Anno 1912, Tweede Kamer. Buitenlandseh Overzicht. FEUILLETON. Wonderlijks avonturen. flfo. 16018. ten, zonder dat de voorzitter daartoe het bevel gegeven had. Toen Leimert dit niet deed, werd hij, met geweld van zijn plaats getrokken en naar de deur gebracht. Deze handeling van de politie, waartoe zij geen machtiging had ontvangen, is dus formeel een ernstige sohennis van de wet, die in dit geval met zware straffen bedreigt. Na afloop van de zitting wees Leimert hier dan, ook op. De voorzitter wist blijkbaar geen raad met het geval en sohoóf daarbij de schuld op de politie. Aan de heele linkerzijde wordt de h o u- ding van von Erffa afgekeurd. Er is natuurlijk niemand, die er aan denkt Borohardt te verdedigen, of ontkent, dat het geduld van den president niet zwaar op de proef was gesteld. Desniettemin had men, zoo werd geoordeeld, ook aan nationa al- liberate zijde, een heel andere houding van hem moeten verwachten. LieveT dan het Pruisisohe Parlement dezen diepen smaad aan te doen, had. hij de zitting moeten op heffen. Uit een hoofdartikel in de „Nabonal Zeï- tung" spreekt dan ook een toon van diepe neerslachtigheid. Men moet het toegeven Verder kan het moeilijk komen met heb pariomentaTisme in Pruisen. In Engeland is de Home Rul p- wet weer een stapje verder gekomen. De beraadslaging in tweede lezing, die dagen heeft geduurd, is gisteravond in het Lagerhuis geëindigd. De bespreking is kalm gevoerd. Zoowel de regeering als de oppo sitie spanden alle krachten in om zooveel mogelijk alle leden van haar partijen deel te doen nemen aan de stemming. Ten slotte werd het ontwerp onder luide toejuichingen der ministerieelen in tweede lezing met 372 tegen 271 stemmen aangeno men. Italië is reeds eenigen tijd bezig zijn kiesrecht te hervormen. In de Kamer heeft minister-president GioIiJti er op gewezen, dat het ontwerp t.ot hervorming van het kiesrecht zeer gunstig ontvangen was en verdedigde hij het wets voorstel in zijn bijzonderheden. Het wilde het getal kiezers van 3 op 8 millioen bren gen. MeïJ betrekking tot het kiesrecht voor de vrouw heeft Giolitti opgemerkt, dat men eerst tot een herziening van het burgerlijk recht b:treffende den rechtstoestand van de vrouw moest overgaan. Hij bestreed de stemming bij lijsten en de evenredige vertegenwoordiging, die in strijd waren met de grondwet. De kamer bezat een vol doende meerderheid om de regeering te steunen. De minister-president meende verder, dat de liberale partij, indien zij toonde op de hoogte van haar taak te zijn, niets van de hervorming te vreezen zou hebben. Hij geloofde, dat de intrede van de katholieke partij in het politieke leven ietjs goeds zou opleveren. Bovendien vrees de hij niet voor een overwinning van haar, zelfs niet voor een van de socialistische par tij- In Amerika no0 altijd de strijd lus- schen de kampioenen T a ft en Roose velt. Mr. Taft heeft nu zelf erkerd, dat het ,,geen tijd meer is voor dames-methoden" en zijn krachttermen en verwenschingen aan het adres van Roosevelt doen absoluut niet meer onder voor die, welke de roughri- der-kolonel hem naar het hoofd slingert. Het regent aanklachten en beschuldigingen aan beide zijden en de een beschuldigt tien ander van urifairheid of zooals het in bokstermen heet van onder het middel slaan. De Amerikanen zijn in hun nopjes en genieten alsof zij Tommy Burns en Jack Johnson aan het werk zagen. Sprekende in Winchester, ontsnapte de dikke president Woensdag aan een groot gevaar. Hij stond achter op het- platform van een trein en ging heftig te keer tegen ,,een enkel