Buitenlandseh Overzicht. PERSOVERZICHT, v f— Middel tegen de Tuberculose. jïo. 16032. XjÈÏDSCH MGBLAB, Woensdag- 29 Mei. Tweede Blad. Anno 1912. ^"ij kunnen den strijd tusschen Italië en T u r k ij e verdeelen in drie perioden, 'tfa een hartstochtelijk begin, een tijdperk van lusteloosheid en afwachting, terwijl de laatste weken de oorlog rich tot een bui tengewone scherpte toegespitst heeft. Wij hebben in het midden-stadium, toen beide partijen in Tripoli werkeloos tegen over elkander lagen, meermalen er op ge wezen, dat een bemiddeling, ernstig begon nen en met volharding doorgezet, toen een goede kans van slagen zou hebben gehad. Wel breekt de formeele afkondiging van 3e souvereiniteib van Italië over Tripoli altijd als een wig elke beweging tot ver zoening, maar wellicht ware zulks toen te overwinnen geweest. Thans is het gunstige oogenblik voorbij. Hot een verbittering, tot nog toe ongekend, bestrijden de partijen elkaar. Italië heeft don oorlog naar Europa overgebracht en bekruipt Turkije in zijn eigen gebied, ter wijl de Turken alle Italianen hebben uit gewezen, de Dardanellen sluiten en van' geen toegeven willen weten. Er heersohfc in Italië groote verontwaar diging over de wijze, waarop de uit Turkije verbannen Italianen door de Turken be handeld worden Volgens de bladen kwa men de uitgewezenen van alles ontbloot te Brindiai en te Napels aan, daar hun dorr 3e Turken alles ontnomen was, onder voor wendsel, dat zij nog belasting te betalen hadden. De bladen dringen dan ook bij de regeering aan op krachtiger optreden, daar Turkije de lankmoedigheid van Italië voor zwakheid houdt. ,,Er staat zoo zeggen lij, thans aan Italië nog slechts één weg open om den dwazen en aanmatigenden vijand tot rede te brengen. De „Corriere d' Italia" spreekt de meening uit, dat ook de andere mogendheden zich tegen de uit wijzing dier Italianen behooren te verzet ten, daar Turkije de capitulatie heeft ge schonden, bij welker handhaving alle mo gendheden belang hebben. Nu weer verluidt, dat van Fransohe zijde gepoogd wordt Turkije tot een Europeesche conferentie over te halen. Of het helpen zal? Want juist gisteren "heeft Turkije aan alle Europeesche mogendheden medegedeeld, dab de Turksohe regeering dadelijk de D a r- d a n e I e n weer zal laten sluiten zoodra de Italianen een der noordelijke eilanden in de Aegeïsche Zee bezetten. Het is in teressant na te gaan de nieuwe geest die in F r a n k r ij k in en ten opzichte van bet 1 e g e r vaardig wordt. Reeds meerma len hebben wij er op gewezen. De minister van oorlog Mille rand, heeft dezeT dagen n een interview verklaard, dat het leger zich niet meer met politiek inlaat; de dagen, dat de officieren hun tijd zoek brachten in de café'b, zijn voorbij; zij arbeiden thans, bij aJle wapens wordt met grooten ijver gestu deerd. De Fransohe general® staf, -waarop men vroeger zooveel had aan te merken is uitnemend voorbereid voor zijn taak. Gevraagd naar zijn meening voor het ver schijnsel, dat de staande legers plaats ma ken voor de volkslegers, zeide Millerand: Alles verandert ongetwijfeld; maar toch ij liet te wenschen, dat de evolutie niet te mei gaat: wij moeten dit wenschen voor het leger zelf. Maar óók voor de natie. Ziet ge niet, welk een grooten dienst het leger aan de republiek bewijst, doordat het het gevoel voor plicht en orde bij d® burgers er in houdt? Door het verplichte leekenon- derricht, door een matelooze vrijheid, door de propaganda in dagbladen en redevoerin gen, leeft ons