fo. 15989. LBIDSOH DAGBLAD, Donderdag- 4 April. - Tweede Blad. Anno 1912. Buitenlandseh Overzicht. Uit de „Staatscourant". Marktberichten, FEUILLETON. Liefde en Plicht. LeldsGbe Kindervacantlekolonies. f Het bestuur der Leidsche Vereenigins voor nder-vacantiekolouies leeft glsterea weer irgaderd om het aantal kinderen, dat dit ar uit zou worden gezondon, te bepalen. Nu reeds hebben zich' de oudeTs van G2- Vinderen bij het bestuur aangemeld, allen. Woorzien van een geneeskundige verklaring, flat uitzending noodzakelijk was. Voorloopig is er geen sprake van al die HndeTcn te helpen. Het bestuur heeft moe- Jen schiften, zjer tegen zijn zin, want het ïy overtuigd, dat zij allen zonder uitzon- Sering een verblijf in de buitenlucht met boede voeding en vorpleging hoog noodig hebben. Voor enkelen staat het vaat, dat «yicr weken zelfs niet voldoende zijn voor ien volledig herstel, zoodat besloten is, ien aaht weken uit te zenden. Naar de ouders vördt zorgvuldig navraag gedaan, zoodati iemand wordt geholpen, waarvan heb niet feker is, dat hij terugkeer de ouders mede, rerken om de herkregen gezondheid te on- IjKrhoudcn. |Wij komen echter veel geld te kort, al iVen verscheidene ouders van hun schraal :omen een bijdrage in de kosten. Onze in- •msten gaan langzaam; achteruit; wat over Svaa van extra-giften is opgeteerd. "I iWij hebben minstens f 800 noodig om! eï jjjt jaar te komen, i y i\Vie helpt ons i Pxie jaar geleden kregen we in één week 1400, in één maand f 600 aan extra-giften. Elke gift, gïoot of klein, ia welkom, i Geeft .u op als lid (f 1 of meer per jaar) Hj den secretaris den heer M. van Wamelen, ffieerenstraah Het Bestuur Mr. A'. VAN DER ELST, Voorz. A. J. DE LANGE, Penningm., Middelstegracht. M. VAN WAMELEN, Secretaris. Mevr. KAMERLINGH ONNES- Bijleveld, Haagweg. Mevr. DE RIDDERVau Peter- som Ramïing, Katwijk a/Zee. P. VAN DER MEER. Al TUK. Dr. J. BRUINTNG. Mej. J. BöHL. liden, 4 April 1912. Uit Tripoli wordt gemeld dat de al gemeen e toestand1 niet veranderd is, en uit Barka verneemt men dagelijks berichten, dat de Turken opnieuw den aanleg van een nieuw fort door de Italianen verhinderen willen. Verder heeft generaal Caneva maat- regelen genomen tegen besmettelijke ziek ten Volgens telegrammen uit St.-Petersburg 1 zullen de groote mogendheden nu spoedig aan de Porte de vraag richten, onder wel ke voorwaarden zij wil toestemmen met Italië vredesonderhandelingen aan te knoopen. In den loop van deze week komt de nieuwe Russiche gezant von Giers in Konstantinopel en daarna zal de actie onmiddellijk beginnen. Behalve Rusland "Tullen Duitschland, Engeland, Frankrijk en Oostenrijk-Hongarije er aan deel nemen. Volgens berichten uit Konstantinopel zou den de groote mogendheden het er echter Hog niet over eens zijn, hoe zij de actie bij 'de Porte beginnen zullen, gemeenschappe lijk, of ieder op zichzelf. In Frankrijk zijn, wij wezen er al 'eens meer op, leger en vloot tegen woordig bijzonder populair. Bij een feestmaal ter eere van de uit j Verschillende garnizoenen van Frankrijk op den afstandsrib bij Parijs aangekomen af- ideelingen cavalerie heeft Mille rand» de mi nister van oorlog, een redevoering gehou den, waarin hij na een geestdriftvolle ver heerlijking van deze glansrijke Verrichting o. a. gezegd heeft: ,,Dib vreedzame en ver standige volk, dat na eeuwen van strijd en gevechten militair in hart en nieren is ge worden, ziet} in u de behoeders van zijn •rechten en zijn eer, en begroet in u de werkzame, goede, dappere en gediscipli neerde soldaten, die zijn trots en zijn gevoel van veiligheid uitmaken." Zooals wij