man president zijn geheele le ven" en tegen ,,het algemeene gevaar van Caesarisme", toen iemand den trein in be weging zette. Taft werd door den schok tegen het hek van hét platform geworpen, doch dat hek, dat blijkbaar erg sterk was, doorstond den schok, de trein werd onmid- delijk weer stop gezet en de president kon zijn .verkiezingsrede, nummer zooveel dui zend en zooveel, hervatten. Regeling der werkzaamheden.. De Voorzitter zei in de gisteren gehouden zitting, dat de volgende week in verband met den Hemelvaartsdag, Donder dag en Vrijdag niet vergaderd zal worden. Hij stelde daarom voor, Maandagmiddag om halftwee te vergaderen. Aldus werd besloten. De Voorzitter zei verder, dat hij, indien het zich laat aanzien, dat men met tijdig gereed komt), Maandag zal voorstel len Dinsdag a.s. een avondvergadering te houden. De Bakkerswet. Bij de voortgezette behandeling handhaaf de de heer Snoeck Henkemans zijn amendement op art. 2, doch heeft overleg gepleegd met de heeren Bos eu Goeman Borgesius, en hoewel men niet geheel lot overeenstemming is gekomen, heeft dat overleg geleid tot de volgende wijziging in sprekers amendement: Het verbod van nachtarbeid i6 niet van toepassing ten aanzien van broodbakkerijen, waar het geheele aantal arbeidsuren van elk gezel per etmaal niet meer bedraagt dan 9, met dien verstande, dat daarvan niet meer dan 2 uren in den nacht vallen, of wel, dat geen gezel in meer dan 6 nachten, van 14 op elkaar volgende etmalen, arbeid heeft te verrichten. Het zakelijk verschil met het amende- ment-Bos is nu, dat de heer Bos het d re- ploegen-stelsel, en spreker het t w e e-ploe- gen-stelsel kiest. Wordt nu ook dit amen dement verworpen, dan moot spreker de wet afstemmen. De heer De Visser handhaaft zijn amendement, omdat het een onoverkomenlijk bezwaar voor hem is den patroonsafbeid te zien verbieden. Hij brengt echter een wij ziging aan, waardoor de woorden ,,in loon dienst" vervallen en dus het verbod van bakkersarbeid in de gevallen van art. 2 wordt uitgebreid Hot de leerlingen. De heer Bos juicht de wijziging van het amendement-Snoeck Henkemans toe, waar door deze een belangrijken stap nader tot sprekers standpunt is gekomen. Evenwel moet hij het laatste deel van zijn sub-amendement handhaven, omdat dit meer prikkel vormt om tte komen tot bot d r i e-ploegen-stelsel. De heer Borgesius trekt zijn sub amendement in en gaat nu mede met het zooeven gewijzigde amendement-Snoeek Henkemans. Na nog verder debat, waarbij de heer Schaper er tegen opkomt dat de heer Borgesius bij de regeling feitelijk een deur tje wil openhouden voor den arbeid op Za terdag, ja, dien werkdag van de regeling wil uitsluiten, blijkens een uitlating zoo even gedaan, en nadat de Minister nog gedupliceerd had, en verklaard had, dab ook het pas gewijzigde amendemeriu-Snoeck Henkemans onraadzaam blijft, werd het debat gesloten en tot stemming overgegaan. Het amendement-De Visser (geen pa troon sverbod) wordt verworpen met 46 Le gen 32 stemmen. Vóór stemden de heeren Van de Velde, Van Foreest, Van Hamel, Tydeman, Van den Berch van Heemstede, Van Doorn, Van Karnebeek, Jansen (Den Haag), Smeenge, Lieftinck, De' Kanter, Patijn, Hubrecht, Schimmelpenninck, Duynstee, Snoeck Henkemans, De V-^ser, De Beau fort, Jannink, Van Vuuren, Borgesius, Roessingh, Van Dedem, Van Wassenaer, Van Idsinga, Loeri, De Montó VerLoren, Van Nispen (Nijmegen), Lohman, De Mees ter, De Jongh (Rotterdam) en de Voorzit ter. Het sub-amendement Bos (drie-ploegen- sbelsel) wordt met 46 tegen 32 stemmen aangenomen. Vóór stemden de linkerzijde en van rechts de heeren Lohman, Van den Berch van Heemstede, Middelberg, Schimmelpenninok* Duynstee, De Visser, Van Wassenaer, Vaü Idsinga, Loeff, De Geer en Heemskerk. Het groote amendement-Snoeck Henke mans (een ruimere regeling van den ar beidstijd toelatend) wordt met 41 tegen 37 stemmen verworpen. (Eenig applaus opdepublieke tribune). Vóór stemden: de chrisit.