volk in een voortdurenden geestelijken gistingstoestand, waarbij wel eens de grondregelen, welke de gevestigde maatschappij in stand houdt, in het gedrang konden komen. Uit deze atmosfeer van dgeheele vrijheid, dezen chaos van vaak dóórgewerkte en verwerkte begrippen, haalt bet leger telken jare de zonen der republiek om hun in te prenten wat toewijding en discipline is, twee eigenschappen, welke den meosch niet ontbreken mogen. Het is waanzin de wetten voor de geheele wereld op één leest te willen schoeien! Zwitserland is een land van eeuwenoude vrijheid en tegelijkertijd van discipline, vaar de sociale orde sinds eeuwen geves tigd is. Wij hebben de vrijheid later leeren kennen, wij zijn ongeduldiger, wij zijn groo- ter „raisonneurs", onze regelingen zijn nog niet zoo bezonken. Dit organisatie-werk, dat bngzaam doch zeker voorwaarts schrijdt, 131 krachtig bevorderd worden door de ont wikkeling van het syndicalisme en ik vor der u, dat, zoolang het zijn beslag niet heeft, de militaire africhting en opleiding frooten invloed oefent immers, zij w:ïkb cd '"Titvikhplt het gevoel voor orde. ^ij hebben er op gewezen, dat men aan hiide zijden van het Kanaal er op uit is, althans dat sommigen er op uit zijn, een nauwer band tusschen Frankrijk en "ageland te leggen. De Londensche berichtgever van het Eolische blad Excelsior" heeft, naar aan- kiding van dit denkbeeld om de Engelsch- fr&nsche entente om te zetten in een ver end, een onderhoud gehad met iemand, he in nauwe betrekking staat tot den En- l&chen minister van buitenlandsche zaken, waarin deze zich als volgt uitliet: ,,Het zou miJ geenszins verwonderen, wanneer aan de i Morning Post" en andere conscrv toieve bladen bij hun pleiten voor een verboac? cT® gedachte aan invoering van dienstplicht in Engeland had voorgezweefd. Een verbond Engeland, zonder dat dit land met een ^tioaaal leger steun kan verleenen, is voor rankrijk totaal waardeloos. Waarom zou Frankrijk Engelands taak in de Mid- andsche Zee overnemen, zonder dat aaUtgenoemd land daarvoor iets in de >ats geeft? En voor algemeenen dienst- lcht zou geen enkele liberale Engelsche ering te vinden zijn. Bovendien zouden k jJer)1^(?e bezoeken van Lord Hal lane erlijn in het belang van een Duitdch- Eugelaohe toenadering nutteloos rijn ge weest, wanneer de Engelsche regeering dacht aan een verbond met Frankrijk. Een Fr&nsoh-Engelsch verbond zou ten over vloede groote ontstemming wekken in Duitachland en een ernstige spanning tus schen dat land en Engeland veroorzaken,- zonder dat Frankrijk ook maar de gering ste waarborg omtrent zijn .territoriale vei ligheid zou krijgen. En voor de betrekkingen tusschen Duitschland en Frankrijk zou het verbond een genadeslag rijn. Wij doen dus beter, zoo wij. de zaak laten, zooals zij is 1" De Engelsohe regeering heeft begrepen, dat het tijd werd in te grijpen in de nieuwe s t a k i n g in het haven b e drijf. Zij heeft alle betrokken partijen uit- genoodigd tot een conferentie op 31 MeL QUteren heeft het stakings-comité een con ferentie gehad met Mao Kenna, den m1 nis- ter van binnenlandsche zaken. Er lekt wei nig uit. Alleen zou, volgens het comité, Mo Kenna gezegd hebben, dat onmiddellijk eenige le vensmiddelen naar Londen moesten worden gebracht. Het comité had daaTop gevraagd welke voedingsmiddelen, opdat het kon sa menwerken met het ministerie van binnen- landsohe zaken, daar ook de comité-leden inzagen, dat sommige voedingsmiddelen ge lost moeten worden. In een nader onder houd zou