Brieven van een Leidenaar.
Ken gekwdde Priester.
Uit de Rechtzaal.
Gemengd Nieuws.
Mei"
Idoogen en geen „hulp" als aalmoes (ook
niet als een geheele Jodenstad verwoest
is?). Maar wij zijn niet doctrinair genoeg
aangelegd, om niet met groote voldoening
)te erkennen, dat naast de wet, die voor de
openbare school alle Christelijke en maat
schappelijke deugden vooropstelt, de wet
'ook het commercieel© bedrijf van de Joden
beschermt op de meest tegemoetkomende
iwijze tegen Sabbat-schennis en tegen de
economische nadeel en, welke bij Sabbato-
wijding voor de Joodsche nijveren kunnen
Ontstaan.
Ook hier plaatsen wij ons op het stand
punt, dat wij ten opzicht© van de venters-
kwestie op Zondag innemen; eerbiediging
yan de rechten dier meerderheid te eer
3iog, wanneer de rechten der minderheid
5ri de Christenmaatschappij zoo loyaal wor
den behartigd als hier het geval is.
fCCCCI<
l Het groote streven van onzen üjd is
fcle sociale nooden te lenigen en door
allerlei maatregelen de nieuwe behoef
ten van den opkomenden vierden stand
te bevredigen. Een uitnemende zaak, die
zeker aller steun en medewerking ver-
jdient.
Daarom kunnen wij de sociale wet
geving, voor zoover die op de werkelijke
.verheffing van dat deel der burgerij, het-
;welk men de volksklasse pleegt te noe-
frnen, is gericht, van harte toejuichen,
'en tot de oprichting en in-s tand-houding
yan volkshuizen, volksleeszalen en wat
er al meer op dit gebied te doen is,
frnedewerken.
Maar wordt bij dit loffelijk pogen, dat
Samengaat met een krachtig streven van
(den arbeidenden stand zelf, om ook op
eigen wijze zich te verheffen, en als
Jdasse vooruit te brengen, niet wel eens
yérgeten, dat de overige, ik zal maar
zeggen, de in menig opzicht bevoorrech
te klassen, ook behoeften hebben die
(dienen bevredigd te worden en voor zoo-
yer men dat zelf niet voelt, opgewekt?
Volksvrienden, die zich afsloven om
al maai' weer nieuwe dingen uit te den
ken, waarmede zij voor het volk aan
genaam en nuttig meenen te kunnen zijn
ik denk hier in Leiden bijv. aan volks
sportterreinen, volkstuinen mogen
met vergeten, dat ook de andere klas
sen niet straffeloos verwaarloosd kun-
ïien worden.
Dit is niet alleen in het belang van
do hoogere klassen zelf, maar ook m het
belang van het volk, fik neem dezen
term m den gebruikelijken zin, zonder
(daaraan iets van een minder gunstige
beteekenis te hechten), omdat de hoo
gere klassen een voorbeeld kunnen en
moeten zijn voor do minder bedeelden.
Een zeer beschaafde, fijnvoelende en
hoogstaande elite zal een beschavendeu
en veredelenden invloed op de overige
menschcn kunnen uitoefenen, doch ook
omgekeerd zullen de zonden en gebreken
der hoogero standen overslaan op do
andere klassen en zich daar uiten, meest
al in minder fijne, dikwijls ruwer vormen.
Zoo moeten de gegoede burgerklassen
en zij, die daar boven staan, niet den
ken, dat zij reeds alles verkregen en
niets meer noodig hebben, en zorgen
'dat hun kennis en beschaving op peil
wordt gehouden, hun kunstgevoel wak
ker blijft, of waar het sluimert, opnieuw
gewekt-
En dit laatste vooral.
„Kunst voor het volk," ziedaar een
alom aangeheven leus, en ik iuich haar
toe, maar ook kunst voor ae andere
klassen en voor het jonger geslacht vror-
al, dat straks geroepen zal worden om
in de maatschappij als leiders op te tre
den en om aan net toekomstig geslacht
kunst te brengen.
Dat de behoefte daartoe wel eens niet
sterk genoeg wordt gevoeld, bleek, dunkt
ïnij, 'dezer dagen weer.
