De ramp van de „Titanic.'' Kon Ned. Weerbaarbeidsvereeniglng. Vragen en Antwoorden. Burgerl. Stand yan Leiden. waar hij de directie d'er aan zijn familie toebehoorende mijnen op zich nam. I>aar werd hij gekozen tot afgevaardigde, inl8Ö0 werd hdj minister van financiën en twee jaren later trad hij aan het hoofd van liet ministerie. Tien jaren lang bleef hij minis ter-president. Na zijn aftreden in 1906 aan va&rdde hij het leiderschap zijner partij. Op het einde van het jaar 1909 werd hem de vorming van een kabinet opgedragen, maar in Januari van het volgende jaar stond hij de eerste plaate in het ministerie ai aan graaf Khuen H ede vary, wiens op volger hij thans weder wordt. Hoe staat het in Mexico? Wij hebben reeds medegedeeld, dat de 'Amerüaaneche regeering de Mexioaansche regeering een waarschuwing heeft doen toe komen, dat deze verantwoordelijk zal wor den gesteld voor alle daden, die het leven of den eigendom van Amerikanen in gevaar zouden kunnen brengen, en dab eenzelfde waarschuwing eveneens is gericht tot den leider der rebellen, generaal Orozoo. De Amerikaansche regeering wil dus blijkbaar niet meer werkloos toeschouwer blijven, bdj hetgeen in Mexioo plaats heeft. De waar schuwing echter hoeft in de Mexicaan soa e regeeringBkringen kwaad bloed gezet. De Mexicaansche minister van buitenlandsche Zaken, senor CaJero, ontkent, dat de regee- ring te Washington eenig recht zou hebben, om Mexico de les te lezen, vooral omdat geen enkel incident zulk een houding recht vaardigt. Hij ontkent eveneens, dat de re geering verantwoordelijk gesteld kan wer den voor daden, die in het oproerige gebied .worden verricht. Vooral echter toonde deze minister zich verontwaardigd er over, dat ook tot generaal Oroaoo een waarschuwing vanwege de Amerikaansche regeering is ge richt. Orozoo is een revolutkmnair, che ver antwoording schuldig is aan de Mexicaan- ache rechtbanken, en hem hadden door een buitenlandsche regeering geen diplomatieke mededeelingen moeten zijn gedaan. Wij moeten een keuze doen uit de talrijke verhalen, die de geredden van de „Titanic'' doen. In het kort kan men zich dë toe dracht als vc lgt voort tellen De „Titanic" voer met vollen stoom door Oen kalme, maar met tamelijk veel ijs be dekte zee, toen de eerste stuurman Mur doch Zondagavond om halftwaalf van dien uitkijk berwht kreeg, dat een groote ijsberg in den koers van het schip was. Murdoch mg hem daarna ook reeds en wist, dat er maar één middel was om de botsing te voorkomen. Hij gaf aan de stuurboord- schroef bevel voor vollen stoom en aan de bakboordschroef voor tegenstoom. Zoo doende werd voorkomen, dat het voorschip tegen den ijsberg optornde. Maar het deel van de ijsberg, dat onder water dreef, was .veel omvangrijker dan het bovengedeelte én schuurde langs de zijde van het schip, zoo dat er platen aan stuurboord! losgerukt werden. Do schok was nietzeermerk. baai* en Murdoch dacht niet, dat het schip Bware averij had gekregen. Hij liet dadelijk den kapitein halen, die het bevel overnam e>n tot het eind1 toe op de brug bleef. De chef van de machine-kaaner meldde aan den kapitein, dat er water binnen stroomde, waarop men last gaf, om alle passagiers aan dek te roepen. Toen het personeel de slapenden wekte, wilden velen niet opstaan, en ook toen zij boven kwamen, voelden zij zich op het groote schip «zoo veilig, dat vele vrou- Iwen weigerden, om in de reddingbooten te gaan. Deze booten weTden, op de twee of drielaatstenainde grootste orde neergelaten. Toen echter begon