fo. 15989.
LBIDSOH DAGBLAD, Donderdag- 4 April. - Tweede Blad.
Anno 1912.
Buitenlandseh Overzicht.
Uit de „Staatscourant".
Marktberichten,
FEUILLETON.
Liefde en Plicht.
LeldsGbe Kindervacantlekolonies.
f Het bestuur der Leidsche Vereenigins voor
nder-vacantiekolouies leeft glsterea weer
irgaderd om het aantal kinderen, dat dit
ar uit zou worden gezondon, te bepalen.
Nu reeds hebben zich' de oudeTs van G2-
Vinderen bij het bestuur aangemeld, allen.
Woorzien van een geneeskundige verklaring,
flat uitzending noodzakelijk was.
Voorloopig is er geen sprake van al die
HndeTcn te helpen. Het bestuur heeft moe-
Jen schiften, zjer tegen zijn zin, want het
ïy overtuigd, dat zij allen zonder uitzon-
Sering een verblijf in de buitenlucht met
boede voeding en vorpleging hoog noodig
hebben. Voor enkelen staat het vaat, dat
«yicr weken zelfs niet voldoende zijn voor
ien volledig herstel, zoodat besloten is,
ien aaht weken uit te zenden. Naar de ouders
vördt zorgvuldig navraag gedaan, zoodati
iemand wordt geholpen, waarvan heb niet
feker is, dat hij terugkeer de ouders mede,
rerken om de herkregen gezondheid te on-
IjKrhoudcn.
|Wij komen echter veel geld te kort, al
iVen verscheidene ouders van hun schraal
:omen een bijdrage in de kosten. Onze in-
•msten gaan langzaam; achteruit; wat over
Svaa van extra-giften is opgeteerd.
"I iWij hebben minstens f 800 noodig om! eï
jjjt jaar te komen, i
y i\Vie helpt ons
i Pxie jaar geleden kregen we in één week
1400, in één maand f 600 aan extra-giften.
Elke gift, gïoot of klein, ia welkom,
i Geeft .u op als lid (f 1 of meer per jaar)
Hj den secretaris den heer M. van Wamelen,
ffieerenstraah
Het Bestuur
Mr. A'. VAN DER ELST, Voorz.
A. J. DE LANGE, Penningm.,
Middelstegracht.
M. VAN WAMELEN, Secretaris.
Mevr. KAMERLINGH ONNES-
Bijleveld, Haagweg.
Mevr. DE RIDDERVau Peter-
som Ramïing, Katwijk a/Zee.
P. VAN DER MEER.
Al TUK.
Dr. J. BRUINTNG.
Mej. J. BöHL.
liden, 4 April 1912.
Uit Tripoli wordt gemeld dat de al
gemeen e toestand1 niet veranderd is, en uit
Barka verneemt men dagelijks berichten,
dat de Turken opnieuw den aanleg van een
nieuw fort door de Italianen verhinderen
willen. Verder heeft generaal Caneva maat-
regelen genomen tegen besmettelijke ziek
ten
Volgens telegrammen uit St.-Petersburg
1 zullen de groote mogendheden nu spoedig
aan de Porte de vraag richten, onder wel
ke voorwaarden zij wil toestemmen met
Italië vredesonderhandelingen
aan te knoopen. In den loop van deze week
komt de nieuwe Russiche gezant von Giers
in Konstantinopel en daarna zal de actie
onmiddellijk beginnen. Behalve Rusland
"Tullen Duitschland, Engeland, Frankrijk
en Oostenrijk-Hongarije er aan deel nemen.
Volgens berichten uit Konstantinopel zou
den de groote mogendheden het er echter
Hog niet over eens zijn, hoe zij de actie bij
'de Porte beginnen zullen, gemeenschappe
lijk, of ieder op zichzelf.
In Frankrijk zijn, wij wezen er al
'eens meer op, leger en vloot tegen
woordig bijzonder populair.
Bij een feestmaal ter eere van de uit
j Verschillende garnizoenen van Frankrijk op
den afstandsrib bij Parijs aangekomen af-
ideelingen cavalerie heeft Mille rand» de mi
nister van oorlog, een redevoering gehou
den, waarin hij na een geestdriftvolle ver
heerlijking van deze glansrijke Verrichting
o. a. gezegd heeft: ,,Dib vreedzame en ver
standige volk, dat na eeuwen van strijd en
gevechten militair in hart en nieren is ge
worden, ziet} in u de behoeders van zijn
•rechten en zijn eer, en begroet in u de
werkzame, goede, dappere en gediscipli
neerde soldaten, die zijn trots en zijn gevoel
van veiligheid uitmaken."