Wij hebben uier sinds jaren een Leid-
fcche Kunstvereeniging die zich ten doel stelt
geregeld tentoonstellingen te honden op
het gebied der schilderkunst, om de onde
ren en vooral ook het aankomend geslacht
in kennis te brengen met de kunstuitin-
ge van onzen tijd vooral.
Nu zou men zeggen, dat in deze dageD,
nu men alom hoort, dat bij het volk kunst
zin moet worden gewekt, men ook zelf
voor die kunst zou voelen, er zooveel mo
gelijk mee in contact trachten te blijven,
en vooral het jonger geslacht er naar toe
brengen en bij dit geestdrift er voor te
■wekken, liet althans er liefde voor inboe
zemen.
En ziet, juist dezer dagen moesten we
lezen, dat het bestuur der „Leidsche Kunst
vereeniging", dat zeker niet het verwijt
kan treffen dat het zelf niet actief genoeg
is, zich verplicht gevoelde met het voor
stel tot de leden te komen, om de Vereeni-
ging te ontbinden. Niet uit gebrek aan
financiën geld is er natuurlijk wel voor
te krijgen maar wat veel erger is, uit
gebrek aan belangstelling. Gebeurde bet
niet, dat er op een tentoonstelling van
mooie leunst in een week en langer...
9 menschen kwamen?
Had het afbrokkelend bestuur de
kern niet herhaaldelijk pogingen ge
daan om het aangevuld te krijgen?
Had men het te druk met allerlei andere
nuttige zaken, voor verbetering van dit
of veredeling van dat, zoodat er geen tijd
overbleef om zelf ook eens van schoone
vormen en mooie kleurencombinaties te
genieten, om zich ook eens te laven aan
de bron der kunst, wat een leuterenden
invloed kan hebben op het gemoed»- en
zielsleven van den mensch, waaraan ieder
op zijn beurt zoo groote behoefte heeft?
Verzuimde men daarom zijn half volwas
sen kinderen met de aangeboden kunst
uitingen in aanraking te brengen en in hun
jonge zielen er liefde voor te wekken?
Of was het, erger nog, louter ouver-
Bohillighoidi, gevoelloosheid voor het
boogere?
Ho© het zij, het is goed, dat het bestuur
eens niet langer dezen toestand heeft wil
len doen voortduren en tot de leden beeft
gezegd en het den Leidenaars heeft laten
hooren: „Indien gij werkelijk onverschil
lig zijt voor ons streven, dan zullen, spreek
het dan rondweg uit, wij, hoewel noode,
onze taak als afgedaan beschouwen en Lei
den zal voortaan ontbloot zijn van tentoon
stellingen op het gebied der schilderkunst
en zich langzamerhand vervreemden van on
ze jongere kunstenaars en hun scheppin
gen."
Daar is toen opgekomen een kleine scha
re van getrouwen en die hebben krachtig
getuigd: „Neen, dat zal niet gebeuren 1"
De „Leidsche Kunstvereeniging" zal blij
ven bestaan 1 Deugt de kunstzaal niet, wel
nu, dan zal en moet er een andere komen,
maar opgeheven worden mag de „Leidsche
Kunstvereeniging" niet." Met genoegen
heb ik deze krachtige tonen gehoord en
ik meende ze hier nog eens te moeten her
halen, opdat zij in breeder kringen weer
klank mogen vinden in de stad, die er zich
op beroemt Rembrandt tot een harer eer
ste zonen te mogen rekenen.
De „Leidsche Kunstvereeniging" zal blij
ven bestaan; maar zij mag ook niet een
kwijnend bestaan hebben. Zij verdient en
moet daarom ontvangen den steun van alle
Leidenaars en wie daar in de omgeving wo
nen en voor de kunst voelen. Het ledental
moet toenemen, steeds meer toenemen, en
deze leden moeten niet enkel contribueeren,
maar zij moeten intens meeleven met do
Ku n stve r eeniging.
Zij moeten de tentoonstelling bezoeken
en er bun kinderen mee naar toe nemen,
en deze inwijden in de heerlijkheden van
de beeldende kunst.
Men heeft op d© herlevingsvergadering
gesproken aan de Kunstvereeniging eeni-
ge uitbreiding te geven door ook voor
andere kunst de deuren te openen. Ik ge
loof, dat het niet noodig is. Zij, die voor
de schilderkunst voelen, hebben hieraan
genoeg.