het schip sneller te zinken, en moest iedeT voor siohzelf zorgen. Een passagier vertelt. Een journalist heeft gesproken met de bei de geredde Zwitsersche financiers Stahlin en Simonius. Stahlin verteltZondagavond zaten Simo nius en ik tx» tafel wat te praten tot half twaalf. Het was dien avond erg koud ge worden, zoodat de electrisobe verwarming gebruikt moest worden. Het schip ging met volle kracht. Alles aan boord was rustig. Wij namen juist afscheid om ons ter ruste te begeven. Onder het uitkleeden hoorde ik plotseling een dof gerommel, dat tien seoonden aanhield. Een lichte stoot was hieraan voo r- afgegaan. De schok was te zwak om mij om te werpen. Ofschoon ik in het ge heel niet dacht, dat er iets bijzonders ge beurd kon zijn, ging ik even buiten mijn hut aan een hofmeester vragen, wat er aan de hand was. De man verzekerde mij, dab er niets gebeurd was en ik ging terug, lntus- schen nam ik mij voor eens op het dek te gaan kijken. Op het dek vond ik ook Simo nius en wij zagen, dat op een der lagere dekken veel ijs verspreid lag in een dikke laag van meer dan twee voet. Het schip liet nu veel stoom uit en waarschijnlijk ten ge volge van het hevig gesis, dat zich liet hoo ien, vulden zich de dekken met vele passa giers. "Van opgewondenheid was geen spoor te merken, want de bemanning verklaarde steeds, dat er niete bijzonders gebeurd was. Kalmeerend was ook de muziek van de echeepskapel, die begon te spelen. Het schip lag stil en nju zagen we aanstalten maken voor het uitbrengen van de reddingbooten. Toch worden do dames dor eerste klasse Verzocht zich aan .dek te begeven, waar rij in do booten kondon stijgen. Toen Si- ïnoriius en ik .dit zagen, geloofden we, dat hert tijd word .ons klaar to maken om heit schip te verlaten. Zoo haalde ik do gewioh- tigBto papieren, en nam zo moe in do tasch. Op het dok teruggekeerd, vonden we veel vrouwen in de booten, doch er hoersdhta geen zenuwachtigheid. Zelfs waren er voel 'dames, die niet moe wilden en zco bloven Wr voel plaatsen open. Simonius en ik gin gen toen in ©en van do minst bezette boo ten, ofschoon er geen angst was, de „Ti tanic" geboel veilig scheen, de muziek nog altijd doorspeelde en de equipage kalm bleef. Eenige spanning was daar toch wel te mer. ken. Aan het vergaan van het reu. ^"énschip dacht echtcT geen m e n s o h, anders waren de plaatsen in de reddingbooten zeker wel spoedig bezet ge- weeBt. Toch Was hot voorschip al vrij diep gezonken en stonden de machines stil. Maar het clectriech lioht scheen nog. Voor de booten werden uitgezet, kwamen vele men schen met zwemgordels en nu spoorde de bemanning iedereen aan om zulk een ding aan te doen. Ook kwamen thans stokers en ander personeel boven, die zich op de boo ten stortten, waar ze door de overige man schappon echter weer uitgezet werden. Ver. volgens werden onze booten te water ge laten. Ongeveer 18 booten, elk met 50 men schen waren nu te water. Toen wij het schip verlieten, scheen de opwinding aan boord zeer toegenomen. Noodseinen werden gegeven en oogenschijnlijk ontstond er een paniek van belang. Wij voeren drie kwartier rond in een snijdende koude, waar na de „Carpathia" ons opnam. We hebben de „Titanic" niet zien zinken. De „Carpa thia" nam nog een reddingboot op, die klaarblijkelijk leeg was neergelaten gewor den. Deze boot was echter tooh bemand ge werden met menschen, die in hot water zwommen, en, na een wild gevocht onder ling, de boot hadden beklommen. Op die wijze vonden 17 man van de bemanning en een student