Zooals wij reeds meldden, is het pro-
teotoraatsverdrag met Marot
k o tot stand gekomen en daarmede is een
belangrijk tijdperk in de diplomatieke ge
schiedenis afgesloten. Paul Deschanel, voor
zitter van de Kamer-oommissie voor de
buitenlandsche aangelegenheden, wijdt in
den „Matin" een beschouwing aan het feit
van den dag, en betoogt, dat, nu dit Ma-
rokkaansche vraagstuk, dat jarenlang de
geheele Fran6che buitenlandsche politiek
heeft beheerscht, een oplossing heeft ge
vonden, deze kwestie voortaan onderge
schikt moet worden gemaakt aan de alge-
meene politiek. Immers, overal elders in
de wereld vrageq de moeilijkste problemen
de volle aandacht der Fransche diplomatie.
Uit het verdrag citeeren wij nog dat de
resident-generaal de drager zal zijn van
alle macht van de r&publiek in Marokko
en de eenige tussdhenperscon tusschen het
Maghzen en de vertegenwoordigers der
vreemde mogendheden. Hij zal de beslui
ten van den sultan goedkeuren en doen
afkondigen. De sultan verbindt zich geen
internationaal verdrag te sluiten en geen
ooncessie te verleenen zonder de toestem
ming van Frankrijk.
Moe lay Ha fid wien bij dit verdrag
niets anders dan een schijn van
macht is gelaten, i& blijkbaar van mee
ning, dat Frankrijk in Marokko nog heel
wat moeilijkheden te overwinnen zal heb
ben. In een onderhoud met den berichtge
ver Van den Matin" te Fez verklaarde
hij n. 1.:
„Wanneer Frankrijk wil slagen, zal het
met zachtmoeaïgjheid overredingskracht
en goedheid te werk moeten gaan. Heb
moet vooral niet streven naar een al te
spoedig en daardoor oppervlakkig succes."
Op de vraag, of het volk zich gemakke
lijk in den veranderden toestand zou schik
ken, antwoordde de Sultan: „Rr moet
behoorlijk onderscheid' worden gemaakt
tusschen de eigenlijke Arabieren, de be
woners van de vlakte en de Berbers of
bergbewoners. Eerstgenoemden zullen
reeds spoedig inzien, dat de nieuwe toe
stand groote voordeelen voor hen zal op
leveren. Omtrent de anderen behoeft men
zich echter geen illusies te maken; met hen
zal strijd moeten worden gevoerd. Deze
volksstammen hebben zioli tot dusverre
zelfs nog aan geen enkelen sultan onder
worpen en die was toch steeds een land
en geloofsgenoot, van een vreemde over-
heersching zullen zij dus in het geheel
niets willen weten."
Als Frankrijk nu nog met Spanje
hot eens ziet te wordeD, kan men het
Marokkaanse he vraagstuk dat
zoo langen tijd in deze rubriek dagelijksche
kost is geSveest, voor afgedaan beschou
wen.
Het zal in de Europeesohe diplomatie
een weldadige verademing zijn.
Zooals gisteren al reeds bleek, zal de ver
moedelijke uitslag van de stemming
van do Engelsche mijnwerkera
over de al of niet hervatting van het werk,
een meerderheid opleveren tegen de her
vatting. Gisteravond hadden in het geheel
159,000 mijnwerkers voor hervatting van het
werk gestemd, 183,000 stemden tegen. De
meerderheid tegen de hervatting bleef dus
aangroeien en wel nagenoeg allerwegen,
behalve in Zuid-Wales, de Midianden, Cle
veland en Somerset.
De vergadering van het bestuur van het
mijnwerkersverbond zal heden te Londen
gehouden worden om den uitslag van de
stemming te overwegen. De kwestie is gere
zen, of het bestuur de bevoegdheid heeft
een hervatting van het werk te bevelen, in
dien een kleine meerderheid nog voor sta
king is. Geen voorschrift van heb verbond
regelt dit punt^ en indien de cijfers onge
veer gelijk staan, dan zou een algemeene
vergadering kunnen worden uitgeschreven.
