jffo. 16008. LEIDSCH DAGBLAD, Haandagf 29 April. Tweede Blad. Anno 1912. Buitenlandseh Overzicht Gemeentezaken. FEUILLETON. Wonderlijke avonturen. es-? De actie der It&liaansohe vloot deAegeï80^16 Zee wordt al'er- «e(ren met veel aandacht gevolgd. De beriohben over een heropening der pardanellen loopen uiteen. Een me- dedeeling uit Konstantinopel aan de „Ti- joea" verzekert, dat de regeering wellicht Zoudag, als naclere berichte-1 rijn binnenge keken over de aanwezigheid der vijandelij ke vloot, een beslissing zal nemen, zoodat fcet nog wel eenige dagen zal duren, voor dat het handelsverkeer door de zeeëngte hersteld is. In'Susschen kost elke dag, dat de sluiting niet is opgeheven, de reedenjen en verzekeringsmaatschappijen schatten ge Ids. De correspondent te Konstantinopel van de „Daily Telegraph" heeft een der in vloedrijkste leden van de Turksche regeering met klem geweien op dezen schadelijken toestand. De minister drukte zijn leedwezen uit, doch gaf den journalist te kennen, dat hij aan het verkeerde kantoor klopte: niet Turkije, doch Italiëwas deaanv ah i e r. Turkije had slechte te zorgen, dat het aicb overvallen werd. En indien de handel der mogendheden schade ondervindt door den huidigeii toestand, dan moeten zij Italië yragen een terrein voor de vijandelijkheden uit te zoeken, waar zij er geen last van .he1.)- bm. Zoodra de Porte een desbetreffende belofte van Italië heeft, zal zij met genoe gen de sluiting opheffen. jtoonaangevende kringen in Italië ech- jter wordt Turkije's weigering om de Dar danellen weder open te stellen voor neu trale schepen, quasi uit vxe»es voor een aan val der Italianen, een oneerlijk voorwend Bel genoemd. De Porte weet n.l. evengoed, zoo meent men, als andere mogendheden, dat itaho 'er niet aan denk'b de Dardanellen te foroec- ren. Op het tot in bijzonderheden uitge werkt plan van de vlootactie in de Aegeïsehe Zee, komt een beschieting van de zeeëngte niet voor. Het artillerie duel van 18 April was u i t- gelokt door de Dardanell e n- forten, want de Italiaansche vloot be oogde niets anders dan een demonstratie, ten einde het Turksche eskader "aar buiten te lokken. Toen van de forten gevuurd werd, ant woordden de Italiaansche schepen, het be- Bühieten van de forten stond echter niet op het program, Italië gaat daartoe slechts over in de uiterste noodakelijkheid. Dat de Turken de zeestraat gesloten hou den, onder voorwendsel, dat de Italiaansche vloot misschien uen doortocht zou forcee- reo, geschiedt alleen om de neutrale mo gendheden tegen Italië in het harnas le jagen of om van Italië waarborgen te ver krijgen, dat het in geen geval de Dardanel len zal binnendringen. De Italiaansche regeering zal zioh echter door deze taktték niet van de wijs laten brengen. Zij weigert eenige aansprakelijk heid te aanvaarden" voor de sluiting eer Dardanellen, voor welke Turkije alleen ver antwoordelijk is. Men riet, beide partijen geven elkaar niet veel toe. Inmiddels wordt veel schade geleden en heeft een bijeenkomst van Russische graanhan d e laars besloten het beurscomité opdracht te geven, zich bezig te houden met de kwestie van schadeloosstel ling door den staat, die verantwoordelijk is voor de sluiting der Dardanellen, waaruit de tegenwoordige belemmering van den graanhandel is voortgekomen. Te Rostof ligt door de sluiting van de Dardanellen 10 millioen pud graan op ver zending te wachten. Honderden arbeiders zijn zonder werk. In T r p o 1 i zijn ook weer gevechten ge leverd. De Turksche minister van oorlog deelt mede, dat 2 Italiaansche regimenten Toeda hebhen aangevallen. Voor den tegenstand der Turken en Arabieren hebben d)e Italia