-hisb. leden, be halve de heeren Van Dedem, Van Lennop en De Visser; de U.-L. behalve de heeren De Klerk, Thomson en Eland; alle Vrijlibe ralen; van de anti-rev. alleen de heer Mid delberg; alle vrijz.-dem. en van de r.-k. al leen de heeren Loeff, Van den Berch van Heemstede en Duynstee. Alle eoo.-dem. stemden tegen. Artikel 2 van het wetsontwerp woedt hierna z. h. st. aangenomen. Hierna zijn aan de orde de stemmingen betreffende artikel 1. Het amendement-Snoeck Henkemans (de definitie van „bakkersarbeid": alle werk zaamheden verrich'ö in een broodbakkerij, verband houdende met de bereiding van brood of met de bewerking van daarvoor bestemde stoffen) wordt met 66 tegen 7 stemmen verworpen. Het amendement-Snoeck Henkemans (de definite van „nacht"de tijdruimte tus- schen 9 uren des namiddags en 5 uren ui-s voormiddags) wordt met 42 tegen 3J stem men verworpen. Het amend;-Schaper c. s. (om den Minis ter wèl de bevoegdheid te geven den nacht later, doch nieb om hem vroeger te doen aanvangen dan 9 uren) wordt met 46 tegen 17 stemmen verworpen. Het artikel 1 wordt hierna, z. h st. aan genomen. De verdere beraadslaging wordt verdaagd hot hedenochtend half elf. Landweerwet. In de afdeelingen van de Kamer blijkt door verscheidene leden afkeurend te zijn gesproken over het wetsontwerp tot nadere wijzging van de Landweerwet. De politiek van den Minister van Oorlog, om den diensttijd in to korten, zou, meenden zij, leiden tot vermindering van onze weer kracht. Landstorm kon niet opwegen tegen land weer, daar eerstgenoemde in vredestijd niet georganiseerd is en er geen oefenin gen bij plaats hebben. Een tweetal landweeroefeningen is aller noodzakelijkst, volgens hen. Andieren hadden daarentegen de afschaf fing van de tweede landweeroefening met vreugde begroet. Dat de oefening ten hoogste zes dagen zal duren, werd ook toegejuicht door hen, d-ie overigens de afschaffing van de tweede oefening betreuren. Er waren echter leden, die met den Raad van Defensie tien dagen noodig achten. Er werd aangedrongen het kader wat vroeger op te roepen dan de manschappen. Ook wenschte men opneming van een be paling nopens den werkkring van de Land weer bij grens- en kustbewaking en -verde diging. Bij de artikelen werd o. a. aanmerking gemaakt op de verplichting van den verlof ganger, om zich steeds „in persoon" te ko men aanmelden. Landstorm. Blijkens het afdeelingsversiag betreffen de het wetsontwerp tot regeling van de verplichtingen ten aanzien van den Land storm, verklaarden eenige leden de indie ning met voldoening te hebben gezien en de ontworpen regeling, wat haar hoofdlij nen betreft, toe te juichen, en gaven ver scheidene anderen te kennen, dat zij de be- teekenis van het tot-stand-komen der wet voor de landverdediging gering oordeel den. Eenige leden betreurden het voorts, dat het wetsontwerp zich bepaalt tot voor schriften van zeer algemeene strekking en op de eigenlijke organisatie van den Jjand- storm zoo goed als niet ingaat. Ook missen deze leden bepalingen, die voor de land stormmannen de gelegenheid openen in vT gaat een geheimzinnig g e- door Europa. Diplomaten spitsen hun ooren. Men weet nog niet precies waar h geluid