$o. 16044, IiEIDSCH DAGBLAD, Woensdag* 12 Juni. Tweede Blad. Anno 1912T. Buitenlandseh Overzicht Tweede Kamer. Do staking in Engeland is verre van lig meen. In vele havens hebben de dok- werk era geweigetrd het bevel op te volgen frit van uit Londen tot hen kwam. Tcoh zijn gj nog een massa, die den arbeid hebben ftfcigelogd. En niet alleen dokwerkers, ook pit andere takken van het transportbedrijf ontvangen de Londensche dokwerkers steun. j)xh deze extra versterking hoeft niets te tetoekenen in vergelijking tot de kraóht U10 de staking minder ontwikkelen kan llccr het niet-staken van zoovele vakgënoo- li jn Southampton hebben wel 2000 man het freik gestaakt, evenzoo in Plymouth, waar jitli ook de karrijders solidair verklaarden, mruiv het uitvoerend oomité van den dok- Wcikorsbond voor Liverpool, Hull, Schot land en Ierland besloot niet mee te doen en eenzelfde besluit namen de dokwerkers le Middlesbrown. die te Sunderland en te Plylh. In onze telegrammen van gisteren gorden nog een aantal havens genoemd, waar gewerkt wordt, o. m. te New-Castle, Car diff en Swansea. Do dokwerkers aan het kanaal van Man dator besloten bij handopsteken om aan jlö staking deel te nemen. antwoord op een hem in het Lagerhuis gestolde vraag omtrent den 6tand dér sta king. zei de eerste minister Asquith, dat de iregwring in de laatste tien dagen niets on be proof d heeft gelaten om het noodlottige geschil tot een bevredigende oplossing te. Lrengen. De voorstellen, die de regeering heelt gedaan, worden echter niet door beide partijen aanneemlijk geacht en de gedane pegLngen hebben dus schipbreuk geleden. „Naar wij vernomen hebben," zoo vér- ydgdc de minister, „dreigt er vorerging .Van den toestand, hetgeen der regoering ^•n?tige zorg baart." I>c arbeidersleider Ramsay Maodonald yro.'g of de regeering nog bereid is haar fccèd© diensten aan te bieden aan één dar part-iron of aan beide, waarop Asquith be vestigend antwoordde. Miot alleen de Engelse he dokwerkers eta- la.il tegenwoordig, 't Broeit op vele plaat- keu en in vele vakken. O. a. zijn ook do F ra nscho zeelieden niet tevreden met hun positie. Te Harre is het reeds tot ben uitbarsting gekomen. Reeds Maandag meldden onze telegrammen hieromtrent iets, thans echter staan ons meerdere gegevens ton dienste.- Dc transatlantische stcomor „La •Franoe" zou naar New.York vertrekken, toen 550 man van het personeel een verhoo- feing van het loon eischten. Ze vroegen 30 francs per maand meer en voor de matrozen en do kolentremmers werd een verhooging ge vraagd van 20 franos per maand. De directie Öer Maatschappij. "die deze boot in de vaart hoeft, wilde pp 't laatst 10 francs verhoo ging geven, «dooh hi armoe waren de zeelie den niet -tevreden. Rjvelli, de leider der zeelieden in Pr ank- rij x, had (reeds geruimen tijd do havens af gereisd, zoodat het vermoed weid dat er iets broeide. Het syndicaat had reeds eon lijrt van (de eischen opgemaakt, die in de kringen der zeelieden waren gestold en nu ging Rivelli de plaatselijke organisaties hier mee op (de hoogte 9tellen. Men wensoht her ziening van jiet tarief, in 1901 vastgesteld na de (algemeene staking der inscrits. Het bost uur had pan den reedersbond mecLege- Idceld op wélke loonsverhoogingen de men- schen aandringen en had ten antwoord ge kregen, dat hieromtrent geen collectieve be slissing kon worden genomen en dat ieder ïeoder zioh moest verstaan met zijn equi pages. De verhooging, die voornoemde