an echter met achterlating van een aantal gewonden de vlucht genomen, waarbij zij achtervolgd zijn tot aan de linie der verde digingswerken van het fort Boek am es. De Turken hadden 15 dooden en 120 ge wonden. Na het gevocht hebben de Italianen zon der gevolg Sidi' Said gebombardeerd. De bemiddlelingspogingen vorderen maar weinig. De „Neue Fïeie Prosse" verneemt van goed ingelichte zijde, dat er onderhandelin gen op handen zijn van de mogendhedei^ over een looalisatie van den oorlog. De onderhandelingen zullen vermoedelijk ïn Londen gevoerd worden en wel op aanspo ring van de Russische en Engelsche kabi netten. Men zal trachten een overeenkomst tusschen de mogendheden tot stand te bren gen, volgens welke Italië zijn actie niet tot de Aegeïsehe Zee mag uitstrekken, maar zich tct Afrika beperken moet. Volgens het zelfde blad heeft de Russische gezant in Konstantinopel stappen gedaan, om het weder openstellen van de Dardanellen door te zetten. Hij wordt daarbij door Enge land gesteund. Volgens de laatste berichten zou Italië het plan hebben om alle Turksche eilanden in den Archipel te bezet ten. De Duitschers rijn weer wat ster ker ter zee. Van de Schichauwerf liep Zaterdag een slagschip van stapel gebouwd ter Vervan ging van ,,Aegir." De koning van Saksen hield de doop rede. Het schip kreeg den naam van „König Albert." Merkwaardige cijfers geven de uitkom sten van de speelbank van Monte. Carlo. Het afgeloopen jaar is weer gunstig ge weest voor de Société des Bains de Mer et du Ce role des Ètrangers de Monaco. Vpor het 31 Maart afgesloten boekjaar zijn de winsten van dien aard geweest, dat alle 3000 bedienden der Société een salarisver- hooging van ongeveer 75 francs per maand gekregen hebben, hetgeen 2,700,000 francs per jaar kosten zal. Voor het afgeloopen jaar heeft de maatschappij 7,328,903 francs afgedragen aan de regeering van het vor stendom Monaco, tegen 6.721.509 francs in het vorige jaar. Per aandeel wordt er dit jaar maar 320 francs uitgekeerd. De winst op het speelhol bedroeg een dikke 18 mil lioen. De Russische Doema heeft de j begrooting van buitenlandsche zaken goed- gekeurd, nadat eerst een vevklorincr was aangenomen omtrent de noodzakelijkheid van de oprichting een er academie voor Oos. tersche talen. De rede van den Russischen minis ter Sassonof, die wij dezer dagen ver meldden, wordt in d-2 Weensehc pers vér- schillend beoordeeld. De „Ncue Prcsse" zegt' dat het neerkomt' óp: dé status quo op den Balkan, yersterkiffg 'dor kleine volken op het schierriland en begunstiging van het ccnstitutioneele leven van Turkije- Het L.Neue Wiener Tagblatt" noemt de rede die van een groot staatsman waardig, met het motto: voor de naaste toekomst .dreigt geen gevaar voor den vrede- Het „Deutsche Volksblatt" kent aan de uitlatingen van' den Russischen minister echter slechts waarde, voor het oogenblilc toe. Italië hoeft door zijn nieuwe wijze van oorlogvoeren op de ontketening van sedert vele jaren bestaande aanspraken gerekend, wat tot een reuzenstrijd om de Turksche er fenis kan voeren- De toestand in Marokko schijnt weer te kalmeeren. Uit de getuigenissen der gevangengenomen muiters blijkt, dat inderdaad een gedeelte der bevolking van Fez het mee de oproer lingen eens is geweest. Een der moordenaars van den intendant Lory (de ongelukkige moet gepijnigd -en daarna levend verbrand zijn) heeft bekend, dat zij op aandringen van de vrouwen diens huis waren binnen gedrongen. Trouwens ook uit andere berich ten blijkt, dat de vrouwen een weTkzaani aandeel hebben gehad aan liet gebeurde- De Jodenwijk moet eenvoudig een groote puinhoop zijn- De stad is in secties verdeeld, onder