beslist worden, welke artikelen dit zouden zijn. Volgens het comité, zou Mo Kenna ook verklaard hebben geen ge bruik te zullen maken van de militaire macht. Na afloop van een vergadering vap het stakingBComité maakt Ben Tillet bekend, dat het oomité een inlichtingendienst heeft ingesteld en maatregelen heeft genomen voor een national® staking, in afwachting van den afloop van d® conferentie, die op het ministerie van binnenlandsohe zaken zal worden gehouden. Het oomité protesteert er tegen, dat de leger-autoriteiten, de „Shipping Federa tion", de Londensche haven-autoriteiten en de ministeries van bdnnenlaiidsche zaken ei van handel tegen de transportarbeiders op treden en verklaart verder, dat het Uitvoe rend Comité heeft beslist, dat de zeelie den, stokers, kraan werkers, mach'nisten, reparateurs, stuwadoors, dokwerkers, ajoi- wers, pakhuisknechten en alle sch ui te voer ders behooren tot de oategoriën, die onmid dellijk het werk zullen nederleggen. Tot nog toe zijn er gelukkig nog weinig of geen ongeregeldheden te vermeldlen. Het is in Marokko één groote brand. De aankomst van generaal Lyautey té .Fez is bijna onmiddellijk gevolgd door den reeds lang verwachten aanval van de in landers op de hoofdstad. Nadat reeds Don derdag-en Vrijdagnacht voorpostengevech ten hadden plaats gehad, werd Fe^ Zater dagnacht tegen drie uren van heb oosten, .zuiden en noorden tegelijkertijd aangeval len, waarbij een paar honderd Marokka nen zelfs er in slaagden, door een bres in de wallen door te dringen. Zij werden eebter door een oompagnie van h©fe vreem delingenlegioen teruggedreven. Tegen elf uren Zondagochtend trek d® vijand terug tot over de rivier de Sebou, nadat een bataljon uit het versterkte kamp van Fez getracht had, door een omtrskken. de beweging de aanvallers tusschen twee vuren te brengen. Uit de korte telegrammen aan de bladen is af te leiden, dat het er gedücht gespan nen heeft. Den geheelen nacht duurde on afgebroken heb kanonvuur. Ook de vijand beschikte over geschut. Zaterdagavond had de heer Regnaulfc den resident-geneTaa] aan den sultan voorge steld en dezen daarbij medegedeeld, dat thans rijn taak ten einde was. Na de ge bruikelijke plichtplegingen verzekerde ge neraal Lyautey Moulay Hafid o. a., dat de jongste gebeurtenissen allerminst het be schavingswerk, dat beide regeeringen on dernomen hebben kunnen tegenhouden. „Met eerbiediging van het gezag van den sultan, van godsdienst en de zeden, zal Frankrijk den heerscher van 't land krach tig bijstaan om in Marokko orde, bescha ving en vooruitgang te bevorderen. Intusschen zal het besluit van den Sul tan, om af te treden, den nieuwen resi- dent^generaa] groote zorgen baren, daar deze stap van Moulay Hafid den Franschen op dit oogenblik niet zeer welkom zal zijn. In een driestar Eereherstel zegt „Dë Standaard": De afgevaardigde vain Bodeg1 ra- ven gaf jl. Donderdag in de Tweede Ka mer een te prijzen voorbeeld. Gelijk de lezers van dr. Kuyper's vlug schrift, getiteld: „Afgeperst", zioh allicht herinneren, werd in deze brochure op blz. 12 vermeld, hoe Id it Kamerlid op 20 Octo ber 1910 zich tegen den minister Talma, zonder eenige provocatie zijnerzijds, een on gemeen scherpen aanval veroorloofd had. Deze aanval bestond, blijkens de „Hande lingen" blz. 79, hierin, dat de heer Vara Idsinga rich in dezer voege uitliet: „In dien hij (de Minister) niet aan de door mij gestelde eischen kan voldoendan ont zeg ik hem de bevoegdheid om als wetgever op te treden. Hij usurpeert dan tooh een taak, waarvoor hij blijkbaar-noch de noodige kennis, noch het vet- ei9chte verstand bezit." Thans daarentegen liet hij zich over dezen v zelfden Minister op geheel andere wijze en wel in deze Woorden uit: .