maatschap pij wiLde geven, achtten do zeelieden onvol doende en ze zijn aan boord van „La Franoe" Sa staking gegaan, zelfs voor de leiders Id-ór organisatie er ojp verdacht waren. In de Arbeidsbeurs had daarop een mee ting plaats, waar een duizendtal „inscrits" aanwezig was en waar besloten werd tot do algemeene staking. Do equipages van de in de liaven liggende schepen werden ver zócht aan boord te gaan. De gevallen be slissing werd. tolegraphisch medegedeeld aan Itlö organisaties der overige havens. Ook te Bordeaux hebben de inscrits mari. times het werk neergelegd. In Hongarije wordt hqt van kwaad tot eerger. De relletjes uit. da Kamers zijn naar de straat overge^ bracht. Spoediger dan we verwachten heeft het volk zijn misnoegen te kennen gegeven over het optreden van graaf Tisza. Door het herhaalde uitsluiten der oppositieleden en het ter assistentie, roepen van de politie heeft hij de stemming steeds meer verbit terd. En thans is men zoover dat het par lement wordt bewaakt door groot© afdee- lingen militairen met 't tweeledig doel den uitgestotenen het binnentreden van het gebouw te beletten en om de rust fce hand haven. Gistermorgen begaf de oppositie zich door de staten van Boedapest naar het clubgebouw der volkspartij. Onderweg had oen groot© opgewonden menigte zich bij hon aangesloten. Voortdurend werd er ge roepen: Weg met Tisza! Duizenden zon gen het Kossuth-lied. Plotseling stormden °p den hoek van een straat bereden politie on gendarmes op de betoogers in. Velen personen werden omvergereden. Er ont stond een afgrijselijke paniek. Vrouwen en kinderen huilden. Mannen trachtten zich togen de aanvallen te verdedigen, waarbij t' 1 van personen gewond werden. De me- U'gte werd in drie groote groepen verdeeld on door de met de sabel zwaaiende gendar men on bereden politie uiteengedreven. Eindelijk gelukte het den afgevaardigden het clublokaal der volkspartij -te bereiken, J'aar zich een groote menigte verzameld hadi. De afgevaardigden der oppositie wer den met een schallend ,,Eljen"-geroep ont vangen. Opnieuw betoogde het volk tegen Laza en de regeering. En niet alleen in de hoofdstal zijn relle- 'jos voorgekomen. Ook te Grosz Wardein, de woonplaats van graaf Tisza ia het tot ernstige ongeregeldheden gekomen. Zijn woning is met steenen gebombardeerd, zoo- d'at geen ruit heel is gebleven, en een huis van eèn lid der regeeringspartij onderging een zelfde lot, waarop nog wel een hon derdtal groote zaken en officieel© gebou wen het moesten ontgelden. De politie kwam, toen het. te laat was, doch werd bovendien door twee groot© arbeidersmassa's ingesloten, die een aan val deden op de politie, haar met steenen wierp en met stokken sloeg. Een bereden agent werd van het paard getrokken en hevig geslagen. Een wachtmeester van politie werd aan de voeten gewond door vier revolverschoten. De menigte werd steeds woedender en de politie be greep, dat zij het zonder militaire hulp niet •zou kunnen bolwerken. Eerst toen een eskadron huzaren en een bataljon infante rie in den looppas aankwamen, gaven de die monstra nten er de voorkeur aan te vluchten. In Klausenburg is het na een socialisti sche vergadering ook tot botsingen gekomen. In een vergadering te Boedapest heeft graaf Apponyi in een redevoering heftig ge protesteerd tegen het optreden van Tisza. De oppositie zal thans een agitatie tegen de regeering beginnen en haar optreden ver klaren. Tegelijkertijd zal een uitgebreide