$o. 16044,
IiEIDSCH DAGBLAD, Woensdag* 12 Juni. Tweede Blad.
Anno 1912T.
Buitenlandseh Overzicht
Tweede Kamer.
Do staking in Engeland is verre van
lig meen. In vele havens hebben de dok-
werk era geweigetrd het bevel op te volgen
frit van uit Londen tot hen kwam. Tcoh zijn
gj nog een massa, die den arbeid hebben
ftfcigelogd. En niet alleen dokwerkers, ook
pit andere takken van het transportbedrijf
ontvangen de Londensche dokwerkers steun.
j)xh deze extra versterking hoeft niets te
tetoekenen in vergelijking tot de kraóht
U10 de staking minder ontwikkelen kan
llccr het niet-staken van zoovele vakgënoo-
li
jn Southampton hebben wel 2000 man het
freik gestaakt, evenzoo in Plymouth, waar
jitli ook de karrijders solidair verklaarden,
mruiv het uitvoerend oomité van den dok-
Wcikorsbond voor Liverpool, Hull, Schot
land en Ierland besloot niet mee te doen
en eenzelfde besluit namen de dokwerkers
le Middlesbrown. die te Sunderland en te
Plylh. In onze telegrammen van gisteren
gorden nog een aantal havens genoemd, waar
gewerkt wordt, o. m. te New-Castle, Car
diff en Swansea.
Do dokwerkers aan het kanaal van Man
dator besloten bij handopsteken om aan
jlö staking deel te nemen.
antwoord op een hem in het Lagerhuis
gestolde vraag omtrent den 6tand dér sta
king. zei de eerste minister Asquith, dat de
iregwring in de laatste tien dagen niets
on be proof d heeft gelaten om het noodlottige
geschil tot een bevredigende oplossing te.
Lrengen. De voorstellen, die de regeering
heelt gedaan, worden echter niet door beide
partijen aanneemlijk geacht en de gedane
pegLngen hebben dus schipbreuk geleden.
„Naar wij vernomen hebben," zoo vér-
ydgdc de minister, „dreigt er vorerging
.Van den toestand, hetgeen der regoering
^•n?tige zorg baart."
I>c arbeidersleider Ramsay Maodonald
yro.'g of de regeering nog bereid is haar
fccèd© diensten aan te bieden aan één dar
part-iron of aan beide, waarop Asquith be
vestigend antwoordde.
Miot alleen de Engelse he dokwerkers eta-
la.il tegenwoordig, 't Broeit op vele plaat-
keu en in vele vakken. O. a. zijn ook do
F ra nscho zeelieden niet tevreden met
hun positie. Te Harre is het reeds tot
ben uitbarsting gekomen. Reeds Maandag
meldden onze telegrammen hieromtrent iets,
thans echter staan ons meerdere gegevens
ton dienste.- Dc transatlantische stcomor „La
•Franoe" zou naar New.York vertrekken,
toen 550 man van het personeel een verhoo-
feing van het loon eischten. Ze vroegen 30
francs per maand meer en voor de matrozen
en do kolentremmers werd een verhooging ge
vraagd van 20 franos per maand. De directie
Öer Maatschappij. "die deze boot in de vaart
hoeft, wilde pp 't laatst 10 francs verhoo
ging geven, «dooh hi armoe waren de zeelie
den niet -tevreden.
Rjvelli, de leider der zeelieden in Pr ank-
rij x, had (reeds geruimen tijd do havens af
gereisd, zoodat het vermoed weid dat er
iets broeide. Het syndicaat had reeds eon
lijrt van (de eischen opgemaakt, die in de
kringen der zeelieden waren gestold en nu
ging Rivelli de plaatselijke organisaties hier
mee op (de hoogte 9tellen. Men wensoht her
ziening van jiet tarief, in 1901 vastgesteld
na de (algemeene staking der inscrits. Het
bost uur had pan den reedersbond mecLege-
Idceld op wélke loonsverhoogingen de men-
schen aandringen en had ten antwoord ge
kregen, dat hieromtrent geen collectieve be
slissing kon worden genomen en dat ieder
ïeoder zioh moest verstaan met zijn equi
pages.