Maar zou het ook geen overweging ver
dienen om bij exposities die daarvoor In
aanmerking komen één dag liefst den
bondag tegen een zeer geringen toe
gangsprijs de tentoonstellingen open te
stellen voor het volk. Dat zal ook die be
langstelling wekken, en misschien prikkelt
het bezoek der arbeiders onze meergegoede
burgers weder tot meerdere belangstelling.
Het bestuur is nu weer voltallig, en heeft
goeden moed. Het is nu aan de Leidenaars
in verschillende kringen om door toetreden
tot het lidmaatschap in de eerste plaats
en door het toonen van belangstelling
straks het dien moed te doen behouden en
nog op te wekken.
BECLAS1ËS,
h 40 Cents per regel
4420 8
Beste middel om de schoonheid der huid te
bevorderen. Keizer-Borax maakt de huid zacht en
blank. Sleohts echt in roodecArtona 410,20&50ct.
geiser-B orax-Zeop 40 cL Heinrich Mack, üim a. D.
Gedurende 12 jaren en 6 maanden was
de abt I. Duval het offer van een kwaal,
welker pijnlijke gevolgen alleen diegenen
kunnen begrijpen, die er mee bekend zijn.
Hij werd overvallen door een bijna totale
doofheid met een onver dragelijk oorsuizen;
nadat hij alles zonder resultaat beproefd
had en zijn geduld ten einde was, gelukte
het hem eindelijk zich in 2 maanden door
een eenvoudige en weinig kostbare behan
deling geheel te genezen. Uit naastenliefde
heeft hij zich tot plicht gesteld alle men
schcn, die aan onderstaand adres schrijven,
deze behandeling kosteloos mede te deelen
Abbé I. Duval, 110 Rue Reaumur,. Paris,
Frankrijk. 6 7-'4 22
Kantoiigerecbt te Amsterdam,
De „Moulin Rouge".
Door den kan tonrechter is uitspraak ge
daan in do zaak tegen den president van
de nacht sociëteit „Moulin Rouge", geves
tigd in -de Warmoesstraat, te Amsterdam.
Bdkl. was ten laste gelegd, dat hij op
verschillende data tusschen 6 Febr. en 3
April des metrgens tussohen 2 en 5 uren in
een voor het publiek toegankelijk lokaal
gelagen heeft gezet.
Beklaagde werd veroordeeld tot 50 geld
boeten, elk van f 10, subsidiair 60-maal 1
dag hechtenis.
Het O. M. had geëisclit 50 geldboeten,
elk van 115, subs, vijf dagen hechtenis
voor elke geldboete.
Amaterdamftclie Rechtbank.
Mr. Rutgers, Thomasvaer gn
Pieternel.
De revueschrijvers zijn gewoon, geen
blad voor den mond te nemen en zeggen de
dingen, die ze, tot amuseering van het pu
bliek, meenen te mogen zeggen, zonder
zioh al te veel te bekommeren om het ge
zicht, dat de bezongen personen wellicht
zullen trekken. Zoo had ook de revueschrij
ver van de„Gooi- en Eemlander" gedaan,
toen hij tegen Nieuwjaar 1912 een samen
spraak dichtte tusschen de snap grage Pie
ternel en den meer bezadigden Thomas
vaer. Het oud-Hollandsch span verhief zich
op de vleugels van een vliegmachine en zag
uit de hoogte, waar de dichters gewoonlijk
hun inspiratie vandaan halen, neder op
het dorp Hilversum en vertelde elkander
in een gezelligen kout, wat zij daar alzoo
gezien hadden. Iedereen kreeg een beurt,
de rioleering, de ambtenaren, het dage-
lijksch bestuur, de schoolcommissie en de
gemeenteraad.
De Gooische dichter liet zijn Pieternel
en Thomasvaer als volgt spreken:
Pieternel:
Of is het geen vermetel streven,
Om zoo maar duizenden te geven
Voor woningbouw, die in den Raad
Alleen er doorkwam met 't gepraat
Van iemand, die als advocaat
Met dezen bouw zeer was gebaat?
