&o. 16959. LE1DSCH DAGBLAD, Zaterdag: 29 Juni.Tweede Blad Anno 1912. Tweede Kamer. Financieels Causerie. FORGE SSIAJEURE. Na de regeling van werkzaamheden werd 'gisternamiddag de behandeling voortgezet der Radenwet. Daarbij werd, na debat, ingetrokken een amendement-Van Vuuren, dat beoogde, om, indien door verhindering het vereischte getal ledten in een vergadering van den Arbeidsraad niet aanwezig is, een derge lijke wettige verhindering niet gelijk te ©bellen met een weigering tot medewerking, waarna in behandeling kwamen; lo. een sicaal-democratisch amendement (verde digd door den heer Hugenholtz) om mogelijk te maken, dat tegen beslissingen van den Verzekeringsraad ter zake van weigering van goedkeuring, van opheffing en van weigering van opheffing eener ge meenschappelijke regeling, ieder der be trokken Raden bij' de Kroon in beroep kan komen: 2o. een amendement-Bos (verde digd door den heer Teenstra) om in de eerste plaats de tot-stand-koming van ge meenschappelijke regelingen te verzeke ren, doordat deze zoo noodig door den Verzekeringsraad onder behoorlijke waar borgen kunnen worden opgelegd, dan wel door de Kroon. Voorts om het terrein van de samenwerking zooveel mogelijk uit te breiden. Het amendement-B o s wordt ten slotte ingetrokken, na overleg met den Minister, die een gedeelte er van overnam, terwijl het sociaal-demoeratiseh amendement door den Minister overgenomen werd. Verder wordt gedebatteerd over een amendement-D e W ij c k e r s 1 o o t h (verdedigd door den heer Aalbe rse), strekkende om den Raad van Arbeid te verplichten alle inlichtingen te versohaffen aan den Verzekeringsraad, welke deze noodig acht. Ingetrokken na bestrijding 'door den Minister. Voorts komt in discussie een amende ment-D u y s (toegelicht door den heer Helsdingen), dat den rechtstoestand der ambtenaren hij den Raad van Arbeid regelt. Even zoo ingetrokken. Bij het verder debat kwam ter sprake de samenstelling en inrichting der Verzeke ringraden. De heer D u v s lichtte een amendement toe, om het ambtelijk element in den Ver zekeringsraad te beperken tot één derde. De heer Teenstra verdedigde een amendement, dat zioh richt tegen den grootscheepschen, bureaucratischen en ko tbaren opzet van de door den Minister voorgestelde Verzekeringsraden. Het Re- geeringsartikel bepaalt, dat de Verzeke ringsraad zal zijn samengesteld uit vier onbezoldigde leden met hun-plaatsvervan gers, en een voor iederen Verzekerings-, raad bij alg. maatregel van bestuur te be palen aantal bezoldigde leden met hun plaatsvervangers. Spreker nu meende, dat daardoor de be zoldigde ambtenaren eigenlijk do leiding van zaken in handen zullen hebben. Dc Minister bracht in het betrekke lijk art. (63) een wijziging, en wel in dien zin, dat in iederen Verzekeringsraad hoog stens drie bezoldigde leden zullen kunnen zitting krijgen. Hierdoor, aldus merkte de Minister op, zal het onbezoldigde, niet-ambtelijke ele ment, dat 4 personen telt, met in de min derheid verkeeren. De heeren Duys en Teens tra trok ken hun amendementen in. Bij het verder debat trok de heer Duys 'een amendement in, omdat hij bevredigd werd door een toezegging en een wijziging door den Minister, waardoor de mogelijk heid werd geopend, dat ook een der onbe zoldigde leden tot voorzitter wordt be noemd door de Regeering. Ook trok de heer Duys een ander amen dement in, dloordien de M i n i 9 b e r nader in het ontwerp bepaalde, dat do Regeering, alvorens een secretaris van den .verzeke ringsraad te benoemen^ den Raad zal