Brieven van een Leidenaar. Ken gekwdde Priester. Uit de Rechtzaal. Gemengd Nieuws. Mei" Idoogen en geen „hulp" als aalmoes (ook niet als een geheele Jodenstad verwoest is?). Maar wij zijn niet doctrinair genoeg aangelegd, om niet met groote voldoening )te erkennen, dat naast de wet, die voor de openbare school alle Christelijke en maat schappelijke deugden vooropstelt, de wet 'ook het commercieel© bedrijf van de Joden beschermt op de meest tegemoetkomende iwijze tegen Sabbat-schennis en tegen de economische nadeel en, welke bij Sabbato- wijding voor de Joodsche nijveren kunnen Ontstaan. Ook hier plaatsen wij ons op het stand punt, dat wij ten opzicht© van de venters- kwestie op Zondag innemen; eerbiediging yan de rechten dier meerderheid te eer 3iog, wanneer de rechten der minderheid 5ri de Christenmaatschappij zoo loyaal wor den behartigd als hier het geval is. fCCCCI< l Het groote streven van onzen üjd is fcle sociale nooden te lenigen en door allerlei maatregelen de nieuwe behoef ten van den opkomenden vierden stand te bevredigen. Een uitnemende zaak, die zeker aller steun en medewerking ver- jdient. Daarom kunnen wij de sociale wet geving, voor zoover die op de werkelijke .verheffing van dat deel der burgerij, het- ;welk men de volksklasse pleegt te noe- frnen, is gericht, van harte toejuichen, 'en tot de oprichting en in-s tand-houding yan volkshuizen, volksleeszalen en wat er al meer op dit gebied te doen is, frnedewerken. Maar wordt bij dit loffelijk pogen, dat Samengaat met een krachtig streven van (den arbeidenden stand zelf, om ook op eigen wijze zich te verheffen, en als Jdasse vooruit te brengen, niet wel eens yérgeten, dat de overige, ik zal maar zeggen, de in menig opzicht bevoorrech te klassen, ook behoeften hebben die (dienen bevredigd te worden en voor zoo- yer men dat zelf niet voelt, opgewekt? Volksvrienden, die zich afsloven om al maai' weer nieuwe dingen uit te den ken, waarmede zij voor het volk aan genaam en nuttig meenen te kunnen zijn ik denk hier in Leiden bijv. aan volks sportterreinen, volkstuinen mogen met vergeten, dat ook de andere klas sen niet straffeloos verwaarloosd kun- ïien worden. Dit is niet alleen in het belang van do hoogere klassen zelf, maar ook m het belang van het volk, fik neem dezen term m den gebruikelijken zin, zonder (daaraan iets van een minder gunstige beteekenis te hechten), omdat de hoo gere klassen een voorbeeld kunnen en moeten zijn voor do minder bedeelden. Een zeer beschaafde, fijnvoelende en hoogstaande elite zal een beschavendeu en veredelenden invloed op de overige menschcn kunnen uitoefenen, doch ook omgekeerd zullen de zonden en gebreken der hoogero standen overslaan op do andere klassen en zich daar uiten, meest al in minder fijne, dikwijls ruwer vormen. Zoo moeten de gegoede burgerklassen en zij, die daar boven staan, niet den ken, dat zij reeds alles verkregen en niets meer noodig hebben, en zorgen 'dat hun kennis en beschaving op peil wordt gehouden, hun kunstgevoel wak ker blijft, of waar het sluimert, opnieuw gewekt- En dit laatste vooral. „Kunst voor het volk," ziedaar een alom aangeheven leus, en ik iuich haar toe, maar ook kunst voor ae andere klassen en voor het jonger geslacht vror- al, dat straks geroepen zal worden om in de maatschappij als leiders op te tre den en om aan net toekomstig geslacht kunst te brengen. Dat de behoefte daartoe wel eens niet sterk genoeg wordt gevoeld, bleek, dunkt ïnij, 'dezer dagen