ver antwoordelijke commandanten- De huiszoe kingen worden voortgezet- De Fez-rivier voert tallooze gestolen voorwerpen mede, welke door de roovers in hun angst voor ontdekking zijn weggeworpen. De sultan, die eerst zoo bevreesd was voor zijn leven, begint weer moed te krij gen. Voortdurend komen versterkingen in de stad aan- Do benoeming van generaal Lyautey tot resident-generaal in Marokko en van pon- sul Guillard tot algemeen secretaris wordt in politieke kringen zeer goed opgenomen. De Temps" prijst de regeering zeer voor deze benoeming. Millerand heeft dus in den ministerraad zijn pleit gewonnen, al heeft men d'Amade niet benoemddie wegens do gebeurtenissen van voor drie jaar als uit daging aan Spanje opgevat zou kunnen zijn- Wij namen Zaterdag een telegram op over een rede van Roosevelt, waarin hij zich beklaagt over Taft's beschuldigingen- Zie llier de aanleiding tot Taft's rede- Do voortdurende directe en zijdclingscho aanvallen van Roosevelt hadden president Taft zoo verbitterd, dat hij eindelijk zijn lijdelijke houding heeft opgegeven en even eens offensief is opgetreden- In een rede, die hij Donderdag te Springfield -heeft ge houden, is hij nl. zijn voorganger heftig te lijf gegaan. Diens politieke denkbeelden, zoo verklaarde hij, zouden vernietigend zijn voor de vrijheid des volks- En verder noemde hij Roosevelt een dictator, die trachtte zich tot aan zijn dood als ccn bloedzuiger aan het Witte Huis vnst te klemmen- In een rode te Bosten dikte Taft deze beschuldigingen nog wat aan- Roosevelt, zeide hij, had uitlatingen van den tegen woordige n president uit haar verband ge rukt en verkeerd wedergegeven, en zich niet gehouden aan zijn plechtige belofte, om zich niet weder candidaat te stellen. Daaruit kan men Afleiden welke waarde men aan de beloften, waarmede- Roosevelt thans weder zoo kwistig is, kan hechten.- Sanctie vnn «le Commissie Tan Financiën. De Commissie van Financiën rapporteert aan den gemeenteraad dat zij geen beden king heeft: 1. tot beschikbaarstelling van een bedrag van f 2700 voor de bestrating van een ge dempte sloot langs den Zoeterwoudschen weg; 2. idem, van een bedrag van f -1600 voor d© verbouwing van het gymn.lokaal aan de Pieterskerkgracht; 3. idem, van een bedrag van f 12,500 voor do verbouwing van de 'Meisjesschool lste klasse; 4. idem tot beschikbaarstelling van f 180,000 voor dén bouw en dé opstelling van de vuilverbrandingsinstallatie; en evenmin tegen den aankoop van het perceel Langegracht No. 126 en van het voortuintje van het perceel Heerenstraat No. 38. Ook heeft de Commissie geen bezwaar .dat tot de goedkeuring van de rekening van het Leidsch Muziekkorps worde besloten. Hioedelijk binnen enkele jaren wederom kostbare Teparaties noodzakelijk zijn. Met I inbegrip der kosten van montage, metsel-, timmer- en verdere bijkomende werken wordt een bedrag van f 4500 voor de ver- nieuwing noodig geacht, welk bedrag B. en W.3. te hunner beschikking wenschen ge steld te zien. Met het oog op den aard der uitgaven tellen B. en Ws. voor het bedrag over een driebal jaren te verdëelen, en wel in den zin dat f 1500 uit den post voor Onvoorziene Uitgaven van dit jaar wordt gekweten, ter wijl de resteerende f 3000 uit een leening zullen worden gevonden, doch in de jaren 1913 en 1914 telkens voor de helft voor schulddelging of kapitaalbelegging zullen werden aangewend. gen in den loop van een dienstjaar ingaan. De meerdere kosten zullen in het jaar 1913 voorzooveel betreft de bezoldigingen der drie hoofdcommiezen, tevens chefs, bedra gen 3 x f 200 f 600, terwijl de bevorde ring van de beide bedoelde commiezen lsto klasse in 1913 een