reeds meldden, is het pro- teotoraatsverdrag met Marot k o tot stand gekomen en daarmede is een belangrijk tijdperk in de diplomatieke ge schiedenis afgesloten. Paul Deschanel, voor zitter van de Kamer-oommissie voor de buitenlandsche aangelegenheden, wijdt in den „Matin" een beschouwing aan het feit van den dag, en betoogt, dat, nu dit Ma- rokkaansche vraagstuk, dat jarenlang de geheele Fran6che buitenlandsche politiek heeft beheerscht, een oplossing heeft ge vonden, deze kwestie voortaan onderge schikt moet worden gemaakt aan de alge- meene politiek. Immers, overal elders in de wereld vrageq de moeilijkste problemen de volle aandacht der Fransche diplomatie. Uit het verdrag citeeren wij nog dat de resident-generaal de drager zal zijn van alle macht van de r&publiek in Marokko en de eenige tussdhenperscon tusschen het Maghzen en de vertegenwoordigers der vreemde mogendheden. Hij zal de beslui ten van den sultan goedkeuren en doen afkondigen. De sultan verbindt zich geen internationaal verdrag te sluiten en geen ooncessie te verleenen zonder de toestem ming van Frankrijk. Moe lay Ha fid wien bij dit verdrag niets anders dan een schijn van macht is gelaten, i& blijkbaar van mee ning, dat Frankrijk in Marokko nog heel wat moeilijkheden te overwinnen zal heb ben. In een onderhoud met den berichtge ver Van den Matin" te Fez verklaarde hij n. 1.: „Wanneer Frankrijk wil slagen, zal het met zachtmoeaïgjheid overredingskracht en goedheid te werk moeten gaan. Heb moet vooral niet streven naar een al te spoedig en daardoor oppervlakkig succes." Op de vraag, of het volk zich gemakke lijk in den veranderden toestand zou schik ken, antwoordde de Sultan: „Rr moet behoorlijk onderscheid' worden gemaakt tusschen de eigenlijke Arabieren, de be woners van de vlakte en de Berbers of bergbewoners. Eerstgenoemden zullen reeds spoedig inzien, dat de nieuwe toe stand groote voordeelen voor hen zal op leveren. Omtrent de anderen behoeft men zich echter geen illusies te maken; met hen zal strijd moeten worden gevoerd. Deze volksstammen hebben zioli tot dusverre zelfs nog aan geen enkelen sultan onder worpen en die was toch steeds een land en geloofsgenoot, van een vreemde over- heersching zullen zij dus in het geheel niets willen weten." Als Frankrijk nu nog met Spanje hot eens ziet te wordeD, kan men het Marokkaanse he vraagstuk dat zoo langen tijd in deze rubriek dagelijksche kost is geSveest, voor afgedaan beschou wen. Het zal in de Europeesohe diplomatie een weldadige verademing zijn. Zooals gisteren al reeds bleek, zal de ver moedelijke uitslag van de stemming van do Engelsche mijnwerkera over de al of niet hervatting van het werk, een meerderheid opleveren tegen de her vatting. Gisteravond hadden in het geheel 159,000 mijnwerkers voor hervatting van het werk gestemd, 183,000 stemden tegen. De meerderheid tegen de hervatting bleef dus aangroeien en wel nagenoeg allerwegen, behalve in Zuid-Wales, de Midianden, Cle veland en Somerset. De vergadering van het bestuur van het mijnwerkersverbond zal heden te Londen gehouden worden om den uitslag van de stemming te overwegen. De kwestie is gere zen, of het bestuur de bevoegdheid heeft een hervatting van het werk te bevelen, in dien een kleine meerderheid nog voor sta king is. Geen voorschrift van heb verbond regelt dit punt^ en indien de cijfers onge veer gelijk staan, dan zou een algemeene vergadering kunnen worden uitgeschreven. Naar aanleiding hiervan kunnen wij nog vermelden, dat het volgens de LondCnsche bladen twijfelachtig is, of een eenvoudige dan wel een meerderheid van twee derde