hoo-> ren. Nog nam de Minister o. a. over een amendement van den heer De Wijkeralooth! tot oplegging van geheimhouding aan Ar- beids- en Verzekeringsraden, van al het geen zij in hun hoedanigheid vernemen. De disoussie is gevorderd tot het slot artikel met het daarop door den heer Patijn voorgestelde amendement om de Radenwet niet in werking te doen treden voordat is vastgesteld een wettelijke rege ling betreffende Zieteverzekering. Hierover a. s. Dinsdag. Verhooging Begrooting Land bouw enz. 1911. Enkele leden konden bij het afdeelings- onderzoek de aanvrage van een zoo be langrijk krediet voor de bereiding van een serum tegen het mond- en klauwzeer, als hier gevraagd wordt niet goedkeuren. Voor die bereiding 120 ossen aan te koopen kwam hun overdreven voor. Zij vreesden dat door de aanwending van serum het mond- en klauwzeer toch niet zal zijn uit te roeien. Anderen meenden, dat men den uitslag der toepassing van het nieuwe middel zal moeten afwachten, alvorens o uitrent de deugdelijkheid daarvan een uitspraak te doen. en hadden geen bezwaar de voor de bereiding gevraagde gelden ter beschik king van de regeering te stellen. Geklaagd! werd over ue groot© sommen, welke bij dit gelijk bij andere departemen ten worden uitgegeven voor het afnemen van examtens. Het voor 1911 toegestane krediet van f 27,500 werd met f 10,800 overschreden en voorgesteld' wordt het met f 12,000 te verhoogen. Men meende, dat aanmerkelijke vermindering der uitga ven verkregen kon worden door verlaging van de vacantiegelden, die te hoog wer den geacht. Opnieuw werd door verscheidene leden geklaagd over de stijging der uitgaven voor drukwerk, al erkende men, dat het niet altijd mogelijk was beneden de toe gestane som te blijven. Wijzigingbegrooting B in- nenl. Zaken 1912. Bij het afdeelingsonderzoek werd opge merkt, dat blijkens de toelichting met de voorgestelde uitbreiding van het personeel van het centraal laboratorium voor de volks gezondheid ,,in de meest dringende behoefte (zal) voorzien zijn." Hieruit werd afgeleid, dat er voorstellen tot verdere uitbreiding van dat personeel zijn te verwachten. Men «vroeg hieromtrent inlichting. Sommige le- ^tïen meenden, dat voor deze inrichting een zoo groot© staf niet noodig is en drongen op het betrachten van zuinigheid aan. -Gevraagd werd, hoe het staat met de Te- sul taten van de Rij ksp roef inrichting voor biologische reiniging van afvalwater te Til burg. Vernomen was, dat deze proefneming vrijwel mislukt is, maar dat de regeering desniettemin voortgaat daarvoor gelden uit te geven. Sommige leden waren van oordeel, dat het salaris van den secretaris van den armenraad voor 's-Gravenliage op een ge lijk bedrag moet worden gesteld als voor Amsterdam en Rotterdam. Eenigen achtten zoodanige gelijkstelling ook noodig ten aan zien van Utrecht. Toorts werd door verscheidene leden be toogd, dat in de groot-ste gemeenten de se cretaris al zijn tijd aan de vervulling der betrekking moet wijden en dat men daar voor personen met veel ervaring en tact noodig heeft. Uit dien hoofde waren deze le den van oordeel, dat het salaris van zulke gemeenten op een hooger bedrag behoort te worden gesteld dan f 2000, gelijk de mi nister aangeeft. Daarentegen meende men, dat voor de armenraden in andere gemeen ten, waar het Beoretariaat zonder bezwaar als bijbetrekking kan v. orden waargenomen, een Balaria van f 1200 te hoog is te achten. Door een der leden werd in overweging ge geven het salarig voor de vier grootste ge* meenten op f 2400 en