uit Genève een plaats in die reddingboot. Dit StahKn's verhaal hlijkt wel, dat eeto groot verlies aan mensohenlevens te wijten is aan do omstandigheid, dat de bemanning bij haar pogen om een paniek te voorkomten in «en ander uiterste verviel en tegen de passagiers to lang heeft volge houden, dat er geen gevaar dreigde. Hef verhaal van den fél e graf isï. Hef volgende relaas van den rampzali gen nachf, geeft een andere gereidde, de tweede Marcond-telegTaphist Bride van «Ie „Titanic" „Ik had den eersten telegraphist Phil- Hpps tegen middennacht af te lossen. Zon- dagmorgen constateerden wij, dat het ap paraat niet in orde was. ,Wij werkten zeven uur voordat de reparatie klaar was. Had- den wij de fout later ontdekt, dan zouden wij niet in staat geweest zijn, noodsignalen Je geven. Daarna ging ik slapen. Ik werd voor mSjn öjld wakker en hoorde m bed, hoe Phillipps berichten zond naar Kaap Race. Daar ik wist, dat hjj zeer moe was stond dadelijk op, zonder mij aan te kleeden, en reide hem, dat ik bereid was den dienst van hem over te nemen. Plot- zeling, zonder dat wij iets bijzonders ge merkt hadden, stak de kapitein zjjn hoofd in onze werkkamer. „Wij zijn op een ijs berg gestootenl", riep hij, „maak u klaar om noodsignalen te geven, 'doch wacht tot ik dit beveel." Na 10 minuten kwam hij terug, IntuBschen hoorden wij rumoer, doch 'dit verontruste ons niet. „Roep oW hulpl" zei de kapitein, zonder dat hij onze kamer binnenkwam. Wij zon den eerst het signaal C. Q. U. D. en maakten er nog grappen over. De kapitein kwam terug. „Zend S. O. S." zeide hij, en vertelde, dat wij midscheeps op een ijsberg geloopen waren. Steeds nog maak ten wij grappen. Het eerste sdhip, dat wij bereikten, was de Frankfurt," welk sdhip wij mededeelden, wat de kapitein ons juist verteld had. Daarna kwamen wij met de „Carpathia" in verbinding, die wi; reeds konden mededeelen, dat wij begonnen te zinken. Vijf minuten later kwam het ant woord, dat de „Carpathia'' met volle kracht naar ons foestoomde. Om bij onzen kapitein te komen, moest ik over het dek, dat vol met opgewonden, schreeuwende menschen was. Toen ik terug kwam zei Phillipps mij, dat ik mij moest aankleeden. Ik was geheel vergeten, dat ik nog in nachtgewaad rondliep. Hij telegrafeerde verder. Ik bracht ook voor hem een man tel mee, dien ik hem, terwijl hij aan he# werk was, over de schouders wierp, daar hef zeer koud was. Met korte tusschen^ poozen zond Phillipps mij met berichten, die van de „Carpathia" binnengekomen waren, naar den kapitein. Ik merkte, dat de booten ldaar waren en hoofdzakelijk' bezet werden door vrouwen en kinderen.; Phillipps bemerkte tot zijn schrik, dat het apparaat steeds zwakker werkte. De ka pitein verscheen met de mededeeling, dat het water gedrongen was in de machine kamer en dat de dynamo's niet lang meer zouden werken. Dit deelden wij de „Car pathia" nog mee. Ik rende naar buiten, en zag het water reeds ter hoogte van de bootdekken. Noodt zal ik deze laatste 15 minuten vergeten, waarin Phillipps kalm z ij n werk deed, niettegenstaan de de paniek reeds begonnen was. Vlug nam ik mijn reddingsgordel, laajzen en een warme jas. Al dien tijd zag ik Phillipps staande werken. Hij had juist de „Olym pic" bereikt en deelde dit schip mee, dat wij, den boeg naar voren, zonken. Ik wierp hem een reddingsgordel om, nadat ik hem zijn overjas had aangetrokken. Hij zei mij, dat ik moest zien, of alle booten reeds weg waren. Er was er nog één over, Twaalf mannen waTen bezig de boot klaar te