campagne worden gevoerd voor een demo cratische kiesrechthervorming. Tisza heeft in het parlement daarentegen ook getracht zijn houding te rechtvaardigen. De obstructie, vertelde hij, is een chronische ziekte, die door een radicale operatie moet worden genezen. ,,Ik heb getracht", zoo vervolgde hij, ,,een einda te maken aan de anarchie in het parlement en behoef mij niet te verdedigen tegen het verwijt van persoonlijke eerzucht." Er werd toen geroepen: „schelm", waarop Tisza antwoordde: „dwaas", en hij eindigde daarop zijn rede met de woorden: „Moge toch de natie naar mij luisteren voor het te laat ia" Zouden ze het in Hongarije niet eens met een kalmer en bezadigder heelmeester kun nen probeeren? De berichten over de laatste krijgsopera ties der Italianen en de geruchten over hun voornemens zijn zeer tegenstrijdig. Men kan er geen touw aan vast knoopen. Hardnek kiger weer zijn de geruchten over t u s- schenk-omst der mogen d h eden. Het heet nu dat de Europoesche grootmach ten een krachtige poging tot herstel van den vrede zullen doen, nadat de Italianen Chios zullen hebben bezet. Ze willen een verder optreden van Italië liever niet afwachten, want gaat het. nog meer eilanden bezetten, dan kan Turkije toch wel weer eens de Dardanellen gaan sluiten. Dat is iets, waar naar men geen tweeden keer verlangt. De schade, door de sluiting gedurende eenige weken voor korten tijd veroorzaakt-, is zeer groot geweest. De handel heeft er van ge weten. De Porte moet den mogendheden reeds heb ben doen weten, dat een bezetting van Myfci- lene een tweede sluiting der Dar danellen ten gevolge zal hebben. De Italianen weten zich anders op handi ge wijze populair te maken op die eilanden, welk© ze reeds hebben bezet. De veroveraars hebben op elk eiland een soort republiekj e gesticht, waar de in hoofd zaak uit Grieken samengestelde gemeente raden de leiding hebben. Op elk eiland be vindt zich een bezetting van vijftien man onder een officier, die zich echter geheel buiten de bestuursaangelegenheden houden en slechts ingrijpen op verzoek der overheid van het eiland. Verder wordt een soort mi litie gevormd om politiedienst te verrichten. Op Kob bevinden zich '400 man infante rie. Het eiland Rhodos alleen is geheel on der Italiaanscb bestuur gesteld. Het geheel© bestuur is gecentraliseerd op Astypalaea, waar zich ook de opslagplaatsen enz. voor de vloot en de troepen bevinden. Het, bestaande belastingstelsel is gehand haafd, alleen met dit onderscheid, dat thans alle gelden in de gemeentekas gestort wor den. Italië is anders slecht te spreken over haar bondgenoot Duitechland. Aan den .ge zant van laatstgenoemd land te Konsfcanti- nopel is de behartiging van de belangen der Italianen in Turkije- opgedragen. Aan de goede nakjoming van deze opdracht ontbreekt volgens de Italianen nogal iets. Italiaansche bladen uiten menige hatelijkheid aan het adres van Duitschland, dat zich hiérvan on getwijfeld niet vèel zal aantrekken. MaatscbappU der Neder). Letterkunde. Gisteravond hield de Commissie voor Ge schied. en Oudheidkunde een voor alle leden der Maatschappij toegankelijke verga dering, in het Nutsgebouw, waarin dr. E. Wiersum, uit Rotterdam, een voordracht hield over: „Johan van der Veken, koop man en bankier te Rotterdam (15831616), dien hij schetste als een van de onderne mende Zuid-Nederlanders, die tijdens den Spaanschetn opstand om geloofs- en handels vrijheid naar Noord.Nederland