vereischt is om over de voortzetting van de staking te beslissen. De secretaris van het mijnwerkersverbond moet eergisteren ver klaard hebben, dat de meerderheid van twee derde noodzakelijk is; de voorzitter van het verbond Enoch Edwards zou daar entegen van meening zijn, dat de beslissing alleen aan het bestuur of uitvoerend comité toekomt, en hij geloofde, dat dit heden weer tot hervatting van den arbeid zou raden, ook wanneer een meerderheid daar tegen was. Gisteren hebben wij meegedeeld, dat de Engelsche minister van financiën. Lloyd George, de begrooting heeft ingediend. Uit de millioenenrede citeeren wij nog iets omtrent de successierecht en. De heer Lloyd George deelde mede, dat in het afgeloopen jaar het aantal sterfge vallen 661,000 had bedragen, waaronder 441,000 stergevallen van volwassenen. Het gezamenlijk bedrag der nalatenschappen van deze overledenen was 270 millioen p. st De helft van dit bezit behoorde aan 970 per sonen. De nieuwe successierechten begon nen eerst bij nalatenschappen ten bedrage van 5000 p. st. Driekwart nu van het in het laatste jaar nagelaten fortuin behoorde aan personen, die 5000 p. st. of meer be- -zaten. Het aantal dezer personen was 7000, de nieuwe rechten hadden in het afgeloo pen jaar 6,300,000 p. st. opgebracht. Deze enkele cijfers geven een denkbeeld van de verdeeling van den rijkdom in En geland. In dit verband verdient ook nog dit cijfer vermelding: de extra-belasting op inkomens boven de 5000 p. st. bracht 3 millioen p. st. op. Het reeds lang te voren aangekondigde bezoek vaJn den Duitsohen Rijks- kanselier aan den Keizer op Kov foe zal thans plaats hebben. Gisteravond is de heer von Bethmann Hollweg met een adjudant, op reis gegaan. Zooals men weet, zou bij dit bezoek de vraag besproken wor den of de kanselier al dan niet kan aanblij ven. Vandaar dat in de politieke werell dit bezoek met aandacht wordt gevolgd. De oplossing van de Hongaarse he crisis heeft niet de harmonie tusschen Hongarije en Oostenrijk hersteld. De Wee- ner hladen zijin meer dan ooit tegen Hon garije verbitterd. Twee nauwkeurige onder scheiden stroomingen zijn merkbaar. De eene poogt de gebeurtenissen, die sa menhangen met de veelbesproken audiëntie van Vrijdag, te verkleinen, door ze te loo chenen, of liever nog door er een andere beteekenis aan te hechten. Graaf Khuen zou dan den Keizer verkeerd hebben ver staan, en het veelbesproken gebaar van den keizer zou niet beteekenen, dat hij had willen afdanken, maar dat hij andere maat regelen zou nemen, zoo in Hongarije de zaak niet spoedig in orde zou komen, nieu we verkiezingen bijv. De andere strooming is tegen het kabinet- Khuen en de parlementaire meerderheid gericht, wijl beide, ondanks het schrijven van den keizer, aan hun opvatting blijven hechte^ en slechts uit eerbied voor den keizer het uitspreken er van willen nalaten. Den keizer maakt men er in Oostenrijk bovendien een verwijt van, dat hij in Jen strijd persoonlijk is opgetreden. Hij had dat moeten overlaten aan de regeering en hst parlement van Oostenrijk, die nooit in een verschillende behandeling van het leger in beide staten zouden hebben toegestemd. Uit dit alles blijkt, dat met de dramati sche gebeurtenissen van de vorige week de quaestie nog lang niet uit is, en dat ~iog ernstige complicaties te wachten zijn. Het meeet merkwaardige is, dat de aanvallen van Oostenrijk volstrekt niet strekken om de positie van Khuen te bevestigen, maar koren op den molen van de Hongaarso'ie oppositie brengen». In de Hongaarsohe Kamer heeft minister president Khuen Hedervary verklaard, dat de door den koning