sssd ZONDAG5BLAD* VAN MET L&ID5CH DAGE)IAD ?-4lF Wo. 16001. 20 April. Anno 1912. •U Ellen en Ove. Ansjovisvangst. •I» •I* ?4M* i?i i?r iT; *iiT *iiT iTi •vöfifó* II SVf/J I lli|Miêl|l|||i|llé|l|||||||||||||||||||tlill|M MMlfZ 11 *411'** Ove Bo rok zat met den brief in do hand en waagde het niet hem te openen. Hij wan bang voor deaen brief, die reeds nu, nog vóór baj hem geopend en gelezen had, zijn -jog niet geheelde hartewond opnieuw deed bloe den. Toen hij echter een tijdlang zoo gezeten en het welbekende schrift bekeken had, bet •ehrift van een hand, die hij zoozeer had be mind en nog beminde, sneed hij het couvert ten slotte open. Voorzichtig en behoedzaam nam hij den brief er uit. En weer zat hij besluiteloos, met het saam- gevouwen papier in de hand. Nog was het tijd den brief in het vuur te werpen. Moest hij dat niet doen 1 Wat kon zij van hem wil len? Zij wilde zeker alleen herinneringen in hem opwekken, anders niet; herinneringen, die hem kwellen en zijn verlangen naar Haar slechts versterken zouden. Onwillekeurig gleed Borcks blik van den brief, dien hij in de hand hield, naar het levensgroots portret, dat boven de schrijf tafel aan den wand hing. II Ja, wat was zij toch wondermooi I Ove Borck vergat brief, plaats en tijd en Terdiepte zich in bewonderende beschou wing van de schoone dame, die een jonge knappe kunstenaar hier op het doek ge bracht had. En intusschen tooverde zijn verbeelding zonder dat hij het wilde en zonder dat hij het verhinderen kon al de lichte, rroolijke herinneringen uit het halve jaar, dat hij met haar verloofd geweest was, weer voor zijn geest. Beeld na beeld gleed hem voorbijde eerste avond, dat hij haar ontmoette, in het café, waar zij met haar toenmalige ver loofde zat. Ove werd haar voorgesteld door een ook hem bekenden vriend van dezen. Hoe duidelijk herinnerde hij zich nog haar oogen, haar diepe zwarte oogen, die de wonderlijkste tegenstelling vormden niet haar helblond haar! Toen Ove haar zag, wist hij dadelijk, dat hij verliefd op haar zou worden. Den volgenden dag reeds vroeg hij haar en zij wees hem niet af. Zij zag hem alleen met haar ondoorgrondelijke oogen aan en verliet hem. Veertien dagen lang hoorde hij niets van haar. Den vijftienden hij had de dagen geteld, alsof hij steeds na der bij het doel kwam hoorde hij, dat zij haar verloving had afgebroken. Korten tijd daarna verloofde hij zich of ficieel met haar. Een halfjaar laüg duurde de gelukkige verlovingstijd met al zijn verliefdheid. Dat £ij reeds viermaal verloofd geweest was, vóór hij haar leerde kennen, hinderde Ove Borck niet. Hij was er in zijn ongelooflijke naïviteit vast van overtuigd, dat het nood- I lot, even zeker als het bepaalde, dat bet met die vier verlovingen uit moest zijn, er voor zou zorgen, dat zij en hij zich nooit *>uden scheiden. En nu, Ove Borck lachte bitter had hij nog haar portret. En zij had haar zesden verloofde gevonden. Ove Borck zuchtte. Maar plotseling flit ste de gedachte door zijn brein: Misschien stond in den brief, dien hij in de hand hield, dat zij haar verloving met den zesde afgemaakt had en zich weer met hem, Ove Borck, den vijfde, wilde verzoenen. Dadelijk verliet zijn blik het portret en richtte ziah top den brief. Hij vouwde hem open, las en brak in een schaterlach uit. Het komische van het geval werd hem klaar en deed hem goed. Hij las den brief nog eens door, en zijn lach werd tot een hoonenden glimlach. Ach zoo 1 Zij wou haar portret terug hebben Om het aan haar tegenwoordigen verloofde aan nummer zes te geven 1 Maar zij zou haar zin niet hebben. Het portret was tot dusver van den eenen verloofde naar den anderen verhuisd. Eerst had Peter het gehad, toen Otto, toen Ka- rel, en eindelijk was het bij Ove Borck aan geland, die dadelijk, toen hij het kreeg, zwoer, zich nooit van het portret te schei den. En nu waagde zij het, hem het portret terug te vragen om het aan haar zesden