uitweken. Veken vestigde zich in Rotterdam en werd er op économisch en zelfs op politiek ge bied een man van beteekenis, zooals spr. deed uitkomen. Na hem trad op dr. M. G. de Boer, uit Amsterdam, die eenige nog niet bekend© historische bijzonderheden mededeelde over „Het nemen der Zilvervloot in 1628"een feit in d© geschiedenis dat wel 3eer, maar niet goed bekend is. Heden werd in het Nutsgebouw dé jakr- lijksche vergadering van de Maatsóhappij ge houden, waarvoor tal van leden, zoowel uit do verschillende deelen des lands als uit Leiden zelf, zijn samengekomen. Te elf uren werd de vergadering met een welkomstwoord van den voorzitter, prof. dr. G. Kalff, ge opend, die vervolgens een toespraak hield, waarin hij, zinspelend op .het gebruik, dat toegeschreven wordt aan de oude Egypfe- naren: het doodshoofd op een feesttafel, be gint met een herinnering aan die leden in het buiten- en binnenland, die dor Maat schappij in het jaar -1911:'12 -zijn ontval len: de Brusselsohe kunsthistoricus Ilymans, de Antwerpsche tooneelschrijveT Gittens, de gezant der Fransche Republiek aan ons Hof Legrand, de Emdenaar Broos, mevrouw de weduwe Leoky, geb. baronesse Van Dedem; en onder de binnenlandsohe ledenMr. J. A. Sillem, Jozef Israels, de journalist Van der I£ulk, acht godgeleerden en predikanten, de prof. Valcton en Wildeboorj de predikanten Slo tem aker, Vos, Hugenholtc, Van den Bergh en Craendijk. In verband met. het betrekkelijk groot aantal predikanten ohdel* de-gestorven leden, gaf de Voorzitter vervolgens oen overzicht van den invloed, door geestelijken en pre dikanten geoefend op dë ontwikkeling onzer volksbeschaving, en stélde .mét name in het licht, wat door geestelijken en predikanten gedaan is als voortbrengers van letterkundig werk van de middeleeuwen af tot in de 19de eeuw toe. Spr. besloot met een blik op enkele beelden van geestelijken en predikan ten in do buitcnlandschè letterkunde en op enkele sparen, door de geestelijken cn pre dikanten nagelaten in de taal". Na deze toespraak, welke warm werd toe gejuicht. deed de secretaris, prof. dr. S. G. de Vries, verslag van het verhandelde op de verschillende -inaandeGjksche verga deringen en stipte verder enkele der belang, rijkst© gebeurtenissen gedurende het af ge. loopen jaar aan, waarna de bibliothecaris, do heer Louis D. Petit, in.den.vorm van een causerie het oen en ander, •mededeelde over de vele geschenken, voor dè Bibliotheek ont vangen. Het voornaamste,'t -daarvan is een uit 330 nummers bestaand© verzameling van alle werken, van Nic. Béëts, -door Hemzelf met. veel zorg bijeen gébracht en nu door de familie Beets aan de Maatschappij ge schonken. Vooral besprak de heer Petit, de talrijke uitgaven" on vértalingen der „Ca mera Obscura" en de brieven, naar aan leiding daarvan door Beèts ontvangen, dio hem aanspoorden tot 3d uitgave van-'hot werkje „Na 50 jaar" en uit welke brioven de heer Petit vermakelijke vragen mode- deelde. De Bibliotheek staat: in letterkundig ver keer met 160 binnen, on buitonlandsche ge nootschappen en Maatschappijen cn werd ver. meerderd met "ruim 500 boeken en 230 tijd schriften. Uitgeleend wérden 36-10 boeken en 17 handschriften. Na het uitbrengen van liet financieel ver slag, waaruit bleek, dat de, geldmiddelen in gleden staat verkeareP, cn van de verslagen de? .Commission voor Taal- cn Letterkunde en voor Geschied- en Oudheidkunde, die wei nig bijzonders opleverden, werd door do stemopnemers