XiEXDSCH DAGBLAD, Zaterdag: 1 Juni. Eerste Blad.
Anno 1912.
Officieel© Kennisgeving.
^ïo. 10O35.
D0 Burgemeester en. Wethouders van Led-
doen te weten, dat door den Raad dier
«meente, in zijn vergadering van den 2den
1912, is. vastgesteld de volgende ver
tedering:
VERORDENING,
op de Straatpolitié-
Art. 1.
Onder „openbare -weg" worden in deze
lyeKffdening verstaan alle straten, stegen,
•grachten, pleinen, wegen, paden (alle met
inbegrip van stoepen) en bruggen, welke,
jjj het ook met eenige beperking, voor een
ieder toegankelijk zijn.
Onverminderd hetgeen in de verordening
5p de openbare wateren nader omtrent den
ijsvloer is bepaald, wordt in deze vcrordó-
jdng, voor zoorvór haar bepalingen daarop
kuunein toegepast worden, onder „openbare
weg" mede begrepen de ijsvloer, behalve
ytocr zooveel betreft de artfc. 3 litt. a, 11,
50, 31 litt. b en 5S litt. b.
Art. 2.
Het is verboden op of aan den openbaren
veg:
a) voorwerpen te steken tusschen de straat.
Éteenen of in bruggen, sluisdeuren, wallen,
kaden of beschoeiingen, tenzij met schrif
telijke vergunning van Burgemeester en Wetu
houders
b) tenzij daartoe genoohtigd, boom en of
heesters te beschadigen.
Art 3.
Het is verboden, tenzij met schriftelijke
vergunning van ^Burgemeester en Wethou
ders of op last van het daartoe bevoegd
(fezag:
a) in den openbaren weg oen gat tb maken
b) roosters pf stoonen uit de bestrating
ka jo maken of daarin losliggende of tot
herstel daarvan op don openbaren weg aan
wezige voorwerpen of materialen te Ver-
plwitaen.
Art. 4.
Het is verboden oen nieuw gelegde straat
'af hot vernieuwde gedeelte eener reeds be
staande straat binnen de eerste vier weken
ca de in-gehruik-stelling te schrobben of
te vegen.
Art. 5.
Het is verboden, tenzij met schriftelijke
vergunning van Burgemeester en Wethou-
over den openbaren weg te vervoeren
Vuglocomotieven, stoomketels, stoomwalsen
en in het algemeen buitengewoon zware voor
werpen, die aan dien weg schade kunnen
.toebrengen.
Art.
Hot is verboden over oen beweegbare brug
tea vracht te vervoeren, waarvan het ge
wicht, naar het oordeel van het brug- en
teven personeel of van de technische amb
tenaren van de gemeentewerken en bij niet.'
Aanwezigheid van dit personeel of van dio
ambtenaren naar het oordeel van de die
naren van politie, de brug aan beschadi-
ying blootstelt.
Art. 7.
Het is verboden wederrechtelijk afsluitin-
*>a of afschuttingen, krachtens bestaande
Iterordoningön, dan wel met vergunning of
op last van Burgemeester en .Wethouders
op den openbaren weg geplaatst, weg te
nemen, te verplaatsen of omver te halen.
Art. 8.
Het is verboden
a) krengen, asch- of eenige vuilnis of
afval van welken aard ook op den open
baren weg te worpen of neder te leggen;
b) vloeistoffen, water uitgezonderd, op den
openharen weg uit te gooien of te laten
afloopen
0) op of aan den openbaren weg buiten
waterplaatsen eenige natuurlijke behoefte
1* doen, alsmede die waterplaatsen te ver
ontreinigen of to gebruiken voor een doel,
daarvoor zij niet bestemd zijn.
Hij die krengen, asch of eenig vuilnis of
ifval
vanwelken aard ook op den open
baren weg. heeft geworpen of hedergolegd,
of deze voorwerpen of 6toffen daarop heeft
<joen werpen of nederleggen, is verplicht
5 op de eerste door de dienaren van -po
litic gedane aanmaning weg te ruimen of
te doon wegruimen en den openbaren weg
onmiddellijk behoorlijk te reinigen of te
doen reinigen.