weer. Wij hebben uier sinds jaren een Leid- fcche Kunstvereeniging die zich ten doel stelt geregeld tentoonstellingen te honden op het gebied der schilderkunst, om de onde ren en vooral ook het aankomend geslacht in kennis te brengen met de kunstuitin- ge van onzen tijd vooral. Nu zou men zeggen, dat in deze dageD, nu men alom hoort, dat bij het volk kunst zin moet worden gewekt, men ook zelf voor die kunst zou voelen, er zooveel mo gelijk mee in contact trachten te blijven, en vooral het jonger geslacht er naar toe brengen en bij dit geestdrift er voor te ■wekken, liet althans er liefde voor inboe zemen. En ziet, juist dezer dagen moesten we lezen, dat het bestuur der „Leidsche Kunst vereeniging", dat zeker niet het verwijt kan treffen dat het zelf niet actief genoeg is, zich verplicht gevoelde met het voor stel tot de leden te komen, om de Vereeni- ging te ontbinden. Niet uit gebrek aan financiën geld is er natuurlijk wel voor te krijgen maar wat veel erger is, uit gebrek aan belangstelling. Gebeurde bet niet, dat er op een tentoonstelling van mooie leunst in een week en langer... 9 menschen kwamen? Had het afbrokkelend bestuur de kern niet herhaaldelijk pogingen ge daan om het aangevuld te krijgen? Had men het te druk met allerlei andere nuttige zaken, voor verbetering van dit of veredeling van dat, zoodat er geen tijd overbleef om zelf ook eens van schoone vormen en mooie kleurencombinaties te genieten, om zich ook eens te laven aan de bron der kunst, wat een leuterenden invloed kan hebben op het gemoed»- en zielsleven van den mensch, waaraan ieder op zijn beurt zoo groote behoefte heeft? Verzuimde men daarom zijn half volwas sen kinderen met de aangeboden kunst uitingen in aanraking te brengen en in hun jonge zielen er liefde voor te wekken? Of was het, erger nog, louter ouver- Bohillighoidi, gevoelloosheid voor het boogere? Ho© het zij, het is goed, dat het bestuur eens niet langer dezen toestand heeft wil len doen voortduren en tot de leden beeft gezegd en het den Leidenaars heeft laten hooren: „Indien gij werkelijk onverschil lig zijt voor ons streven, dan zullen, spreek het dan rondweg uit, wij, hoewel noode, onze taak als afgedaan beschouwen en Lei den zal voortaan ontbloot zijn van tentoon stellingen op het gebied der schilderkunst en zich langzamerhand vervreemden van on ze jongere kunstenaars en hun scheppin gen." Daar is toen opgekomen een kleine scha re van getrouwen en die hebben krachtig getuigd: „Neen, dat zal niet gebeuren 1" De „Leidsche Kunstvereeniging" zal blij ven bestaan 1 Deugt de kunstzaal niet, wel nu, dan zal en moet er een andere komen, maar opgeheven worden mag de „Leidsche Kunstvereeniging" niet." Met genoegen heb ik deze krachtige tonen gehoord en ik meende ze hier nog eens te moeten her halen, opdat zij in breeder kringen weer klank mogen vinden in de stad, die er zich op beroemt Rembrandt tot een harer eer ste zonen te mogen rekenen. De „Leidsche Kunstvereeniging" zal blij ven bestaan; maar zij mag ook niet een kwijnend bestaan hebben. Zij verdient en moet daarom ontvangen den steun van alle Leidenaars en wie daar in de omgeving wo nen en voor de kunst voelen. Het ledental moet toenemen, steeds meer toenemen, en deze leden moeten niet enkel contribueeren, maar zij moeten intens meeleven met do Ku n stve r eeniging. Zij moeten de tentoonstelling bezoeken en er bun kinderen mee naar toe nemen, en deze inwijden in de heerlijkheden van de beeldende kunst. Men