voor de overige op f 1000 te stellen. Eerste Kamer. De leden van de Eerste Kamer zijn ter vergadering bijeengeroepen tegen Dinsdag 9 Juli a.s. des namiddags te twee uren. Het kort geleden gepubliceerde jaarver slag van de Stoomvaart-Maatschappij Zee land geeft ons aanleiding een blik te slaan op de geschiedenis van deze onderneming. In 1875 opgericht met een kapitaal van 2 millioen gulden, waarvan aanvankelijk 8 en later nog 7 ton werden geplaatst, sloot de Maatschappij in 1875 een pCb. obligatieleening van 7 ton. Einde 1876 werd overgegaan tot de uitgifte van f 3,200,000 44 pCt. obligatiën tegen 964 pCt. Deze obligatiën waren rechtstreeks en onvoor waardelijk gegarandeerd door wijlen Prins Hendrik der Nederlanden, den Eere- Yoorzitter der Maatschappij. - Koesterde men bij de oprichting de beste verwachtingen omtrent d/e levensvat baarheid en. rentabiliteit' der. onderneming, weldra zou blijken, dat deze hoop gedu rende ruim 20 jaren jammerlijk zou be schaamd worden. De erfgenamen van den in 1879 overleden Prins, die in onze. ge schiedenis een buitengewoon dankbare herinnering heeft achtergelaten wegens zijn groote persoonlijk^ offervaardigheid en belangstelling, waar hét nationale on dernemingen gold, aanvaarden in 1882 in ruil voor de toen nog in hun bezit zijnde f 2,913,000 4^ pCt. obligatiën, 50 pCt. in Preferente aandeelen B, benevens 1600 bewijzen van deelgerechti'gheid. Deze laat ste bewijzen werden, te zamen met het door wijlen Prins Hendrik gemaakte rente loos voorschot van f 110,815 in 1883 afge lost. Terzelfdertijd werd het overige kapi taal nogmaals met 50 pCt. gereduceerd. In 1899 werd het kapitaal opnieuw gehalveerd, zoodat er toen f 292,250 gewone en f 728,250 Preferente aandeelen uitstonden, en de erfgenamen voornoemd dus voor elke oorspronkelijke 4^ pCt. obligatie van f 1000 f 250 Preferent aandeel ontvingen. Hoopte men aanvankelijk dat de reorga nisatie van 1882'83 drastisch genoeg was geweest om de Maatschappij op de been te helpen, en kon men dan ook over dte jaren 1S82 tot 1886 respectievelijk 5, 4, 6, 6, 6, 6 pCt. dividend verdeelen, sindsdien ontvingen de aandeelhouders niets meer. Zelfs moest in 1901 dte aflossing der 3 pCt. leening van 1886, oorspronkelijk groot f 3,600,000, en welke werd uitgegeven ter aflossing der toenmaals bestaande 5 pCt. leeningen van 1875 (per resto groot f 525,200) en van 1885 (per resto groot 2 millioen gulden) worden gestaakt. Do scherpe concurrentie van de Harwich Hoek-van-Holla;nd.booten, in bezit van en geëxploiteerd door de Great Eastern Rail way-Company, scheen het floiree-ren van dc „Zeeland" tegen te houden. Het keerpunt in de geschiedenis der Maatschappij dagtee kent van hot - oogten blik, dat de „Berlin" van de Harwich-lijn op onze kust verging. Het gunstige record der „Zeeland", wat betreft ongelukken, - kwam daarmede in het daglicht en de directie heeft blijkbaar alles in 't werk gesteld om liaar voordeel te trek ken uit deze tragische gebeurtenis en recla me te maken voor de VlissLngsche lijn. Zon der twijfel as het verkeer tussohen Hol land en Engeland sterk toegenomten, maar toch valt het niet te ontkennen, dat do -„Zeeland" mtet reuzenschreden as vooruit gegaan, juist sedert het vergaain van do ï,Bterlin"i Zij is, door dé Hulp der Maat- Sohappij tot Exploitatie Van Staatsspoor wegen, die haar in' 1895 een y'ooreohot ver leende var f 2,810,900 tegen 31/2 pOt. ten Waartoe de Exploitatie-Mij1. 