-Dit mag mij niet weerhouden om mijn groote waardeering uit te spreken voor den reuzenarbeid, dien hij ten deele reeds heeft verricht en zeker met het hem eigen talent tot een goed einde zal brengen; waardeering niet alleen voor de werkkracht en voor de giroote schranderheid, waarmede hij zijn eigen standpunt verdedigt, maar ook en vooral voer de meesterschap over zelfs de fijnste détails, welke hij ten toon spreidt en die bewijst, dab hij van d© zaak, die het hier geldt, een diepgaande studie heeft gemaakt." Deze uitlating eert den Minister, maar niet minder den heer Van Idsinga. AVie zoo 6preekt, na eerst vlak omgekeerd gesproken en beleedigd te hebben, bezit karakter, toont dit, en weet richzelf te overwinnen. Zco heel anders dan die kleine zielen, die, als ze zich in boozjo bui vehgalop- peeTden, het maar niet van zich kuïm^i Ver krijgen om loyaalweg amende ho|£oru ble te*doen. Prof. Burger roeptin het -„Tijdschrift voor (Genees kunde" de geneeskun digen van Nederland op om de rech ten van hun stand te verdedigen. Naast het algemeen volksbelang esnör goed geregelde ziekteverzekering staat het belang van uwen stand. Naast elkaarniet tegenover elkaar I Zij, die het riekenfonda- vraagstuk in zijn wezen kennen, zij weten, dat beide belangen hand in hand gaan. Onbekendheid met dit vraagstuk alleen kan leiden tot de meaning, dat d® geneeskun dige verzorging der arbeidersklasse zou worden gebaat door daling van het peril van den geneeskundigen stand. Geen onbillijker verwijt kon den genees kundigen treffen, dan dat bekrompen stands- belang den-, doorslag zou. hebben gegeven bij <ie adviezen, in zake ziekteverze kering, djooir hen i n de laatste jaren Ver strekt. Verstandig toegepaste vrije ertsen- keuze, betaling der geneeskundigen hulp bij abonnement, uitsluiting van geldelijk be langhebbende zieken fondsbesturen, scheiding van ziekenfonds en uitkeeringskas, scheiding ook van riekenbehandelihg en - riektegeld- oontróle, ziedaar een aanbal beginselen, waar voor de Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst sindg jaren ijvert en die vóór ?Qles gericht zjjn op het. belang der ver ze- kerden. Twaalf iaaT geleden verscheen het voor treffelijk rapport over de ziekenfondsen te Amsterdam1, en sinds dien tijd is het rie ken fonds vraagstuk bjj voortduring het on derwerp geweest van degelijke studie ip den boezem der Maatschappij. Dank zij deze gron dige voorbereiding Is onder de vaderland- sohe geneeskundigen omtrent alle hoofdpun ten van het ziekenfonds wezen Oen vrij wel eenparige meening ontstaan. Aan déze een stemmigheid heeft Eet hoofdbestuur de be voegdheid kunnen ontleenen, in uitvoerig toegeliohte rapporten zijn meening aan de Regeering te doen Jcennen. Dit ook doet Qns thans met recht verwachten, dab heel de Maatsohappij achter het hoofdbestuur staat, nu het in den vorm van een bindend besluit beeft willen kenbaar maken, dat de ceneeskundijren bh de diensten, die men hun komt opleggen, vast besloten rijn, ook hun rechtmatige eischen to stellen en te handhaven. Prof. Burger acht den vorm van een deel van het hoofdbestuursvoorstel niet geluk kig. Noch aan de geneeskundigen, nooh aan de apothekers, nooh aan de verzekerden zou ooit een overwegende macht in het bestuur en in de algemeene vergadering mogen