Ho, £5985. LEÏDSÖH DAGBLAD, Zaterdag* 39 Maart. Derde Blad. Anno 1912. Buitenlandseh Overzicht. FEUILLETON. Liefde en Plicht. 7 Het bericht dezer dogen van „Oentral Hews" omtrent een groote nederlaag, der Italianen bij Benghazi, wordt tegenge sproken. Ü3 „Agenziaj Stefani" Zegt: Dit verhaal van „Central News" ontbeert, als gewoon lijk, eiken grond. Dat is reeds duidelijk, wanneer men weet, dat het verzonden is Uit Dehibat, dat op 2000 kilometer van 'Bcnghasi aan de Tunische grens ligt. De berichten der It&tiaansohe regeering uit Benghasi meldden slechts, dat de Turksclie en Arabische strijdmacht, die in dén omtrek van Bcnghasi gelegerd was, zich naar het .binnenland heeft teruggetrokken. "Weer duiken beriohten op omtrent uitge breide vlootactie der Italianen. De Italiaansohe vloot. De „Temps" verneemt uit Konstantinopel dat een Italiaansch oorlogssciliip voor Tripoli in Syrië verschenen is, een kwart uur voor Ide haven bleef,' dooh heen gestoomd is, na- Idat gebleken was, dat zich daar geen Turksch ^oorlogsschip bevond. Verder meldt de „OoraioraJ d'Italia", uit Bengasi dat de opperbevelhebber van de Ita lia ansche troepen in Bengasi, generaal Ame- 'gio, onder verschijnselen van vergiftiging ziek geworden is, en naar het hospitaal over gebracht moest worden. Haar het heet, heeft de generaal bij vergissing sublimaat gedron. leen. Het incident met de aanhouding van de i,Cart hage" kan den Italianen nog geld Kosten. De bladen deelen mede, dat de advocaat Imbrecq bij don minister van buitenland- sche zaken uit naam van do vliegers Du- .val en Obre een verzoek om schadeloosstel ling tot een bedrag van. 74,000 francs aan de Italiaansche regeering ingediend heeft, .wegens het in-beslag-nemen van hun vlieg tuig tijdens het incident mot dp „Carthage". Een merkwaardig en stoutmoedig artikel «.over den Duitse hen Kroonprins staat in het April-nutnmér van het tijd schrift „Tüxmcr". „Ik ben overtuigd," zegt de schrijver, „dat de Duitsche Kroonprins meent, heli Rijk en Pruisen naar plicht on geweten to dienen. Maar niot allo ernstige manneg bullen instemmen mob de wijze, waarop do Prins de eischen van don dienst veTvult. Wer kol ijken militairen dienst hooft hij Uooit en nergens vervuld, voordat hij ver leden jaar in September het commando over het regiment lijfhuzaren in Langfurt op 'zich nam. Menige Pruisische officier meen de, dat het nu eindelijk beter zou worden. Want geen positie in het leger geeft zooveel ,werk en verantwoordelijkheid als het com mando over een regiment. Doch de ver wachtingen, die men aan de benoeming van, den Kroonprins knoopte, werden niet ver vuld. Hij is veel te vaak mpt verlof. De vraag is: of hij sedert het aanvaarden van het commando eigenlijk' wit heeft dienst igedaan „Onmiddellijk na' zijn benoeming ging de Prins vier weken op reis, om' te jagen. Da delijk na zijn terugkomst in het garnizoen 'ging liij naatr Berlijn, waar hij in den Rijks dag de Marode korieb atton bijwoonde, en vliegopeningen ging zien. In het begin van December ging hij naar Silezië om te jagen, en einde December Was hij weer te Berlijn. Tusschen die beide reizen was hij ziek, en moest hij zelfs rnob de Kerstdagen zijn kamer Jvoudenmaar heel ernstig schijnt' overigens die ziekte niet te' zijn geweest. Want na de feestdagen kon men in de Ber lijn sclie bladen lezen, dat de Prins ijverig laan wintersport deed. „Eind Januari was da' Prins weer te Ber lijn, om den verjaardag van den Keizer en den doop van zijn vierden zoon bij te wonen, fen toen ging hij onmiddellijk naar Zwii- tferland. Hier volgde hij met de Kroonprin