FEUILLETON.
Het Kasteel op de Hots.
Een goedkoop Portret.
dan ook den naam van luipaard doelende
op zijn gluipenden aard.
Mijn vrienden nu, woonden in een zeer
afgelegen district, vaar ook heel vat kin
deren varen, die echter maar weinig aflei
ding hadden omdat er daar nog niet zooveel
voor bet jonge volkje gedaan wordt, gelijk
te begrijpen valt. Mevrouw Hunters, zoo
heette mijn vriendin, besloot dus, de kinde
ren uit haar omgeving op een pic-nic in het
boach te nooden en dat wan me na een vreug
de I
Tol ongeduld werd de heerlijke dag aft
gewacht en al vroeg in den ochtend trok heel
het gezelschap uit. Op een open plekje in
het boech werd een hagel-witte servet over
het gras uitgespreid, en daarop de heerlijk
heden uitgestald, die voor deze speciale
feestelijke gelegenheid bestemd waren.
Het was een gepraat en gejoel en gelach
van belang toen ze opeens de dorre bladeren
en tokken hoorde kraken en ritselen en..«
een reusachtige luipaard voorbij sprong.
Dat was een verandering van tooneel op
eens: de gezichten die eerst nog zoo vroo-
lijk stonden, waren nu pijnlijk vertrokken
van angst, maar gelukkig was de heer Hun
ters ook van do partij en die had een go-
weer hij zich. daar men in die streken ook
wel altijd bedacht moet zijn op een moge
lijken overvaL
Toch kon hij alleen nog niet genoeg uit
richten en ging dus zoo gauw mogelijk terug
naar zijn woning, die gelukkig niet ver af
was, om een knecht en de jachthonden te
halen Met behulp van deze dieren was nij
het beest gauw op het spoor: de luipaard
lag tusscken het kreupelhout verscholen
•n.... de heer Hunters had het geluk, behal
ve dat hij zijn schot natuurlijk goed richt
te dat hij den geduchten tegenstander
midden in het voorhoofd trof! Je begrijpt,
hoe dankbaar allen hem waren. Het beest
werd gestroopt en het vel heb ik later ca
deau gekregen", eindigde mijn vriendelijke
gastvrouw, omdat ik eens in de gelegen
heid was de familie Hunters een vrienden
dienst te bewijzen, die ae mij niet anders
konden beloonen, naar ze getuigde, door mij
'dat waardevolle vel ala aandenken te schen
ken.
Zoo heb ik ook eens gehoord, van de ont
moeting tussohen een gorilla en een luip
aard; maar die liep minder goed afl
De gorilla nu, is een geduchte tegenstan
der; zijn uiterlijk is in hooge mate schrik
wekkend en het beest bezit een kracht, <raar
je versteW van staat 1 Meermalen heeft zich
bijvoorbeeld het feit voorgedaan, dat een ne
ger den gorilla bijvoorbeeld met den kolf
van zijn geweer trachtte te treffen. Maar
13'
En op eens deed een vreeselijk geluid
achter ons, ons allen van schrik op sprin
gen. De oude heks lachte nu niet alleen,
maar ze gaf een schreeuw en deed zóó
vreemd, dat het er veel van had alsof
ze gek werd. Uit alle hoeken en gaten
herhaalde de echo het vreemde geluid en
het laatste voorval was buitengewoon
griezelig en angstwekkend om aan te hoo-
ren.
Ik keek eens even, hoe de donkere dame
dit opnam, daar wij het niet in het hoofd
zouo!en hebben gekregen, haar ook maar
met de meest bescheiden vraag in de rede
te vallen. Maar rij scheen er heel niet op
te letten. Zij hield de oude alleen in het
oog, of ze dit toch wel nuttig en noodig
oordeelde.