vandaan komt. Men vraagt nog Sn aarzelt. WaH rit er achter dat plotselin- optreden vanltalië op de eilan- in de Aegeïsche Zeel Waarom gaat fon Marshall weg? Ziehier wat men fluistert en wat door een lis zeer betrouwbaar te boek staand scürlj- yer in een Berlijnsch blad wordt vertolkt. Jet komt in het kort hierop neer. Italië heeft rioh met Engeland yerstaan. Het bezet enkele eilanden en houdt die; het» dwingt de Porte tot open- Itelling van de Dardanellen en sluit zich aan bij de Triple Entente Tan Engeland, Rusland en Frankrijk. En geland deelt dfus met Frankrijk en Italië Je Middellandsche Zee en D u i t s o h- landenOostenrijk blij v en 1- jeenstaan. Al hun Balkan-polftiek ia op piets uitgeloopen en von Marshall, die echec arkennend, verlangt naar een anderen post. Jlelfs zou Turkije mede in de afspraak zijn 'Opgenomen. Hoe dit laatste kan, begrijpen fo-e vooralsnog niet. Naar verder wordt verteld, zou reeds 'eenige jaren geleden door Koning Eduard 'Mit plan zijn ontworpen. Btób mogelijk, 'jnaar dan komt men er wel wat laat mee yoor den dag. Italië heeft de zure druiven der Dardo- pellen niet geplukt en Engeland daardoor in de gelegenheid gesteld, de Porte zonder waren druk en daaruit voortvloeiende ont stemming tot de opening der Dardanellen te bewegen. Als tegen-prestatie heeft Ita- lie zich verzekerd van de toestemming van (Engeland, om Rhodos en andere waarde volle eilanden in de Aegeïsche Zee in he li fc te nemen. De opvallende ijver, daarmede de officieus© pers der gansche we ireld, de Duitsche en Oostenrijksche niet uit gezonderd, deze bezetting van eilanden als jeen pand voor toekomstige vré de son derhan- delingen bespreekt, toont duidelijker dan 'de brutaalste bekentenissen, wat men ver bergen en tot het laatste oogenblik verzwij gen wil. Het is volkomen ondenkbaar, dat -Engeland dergelijke oonoessies van zoo vèr- Btrekkenden aard gegeven zou hebben zon der politieke garanties door Italië va.n evenveel gewich'b. Wanneer En geland besloten heeft, de bezittingen in het oostelijk deel der Middellandsche Zee met Italië op dezelfde wijze te verdeelen als het ten opzichte van het westelijke deel met (Frankrijk gedaan heeft, dan moet hot van de politieke vriendschap van Italië even- Keer verzekerd zijn als van die van Frank rijk. i Het gevolg van cen-en-ander is natuurlijk dat Italië binnen afzienbaren tijd uit het Drievoudig Verbond zal treden. .Wij zullen moeten afwachten wat er van 61 die geruchten, die wij hierboven samen vatten, blijken zal. Of de goode betrekkin gen tussohen Engeland en Duitse hl- land, waaraan men zoo ijverig werkt, 'er .door bevorderd zullen woorden, lijkt zeer de vraag. De politieke hemel in Europa, begint weer te betrekken. .Wat de gevolgen van het aftreden van den Duitschen gezant te Londen, Met- törnich, en 't vertrek van von M a r s h al 1 uit Konstantinopol zullen zijn, zal spoedig wel uitlekken. Morgen heeft de conferentie te Stuttgart plaats, waar de Keizer met Iden kanselier, von Marshall en von Kiderlon zal overleggen. Overigens is er wednig oorlogs nieuws. Voor zoover uit de inkomende berichten 15 na te gaan, zijn de Turksche troepen, ter sterkte van drie bataljons en een berg- batterij, op Rhodos ontsnapt aon de om- vattiugsoperatio der gelande Italianen en nebben zij zich genesteld in het gebergte in bet binnenland, waar zij, volgens mededee- nngen per heliograaf, van den oomman- jknt. majoor Abdoellah, een goede stelling hebben ingenomen. De Italianen zullen .Verplicht zijn deze troepen onschadelijk te 89) En in de zaal zelf was alles als te voren. 