Naar aanleiding hiervan kunnen wij nog
vermelden, dat het volgens de LondCnsche
bladen twijfelachtig is, of een eenvoudige
dan wel een meerderheid van twee derde
vereischt is om over de voortzetting van de
staking te beslissen. De secretaris van het
mijnwerkersverbond moet eergisteren ver
klaard hebben, dat de meerderheid van
twee derde noodzakelijk is; de voorzitter
van het verbond Enoch Edwards zou daar
entegen van meening zijn, dat de beslissing
alleen aan het bestuur of uitvoerend comité
toekomt, en hij geloofde, dat dit heden
weer tot hervatting van den arbeid zou
raden, ook wanneer een meerderheid daar
tegen was.
Gisteren hebben wij meegedeeld, dat de
Engelsche minister van financiën. Lloyd
George, de begrooting heeft ingediend.
Uit de millioenenrede citeeren wij nog iets
omtrent de successierecht en.
De heer Lloyd George deelde mede, dat
in het afgeloopen jaar het aantal sterfge
vallen 661,000 had bedragen, waaronder
441,000 stergevallen van volwassenen. Het
gezamenlijk bedrag der nalatenschappen
van deze overledenen was 270 millioen p. st
De helft van dit bezit behoorde aan 970 per
sonen. De nieuwe successierechten begon
nen eerst bij nalatenschappen ten bedrage
van 5000 p. st. Driekwart nu van het in het
laatste jaar nagelaten fortuin behoorde
aan personen, die 5000 p. st. of meer be-
-zaten. Het aantal dezer personen was 7000,
de nieuwe rechten hadden in het afgeloo
pen jaar 6,300,000 p. st. opgebracht.
Deze enkele cijfers geven een denkbeeld
van de verdeeling van den rijkdom in En
geland. In dit verband verdient ook nog
dit cijfer vermelding: de extra-belasting
op inkomens boven de 5000 p. st. bracht
3 millioen p. st. op.
Het reeds lang te voren aangekondigde
bezoek vaJn den Duitsohen Rijks-
kanselier aan den Keizer op Kov
foe zal thans plaats hebben. Gisteravond is
de heer von Bethmann Hollweg met een
adjudant, op reis gegaan. Zooals men weet,
zou bij dit bezoek de vraag besproken wor
den of de kanselier al dan niet kan aanblij
ven. Vandaar dat in de politieke werell
dit bezoek met aandacht wordt gevolgd.
De oplossing van de Hongaarse he
crisis heeft niet de harmonie tusschen
Hongarije en Oostenrijk hersteld. De Wee-
ner hladen zijin meer dan ooit tegen Hon
garije verbitterd. Twee nauwkeurige onder
scheiden stroomingen zijn merkbaar.
De eene poogt de gebeurtenissen, die sa
menhangen met de veelbesproken audiëntie
van Vrijdag, te verkleinen, door ze te loo
chenen, of liever nog door er een andere
beteekenis aan te hechten. Graaf Khuen
zou dan den Keizer verkeerd hebben ver
staan, en het veelbesproken gebaar van
den keizer zou niet beteekenen, dat hij had
willen afdanken, maar dat hij andere maat
regelen zou nemen, zoo in Hongarije de
zaak niet spoedig in orde zou komen, nieu
we verkiezingen bijv.
De andere strooming is tegen het kabinet-
Khuen en de parlementaire meerderheid
gericht, wijl beide, ondanks het schrijven
van den keizer, aan hun opvatting blijven
hechte^ en slechts uit eerbied voor den
keizer het uitspreken er van willen nalaten.
Den keizer maakt men er in Oostenrijk
bovendien een verwijt van, dat hij in Jen
strijd persoonlijk is opgetreden. Hij had dat
moeten overlaten aan de regeering en hst
parlement van Oostenrijk, die nooit in een
verschillende behandeling van het leger in
beide staten zouden hebben toegestemd.
Uit dit alles blijkt, dat met de dramati
sche gebeurtenissen van de vorige week de
quaestie nog lang niet uit is, en dat ~iog
ernstige complicaties te wachten zijn. Het
meeet merkwaardige is, dat de aanvallen
van Oostenrijk volstrekt niet strekken om
de positie van Khuen te bevestigen, maar
koren op den molen van de Hongaarso'ie
oppositie brengen».