de uitslag medegedeeld van de. stemming ov.er de te benoemen. ,ge- -wone en buitcnlandschè leden. Benoemd bleken: tot gewone cf binnciLlandsehe leden Dr. A. Rutgers van der Loeff Az., te Haai lom, oud-predikant. Mr. C. P- van Eeghen Jr., te Amsterdam- G. J. Ligthart, hoofd O. L. School, Den Haag. Mej. Else Otten, Berlijn..J J. Hof (schuilnaam: Jan fen'e Gaestmar), Heerenveen. O. Beltsnburg, Pz., t© Leiden, directeur firma „Bockhan del en Drukkerij voolrh. E. J. Brill." Dt. G. B. Brom, tijdelijk to Rome. Dr. A. Eek hof, predikant te Diemen. F. A. Liefrinck, oud-lid van dén Raad van Ned.-Indië. J. Gimberg, Zutfen, werkzaam aan gemeen te- archief. Dr. A. A. van Schelven, predi kant t© Manrssen. C. L. van Balen, hoofd redacteur „Vaderland", Dén Haa.g. Dr. J. Zwaan, buitengewoon hocgleeraar, Leiden. Mej. dr. F. E. J. M. Baudot, Hilversum. R. J. Sohierbeek R.Jz., werkzaam in Van Stcokum's antiquariaat, te Dén Haag, K. Vos, predikant te Woudsénd. Mevr. dr. J. van den Bergh van EysingaEli as, Helmcnd. Dr. C. te Linfcum, leeraar H. B-S. Rotter dam, privaat-docent te Utreohi. Jlu*. mr. E. B. F. F. Wittert. van Hoogland, commies^ griffier Eerste Kamer der Staten-Géneraal, Den Haag. Dr. J. Th. Beysens, bijzonder hoogtoeraar te Utrecht. Dr. A. J. W<en- sinok, hoogleeraar te Leiden. Air. J. wan Kuyk, substituut-griffier bij de arrondis- soments-rechtbaïxk Den Haag. Dr. N. J. Krom, Batavia, voorzitter commissie in N.- Ijidië vcor oudheidkundig onderzoek op Java en- Madoera. Dr. J.r A- van der Hake, leer aar H. B-S. 'te Haarlem- Dr. J. A. H. G. Jansen, pastoor te Bunnik, P. Roorda, di recteur gesticht voor doofstommen te Gro ningen. J. Ph. van der Keilen Dzn-, as sistent Rijksprentenkabinet te Amsterdam. Dr. Ph. S. van Ronkel, leeraar gymnasium Willem III, te Batavia, O. G. Kaakebeen, leeraar II. B-S. Den Haag. Dr. R. van der Meulen Rzn., medewerker woordenboek Leiden. Mevr. M. van KcoyVan Zeggelen, Brussel. Dr. E. Rruisinga, leeraar H. B.-S. Amersfoort, privaat-docent uniyeersiteit Utrecht. Tot buitenlandsohe loden Dr. G. Knothe, professor te Bloemfontein, secretaris van de „Zuid-Afrikaanse Akademie voor taal, letteren en kunst.!' J. Bols, t© Aarschot, uitgever van honderd oude Vlaam. sohe liederen. Dr. Gust Cohen, te Parijs- Dr. C. Borchling, hoogleeraar voor 't Ne- derduitsoh, Hamburg. Fred. Rornpel, Pre toria. Mej. Gab. Vere Campbell Boweu, schuilnaam: Marjorie, Londen. Dr. W- Crei- zenaeh, hoogleeraar te Krakau. A. C. van dei* Cruyssen, provinc. inspect, van 'tL. O. Antwerpen. Dr. V. Fris, leeraar aan 'tKon- Athenaeum, te Gent. P. N. Nieuwenhuis, gep. generaal der artillerie, Kopenhagen. Prof. dr. J. J. SalVörda de Grave, uit Groningen, hield daarna oen voordracht over „Taalbetrekkingen van Nederland tot Frankrijk." Hij stelde zioh ten doel Pa te gaain op welke w'jjze de Noord-Nederlanders in aan raking zijn geWeest met de Fransohe taal, om aldus _de oorzaken op te sporen van hot overnemen in het Nederlands oh' vau zoo talrijke Fransohe woorden. Daarbij moet een onderschoid worden gemaakt tusschen de technische termen, d. z. die, welke worden ingevoerd tegelijk met het Fransohe begrip of voorwerp, dat wordt overgenomen, en de „omgamgswoorden", die begrippen en aan doeningen noemen, welke algemeen mensohe- lijk zijn (bijv. pleizier). Alleen de laatste, die bovenal beteekenis vol zijn voor den in vloed, door het vreemd© land geoefend, nam spreker in zijn beschouwingen op. Van de