Anno 1912,
Tweede Kamer.
Buitenlandseh Overzicht.
FEUILLETON.
Wonderlijks avonturen.
flfo. 16018.
ten, zonder dat de voorzitter daartoe het
bevel gegeven had. Toen Leimert dit niet
deed, werd hij, met geweld van zijn plaats
getrokken en naar de deur gebracht. Deze
handeling van de politie, waartoe zij geen
machtiging had ontvangen, is dus formeel
een ernstige sohennis van de wet,
die in dit geval met zware straffen bedreigt.
Na afloop van de zitting wees Leimert hier
dan, ook op.
De voorzitter wist blijkbaar geen
raad met het geval en sohoóf daarbij de
schuld op de politie.
Aan de heele linkerzijde wordt de h o u-
ding van von Erffa afgekeurd. Er
is natuurlijk niemand, die er aan denkt
Borohardt te verdedigen, of ontkent,
dat het geduld van den president niet zwaar
op de proef was gesteld. Desniettemin had
men, zoo werd geoordeeld, ook aan nationa al-
liberate zijde, een heel andere houding van
hem moeten verwachten. LieveT dan het
Pruisisohe Parlement dezen diepen smaad
aan te doen, had. hij de zitting moeten op
heffen.
Uit een hoofdartikel in de „Nabonal Zeï-
tung" spreekt dan ook een toon van diepe
neerslachtigheid. Men moet het toegeven
Verder kan het moeilijk komen met heb
pariomentaTisme in Pruisen.
In Engeland is de Home Rul p-
wet weer een stapje verder gekomen.
De beraadslaging in tweede lezing, die
dagen heeft geduurd, is gisteravond in het
Lagerhuis geëindigd. De bespreking is kalm
gevoerd. Zoowel de regeering als de oppo
sitie spanden alle krachten in om zooveel
mogelijk alle leden van haar partijen deel
te doen nemen aan de stemming.
Ten slotte werd het ontwerp onder luide
toejuichingen der ministerieelen in tweede
lezing met 372 tegen 271 stemmen aangeno
men.
Italië is reeds eenigen tijd bezig zijn
kiesrecht te hervormen.
In de Kamer heeft minister-president
GioIiJti er op gewezen, dat het ontwerp t.ot
hervorming van het kiesrecht zeer gunstig
ontvangen was en verdedigde hij het wets
voorstel in zijn bijzonderheden. Het wilde
het getal kiezers van 3 op 8 millioen bren
gen. MeïJ betrekking tot het kiesrecht voor
de vrouw heeft Giolitti opgemerkt, dat men
eerst tot een herziening van het burgerlijk
recht b:treffende den rechtstoestand van
de vrouw moest overgaan. Hij bestreed
de stemming bij lijsten en de evenredige
vertegenwoordiging, die in strijd waren
met de grondwet. De kamer bezat een vol
doende meerderheid om de regeering te
steunen. De minister-president meende
verder, dat de liberale partij, indien zij
toonde op de hoogte van haar taak te zijn,
niets van de hervorming te vreezen zou
hebben. Hij geloofde, dat de intrede van
de katholieke partij in het politieke leven
ietjs goeds zou opleveren. Bovendien vrees
de hij niet voor een overwinning van haar,
zelfs niet voor een van de socialistische par
tij-
In Amerika no0 altijd de strijd lus-
schen de kampioenen T a ft en Roose
velt.
Mr. Taft heeft nu zelf erkerd, dat het
,,geen tijd meer is voor dames-methoden"
en zijn krachttermen en verwenschingen
aan het adres van Roosevelt doen absoluut
niet meer onder voor die, welke de roughri-
der-kolonel hem naar het hoofd slingert.
Het regent aanklachten en beschuldigingen
aan beide zijden en de een beschuldigt tien
ander van urifairheid of zooals het in
bokstermen heet van onder het middel
slaan. De Amerikanen zijn in hun nopjes
en genieten alsof zij Tommy Burns en
Jack Johnson aan het werk zagen.
Sprekende in Winchester, ontsnapte de
dikke president Woensdag aan een groot
gevaar. Hij stond achter op het- platform
van een trein en ging heftig te keer tegen
,,een enkel man president zijn geheele le
ven" en tegen ,,het algemeene gevaar van
Caesarisme", toen iemand den trein in be
weging zette. Taft werd door den schok
tegen het hek van hét platform geworpen,
doch dat hek, dat blijkbaar erg sterk was,
doorstond den schok, de trein werd onmid-
delijk weer stop gezet en de president kon
zijn .verkiezingsrede, nummer zooveel dui
zend en zooveel, hervatten.