De verhooging, die voornoemde maatschap
pij wiLde geven, achtten do zeelieden onvol
doende en ze zijn aan boord van „La Franoe"
Sa staking gegaan, zelfs voor de leiders
Id-ór organisatie er ojp verdacht waren.
In de Arbeidsbeurs had daarop een mee
ting plaats, waar een duizendtal „inscrits"
aanwezig was en waar besloten werd tot
do algemeene staking. Do equipages van
de in de liaven liggende schepen werden ver
zócht aan boord te gaan. De gevallen be
slissing werd. tolegraphisch medegedeeld aan
Itlö organisaties der overige havens.
Ook te Bordeaux hebben de inscrits mari.
times het werk neergelegd.
In Hongarije wordt hqt van
kwaad tot eerger. De relletjes uit.
da Kamers zijn naar de straat overge^
bracht. Spoediger dan we verwachten heeft
het volk zijn misnoegen te kennen gegeven
over het optreden van graaf Tisza. Door
het herhaalde uitsluiten der oppositieleden
en het ter assistentie, roepen van de politie
heeft hij de stemming steeds meer verbit
terd. En thans is men zoover dat het par
lement wordt bewaakt door groot© afdee-
lingen militairen met 't tweeledig doel den
uitgestotenen het binnentreden van het
gebouw te beletten en om de rust fce hand
haven.
Gistermorgen begaf de oppositie zich
door de staten van Boedapest naar het
clubgebouw der volkspartij. Onderweg had
oen groot© opgewonden menigte zich bij
hon aangesloten. Voortdurend werd er ge
roepen: Weg met Tisza! Duizenden zon
gen het Kossuth-lied. Plotseling stormden
°p den hoek van een straat bereden politie
on gendarmes op de betoogers in. Velen
personen werden omvergereden. Er ont
stond een afgrijselijke paniek. Vrouwen en
kinderen huilden. Mannen trachtten zich
togen de aanvallen te verdedigen, waarbij
t' 1 van personen gewond werden. De me-
U'gte werd in drie groote groepen verdeeld
on door de met de sabel zwaaiende gendar
men on bereden politie uiteengedreven.
Eindelijk gelukte het den afgevaardigden
het clublokaal der volkspartij -te bereiken,
J'aar zich een groote menigte verzameld
hadi. De afgevaardigden der oppositie wer
den met een schallend ,,Eljen"-geroep ont
vangen. Opnieuw betoogde het volk tegen
Laza en de regeering.
En niet alleen in de hoofdstal zijn relle-
'jos voorgekomen. Ook te Grosz Wardein,
de woonplaats van graaf Tisza ia het tot
ernstige ongeregeldheden gekomen. Zijn
woning is met steenen gebombardeerd, zoo-
d'at geen ruit heel is gebleven, en een huis
van eèn lid der regeeringspartij onderging
een zelfde lot, waarop nog wel een hon
derdtal groote zaken en officieel© gebou
wen het moesten ontgelden.
De politie kwam, toen het. te laat was,
doch werd bovendien door twee groot©
arbeidersmassa's ingesloten, die een aan
val deden op de politie, haar met steenen
wierp en met stokken sloeg. Een bereden
agent werd van het paard getrokken en
hevig geslagen. Een wachtmeester van
politie werd aan de voeten gewond door
vier revolverschoten. De menigte
werd steeds woedender en de politie be
greep, dat zij het zonder militaire hulp niet
•zou kunnen bolwerken. Eerst toen een
eskadron huzaren en een bataljon infante
rie in den looppas aankwamen, gaven de
die monstra nten er de voorkeur aan te
vluchten.
In Klausenburg is het na een socialisti
sche vergadering ook tot botsingen gekomen.
In een vergadering te Boedapest heeft
graaf Apponyi in een redevoering heftig ge
protesteerd tegen het optreden van Tisza.
De oppositie zal thans een agitatie tegen de
regeering beginnen en haar optreden ver
klaren. Tegelijkertijd zal een uitgebreide
campagne worden gevoerd voor een demo
cratische kiesrechthervorming.
Tisza heeft in het parlement daarentegen
ook getracht zijn houding te rechtvaardigen.
De obstructie, vertelde hij, is een chronische
ziekte, die door een radicale operatie moet
worden genezen.