Thomasvaer:
Bedoelt gij Rutgers, beste vrouw?
't Is waar, ik hoorde, dat dees' bouw
Hem wel wat eieren zou leggen;
Maar dit wil daarom nog niet zeggen,
Dat hij zijn plicht als lid des Raads
Verzaakt voor die eens advocaats 1
Het gemeenteraadslid thans lid van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal
mr. Rutgers, achtte zich door dit gedicht
beleedigd en stelde een vordering in, ten
eindle door de rechtbank verklaard te zien,
dat de aantijging lasterlijk was, terwijl hij
tevens een schadevergoeding eischt© van
f 1000, welke hij zich verbond aan de
„Volkshuisvesting'' af te staan.
In deze zaak werd voor de Eerste Kamer
der rechtbank gepleit.
Mr. Rutgers was zelf als advocaat ver
schenen, niet om te pleiten, maar om ac
te te verzoeken, dat hij zijn eisch, om de
gepleegde daad lasterlijk verklaard te
zien, liet vallen, dat hij den eed, dien hij
had afgelegd, terugnam, en dat hij zijn
vordering tot op f 500 verminderde.
Mr. Giltay Veth, namens de „Gooi- en
Eemlander" optredende, gaf een uiteen
zetting van de zaak en ried den staatsman
zich niet te gauw kwaad te maken, wan
neer men zich in de politiek begeeft.
En wil men gaan procedeeren, dan moet
men het ook goed doen. Zooals het hier
geschied is, moet eischer niet-ontvankelijk
verklaard worden, omdat „de bedoeling
om te beleedigen" niet in de dagvaarding
is gesteld en art. 1412 B. W. zegt, dat „de
burgerlijke rechtsvordering ter zake van
beleediging niet kan worden toegewezen,
indien niet bltfkt van het oogmerk om te
beleedigen."
Mr. Veth las op verzoek van den presi
dent het geheele gedicht voor, met de op
merking, dat er nog heel wat meer beleen
digingsacties in schuilen. Nadat pl. zioh
verontschuldigd had, het slot, dat gezongen
moet worden, nieb geheel naar de eisohen
der kunst te kunnen weergeven, betoogde
pl, dat de bedoeling van de gewraakte
coupletten wel verre van beleedigend,
eerder vleiend voor mr. Rutgers moet
genoemd worden.
Eischer heeft er evenwel aanstoot aan
genomen, dat hij in het vers advocaat
wordt genoemd. Daarmee zou bedoeld
zijn, dat mr. Rutgers de rechtskundige
adviseur was eener bouwmaatschappij, die
bij het aannemen der bouwverordening
door den Raad, groot belang had. Inder
daad was gedaagde van meening, dat mr.
Rutgers de adviseur en dit zal wel zijn
de rechtskundige adviseur en niet de gees
telijke adviseur der bouwvereeniging
was, want meermalen werd mr. Rutgers
in „De Gooi- en Eemlander" aldus ge
noemd en nooit heeft hij daartegen gepro
testeerd. Nu blijkt, dat eischer alleen com
missaris der Vereeniging is; maar dit
was aan het blad geheel onbekend.
Pleiter vroeg den eischer niet ontvanke
lijk te verklaren, of hem den eisch te ont
zeggen.
Uitspraak 17 Juni.
Amsterdaoiwche Bears houdt
heden vacanticdag, zoodat de no-
teerlagen ontbreken.
Een van de schoorsteenen van de „Impe- olifant met
rator," welke, neergelegd, gelijk op een kunneak
tunnel, in welks 8 M. hoog gewelf een
berijder gemakkelijk staan
Kleedkamers in Nederlarid-
Bcke schouwburgen. Ellendig, méér dan
ellendig, zegt de heer H. K. Teune, in „De
Schijnwerper", ia de toestand der kleed
kamers en wat daarmee in verband staat
in de meeste schouwburgen (of sociëteiten)
yan ons land.
Daarmee is niet gezegd, dat er geen
schouwburgen bestaan, waarvan de kleed
kamers goed zijn ingericht. Arnhem geeft
het voorbeeld van een inrichting, zooals die
nergens in Nederland bestaat.