Regeling der werkzaamheden..
De Voorzitter zei in de gisteren
gehouden zitting, dat de volgende week in
verband met den Hemelvaartsdag, Donder
dag en Vrijdag niet vergaderd zal worden.
Hij stelde daarom voor, Maandagmiddag
om halftwee te vergaderen.
Aldus werd besloten.
De Voorzitter zei verder, dat hij,
indien het zich laat aanzien, dat men met
tijdig gereed komt), Maandag zal voorstel
len Dinsdag a.s. een avondvergadering te
houden.
De Bakkerswet.
Bij de voortgezette behandeling handhaaf
de de heer Snoeck Henkemans zijn
amendement op art. 2, doch heeft overleg
gepleegd met de heeren Bos eu Goeman
Borgesius, en hoewel men niet geheel lot
overeenstemming is gekomen, heeft dat
overleg geleid tot de volgende wijziging in
sprekers amendement:
Het verbod van nachtarbeid i6 niet van
toepassing ten aanzien van broodbakkerijen,
waar het geheele aantal arbeidsuren van
elk gezel per etmaal niet meer bedraagt
dan 9, met dien verstande, dat daarvan niet
meer dan 2 uren in den nacht vallen, of
wel, dat geen gezel in meer dan 6 nachten,
van 14 op elkaar volgende etmalen, arbeid
heeft te verrichten.
Het zakelijk verschil met het amende-
ment-Bos is nu, dat de heer Bos het d re-
ploegen-stelsel, en spreker het t w e e-ploe-
gen-stelsel kiest. Wordt nu ook dit amen
dement verworpen, dan moot spreker de
wet afstemmen.
De heer De Visser handhaaft zijn
amendement, omdat het een onoverkomenlijk
bezwaar voor hem is den patroonsafbeid te
zien verbieden. Hij brengt echter een wij
ziging aan, waardoor de woorden ,,in loon
dienst" vervallen en dus het verbod van
bakkersarbeid in de gevallen van art. 2
wordt uitgebreid Hot de leerlingen.
De heer Bos juicht de wijziging van het
amendement-Snoeck Henkemans toe, waar
door deze een belangrijken stap nader tot
sprekers standpunt is gekomen.
Evenwel moet hij het laatste deel van zijn
sub-amendement handhaven, omdat dit
meer prikkel vormt om tte komen tot bot
d r i e-ploegen-stelsel.
De heer Borgesius trekt zijn sub
amendement in en gaat nu mede met het
zooeven gewijzigde amendement-Snoeek
Henkemans.
Na nog verder debat, waarbij de heer
Schaper er tegen opkomt dat de heer
Borgesius bij de regeling feitelijk een deur
tje wil openhouden voor den arbeid op Za
terdag, ja, dien werkdag van de regeling
wil uitsluiten, blijkens een uitlating zoo
even gedaan, en nadat de Minister nog
gedupliceerd had, en verklaard had, dab ook
het pas gewijzigde amendemeriu-Snoeck
Henkemans onraadzaam blijft, werd het
debat gesloten en tot stemming overgegaan.
Het amendement-De Visser (geen pa
troon sverbod) wordt verworpen met 46 Le
gen 32 stemmen.
Vóór stemden de heeren Van de Velde,
Van Foreest, Van Hamel, Tydeman, Van
den Berch van Heemstede, Van Doorn,
Van Karnebeek, Jansen (Den Haag),
Smeenge, Lieftinck, De' Kanter, Patijn,
Hubrecht, Schimmelpenninck, Duynstee,
Snoeck Henkemans, De V-^ser, De Beau
fort, Jannink, Van Vuuren, Borgesius,
Roessingh, Van Dedem, Van Wassenaer,
Van Idsinga, Loeri, De Montó VerLoren,
Van Nispen (Nijmegen), Lohman, De Mees
ter, De Jongh (Rotterdam) en de Voorzit
ter.
Het sub-amendement Bos (drie-ploegen-
sbelsel) wordt met 46 tegen 32 stemmen
aangenomen.