heeft op d© herlevingsvergadering gesproken aan de Kunstvereeniging eeni- ge uitbreiding te geven door ook voor andere kunst de deuren te openen. Ik ge loof, dat het niet noodig is. Zij, die voor de schilderkunst voelen, hebben hieraan genoeg. Maar zou het ook geen overweging ver dienen om bij exposities die daarvoor In aanmerking komen één dag liefst den bondag tegen een zeer geringen toe gangsprijs de tentoonstellingen open te stellen voor het volk. Dat zal ook die be langstelling wekken, en misschien prikkelt het bezoek der arbeiders onze meergegoede burgers weder tot meerdere belangstelling. Het bestuur is nu weer voltallig, en heeft goeden moed. Het is nu aan de Leidenaars in verschillende kringen om door toetreden tot het lidmaatschap in de eerste plaats en door het toonen van belangstelling straks het dien moed te doen behouden en nog op te wekken. BECLAS1ËS, h 40 Cents per regel 4420 8 Beste middel om de schoonheid der huid te bevorderen. Keizer-Borax maakt de huid zacht en blank. Sleohts echt in roodecArtona 410,20&50ct. geiser-B orax-Zeop 40 cL Heinrich Mack, üim a. D. Gedurende 12 jaren en 6 maanden was de abt I. Duval het offer van een kwaal, welker pijnlijke gevolgen alleen diegenen kunnen begrijpen, die er mee bekend zijn. Hij werd overvallen door een bijna totale doofheid met een onver dragelijk oorsuizen; nadat hij alles zonder resultaat beproefd had en zijn geduld ten einde was, gelukte het hem eindelijk zich in 2 maanden door een eenvoudige en weinig kostbare behan deling geheel te genezen. Uit naastenliefde heeft hij zich tot plicht gesteld alle men schcn, die aan onderstaand adres schrijven, deze behandeling kosteloos mede te deelen Abbé I. Duval, 110 Rue Reaumur,. Paris, Frankrijk. 6 7-'4 22 Kantoiigerecbt te Amsterdam, De „Moulin Rouge". Door den kan tonrechter is uitspraak ge daan in do zaak tegen den president van de nacht sociëteit „Moulin Rouge", geves tigd in -de Warmoesstraat, te Amsterdam. Bdkl. was ten laste gelegd, dat hij op verschillende data tusschen 6 Febr. en 3 April des metrgens tussohen 2 en 5 uren in een voor het publiek toegankelijk lokaal gelagen heeft gezet. Beklaagde werd veroordeeld tot 50 geld boeten, elk van f 10, subsidiair 60-maal 1 dag hechtenis. Het O. M. had geëisclit 50 geldboeten, elk van 115, subs, vijf dagen hechtenis voor elke geldboete. Amaterdamftclie Rechtbank. Mr. Rutgers, Thomasvaer gn Pieternel. De revueschrijvers zijn gewoon, geen blad voor den mond te nemen en zeggen de dingen, die ze, tot amuseering van het pu bliek, meenen te mogen zeggen, zonder zioh al te veel te bekommeren om het ge zicht, dat de bezongen personen wellicht zullen trekken. Zoo had ook de revueschrij ver van de„Gooi- en Eemlander" gedaan, toen hij tegen Nieuwjaar 1912 een samen spraak dichtte tusschen de snap grage Pie ternel en den meer bezadigden Thomas vaer. Het oud-Hollandsch span verhief zich op de vleugels van een vliegmachine en zag uit de hoogte, waar de dichters gewoonlijk hun inspiratie vandaan halen, neder op het dorp Hilversum en vertelde elkander in een gezelligen kout, wat zij daar alzoo gezien hadden. Iedereen kreeg een beurt, de rioleering, de ambtenaren, het dage- lijksch bestuur, de schoolcommissie en de gemeenteraad. De Gooische dichter liet zijn Pieternel en Thomasvaer als volgt spreken: Pieternel: Of is het geen vermetel streven, Om zoo maar duizenden te geven Voor woningbouw, die in den Raad Alleen er doorkwam met 't gepraat Van iemand, die als advocaat Met dezen bouw zeer was gebaat? Thomasvaer: Bedoelt gij Rutgers, beste vrouw? 