„De kleedkamers zijn verlicht met elek
trische lampen, die, al naar de tooneelsjie-
ler het wil, hooger en lager kunnen worden
geschlroefdvoor verwarming is gezorgd,
de waschgelegenheden zijn klein, maur
goed, versch drinkwater is steeds voorhan
den, closets zijn op alle verdiepingen en
wat het mooiste en voor den tooneelspeler
het aangenaamste is er bestaat, als uni
cum in ons land, een rookfoyer, met buffet
uitsluitend voor de optredende artisten,
waar voor weinig geld goede consumptie
wiordt geleverd en waar de pauzes gezellig
met elkaar worden doorgebracht. Ueen
wonder dan ook, dat Arnhem nooit over
slechte voorstellingen heeft te klagen.
Bij Arnhem sluiten zich gedeeltelijk aan:
Groningen, Breda („Concordia"), waar ech
ter te weinig ruimte is, Utrecht, waar de
closets zeer onzindelijk zijn, en Den Haag.
met het Gebouw voor Kunsten en Weten
schappen. Verder is er niet één schouwburg
(behalve natuurlijk die, waar vaste gezel
schappen spelen, en die ik buiten rekening
laat), waar iets gedaan wordt om het den
tooneelspeler aangenaam te maken.
Er volgt dan een lijst, die teT nuttige in
structie aan de eigenaars der betreffende
schouwburgen en de besturen der sociëtei
ten zal worden gezonden.
Resumeerende, komt de schrijver tot de.
conclusie, dat in Nederland de algemeene
toestand der kleedkamers niet is, zooals hij
kan wezen en evenmin zooals hij moet we
zen. Toch moet de tooneelspeler in diezelfde
kamers zich kleeden, want de directie heeft
het recht hem te laten optreden waar zij
wil. Dc meeste directies kennen dan ook de
toestanden wel, zooals ik ze hierboven be
schreef; maar er is één, die ze niet kenr,;
die, kende zij ze wel, er niet in zou toestem
men, dat de tooneelspelers met zoo weinig
égards worden behandeld.
Daarom zij het mij vergund, deze kleine
enquête op te dragen aan den raad vau be-
heeT van de Koninlijke Vereenigng „Het
Nederlandsch Tooneel", opdat het hei a
duidelijk worde, aan welke ontberingen de
tooneelspelers onderworpen zijn, als zij de
provincie doortrekken."
Heksen. Men schrijft aan
„De Maasbode":
Wie nu meent, dat het bijgeloof aan
heksen en spoken in onze verlichte twintig
ste eeuw niet meer bestaat, een bijgeloof,
soms zoo sterk, dat men er bij zou zweren,
heeft het glad mis. Ook heksenmeesters
bestaan er nog, en dat is een feit.
Bijkans ODdër den rook van onze goede,
oude stad Weert, nl. op het Kerkdorpje
Swartbroek, woont een echtpaar, dat wel
haast 50 jaar zal getrouwd zijn. Men had!
in den laatsten tijd vee] ongelukken gehad
onder het vee op den stal, als ziekte bij
het vee en vooral het sterven van meerder©
kalveren. Den veearts raadplegen, neen,
daaraan werd niet gedlacht. In het naburig
Brabantsche dorpke Someren woont ech
ter een „manneke", zoo iets la „Manneke
van Genck", doch we] niet zoo alom be
kend. Dat Somersch manneke moet nu bij
dc geheime kunst om ratten muizen te ver
drijven, of wel om die naar een ander te
verhuizen, ook zoo iets verstaan als de
kunst van heksenmeester.
Onze Swartbroeker familie laat nu dat
„menneke" ontbieden, en... het „menneke"
komt in hoogst eigen persoon naar Swart
broek, naar de plaats des onheils. Volgens
's lands gebruik wordt eerst op gulle wijze
gezorgd voor de versterking van den inwen-
digen mensch van het heksenbaasje, dat
het zich goed laat smaken. Daarna laat het
manneke zicli wijd en breed vertellen van
de vele ongelukken, die onder het vee
plaats vonden. Wanneer hieraan voldaan
is, trekt het manneke met een gewichtig
gezicht zijn conclusie... Deze plaats is be
hekst in hoogén graad. Let op, de eerste
vrouw, die binnen zal komen en iets zal
vragen, zal de vrouw zijn, die haar macht
op deze plaats heeft uitgeoefend...