'De meubelen waren niet van hun plaats geweest en de voorwerpen hadden hun vaste plaats behouden. Toch was die man uiet bij mij gekomen met het enkele doel jZich van kant te maken en omdat hij vond, bat mijn woning beter dan een andere zich voor dat werk leende! Er moest een be paalde beweegreden zijn, die hem tot die ^"anhoopsdaad had doen besluiten, en die beweegreden zelf moest voortkomen uit nieuw feit, dat door hem was geconsta teerd in den loop van de drie minuten, die bij alleen was geweest. Welk feit1? "Wat had hij gezien? Wat had bi) opgemerkt? Welk vreeselijk geheim bud hij ontdekt? Men kon niets raden. Maar op het laatste oogenblik gebeurde ®r iets, dat ons van groot belang leek. Toen wee agenten zioh bukten, om het lijk op neraen en op een brancard te leggen, be merkten zij, dat de linkerhand, die tot usver gesloten en gebald geweest was, Jich had geopend en dat een geheel ver- ommold visitekaartje er uitviel. P dit kaartje stond Georges Ander- m&tt, rue de Berry, 37. *a.t had dat te beteekenen? Georges An- ^rrnatt was een groote Parijsche bankier, PPnehter en president van een groote me- v a maatschappij. Hij leefde op grooten en hield equipage, automobielen en renstal. Zijn partijen waren zeer ge- t en men noemde mevrouw Andermatt maken, waartoe wellioht gedurende eenigen tjjd een; betrekkelijk groote macht op het eiland zal worden vastgehouden, hetgeen niet bevorderlijk kan zijn voor de verdere plagen tob bezetting van den Turksohen Arohipel. Reeds met een enkel woord hebben wij gisteren in een telegram melding gemaakt van de verwijdiering van een 1 i d van het Pruisisch Huis van Af gevaardigden. De sooialistische af gevaardigde, Borohardt, viel tijdens de beraadslaging vlak bij het spreekge stoelte staande, voortdurend met interrup tie» zijn vrijzinnigen collega Schifferer in de rede, die het over de socialisten had. Dit nu behoort niet en de voorzitter Baron von Erffa riep hem tot de orde. Borchardt had daar weinig zin in. Hij maakte het ten slotte zoo bont, dat de voorzitter de ver gadering schorste voor een halfuur. Tijdens dit halfuur heersoht© groote op winding in het huis. Het reglement van orde gaat van hand tot hand. De voorzit ter, freiherr von Erffa, heeft zijn plaats Verlaten, om de eventueel noodige maatre gelen te treffen. Vlugger dan men denkt, rijn de 30 minuten om. Op de tribune is inmiddels een talrijk publiek verschenen. De heer Borchardt is in de zaal gebleven, rit in zijn bank als de president de zitting heropent. Freiherr von Erffa verzoekt hem, onherroepelijk voor de laatste maal, de zaal te verlaten. Hij wijkt niet van zijn plaats. Op een wenk van den voorzitter haalt een bediende den p o 1 i t i e-1 u t e- n a n t. Diepe stilte heersoht alom. Alle afgevaardigden zitten op hun plaats. Het is zon stil, dat men de beroemde speld kan hooren vallen. Kalm en zakelijk doet de luitenant van politie zijn plicht. Hij geeft den heer Bor chardt het schrijven van den president, waarin den heer Borchardt verzocht wordt, krachtens artikel zoo en zooveel van het reglement van orde, die zaal te verloten. Borohardt wijkt niet, wijst alleen op het wetboek van strafrecht, dat voor hem ligt en waarin staat dat een ieder, die een rechtmatig gekozen afgevaardigde met geweld verdrijft uit de parlementszaal, gestraft wordt met minstens 5 jaar tucht huis. Borohardt wil het tot het uiterste, doen komen. De luitenant roept zijn agen ten. Twee man moeten eerst met geweld Borchardt's partijgenoot Leinert hardhan dig uit de bank slepen, voor de twee andere