maken. Een oogenblik dacht ik er aan, hoe goed het zou zijn, mee te gaan, daarna gaf ik den mannen de hand en zag lien niet meer. Plotseling riep de kapitein: „Gij liebt uw plicht gedaan. Meer kan niet ge daan worden. Hef is tijd dat ieder; aan zichzelf denkt. Ik ontsla u van uw plicht." Phillipps was niet van het apparaat weg te krijgen, niettegenstaande het water reeds in onze kamer binnen drong. Toen zag ik opeens een man zich over Phillipps buigen om hem den red- dingsgordel weg te trekken. Dezen man heb ik zijn verdiende loon gegeven. Van beneden klonk de muziek. Plotseling liep Phillipps naar buiten. Ik zag hem niet weer. Ik zocht de plaats, waar ik vroeger de boot gezien had, en vond die er tot mijn groote verwondering nog. De man nen trachtten tevergeefs de boot lo6 te krijgen. Ik geloof, dat er niet één zeeman onder hen was. Ik trachtte hen te helpgo, toen een reusachtige golf over het dek spoelde. Ik had juist de riemen gegrepen en bemerkte, dat ik plotseling midden in de boot was, die boven mij lag. Ik hield den adem in en trachtte mij vrij te maken. Hoe mij dit gelukt is, weet ik nog niet, doch ik kon weer adem krijgen. Honder den mannen zwommen met hun reddings gordels rondom mij. Mijn eerste gedachte was, van het schip weg te komen, dat een prachtig gezicht opleverde. Rook en vlam men kwamen uit de schoorsteenen, ten ge- volge van de ontploffingen, die ik echter niet gehoord heb. Daarna kwamen er hede stroomen van vonken. Het schipzonk, als een eend, die zijn kop vooruit in het water steekt. Daarbij hoorde men nog steeds de muziek spelen. Alle mu zikanten zullen wel omgekomen zijn. Ik be gon zoo goed als ik kan te zwemmen, en was wel 150 voet weg, toen de „Titanic" heel langzaam begon te zinken. Na een poosje voelde ik, dat ook ik zonk. Hef was zeer koud. Half in mijn droom zag ik een boot opduiken, waar ik heen zwom. Ik greep een hand, men trok mjj uit het water. Het was de boot, waar ik vroeger in ge vallen was. Ik viel in een boek. Iemand ging op mijn voeten zitten, maar ik merkte het niet eens. Het gezicht van de mannen om ons heen, die zonken, was té ver schrikkelijk. Toen begon ook onze boot te zinken. Ik voelde weer water boven mij en plotseling iemand naast mij, die mij nog maals greep. Daarna zag ik lichten en wist, dat het reddende schip, 'de T,Carpa thia", nader kwam. Dit' schip nam ons op.- Een van ons, die in een hoek gelegen) had, was 'dood. Toen ik mij over hem heen boog, herkende ik Phillipps, diewgl van vermoeidheid 'en koude ge storven zal 'z ij n. Mijn versplinterde voet deed verschrikkelijk pijn. Toch be klom ik een ladder en werd naar het hos pitaal gebracht. Daar bleef ik, tot ik mijn oververmoeide collega van de „Carpathia"- moest helpen. De toestellen van dit schip zijn niet meer tot stilstand gekomen en ik heb geen enkelen passagier gezien." Uit het verhaal van Bride hlijkt dat de „Trtanio" het eerst het stoomsohip „F T a n k f u r V' met haar hulpseinen be reikt had. De oorrecpoitderit van de „Frankf. Ztg." seint in verband hiermee: De makelaar Taylor uit Philadelphia is bereid, om do verklaring van den telegrafist Bride to be vestigen, da-t het stoomschip „Frankfurt" van den Norddeutschen Lloyci op hot ver zoek om hulp nietgeroageerd heeft. Taylor wae in de soinhut toen de „Titanic" met de Frankfurt" in verbinding was. Taylor is van meening, dat alle r e i- ai'gera gered hadden kunnen worden, indien de „Frankfurt" bijge draaid had. De correspondent van de „Frankf. Ztg. heeft er over gesproken