wor den toegekend! Het komt den hoogleeraar voor, dat aldus zeer ten onrechte de staf wordt gebroken over rieken fondsen, door geneeskundigen opgericht en geleid. Ten slotte de welstandsgrons I Ziehier voor den geneeskundigen stand èen vraa$ van lijfsbehoud. Zij alleen reeds maakt een krachtige aaneensluiting der artsen tot een gebiedenden eisch. Hieromtrent li gelukkig geen enkele afwijkende stam vernomen. Maar ook tegen de andere punten van het bindend besluit kin de tegenstand niet groot zijn ond-er de artsen. Men moot Wel geheel onkundig zijn gebleven van de heil- looze gevolgen, dio in DuitsohlaUd, in Oos tenrijk en Engeland de riek te ver zekering voor de geneeskundigen heeft geiiad, om niet diep te voelen, dab aaneensluiting thanë plicht is, en dat het oogenblikkelijk eigen belang moet worden achtergesteld bij het reusachtig toekomstbelang van onzen stand. Een bijzonder gevaar der ziek- t e ver zekerin g staat boven een (arti kel van „De Beukelaar", waarin er op wordt gewezen hoezeer, bij gedwongen ziek teverzekering van «overheidswege, de vein zerij zal worden in de hand gewerkt. Bij gemeenschappelijke vrijwillige verZï- kering ia de kring - klein omvat hij een groep arbeiders, die meer met «slkander in aanraking komt, dan i3 de vrees voor vein zerij veel geringer. Men controleert elkaar vanzelf; heel de verzekering wordt be schouwd ab een particulier® zaak, een zaak van eigen belang. Het valt schier niet te verstaan, hoe een man als minister Talma, die als predikant het leven heeft leeren kennen, die weet, dat 's menschen hart van nature boos is, die ons volkskarakter begrijpt, zoo telkens en telkens met 'zekere zorgeloosheid over vein zerij en de mogelijkheid van oontróle sprak en schreef. Bij de bespreking der vraagpun ten bleef den Minister scherpe öritiek dajn ook niet gespaard, eenige wijziging in, het ontwerp was er het gevolg van. Maar ook nu kan de ontworpen regeling wel allerminst bevredigen. Voor heel het land zullen don een tachtig Arbeidsraden in het leven worden geroepen. Zulk een Arbeidsraad heeft dus gemiddeld over een terrein van 75,000 inwoners zijn werkzaamheid uit te strekken. En nu moet ten slotte, het klinkt schier als een bespot* ting, door 'dezen Arbeidsraad uitgemaakt, of aan iemand ziekte-uitkeering zal worden geschonken, of deze uit keering zal worden bestendigd. Voorzeker, aan geneesheeren zal mode de controle worden opgedragen. Maar men vörgete niet, dat de geld-uitkeering bij het stelsel-Talma gansoh gescheiden blijft van de geneeskundige behandeling. Deze laatste valt geheel buiten da dwangverze kering. Zoo zal dus de controle der ge neesheeren vanwege den Arbeidsraad sleohts spaarzamelijk kunnen zijn. Men moet dan afgaan op wat de behandelende geneesheer, die geheel staat buiten, de organisatie der dwangverzekering, als zijn oordeel geeft. Op onderscheid en - plaa tsen, de Minister weed er juist zelf op hoe onvoldoende de geneeskundige hulp in verschillende deelen van ons land is, zal er eigenlijk geheel geen geneeskundige behandeling zijn. Dan zal de Arbeidsraad soms maar zoowat op goed ge loof móet-en aannemen, dat deze of gene arbeider, die gans oh afgelegen woont, in derdaad nog ziek is. .Wat schromelijk misbruik hiervan kan gemaakt, behoeft toch wel geen betoog. De Minister kwam tor verdediging van zijn stel sel er mede aandragen, dajt men toch Pim. mep het gansohe Icon krijgt uitgekeerd en dus niet gaairna zal simuleer on. Alsof er bij dergelijke simulatie dan ook niet