agenten Borchardt bereiken kunnen. Het is duidelijk hce p ij n 1 ij k deze ge beurtenis allen in de zaal aandoet. Geen woord wordt er gezegd. Zoo wordt Borohardt bij den kraag gepakt en er uitgezet. Even later zit hij warempel weer op zijn plaats. De voorzitter doet eerst of hij niets merkt, maar zijn autoriteit dwingt, hem spoedig, nadat door een grap van Hoffmann er aller aandacht weer op ge vestigd wordt, opnieuw in te grijpen. En dus verschijnen weer de luitenant en de agenion, dip Borohardt ten tweede male uit de zaal sjorren. De heer Borohardt blijft in het gebouw, doch de luitenant en zijn agenten bewaken hem trouw om te voorkomen, dat het weer zinwekkende tooneol ten derde malei her haald wordt. De opwinding trilt nog lang na. In de wandelgangen wordt ijverig gedebatteerd. Het publiek, dat nu sensatie genoeg gehad heeft, verlaat de zaal. Dit voorval zal waarschijnlijk aanleiding geven tot ernstige politieke en ju ridische conflicten., Da voorzitter heeft in zijn zenuwachtigheid over het hoofd gezien, dat hij Borohardt ni3t moolit laten verwijderen, voordat de zitting ge sloten en zaal en tribunes ontruimd wa ren. Het buitengewoon smadelijke toon eel, dat de politie 'n parlemehslid uit de in gang zijnde parlementszitting sleurde, was dus nog onwettig bovendien. De zaak heeft nog een ernstiger juri dische zijde. De voorzitter had den leden verzooht op hun plaats te gaan. Toen Lei mert naast Borchardt zat, zat hij op zijn plaats. Toen kwam. de inspecteur van po litie en gaf hem last zijn plaats ie veria- als een toonbeeld van bevalligheid en schoonheid. „Zou het. de naam van den doode zijn?" mompelde ik. De chef van de veiligheidspolitie bukte zich. „Hij is het niet. De heer Andermatt is een bleeke man, een beetje grijs al." „Maar wat beteekent dan dat kaartje?" „Hebt u een telefoon, mijnheer?" „Ja, in de vestibule. Wilt u maar even met me meegaan?" Hij zocht in den telefoongids en vroeg nummer 41521. „Is mijnheer Andermatt thuis? Wilt u hem zeggen, dat mijnheer Dudouis hem verzoekt zoo spoedig mogelijk op den bou levard Maillot 102 te komen? Er is haast bij." Twintig minuten later stapte Andermatt uit rijn automobiel. Men zette hem de re denen uiteen, die zijn tegenwoordigheid wenschelijk maakten; daarna bracht men hem bij het lijk. Een oogenblik trok zijn gelaat van ont roering samen; toen zeide hij zachtjes, als in weerwil van zichzelf: „Etienne Varin." „Kent u hem?" „Neen... dat wil zeggen... ja. Maar alleen van gezicht. Zijn broeder..." „Heeft hij een broeder?" „Ja, Alfred Varin. Zijn broeder is eens bij me geweest, ik weet niet meer waarom.'' „Waar woont hij?" „De twee broeders woonden samen, in de rue de Provence, meen ik.'' „En vermoedt gij met, waarom deze de hand aan zichzelf geslagen heeft?" „Volstrekt niet." „Maar hij had toch een kaartje in de hand? Uw kaartje met uw adres?" „Ik begrijp er niets van. Dat is waar schijnlijk een toeval, dat het verder onder zoek wel zal ophelderen." Een in ieder geval merkwaardig toeval, dacht ik, en ik voelde, dat wij allen den zelfden indruk kregen. Dien indruk vond ik den volgenden dag in de kranten terug en bij al mijn vrien den, met wie ik over het avontuur sprak. Te midden van al de geheimzinnigheid, na de dubbele ontdekking van de zevenmaal doorboorde hartenzeven, na de beide raad selachtige gebeurtenissen, waarvan achter eenvolgens mijn woning het tooneel was geweest, scheen dit visitekaartje eindelijk eenig licht te beloven. Door dit kaartje zou men de waarheid bereiken. Maar in weerwil van alle verwachtingen, verschafte