Weinige oogenblikken na deze uitspraak
van het manneke treedt binnen de naaste
buurvrouw. Do baas kijkt norrig naar deze
vrouw en dan naar het menneke en het
menneke naar de vrouw en den baas.
De binnentredende, een zeer goede buur,
een huisvriendin van de oude lui, vraagt
een „wetsteen" (slijpsteen) ter leen.
Norsoh wordt zij afgewezen: Leen en niet
meer en blijf maar uit het huis, nooit meer
er in, enz. De vrouw, alsof zij een slag in
het gelaat kreeg, verwijdert zich, onbe
wust, wat voor onweer er in de lucht hangt.
Ons heksenmeesterke keert huiswaarts,
's Anderen daags is de bewuste vrouw voor
de oogen van al de bijgeloovigen van
Swartbroek... een heks, en in zwarte kleu
ren wordt geschilderd, vooral door de
praatzieke vrouwelijke bevolking, wat
voor onheilen teweeg zijn gebracht.
Is het niet diep-treurig, dat de eer ©n
goede naam van een voorbeeldige vrouw
als de onderhavige op die wijze en door
een uitspraak van ©en door en door dom
persoon, als dat heksenmeestertje door het
slijk wordt gesleurd?
Even diep treurig is het ook van de hii,
die dat persoon ontboden en aan zijn dom
me uitspraak eenig geloof hechtten, en
van de inwoners, die er eenig geloof aan
sloegen en rondbazuinden.
De vrouw in kwestie staat in heel Swart
broek bekend als een voorbeeld van een
huismoeder, braaf en oppassend.
Naar wij verder vernemen, heeft de be
trokken vrouw de heksengeschiedenis fe*
onderzoek in handen der politie gegeven,
en we hopen, dat de justitie kan ingrijpen
Een man, die zijn vrouw 35 mi],
lioen cadeau doet. Een goed echtgenoot
te zijn, dat is zich te gelegener tijd bemin.,
nelijk, voorkomend en galant te toonen. Dat
is, nimmer met opzet de vrouwelijke logi^
te willen weerstreven, en met gracie zext
dikwijls als mogelijk toe te geven of te doen
alsof men ongelijk heeft. Dat is ook, van
tijd tot tijd een gulle, een buitengewoon
gulle hand te hebben.
Een medewerker van de „Daily Express'',
toont ons juist in een der laatste nummer*
van dat blad, het beeld van den volmaakten
echtgenoot,, in den persoon van een onmo
gelijk rijken Amerikaanschen planter, dert
heer Duke. In de Vereenigde Staten^ rijk
aan zoovele scepters, tooit deze heer ziet
koning der tabak.
Nu had mevrouw Duke een gril. Zij wilde
nu eens geen juweelen, haar étuis en kiaj,
jes zijn er mee opgepropt noch bont of
kant geen andere vrouw bezat er zoo
veel, of zoo weelderige zij wilde een land
goed, maar een landgoed zonder wederga.
En dus kocht Duke een onmetelijk
stuk grond te Somerville, in den Staat New-
Jersey aan, en deed dadelijk alle opstallen
op dien grond slechten. Waarop het eigen
lijke werk begon.
Rondom het prachtig© woonpaleis, waan.
aan thans gebouwd wordt, strekt zich een
lommer- en bloemrijk park uit. Tienmaal
greoter dan het Vondelpark wordt het over
een lengte van 52 kilometer doorsneden met
lanen en paden, omzoomd met grasvelden
en bosschages, versierd met standbeelden cn
ontzaglijke terrassen, kolossale balustrade
en nabootsingen van antieke tempels.
Tien millioen zeldzame planten, waarvan
een millioen ko tbare rhododendrons, uit
Frankrijk ingevoerd, vervullen de lucht in
dit aardsch paradijs met haar zoete geurea,
Tweehonderd fonteinen van allerhanden
bonwaard murmelen in haar ruischenden
zang en op de dagen, als alle waterwerken
in gang zijn gesteld, zullen 20 millioen liter
water tot diamantstof verstuiven in de bei-
kens van porfier.