ses ijverig de win tersp orhoe feningen en dat hij «er niet zoolang bleef, als hij van plan was, as alleen te wijten, wijl hij bij h'et hcekey-spelen jop h'et ijs uitgleed en zijn 'wang klotste. „Op ,6 Maart zag zijn regiment hem ein delijk weer eens terug. Toen werd hot her haaldelijk uitgestelde groote wïnterbal in het Danziger Hof gegeven. „Zoodat de Kroonprins meer afwezig is geweest, dan aanwezig bij zijn regiment! „Hu moge men zeggen, da,t de vervan ging niet veel nadeel voor den dienst zal hebben opgeleverd: want er is wel voor gezorgd, dat de officier, aangewezen om.' den Kroonprins te vervangen, een buiten gewoon flinke persoonlijkheid is. Maar cok deze moet nog ervaring opdoen voor heb aanvoeren van het regiment. En bovendien zijn er tal van dingen, die de regiments commandant zelf moet regelen. En ten slotte moet men piet meenen, dat in Prui sen d.e regiinents.commandanten slechts be noemd worden, om hun regiment door een ander to doen commandeeren. Dit geldt vooral voor den Kroonprins, dio nog meer dan andere officieren vérplicht is, zioh in het wezen van den militairen dienst in te worken, opdat hij later, bij de beoordeeling van militaire zaken, niet steeds behoeft af te gaan op do niet steeds gelukkig ge kozenraadgevers, maar geleerd heeft op eigen beencn té staan." Er blijft langzamerhand niets over van de verklaring der Duitsche regeering, dat men in den Bondsraad eenstemmig vau meening is, dat aan een uitbreiding der e rflasten niet gedacht kan worden. Naar aanleiding van deze mededeeling van de „Norddeutsehe Allgemeine Zeitung'» over de houding van den Bondsraad met betrekking tot het vraagstuk van de erf- lasten, heeft nu de Brunswijksche minister president Hartwig aan een vertegenwoordi ger van de „Braunschwëiger Neuesten Nachrichten" het volgende verklaard: „De Brunswijksche regeering heeft in dé aangelegenheid der erflasten nog geen standpunt ingenomen en wel om de een voudige reden, dat van de zijde der rij ka- re geering tot nog toe tot het miniserie van het hertogdom geen verzoek gericht is, om zich over heb vraagstuk dér erfenisbelasting te uiten. Ook bij de onderhandelingen, wél ke onlangs in den Bondsraad in tegenwoor digheid van de ministers der afzonderlijke bondsstaten hebben plaats gevonden, is dé érfenisbelasing in het geheel niet tot een onderwerp van bespreking gemaakt. Dat de erfenisbelasting echter binnen korten of langen tijd moet worden ingevoerd, daar aan twijfelt men in de kringen van den Bondsraad niet." De mijnwerk'erastaking in En. geland duurt nog wel voort, maar er zija teekenen, die er op wijzen dat het gauw gedaan zal zijn. Volgens de laatste ontvangen berichten waren gisteren overal kenteekenen van een geleidelijke heivatting van het werk. De mijnwerkers die in Chirk in Noord- Wales het werk hebben hervat, konden on der bescherming der troepen ongestoord werken. Eveneens hadden de werkzaamhe den tot onderhoud van de mijn Littleton in Staffordshire ongestoord plaats. Verscheidene voormannen der mijnwer kers hebben gisteren op vele plaatsen groote bijeenkomsten de mijnwerkers be treffende de stemming in zake de mini mumloonwet toegesproken. De taal der lei ders duidt over het algemeen aan, dat zij de hervatting van het werk verkieselijk vin den. Vermoedelijk zullen daarom de meeste mijnwerkers voor de minimumloonwet én hervatting van het werk stemmen. Deze zou dan Donderdagavond beginnen. Ook Ashton, de se-crctaris van hét mijn- workersverbond, raadt den mannen aan vóór hervatting van den arbeid te stemmen. Lord Wolmer vroeg in het Lagerhuis gis teren