In de Hongaarsohe Kamer heeft minister
president Khuen Hedervary verklaard, dat
de door den koning zelf geschreven brief
geheel in overeenstemming was met dc
grondwet. Hij voegde daaraan toe, dat hij
in een actie van het parlement iets onge
zonds zag, dat vermeden moest worden. De
natie kon geraadpleegd worden over de
kwestie, of de l'egerhervorming na de kies
rechther vorming in behandeling genomen
moest worden. De berichten in de bladen
over do laatste audiëntie bij den koning
kwamen niet uit den koker van spreker.
De Kamer heeft daarop het voorstel-
Kossuth verworpen, dat strekte tot het [be
antwoorden van den brief van den koning
met een adres betreffende de benoeming
van het kabinet.
Intusschen zijn in een ander deel van de
on r u s t i g D o n a u-m onarohie nl.
in Kroatië ook weer conflicten.
Het. staaatsblad bevat de benoeming van
den banus Cuway tot koninklijk commissa
ris van Croatië en Slavonië.
In een proclamatie verklaart de nieuwe
oommissarise dat ingevolge een besluit
van den koning de Landdag alle werkzaam
heden moet schorsen en daarom zouden
alle voorbereidende werkzaamheden voor
de verkiezingen gestaakt worden. De com
missaris rekent op den steun van alle trou
we elementen onder de bevolking. Indien
hij bij de vervulling van zijn taak op tegen
stand stootte, zou hij alle tot zijn beschik
king staande middelen gebruiken.
Een verordening van den koninklijken
commissaris heeft de preventieve censuur
voor de bladen ingevoerd on de verplich
ting, de namen van de verantwoordelijke
leiders mede te deelen.
Een tweede verordening stelt voorloopig
de wet op vereeniging en vergadering bui
ten werking. Een derde draagt het bestuur
van de plaatselijke politie over aan den
koninklijken commissaris en schrijft voor,
dat m het geheele land commissariaten van
politie ingesteld zullen worden.
Het belangrijkste bericht uit China
voor heden is dat de Nationale Vergade
ring, na een heftige diseusie, met 20 tegen
6 stemmen heeft besloten den zetel der
voorloopig© regeering over te brengen
naar Peking.
Het ongeluk a. b. van lir. Hls.
Zeeland."
Op een schriftelijke vraag van het Ka
merlid Thomson om volledige bijzonderhe
den aangaande het'ongeluk, op 27 Maart
bij het houden van schietoefeningen a.b.
Hr. Ms. „Zeeland" voorgevallen, heeft de
Minister van Marine het volgende geant
woord
„Het is ondergeteekende onmogelijk um
reeds thans volledige bijzonderheden te
verschaffen aangaande het ongeluk, dat rp
27 Maart j.l. bij het houden van schietoefe
ningen aan boord van Hr. Ms. „Zeeland",
wélk pantserdekschip in West-Indiö ver
toeft, heeft plaats gehad, aangezien zooda
nige volledige bijzonderheden hem nog niet
bekend zijn.
Het eenige, wat ondergeteekende reeds
thans met zekerheid kan mededeelen, is,
dat de onmiddellijke oorzaak van bedoeld
ongeluk, ten gevolge waarvan één matroos
2de kl. werd gedood, één korporaal der
mariniers zwaar gewond en een marinier 2de
kL benevens een licht-matroos licht gewond
werden, is gelegen in het, ten gevolge van
tot nu nog niet bekende redenen, ontplof
fen van een lading van een der kanons van
7.ö c.M. bij niet omgedraaide kruk van het
sluitstuk en niet getroffen slagdop der huls,
en dat naar de oorzaak van het gebeurde
een onderzoek wordt ingesteld."
leeraar H. B..S.J. P. a. Pelt, 2de luit',
der infanterie; M. S. Kalma; J. K. Brede-
rode, hoofdredacteur van do „Bredasche Cou-i
rant", en P. W. Th. v. Slobbe, late luit*
der infanterie.
Er werd een commissie benoemd voor het
ontwerpen van statuten.
1>© Palels Kaadlinls-kwestle.
In de gisternamiddag gehouden besloten
vergadering van den Amsterdamsahen ge-»
meenteraad, is aan de orde gekomen de
missive van den Minister van Binnenl.
Zaken over de Paleis-Raadhuis-kwestie.
De slotsom van de langdurige besprekin
gen moet zijn, dat B. en Ws. praeadvi^s
zullen uitbrengen over die missive.
Ziektewet.