meerdere uitgaaf van 2 x f 100 f 200 zal veroorzaken Alweer een voortuintje aan «Ie iHïeerenstraat aan «Be gemeente. De eigenaren der voortuintjes, gelegen aan de oostzijde der He eren-straat, die niet dadelijk bereid waren deze voor straat- verbreeding tegen den geboden prijs aan de gemeente af te staan, komen nu succes sievelijk. Thans heeft de eigenaar van per ceel 22 zich bereid verklaard' tegen f 165 zijn 22 vierk. M. groot tuintje af te staan. Met inbegrip van do kosten komt het de gemeente te staan op f 184. Ken nienwe ketel voor «le centrale verwarming in «le $ta«l*gehoorxaal. De beide ketels van de centrale verwar ming der Stadsgehoorzaal die reeds 22 jaar in gebruik zijn, eisohen vernieuwing. Uit een onderzoek door den leverancier der ketels J. L. Bacon te Elberfeld ingesteld bleek dat vooral de aan het'vuur blootge stelde deele n zeer verzwakt" érnstig aam. getast waren. Gedeeltelijke herziening achtte men met raadzaam, omdat dan ver- Salarisvorliooginj; «Ier lioofdcom- miezen en bevordering; tot dien titel van 2 secretarie-ambtenaren. De bezoldiging van dé hoofdcommiezen, tevens chefs van de afdeelingen bedraagt thans f 1800 met twee vijfjaarlijksche ver hoogingen van f 200 tot een maximum van f 2200, terwijl het salaris van den hoofd commies, tevens chef dor af deeling Alge- meene Zaken f 200 hooger is. Om verschillende redenen aehten B. en Ws. deze salarisregeling niet meer vol doende. Terwijl toch in de laatste jaren verreweg de meeste ambtenaren in dienst dezer ge meente min of meer belangrijk in trakte ment. zijn vooruitgegaan, kan dit van den chef der afdeeliDg Bevolking" en van dien der financieele af deeling moeilijk worden gezegd. Bij het in werking treden der salarisrege ling in 1908 stond eerstgenoemde reeds een paar jaar qp het iD die regeling aangege ven maximum, terwijl laatstgenoemde toen zijn maximum bereikte. Ambtenaren, die vroeger een lagere bezoldiging genoten, zooals b-v. de Inspecteur der Bouwpolitie en de Algemeene Markt- en Havenmeester, hebben inmiddels of een even groot trakte ment gekregen, óf zelfs een hoogere bezol diging. Ook in vergelijking met de trakte menten dc-zer ambtenaren in eenige andere gemeenten, die Leiden in zielental en be langrijkheid het meest nabij komen Arn hem en Haarlem bijv. zijn deze hier laag te noemen. Om deze redenen achten B. en Ws. een salaris verhooging niet alleen billijk, rnaar ook in het belang der gemeente. Een verbetering van de salarissen der hoofdcommiezen kan nu h. i het best en op voor de gemeente minst bezwarende wijze worden bereikt door de tegenwoordige mi nima onveranderd te laten, de maxima f 200 hooger te stellen en de verhoogingen in plaats van om de vijf jaren, reeds om de drie jaren in uitzicht to stellen. Dit laatste is trouwens in overeenstem ming met het systeem der thans geldende s al a r is regel i r-g der secretarie-ambtenaren, aangezien ook de controleur der gemeente belastingen ej\ de commiezen 2ste klasse drie verhoogingen, telkens na drié jaren dienst als zoodanig deelachtig kunnen wor den. Nog een andere wijziging der verordening, regelende den rang en de bezoldiging van de ambtenaren en bedienden ter gemeente secretarie en op het kantoor van den Ge meente Ontvanger, zouden zij willen voor stellen. De ambtenaar, belast met de werkzaam heden betreffende de militie en landweer en die, belast met de onderwijsaangelegen- heden, welke beide ongeveer 20 ïaar aan de gemeente-secretarie alhier verbonden zijn, hebben thans den ranv van commies 2ste klassee, niettegenstaande de omvang hun ner werkzaamheden vrijwel overeenkomt met die van een afdeelincrschef. Hef komt B. en Ws