Toen de heks klaar was met schreeuwen
begon zij te dansen: in het eerst langzaam
en plechtig als een menuet, dóch al woes
ter en wilder, tot ze ten laatste als het
ware voortdurend! tegen de wanden van
het hol opvloog, daarbij steeds gillende en
schreeuwende en met de armen zwaaien
de I "Verbeeldt je, d'at zij met een vuurwa
pen aan den gang ging, die daar overal
tegen den mui- r aanhingen Wij zelve
voordat hij die beweging dan nog ten uit
voer had gebracht, viel in don regel den arm
van den aap op hun arm, en arm en geweer
rolden verbrijzeld en verwrongen op den
grond!
Maar nu van de bewuste ontmoeting. Toen
gorilla en luipaard elkaar zagen, bleven bei
den verrast staan; en terwijl de vlekrok
ineen kroop, om den aap naar de keel te
tpringen, hief deze eensklaps zijn schrik
wekkend gebrul aan.
De luipaard aarzelde een oogenblib; ver
volgens schoot hij met één sprong toe, maar
de gorilla ving hem op en wierp hem wel
twintig schreden verden op den grond, ter
wijl de staart van den luipaard in handen
bleef van den overwinnaar.
Eenige daken later werd de gorilla in
zijn slaap overvallen en gevierendeeld door
een troep luipaarden, waarvan de aanvoer
der den staart miste 1"
Trouwe vriendschap.
Een oude dame bezat een kat en een ka
narievogel, die de intiemste vrienden warea,
dol op elkaar's gezelschap gesteld en ✓•an
ook nooit langen tijd van elkaar geschei
den. De kanarievogel vloog dan ook altijd
vrij door de kamer rond en ging dikwijls
uitrusten op den rug van poes!
Je kunt je dus voorstellen, de verwonde
ring der meesteres, toen op een goeden keer
Miesje met een luiden schreeuw op ons
geeljasje afvloog, hem in den bek pakte t n
er den schoorsteen mee invloog!
Wat ,,de .vrouw" ook deed, poes swun
niet terug met zijn levenden last; of zij al
riep met vleiende stem, of zij een lekker
stukje gebraden vleesch in den schoorsteen
stak... niets, nieta hielp
Een paar minuten later zag de dame
tot haar niet geringe verbazing dat een
vreemde kat de deur binnensloop, zeker
met geen beste bedoelingen naar haar hou
ding te oordeelen, maar natuurlijk werd ze
dan ook in minder dan geen tijd verjaagd.
Niet zoo dra was dit geschied, of poes
Mies kwam weer afgezakt met den kanarie
vogel heelhuids in den bek: hij was dus
blijkbaar slechte gevlucht, terwijl het ge
vaar dreigde voor zijn gevederd kameraadje.
Je begrijpt, dat na dit blijk van trouw, de
dame nog eens zoo zeer gesteld was op haar
viervoetigen makker. Pietje had niets geen
leed ondervonden van de vlucht en scheen
ook in het minst niet van streek of ge
schrikt zoozeer scheen zij te vertrouwen op
haar van nature toch doodsvijand.
trokken ons ook maar zjoo ver mogelijk
tegen den wand' der hut terug, ter
wijl de donkere dame sprakeloos en
roerloos bij bleef zitten, met de oogen
Btrak op de oude gericht, of zij het eigen
lijk was, die de heks deed dansen. Ik ge
loof ook waarlijk, dat dit het geval was,
onder de betooverdende werking harer
donkere oogen.
Toen vloog de oude op het onverwachts
op het pistool af, rukte het van den muur
en begon er mee te zwaaien dat het zoo'n
aard had! Als het nu geladen was, dan
moest er wel een ongeluk mee volgen.
In spijt Van mijn vrees voor haar, vloog
ik op haar af en greep het geweer beet,
midden in den loop, in de hoop het haar
uit de handen te trekken. Maar opeens
hoorden wij een vreeselijken knal en voel
de ik een geweldigen schok.
Onmiddellijk hiexop klonk er een door
dringend gegil en in de duisternis van
het holi, kon ik niet goed onderscheiden,
wat er eigenlijk gebeurd was; wèl begreep
ik, dat er iemand getroffen moest zijn.
Ik rukte het ding met geweld uit haar
handen en wierp het in den afgrond. Toen
ging ik weder even binnen kijken.
HOOFDSTUK XV.