Vóór stemden de linkerzijde en van rechts
de heeren Lohman, Van den Berch van
Heemstede, Middelberg, Schimmelpenninok*
Duynstee, De Visser, Van Wassenaer, Vaü
Idsinga, Loeff, De Geer en Heemskerk.
Het groote amendement-Snoeck Henke
mans (een ruimere regeling van den ar
beidstijd toelatend) wordt met 41 tegen 37
stemmen verworpen. (Eenig applaus
opdepublieke tribune).
Vóór stemden: de chrisit.-hisb. leden, be
halve de heeren Van Dedem, Van Lennop
en De Visser; de U.-L. behalve de heeren
De Klerk, Thomson en Eland; alle Vrijlibe
ralen; van de anti-rev. alleen de heer Mid
delberg; alle vrijz.-dem. en van de r.-k. al
leen de heeren Loeff, Van den Berch van
Heemstede en Duynstee.
Alle eoo.-dem. stemden tegen.
Artikel 2 van het wetsontwerp woedt
hierna z. h. st. aangenomen.
Hierna zijn aan de orde de stemmingen
betreffende artikel 1.
Het amendement-Snoeck Henkemans (de
definitie van „bakkersarbeid": alle werk
zaamheden verrich'ö in een broodbakkerij,
verband houdende met de bereiding van
brood of met de bewerking van daarvoor
bestemde stoffen) wordt met 66 tegen 7
stemmen verworpen.
Het amendement-Snoeck Henkemans (de
definite van „nacht"de tijdruimte tus-
schen 9 uren des namiddags en 5 uren ui-s
voormiddags) wordt met 42 tegen 3J stem
men verworpen.
Het amend;-Schaper c. s. (om den Minis
ter wèl de bevoegdheid te geven den nacht
later, doch nieb om hem vroeger te doen
aanvangen dan 9 uren) wordt met 46 tegen
17 stemmen verworpen.
Het artikel 1 wordt hierna, z. h st. aan
genomen.
De verdere beraadslaging wordt verdaagd
hot hedenochtend half elf.
Landweerwet.
In de afdeelingen van de Kamer blijkt
door verscheidene leden afkeurend te zijn
gesproken over het wetsontwerp tot nadere
wijzging van de Landweerwet. De politiek
van den Minister van Oorlog, om den
diensttijd in to korten, zou, meenden zij,
leiden tot vermindering van onze weer
kracht.
Landstorm kon niet opwegen tegen land
weer, daar eerstgenoemde in vredestijd
niet georganiseerd is en er geen oefenin
gen bij plaats hebben.
Een tweetal landweeroefeningen is aller
noodzakelijkst, volgens hen.
Andieren hadden daarentegen de afschaf
fing van de tweede landweeroefening met
vreugde begroet.
Dat de oefening ten hoogste zes dagen
zal duren, werd ook toegejuicht door hen,
d-ie overigens de afschaffing van de tweede
oefening betreuren. Er waren echter leden,
die met den Raad van Defensie tien dagen
noodig achten.
Er werd aangedrongen het kader wat
vroeger op te roepen dan de manschappen.
Ook wenschte men opneming van een be
paling nopens den werkkring van de Land
weer bij grens- en kustbewaking en -verde
diging.
Bij de artikelen werd o. a. aanmerking
gemaakt op de verplichting van den verlof
ganger, om zich steeds „in persoon" te ko
men aanmelden.
Landstorm.
Blijkens het afdeelingsversiag betreffen
de het wetsontwerp tot regeling van de
verplichtingen ten aanzien van den Land
storm, verklaarden eenige leden de indie
ning met voldoening te hebben gezien en
de ontworpen regeling, wat haar hoofdlij
nen betreft, toe te juichen, en gaven ver
scheidene anderen te kennen, dat zij de be-
teekenis van het tot-stand-komen der wet
voor de landverdediging gering oordeel
den.
Eenige leden betreurden het voorts, dat
het wetsontwerp zich bepaalt tot voor
schriften van zeer algemeene strekking en
op de eigenlijke organisatie van den Jjand-
storm zoo goed als niet ingaat. Ook missen
deze leden bepalingen, die voor de land
stormmannen de gelegenheid openen in
vT gaat een geheimzinnig g e-
door Europa. Diplomaten spitsen
hun ooren. Men weet nog niet precies waar
h geluid vandaan komt. Men vraagt nog
Sn aarzelt. WaH rit er achter dat plotselin-
optreden vanltalië op de eilan-
in de Aegeïsche Zeel Waarom gaat
fon Marshall weg?