met v. Helmholt, den chef van den Norddeutschen Lloyd te New-York. Deze verklaard» dat de „Frank furt" op reis wae van Galveston naar Bre men. Hij zou nagaan, wanneer het stoom schip uit Galveston was vertrokken en er achter zien te komen, waar hot ten tijde van do ramp geweest was. Waarschijnlijk zou men niets stelligs kunnen vernemen, voor het stoomschip te Bremen aankwam. Helmholt kon niet zeggen, hoe ver het Marconi-toestel van de „Frankfurt" reikte. Eenrouwdienst. Gistermiddag werd in de St Paul's Ca thedral een plachtige lijkdienst gehouden voor de slachtoffers van de ramp. De toe gang was vrij en het machtige gebouw kon niet alleen bevatten, die poogden den dienst bij te wanen. De Lord Mayor en Sheriffs der City waren in staatsie tegenwoordig en te vens vele bloedverwanten em vrienden der bij de schipbreuk omgekomenen, o.a. een broeder van wijlen William Stead. Een incident deed zich voor, doordat de heer Carlisle, de bouwer van de „Titanio", flauw viel en moeet worden weggedragen. Na te zijn bijgekomen, kon hij in een taxi huis waarts gaan. De plechtigheid was zeer aangrijpend en maakte op de duizenden, die aanwezig kan den zijn, eem machtigen indruk. De deelneming blijft allerwege zeer groot. De admiraliteit heeft lijkdiensten bevolen voor de slachtoffers van de „Titanio". Yele oorlogsschepen vlaggen halfstoks. Koning Alfonso heeft een telegram ge zonden om zijn deelneming te betuigen aan de White Star-Lijn voor de familie van de slachtoffers van de „Titanio". De gelden ten bate van de slachtoffers blijven rijpelijk vloeien. Klachten. De „Shipping Gazette" rekent uit, dat ongeveer 80 pOt. van het maximum, dat de reddingbooten konden bergen, gered is. Het comité uit de geredden vestigt de aandacht op de volgende puntentekort reddingbooten en vlotten tekort aan ge oefend volk om de booten te bemannen te kort aan officieren om bevelen te geven in geval van nood en op het uitbrengen van de reddingbooten toe te zien gemia aan zoeklichten overlading van reddingbooten te groote hoogte van het bootdek, zoodat niet alle booten met tet maximum menschen neergelaten kon worden te groote vaart in mist en ijs. Nog juist bijtijds. Kapitein Rostrom van de „Carpathia" heeft verklaard, dat hij do schipbreukelin gen uit 15 sloepen en van 2 vlotten had opgenomen. Eén reddingboot was zinkende geweest. Rostrom zeide, dat de „Titanio" den Zuidelijken koers genomen had, waar men geen ijsbergen vermoedde. Het sohip had intusschen geweten, dat het in drijfije was geraakt, daar hot er de „Carpathia" van in kennis gesteld had. Rostrom beves tigde verder, dat het alleen een toeval geweest was, dat de „Carpathia" het nood sein ontvangen had. Zijn telegrafist had zich reedsgereed gemaakt om naar bed te gaan en wae nog alleen even in bet seinhuisje gegaan, waar hij toen het noodsein hoorde. Eenige minuten later zou hij zioh ter ruste gelegd hebben. Br u oe Is may Over den president van de White Star Linie gaan de meest tegenstrijdige berioh- ten. Tc New.York neemt de verbittering tegen den heer Ismay, wiens houding laf genoemd wordt, steeds toe. Verschillende pas sagiers verklaren eenparig, dat hij aller eerst san zijn eigen redding gedaoht heeft Mevrouw Cardeza uit Philadelphia verklaar de, dat Ismay voor zioh een veilige plaats uitzocht in een boot en ook de bemanning uitkoos voor die boot Hij verzocht den echt genoot van mevrouw Cardeza, die bekend staat als oen uitnemend roeier, in deze boot plaats te nomen. De heer Cardeza heeft toon onafgebroken 