zelf geschreven brief geheel in overeenstemming was met dc grondwet. Hij voegde daaraan toe, dat hij in een actie van het parlement iets onge zonds zag, dat vermeden moest worden. De natie kon geraadpleegd worden over de kwestie, of de l'egerhervorming na de kies rechther vorming in behandeling genomen moest worden. De berichten in de bladen over do laatste audiëntie bij den koning kwamen niet uit den koker van spreker. De Kamer heeft daarop het voorstel- Kossuth verworpen, dat strekte tot het [be antwoorden van den brief van den koning met een adres betreffende de benoeming van het kabinet. Intusschen zijn in een ander deel van de on r u s t i g D o n a u-m onarohie nl. in Kroatië ook weer conflicten. Het. staaatsblad bevat de benoeming van den banus Cuway tot koninklijk commissa ris van Croatië en Slavonië. In een proclamatie verklaart de nieuwe oommissarise dat ingevolge een besluit van den koning de Landdag alle werkzaam heden moet schorsen en daarom zouden alle voorbereidende werkzaamheden voor de verkiezingen gestaakt worden. De com missaris rekent op den steun van alle trou we elementen onder de bevolking. Indien hij bij de vervulling van zijn taak op tegen stand stootte, zou hij alle tot zijn beschik king staande middelen gebruiken. Een verordening van den koninklijken commissaris heeft de preventieve censuur voor de bladen ingevoerd on de verplich ting, de namen van de verantwoordelijke leiders mede te deelen. Een tweede verordening stelt voorloopig de wet op vereeniging en vergadering bui ten werking. Een derde draagt het bestuur van de plaatselijke politie over aan den koninklijken commissaris en schrijft voor, dat m het geheele land commissariaten van politie ingesteld zullen worden. Het belangrijkste bericht uit China voor heden is dat de Nationale Vergade ring, na een heftige diseusie, met 20 tegen 6 stemmen heeft besloten den zetel der voorloopig© regeering over te brengen naar Peking. Het ongeluk a. b. van lir. Hls. Zeeland." Op een schriftelijke vraag van het Ka merlid Thomson om volledige bijzonderhe den aangaande het'ongeluk, op 27 Maart bij het houden van schietoefeningen a.b. Hr. Ms. „Zeeland" voorgevallen, heeft de Minister van Marine het volgende geant woord „Het is ondergeteekende onmogelijk um reeds thans volledige bijzonderheden te verschaffen aangaande het ongeluk, dat rp 27 Maart j.l. bij het houden van schietoefe ningen aan boord van Hr. Ms. „Zeeland", wélk pantserdekschip in West-Indiö ver toeft, heeft plaats gehad, aangezien zooda nige volledige bijzonderheden hem nog niet bekend zijn. Het eenige, wat ondergeteekende reeds thans met zekerheid kan mededeelen, is, dat de onmiddellijke oorzaak van bedoeld ongeluk, ten gevolge waarvan één matroos 2de kl. werd gedood, één korporaal der mariniers zwaar gewond en een marinier 2de kL benevens een licht-matroos licht gewond werden, is gelegen in het, ten gevolge van tot nu nog niet bekende redenen, ontplof fen van een lading van een der kanons van 7.ö c.M. bij niet omgedraaide kruk van het sluitstuk en niet getroffen slagdop der huls, en dat naar de oorzaak van het gebeurde een onderzoek wordt ingesteld." leeraar H. B..S.J. P. a. Pelt, 2de luit', der infanterie; M. S. Kalma; J. K. Brede- rode, hoofdredacteur van do „Bredasche Cou-i rant", en P. W. Th. v. Slobbe, late luit* der infanterie. Er werd een commissie benoemd voor het ontwerpen van statuten. 