Ziehier wat men fluistert en wat door een
lis zeer betrouwbaar te boek staand scürlj-
yer in een Berlijnsch blad wordt vertolkt.
Jet komt in het kort hierop neer.
Italië heeft rioh met Engeland
yerstaan. Het bezet enkele eilanden en
houdt die; het» dwingt de Porte tot open-
Itelling van de Dardanellen en sluit
zich aan bij de Triple Entente
Tan Engeland, Rusland en Frankrijk. En
geland deelt dfus met Frankrijk en Italië
Je Middellandsche Zee en D u i t s o h-
landenOostenrijk blij v en 1-
jeenstaan. Al hun Balkan-polftiek ia op
piets uitgeloopen en von Marshall, die echec
arkennend, verlangt naar een anderen post.
Jlelfs zou Turkije mede in de afspraak zijn
'Opgenomen. Hoe dit laatste kan, begrijpen
fo-e vooralsnog niet.
Naar verder wordt verteld, zou reeds
'eenige jaren geleden door Koning Eduard
'Mit plan zijn ontworpen. Btób mogelijk,
'jnaar dan komt men er wel wat laat mee
yoor den dag.
Italië heeft de zure druiven der Dardo-
pellen niet geplukt en Engeland daardoor
in de gelegenheid gesteld, de Porte zonder
waren druk en daaruit voortvloeiende ont
stemming tot de opening der Dardanellen
te bewegen. Als tegen-prestatie heeft Ita-
lie zich verzekerd van de toestemming van
(Engeland, om Rhodos en andere waarde
volle eilanden in de Aegeïsche Zee in he
li fc te nemen. De opvallende ijver,
daarmede de officieus© pers der gansche we
ireld, de Duitsche en Oostenrijksche niet uit
gezonderd, deze bezetting van eilanden als
jeen pand voor toekomstige vré de son derhan-
delingen bespreekt, toont duidelijker dan
'de brutaalste bekentenissen, wat men ver
bergen en tot het laatste oogenblik verzwij
gen wil. Het is volkomen ondenkbaar, dat
-Engeland dergelijke oonoessies van zoo vèr-
Btrekkenden aard gegeven zou hebben zon
der politieke garanties door
Italië va.n evenveel gewich'b. Wanneer En
geland besloten heeft, de bezittingen in het
oostelijk deel der Middellandsche Zee met
Italië op dezelfde wijze te verdeelen als het
ten opzichte van het westelijke deel met
(Frankrijk gedaan heeft, dan moet hot van
de politieke vriendschap van Italië even-
Keer verzekerd zijn als van die van Frank
rijk.
i Het gevolg van cen-en-ander is natuurlijk
dat Italië binnen afzienbaren tijd uit het
Drievoudig Verbond zal treden.
.Wij zullen moeten afwachten wat er van
61 die geruchten, die wij hierboven samen
vatten, blijken zal. Of de goode betrekkin
gen tussohen Engeland en Duitse hl-
land, waaraan men zoo ijverig werkt, 'er
.door bevorderd zullen woorden, lijkt zeer
de vraag. De politieke hemel in
Europa, begint weer te betrekken.
.Wat de gevolgen van het aftreden van den
Duitschen gezant te Londen, Met-
törnich, en 't vertrek van von M a r s h al 1
uit Konstantinopol zullen zijn, zal spoedig
wel uitlekken. Morgen heeft de conferentie
te Stuttgart plaats, waar de Keizer met
Iden kanselier, von Marshall en von Kiderlon
zal overleggen.
Overigens is er wednig oorlogs
nieuws.
Voor zoover uit de inkomende berichten
15 na te gaan, zijn de Turksche troepen,
ter sterkte van drie bataljons en een berg-
batterij, op Rhodos ontsnapt aon de om-
vattiugsoperatio der gelande Italianen en
nebben zij zich genesteld in het gebergte in
bet binnenland, waar zij, volgens mededee-
nngen per heliograaf, van den oomman-
jknt. majoor Abdoellah, een goede stelling
hebben ingenomen. De Italianen zullen
.Verplicht zijn deze troepen onschadelijk te
89)
En in de zaal zelf was alles als te voren.