3 inillioen SpOt. obligaties uitgaf, in staat gesteld 3 Jnieuwe stoomschepen to bouwen, ten einde ratet mo derne vervotermiddelen té kunnen conoiüTee- jpon tegen de voortvarende en financieel zoo veel stérkere Great Eastern. In 1911 naml de ^xploitatiö-Maatsohappij 1 millioen aan deelen vah de „Zeeland" over tegen pari, terwijl terzelfder tijd het recht van prefe rentie der aandeelen B werd afgekocht, door vergoeding van f 60 per aandeel. Het was noodig de geschiedenis der Maat schappij in 't kort te verhalen, om 'des te heter haar tegenwoordige positie to kunnen beoordeelen. Uit 't kortelings gepubliceerde verslag over 1911 blijkt, dat het kapitaal thans bestaat uit f2,020,500 gtewoWe aan deelen, waai'van de Exploitatie-Maatschappij 1 millioen gulden in bezit heeft. Do 3 pCt. leening van 1886 is per resto groot f 1,957,000, nadat do achterstallige aflossingen, ton be drage van f899,000 £n 1911 werden afge daan. De vterdero aflossing dier leening 'eischt een jaarlijks oploopönd bedrag, 97 mille in 1912; 1 ion i-n 1913, tenz. Het vodrschot a 31/2 pCt. van de Staatsspoor ten bedrage van f 2,810,898 was op de balans gedekt door een fotnds, onder beheer der crediteuren ten bedrage van f 2,639,766 en is sederb geheel afgelost. De vloob van 7 schepen, miet oen inhoudsmaat van 45,719 M3., staat te hoek voor f 3,958,940, een zeer laag bedrag dus, nadat de winst over 1911, ten bedrage van f 528,471 daarop is afgeschreven. Neemt men in aanmerking, dab heb jaar 1911 minder gunstig was <lan zijn voorgan ger, omdat de Maatschappij, ten einde te kunnen conourreeren in snelheid, met de Harwich-lijn. genoodzaakt was de vaart voor de nachtbooten te verleggen naar Folke stone, in plaats van naar Queenborough, wat gepaard ging met tal van kosten van in stallatie, enz., dan mag de toekomst voor de Maatschappij en dus voor de aandeelhou ders met vertrouwen worden te gemoet ge zien. Immers, de exploitatie-rekeining wees over het afgeloopen jaar een voordeolig saldo aan van f 840,79S, bij oen verhoud'ingscijfcr der exploitatiekosten tot de ontvangsten in percenten van 653/a (tegen 591/! over 1910 en 56l/i over 1909), welk cijfer dus wel voor verbetering vatbaar sohijnt. Onder de bruto-ontvalngsben komt voor f 537,534 voor brieven- en f 21,814 voor postpakketten-ver voer. Het voordeelige cijfer van f 840,798 word aangewend: lo. ter bestrijding der in terest-rekening, welke f116,676 eischte, teen bedrag, dat. over 1912, nu er 9 ton van do 3pCt. obligatieleening is afgelost, zeker 27 millo minder belooft te zijn; 2o. ter dotatie van het ketelfonds met een halve ton, waardoor dit fonds lot f 102,945 stijgt en 3o. ter betaling dor opheffing van pre ferentie van de aandeelen serie B, een uit gave, welke niet terugkeert, terwijl liet saldo, zooals gezegd, werd gebruikt tot af schrijving op. de vloot. Indien dus heb loo- pende jaar niet beter is dan 1911 ter wijl er gereed© hoop bestaat, dat de route via Folkestone thans betere resultaten zal geven en we aannemen, dat de winst op nieuw f 840,000 bedraagt, dan zou over 1912 do verdeeling kunnen zijn als volgt: Interest f 95,000. Ivetelfonds 50,000. Aflossing 3 pCt. leening 97,000. f242,000 latende 598 mille ter afschrijving op de vloot en voor dividend op de aandeelen. Elk percent dividend op de .aandeelen- vercascht een bedrag van. slechts f 20,205. Wordt dus oen even aanzienlijk bedrag af geschreven op do vloot, als in 1911, n.l. 528 mille, en dit lijkt zeer onwaarschijnlijk, daar do waarde reeds zeer laag te boek staat, dan zou reeds 3l/a pCt. dividend kunnen worden uitgekeerd. Het minder goede jaar 