daarom voor. dat er nllesrins termen a-anwezig zijn, om.die beide ambte naren, die reeds zoovij-r» dienstjaren tellen, te bevorden tot hoofdcommies. De in-werking-treding der voorgestelde - ve.randéri'ngen zouden zij gaarne be naald zien op T Januari 1913. aangezien het hnn niet wensehelijk voorkomt, dat-, ten rij in zeer bijzondere gevallen, salarïsverhoogin- B. on Ws. willen «Ie zink- of beer putten niet missen. Door het bestuur van den Bond van Bouwondernemers voor L. en O. voorzitter en secretaris resp. de heeren II. D van Weizen en H. J. Sloot® is een verzoek tot den Raad gericht om de verordening op het bouwen en sloopen zoodanig te wijzigen dat het inschakelen van een zink- of beer put als bedoeld in de artfc. 21 en 42 niet langer verplichtend wordt gesteld, aange zien het toepassen van liet puttenstelsel in de praktijk vrijwel doelloos is gebleken. Daarmede zijn B. en Ws. het volstrekt niet eens. Alvorens op de zaak zelve in te gaan en de argumenten, die door adressant worden aangevoerd ter ondersteuning van zijn ver zoek nader onder de oogen te zien, max en zij eenige opmerkingen over het historisch overzicht betreffende de invoering van heb puttenstelsel, door adressant in de toeliei- ting tot het adres gegeyen. Dit overzicht is slechts ten cleele juist. Adressant heeft blijkbaar, zooals men wel zegt de klok hooren luiden, doch weet niet, waar de klepel hangt. De werkelijke toe dracht is, dat Gedeputeerde dta-ben dezer provincie indertijd slechts ere id waren toe stemming te verleenen tot het loozen van het riool in de Magdalena Moonsstraat (oorspronkelijk wel besteld als Maria lioe- keestraat.) in den Trekvliet. wanneer van ge- meentewege de eisch werd gesteld, dat tus- i sohen huis- en straatriolen beerputten wer den ingelascht. Later, bij de vaststelling van de verordening op het bouwen en sloopen. in 1905, welke verordening ingevolge art. 7 j' der Woningwet aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten was onderworpen, werd mede op aandrang van genoemd Col lege besloten het inschakelen van een beer put in den regel verplichtend te stellen. De verordening had anders de veresohté goedkeuring eenvoudig weg niet "erworveti en de voorschriften waren dan door Gede puteerde Staten overeenkomstig de bepa ling van art. 8 der Woningwet zelfstandig vastgesteld. Het maken van een verzamelput aan het einde van het hoofdriool in genoemde straat, welke put door adressant ten on rechte met een hevelin rich ting wordt verge leken, heoft met het inla-schen van beerput ten tusschen huis- en straatriolen natuur lijk niets be maken. Die kwestie kan dus hier verder buiten beschouwing blijven. B. en. Ws. komen thans tot de umlo questionis, tot de vraag, of hét inschakelen van een beerput, tusschen huis- en straat- riozl nuttig effect hééft, ja dan neen. Het bestuur van den Bond 'van pouwon- clerinemers is van meening. dat dit niet bet ^oval is, Het toepaasén van het beerputten- stelsei is z. i. in de praktijk vrijwel doelloos gebleken en heeft verontreiniging van de openbare wateren ook niet kunnen voorko men. De Gezondheidscommissie is van een ge heel ander gevoelen. Moeilijk aoht zij het uit 'tr maken, in hoeverre de putten geheél den dienst bewijzeji, die-n men bij de invoe ring daarvan meende te mogen verwachten, doch wel schijnt het h. i. vast te staan, dat de putten in ieder geval ten deele aan de verwachting beantwoorden en dat veilig mag worden aangenomen, dat zij een niet te ■onderschatten nut'./ige septie-tankwerking tot stand brengen. Al moge dan ook het uittredend vocht n den beerput- niet geheel onschadelijk gewor den zijn, ten deele is dit h. i. wel