'De meubelen waren niet van hun plaats
geweest en de voorwerpen hadden hun
vaste plaats behouden. Toch was die man
uiet bij mij gekomen met het enkele doel
jZich van kant te maken en omdat hij vond,
bat mijn woning beter dan een andere zich
voor dat werk leende! Er moest een be
paalde beweegreden zijn, die hem tot die
^"anhoopsdaad had doen besluiten, en die
beweegreden zelf moest voortkomen uit
nieuw feit, dat door hem was geconsta
teerd in den loop van de drie minuten, die
bij alleen was geweest.
Welk feit1? "Wat had hij gezien? Wat had
bi) opgemerkt? Welk vreeselijk geheim
bud hij ontdekt? Men kon niets raden.
Maar op het laatste oogenblik gebeurde
®r iets, dat ons van groot belang leek. Toen
wee agenten zioh bukten, om het lijk op
neraen en op een brancard te leggen, be
merkten zij, dat de linkerhand, die tot
usver gesloten en gebald geweest was,
Jich had geopend en dat een geheel ver-
ommold visitekaartje er uitviel.
P dit kaartje stond Georges Ander-
m&tt, rue de Berry, 37.
*a.t had dat te beteekenen? Georges An-
^rrnatt was een groote Parijsche bankier,
PPnehter en president van een groote me-
v a maatschappij. Hij leefde op grooten
en hield equipage, automobielen en
renstal. Zijn partijen waren zeer ge-
t en men noemde mevrouw Andermatt
maken, waartoe wellioht gedurende eenigen
tjjd een; betrekkelijk groote macht op het
eiland zal worden vastgehouden, hetgeen
niet bevorderlijk kan zijn voor de verdere
plagen tob bezetting van den Turksohen
Arohipel.
Reeds met een enkel woord hebben wij
gisteren in een telegram melding gemaakt
van de verwijdiering van een 1 i d
van het Pruisisch Huis van Af
gevaardigden. De sooialistische af
gevaardigde, Borohardt, viel tijdens
de beraadslaging vlak bij het spreekge
stoelte staande, voortdurend met interrup
tie» zijn vrijzinnigen collega Schifferer in
de rede, die het over de socialisten had.
Dit nu behoort niet en de voorzitter Baron
von Erffa riep hem tot de orde. Borchardt
had daar weinig zin in. Hij maakte het ten
slotte zoo bont, dat de voorzitter de ver
gadering schorste voor een halfuur.
Tijdens dit halfuur heersoht© groote op
winding in het huis. Het reglement van
orde gaat van hand tot hand. De voorzit
ter, freiherr von Erffa, heeft zijn plaats
Verlaten, om de eventueel noodige maatre
gelen te treffen. Vlugger dan men denkt,
rijn de 30 minuten om. Op de tribune is
inmiddels een talrijk publiek verschenen.
De heer Borchardt is in de zaal gebleven,
rit in zijn bank als de president de zitting
heropent. Freiherr von Erffa verzoekt
hem, onherroepelijk voor de laatste maal,
de zaal te verlaten. Hij wijkt niet van zijn
plaats. Op een wenk van den voorzitter
haalt een bediende den p o 1 i t i e-1 u t e-
n a n t. Diepe stilte heersoht alom. Alle
afgevaardigden zitten op hun plaats. Het
is zon stil, dat men de beroemde speld kan
hooren vallen.
Kalm en zakelijk doet de luitenant van
politie zijn plicht. Hij geeft den heer Bor
chardt het schrijven van den president,
waarin den heer Borchardt verzocht wordt,
krachtens artikel zoo en zooveel van het
reglement van orde, die zaal te verloten.
Borohardt wijkt niet, wijst alleen
op het wetboek van strafrecht, dat voor
hem ligt en waarin staat dat een ieder,
die een rechtmatig gekozen afgevaardigde
met geweld verdrijft uit de parlementszaal,
gestraft wordt met minstens 5 jaar tucht
huis. Borohardt wil het tot het uiterste,
doen komen. De luitenant roept zijn agen
ten. Twee man moeten eerst met geweld
Borchardt's partijgenoot Leinert hardhan
dig uit de bank slepen, voor de
twee andere agenten Borchardt bereiken
kunnen.