,,Ik heb getracht", zoo vervolgde hij,
,,een einda te maken aan de anarchie in het
parlement en behoef mij niet te verdedigen
tegen het verwijt van persoonlijke eerzucht."
Er werd toen geroepen: „schelm", waarop
Tisza antwoordde: „dwaas", en hij eindigde
daarop zijn rede met de woorden: „Moge
toch de natie naar mij luisteren voor het
te laat ia"
Zouden ze het in Hongarije niet eens met
een kalmer en bezadigder heelmeester kun
nen probeeren?
De berichten over de laatste krijgsopera
ties der Italianen en de geruchten over hun
voornemens zijn zeer tegenstrijdig. Men kan
er geen touw aan vast knoopen. Hardnek
kiger weer zijn de geruchten over t u s-
schenk-omst der mogen d h eden.
Het heet nu dat de Europoesche grootmach
ten een krachtige poging tot herstel van den
vrede zullen doen, nadat de Italianen Chios
zullen hebben bezet. Ze willen een verder
optreden van Italië liever niet afwachten,
want gaat het. nog meer eilanden bezetten,
dan kan Turkije toch wel weer eens de
Dardanellen gaan sluiten. Dat is iets, waar
naar men geen tweeden keer verlangt. De
schade, door de sluiting gedurende eenige
weken voor korten tijd veroorzaakt-, is zeer
groot geweest. De handel heeft er van ge
weten.
De Porte moet den mogendheden reeds heb
ben doen weten, dat een bezetting van Myfci-
lene een tweede sluiting der Dar
danellen ten gevolge zal hebben.
De Italianen weten zich anders op handi
ge wijze populair te maken op die eilanden,
welk© ze reeds hebben bezet.
De veroveraars hebben op elk eiland een
soort republiekj e gesticht, waar de in hoofd
zaak uit Grieken samengestelde gemeente
raden de leiding hebben. Op elk eiland be
vindt zich een bezetting van vijftien man
onder een officier, die zich echter geheel
buiten de bestuursaangelegenheden houden
en slechts ingrijpen op verzoek der overheid
van het eiland. Verder wordt een soort mi
litie gevormd om politiedienst te verrichten.
Op Kob bevinden zich '400 man infante
rie. Het eiland Rhodos alleen is geheel on
der Italiaanscb bestuur gesteld. Het geheel©
bestuur is gecentraliseerd op Astypalaea,
waar zich ook de opslagplaatsen enz. voor
de vloot en de troepen bevinden.
Het, bestaande belastingstelsel is gehand
haafd, alleen met dit onderscheid, dat thans
alle gelden in de gemeentekas gestort wor
den.
Italië is anders slecht te spreken over
haar bondgenoot Duitechland. Aan den .ge
zant van laatstgenoemd land te Konsfcanti-
nopel is de behartiging van de belangen der
Italianen in Turkije- opgedragen. Aan de
goede nakjoming van deze opdracht ontbreekt
volgens de Italianen nogal iets. Italiaansche
bladen uiten menige hatelijkheid aan het
adres van Duitschland, dat zich hiérvan on
getwijfeld niet vèel zal aantrekken.
MaatscbappU der Neder). Letterkunde.
Gisteravond hield de Commissie voor Ge
schied. en Oudheidkunde een voor alle
leden der Maatschappij toegankelijke verga
dering, in het Nutsgebouw, waarin dr. E.
Wiersum, uit Rotterdam, een voordracht
hield over: „Johan van der Veken, koop
man en bankier te Rotterdam (15831616),
dien hij schetste als een van de onderne
mende Zuid-Nederlanders, die tijdens den
Spaanschetn opstand om geloofs- en handels
vrijheid naar Noord.Nederland uitweken.
Veken vestigde zich in Rotterdam en werd
er op économisch en zelfs op politiek ge
bied een man van beteekenis, zooals spr.
deed uitkomen.
Na hem trad op dr. M. G. de Boer, uit
Amsterdam, die eenige nog niet bekend©
historische bijzonderheden mededeelde over
„Het nemen der Zilvervloot in 1628"een
feit in d© geschiedenis dat wel 3eer, maar
niet goed bekend is.