meestal, de heer Treub wees er vroeger reeds met nadruk op, eenige ongesteldheid was. Men is wat minder wel, men werkt graag nog niet, en nu ontvangt men heel wat lie ver «een 30 pCt. loon minder, zoo men on- noodig nog wat P.ustig thuis kan zitten. .Waarbij dan komt, dat in tal van gevallen, juist op het platteland, waar controle vaak moeilijk is, met wat land- en huisarbeid do 30 pCt. loonverlies meer dan vergoed zijn. Zoo kan dit geknoei zelfs aardige winst leveren. Ala de aardappels noodig moeten worden gerooid kan een lichte ongesteldheid straks vrij wat voordeel geven. Daarbij vergete men toch niet, dat het nu een Staatsinstelling betreft, die men be driegt. Belastingontduiking acht men geten- diefstal, den Raad van Arbeid bedriegen zal men evenmin een zoo erg misdrijf ach- t#n. Het komt er bij den Staat zoo erg niet <jp aan. De mede-verzekerden van zulk een kring zullen voorts, de kring is groot, ieder bijzonder geval wei mg controleeren. Eén enkel geval van bedrog beduidt geldelijk op zoo groot geheel toch niets, en men geeft elkander niet graag aan; het is nu immans niet meer een zaak van particulier belang, maar een zaak van den Staat. Bij dat al zullen de uitkeeringen editor vele zijn en stijgt de premie. De verzekerden, die niet knoeien en niet ziek zijn, zullen het insti tuut Zelf, de dwangverzekering, licht gaan gevoelen als een onaangenamen druk. Zoo wordt de verzekering vanzelf impopulair. De bezwaren, die tegen het ontwerp-Tal- ma kunnen worden ingebracht, zijn vele. Doch wij wilden aanstonds het bezwaar der simula/tio naar voren brengen; dit bewaar kleeft tooh bijzonderlijk deze dwangverzeke ring aan; voor een christelijk bewind moot een dergelijk bezwaar bijzonderlijk wegen; en eindelijk ia bij het stelsel-Talma tegen si mulatie al uiterst weinig gewaakt. Dit laatste, het zij nog genoemd, hangt samen miet de splitsing van geldelijke uit- keering en geneeskundig® behandeling. Naar minister Talma meende, was in ieder geval voer een verplichte geneeskundige behande ling de medische hUlp in velerlei plaatsen nog veel te gebrekkig. In zekeren zin was de tijd hiervoor dus niet rijp. Het ware te wenschen geweest, dat men had ingezien, hoe voor de voorgestelde ziekteverzekering de tijd evenmin rijp was. De l?eteekenis der verzekering moet al meer worden verstaan, bij een systeem van krachtig gesubsidieerde Vrijheid zou dit ongetwijfeld het geval zijn. En dan werd langs natuurlijken weg verkre gen, wat thans door middel van dwang öp onnatuurlijke .wijze door staatsvoogdij zal werden opgelegd. Onder 't hoofd Wat Openbaars zegt „De Residentiebode": ,Wij voelen ons gedrongen door om standigheden bleven wij ten deze eenige da- gen in verzuim aan „De Nederlan der" een stukje te ontleanen, dat blijkbaar zoodanig in het gevlij is gekomen der libe rale pers, dat een harer hoofdorganen be doeld stukje jubelend inhaalde met de drastische begroeting: Hoe men argu menteert. „De Nederlander" dan schreef ver leden week: „In de Bondsvergadering van den Bond van Jongel.-Vereen, op Geref. Grondslag is een 6preker, op illuster voorbeeld, nog eens weer komen uitpakken tegen de openbare leeszalen. Er werd ook debat gevoerd. „De voorzitter: Ia er nog iemand, die de openbare leeszalen verdedigen durft? Er was niemand. „Dus zijn de openbare leeszalen veroor deeld. Na deze komen nu vermoedelijk de openbare musea aan de beurt, vervolgens de openbare bad- en zwemgelegenheden, daatrna de openbare universiteiten, mét of zonder Gereformeerde hoogleeraren. En dannu ja, er blijft altijd nog wel wat openbaars over!" Gij hebt volkomen gelijk, geaoh.be „N edeir- lander". .