Hij, die ©enige werkzaamheid heeft ver
richt, of doen verrichten, waardoor de open-
We weg is verontreinigd, is eveneens ver
plicht, dezen behoorlijk te reinigen of te
doen reinigen, binnen een uur, nadat de
Werkzaamheid is afgeloopen.
Art. 9.
Het is verboden bakken, emmers, vaten
°f dergelijke voorwerpen, dienende tot ber-
Smg van hetgeen bestemd is om vanwege do
Pachters van asoh en vuilnis of vanwege
tet bevoegd gezag te worden medegenomen,
op den openbaren weg neder to zetten, vóór
do komst van den vuilnisophaler.
Art. 10.
Het is aan .eon ieder zonder uitzondering
Verboden asoh of vuilnis
a) over don openbaren weg te vervoeren
°P andere wijze dan in behoorlijk gesloten
Vervoermiddelen
b) op den openharen weg van den eenen
Wagen in een anderen over te laden
op den openbaren weg uit te ziften
te sorteéron.
Art. 11.
Behoudens het in. de artikelen 8 en 17 be
idde i£ het aan een ieder, behalve aan
on. dio door de pachters van asch en vuil-
033 daarmede belast of door het bevoegd
daartoe zijn aangewezen, verboden
est, slijk, asoh of vuilnis van den. open-
weg te voeren.
Art. 12.
Het is aan een ieder, behalve aan hen,
ij s °°r de pachters van asch en vuilnis
■^reede belast of door het bevoegd gezag
daartoe zijn aangewezen, verbotten ovetr dein
openbaren jveg asch en vuilnis, te vervoe
ren op andetre uren dan tusschen 9 uujr djefc
avonds, en 8 u,ur des morgeng.
Art, IA i i I - i
Het is verboden op of aan den öpenbairea
weg vloerkleeden of tapijten uit te kloppen,
uit te slaan of schoon te makén.
Het is mede verboden op of aan den ópen-
baren weg karpetten, matten, loopers of
andere 6tofverspreidende voorwerpen uit te
kloppen, uit te slaan of schoon te maken:
a) op andere Uren dan tusschen 9 en 10
uur des voormiddag® en tusschen des avonds
10 en des morgens 8 uur;
b) elders dan vóór de woning of het
erf van de eigenaars of gebruikers dier
voorwerpen, tenzij deze wonen in straten of
stegen, waarvan de breedte minder dan, 5
Meter bedraagt,
en in het laatste geval elders dan óp een
walkant of in, het piidden eener. breedera
gtraat.
Art. 14.
Onverminderd bet in het vorig artikel
bepaalde is het verboden op pf aan den
openbaren weg
a) do in het tweede Kd van dat artikel
bedoelde voorwerpen uit te kloppen, uit te
slaan of gehoon te maken, wanneer zij af
komstig zijn uit een woning, waarin oen
der in art. 1 der wet van 4 December 1872
(Stbl. No. 134) bedoelde besmettelijke ziek
ten heerscht;
b) die voorwerpen uit te kloppen, uit té
daan of schoon te maken op andere uren
dan tusschen 9 m 12 des Avonds, wanneer
een dier ziekten blijkens openbare aankon
diging van den Burgemeester epidemisch in
de gemeente voorkomt.
Art. 15.
Het is aan houders of eigenaars van hon
den, welke aan een huidziekte lijden, ver
boden deze los op den openbaren weg te
laten loopen of verblijven, tenzij met schrif
telijke vergunning van Burgemeester ©n .Wet
houders.