1911 hooft reeds zijn stempel gedrukt op den koers dér aan deelen, die gedurende dit jaar roods 1213/4 pCt. noteerden, terwijl zé thans 106. pOik gtelden. Op dezen prijs lijken ze een zee^ aanbevelenswaardige belegging, die na ver^ loop van tijd mooie dividenden belooft af te; werpen, vooropgesteld natuurlijk, dat de Maatschappij blijve voortgaan op den goe den weg, dien ze de laatste jaren is inge slagen. W- liet faillissement der Ned. Tooneei- vereeniging. Uit een onderhoud met een der bestuurs leden blijkt, dat, ondanks het suooes van een groot deel van heb laatste seizoen, de groote verliezen, het vorige jaar geleden, ten gevolge van verschillende veroooni^gen^ welke voor de Tooneelvereenig-ng uitslui. tend een artistiek succes Lteteeker'len, de mogelijkheid van het afwenden van een ca tastrophe ten n-.nenmale scheen te zijn uit gesloten. Dj toestand wer i ten slotte ver ergerd door tal van complicaties. Opgemerkt werd, dat de T-coneelvereeni- ging haar leden steeds twaalf volle maanden heeft geëngageerd, terwijl het een onmoge lijkheid blijkt, dat een tooneelgezelsoha p twaalf volle maanden geld verdient. Voor het komende jaar was dan ook één regeling ingevoerd, waarbij de overeen komst slechts over tien maanden liep. Heb bestuur wendt zich in een circulaire tot de obligatiehouders en doet uitkomen, dat, toen het verleden jaar aandrong op het tot- stand-komen eener nieuwe leoning, het daar toe het volste reoht had. Een Kalimijn ondergeloopen. In het kleine Mecklenbuigsche plaateje Lubtheen ia een ontzettende ramp voorge komen. Vlak bij het plaateje is een gewel dige scheur in den grond gekomen, die zioh kilometers ver uitstrekt. Zooala we reeds meldden, ia de kalimijn Herzog Regtent"} evenals do kalimijn „Friedrioh Franz" onder wate; geloopen. De eerste mijn staat eenvoudig stil, maar de gebou wen zijn blijven staan; op de mijn „Frie drioh Franz" daarentegen is heb groote machinegebouw geheel verwoest, alle ven sters zijn gesprongen, het dak is verbogen in één woord, het blijkt dat door de ver zakking van den bodem een soheuring is ontstaan, die groote schade veroorzaakte, Uit een meer in de nabijheid zijn 60,000 kubieke meters water in do mijnen ge drongen, zoodat de waterspiegel PO o.M-, is gedaald. Een boer, die op het veld aan 't werk was, hoorde plotseling eon doffen knal, en had een gevoel alsof de gitend hem onder de voeten wegzonk. Overal ia den omtrek werd een eohok waargenomen, alsof er een aardbeving plaats had. De directie meent, dat wel nooit meer de mijnen productief te maken rijn; daar door zouden alle mijnwerkers en ambte naren werkeloos worden.. Uitlotingen. Loten Brussel 2fc pCt. k fr. 100 van 1902. Trekking van 15 Juni. Betaalbaar 1 Juli a.s. 16 seriën. 3485 5299 9870 16323 22516 23584 27649 29283 5106 9135 12673 20022 22854 26989' 28830 29485 ♦Serie 16323 no. 25 fr. 10,000; serie 29283 no. 16 fr. 1000; serie 5106 no. 19 fr. 500; serie 9870 no. 24 en serie 22854 no. 5 elk fr. 250; sorie 3485 nos. 14 en 15, serie 6106 nos. 2 en 20, serie 9135 no. 21, serie 9870 no. 12, serie 12673 no. 4^ serie 20022 no. 8, serie 2*2516 nos .14 en 23, serie 22854 no. 24, serie 26989 no. 20, serie 27649 nos. 1 en 13, B©rie 28830 nos. 4, 5, 14 en 18, serie 29283 no. 7 en serie 29485 no. 10 elk fr. 150. De overige in gemelde seriën begrepen nos. met fr. 110. >ooooooooooe< Het was drukkend warm weer. In de zon was het werkelijk haast niet uit te houden en de oude boer Marius overdreef heusch minder dan gewoonlijk, toen hij wanhopig