Eveneens uit Frankrijk heeft de tabak*
monarch marmeren en bronzen standbeel
den laten komen, die overal tueschen het
groen worden geplaatst. Hij heeft deze
kunstwerken na langdurige schifting zelf
uitgezocht en daar een gekuischten smaak
bij getoond. En daarom heeft hij in zija
stallen de beeldhouwwerken van twijfelach- j
tige veraienst doen plaatsen. Daar mogen
de paarden van genieten.
Tweemaal per week wordt dit koninklijk
verblijf voor het publiek opengesteld Up
het oogenblik is er reeds 17 millioen dollar
aan besteed, en alles is nog niet klaar
Ballin, de direoteu r-g e n e«
raai van de Hanibairg-Amerika-lijn, beeft
aan den maaltijd, die op den doop van d0
„Imperator'' te Hamburg volgde, een ril
veren model van dit schip aan den Keizer
overhandigd.
De Duitsche „Imperator" is vijf dtuzenl
ton grooter dan de Engelsche „Titan.o"
was. Zij is 263 M. lang en elf verdiepiih
gen hoog.
Schoonheid en vrouwenar
beid. Het gebeurde in een fabriek van
witte goederen te New-York in het jaar
1912. Honderd twintig vroolijk© Amerikain-
sche meisjes waren daar werkzaam, mooie
en minder mooie en heelemaal niet
mooie. Maar boven haar stond een
opzichter, die slechts gevoel had voor
schoonheid en de minder mooie meisjes du
eenmaal niet zien kon. De booze raan g.af
haar slecht betaald werk, al waren zij nog
zoo ijverig en bruikbaar, en hield het beste
werk zorgvuldig voor de mooie arbeidster-
tjes. Een tijdlang verdroegen de minder
bekoorlijken zwijgend haar lot. Toen ded3n
zij een stp^p, die dient aangeteekend in da
annalen der vrouwenbeweging.
Zij wendden zich niet tot den directeur
der fabriek, noch tot eenig ander manlijk
wezen, maar tot haar schoone vrouwelijke
collega's en klaagden bij dezen haar nood
en vroegen of het rechtvaardig was, dat zij
moesten lijden d>oor de schoonheid der an
deren. En de mooien hoorden met vreugde,
dat da andere vrouwen haar mooi vonden/
wat neg meer beteekende - dan het oordeel
van een lid van het sterke geslacht. En n]
wilden nu ook toonen, dat zij niet alleen
mooi waren, maar ook gevoel voor recht
vaardigheid hadden, en beloofden de colle
ga's te helpen. En hoe kon dat anders in
het jaar 1912 dan door een staking? „Wij
zullen met u staken, tot u recht is geschied
verklaarden zij tot haar misdeelde zusteren.
En aldus geschiedde.
Alle 120 jonge meisjes staakten ter will®
van een eerlijk© verdeeling van opdrachten
De slag werd gewonnen, de firma beval den
opzichter in de toekomst zijn aesthetic®
gevoel bij de verdeeling van den arbeid bn*
ten spel te laten. En hiermede eindigde dfr
ze sympathieke sympathiestaking.
Uitlotingen. Loten Oostenrijkst»
Bodenoredit 3 pOt. van 1880. Trekking
Serie 3S38 no 53 Kr. 90,000; serie
no. 66 Kr. 4000; serie 99 no. 71 ©n serie 301*
no. 70 elk Kr. 2000.
Ter amortisatie de volgende serien, N
1 tot 100, elk met Kr. 200.
86 311 334 602 618 733 945 1005
1327 1440 1615 1748 1806 2152 2391 2465 'JW
2667 2744 29ö0 3403 3834.
Hongaarsche Hypotheekloten 4 p
van 1884. Trekking 15 Mei.
Serie 2035 no. 44 Kr. 40,000; serie lt
no. 19 Kr. 3000; serie 540 no. 84, 8er^L.
no. 96 en serie 2558 no. 98 ©lk Kr. 2000'
Servische Tabaksloten. Trekking
Mei.
Seri© 9826 no. 91 fr. 20,000; &©rie
no. 69 fr. 250; serie 2856 no. 53, Pene
no. 5, serie 6979 no. 32, serie 7791 no.
seri© 8042 no. 25 elk fr. 100.