verloofde te geven. Het was te gek. Het grappigst vond Ove den volgenden regel in den brief: „Je herinnert je toch nog wel, hoe moei lijk het was, het portret van Karei te krij gen. En ik reken er op, dat gij het me da delijk zult sturen." Ove Borck schreef haar nog denzelfden dag: Het portret kon zij niet krijgen. De jonge, knappe Ellen Buil kneep booB een telegram in dé hand samen. Toen zij den brief van Ove kreeg, sohreef zij hem onverwijld, aardig en vriendelijk. Want zij wilde het portret in elk geval terug hebben. Ten antwoord had zij nu slechts dit telegram gekregen, dat niets bevatte dan de woorden: Neen. Ove. Ellen Bull had geglimlacht, toen zij <lit lakonieke antwoord las. Zij kende Ove ge noeg, om te weten, wat dit telegram be- teekendedat hij woest-boos geworden was over haar herhaald verzoek om het portret. EUen Buil legde haar hoofdje in de han den en peinsde. Zij zou het portret hebben, houden ook. Zij had het immers aan Ejgil beloofd Ejgil was de zesde ver loofde en zij wilde haar belofte hou den Ellen Bull was niet in het minst ver saagd. Zij trok het kleed aan, waarvan Ove het meest gehouden had, zette haar grootsten en mooisten hoed op en schoot haar nieuwen, eleganten mantel aan. En in een auto reed zij naar haar vroege- ren verloofde, Ove Borck. Twee uur lang babbelden zij nu al over oude tijden, Ove en Ellen. En Otve's oogen straalden in wilde verliefdheid. Ellen'i oogen zagen met ziahtbaar genoegen in dit van Ove. En Ellen kon niet nalaten, ver gelijking te maken tusschen Ejgil en Ovt^ vergelijkingen, die uitvielen ten gunste van Ove. In de diepte van haar hart gettelde El len weer iets van die bewondering, die zij vroeger voor Ove koesterde. En met een kleinen schrik want zij had toch geloofd, dat zij nu eindelijk tot rust zou komen had zij er zich over verbaasd, dat zij wr wille van Ejgil met Ove gebroken had, met] dezen eleganten, slanken jongen man, met dt, bruine, levendige oogen en het zwarte haar. Eerst nu bemerkte zij huiverend,, dat Ejgil leelijk was. Hoe had zij hem kunnen ver kiezen Hem, met het dikke bleeke gezicht* met een eersten aanleg van embonpoint! Zij begreep het niet. „Krijg ik nu het portret?" vroeg zij ein delijk met haar allerzachtste stem, terwijl zij haar blik op Ove 1iet rusten. „Ja," antwoordde Ove. Hij voelde, dat hij op dit oogenblik haar slaaf was. „Ja", her haalde hij. ,,Ik zal het je sturen.' „Dank jezei Ellen. En buiten bij d« trap, drukte zij hem lang en warm de hand. Ove Borck liep den geheelen dag rond als in een roes. Maar hij vergat het por tret te sturen, in de hoop, dat Ellen nem nog eens zou bezoeken. En die hoop bleek niet ijdeL In den tijd van aeroplanes en draadlooze telegrafie gaat alles snel. Na Ellen's eerste bezoek bij Ove stond de bleeke Ejgil haar steeds meer tegen en haar gedrag tegenover hem was zóó, dat hij op een goeden dag met haar brak. En dat vilde zij juist. Zij was begonnen, na te denken over haar vele verlovingen en d&arover, wat de men- schen er ten slotte wel van zeiden. En ru meende zij, dat, als het ditmaal Ejgil was, die de verloving afmaakte, de mensohen haar geen wispelturigheid konden verwijten. Ergo: Ejgil brak met haar. Een maand later waren Ove en Ellen on dertrouwd. Ellen huwde Ove. En Ove werd gelukkig. En als Ove wat gebeurde zag, hoe El len's oogen koketteerend in die van andere mannen speelden, dan maakte hij zich niet ongerust. Nu was zij immers zijn vrouw! En elkin avond knikte hij dankbaar het portret toe, dat hem zijn liefste had weergegeven. En vergat-, dat hij leefde in den tijd van aero planes en auto's en in den tijd der echt scheidingen. De ansjovis, ofschoon een klein vischje, heeft voor de kustvisschers der Zuiderzee en die langs de Ocster-Schel de wonen, een groote beteekenis. Ofschoon de eigenlijke verblijfplaats van de ansjovis moet gezocht worden i£ <üe

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 19