Heden werd in het Nutsgebouw dé jakr-
lijksche vergadering van de Maatsóhappij ge
houden, waarvoor tal van leden, zoowel uit
do verschillende deelen des lands als uit
Leiden zelf, zijn samengekomen. Te elf uren
werd de vergadering met een welkomstwoord
van den voorzitter, prof. dr. G. Kalff, ge
opend, die vervolgens een toespraak hield,
waarin hij, zinspelend op .het gebruik, dat
toegeschreven wordt aan de oude Egypfe-
naren: het doodshoofd op een feesttafel, be
gint met een herinnering aan die leden in
het buiten- en binnenland, die dor Maat
schappij in het jaar -1911:'12 -zijn ontval
len: de Brusselsohe kunsthistoricus Ilymans,
de Antwerpsche tooneelschrijveT Gittens, de
gezant der Fransche Republiek aan ons Hof
Legrand, de Emdenaar Broos, mevrouw de
weduwe Leoky, geb. baronesse Van Dedem;
en onder de binnenlandsohe ledenMr. J. A.
Sillem, Jozef Israels, de journalist Van der
I£ulk, acht godgeleerden en predikanten, de
prof. Valcton en Wildeboorj de predikanten
Slo tem aker, Vos, Hugenholtc, Van den Bergh
en Craendijk.
In verband met. het betrekkelijk groot
aantal predikanten ohdel* de-gestorven leden,
gaf de Voorzitter vervolgens oen overzicht
van den invloed, door geestelijken en pre
dikanten geoefend op dë ontwikkeling onzer
volksbeschaving, en stélde .mét name in het
licht, wat door geestelijken en predikanten
gedaan is als voortbrengers van letterkundig
werk van de middeleeuwen af tot in de 19de
eeuw toe. Spr. besloot met een blik op
enkele beelden van geestelijken en predikan
ten in do buitcnlandschè letterkunde en op
enkele sparen, door de geestelijken cn pre
dikanten nagelaten in de taal".
Na deze toespraak, welke warm werd toe
gejuicht. deed de secretaris, prof. dr. S.
G. de Vries, verslag van het verhandelde
op de verschillende -inaandeGjksche verga
deringen en stipte verder enkele der belang,
rijkst© gebeurtenissen gedurende het af ge.
loopen jaar aan, waarna de bibliothecaris,
do heer Louis D. Petit, in.den.vorm van een
causerie het oen en ander, •mededeelde over
de vele geschenken, voor dè Bibliotheek ont
vangen. Het voornaamste,'t -daarvan is een
uit 330 nummers bestaand© verzameling van
alle werken, van Nic. Béëts, -door Hemzelf
met. veel zorg bijeen gébracht en nu door
de familie Beets aan de Maatschappij ge
schonken. Vooral besprak de heer Petit, de
talrijke uitgaven" on vértalingen der „Ca
mera Obscura" en de brieven, naar aan
leiding daarvan door Beèts ontvangen, dio
hem aanspoorden tot 3d uitgave van-'hot
werkje „Na 50 jaar" en uit welke brioven
de heer Petit vermakelijke vragen mode-
deelde.
De Bibliotheek staat: in letterkundig ver
keer met 160 binnen, on buitonlandsche ge
nootschappen en Maatschappijen cn werd ver.
meerderd met "ruim 500 boeken en 230 tijd
schriften. Uitgeleend wérden 36-10 boeken
en 17 handschriften.
Na het uitbrengen van liet financieel ver
slag, waaruit bleek, dat de, geldmiddelen in
gleden staat verkeareP, cn van de verslagen
de? .Commission voor Taal- cn Letterkunde
en voor Geschied- en Oudheidkunde, die wei
nig bijzonders opleverden, werd door do
stemopnemers de uitslag medegedeeld van
de. stemming ov.er de te benoemen. ,ge-
-wone en buitcnlandschè leden.
Benoemd bleken:
tot gewone cf binnciLlandsehe leden
Dr. A. Rutgers van der Loeff Az., te
Haai lom, oud-predikant. Mr. C. P- van
Eeghen Jr., te Amsterdam- G. J. Ligthart,
hoofd O. L. School, Den Haag. Mej. Else
Otten, Berlijn..J J. Hof (schuilnaam: Jan
fen'e Gaestmar), Heerenveen. O. Beltsnburg,
Pz., t© Leiden, directeur firma „Bockhan
del en Drukkerij voolrh. E. J. Brill." Dt.