Andermatt geen enkele inlich ting. ,,Ik heb gezegd wat ik wist," herhaalde hij. „Wat wil men nog meer? Ik ben het meest verbaasd, dat dit kaartje daar ge vonden is, en ik wacht als iedereen, tot dit punt zal opgehelderd worden." Het werd niet opgehelderd. Het onder zoek wees uit, dat de gebroeders Varin, Zwitsers van afkomst, onder verschillende namen een veelbewogen leven hadden ge leid, in verbinding stonden met een heele bende vreemdelingen, op wie de politie het oog hield en die uiteengegaan was na een reeks inbraken, waarin zij eerst later ble ken betrokken te zijn geweest. Op nummer 24 in de me de Provence, waar de gebroe ders Varin inderdaad Bes jaren te voren hadden gewoond, wist men niet, wat er van hen geworden was. Ik erken, dat, wat mij betreft, deze zaak mij zoo ingewikkeld leek, dat ik niet ge loofde aan de mogelijkheid eener oplossing en dat ik mijn best deed, er niet meer aan te denken. Maar Jean Daspry, dien ik in dien tijd veel ontmoette, stelde er met den dag meer belang in. Hij was het ook, die mijn aandacht ves tigde op het volgende bericht, uit een bui tenlandseh blad, dat de geheele pers over nam en besprak: „Men zal in tegenwoordigheid van den Keizer en op een plaats, die men tot het laatste oogenblik geheim zal houden, over gaan tot de eerste beproeving van eén on- derzeesche boot, die een omwenteling te weeg moet brengen in de toekomstige wijze van oorlogvoeren ter zee. Door onbeschei denheid zijn wij haar naam te weten geko men; zij heet „Hartenzeven"." Hartenzeven 1 Was dat een spel van het toeval? Of moest men'verband zoeken tus- schen den naam van die onderzeesche boot en de gebeurtenissen, waarvan wij gespro ken hebben? Maar van welken aard was dat verband? Wat hier gebeurde, kon vol strekt niet in verband staan met hetgeen ginds gebeurde. „Wat weet gij daarvan?" zeide Daspry tot mij. „De meest uiteenloopend e gevol gen komen menigmaal uit één enkele oor zaak voort." Twee dagen later bereikte ons een ander krantenbericht „Men beweert, dat de plannen van de „Hartenzeven", de onderzeesche boot, waarvan de beproeving binnenkort zal plaat» hebben, uitgevoerd zijn door de Fransohe ingenieurs. Nadat deze inge nieurs tevergeefs den .steun hunner landge- genooten hadden ingeroepen, zouden zij zich vervolgens zonder beter resultaat tot de Engelsche Admiraliteit gewond hebben. Wij geven deze mededeelingen onder alle voorbehoud." Ik durf niét al te lang stilstaan bij fei ten van zoo uiterst ^iescfien aard en dio groote ontroering verwekten. Maar nu alle gevaar voor verwikkelingen is buitenge sloten, moet ik wel spreken over net arti kel van de „Echo de France", dat destijds zooveel sensatie maakte en dat op cle zaak van de „Hartenzeven", wat men noemde, eenig onduidelijk licht wierp. Het was onderteekend „Salvator" en luidde De zaak van de „Hartenzevcn". Een punt van den sluier opgelicht. Wij zullen kort zijn. Tien jaar geleden nam een jonge mijningenieur, Louis La- combe, die er naar verlangde zijn tijd en zijn vermogen op te offeren aan de studie, waaraan hij zich wijdde, zijn ontslag on huurde op den boulevard Maillot No. 102 een klein heerenhuis, dat een Italiaansche graaf er kort te voren had laten bouwen en inrichten. Door bemiddeling van twee personen, de gebroeders Varin, uit Lau sanne afkomstig, van wie de een als assis tent bij zijn proeven werkzaam was, en de ander deelgenooten voor hem zocht, kwam hij in aanraking met H. Georges Ander matt, die de Metaalmaatschappij even te voren had opgericht. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5