Het is duidelijk hce p ij n 1 ij k deze ge
beurtenis allen in de zaal aandoet. Geen
woord wordt er gezegd.
Zoo wordt Borohardt bij den kraag
gepakt en er uitgezet.
Even later zit hij warempel weer op
zijn plaats. De voorzitter doet eerst of
hij niets merkt, maar zijn autoriteit dwingt,
hem spoedig, nadat door een grap van
Hoffmann er aller aandacht weer op ge
vestigd wordt, opnieuw in te grijpen. En
dus verschijnen weer de luitenant en de
agenion, dip Borohardt ten tweede male
uit de zaal sjorren.
De heer Borohardt blijft in het gebouw,
doch de luitenant en zijn agenten bewaken
hem trouw om te voorkomen, dat het weer
zinwekkende tooneol ten derde malei her
haald wordt.
De opwinding trilt nog lang na. In de
wandelgangen wordt ijverig gedebatteerd.
Het publiek, dat nu sensatie genoeg gehad
heeft, verlaat de zaal.
Dit voorval zal waarschijnlijk aanleiding
geven tot ernstige politieke en ju
ridische conflicten., Da voorzitter
heeft in zijn zenuwachtigheid over het hoofd
gezien, dat hij Borohardt ni3t moolit laten
verwijderen, voordat de zitting ge
sloten en zaal en tribunes ontruimd wa
ren. Het buitengewoon smadelijke toon eel,
dat de politie 'n parlemehslid uit de in gang
zijnde parlementszitting sleurde, was dus
nog onwettig bovendien.
De zaak heeft nog een ernstiger juri
dische zijde. De voorzitter had den leden
verzooht op hun plaats te gaan. Toen Lei
mert naast Borchardt zat, zat hij op zijn
plaats. Toen kwam. de inspecteur van po
litie en gaf hem last zijn plaats ie veria-
als een toonbeeld van bevalligheid en
schoonheid.
„Zou het. de naam van den doode zijn?"
mompelde ik.
De chef van de veiligheidspolitie bukte
zich.
„Hij is het niet. De heer Andermatt is
een bleeke man, een beetje grijs al."
„Maar wat beteekent dan dat kaartje?"
„Hebt u een telefoon, mijnheer?"
„Ja, in de vestibule. Wilt u maar even
met me meegaan?"
Hij zocht in den telefoongids en vroeg
nummer 41521.
„Is mijnheer Andermatt thuis? Wilt u
hem zeggen, dat mijnheer Dudouis hem
verzoekt zoo spoedig mogelijk op den bou
levard Maillot 102 te komen? Er is
haast bij."
Twintig minuten later stapte Andermatt
uit rijn automobiel. Men zette hem de re
denen uiteen, die zijn tegenwoordigheid
wenschelijk maakten; daarna bracht men
hem bij het lijk.
Een oogenblik trok zijn gelaat van ont
roering samen; toen zeide hij zachtjes, als
in weerwil van zichzelf:
„Etienne Varin."
„Kent u hem?"
„Neen... dat wil zeggen... ja. Maar
alleen van gezicht. Zijn broeder..."
„Heeft hij een broeder?"
„Ja, Alfred Varin. Zijn broeder is eens
bij me geweest, ik weet niet meer waarom.''
„Waar woont hij?"
„De twee broeders woonden samen, in
de rue de Provence, meen ik.''
„En vermoedt gij met, waarom deze de
hand aan zichzelf geslagen heeft?"
„Volstrekt niet."
„Maar hij had toch een kaartje in de
hand? Uw kaartje met uw adres?"
„Ik begrijp er niets van. Dat is waar
schijnlijk een toeval, dat het verder onder
zoek wel zal ophelderen."
Een in ieder geval merkwaardig toeval,
dacht ik, en ik voelde, dat wij allen den
zelfden indruk kregen.
Dien indruk vond ik den volgenden dag
in de kranten terug en bij al mijn vrien
den, met wie ik over het avontuur sprak.
Te midden van al de geheimzinnigheid, na
de dubbele ontdekking van de zevenmaal
doorboorde hartenzeven, na de beide raad
selachtige gebeurtenissen, waarvan achter
eenvolgens mijn woning het tooneel was
geweest, scheen dit visitekaartje eindelijk
eenig licht te beloven. Door dit kaartje
zou men de waarheid bereiken.
