De katuil is een roofvogel,
die zich in de natuur voedt met muizen,
vogels en andere dieren. Of het U zal ge
lukken het dier in gevangenschap in het
leven te houden, weten we niet. U zult
ze in ieder geval hoofdzakelijk dierlijk voech
sel moeten verstrekken-
Vra ag: Kunt u mij het juiste adres op-
geven, waar ik mij moet vervoegen om té
solliciteeren voor de IIoLLancLsche Electrisché
Tramweg-Maatschappij
Antwoord: Aan de Directie dezer Maati
schappij te Amsterdam. Voor werk aan dé i
lijn zelf, kunt zich het best vervoegen bij
lien, die met de leiding belast zijn- Daar
voor behoeft men zich niet tot de directie
te wenden.
Vraag: Bestaat er nog een volksuitgave
van de weiken van ds- M. A. Perk, den
schrijver van „In <de Belgische Ardennen"
of is alleen dit werk geschreven? Ik meen,
dat deze boeken niet alom bekend zijn en
deze ook niet in de Leeszaal „Reuvens" zijn,
hoewel ik er wel gaarne eens mee wil ken
nis ntaken.
Antwoord: Van ds. M- A. Perk's „In
de Belgische Ardennen" is in 1905 een vierde
druk verschenen, die fl.60 ingenaaid kost.
Andere werken op dit gebied zijn Luxem-
burgiana, Schetsen uit Luxemburg 3de druk
en Schetsen en Beelden. Informeert u eens
in de Leeszaal „R?uvens" of ze daar zijn.
Vraag: Mag een meisje, dat met de
week gehuurd is voor halve dagen den dienst
6 dagen te voren opzeggen?
Antwoord: Neen, oen week.
Vraag: Tegen J uli zou ik in betrekking
gaan, doch intusschen moest ik een kuur
ondergaan, die mij nog al verzwakte. Me
vrouw werd daarom ongerust en daarom
schreef de dokter een verklaring, dat ik niets
aan mijn longen mankeerde en spoedig weer
genezen zou. Doch nu ik weer in orde ben,
schreef mevrouw, dat ik niet behoefde te
komen. Nu is de vraag of ik hiervoor scha
devergoeding kan vorderen en hoeveel?
Antwoord: Indien de dienstbode nor
maal is en mevrouw zonder geldige reden;'
het contract verbreekt-, vervalt zij in een,
schadevergoeding van zes weken loon.
Men schrijft ons:
Het verslag van de Oentrale Commissié I
der Nederl. afdeelin^ van de Brusselsché
tentoonstelling, uitgegeven door het Dep. v»n(
Landbouw, Handel en Nijverheid, ligt ia,
de Openbare Leeszaal „Reuvens" ter lezing