3 uur achter elkaar ge roeid. De Senaatscommissie heeft verklaard, Ismay niet naar Engeland te zullen laten vertrekken, niettegenstaande hij .dadelijk wensohte terug te gaan. Eveneens zullen twaalf leden van de bemanning te New-York moeten blijven. Ismay verklaarde zelf voor de commissie van onderzoek, dat de op zee geldende wet om de vrouwen het eerst te redden, streng werd gehandhaafd, maar hij wist niet, of alle booten door de „Carpathia" opgeno men waren. Toen hij in de reddingboot wil de gaan, waren slechts eenige vrouwen er in. Een officier wilde nog meer vrouwen gaan halen. Daar er echter geene in de buurt waren, ging hij in de boot. Hij wist niet waar de „Titanio" door een ijsberg getrof fen is. Hij heefb slechts gehoord, dat het aan stuurboordzijde was. Hij had geen passa gier» meer in de zee zien zwemmen en hij had ook de „Titanio" niet zien zinken, omdat hij er den rug heen gekeerd had. Ismay beklaagt zioh bitter, over de on rechtvaardige wijze, waarop door de com missie het onderzoek wordt gevoerd. (Aideellng Lelden). Zaterdagavond we!rd doar de aid. Leiden vau bovengenoemde Vereeniging in het Nuts gebouw een vergadering' gehouden in verband met het streven, dezer Vecneaniging, waarin als spr. optrad de voorzitter van hethoofd bestuur dr. D. Meijers. Be vergadering waö, behalve door Leid- scho en Haagsoho leden der Weerbaarheicte- Vereeniging, ook bezocht door padvinders en pad verkenners. Een der bestuursleden van de Leidsche afd., de heer Couturier, opende de bijeen komst met een koïrfc welkomstwoord, in het bijzonder tot kolonel Be Roon, die door zijn tegenwoolrdighedd weder blijk gaf van sympathie voor de afd. en tot overste Eerf, die, eveneens de afd. welgezind is. Het ver heugde spr. voorts, dat de leiders der pad- vind «reorganisaties hun medewerking tot 't welslagen dezer vergadering' hebben willen verleenen. Be Vereeniging hoeft steeds be hoefte lafcan nieuwe leden en deze kunnen vooral luit do j>advinders worden gerecru- teerd. Baairna leidde hij dn Meijers bij de ver gadering in, die vervolgens hiet doel en het 6Üreven der Kon. Ned, Weerbaarheids- vereen., in verband met de nieuwe Mdlitdje- wet uiteenzette. Hij ging vooraf in groote trekken deze Militiewet tna, welke hij zeer belangrijik achtte, omdat zij diep ingrijpt in de be langen van het Ned. volk, waar zij be paalt welke «en hoeveel mannen voor den krijgsdienst moeten worden aangewezen. Er is jaren over de organisatie van ons krijgswezen geklaagd en met eenige over drijving ilfl er gesproken van verwording van ons leger. Ook militaire autoriteiten hebben niet geschroomd te verklaren, dat het riet onze mobilisatie niet in Orde is en het buitenland- ving dit met gretige ocren bj>. Daalrom. verdient riinister Oolijn hulde, dat hij dook <Lezei nieuwe Militiew-et her vormend ia opgetreden, in ons nationaal be lang. Hij heeft dein militieplicht oVer meer dere individuen Verdeeld (van 17,500 tot 23,000) en daardoor den duur van den dienst verkort van 15 tot 11 jaar. Een groote verbetering achtte spr. ook de afschaffing Van het instituut der vier- ïnaaiidörB en de instelling Van een nieuw instituut Waardoor militieplichtigen den dienst kunnen Verkorten met twee maan den, als zij eeto diploma' van voorgeoefend heid bezitten, welk diploma door hen, die zich in gymnastische oefeningen hébben be. kwaamd, gemlakkdlijk kan worden verwor ven. Hiermede kWari kpr. op het terrein dér ,Weerbaarheidsveieemigingen, waar juist de jongelui voor dit diploma zich kunnen voor