G. B. Brom, tijdelijk to Rome. Dr. A. Eek
hof, predikant te Diemen. F. A. Liefrinck,
oud-lid van dén Raad van Ned.-Indië. J.
Gimberg, Zutfen, werkzaam aan gemeen te-
archief. Dr. A. A. van Schelven, predi
kant t© Manrssen. C. L. van Balen, hoofd
redacteur „Vaderland", Dén Haa.g. Dr. J.
Zwaan, buitengewoon hocgleeraar, Leiden.
Mej. dr. F. E. J. M. Baudot, Hilversum.
R. J. Sohierbeek R.Jz., werkzaam in Van
Stcokum's antiquariaat, te Dén Haag, K. Vos,
predikant te Woudsénd. Mevr. dr. J. van
den Bergh van EysingaEli as, Helmcnd.
Dr. C. te Linfcum, leeraar H. B-S. Rotter
dam, privaat-docent te Utreohi. Jlu*. mr. E.
B. F. F. Wittert. van Hoogland, commies^
griffier Eerste Kamer der Staten-Géneraal,
Den Haag. Dr. J. Th. Beysens, bijzonder
hoogtoeraar te Utrecht. Dr. A. J. W<en-
sinok, hoogleeraar te Leiden. Air. J. wan
Kuyk, substituut-griffier bij de arrondis-
soments-rechtbaïxk Den Haag. Dr. N. J.
Krom, Batavia, voorzitter commissie in N.-
Ijidië vcor oudheidkundig onderzoek op Java
en- Madoera. Dr. J.r A- van der Hake, leer
aar H. B-S. 'te Haarlem- Dr. J. A. H. G.
Jansen, pastoor te Bunnik, P. Roorda, di
recteur gesticht voor doofstommen te Gro
ningen. J. Ph. van der Keilen Dzn-, as
sistent Rijksprentenkabinet te Amsterdam.
Dr. Ph. S. van Ronkel, leeraar gymnasium
Willem III, te Batavia, O. G. Kaakebeen,
leeraar II. B-S. Den Haag. Dr. R. van
der Meulen Rzn., medewerker woordenboek
Leiden. Mevr. M. van KcoyVan Zeggelen,
Brussel. Dr. E. Rruisinga, leeraar H. B.-S.
Amersfoort, privaat-docent uniyeersiteit
Utrecht.
Tot buitenlandsohe loden
Dr. G. Knothe, professor te Bloemfontein,
secretaris van de „Zuid-Afrikaanse Akademie
voor taal, letteren en kunst.!' J. Bols, t©
Aarschot, uitgever van honderd oude Vlaam.
sohe liederen. Dr. Gust Cohen, te Parijs-
Dr. C. Borchling, hoogleeraar voor 't Ne-
derduitsoh, Hamburg. Fred. Rornpel, Pre
toria. Mej. Gab. Vere Campbell Boweu,
schuilnaam: Marjorie, Londen. Dr. W- Crei-
zenaeh, hoogleeraar te Krakau. A. C. van
dei* Cruyssen, provinc. inspect, van 'tL. O.
Antwerpen. Dr. V. Fris, leeraar aan 'tKon-
Athenaeum, te Gent. P. N. Nieuwenhuis,
gep. generaal der artillerie, Kopenhagen.
Prof. dr. J. J. SalVörda de Grave, uit
Groningen, hield daarna oen voordracht
over „Taalbetrekkingen van Nederland tot
Frankrijk."
Hij stelde zioh ten doel Pa te gaain op
welke w'jjze de Noord-Nederlanders in aan
raking zijn geWeest met de Fransohe taal,
om aldus _de oorzaken op te sporen van
hot overnemen in het Nederlands oh' vau
zoo talrijke Fransohe woorden. Daarbij moet
een onderschoid worden gemaakt tusschen de
technische termen, d. z. die, welke worden
ingevoerd tegelijk met het Fransohe begrip
of voorwerp, dat wordt overgenomen, en de
„omgamgswoorden", die begrippen en aan
doeningen noemen, welke algemeen mensohe-
lijk zijn (bijv. pleizier). Alleen de laatste,
die bovenal beteekenis vol zijn voor den in
vloed, door het vreemd© land geoefend, nam
spreker in zijn beschouwingen op.