Ook de werklieden-bestuursleden van bet
Zieken- en Ondersteuningsfonds van de
Koninklijke Maatschappij „De Schelde", te
Ylissingen, hebben tot de Tweede Kamer een
adres gericht met het verzoek, in ernstige
overweging te willen nemen, of niet alsnog
zoodanige wijzigingen in het wetsontwerp-
Ziektewet kunnen worden aangebracht, dat
het eigen beheer van de werklieden over
ziekenfondsen (kassen), die aan nader te
stellen waarborgen voldoen, niet worde op
geheven.
Het „Hdbl." meldt, dat in industrieel©
kringen tot het verzamelen van handteekc-
ningen een request aan de Tweede Kamer
circuleert, waarin wordt aangedrongen op
wijziging van de ontworpen Raden- en Ziek
tewet in dien zin:
dat de samenkoppeling van Ziekte- m?t
Ongevallen verzekering uit de wet worde
gelicht; dat de hoegrootheid en duur van
de uitkeeringen van den Raad van Arbeid
worden bepaald in de wet; dat aan de bij
zondere kassen de noodigo zelfstandigheid
gageven worde.
Secretaris van het comité is mr. D. H.
Andreae, te Haarlem.
Droogte in Suriname.
Naar van bevriende zijde aan het „Hbl
werd medegedeeld, is te Amsterdam uit
Paramaribo bericht ontvangen, dat aan de
droogte, waardoor veel ellende in die Kolo
nie werd veroorzaakt, een einde is geko
men.
„Ons Leger."
In een te Utrecht gehouden vergadering1
is besloten de in verschillende plaatsen be
staande vereenigingen „Ons Leger" to var-
eenigen tot oen nationale vereeniging, waar.
van de thans bestaande vereenigingen afdee-
lingen zullen vormen.
Tot leden van het voorloopig hoofdbestuur
zijn benoemd do heeren IC. v. d. "Wall, ge-
pensionneerd generaal-majoor; Th. C. v. Erp,
kapitein der infanterie; G. L. Breedvelt,
Bij Kon. besluit is benoemd tot rechter in
de arrondissements-rechtbank te Amster
dam mr. J. Wiarda, thans rechter in de
arrondissements-rechtbank te Dordrecht;
is benoemd tot griffier bij het kantonge
recht te Weert jhr. mr. B. van den Bran-
deler, advocaat en procureur te Utrecht,
tevens beëedigd klerk ter griffie van do
arrondissements-rechtbank aldaar;
is aan den voor den Indischen dienst be
stemden soldaat P. Lichters, vergunning
verleend tot het dragen van de hem vanwe
ge de Fransche Republiek geschonken kolo
niale medaille met den gesp „Algérie" cn
van de National© medaille ter herinnering
aan de expeditie in Marokko met den gesp
„Casablanca"
is verlof verleend tot het aannemen vau
de volgend© door den Minister van Open
baar Onderwijs en Schoone Kunsten der
Fransche Republiek gedane benoemingen:
aan dr. A. J. Salm, dirigeerend officier
van gezondheid 1ste klasse bij het leger in
Ned.-Indië, zijn benoeming tot „officier
de rinstruction publique", en aan H. Bis
schop van Tuinen, adjunct-inspecteur van
scheepvaart in Ned.-Indic, zijn benoeming
tot officier d'Académie.
Londen, 3 April. Metalen. (Ie beurs.) StraiU-Tin
contant 196.5/-. op 3 md. 192./-. Chili Koper
i contant 69.1/3, op 3/m. 69.18/9. Zink 25 10/-.
j Lood (Spaansch) 16.2/6 a 16 3'9.
I Uzer. (Ie beurs) Cleveland Middlosbro No 3
contant 51/10* en op 1/m. 5 2/2 koooers.
Metalen (2de beurs.) Straits Tin contant 197.-/-,
op 3/m. 193.-/ Koper contant 69 15/, op 3/m
70.12/6. Zink £25.10/-. Lood (Spaansch £16 3/9
a
I IJzer. (2ebeurs).Cleveland Middlesbro No 3 51/10
I contant, 52 IJ op 1 md. koopers.
ui
Hij begaf zich haastig naar de kar
meT der zieke, welke het uitzicht had
op den tuin. Een oorverdoovend lawaai
klonk hem te gemoet. Mevrouw Reinhardt
schreeuw d© en wierp "alles om zich heen,
terwijl het meisje op smeekenden toon
tegen haar sprak en de voorwerpen uit den
weg ruimde, waarmede haar meesteres om
zich heen kon werpen.