Bij een aanvrage tot het verkrijgen van
deze vergunning moet worden overgelegd
een door een veearts afgegeven verklaring,
dat de huidziekte niert besmettelijk ia voor
mensch of dier,
Art. 16. i i
Het is verboden:
a) sekreten, beerputten of riolen tó ledi
gen en sekreetvuil, beer, verdunde mest of
gier over dpn openbaren weg te vervoe
ren, tenzij met schriftelijke vergunning van
Burgemeester en .Wethouders en, tenzij dit
door dezen uitdrukkelijk daarbij is toege
staan, op andere uren dan tusschen 11 uur
des avonds en 5 uur des morgens;
b) sekreetvuil, beer, verdunde mest of gier
op andere wijïze over den openbaren weg te
vervóetfen dan in overdekte, en, behoorlijk ge
sloten wagens pf tonnen;
0) uit sekreten, beerputten of riolen go-
ruimde stoffen langer dan vóór hetver
voer volstrekt noodig is, binnen de bebouwde
kom der gemeente te laten verblijven.
Art. 17.
Het is verbóden, tenzij met schriftelijke
vergunning van Burgemeester en Wethou
ders, buiten noodzaak, goederen, bouwstof
fen, puin, mest of andere dergelijke voor
werpen en stoffen op den openbaren weg
neder te leggen of te laten verblijven.
Hij, die voorwerpen als in het eerste lid
bedoeld, op den openbaren weg heeft neder-
gelegd of heeft laten verblijven is verplicht
dien weg, na ontruiming, welke door
dengene, die piet van een schriftelijke ver
gunning, als aldaar bedoeld, was voorzien,
op d§ eerste door de dienaren van politie
gedane aanmaning behoort ta geschieden
onmiddellijk behoorlijk te reinigen of te
doen reinigen.
Art. 18.
Het is verboden, tenzij met schriftelijke
vergunning van Burgemeester en Wethou
ders:
a) over den openbaren weg voorwerpen te
hangen, lager reikende dan 21/J Meter van
den grond;
b) op of over den openbaren Weg tou
wen, kettingen of metalen draden te span
nen of deze vast te maken aan boomen»
telefoon-, telegraaf- of lantaarnpalen, brug
leuningen of andere voorwerpen, welke
daartoe niet door het bevoegd gezag zijn
aangewezen.
iDtusschen mogen schippers, wanneer zij
om te laden of te lossen voor korten tijd
een ligplaats behoeven, waar wal palen of
ringen ontbreken, ook zonder die vergun
ning van de boomen gebruik maken tob
het aanslaan van een touw of een ketting,
mits zij zorg dragen, dat daaronder de boo
men met een lap zeildoek, kleed of mat be
hoorlijk omwonden ^ijn.
Art. 19.
Het is verboden over den openbaren Weg
openslaande deuren, vensters, luiken en zon
neblinden anders dan behoorlijk vastgezet,
open te laten staan.
Met uitzondering van die dér bovenverdie
pingen, mogen zij alleen plat tegen, den
muur worden vastgezet.
Art. 20.
Het is verboden, tenzij met schriftelijke
vergunning van Burgemeester en Wethou
ders, den openbaren weg tot werkplaats'te
bezigen.
Art. 21.
Onverminderd het bij art. 30, eerste Kd,
sub b bepaalde, is men verplicht, wanneer
maatregelen van sfneeuwopruimdng te eeniger
plaatse op den openbaren weg voor het
verkeer hinderlijk zijn of dreigen te wor
den, zich dienaangaande te onderwerpen aan
de bevelen der dienaren van politie.
Art. 22.
Het is verboden, behalve op de door den
Gemeenteraad aangewezen marktplaatsen en
aldaar op andere dan de voor de markt be
stemde tijden, tenzij met scliriftelijbe ver
gunning van Burgemeester en Wethouders:
a) met een tafel, kraam-, wagen of ander
voorwerp op den openbaren weg een stand
plaats in te nemen of op andere wijze koop
waren uit te stallen:
b) vee op djön openbaren weg te planteen,
Art. 23,
Het is verboden
a) over den openbaren weg een optocht
te doen houden, tenzij met schriftelijke ver
gunning van den Burgemeester;
b) op den openbaren weg aan een optocht
deel te nemen, tenzij deze plaats heeft krach
tens schriftelijke vergunning van den Bur
gemeester.
Art. 24.
Het ié verboden, tenzij mót schriftelijke
vergunning van Burgemeester en Wethou
ders, "niet-uitvliegend pluimgedierte op dein,
openbaren, weg te laten loopen.