't Is waar, ik hoorde, dat dees' bouw Hem wel wat eieren zou leggen; Maar dit wil daarom nog niet zeggen, Dat hij zijn plicht als lid des Raads Verzaakt voor die eens advocaats 1 Het gemeenteraadslid thans lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal mr. Rutgers, achtte zich door dit gedicht beleedigd en stelde een vordering in, ten eindle door de rechtbank verklaard te zien, dat de aantijging lasterlijk was, terwijl hij tevens een schadevergoeding eischt© van f 1000, welke hij zich verbond aan de „Volkshuisvesting'' af te staan. In deze zaak werd voor de Eerste Kamer der rechtbank gepleit. Mr. Rutgers was zelf als advocaat ver schenen, niet om te pleiten, maar om ac te te verzoeken, dat hij zijn eisch, om de gepleegde daad lasterlijk verklaard te zien, liet vallen, dat hij den eed, dien hij had afgelegd, terugnam, en dat hij zijn vordering tot op f 500 verminderde. Mr. Giltay Veth, namens de „Gooi- en Eemlander" optredende, gaf een uiteen zetting van de zaak en ried den staatsman zich niet te gauw kwaad te maken, wan neer men zich in de politiek begeeft. En wil men gaan procedeeren, dan moet men het ook goed doen. Zooals het hier geschied is, moet eischer niet-ontvankelijk verklaard worden, omdat „de bedoeling om te beleedigen" niet in de dagvaarding is gesteld en art. 1412 B. W. zegt, dat „de burgerlijke rechtsvordering ter zake van beleediging niet kan worden toegewezen, indien niet bltfkt van het oogmerk om te beleedigen." Mr. Veth las op verzoek van den presi dent het geheele gedicht voor, met de op merking, dat er nog heel wat meer beleen digingsacties in schuilen. Nadat pl. zioh verontschuldigd had, het slot, dat gezongen moet worden, nieb geheel naar de eisohen der kunst te kunnen weergeven, betoogde pl, dat de bedoeling van de gewraakte coupletten wel verre van beleedigend, eerder vleiend voor mr. Rutgers moet genoemd worden. Eischer heeft er evenwel aanstoot aan genomen, dat hij in het vers advocaat wordt genoemd. Daarmee zou bedoeld zijn, dat mr. Rutgers de rechtskundige adviseur was eener bouwmaatschappij, die bij het aannemen der bouwverordening door den Raad, groot belang had. Inder daad was gedaagde van meening, dat mr. Rutgers de adviseur en dit zal wel zijn de rechtskundige adviseur en niet de gees telijke adviseur der bouwvereeniging was, want meermalen werd mr. Rutgers in „De Gooi- en Eemlander" aldus ge noemd en nooit heeft hij daartegen gepro testeerd. Nu blijkt, dat eischer alleen com missaris der Vereeniging is; maar dit was aan het blad geheel onbekend. Pleiter vroeg den eischer niet ontvanke lijk te verklaren, of hem den eisch te ont zeggen. Uitspraak 17 Juni. Amsterdaoiwche Bears houdt heden vacanticdag, zoodat de no- teerlagen ontbreken. Een van de schoorsteenen van de „Impe- olifant met rator," welke, neergelegd, gelijk op een kunneak tunnel, in welks 8 M. hoog gewelf een berijder gemakkelijk staan Kleedkamers in Nederlarid- Bcke schouwburgen. Ellendig, méér dan ellendig, zegt de heer H. K. Teune, in „De Schijnwerper", ia de toestand der kleed kamers en wat daarmee in verband staat in de meeste schouwburgen (of sociëteiten) yan ons land. Daarmee is niet gezegd, dat er geen schouwburgen bestaan, waarvan de kleed kamers goed zijn ingericht. Arnhem geeft het voorbeeld van een inrichting, zooals die nergens in Nederland bestaat. „De kleedkamers zijn verlicht