„Er blijft altijd nog wél wat openbaars over." Iets daarvan gaan wij op Uw voetsporen in het lioht stellen. Dat gij den strijd aanbindt voor de open bare leeszalen en daarmede afwijkt van de houding, door de andere partijen der Rech terzijde ingenomen, is verklaarbaar. Gij stelt U nu eenmaal op dit standpunt; waarschijn lijk om consequent te blijven aan uw opvat ting omtrent het vrije onderzoek. Al is die consequentie bij de behandeling der open bare leeszalen in de Tweede Kamer, twee ja ren geleden, duur betaald door u de lof- tuigingen der sociaal-democraten te doen in cogs ten, wij kunnen de consequentie met haar offers aan eigen gemoedsrust begrijpen, al blijven vrij haar afkeuren. Wat wij eohter niet begrijpen is, dat gij, „Nederlander", die in uw strijd voor het Christelijk begin sel lauweren hebt geplukt en op roemvolle geloofsbrieven wijzen kunt, tot goedpraten van uw consequentie bij de leeszalen u op dergelijken minachtenden toon kunt uitla ten over den strijd voor de Vrije Universi teit, die toch zonder twijfel eon deel .uit maakt van den schoolste ij d. Ja, geachte «-„Nederlander", wij zijn het volkomen met u eens: „Er blijft altijd nog wel wat openbaars over"; al zou het alleen maar teijn het openbaaT schandaal, dat gij 'geeft door het afdrukken van bo venstaand stukje in uw redactioneel gedeelte. (Onderhoud met dir, W. J, van Stockum), Op den Eendrachtsweg, te Rotterdam, waar de deftige huizingen in de vensteri blikken van de villa's op den Westerringel, daar aan den overkant, voor zoover dö sierlijke groeningen-zoomen langs de rustiek-overbrugde gracht dat niet verhin-» deren, woont de geneesheer, op wien ito dJeze dagen de duizenden lijders aan de vreeselijke volksziekte al hun hoop vestigen1.» Want daar woont dr. W. J. van Stookum, de directeur van de chirurgische afdeeling van het Rotterdamsohe Gemeente-Zieken huis, die in het eind dér vorige maand op het zevende Internationale Congres tegen de Tuberoulose, te Rome gehouden, de mti dc deeling heeft laten doen, dat hij een geneesmiddel voor de tuberoulose heeft gevonden. Men is er eenigermate toe geneigd, omi het bericht, dat zulk een middel is ontdektL met zeker scepti'sme te aanvaarden. Tai van malen toch heeft een dergelijko mede- deeling in de kringen van lijdera en in die van de medélijdenden ©n raet-de-zieken- gevoelenden vergeefsche verwachtingen oi gewekt. En het wordt den journalisten wel eens verweten, dat zij meewerken to<i het oprichten van die ijdele hoop door het verspreiden van berichten over vindingen op dit gebied. Want, ondanks de terugge- houdenhoid, die de ervaring gebiedt, koeste ren de aangetasten zeiven altijd weer nieu we hoop, wanneer een dergelijke meedee- ling in de pers rondgaat. Maar nu dr. Vatt Stookum zijn middel reeds sedert twee jaren met veel welslagen toepast, en het Congres te Rome, blijkens het feit, dat heti het vlugschrift van het geneesmiddel deed opnemen in het Congres-verslag, groote waarde hecht aan de gedane ontdekking»- schijnt het mij niet voorbarig en allerminst aanleiding-gevend tot valsoh© verwachtin gen, als ik hier vertel, wat dr. Vaij S-bockurn mij deze week over zijn middel heeft meegedeeld. Toch heeft het mij eenige moeite gekostv om den geneesheer over te halen het be sprokene te publiceeren. Niet, omdat hij bevreesd was, dat de menschen. wederom zouden teleurgesteld