Nu eindelijk: Het Geheim.
De andere stonden verschrikt tegen den
muur aan. Allen, behalve Maes die
Een rijk Joodsch bankier wensohte zich
geportretteerd te zien door een bekend
Fransch schilder. Hij begreep zeer goed, dat
dit portret steeds in waarde zou stijgen en
beschouwde het dus van zijn handelsstand-'
punt alweer alls een zaakje waar gefd
aan te verdienen viel. De schilder be-,
greep dit :eer goed en zou dan ook ma&r
niet zoo goedkoop zijn met zijn werk.
„Wenschfc U ten voeten uit geportret
teerd!?" vroeg hij den rijken koopman
„dan is het vijf duizend gulden."
Deze stond verbluft, vijf duizend gulden 1
Nu dat kon hij toch niet over zijn hart Ver
krijgen.
Na verloop van een week stond hij
echter weer op het atelier.
„Wel mijnheer, hebt U er nog eens over
nagedacht," begon de koopman.
„Ik er over nagedacht," riep de schil
der beleedigd, „maar mijnheer! ik heb
U toch hl.h prijs eenmaal gezegd, daar
wijk ik niet van af. Het is geen zaakje
van afdingen.
Nog kon de koopman niet besluiten;
maar een week later kwam hij weer terug
en had de brutaliteit om den schilder nog
doodkalm te zeggen:
„Nu mijnheer, ik zal er dan nu toch
maar toe overgaan, ik bied U vijf honderd
gulden, (dus een tiende
„Waarvoor mijnheer, als ik vragen mag,"
begon de schilder,
„Wel, voor mijn portret f'
„O, dat behoelt niet meer. Toen ik bi
greep, dat U de door mij gestelde som
absoluut niet betalen kon, heb ik U toch
maar geschilderd!
„Zoo, zoo? ixu, dan zou ik graag dat
portret eens zien. Dat staat U vrij mijn
heer, het is net weggehaald van mijn
atelier en Daar de tentoonstelling ge
bracht."
De koopman nu op een drafje naar
Versailles, waar de schilderijen-erpo6itie
gehouden werd endaar zag hij op een
groot doek, voorstellende een druk
marktplein, riohzelve bij e»n appelkar
retje zitten. De gelijkenis was treffend,
zoodat iedereen hem herkennen zou!
Hij bood nu duizend gulden aan den
schilder als die zijn portret wilde uitwis-
schen, maar daar bedankte de artist voor,
en het portret was nu wel goedkoop, maar
zich op deze manier vereeuwigI te zien be
viel den koopman toch niet precies.
plat op den grond lag en erbarmelijk huik
de. Ik boog mij over haar heen en droe
vig snikbe zij: „O! mijn arm, mijn arm!"
Voorzichtig hielp ik haar op, terwijl de
anderen nu ook naderbij traden met ge
zichten bleek van den schrik. Er sijpelde
bloed door haar mouw: de kogel was
waarschijnlijk recht door haar arm gegaan.
De oude vrouw lag in zwijm op den
vloer, maar het was ons niet de moeite
~vaard, verder met een enkelen blik naa?
haar om te kijken. Woedend keerde ik mij
nu tot de donkere dame. Ze zat nog altijd
kalm op haar plaats met de kin in haar
hand, of er niets, letterlijk nieta gebeurd
was en toen werd ik toch ineens zoo drif
tig op haar, dat ik in de grootste woede
nep:
„Ziet U dat nu niet? dat mijn zusje
daar gewond ligt? En dat is alleen uw
werk 1"
„Och, de kogel is recht aan door het
vleesch gegaan, ze heeft het been in het
minst niet geraakt en een dergelijke won
de geneest heel gauw weer, vooral bij een
gezond kind 1"
En het was nu, dat ik dit zelve onder
vond, anders had ik maj een dergelijke
harteloosheid nieit kunnen voorstellen!
„No-u, dan moeten wij het maar zonder
haar hulp stellen," zei Dien, op t' oogen-
blik nog te zeer onder den indruk van het
bloeden, dan dat rij in staat was, haar