Art. 25,
Het iS verboden:
a) paarden, ezels, muilezels of muildieren
op den openbaren weg las te laten loopen;
b) runderen, schapen, varkens, bakken of
geiten op iden openbaren weg los te laten
loopen ,of te djij'ven zonder voldoend too-
zicht.
Bij het drijven van runderen wordt het
toezicht alleen dan voldoende geacht, 'wan
neer zich voor één of twee runderen één
drijver, voor drie tot zes runderen twee
drijveirs, voor zes tot vijftien runderen drie
drijvers en voor elk tiental of gedeelte)
er van daarboven, telkens één drijver meer
bij de drift bevindt, en voorts bij driften
van meer dan twee rundéren één der drij
vers vóór de drift uitgaat;
c) op den openbaren weg twee of méér
paarden anders dan behoorlijk aan elkan
der vastgebonden, aan de hand te leiden;
d) runderen op den openbaren weg anders
dan Stapvoet» te drijven of noodeloos op
te jagen;
stieren of ook ander vee, wanneer dit
blijken van woestheid geeft, over den open
baren weg te leiden anders dan van knie
banden eoi Wat stieren boven den leef
tijd van anderhalf jaair betreft, bovendien van
een neusring voorzien en door een ge-
schikten geleider aan pen behoorlijk touw
of een ketting vastgehouden;
f) runderen, paarden, ezels, muilezels, muil.
dieren, schapen, varkens, bokken of geiten
over de Karnemelksbrug en door het Gan
getje en buiten noodzaak over de voor voet
gangers bestemde klinkerstraten of over trok.
toira of stoepen te drijven of te leiden;
ff) op dagon, waarop veemarkt gehouden
wordt, runderen (met uitzondering van pin
ken en graskalveren) langs de Steens trant
de Rijnsburgerbrug, den Stationsweg en het
Stationsplein van .de markt in de richting
naar het station van den Hollandschon IJze
ren Spoorweg te leiden anders dan op deze
wijze, dat elk dier afzonderlijk wordt vast
gehouden aan een stevig touw, aan den kop
bevestigd, en anders dan in dier voege, dat
vcoir ten hoogste drie rundéren telkens één
geleider aaanwezig is.
Art ^6.
Onverminderd het bij het vorig artikel
bepaalde, is het verboden:
a) aan anderen dan manspersonen*, die dén
leeftijd van zestien jaar bereikt hebben, over
den openbaren weg runderen of paarden te
drijven of te leiden;
b) aan eigenaars en beheerders van run
deren of paarden, toe te laten, dat anderen
dan de sub a bedoelde personen deze dieren
over den openbaren weg drijven óf leiden.
Art 27.
Het is verboden op den openbaren wég:
a) deel te nemen aan pinkel-, voetbal- en
andere dergelijke spelen
b) vliegers op te laten op andere plaateen
dan door Burgemeester en Wethouders daar-!
toe zijn aangewezen.
Art. 28.
Het is aan allen, die daarmede niet be
last zijn, verboden lichten, voor de open
bare verlichting bestemd of op openbaar
gezag voorgeschreven, aan te steken'of uit
te blusschen.
Art. 29.
Het is aan allen, die niét met de bedie-
ningder bruggen belast zijn, verboden:
a) de sluitfcoestellen en de afsluitinrioh.
tingen van bruggen, of wel die bruggen
zelve in beweging ie bréngen;
b) zich binnen de af sluit inrichtingen van
afgesloten bruggen te begeven of te be
vinden
0) zich op het beweegbare gedeelte van
bruggen to bevinden, wannoer deze niet voor
het verkeer geopend zijn.
Art. 30.