Van de verschillende oorzaken, die ge
woonlijk worden opgegeven voor de'ontloe-
ning van vroemdo woorden, w003 spr. van de
hand do oorlogen, die slechts, tot een voor
bijgaande aanraking leidenals grondoor
zaken kunnon evenmin geiden bezoeken in
het buitenland, omdat de reiziger, terug
gekeerd in het eigen land, natuurlijk gean
vreemde woorden in zijn omgeving kan ge
bruiken, als deze hierin niet reeds bekend
zijn; daarom kan ook de handel niet als oor
zaak van 't vervoeren van 'n vreemd omgangs.
wcord geldenen de aang ren zing aan vreemd
taalgebied heeft alleen belang voor de on.
middellijk aan de grenzen liggende streken.
Zoo kwam spr. tot de conclusie, dat alleen
blijvende aanraking in het ontloencndë land
met de vreemde taal verklaren kan, dat
om gangswoorden daaruit in de landstaal wor
den overgenomen. Een sprekend voorbeeld
levert, volgens spr., de positie van het
Fransëh in Engeland, van d© Xlde' tot de
XIVdo eeuw. Zulk een duurzaam contact
hoéft in Ncord.Noderland alleen aan het
Hof plaats gehad en aam Hofkringen zal dus
zoowel d© eerste aanraking als de steeds
doorgaande ontleening moeten worden toe
geschreven. Hoofdoorzaak van het in voeren
van vreemdo omga.ngswoorden is de navol
ging door do lagere standen van do aristo
cratie.
Spr. verdeelde de geschiedenis der taai-
betrekkingen in vier tijdvakken, nl. la de
tijden voor liet Henegouwsoh© huis2o. van
de XlVdeXVIdo eeuw3o. van do XVIde
eeuw tot aan don Franschen tijd; 4o. de
XIXde eeuw. Daar hij zich o^k voor dc Mid-
doloeuwcn tot d© Noord.Nederlandsoho
schrijvers beperkte, stonden hem slechts drio
dichters als berichtgevers ten dienste, nl.
Melis Stok©, Willem van Hildegaersberg en
Dirk Potter.
Spr. ging na welk© Fransche woorden de
zen gebruiken en deed opmerken, dat van
do Avesnes tot den opstand het Fransdh
de taal dor hecrseliers is geweest. En vóór
de Henegouwers heeft de Hollandscho adel
(©Venals do Geldersehe) door huwelijken als
anderszins met Frankrijk nauwe relaties ge
had. Na den opstand gedurende de geheel©
XVTIdo en XVIIIde eeuw blijft het Fransch
de hoftaal.
Het aantal omgangswoorden, dat wordt
overgenomen, is verrassend groot on uit de
geschriften vap die tijden kunuen wij op
maken, dat in de aanzienlijke kringen, die
met het Hof in aanraking kwamen, veel
Fransch wordt, gesproken. Onder de burgerij
kwam dit wel voor, maai' minder algemeen,
en het Fransch, dat er werd gehoord, wais
inocrrect. Dus ook hier blijkt weer, dat
het Fransch door bemiddeling der hcegcre
standen invloed op de taal heeft uitgeoefend.
De werking van dc réfugiés op het No.
derlandsoh is tot. nu toe zeer overdreven,
zooals epr. yoor ©enigen tijd in Teylers Ge
nootschap hoeft aangetoond. In de XIXdo
eeüw verlie-st het Fransch veel van zijn
prestige, er worden zee.r weinig omgangs-
woorden. overgenomen on daarmee!© stemt
overeen, dat aan het Hof en in de Hofkrin
gen hoe langer zoo minder Fransch is ge
sproken.
Ten slotte vermeldde spr. tot staving van
zijn stolling, dafc de talrijke Fransohe om.
gaugsweorden, die in heb Mocklenburgseh
voorkomen, ook alleen zijn to verklaren, door
de mode, die or in.de XVIIIde eeuw ondor
do jioog© standen en aan het Hof heerecht©,
om zich bij voorkeur van de Fransche taal
te bedienen en in alios Frankrijk na te
volgen.