worden; maar, wijl dr. Yan Stockum op het oogenblik do lijders nog niet helpen kan aan het wondere praeparaat, dat de tuberculose geneest „Nadat het beknopt bericht in de bladert verschenen is", zei de heer Yan Stookum, „krijg ik van alle kanten aanvragen en ik kan het geneesmiddel niet le veren. „Want", vervolgde hij» ,,het is niet gemak-» kelijk te bereiden. Daarvoor zijn allerlei ma chinerieën noodig. Heb zal daarvoor door een fabriek moeten gebeuren en dit zal dort ook wel binnenkort geschieden. Bovendien ben ik eigenlijk nog niet heelemaal klaar met mijn praeparaat Ik heb thans nog drl® vormen, een in natten ?n een in drogen toe stand, waartusschen ik een keuze moet doen. Natuurlijk zijn die drie vormen in wezert wel gelijk. Daarom is het mij nu nog onmo gelijk, om de menschen in grooten getale te helpen. Wanneer ik dan ook aanvragsn krijg, adviseer ik, dat men zich moet laten opnemen in een der Rotterdamsche inrich tingen, dan kan ik wel helpen. Maar het aantal plaatsen is natuurlijk zeer beperkt Ik heb dr. Van Stockum toen beloofd in dit artikel nadrukkelijk te verzoeken den geneesheer thans niet lastig te vallen, m*6 aanvragen. Deze belofte heb ik te gretiger gedaan, omdat ik aan dit misschien wat teleurstellend schijnend verzoek de blijde mededeeling kan verbinden, dat binnen een maand of drie het geneesmiddel algemeen verkrijgbaar zal gesteld worden. Drie maanden wachten dus De vraag rijst, waarom dr. Van Stockum er dan al tcc is overgegaan zijn "inding pu bliek te maken Ik heb daarnaar geïnfor meerd en de geneesheer beaamde het ten volle, dat deze publicatie een ontijdige is geweest. Het was tegen zijn zin eigenlijk; maar de heer Van Stockum was er wel toe gedwongen, omdat anders een andere dok ter de primeur zou. gekregen hebben van een dergelijke ontdekking. Want het was den geneesheer bekend, dat een Fransch collega dr. Bail, uit Canne3, zich bezig hield inet onderzoekingen in dezelfde richting en dat deze voornemens was van de verkregen re sultaten mededeeling te doen op het Con gres te Rome, dat daar van 14 tot 20 April is gehouden. Dat was een moeilijk ^evil. Wanneer de Franschman eenmaal zijn refe raat gehouden had, zou het natuurlijk een vreemden indruk maken, wanneer onze land genoot daar maar te Rome kwam beweren, dat hij een dergelijk middel ook gevonden .had. Daarvoor werd er iets anders op be dacht. In allerijl werd een vlugsohrift sa mengesteld, dat tot titel had: „L'action thérapeutique du tissu splénique irradié sur la tuberculose". (De bewerking van het be straalde miltweefsel op de tuberculose"). Met zijn stadgenoot dr. Mol kwam de heer Van Stockum thans overeen, lat deze op het congres te Rome de verhandeling van dr. Bail zou afwachten en dan het woord n emen om mede te declen, dat het hem niet verwondert, dat dr. Bail met een dergelijk praeparaat goede resultaten had bereikt, want dat men dit middel in Holland reeds twee-jaar met goed gevolg toepaste. Dit was bet eenige middel, om dr. Van Stockum den voorrang, waarop hij recht had, te verschaf fen. Aldus geschiedde en dï. Mol deelde aan de tweehonderd leden van het congres heb straks genoemde vlugschrift uit met h ?t suo- cej, nc^r ik reeds schreef, dat het coagres ïnet. algemeene stemmen '»esloot de verhan deling van dr. Van Stockum, ofschoon eiger lijk vreemd aan de orde-van-den-dag, ji hel verslag op te nemen. Uit heb Fransohe vlugschrift^ en de toe lichting dio dë heer Van S. zoo welwillend

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5