bereiden. Bdj dit gedeelte, als zijnde voer dezo vergadering .van hét grootste belang1, stond de spr. geruimen tijd stil, de jon geren opwékkénd om zich bij de Vereeniging aan te sluiten. Be bijeenkomst werd besloten mét het vértoonen van een reeks lichtbeelden, door luit. Versteeg, die een blik deden slaan in het Werk der Vereeniging, welk gedeelte "bij de jeugdige hoorders vooral in den émaajk viel. Het was wooT cje Weerbaarheids vrienden een goede propaganda-avond, die vermoe delijk hét bestaand aantal le^en van 23 aanmerkelijk zal verhoog^n. Vraag: Is het geoorloofd om stiekum één sloot te dempen en daarvoor de jon gens, die ér graag spelen, het zand te laten inschuiven en trappen Bedoeld is de sloot tusschen WifctoJEtozcn-laan en de nieuwe hui zen daartegenover. Be toestand is daar vcor de Witte-Kozen-1 aam bewoners vrijwel on houdbaar. Vroeger werd er schouw gedre ven; thans niet? Antwoord: Slooten dempen mag al leen gebeuren met vergunning van den Ge meenteraad, die de voorwaarden stolt voor rioleering, verharding, enz. Als de jongens dit oingeetiraft doen, wat misschien ooglui kend wordt toegelaten door de bouwers, A dit misschien wel wenscheljjk viadsa/,2 moet de politie het verhinderen. MteschS helpt uw vraag. Zoo niet, wendt u <2 tot den Commissaris vein Politie. Vraag: Zoudt u mjj ook willen deelen tót wi«n ik mij wenden méet vca een pcraooa, die jls. Mei 50 jaTen ia en dezelfde betrekking is, om hem' ii bezit te stellen van de medaille der 0nti* Nassau-orde? j Antwoord: Daarvoor moet u ricE den tot desa Minister van Binnenlands^ Zaken. Van uit het Departement wordt dn bij den burgemeester uwer gemeente jugj formeerd. Luiden deze informatie® gunsta| dan bestaat er alle kans, dat het eere-m» taal wordt verleend. Vraag: Waar zijn de toegangfekaarten voor den voetbalwedstrijd HollandBrfgJ (te Dordrecht) alhier te verkrijgen En welb zijn de prijzen? Antwoord: Be toegangskaarten ag hier ter stede in den edgareuhendel vaa C. Voet, Botermarkt 1, verkrijgbaar. In prijzen rijn daar de toegangsbewijzen T& krijgbaar. V r a a; gZijn er ovér het hier ter ebeda gevestigde Rijksopvoedingsgesticht ook genten gesteld? Zoo ja, wie zijn deze hó ren Antwoord: Be Commissie van Tot- zicht bestaat uit de hoeren mr. J« Th. 0 Viruly, voorz., mr. A. J. Fokker, eed'; mr. J. A. F. Coebergh, rir. Egbert de Vricfij dr. A. W. Kroon Jr., mr. C. F. J. Ck sijtn en F. H. G. Gerlings. Vraag: Zoudt u zoo goed willen rijs mij ©enige inlichtingen te versahaffen aa# gaalnde hetgeen men weten moet om' votf verpleegster eai verloskundige te werden ojk geleid? Hoe oud moet men rijn en mij moet mén zich aanmelden? En rijn dasj nog koeten aan verbonden? Antwoord: Behoorlijk schooloindennjf moet u hebben genoten, gezond van galei zijn en van goed gedrag. U riet door tob licitatie cuan een riekeninrichting te komt* nis leerling, verpleegster, dan kunt u dmï Verder u bekwamen voor het diploimh vaa verpleegster. Opleiding kosteloos. Eu val 'aangaat de opleiding tot vroedvrouw, vraa&i daarvoor inlichtingen bij de directie van de Kweekschool voer Vroedvrouwen te Bot. terdam V r a ai g"Wat is hert beste middel om! tiij een lichtbruine lederen handtasoh oen oïio< vlek te verwijderen Antwoord: Wij Vreezen, dat dit u nie$ zal gelukken. Ga eens naar een leder bewerker. Misschien weet dde er nog rand voor. Vraag: Moet men voor een dagdienst bode boven de achttien jaar, belasting te talen? Zoo jai, hoeveel? Antwoord: In het algemeen jal, doe]} wanneer het meisje ook nog bij