Ook deze voordracht, rijk aan inhoud e»n
keurig van vorm, dio met groote belang-
stolling was aangehoord, werd aan het slot
luid© toegejuicht.
Hierna hadden nog ©enige huishoudelijke
werkzaamheden plaats. Tot. bestuursleden
werden in do plaats van de aftredondo leden,
de heeren mr. S. Gratama, to 's-Gravenhage,
en prof. dr. A. Kluyver, te Groningen, be
noemd mr. J. H. Abend^inon, te 's.Gravcn-
liago, en prof. dr. J. Verdam, te Leiden,
terwijl tot secretaris de aftredende titu
laris prof. dr. S. G. de Vries werd herbe
noemd.
Hierna werd do vergaderiing met een woord
van dank aan de sprekers en de leden voor
hun opkomst, door den Voorzitter gefloten.
Verscheidene leden brachten vervolgens een
bezoek aan het Rijksmuseum van Oudheden,
waarin td© directie do resultaten van d©
jongste opgravingen in Nederland ter be
zichtiging had gesteld.
De dag werd besloten met oen gemeen
schap pol ij ken maaltijd in Huizo Prins aan
het Rapenburg.
Avondvergadering van Dinsdag 11 Juni.
Regeling der werkzaamheden.
Op voorstel van den heer Nolens, voor
zitter der commissie van voorbereiding voor
de ziekteverzekering, wordt besloten om het
débat over de Radenwet uit te stellen tot
Donderdag en om Woensdag voort t© gaan
met de behandeling van het ontwerp ;n
zake de mib'taire strafrechtspleging, omdat
de commissie voornoemd met heb onderzoek
nog niet gereed gekomen is en dit nu
Woensdag wil voortzetten.
Aan de orde is nu het ontwerp tot wijzi
ging van de
Rechtsple ging bij de land
machten de zeemaoht.
Aan de Regeeringstafel neemt plaats mr
H. C. Dresselhuijs, Regeeringsoommissaris,
en de algemeene beschouwingen worden ge
opend.
De heer VanSasse vanIJsselt
brengt hulde aan de tegenwoordige Minis
ters van Justitie, Oorlog en Marine, die
deze zaak thans kloek aanvatten, om daar-
dcor de rechtspositie van den militair te
verbeteren. Hoewel hij liever een geheel
nieuw wetboek van militaire rechtsvorde
ring had gewenscht, neemt hij met het voor
gestelde in het algemeen genoegen.
De heer Thomson betreurt, dafc voor
deze zaak geen commissie van voorbereiding
is geweest. Dan zouden de zakel misschien
spoediger zijn gegaan en aou de Kamer
meer met den inhoud van het ontwerp op
de hoogite zijn. Daar thans in verschillende
groepen dezelfde artikelen voorkomen, is
hefc z.i. ondoenlijk daarop hefc recht van
amendement uit te oefenen. Spr. zal dan
ook thans telkens bij de artikelen vragen
moeten stellen. Hij critiseert ook den stijl
der artikelen en dringt alsnog aan op een
zuivering der wet uit taalkundig oogpunfc.
Hij aeht verkeerd de bepaling betreffende
het T,oorloopig arrest. De bestaande bepa
ling, dat ieder meerdere het recht heeft zijn
mindere voorloopig arrest op t© leggen, had
hij willen zien geschrapt, en nu betreurt h j,
dat men in plaats daarvan thans den meer
dere verplicht het voorloopig arrest
aan te zeggen in bepaalde gevallen. Ook
oritaseert hij de regeling der bevelvoering
als nog steeds zeer onpractisoh.
(De voorzitters-zetel, aanvankelijk ingeno
men door den heer Yan By landt, wordfc
thans door den heer Yan Nispen tot Seve-
naer bezet).
De beer Hugenholfcz houdt uitvoeri
ge principieele beschouwingen over de mili
taire rechtspleging, die z.i. moest afgeschaft
zijn.