„Hola, hola, mevrouw!" riep de oude
Vollmiller reeds in de deur, met zijn dreu
nende basstem. „Wat is hier te doen1?"
De oude dame was zóp opgewonden, dat
zij hem evenmin hoorde als zag. Maar
Louise snelde hem te gemoet en vertelde in
vliegende haast, wat er gebeurd was. Mid
delerwijl trad "Vollmiller op de patiënte toe
en greep haar beide handen. De energie en
wilskracht van den geneesheer bracht de
zieke tot bezinning en kalmte. Zij leunde
uitgeput achterover en sloot haar oogen.
Hoofdschuddend keek de vriend des hui
zes naar de vrouw. Vervolgens naar het
jonge meisje, dat weenend in het vertrek
rondliep en alles weer op zijn plaats zette.
I >»Hat gaat niet verder zoo", zeide de
dokter m de gang tot het meisje. „Dat
dwingt. g;j niet; spreek niet meer tegen.
Straks komt zuster Anna om te waken. Zeg
€r haar niets van. En telegrafeer aan dc
naaste bloedverwanten; de naaste is toch
zeker de neef in Gera, nietwaar
Het meisje knikte. „Directeur Reinhardt,
ja, dokter, en mevrouw Van Móringen in
Stockholm. Moet ik ook daarheen telegrar
pheeren?"
De dokter dacht na, „Gelooft gij, dat zij
komt? Ja, wanneer er iets mocht gebeu
ren Wij moeten op alles voorbereid zijn".
Louise geloofde het eigenlijk niet. Me
vrouw Yan Möringen hield niet veel van
haar tante. Maar toch...
„Wanneer u denkt, dat..." Haar stem
brak in tranen.
„Ik ben niet alwetend", zeide de genees
heer en trok zijn schouders op. „Dat is nie
mand De vrouw kan zich nog eenigen tijd
voortslepen, maar met haar aanleg voor
een beroerte en met die voortdurende
koorts verwacht ik een spoedig einde. Maar
gij, Louise, gaat vanavond precies om tien
uren naar bed. Begrepen? Dat verlang ik
van jeZooals hier de toestand op het
oogenblik is, hebben we je meer dan ooit
noodigMaar gij; moet krachtiger worden
Scènes als van daareven ondermijnen je ge
stel! Vermijd die! En flink eten; drink roo-
den wijnAdieu, LouiseIk kom vanavond
nog eens, na negenen. Adieu
Na een halfuur kwam de zuster, een stil,
bescheiden meisje. Zij ging op Louise's
smeeken de ziekenkamer niet binnen.
Louise kleedde de zieke evenals gewoonlijk
uit en bracht haar naar bed. De oude dame
was nu rustig. Zij nam het kopje lauwe
melk, dat het meisje haar op bevel van den
dokter toereikte, ging stil in de kussens
liggen en zeide niets. Maar toen Louise
haar een klein, wit zijden kussentje in den
nek schoof, nam zij een oogenblik de harde
handen van het meisje in de hare en keek
haar aan met haar groote, lichtgrijze oogen.
Daarin stonden duizend smeekende, zwij
gende woorden. Louise's hart begon onstui
mig te kloppen. „Zwijg!" riep haar ver
stand. „Zwijg en beloof nietsNeen, gij
moet weg! Weg, en daar heen, waar je
geluk woontHier gaat ge ten gronde
Maar toen zij de koude, bevende handen
voelde, die zich als schuwe vogels om de
hare klemden, toen zij den angst in de-on
rustig flikkerende oogen zag, verdwenen
al haar besluiten, ha#.r hart vond slechts
ééne taal en wel de taal van het medelijden.
„Ik blijf immers!" fluisterde ziji zacht. Die»
woorden ontvielen haar onwillekeurig. Zij
kon niet anders. Neen, zij kon niet anders^
ondanks de waarschuwende, woorden harer
moeder, welke haar te binnen schoten; on
danks de toornig fonkelende oogen van
haar geliefde, welke plotseling als twee
vlammen voor haar ziel stonden. Nu lieten
de bevende handen de hare los en van onder
de gesloten leden, welke de groote, glans-
looze oogen bedekten, vloeiden twee dikke
tranen over de verwelkte wangen.
„"Mijn innig geliefde Henni!