andere men», schem diensten verricht, dan is men va^ de belasting vrijgesteld. Be belasting te draagt voor U f4. Vraag: Hoe maak ik vuil géwordén' speel goiedbeestein van wit laken schoon, zojy- der ze uit elkaar te halen Antwoord: Afwasschen met aeep en. geest van salmoniak. Ze kunnen echter dtór veelvuldig gebruik wel zoo vervuild zijin; dat er van schoonmaken geen sprake Vraag: Bij het oesters-eten vond ik ih in een der oester* een blauw „steentje" zou ik zeggen, ©en goede benaming kan er Iniet aan geven, daar ik niet weet wat het is. Bé vorm is half egaal rond, alzoo A, itets gtrooter. Wie zou mij nu to nen zeggen wat dit is, denkt u? Antwoord: Bat zal een parel geweest zijn, al is hét dan geen echte en dus gfeen parel van groote waarde wellicht. Zooals u "weet, wtxrdén. dezö bij sommige oester soorten gevonden. ONDERTROUWD: A. Ruygrok jm. 41 j. enA- Mervel id. 23 j. P. J. vau der Steen im.24j.en G. M. Kraak jd. 24 j. A. van H arte velt jm. 24 j. en F. C. A. Pierlöt jd. 20 j. C. Verhoeven im.22 j. en M. Vorst jd. 23 j. L. van Veen jm. 24 j. en E. H. van Brandenburg jd 24 j. P. J Regeer jm. en M. H. Schouten jd J. Laugenberg jm. 30 j. en G. Graizinga. N. de Neef ]m.29 j en C. van Os jd« 2i j. P. J. de Bruyckere jm. 28 j. enM.J. vnfl Benten jd 20 j. K. tf. Middelh m im. 23 j. en M» van der Water jd. 23 i. N. C. Overdevest jm.2I j. en A. J. Schoondergang jd. 25 j. J J. C. Gossen* hoven jm. 32 i. en M. J. P. Timp jd.23 P. H. van Benten ;m. 24 j. ei D. M. Metecher jd.27j. C< Cossee jm. 23 j. en C. Verhaar jd. 23 j. W. 0.R H. van Gnlick w. 69 j en 0. C. F. M. Bogaerts jd.ti j. J. J. Jonker jm 25 j. en G. van Wijle jd 21 j- -j H. Kolkman jm. 25 j. en J. W. L. Grolleman :d. 29 j. A. J. B. Losing jm. 52 j. en H. Al. de Vos jd. 25 j. J. D. Rendtnk jm. 30 j. en P. deRoode jd.29 j. C. H. Zaayer jm. 29 j. en M Blaokwuarat jd. 28 j. ALPHEN. Bevallen: C. Vervoerd geb Vering Z. M Boere gob. Versluis D. A. de Rnijff geb. De Vogel Z. G. van 't Wout geb. 1 uinenburg D. M. Oppelaar geb. Kramers Overleden: G. A. de Rijk D 2 m. A. van Diemen D. 3 m. G. van Veen D. 3 i. J. Tb. b. Withof Keus Z. 11 j. BODEGRAVEN. Bevallen: H. Verbeek geb. Sp argaren Z. J. van den Berg gob. De Borst L>. W. van Kippes luis geb. Spithoven Z. A. Baa9 geb. Oskam Z. Overleden: II. Ceton. geh. m. M. Sterk 76 j. P. Vreeken, 7 i., woq. te Hillegom. LISSE. Gehuwd: B. Jr"As9e!er en J. l.agerweij. Geboren: Johanna, D. van J. Nieuwenhoven en M. Bekkers. Geertrinda, D. van A.Schalkea J. Duijm. Ge rit, Z. van VV. Harting en T. Walraven. Overleden: Adrianus Petrus van Zeis' 7 m-"- Leveol. D. van A. Opdam en M. van Rhjjn. NOORDWI l K. Geboren: Cornelh Bendricus, Z. van J van der VVejjden en E. Vink. Jacobs» D. van J. van der Bent en J. van Homsbergea.-"* Jobanne» Coinelis, Z. v^n D. Meeuw.mooni eaTk de Haasr. Kors Cornelia Johannes, Z. van A. A' de Monije en S. Bergshoef. OndertrouwdJL'ornelis Zaidhoek, 22 t9 Noordwijk, en Maria Duivenvoorde, 201., te Noor wykerhout. Wilhelmus Joha-ires B^umer, j., te Leiden, en Anna Catharina Elisabeth Vrijdag 22 j.. te Yelsen, onlangs te Noordwijk. HondriK Hoogervorst, 24 j., en Mart'areth i Geertrni Steenvoorden, 23 j. Jacobus Adrianus H®®®. kerk, 35 jte Hazerswoude, en Petronella Al31 Hoogeveen, 29 j., te Noordwijk. Overleden: Petrus Paulus de Groot, oP gehuwd roet H. J. B'er man. Piet Klinken»0 jr 17 jZ. vah H. Klinkenberg en L. van der Niet- Margaret ha Warmerdam, 29 j., gehuwd roe "Warmenhoven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 6