Het systeem van een militaire rechtsple-
ging, die in verband met militaire tucht en
militair gezag wordt noodig geacht, be
strijdt spr. als thuis behoorende in den tijd
van het huurleger, maar verouderd, nu wc
een milifcieleger bezitten. Nu dienen voor
den militair dezelfde rechtsmiddelen toege
past als voor den gewonen burger. Spr. be
toogt, dat men militaire rechters noodig
heeft om het opkomend vrijheidsbesef ge
welddadig te onderdrukken, maar dat de
slaafsche onderworpenheid der militairen
van vroeger aan hefc verdwijnen is. Het wel
begrepen eigenbelang moest den autoritei
ten brengen tot afschaffing van de militaire
reohtspleging, die ook een gevaar is voor den
modernen Staat.
Na nog trsohillende punten in het bij
zonder en ook dé denkbeelden van gene
raal Koolemans Beynen bestreden te heb
ben, verklaart spr. evenwel het ontwerp
niet te zu-lllen afwijzen, omdat hij erkent,
dat het ver. ©teringen brengt. Hij hoopt©
intusschen, dat straks bij een definitieve
herziening het militair -strafrecht geheel
moge verdwijnen. Ten stotte vraagt spr.
ook voor Indïë een vasten krijgsraad aan
te stellen, en wel in Soerabaja.
De heer Van Hamel doet uitkomen,
dat dohervormingen van dit ontwerp abso
luut noodig zijn, al zijn er nog onvolkomen
heden. Jammer acht hij het, dat men do
schriftelijke procedure heeft moeten be
houden. Zij vormt de hoofdzaak. Men
had echter de kleine vergrijpen naar de
kantongerechten kunnen verwijzen. Spr.
legt er sterk den nadruk op, dat dea©
regeling tijdelijk moet zijn en door eea1
definitieve zal worden vervangen. Hij be
treurt, dat hier nog steeds gemist wordfc
het persoonlijk contact tusschen beklaag
de en rechters. Van groot belang is ook
de samenwerking tusschen militairen en
burgerlijken r -hter, welJkc-' zeer stelljg
bevorderlijk zal zijn aan een gezonde
verhouding tusschen leger en volk. Spr.
vraa/rt sterken steun der Regeering om
de re rgeleerde studie van officieren te
bevorderen.
De RogeeriDr'5soomm.Usaris, do heer
Dro8s©lhuis, de sprekers beantwoor
dende, wijst er op, dat men op dit oogon-
blik moest optreden als padvinder en op Ffc
onbegrensde gebied slechts enkele grens
palen slaan. De herziening beoogt slechts
de meest' dringende, meest noodzakelijke
wijzigingen aan te brengen. Aan stijl en
taal kan nu niet in ruime mate de aan
dacht worden gewijd; maar het ontwerp
is zeer goed leesbaar. De Bond' van min
der Marinepersoneel erkende de voordee-
l'en van het ontwerp en gaf daarmee blijk
hefc goed te kennen. Juist uit de spelling
van het ontwerp, waaraan nu niet veel
tijd is besteed, blijkt nu eindelijk hefc tij
delijk karakter. De zaak van het voorloo
pig arrest is thans niet gewijzigd, omdat
dit punt reeds regeling vond in de wet op
de krijgstucht.
De redactie van het bedoelde artikel
ia slechts in overeenstemming gebracht
met die van de bepaling in bedoelde wet.
De bepaling betreffende 'fc recht van den
meerdere, om d'en mindere voorloopig ar
rest op t© leggen, kan niet worden ge-
sohraipt, omdab ze op 'fc oogenblik nog
onmisbaar is. Hefc schriftelijk proces zal
bij de artikelen worden behandeld. De
vraag of bepaalde zaken waar de kan
tonrechters kunnen worden verwezen, is
geen vraag van rechtspleging, maar van
rechterlijke organisatie, van rechtsmacht.
Intusschen rohfc spr. splitsing van
rechtsmacht niet zonder gevaar en beroept
hij zich daa toe o. a. op een vroegere uit
lating van den heer Yan Hamel zelf. De
wensch naar opleiding van officieren in
de rechtsgeleerdheid is spr. volkomen
sympathiek, maar de Kamer heeft vroe
ger een aanvraag daarvoor afgewezen.
De Min. van Justitie zegt nog
0. a. dafc indien dit ontwerp er is, met
meer vrucht aan de invoering van het
nieuwe wetboek gewerkt kan worden. Wafc
de amendementen betreft, spr. heeft reeds
veel tegemoetkoming getoond. De overge-