De hoofdbewoner van een bewoond en de
gebruiker, eigenaar, vruchtgebruiker of be
heerder van een onbewoond perceel zijn ver
plicht
a) bij gladheid de open stoepen en de straat
langs hun perceel met een voldoende hoe
veelheid zand, asch of turfmolm te bestrooien
of te doen bestrooien en wel, voor zooveel de
straat betreft, ter breedte van ten minste
1 Meter, gemeten uit de rooilijn der stoepen
of voortuinen of, waar deze ontbroken, uit
die der gevels of muren;
b) binnen 5 uur na aanzegging van Wogó
Burgemeester en Wethouders de sneeuw en
het ijs van den openbaren weg langs hun
perceel weg te ruimen of to doen wegruimen
vanaf de rooilijn der stoepen of voortuinen,
of waar deze ontbreken, van af die der ge-
vela of muren, tot aan het midden van den
weg, doch niet verder dan 4 Meter en die
sneeuw en dat ijs bijeen te brengen of te
doen bijeenbrengen in de straten, midden]
op de straat en op de grachten aan den
walkant.
Wanneer een gebouw door meer dan één
gezin bewoond wordt, rust deze verplichting
op den beneden-hoofdbewoner en, bij gebreke
van dezen, .op den bovenhoofdbewoner,
Art. 31.
Het is verboden
a) bdj vriezend weer den openbaren weg
te schrobben, te besproeien, of op welke aio-
dere wijze ook, nat te maken;
b) op den openbaren weg glijbanen te ma
ken of te gebruiken;
o) sleden anbestuurd van, een belling te
laten Afglijden. L
Art. 32. T
Degene, door wien of op wiens last sneeuw
óf ijs van daken of uit goten op den open
baren weg wordt geworpen, is verplicht zorg
te dragen:
a) dat iemand op don weg de voorbijgan
gers waarschuwt;
b) dat de sneeuw, of het ijs. dadelijk wordt
weggeruimd.
Art. 33.
Het is verboden, tenzij .mét schriftelijke
vergunning van den Burgemeester
a) vuurwapenen af te schieten, tenzij in
een met vergunning van het bevoegd gezag
opgerichte schdetinriehting of met gebruik
making van de in art. 7 der wet op de
Hondsdolheid gegeven bevoegdheid;
b) vuurwerk, met uitzondering van zoo
genaamd Bengaalsch vuur, af te steken.
Art. 34.
Het is verboden op den ópenbairen weg
zich van een aangespannen hond te bedie
nen, zonder dezen vooraf te hebben voor
zien van een lederen muilkorf, welke hét
bijten verhindert.
Art. 35. 1
Houders of eigenaars van werk- en waak
honden zijn verplicht voldoende zórg te dra
gen, dat dote iét Ondeis dan-voorzien van
een lederen -muilkorf, welke he4._bijten ver
hindert, op kien openbaren wég losloop-en-
Art. 36.
Onverminderd het bij art. 3 van do wet
op de Hondsdolheid bepaalde, is de houder
of eigenaar, wien door of vanwege Burge
meester en .Wethouders de schriftelijke me
dedeel in g is gedaan, dat zijn hond hetzij voor
een bepaalden tijd, hetzij voortdurend, op den
openbaren weg van een lederen muilkorf,
welke het bijten verhindert, moet voarzd-ein
zijn, verplicht voor do naleving Van dit
gebod zorg te dragen.
Art. 37.
Houders of eigenaars van honden zijn ver
plicht voldoende zorg te dragen, dat deze
niet tusschen 11 uur des avonds en 6 uur
des morgens zonder toezicht op den open-?
baren weg loop an.
Art. 38.
Het is verboden, rich tegen het goedvin
den van den bewoner van eonig huis op do
daarvoor gelegen stoep te blijven ophouden.
Art. 39.
Het is verboden:
a) tenzij inot toestemming vain den ge
bruiker, eigenaar, vruchtgebruiker of beheer
der, eenig stuk aan te plakken op eigen
dommen van bijzondere personen
b) tenzij daartoe bevoegd, de niet in strijd
met wet of verordening aldaar aangeplakte
stukken af te scheuren, onleesbaar te maken
of te beschadigen.
Art. 40.
Het is verboden op of aan den openbaren
weg personen uit te sabelden of na te schreeu
wen.
i Art. 41.
Het i3 "verboden op of over den open
baren weg "vuil, steen en of andere voorwer
pen voort te schoppen of te werpen of met
sneeuwballen te gooien.