verschillende oorzaken, die ge woonlijk worden opgegeven voor de'ontloe- ning van vroemdo woorden, w003 spr. van de hand do oorlogen, die slechts, tot een voor bijgaande aanraking leidenals grondoor zaken kunnon evenmin geiden bezoeken in het buitenland, omdat de reiziger, terug gekeerd in het eigen land, natuurlijk gean vreemde woorden in zijn omgeving kan ge bruiken, als deze hierin niet reeds bekend zijn; daarom kan ook de handel niet als oor zaak van 't vervoeren van 'n vreemd omgangs. wcord geldenen de aang ren zing aan vreemd taalgebied heeft alleen belang voor de on. middellijk aan de grenzen liggende streken. Zoo kwam spr. tot de conclusie, dat alleen blijvende aanraking in het ontloencndë land met de vreemde taal verklaren kan, dat om gangswoorden daaruit in de landstaal wor den overgenomen. Een sprekend voorbeeld levert, volgens spr., de positie van het Fransëh in Engeland, van d© Xlde' tot de XIVdo eeuw. Zulk een duurzaam contact hoéft in Ncord.Noderland alleen aan het Hof plaats gehad en aam Hofkringen zal dus zoowel d© eerste aanraking als de steeds doorgaande ontleening moeten worden toe geschreven. Hoofdoorzaak van het in voeren van vreemdo omga.ngswoorden is de navol ging door do lagere standen van do aristo cratie. Spr. verdeelde de geschiedenis der taai- betrekkingen in vier tijdvakken, nl. la de tijden voor liet Henegouwsoh© huis2o. van de XlVdeXVIdo eeuw3o. van do XVIde eeuw tot aan don Franschen tijd; 4o. de XIXde eeuw. Daar hij zich o^k voor dc Mid- doloeuwcn tot d© Noord.Nederlandsoho schrijvers beperkte, stonden hem slechts drio dichters als berichtgevers ten dienste, nl. Melis Stok©, Willem van Hildegaersberg en Dirk Potter. Spr. ging na welk© Fransche woorden de zen gebruiken en deed opmerken, dat van do Avesnes tot den opstand het Fransdh de taal dor hecrseliers is geweest. En vóór de Henegouwers heeft de Hollandscho adel (©Venals do Geldersehe) door huwelijken als anderszins met Frankrijk nauwe relaties ge had. Na den opstand gedurende de geheel© XVTIdo en XVIIIde eeuw blijft het Fransch de hoftaal. Het aantal omgangswoorden, dat wordt overgenomen, is verrassend groot on uit de geschriften vap die tijden kunuen wij op maken, dat in de aanzienlijke kringen, die met het Hof in aanraking kwamen, veel Fransch wordt, gesproken. Onder de burgerij kwam dit wel voor, maai' minder algemeen, en het Fransch, dat er werd gehoord, wais inocrrect. Dus ook hier blijkt weer, dat het Fransch door bemiddeling der hcegcre standen invloed op de taal heeft uitgeoefend. De werking van dc réfugiés op het No. derlandsoh is tot. nu toe zeer overdreven, zooals epr. yoor ©enigen tijd in Teylers Ge nootschap hoeft aangetoond. In de XIXdo eeüw verlie-st het Fransch veel van zijn prestige, er worden zee.r weinig omgangs- woorden. overgenomen on daarmee!© stemt overeen, dat aan het Hof en in de Hofkrin gen hoe langer zoo minder Fransch is ge sproken. Ten slotte vermeldde spr. tot staving van zijn stolling, dafc de talrijke Fransohe om. gaugsweorden, die in heb Mocklenburgseh voorkomen, ook alleen zijn to verklaren, door de mode, die or in.de XVIIIde eeuw ondor do jioog© standen en aan het Hof heerecht©, om zich bij voorkeur van de Fransche taal te bedienen en in alios Frankrijk na te volgen. Ook deze voordracht, rijk aan inhoud e»n keurig van vorm, dio met groote belang- stolling was aangehoord, werd aan het slot luid© toegejuicht. Hierna hadden nog ©enige huishoudelijke