met elek trische lampen, die, al naar de tooneelsjie- ler het wil, hooger en lager kunnen worden geschlroefdvoor verwarming is gezorgd, de waschgelegenheden zijn klein, maur goed, versch drinkwater is steeds voorhan den, closets zijn op alle verdiepingen en wat het mooiste en voor den tooneelspeler het aangenaamste is er bestaat, als uni cum in ons land, een rookfoyer, met buffet uitsluitend voor de optredende artisten, waar voor weinig geld goede consumptie wiordt geleverd en waar de pauzes gezellig met elkaar worden doorgebracht. Ueen wonder dan ook, dat Arnhem nooit over slechte voorstellingen heeft te klagen. Bij Arnhem sluiten zich gedeeltelijk aan: Groningen, Breda („Concordia"), waar ech ter te weinig ruimte is, Utrecht, waar de closets zeer onzindelijk zijn, en Den Haag. met het Gebouw voor Kunsten en Weten schappen. Verder is er niet één schouwburg (behalve natuurlijk die, waar vaste gezel schappen spelen, en die ik buiten rekening laat), waar iets gedaan wordt om het den tooneelspeler aangenaam te maken. Er volgt dan een lijst, die teT nuttige in structie aan de eigenaars der betreffende schouwburgen en de besturen der sociëtei ten zal worden gezonden. Resumeerende, komt de schrijver tot de. conclusie, dat in Nederland de algemeene toestand der kleedkamers niet is, zooals hij kan wezen en evenmin zooals hij moet we zen. Toch moet de tooneelspeler in diezelfde kamers zich kleeden, want de directie heeft het recht hem te laten optreden waar zij wil. Dc meeste directies kennen dan ook de toestanden wel, zooals ik ze hierboven be schreef; maar er is één, die ze niet kenr,; die, kende zij ze wel, er niet in zou toestem men, dat de tooneelspelers met zoo weinig égards worden behandeld. Daarom zij het mij vergund, deze kleine enquête op te dragen aan den raad vau be- heeT van de Koninlijke Vereenigng „Het Nederlandsch Tooneel", opdat het hei a duidelijk worde, aan welke ontberingen de tooneelspelers onderworpen zijn, als zij de provincie doortrekken." Heksen. Men schrijft aan „De Maasbode": Wie nu meent, dat het bijgeloof aan heksen en spoken in onze verlichte twintig ste eeuw niet meer bestaat, een bijgeloof, soms zoo sterk, dat men er bij zou zweren, heeft het glad mis. Ook heksenmeesters bestaan er nog, en dat is een feit. Bijkans ODdër den rook van onze goede, oude stad Weert, nl. op het Kerkdorpje Swartbroek, woont een echtpaar, dat wel haast 50 jaar zal getrouwd zijn. Men had! in den laatsten tijd vee] ongelukken gehad onder het vee op den stal, als ziekte bij het vee en vooral het sterven van meerder© kalveren. Den veearts raadplegen, neen, daaraan werd niet gedlacht. In het naburig Brabantsche dorpke Someren woont ech ter een „manneke", zoo iets la „Manneke van Genck", doch we] niet zoo alom be kend. Dat Somersch manneke moet nu bij dc geheime kunst om ratten muizen te ver drijven, of wel om die naar een ander te verhuizen, ook zoo iets verstaan als de kunst van heksenmeester. Onze Swartbroeker familie laat nu dat „menneke" ontbieden, en... het „menneke" komt in hoogst eigen persoon naar Swart broek, naar de plaats des onheils. Volgens 's lands gebruik wordt eerst op gulle wijze gezorgd voor de versterking van den inwen- digen mensch van het heksenbaasje, dat het zich goed laat smaken. Daarna laat het manneke zicli wijd en breed vertellen van de vele ongelukken, die onder het vee plaats vonden. Wanneer hieraan voldaan is, trekt het manneke met een gewichtig gezicht zijn