Art. 42.
Het is verboden den openbaren weg zóó
danig te besproeien of te bevochtigen, dat
daardoor aan personen of aan rij- of trek
dieren hinder of schade kan worden toege
bracht.
Art. 43. 'j j
Het is verboden:
a) op óf aan den openbaren weg pauWe-
veeran, confetti of dergelijke voorwerpen te
koop aan te bieden, te verkoopen, af te
leveren of uit te deelen;
b) personen, die zich op of aan dan open
baren ,wéff bevinden te hinderen door hen
met pauwevecren, confetti of dergelijke voor
worpen aan te'raken of te werpen.
Art. 44.
Hét id aan anderen dan de dooir de spootr-
of tramwegmaatschappijen aangestelde be
stellers verboden, tenzij met schriftelijke ver
gunning van den Burgemeester, als bestel
ler, wegwijzer of pakjesdrager op den open
baren weg post te vatten of op ©enigerlei
wijzo zijn dféiistën als zóódanig aan te bie
den.
De toegelaten bestellers, wegwijzers of
pakjesdragers moéten een metalen plaat,
waarop hun volgnummer, door den Com
missaris van Politie aan te geven, is ver
meld, zichtbaar dragen op de borst, gedu
rende den tijdL, dat zij op den openbaren)
weg op post staan of op ©enigerlei wijze
hun diensten aanbieden of verleenen.
Zij mogen geen hooger loon vorderen dan
vermeld is in een door Burgemeester en Wet
houders vast te stellen tarief, waarvan zij
steeds een gedrukt exemplaar bij zich moe
ten hebben, dat zij op de eerste aanvraag
van. de politie of van dengene, wien zij
hun diensten aanbieden, moeten vertoonen.
Art. 45.
Onverminderd het bjj art. 13 der wet van
28 Juni 1854 (Stbl. No. 100) omtrent open
bare inzameling van gelden ten behoeve van
instellingen van weldadigheid, en het bij het
Koninklijk Besluit van 22 September 1823
(Stbl. Na 41) omtrent het doen van col
lecten tot leniging van rampen en ongeluk
ken, bepaalde, is het houden van collecten
of inzamelingen aan de huizen zonder schrif
telijke vergunning van den Burgemeester
verbaden.
Art. 46.
Do gebruiker, eigenaar, Vruchtgebruiker,
of beheerder van een gebouw, muur, hek
of schutting is verplicht het aanhechten van
bordjes of lantaarns op last van Burge
meester en Wethouders te gedoogen.
Art. 47.
Het is verboden
^a) tenzij met schriftelijke veïgunning vaJn
Burgemeester en Wethouders, eenig stuk aan
te plakken op do aanplakborden de"r gemeente
op gemeentegebouwen of op andere gemeentel
eigendoinimén
b) tenzij daartoe bevoegd de niet in strijd
met wet of verordening aldaar aangeplakte
stukken af te scheuren, onleefbaar tg nuLkgn^
of tg beschadigen.
Art. 48.
Het is verbóden den geregeldeii gang óf
de volgorde yan de gewapende macht of
van een met toestemming van den Burgen
meester gehouden optocht of van oen bö+
grafenisstoet te belemmeren óf te stóren^
Art. 49.
Wannoer in het belang der openbare otrdj$
een optocht moet ontbonden worden, moet
ieder der deelnemers zdoh dienaangaande on*
der werpen aan de bevelen, der dienaren va^
politie.
Art. 50. j
Het is verboden, tenzij mét schriftelijk^
vergunning van den Burgemeester, op den]
openbaren weg liedjes te zingen, muziek te
maken, vertooningen te geven of voordracht
ten te honden.
Art. 51.
Het is verboden op of aan den öpenbairetal
weg:
a) bij het om niet of te koop aanhiedeoj
van gedrukte of geschreven stukken te roej+
pen of te schreeuwen;
b) het koopen of de kennisneming van
gedrukte of geschreven stukken luidkeel
aan te bevelen;
0) door middel van een reclamebord of met
luider stem den inhoud van gemelde stukken
geheel of gedeeltelijk bekend te maken, als-*
mede hetzij door middel van een rociLamjew
bord, hetzij dooir .zichtbare teekenen, hetzij
door geraasmakende middelen op die stuk*
ken of den inhoud daarvan de aandacht
te vestigen.