verklaarde: Mijn vee vermagert, de beesten drogen heelemaal uit. De broeden beder ven, en de wijn in mijn kelders verandert in azijn. En alle konijnen sterven. Marius was niet de eenige, die klaagde. Commandant Barbeddrue, de ohef van het 99ste bataljon Alpenjagers (dat sinds on heuglijke tijden te Menton in garnizoen lag) deed het ook. En de reden van zijn slecht humeur stond ook al in verband met de warmte. Hij had een ministerieele order ontvangen, die hem voorschreef om onver wijld aan te vangen met de voorgenomen manoeuvres, tusschen G rasse en Mont-Viso. Barbedrue was verplicht om volgens het op gegeven programma te werk te gaan. Maar het bleef een moeilijk op te lossen vraag, hoe men de troepen van voedsel zou voor zien. Daar werd nog lang en breed over be raadslaagd voor en aleer men klaar was. „Onze muilezels zijn zóó zwaar belast, dat de buikriemen er bijna van breken!" zei de sergeant-fourier. „Eu nog is er niet genoeg." „Onzin!" zei Barbedrue kortaf. „We kunnen vertrekken!" En hij wees met breed gebaar naar de toppen der Alpen, die zich in de verte hoog verhieven. Den volgenden morgen vertrokken de 'Alpenjagers uit hun garnizoensplaat©, i>ij het geschal der trompetten. Zoo gingen dan de twee en dertig esooua- des op marsch. De vijfde stond onder lei ding van korporaal Bonnet-Blano, een Pa- njzeraar, die zich al meermalen had onder scheiden door zijn handige vrijmoedigheid en leuken humor. Ditmaal had de comman dant hem vereerd (of liever gezegd: be zwaard) met een post van vertrouwen. Hij had de zorg en de behandeling van het Morse-toestel voor zijn rekening. Die ver- voerbare. telegraaf-installatie leek wel veel op een kiektoestel. Het was een vierkante doos met openingen er in, die op een statief stond. Bonnet-Blanc zond op halte-plaatsen telegrammen aan de verst verwijderde pos ten of aan de secties, die er speciaal mee> belast waren de bewegingen van het „vijan delijk" leger waar te nemen. Toen in een dorp een lange rust werd ge houden, deponeerde de korporaal zijn „Morse" boven op een heuveltje, en maak te aanstalten om het dorp eens te gaan bekijken. Toen werd de verleiding, om zich te laten fotografeeren, den toegestroomden dorpsbewoners te sterk. De fotografie vindt in de streek, waarin deze geschiedenis is voorgevallen, nog maar heel weinig beoefe naars en mag zich dus in groote belangstel ling en nieuwsgierigheid verheugen. Een boerenzoon trad naar voren, en zei: „Meneer korporaal, zou u ons niet eens kunnen kieken?" „Straks, hoor!" zei Bonnet-Blanc. Maar toen kreeg hij plots een lumineuze gedachte. Fotografie-platen zijn duur, en die moet men toch in rekening brengenEn hij zei: „Kijk 'es, ik wil jullie nou «lat ple zier wel doen. Als ik een mooie groep maak, op platen van 24 bij 30 centimeter, is dat een praoht van 'n versiering voor jullie schoorsteenmantels. Maar de kosten; zie je, de kosten.... Wie zou er wel in groep willen?" Twintig handen gingen omhoog. „Ik! Ik: Ik!" „Je bent brave kerels, en ik zal heb doen. Maar wat leelijker is, zie je...." En Bonnet-Blanc krabde zich, met een bedenkelijk gezicht, achter 'b oor. „Zie je, die platen zijn duur. Dat begrijp je wel: alles komt bij elkaar, de prijs van de platen, het ontwikkelen, het papier en de verzendingskosten. Maar geld wil ik er niet voor hebben 1 Neen, weet je wat, zorg alleen maar, dat mijn soldaten wat te eten en te drinken krijgen. Zij besterven het bijna van honger en dorst. Brengt een paar konijnen, spek, eieren en brandewijn, wat je kunt missen En ga dat