conclusie... Deze plaats is be hekst in hoogén graad. Let op, de eerste vrouw, die binnen zal komen en iets zal vragen, zal de vrouw zijn, die haar macht op deze plaats heeft uitgeoefend... Weinige oogenblikken na deze uitspraak van het manneke treedt binnen de naaste buurvrouw. Do baas kijkt norrig naar deze vrouw en dan naar het menneke en het menneke naar de vrouw en den baas. De binnentredende, een zeer goede buur, een huisvriendin van de oude lui, vraagt een „wetsteen" (slijpsteen) ter leen. Norsoh wordt zij afgewezen: Leen en niet meer en blijf maar uit het huis, nooit meer er in, enz. De vrouw, alsof zij een slag in het gelaat kreeg, verwijdert zich, onbe wust, wat voor onweer er in de lucht hangt. Ons heksenmeesterke keert huiswaarts, 's Anderen daags is de bewuste vrouw voor de oogen van al de bijgeloovigen van Swartbroek... een heks, en in zwarte kleu ren wordt geschilderd, vooral door de praatzieke vrouwelijke bevolking, wat voor onheilen teweeg zijn gebracht. Is het niet diep-treurig, dat de eer ©n goede naam van een voorbeeldige vrouw als de onderhavige op die wijze en door een uitspraak van ©en door en door dom persoon, als dat heksenmeestertje door het slijk wordt gesleurd? Even diep treurig is het ook van de hii, die dat persoon ontboden en aan zijn dom me uitspraak eenig geloof hechtten, en van de inwoners, die er eenig geloof aan sloegen en rondbazuinden. De vrouw in kwestie staat in heel Swart broek bekend als een voorbeeld van een huismoeder, braaf en oppassend. Naar wij verder vernemen, heeft de be trokken vrouw de heksengeschiedenis fe* onderzoek in handen der politie gegeven, en we hopen, dat de justitie kan ingrijpen Een man, die zijn vrouw 35 mi], lioen cadeau doet. Een goed echtgenoot te zijn, dat is zich te gelegener tijd bemin., nelijk, voorkomend en galant te toonen. Dat is, nimmer met opzet de vrouwelijke logi^ te willen weerstreven, en met gracie zext dikwijls als mogelijk toe te geven of te doen alsof men ongelijk heeft. Dat is ook, van tijd tot tijd een gulle, een buitengewoon gulle hand te hebben. Een medewerker van de „Daily Express'', toont ons juist in een der laatste nummer* van dat blad, het beeld van den volmaakten echtgenoot,, in den persoon van een onmo gelijk rijken Amerikaanschen planter, dert heer Duke. In de Vereenigde Staten^ rijk aan zoovele scepters, tooit deze heer ziet koning der tabak. Nu had mevrouw Duke een gril. Zij wilde nu eens geen juweelen, haar étuis en kiaj, jes zijn er mee opgepropt noch bont of kant geen andere vrouw bezat er zoo veel, of zoo weelderige zij wilde een land goed, maar een landgoed zonder wederga. En dus kocht Duke een onmetelijk stuk grond te Somerville, in den Staat New- Jersey aan, en deed dadelijk alle opstallen op dien grond slechten. Waarop het eigen lijke werk begon. Rondom het prachtig© woonpaleis, waan. aan thans gebouwd wordt, strekt zich een lommer- en bloemrijk park uit. Tienmaal greoter dan het Vondelpark wordt het over een lengte van 52 kilometer doorsneden met lanen en paden, omzoomd met grasvelden en bosschages, versierd met standbeelden cn ontzaglijke terrassen, kolossale balustrade en nabootsingen van antieke tempels. Tien millioen zeldzame planten, waarvan een millioen ko tbare rhododendrons, uit Frankrijk ingevoerd, vervullen de lucht in dit aardsch paradijs met haar zoete geurea, Tweehonderd fonteinen van allerhanden bonwaard murmelen in haar ruischenden zang en op de dagen, als alle waterwerken