1>© Palels Kaadlinls-kwestle. In de gisternamiddag gehouden besloten vergadering van den Amsterdamsahen ge-» meenteraad, is aan de orde gekomen de missive van den Minister van Binnenl. Zaken over de Paleis-Raadhuis-kwestie. De slotsom van de langdurige besprekin gen moet zijn, dat B. en Ws. praeadvi^s zullen uitbrengen over die missive. Ziektewet. Ook de werklieden-bestuursleden van bet Zieken- en Ondersteuningsfonds van de Koninklijke Maatschappij „De Schelde", te Ylissingen, hebben tot de Tweede Kamer een adres gericht met het verzoek, in ernstige overweging te willen nemen, of niet alsnog zoodanige wijzigingen in het wetsontwerp- Ziektewet kunnen worden aangebracht, dat het eigen beheer van de werklieden over ziekenfondsen (kassen), die aan nader te stellen waarborgen voldoen, niet worde op geheven. Het „Hdbl." meldt, dat in industrieel© kringen tot het verzamelen van handteekc- ningen een request aan de Tweede Kamer circuleert, waarin wordt aangedrongen op wijziging van de ontworpen Raden- en Ziek tewet in dien zin: dat de samenkoppeling van Ziekte- m?t Ongevallen verzekering uit de wet worde gelicht; dat de hoegrootheid en duur van de uitkeeringen van den Raad van Arbeid worden bepaald in de wet; dat aan de bij zondere kassen de noodigo zelfstandigheid gageven worde. Secretaris van het comité is mr. D. H. Andreae, te Haarlem. Droogte in Suriname. Naar van bevriende zijde aan het „Hbl werd medegedeeld, is te Amsterdam uit Paramaribo bericht ontvangen, dat aan de droogte, waardoor veel ellende in die Kolo nie werd veroorzaakt, een einde is geko men. „Ons Leger." In een te Utrecht gehouden vergadering1 is besloten de in verschillende plaatsen be staande vereenigingen „Ons Leger" to var- eenigen tot oen nationale vereeniging, waar. van de thans bestaande vereenigingen afdee- lingen zullen vormen. Tot leden van het voorloopig hoofdbestuur zijn benoemd do heeren IC. v. d. "Wall, ge- pensionneerd generaal-majoor; Th. C. v. Erp, kapitein der infanterie; G. L. Breedvelt, Bij Kon. besluit is benoemd tot rechter in de arrondissements-rechtbank te Amster dam mr. J. Wiarda, thans rechter in de arrondissements-rechtbank te Dordrecht; is benoemd tot griffier bij het kantonge recht te Weert jhr. mr. B. van den Bran- deler, advocaat en procureur te Utrecht, tevens beëedigd klerk ter griffie van do arrondissements-rechtbank aldaar; is aan den voor den Indischen dienst be stemden soldaat P. Lichters, vergunning verleend tot het dragen van de hem vanwe ge de Fransche Republiek geschonken kolo niale medaille met den gesp „Algérie" cn van de National© medaille ter herinnering aan de expeditie in Marokko met den gesp „Casablanca" is verlof verleend tot het aannemen vau de volgend© door den Minister van Open baar Onderwijs en Schoone Kunsten der Fransche Republiek gedane benoemingen: aan dr. A. J. Salm, dirigeerend officier van gezondheid 1ste klasse bij het leger in Ned.-Indië, zijn benoeming tot „officier de rinstruction publique", en aan H. Bis schop van Tuinen, adjunct-inspecteur van scheepvaart in Ned.-Indic, zijn benoeming tot officier d'Académie. Londen, 3 April. Metalen. (Ie beurs.) StraiU-Tin contant 196.5/-. op 3 md. 192./-. Chili Koper i contant 69.1/3, op 3/m. 69.18/9. Zink 25 10/-. j Lood (Spaansch) 16.2/6 a 16 3'9. I Uzer. (Ie beurs) Cleveland Middlosbro No 3 contant 51/10* en op 1/m. 5 2/2 koooers. Metalen (2de beurs.) Straits Tin contant 197.-/-, op 3/m. 193.