het geval, zoodat aan het. beerputténstelsel in de eer ste plaats al dit groote voordeel verbonden is, dat de bodem-in mindere mate wordt ver ontreinigd. Immers, de ondervinding heeft geleerd, dat riolen, zelfs al zijn zij met zorg gemaakt, wat zelden voorkomt-, binnen kor- 19, Indien ik alleen was geweest, zou hij te Rouaan al den tijd gehad hebben, kalm uit te stappen. Maar de dame Nauwelijks zou bet portier opengemaakt zijn, of de op dit /•ogenblik zoo stille, nederige dame, zou gaan schreeuwen, te keer gaan, om hulp roepen 1 "V andaar mijn verwondering. Waarom maakte hij haar met even weerloos als mij, daardoor hij de gelegenheid zou krijgen le verdwijnen, vóór men zijn dubbel mis drijf had ontdekt? Hij zat nog altijd te rooken, met de oogen °P het landschap gericht, waar een aarze- le-ude regen in groote, rechte lijnen begon le vallen. Eenmaal keerde hij zich om, nam t'hjii spoorboekje en keek er in. Be dame deed haar best bewusteloos te ohjven, ten einde haair vijand gerust te stel- leo. Maar kuchjes, veroorzaakt door den Took, bewezen, dat haar bezwijming niet ooht was. Wat mij betreft, ik was allesbehalve op *ri]h gemak en zeer terneergeslagen. En ik dacht na. Ik berekende. Be sneltrein scheen zich té haasten in een r(>es van snelheid. ^°en.. wij Saint/Etienne voorbijreden, ^&d hij op en deed twee stappen naar ons op welke beweging de dame zich ^aastte te antwoorden met een nieuwen gil nmP'n dilmaal niet geveinsde bezwijming. at was toch zijn bedoeling? Hij liet het Taampje aan onzen kant neer. De regen viel thans bij stroomen neer en met een ge baar gaf de man er uiting aan, hoe onaan genaam hij het vond, dat hij geen parapluie en geen overjas bij zich had. Hij keek naar het bagagenet: de en-tout-cas van de dame lag er in. Hii nam ze. Ook nam hij mijn overjas en trok ze aan. Men reed de Seine over. Hij sloeg zijn pantalon om, boog zich uit het raampje en lichtte den buitenknop op. Zou hij op den weg springen Bij deze snelheid zou het een wisse dood be teekend hebben Men reed den tunnel in, die door de helling Saint-Oathérine is geboord. De man deed het portier halverwege open en tastte met den voet naar de treeplank. Wat een dwaasheidDe duisternis, de rook, het gedruisch, dat alles gaf aan zulk een poging iets fantastisch. Maar plotse ling begon de trein langzamer te rijden, de westinghouse-remmen hielden de kracht der wielen tégen. Binnen een minuut werd de gang normaal, werd zij nog langzamer. Zon. der eenigen twijfel was men in dit gedeelte van den tunnel bezig met herstellingswer ken, die een langzamen gang van de trei nen noodzakelijk maakten. En de man wist dat. Hij had dus niets anders te doen dan zijn anderen voet op de eerste treeplank té zet. ten, op de tweedé te stappen en kalm heen te gaan, nadat hij den klink weer had laten vallen en het portier gesloten. Nauwelijks was hij verdwenen, of licht maakte den rook weer witter. Men reed een dal in. Nog een tunnel en wij zouden té Rouaan zijn. Nu kwam de dame weer tot bewustzijn en haar eerste werk was té gaan klagen^ over de verdwijning van haar juweelen. Ik riep met mijn blikken haar hulp in. Zij be greep mij en verloste mij van den prop, die mij benauwde. Zij wilde ook mijn boeien losmaken, maar ik voorkwam haar. „Neen, neen, de politie moet den toe stand vinden, zooals hij is. Ik wensch, dat zij omtrent dien schelm .volkomen ingeHcht wordt." „Als ik eens aan den noodrem trok?" „Dat is té laat. Daar hadden we aan moeten denken, vóór hij mij aanviel." „Maar dan zou hij mij gedood heben. O. mijnheer, heb ik het u niet gezegd, dat hij in dezen trein reisde? Ik heb hem dadelijk volgens zijn portret