Art. 52.
Onverminderd het bij Het' vorig Ortikel'
bepaalde, zijn de Venters verplicht, waOn
neer ter voorkóming van volksoploopen, on-»
geregeldheden of overlast voor andaren het
venten moet gestaakt worden, zich dien 3004
gaande te onderwerpen, aan de bevólen de|tf
dienaren van politie. I
Art.. 53.
W a oneer het ter voorkoming vOn Wanotretè
noodig is, dat bepaalde personen zich uit
een volksverzameling verwijderen, nfoetan'
dezen zich' dienaangaande onderwerpen
de bevólen der dienaren van politie. 1
i Art. 54. I
Het iri verboden op of aan dón ópenbarenj
Weg wederrechtelijk:
a) op of in boomen, lantaarn-, telefoon;*'
of andere palen, muren, hekken óf Bahubi
tingen te klimtaJen;
b) op rijtuigen of motorrijtuigen te klinh
men of zioh daaraan, vaat te klemmen.
Art. 56.
Het id verboden izr &e plantsoenen pf op
de taluds lange de Singel grachten zich' op
het gras ,of in de perken, te bevinden of
bloemen te plukken-
1 Art. 56.
Het id verbaden runderen, poOrden, ézel»*
muilezels, muildieren, schapen, varkens, bok*
ken of geiten:
a) in de plantsoenen of op de taluds langt!
de singelgrachten te laten grazen;
b) over (do wandelpaden of gazoiyf dj#
planteoenetn te .drijven of te leiden-
1 Art. 57.
Het id verbóden dieren op dén opcnbarOai
weg vast te maken aan hekken, stoepen, leu*
n in gen van bruggen, palen, boomen of an*
dere voorwerpen, tenzij aan die, welke daan*
toe door het bevoogd gezag zijn laangeweaefls*
1 Art 58.
Het ia verboden, tenzij met schriftelijk^
vergunning van Burgemeester en Wethou*
ders:
a) op of aan den openbaren weg goe*
deren te hangön aan leuningen van bruggen*
boomen, palen of hekken of andere gemeente*
eigendommen
b) op of aan den openbaren weg goe*
deren te blecken te leggen of te drogen t#
hangen,
1 Art. 59.
Het is verboden in het openbaa+r té' zwem}»
men of te baden.
t Art. 60.
Het is verboden, tenzij met schriftelijk^
vergunning van den Burgemeester, rich ga*
maskerd of vermomd op den, opeubaren weg
te yertoonen.
Art. 61.
Het is verboden op den ópenbairón weg
deel te nemen aan eenig spel met kaarten*
dobbelsteenen of geldstukken.
Art. 62.
Het ié aan vrouwen verboden: 1
a) zoowel op de stoepen of in dé deurettü
van tapperijen, bierhuizen of andere voor
het publiek toegankelijke huizen, waar mea*
gelagen zet, als binnen die inrichtiagónU
door eenigerlcd handeling of vertooning op*
zettelijk de aandacht der voorbijgangers totl
zich te trekken;
^b) op den openbaren weg, vóór of in d<|
nabijheid der onder a genoemde inriohtin*
gen, met het kennelijk doel de aandacht dei»
voorbijgangers te trekken, stil te staan of
zich aldaar heen en weer te bewegen, na*
dat haar door een dienaar van politie ge*
last is zioh te verwijderen.
Art. 63.
Het is verboden op don opehbaTen weg
of van den openbaren weg zichtbaar, die*
ren (visschen uitgezonderd) te dooden, tej
slachten, af te hakken, te villen of schoof
te maken.
Art. 64.
Het is verboden, tenzij met schriftelijk^
vergunning van Burgemeester en .Wéthou*
ders, op of aan den openbaren weg:
a) vogelnesten te verstoren;
b) op eenigerlei wijze te traohte^ vogels
te vangen, -♦