nou gauw even halen, dan zal ik in dien tijd mijn toestel in orde maken!" De goedgeloovige boeren haasttsn zich voort. En brachten alles aan den kok der vijfde escouade. Bonnet-Blanc beijverde zich om zijn ge zelschap vóór een muur op te stellen. Hij zette de dikste boeren in de voorste rij en de langste achteraan. Hij zette ook de boerinnen, en boerinnetjes il de rij, en ver oorloofde zich daarbij wel eenige vrijheden. „Goed zoo, oude heer, rek jij je hals maar wat uit. En zet jij daar niet zulke verschrikkelijke oogen op „Jij daar, kleintje, bent te bleek. Wacht even BonnetiBlanc omhelsde het boerinneke met de hem eigen vrijmoedigheid. „Ja, nu krijg je een kleur. Mooil Probeer die nu te houden!" Do korporaal kroop achter zijn telegraaf toestel, onderzocht d© soliditeit van het statief, verschool zich onder zijn Alpenja gers-mantel, die hier den zwarten doek van den fotograaf moest vervangen, en gaf aog eens veranderingen in ce opstelling van het gezelschap aan, vóór hij commandeerde „Stilstaan 1" De patiënten waren allen merkbaar on der den indruk van het gewichtig moment. Bonnet-Blano telde: „Eén, twee, drie, vier vijf.... Klaar! Jullie hebben keurig gepo seerd En de grappenmaker voltooide de kome die door bij zijn slachtoffers een potlood en een notitieboekje te laten rondgaan, „De namen en adressen, alsjeblieft. En schrijft duidelijkDe foto's ontvangen jul lie, een week na de manoeuvres; je begrijpt wel, dat het ontwikkelen me heel wat tijd kost!" De goede dorpelingen gingen heen. En Bonnet^Blanc's escouade „maakte goede sier." Barbedrue, de commandant, die alle in gekomen klachten persoonlijk behandelde, ontving in den loop van September even tjes honderd zes en veertig brieven. Al die epistels waren onderteekend door boeren, boerenzoons en boerendochters, die wachten op hun foto's. De sergeant-majoor Plsnte- glaive kreeg de opdracht, den schuldige op te sporen. Hij vond Bonnet-Blano, rn sleepte den zondaar voor den bataljonscom mandant, dje hem toebuld-erde „Korporaal, wat is dat voor een gemeene historie? Wat! Je hebt tijdens de manoeu vres in drie en twintig dorpen eetwaren gekregen, onder oonditie dat je fotografieëa zou zenden?" „Ja, commandant." „Weet je hoe zoo iets genoemd wordt F* „Neen, commandant." „Oplichterij' of verduistering van levens middelen! En de krijgsraad straft een der gelijk misdrijf met dwangarbeid gedurende bepaalden tijd!" „Maar ik heb..." „Wat wil je nou beweren, korporaal?" „Commandant, ik heb die luitjes alleen ge-i kiekt, -om aan hun dringenden wensch te voldoen. Maar, helaas, ben ik op den laat- sten dag van de manoeuvres in een kloot gevallen, bij het défilé te Croquemitaine. Zij hebben mij onbeschadigd er uit gehaald', maar tot mijn groote spijt waren mijn kiektoestel en de platen, die ik bij me droeg, in gruzelementen. En het is me onmogelijk om een nieuw toestel te koopen en terug te koeren naar de dorpen, om opnieuw te kiekenDat gaat toch niet wel Bonnet-Blanc wist wel, hoe hij zich ver-- dedigen moest. En toen hij deze „eerlijke verklaring" had afgelegd, gingen de com mandant en zijn adjudant ernstig aan 't beraadslagen. Besloten werd, aan alle in zenders van foto-klachten een gedrukt© circulaire te zenden. Die bevatte alleen deze woorden: „U ontvangt geen foto's.; Oorzaak: force majeure. Het spijt ons!" De goede bevolking der drie en en twintig dorpen gist er nog immer naar, wat toch „force majeure" is en waar dat artikel ge-, maakt wordt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 17