in gang zijn gesteld, zullen 20 millioen liter water tot diamantstof verstuiven in de bei- kens van porfier. Eveneens uit Frankrijk heeft de tabak* monarch marmeren en bronzen standbeel den laten komen, die overal tueschen het groen worden geplaatst. Hij heeft deze kunstwerken na langdurige schifting zelf uitgezocht en daar een gekuischten smaak bij getoond. En daarom heeft hij in zija stallen de beeldhouwwerken van twijfelach- j tige veraienst doen plaatsen. Daar mogen de paarden van genieten. Tweemaal per week wordt dit koninklijk verblijf voor het publiek opengesteld Up het oogenblik is er reeds 17 millioen dollar aan besteed, en alles is nog niet klaar Ballin, de direoteu r-g e n e« raai van de Hanibairg-Amerika-lijn, beeft aan den maaltijd, die op den doop van d0 „Imperator'' te Hamburg volgde, een ril veren model van dit schip aan den Keizer overhandigd. De Duitsche „Imperator" is vijf dtuzenl ton grooter dan de Engelsche „Titan.o" was. Zij is 263 M. lang en elf verdiepiih gen hoog. Schoonheid en vrouwenar beid. Het gebeurde in een fabriek van witte goederen te New-York in het jaar 1912. Honderd twintig vroolijk© Amerikain- sche meisjes waren daar werkzaam, mooie en minder mooie en heelemaal niet mooie. Maar boven haar stond een opzichter, die slechts gevoel had voor schoonheid en de minder mooie meisjes du eenmaal niet zien kon. De booze raan g.af haar slecht betaald werk, al waren zij nog zoo ijverig en bruikbaar, en hield het beste werk zorgvuldig voor de mooie arbeidster- tjes. Een tijdlang verdroegen de minder bekoorlijken zwijgend haar lot. Toen ded3n zij een stp^p, die dient aangeteekend in da annalen der vrouwenbeweging. Zij wendden zich niet tot den directeur der fabriek, noch tot eenig ander manlijk wezen, maar tot haar schoone vrouwelijke collega's en klaagden bij dezen haar nood en vroegen of het rechtvaardig was, dat zij moesten lijden d>oor de schoonheid der an deren. En de mooien hoorden met vreugde, dat da andere vrouwen haar mooi vonden/ wat neg meer beteekende - dan het oordeel van een lid van het sterke geslacht. En n] wilden nu ook toonen, dat zij niet alleen mooi waren, maar ook gevoel voor recht vaardigheid hadden, en beloofden de colle ga's te helpen. En hoe kon dat anders in het jaar 1912 dan door een staking? „Wij zullen met u staken, tot u recht is geschied verklaarden zij tot haar misdeelde zusteren. En aldus geschiedde. Alle 120 jonge meisjes staakten ter will® van een eerlijk© verdeeling van opdrachten De slag werd gewonnen, de firma beval den opzichter in de toekomst zijn aesthetic® gevoel bij de verdeeling van den arbeid bn* ten spel te laten. En hiermede eindigde dfr ze sympathieke sympathiestaking. Uitlotingen. Loten Oostenrijkst» Bodenoredit 3 pOt. van 1880. Trekking Serie 3S38 no 53 Kr. 90,000; serie no. 66 Kr. 4000; serie 99 no. 71 ©n serie 301* no. 70 elk Kr. 2000. Ter amortisatie de volgende serien, N 1 tot 100, elk met Kr. 200. 86 311 334 602 618 733 945 1005 1327 1440 1615 1748 1806 2152 2391 2465 'JW 2667 2744 29ö0 3403 3834. Hongaarsche Hypotheekloten 4 p van 1884. Trekking 15 Mei. Serie 2035 no. 44 Kr. 40,000; serie lt no. 19 Kr. 3000; serie 540 no. 84, 8er^L. no. 96 en serie 2558 no. 98 ©lk Kr. 2000' Servische Tabaksloten. Trekking Mei. Seri© 9826 no. 91 fr. 20,000; &©rie no. 69 fr. 250; serie 2856 no. 53, Pene no. 5, serie 6979 no. 32, serie 7791 no. seri© 8042 no. 25 elk fr. 100.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 6