werkzaamheden plaats. Tot. bestuursleden werden in do plaats van de aftredondo leden, de heeren mr. S. Gratama, to 's-Gravenhage, en prof. dr. A. Kluyver, te Groningen, be noemd mr. J. H. Abend^inon, te 's.Gravcn- liago, en prof. dr. J. Verdam, te Leiden, terwijl tot secretaris de aftredende titu laris prof. dr. S. G. de Vries werd herbe noemd. Hierna werd do vergaderiing met een woord van dank aan de sprekers en de leden voor hun opkomst, door den Voorzitter gefloten. Verscheidene leden brachten vervolgens een bezoek aan het Rijksmuseum van Oudheden, waarin td© directie do resultaten van d© jongste opgravingen in Nederland ter be zichtiging had gesteld. De dag werd besloten met oen gemeen schap pol ij ken maaltijd in Huizo Prins aan het Rapenburg. Avondvergadering van Dinsdag 11 Juni. Regeling der werkzaamheden. Op voorstel van den heer Nolens, voor zitter der commissie van voorbereiding voor de ziekteverzekering, wordt besloten om het débat over de Radenwet uit te stellen tot Donderdag en om Woensdag voort t© gaan met de behandeling van het ontwerp ;n zake de mib'taire strafrechtspleging, omdat de commissie voornoemd met heb onderzoek nog niet gereed gekomen is en dit nu Woensdag wil voortzetten. Aan de orde is nu het ontwerp tot wijzi ging van de Rechtsple ging bij de land machten de zeemaoht. Aan de Regeeringstafel neemt plaats mr H. C. Dresselhuijs, Regeeringsoommissaris, en de algemeene beschouwingen worden ge opend. De heer VanSasse vanIJsselt brengt hulde aan de tegenwoordige Minis ters van Justitie, Oorlog en Marine, die deze zaak thans kloek aanvatten, om daar- dcor de rechtspositie van den militair te verbeteren. Hoewel hij liever een geheel nieuw wetboek van militaire rechtsvorde ring had gewenscht, neemt hij met het voor gestelde in het algemeen genoegen. De heer Thomson betreurt, dafc voor deze zaak geen commissie van voorbereiding is geweest. Dan zouden de zakel misschien spoediger zijn gegaan en aou de Kamer meer met den inhoud van het ontwerp op de hoogite zijn. Daar thans in verschillende groepen dezelfde artikelen voorkomen, is hefc z.i. ondoenlijk daarop hefc recht van amendement uit te oefenen. Spr. zal dan ook thans telkens bij de artikelen vragen moeten stellen. Hij critiseert ook den stijl der artikelen en dringt alsnog aan op een zuivering der wet uit taalkundig oogpunfc. Hij aeht verkeerd de bepaling betreffende het T,oorloopig arrest. De bestaande bepa ling, dat ieder meerdere het recht heeft zijn mindere voorloopig arrest op t© leggen, had hij willen zien geschrapt, en nu betreurt h j, dat men in plaats daarvan thans den meer dere verplicht het voorloopig arrest aan te zeggen in bepaalde gevallen. Ook oritaseert hij de regeling der bevelvoering als nog steeds zeer onpractisoh. (De voorzitters-zetel, aanvankelijk ingeno men door den heer Yan By landt, wordfc thans door den heer Yan Nispen tot Seve- naer bezet). De beer Hugenholfcz houdt uitvoeri ge principieele beschouwingen over de mili taire rechtspleging, die z.i. moest afgeschaft zijn. Het systeem van een militaire rechtsple- ging, die in verband met militaire tucht en militair gezag wordt noodig geacht, be strijdt spr. als thuis behoorende in den tijd van het huurleger, maar verouderd, nu wc een milifcieleger bezitten. Nu dienen voor den militair dezelfde rechtsmiddelen toege past als voor den gewonen burger. Spr. be toogt, dat men militaire rechters noodig heeft om het opkomend