herkend. En nu is hij er met mijn juweelen vandoor „Men zal hem vinden, wees maar niet bang." „Arsène Lupin vindenNooit." „Dat hangt van u af, mevrouw. Luister eens. Zorg, zoodra wij aankomen, dat gij voor het portier staat; roep, maak leven!" Agenten en beambten zullen toesnellen. Verhaal dan, wat gij gezien hebt, in een paar woordenvertel de aanranding, waar. van ik het slachtoffer ben geworden, en de vlucht van Arsène Lupin. Geef zijn signa lement opeen slappe hoed', een parapluie de uwe een grijze, getailleerde over jas../' „De uwe," zeide zij. „De mijne? Weineen, de zijne. Ik bad geen overjas bij me." „Het lijkt me toch, dat hij er ook geen had, toen hij instapte." „Jawel, tenzij het een jas is geweest, die in het bagagenet was vergeten. In ieder geval had' hij de jas aan, toen hij de vlucht nam, en dat is de hoofdzaak. Een grijze, ge tailleerde overjas. Denk er om. O ja, dat zou ik nog vergeten. Noem uw naam, dade lijk. Het ambt van uw echtgenoot zal den ijver van al die menschen verhoogen." Wij- kwamen aan. Zij boog zich reeds naar het portier over. Ik hernam met eenigszins luide stem, bijna gebiedend, opdat mijn woorden goed in haar herinnering zouden blijven „Zeg ook mijn naam, Guillaume Berlat. Zeg desnoods ook, dat gij me kent. Dat zal ons tijd besparen. Het eerste onderzoek moet verhaast worden. De hoofdzaak is de achtervolging van Arsène Lupin, uw juwee len. Gij zult u niet vergissen, nietwaar? Guillaume Berlat, een vriend van uw man." „Afgesproken, Guillaume Berlat." Zij nep reeds en maakte gebaren. De trein stond nog niet stil, toen een heer, gevolgd door verscheidene mannen, binnenkwam. Het critieke oogenblik was ge komen. Buiten adem riep de dame: „Arsène LupinHij heeft ons aange rand. Hij heeft mijn juweelen gestolen Ik ben mevrouw Renaud. Mijn man is onderdirecteur bij den gevangenisdienst. Ha, daar is mijn broeder, Georges Ardelle, directeur van het Crédit Rouennais. Je moest eens weten...." Zij omhelsde een jongen man, die juist bij ons gekomen was en dien de commissa ris groette. Zij ging zenuwachtig voort „Ja, Arsène Lupin. Terwijl mijnheer sliep, is hij hem naar de keel gevlogen. Mijnheer Berlat, een vriend van mijn man." De commissaris vroeg: „Maar waar is Arsène Lupin V* „Hij is uit den trein gesprongen, in den tunnel, voorbij de Seine." „Is u er zeker van, dat hij het was?" „Of ik er zeker van ben! Ik heb hem da delijk herkend Men heeft hem trouwens ook in het station Snint-Lazare gezien. Hij had een slappen hoed op..." „Neon, een stijven, vilten hoed, zooals deze," verl>eterde. de commissaris, terwijl hij naar mijn hoed wees. „Een slappen hoed, zeg ik," herhaalde mevrouw Renaud, „en een grijze, getail- deorde overjas." „Inderdaad," mompelde de commissaris, „het telegram maakt melding van die grij ze getailleerde overjas met zwart fluweelen kraag." „Met zwart fluweelen kraag, juist!' riep mevrouw Renaud zegevierend. Ik haalde ruimer adem. O, wat- een brave, uitstekende vriendin had ik daar Inmiddels hadden de agenten mij van mijn boeien bevrijd. Ik beet- mij hevig op de lippen. Het- bloed sprong er uit. In tweeën gebogen, met den zakdoek voor den mond, zxioals voegt aan iemand, die gorui- men tijd in eon ongemakkelijke houding heeft doorgebracht én die op het gelaat het bloedig spoor van do prop draagt, zei de ik met zwakke stem tot den commis saris: „Mijnheer, het was Arsène Lupin, daar is niet aan té twijfelen. Als men haast maakt, kan men hem inhalen. Ik geloof, dat ik u eenigszins van dienst kan zijn." De wagon, die voor de aanwijzingen van de justitie moest dienen, werd losgehaakt. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5