Maar in weerwil van alle verwachtingen,
verschafte Andermatt geen enkele inlich
ting.
,,Ik heb gezegd wat ik wist," herhaalde
hij. „Wat wil men nog meer? Ik ben het
meest verbaasd, dat dit kaartje daar ge
vonden is, en ik wacht als iedereen, tot
dit punt zal opgehelderd worden."
Het werd niet opgehelderd. Het onder
zoek wees uit, dat de gebroeders Varin,
Zwitsers van afkomst, onder verschillende
namen een veelbewogen leven hadden ge
leid, in verbinding stonden met een heele
bende vreemdelingen, op wie de politie het
oog hield en die uiteengegaan was na een
reeks inbraken, waarin zij eerst later ble
ken betrokken te zijn geweest. Op nummer
24 in de me de Provence, waar de gebroe
ders Varin inderdaad Bes jaren te voren
hadden gewoond, wist men niet, wat er
van hen geworden was.
Ik erken, dat, wat mij betreft, deze zaak
mij zoo ingewikkeld leek, dat ik niet ge
loofde aan de mogelijkheid eener oplossing
en dat ik mijn best deed, er niet meer aan
te denken. Maar Jean Daspry, dien ik in
dien tijd veel ontmoette, stelde er met den
dag meer belang in.
Hij was het ook, die mijn aandacht ves
tigde op het volgende bericht, uit een bui
tenlandseh blad, dat de geheele pers over
nam en besprak:
„Men zal in tegenwoordigheid van den
Keizer en op een plaats, die men tot het
laatste oogenblik geheim zal houden, over
gaan tot de eerste beproeving van eén on-
derzeesche boot, die een omwenteling te
weeg moet brengen in de toekomstige wijze
van oorlogvoeren ter zee. Door onbeschei
denheid zijn wij haar naam te weten geko
men; zij heet „Hartenzeven"."
Hartenzeven 1 Was dat een spel van het
toeval? Of moest men'verband zoeken tus-
schen den naam van die onderzeesche boot
en de gebeurtenissen, waarvan wij gespro
ken hebben? Maar van welken aard was
dat verband? Wat hier gebeurde, kon vol
strekt niet in verband staan met hetgeen
ginds gebeurde.
„Wat weet gij daarvan?" zeide Daspry
tot mij. „De meest uiteenloopend e gevol
gen komen menigmaal uit één enkele oor
zaak voort."
Twee dagen later bereikte ons een ander
krantenbericht
„Men beweert, dat de plannen van de
„Hartenzeven", de onderzeesche boot,
waarvan de beproeving binnenkort zal
plaat» hebben, uitgevoerd zijn door de
Fransohe ingenieurs. Nadat deze inge
nieurs tevergeefs den .steun hunner landge-
genooten hadden ingeroepen, zouden zij
zich vervolgens zonder beter resultaat tot
de Engelsche Admiraliteit gewond hebben.
Wij geven deze mededeelingen onder alle
voorbehoud."
Ik durf niét al te lang stilstaan bij fei
ten van zoo uiterst ^iescfien aard en dio
groote ontroering verwekten. Maar nu alle
gevaar voor verwikkelingen is buitenge
sloten, moet ik wel spreken over net arti
kel van de „Echo de France", dat destijds
zooveel sensatie maakte en dat op cle zaak
van de „Hartenzeven", wat men noemde,
eenig onduidelijk licht wierp.
Het was onderteekend „Salvator" en
luidde
De zaak van de „Hartenzevcn". Een
punt van den sluier opgelicht.
Wij zullen kort zijn. Tien jaar geleden
nam een jonge mijningenieur, Louis La-
combe, die er naar verlangde zijn tijd en
zijn vermogen op te offeren aan de studie,
waaraan hij zich wijdde, zijn ontslag on
huurde op den boulevard Maillot No. 102
een klein heerenhuis, dat een Italiaansche
graaf er kort te voren had laten bouwen
en inrichten. Door bemiddeling van twee
personen, de gebroeders Varin, uit Lau
sanne afkomstig, van wie de een als assis
tent bij zijn proeven werkzaam was, en de
ander deelgenooten voor hem zocht, kwam
hij in aanraking met H. Georges Ander
matt, die de Metaalmaatschappij even te
voren had opgericht.
(Wordt vervolgd.)