vrijheidsbesef ge welddadig te onderdrukken, maar dat de slaafsche onderworpenheid der militairen van vroeger aan hefc verdwijnen is. Het wel begrepen eigenbelang moest den autoritei ten brengen tot afschaffing van de militaire reohtspleging, die ook een gevaar is voor den modernen Staat. Na nog trsohillende punten in het bij zonder en ook dé denkbeelden van gene raal Koolemans Beynen bestreden te heb ben, verklaart spr. evenwel het ontwerp niet te zu-lllen afwijzen, omdat hij erkent, dat het ver. ©teringen brengt. Hij hoopt© intusschen, dat straks bij een definitieve herziening het militair -strafrecht geheel moge verdwijnen. Ten stotte vraagt spr. ook voor Indïë een vasten krijgsraad aan te stellen, en wel in Soerabaja. De heer Van Hamel doet uitkomen, dat dohervormingen van dit ontwerp abso luut noodig zijn, al zijn er nog onvolkomen heden. Jammer acht hij het, dat men do schriftelijke procedure heeft moeten be houden. Zij vormt de hoofdzaak. Men had echter de kleine vergrijpen naar de kantongerechten kunnen verwijzen. Spr. legt er sterk den nadruk op, dat dea© regeling tijdelijk moet zijn en door eea1 definitieve zal worden vervangen. Hij be treurt, dat hier nog steeds gemist wordfc het persoonlijk contact tusschen beklaag de en rechters. Van groot belang is ook de samenwerking tusschen militairen en burgerlijken r -hter, welJkc-' zeer stelljg bevorderlijk zal zijn aan een gezonde verhouding tusschen leger en volk. Spr. vraa/rt sterken steun der Regeering om de re rgeleerde studie van officieren te bevorderen. De RogeeriDr'5soomm.Usaris, do heer Dro8s©lhuis, de sprekers beantwoor dende, wijst er op, dat men op dit oogon- blik moest optreden als padvinder en op Ffc onbegrensde gebied slechts enkele grens palen slaan. De herziening beoogt slechts de meest' dringende, meest noodzakelijke wijzigingen aan te brengen. Aan stijl en taal kan nu niet in ruime mate de aan dacht worden gewijd; maar het ontwerp is zeer goed leesbaar. De Bond' van min der Marinepersoneel erkende de voordee- l'en van het ontwerp en gaf daarmee blijk hefc goed te kennen. Juist uit de spelling van het ontwerp, waaraan nu niet veel tijd is besteed, blijkt nu eindelijk hefc tij delijk karakter. De zaak van het voorloo pig arrest is thans niet gewijzigd, omdat dit punt reeds regeling vond in de wet op de krijgstucht. De redactie van het bedoelde artikel ia slechts in overeenstemming gebracht met die van de bepaling in bedoelde wet. De bepaling betreffende 'fc recht van den meerdere, om d'en mindere voorloopig ar rest op t© leggen, kan niet worden ge- sohraipt, omdab ze op 'fc oogenblik nog onmisbaar is. Hefc schriftelijk proces zal bij de artikelen worden behandeld. De vraag of bepaalde zaken waar de kan tonrechters kunnen worden verwezen, is geen vraag van rechtspleging, maar van rechterlijke organisatie, van rechtsmacht. Intusschen rohfc spr. splitsing van rechtsmacht niet zonder gevaar en beroept hij zich daa toe o. a. op een vroegere uit lating van den heer Yan Hamel zelf. De wensch naar opleiding van officieren in de rechtsgeleerdheid is spr. volkomen sympathiek, maar de Kamer heeft vroe ger een aanvraag daarvoor afgewezen. De Min. van Justitie zegt nog 0. a. dafc indien dit ontwerp er is, met meer vrucht aan de invoering van het nieuwe wetboek gewerkt kan worden. Wafc de amendementen betreft, spr. heeft reeds veel tegemoetkoming getoond. De overge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5