-/ Koper contant 69 15/, op 3/m 70.12/6. Zink £25.10/-. Lood (Spaansch £16 3/9 a I IJzer. (2ebeurs).Cleveland Middlesbro No 3 51/10 I contant, 52 IJ op 1 md. koopers. ui Hij begaf zich haastig naar de kar meT der zieke, welke het uitzicht had op den tuin. Een oorverdoovend lawaai klonk hem te gemoet. Mevrouw Reinhardt schreeuw d© en wierp "alles om zich heen, terwijl het meisje op smeekenden toon tegen haar sprak en de voorwerpen uit den weg ruimde, waarmede haar meesteres om zich heen kon werpen. „Hola, hola, mevrouw!" riep de oude Vollmiller reeds in de deur, met zijn dreu nende basstem. „Wat is hier te doen1?" De oude dame was zóp opgewonden, dat zij hem evenmin hoorde als zag. Maar Louise snelde hem te gemoet en vertelde in vliegende haast, wat er gebeurd was. Mid delerwijl trad "Vollmiller op de patiënte toe en greep haar beide handen. De energie en wilskracht van den geneesheer bracht de zieke tot bezinning en kalmte. Zij leunde uitgeput achterover en sloot haar oogen. Hoofdschuddend keek de vriend des hui zes naar de vrouw. Vervolgens naar het jonge meisje, dat weenend in het vertrek rondliep en alles weer op zijn plaats zette. I >»Hat gaat niet verder zoo", zeide de dokter m de gang tot het meisje. „Dat dwingt. g;j niet; spreek niet meer tegen. Straks komt zuster Anna om te waken. Zeg €r haar niets van. En telegrafeer aan dc naaste bloedverwanten; de naaste is toch zeker de neef in Gera, nietwaar Het meisje knikte. „Directeur Reinhardt, ja, dokter, en mevrouw Van Móringen in Stockholm. Moet ik ook daarheen telegrar pheeren?" De dokter dacht na, „Gelooft gij, dat zij komt? Ja, wanneer er iets mocht gebeu ren Wij moeten op alles voorbereid zijn". Louise geloofde het eigenlijk niet. Me vrouw Yan Möringen hield niet veel van haar tante. Maar toch... „Wanneer u denkt, dat..." Haar stem brak in tranen. „Ik ben niet alwetend", zeide de genees heer en trok zijn schouders op. „Dat is nie mand De vrouw kan zich nog eenigen tijd voortslepen, maar met haar aanleg voor een beroerte en met die voortdurende koorts verwacht ik een spoedig einde. Maar gij, Louise, gaat vanavond precies om tien uren naar bed. Begrepen? Dat verlang ik van jeZooals hier de toestand op het oogenblik is, hebben we je meer dan ooit noodigMaar gij; moet krachtiger worden Scènes als van daareven ondermijnen je ge stel! Vermijd die! En flink eten; drink roo- den wijnAdieu, LouiseIk kom vanavond nog eens, na negenen. Adieu Na een halfuur kwam de zuster, een stil, bescheiden meisje. Zij ging op Louise's smeeken de ziekenkamer niet binnen. Louise kleedde de zieke evenals gewoonlijk uit en bracht haar naar bed. De oude dame was nu rustig. Zij nam het kopje lauwe melk, dat het meisje haar op bevel van den dokter toereikte, ging stil in de kussens liggen en zeide niets. Maar toen Louise haar een klein, wit zijden kussentje in den nek schoof, nam zij een oogenblik de harde handen van het meisje in de hare en keek haar aan met haar groote, lichtgrijze oogen. Daarin stonden duizend smeekende, zwij gende woorden. Louise's hart begon onstui mig te kloppen. „Zwijg!" riep haar ver stand. „Zwijg en beloof nietsNeen, gij moet weg! Weg, en daar heen, waar je geluk woontHier gaat ge ten gronde Maar toen zij de koude, bevende handen voelde, die zich als schuwe vogels om de hare klemden, toen zij den angst in de-on rustig flikkerende oogen zag, verdwenen al haar besluiten, ha#.r hart vond slechts ééne taal en wel de taal van het medelijden. „Ik blijf immers!" fluisterde ziji zacht. Die» woorden ontvielen haar onwillekeurig. Zij kon niet anders. Neen, zij kon niet anders^ ondanks de waarschuwende, woorden harer moeder, welke haar te binnen schoten; on danks de toornig fonkelende oogen van haar geliefde, welke plotseling als twee vlammen voor haar ziel stonden. Nu lieten de bevende handen de hare los en van onder de gesloten leden, welke de groote, glans- looze oogen bedekten, vloeiden twee dikke tranen over de verwelkte