Je goede moeder was vanavond bij mij
en toen zij wegging, was het bij ons weer
zulk een herrie en gedoe, dat ik haar niet
eens heb kunnen verzoeken, je van mij te
groeten. De dokter heeft nu beslist gezegd
dat ik om tien uren naar bed moet gaan;
een zuster waakt vannacht hij de zieke.
Maar ik zal toeh niet kunnen slapen, mijn
goede, eenige Henni.. Het hart is mj zoo
zwaar. Ik moet steeds aan jou denken,
Henni, en dat gij boos op mjj zijfc en geen
enkelen keer meer bij me aan de deur zijfc
gekomen. Ik ben eiken avond in den tuin
geweest en heb naar je uitgekeken. Ben ik
dan zoo slecht, mijn Henni, wijl ik mij hier
niet kan vrijmaken?
Gij moest het slechts eens éénmaal mede
aanzien, hoe vreeselijk het is, hoe de angst
de arme vrouw kwelt, dat ik haar in den
steek zal laten. Zij zegt dat wel niet, maar
ik voel het. En wanneer ik nu met jou
voor het altaar trad en van den geestelijke
hoorde, dat ik mijn plicht moet doen
jegens mijn man en jegens zijn oude, goede
ouders, dat zegt de geestelijke immers,
als hi] een jong paar vereenigt, nietwaar?
dan zou ik er altijd aan moeten denken,
dat ik mij van mijn plicht jegens de oude
vrouw, die toch slechts nog een lang sterven
voor zich heeft, volgens zuster Anna, die nu
bij haar zit, in het geheel niet heb gekwe
ten; dat ik haar in den steek liet, wijl ik-
zelve gelukkig wilde worden. En ik zou
aan onzen lieven Heiland moeten denken.
Zou die zoo iets gedaan hebben? Neen,
mijn goede Henni, ik zou bang zijn, dat de
goede God mij zou straffen, wijl ik zoo on-
menschelijk had gehandeld. En als me
vrouw Reinhardt op onzen trouwdag mocht
sterven, mijn Henni, dan zou ik nooit
meer vroolijk kunnen zijn; dat weet ik
zeker.
Wilt ge dan nog niet een klein beetje ge
duld hebben, mijn eenige, lieve, goede
schat? Een paar weken slechts nogl Ik heb
reeds aan de familie moeten telegraphee-
ren. De dokter stond daarop. Elk uur kan
het afgeloopen. Wij zijn elkaar toch al die
jaren zoo trouw gebleven en hebben elkaar
toch zoo innig lief, mijn Henni. Al zijt ge
nu ook boos op mij, zoo hebt gij mij toch
lief; dat weet ik heel goed. Gij vindt het
even vervelend al9 ik, wanneer wij elkaar
niet kunnen zien; dat weet ik. Het is alleen
een beetje stijfkoppigheid van mijn besten
schat en als de kwade tijd voorbij is, dan
heeft hij zijn Louise weer eens zoo lief. Ik
had je reeds lang gaarne een paar regels
geschreven, maar de dagen vliegen voor mij
om. Ik kom 's avonds niet. voor twaalven of
éénen op bed. Schrijven valt mij ook moei
lijker dan huiswerk en wanneer ik later j©
boeken moet bijhouden, Henni, dan zult gij
mij menigmaal wel beknorren.
Ik moet nu eindigen, mijn innig geliefde
Henni. Het is "reeds zoo laat. Juffrouw Lin-
demann zal je den brie-f morgen brengen,
wanneer zij het besteldo wittebrood haalt.
Vaarwel dus, lieveling. Steeds denkt aan
je, in trouwe, innige liefde:
Je Wiesje."
„Wees niet meer boos op mij. Toe, Henni,
wees weer goedKomt gij vanavond nog
een3 bij de deur? Groet je lieve, goede
ouders hartelijk van mij-. Ik heb nog noo.fc
zulk een langen brief geschreven.
Je Louise."
Nadat Louise den brief reeds had dicht
gevouwen, maakte zij dte* nog eens open
en schreef er het postscriptum bij. Zij had
eigenlijk nog meer te zeggen en te smeeken
gehad, maar de oogen wilden niet langer.
Het hoofd deed haar pijn, en ook de rug,
van het ongewone werk. Zij schreef dus het
adres op het epistel en begaf zich ter ruste,
echter niet zonder vooraf nog eens naar de
ziekenkamer te gaan en naar haar mees
teres te zien.
(Wordt vervolgd.)