wangen. „"Mijn innig geliefde Henni! Je goede moeder was vanavond bij mij en toen zij wegging, was het bij ons weer zulk een herrie en gedoe, dat ik haar niet eens heb kunnen verzoeken, je van mij te groeten. De dokter heeft nu beslist gezegd dat ik om tien uren naar bed moet gaan; een zuster waakt vannacht hij de zieke. Maar ik zal toeh niet kunnen slapen, mijn goede, eenige Henni.. Het hart is mj zoo zwaar. Ik moet steeds aan jou denken, Henni, en dat gij boos op mjj zijfc en geen enkelen keer meer bij me aan de deur zijfc gekomen. Ik ben eiken avond in den tuin geweest en heb naar je uitgekeken. Ben ik dan zoo slecht, mijn Henni, wijl ik mij hier niet kan vrijmaken? Gij moest het slechts eens éénmaal mede aanzien, hoe vreeselijk het is, hoe de angst de arme vrouw kwelt, dat ik haar in den steek zal laten. Zij zegt dat wel niet, maar ik voel het. En wanneer ik nu met jou voor het altaar trad en van den geestelijke hoorde, dat ik mijn plicht moet doen jegens mijn man en jegens zijn oude, goede ouders, dat zegt de geestelijke immers, als hi] een jong paar vereenigt, nietwaar? dan zou ik er altijd aan moeten denken, dat ik mij van mijn plicht jegens de oude vrouw, die toch slechts nog een lang sterven voor zich heeft, volgens zuster Anna, die nu bij haar zit, in het geheel niet heb gekwe ten; dat ik haar in den steek liet, wijl ik- zelve gelukkig wilde worden. En ik zou aan onzen lieven Heiland moeten denken. Zou die zoo iets gedaan hebben? Neen, mijn goede Henni, ik zou bang zijn, dat de goede God mij zou straffen, wijl ik zoo on- menschelijk had gehandeld. En als me vrouw Reinhardt op onzen trouwdag mocht sterven, mijn Henni, dan zou ik nooit meer vroolijk kunnen zijn; dat weet ik zeker. Wilt ge dan nog niet een klein beetje ge duld hebben, mijn eenige, lieve, goede schat? Een paar weken slechts nogl Ik heb reeds aan de familie moeten telegraphee- ren. De dokter stond daarop. Elk uur kan het afgeloopen. Wij zijn elkaar toch al die jaren zoo trouw gebleven en hebben elkaar toch zoo innig lief, mijn Henni. Al zijt ge nu ook boos op mij, zoo hebt gij mij toch lief; dat weet ik heel goed. Gij vindt het even vervelend al9 ik, wanneer wij elkaar niet kunnen zien; dat weet ik. Het is alleen een beetje stijfkoppigheid van mijn besten schat en als de kwade tijd voorbij is, dan heeft hij zijn Louise weer eens zoo lief. Ik had je reeds lang gaarne een paar regels geschreven, maar de dagen vliegen voor mij om. Ik kom 's avonds niet. voor twaalven of éénen op bed. Schrijven valt mij ook moei lijker dan huiswerk en wanneer ik later j© boeken moet bijhouden, Henni, dan zult gij mij menigmaal wel beknorren. Ik moet nu eindigen, mijn innig geliefde Henni. Het is "reeds zoo laat. Juffrouw Lin- demann zal je den brie-f morgen brengen, wanneer zij het besteldo wittebrood haalt. Vaarwel dus, lieveling. Steeds denkt aan je, in trouwe, innige liefde: Je Wiesje." „Wees niet meer boos op mij. Toe, Henni, wees weer goedKomt gij vanavond nog een3 bij de deur? Groet je lieve, goede ouders hartelijk van mij-. Ik heb nog noo.fc zulk een langen brief geschreven. Je Louise." Nadat Louise den brief reeds had dicht gevouwen, maakte zij dte* nog eens open en schreef er het postscriptum bij. Zij had eigenlijk nog meer te zeggen en te smeeken gehad, maar de oogen wilden niet langer. Het hoofd deed haar pijn, en ook de rug, van het ongewone werk. Zij schreef dus het adres op het epistel en begaf zich ter ruste, echter niet zonder vooraf nog eens naar de ziekenkamer te gaan en naar haar mees teres te zien. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5