den eersten minister of de regeering, met het oog op de onrust in de arbeiders- wereld, niet voornemens was wetgevende maatregelen voor te stellen om de oorza ken van die onrust weg te nemen, en of het niot wenechelijk zou rijn om ten einde tijd te vinden voor zulk een wetgeving, zoowel a!e homevul e-w e t als de wet tot scheiding van kerk en staat in Wales tot een volgend jaar uit. te stellen. De heer Asquith antwoordde dat hij, hoewel overtuigd' van het gewicht van de zaak dooi' den spreker bedoeld, niet in staat was. wetgevende maatregelen te be loven, maar dat in elk geval het t-weedo gedeelte van de vraag ontkennend' moest worden beantwoord. De home-rule-wet zal diis niet worden uitgesteld er. later ver klaarde de minister nog, in antwoord op een andere vraag, d'at deze wet Don derdag 11 Ai '1 zal worden ingediend. Thans iets uit Russische poli tieke kringen. Er verluidt, dat mi nister-president Kokowzof bij de aanvaar ding van zijn ambt aen wensch te kennen had gegeven, dat vior ministers ontslagen zouden worden. Die wensdh bleef destijds onvervuld, maar thans schijnt Kokowzof zijn zin te zullen krijgen. Makarof, de mi nister van binnenlandsche zaken, zal n. 1. heengaan en Sassonof On Soechomlinof, resp. minister van buitenlandseh e zaken en van oorlog, zullen hem spoedig volgen." Haar aanleiding van dit bericht schrijft de Petersburgsohe berichtgever van het ,,Berl. Tagebl.": Van wel ingelichte zijde verneem ik dat de rol van Makarof feite lijk uitgespeeld is. Dat Sassonof binnen kort zal aftreden is echter niet waarschijn lijk, ofschoon de geneeshecren verklaard hebben, dat zijn gestel op den duur niet bestand zal zijn tegen liet klimaat van Petersburg. En wat Soechomlinof betreft, deze heeft in den laatsten tijd dikwerf zeer zwak gestaan, thans echter is zijn positie veel sterker geworden. Hij moet zelfs op voor stel van den premier een salaris verhooging van 12,000 Rbl. hebben gekregen. Aan minister Makarof wordt ten laste gelegd, dat de invloed van het ministerie van .binnenlandsche zaken ondei* zijn be stuur sterk a keruit is gegaan, zoodat hij vermoedelijk niet in staaf zal zijn de ver kiezingen voo' de Doema behoorlijk te leiden, ofschoon de opperprocurator van de Heilige Synode, naar men vertelt, be: loofd moet hebben te zrullen zorgen, clat in de vierde Doema 120 geestelijken gekozen zullen worden, die steeds in den geest der regeering zouden stemmen. Kokowzof inoet echter die hidp van de hand hebben ge wezen." Roosevelt blijft wel de aandacht der Amerikanen bezighouden. Dix, gouverneur van den staat New-York, heeft een speciale boodschap gezonden aan de Kamers van dien Staat, waarin hij me dedeeling doet van een klacht van. Roose velt over oneerlijke praktijken bij» de jongste verkiezing van gedelegeerden voor de republikeinsche conventie. In den Senaat had die klacht van Roose velt een uitbundig lachsucces. Uit China wordt bericht dat Joean- sji-kai aan een nerveuze expressie lijdt, ten gevolge van de zorgen, die licm drukken. De toestand moet op het oogenblik zoo zijn, dat er niets met eenige zekerheid te -zeggen valt van hetgeen de naaste toekomst zal brengen. In volo Chineesohe kringen hoopt men nu maar, dat een utilitaire dictatuur zal worden dn gesteld, fr^lke instaat zuil zijn den toestand te beheersohen. Uit Soetsjou, de hoofdstad van Kiangsoe, wordt gemeld, dab de troepen aan het mui ten zijn geslagen en plunderend de vTeem- delingenwijk binnendrongen. De Britsche en Amerikaansche tabak- en Standard-oil-maatschappijen hebben ter stond maatregelen getroffen om, zoo noo dig, alle buitenlanders met een extra trein in veiligheid te brengen. Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Hedenvoormiddag werd op de bovenzaal van „In den Vergulden Turk" een leden vergadering gehouden van het Kon. Insti tuut van Ingenieurs, afdeeling Electro- techniek, die /.eer talrijk bezocht was. In de zaal hingen een aantal photographiesn, teekeningen en statistieken, betrekking hebbende op de Leidsche Electriciteitsfa- briek, in verband met de voordracht dio de heer Thierens, na afloop der huishou delijke. vergadering, zou houden. De voorzitter, prof. dr. Feldmann^ hoog leeraar te Delft, opende de bijeenkomst met een kort woord, waarna de notulen- der vorige vergadering na een opmerking van den heer Van Sandick werden goedgekeurd. De voorzitter deelde daarna mede dat de Commissie voor Statistiek was geïnstal leerd, en voorts dat na de aangekondigde lezing, de heer J. A. Schouten nog een en ander zou mededeelen omtrent „Overspan- ningsverschijnselen. Na afloop der huishoudelijke werkzaam heden werd door den lieer E. J. F. Thie rens, adjunct-directeur der Leidsche Eleo- triciteitsfabriek, een voordracht over deze bloeiende gemeentelijke inrichting gehou den. Spr. memoreerde allereerst de voorge schiedenis van het ontstaan der Centrale, waarvoor de tegenwoordige directeur der gecombineerde gas- en electricteitsfabrie ken, de heer Van Doesburgh, te zamen met den heer Doyer, een tweetal uitvoerige, den doorslag gevende, rapporten heeft in gediend. In zijn verdere rede werden herdacht spr.'s voorganger, wijlen de heer F. A. Holleman, die de fabriek heeft gebouwd, en de werkzaamheden van den heer H. A. Blom, die in 1900 den adjunct-directeur heeft vervangen. In het algemeen werd er op gewezen, dat de zienswijze der rapporteurs, die reeds in 1901 den bouw van een draaistroom-centrale aanbevolen hebben, door de praktijk bewe zen is, juist te zijn geweest, en dat mede als gevolg daarvan in den laatsten tijd in an dere gelijksoortig© Nederlandsche. gemeen ten draaistroom-centrales zijn verrezen in plaats van fabrieken volgens het vroeger gebruikelij ko gel ij kstroom-sy steem De aanvankelijke inrichting der fabriek met turbogeneratoren van 300 Kilowatt vermogen, in 1903 vrijwel een nieuwigheid, werd daarna beschreven; vervolgens werd opgemerkt, hoe, nadat de Centrale in Octo ber 1907 in bedrijf was gekomen, door het snel en geregeld groeiende debiet der fabriek reeds in 1909 een uitbreiding van ketel- en machine-installatie noodig was (o. a. met een turbine van 500 K.W. ver mogen), en in 1911 een groote uitbreiding van het gebouw met machines en toestellen tot stand kwam, voornamelijk met het oog op de stroomlevering aan de te electrificee- ren lijnen in en om Leiden der Noord-Zuid- Hollandsche Tramweg-Maatschappij. Deze elecfcrische tractie kwam in September en October 1911 voor wat betreft de lijnen door Leiden en LeidenKatwijk in bedrijf, nadat reeds van af April 1911 «aan de werk plaats te Rijnsburg gelijkstroom van 1000 Velt spanning v/as geleverd. De eigenaardigheden van het vergroot© bedrijf en van de verbouwing in de jaren 19101911 wet de h vervolgens beha;>leld, waarbij o. a. werd gewezen op heb feit, dat tijdens de zeer ingrijpende bouwwerkzaam- heden geen storing van het bedrijf is voor gekomen, en op de stookinrichting, die van den aanvang van het bedrijf af o. a. door combinatie met liet gasbedrijf (stoomleve- ring aan en cokesafval betrekken van .K gasfabriek) zéér heeft voldaan. Op het oogenblik moet door den groei van de clectriciteitsfabriek worden over gegaan van handstoken tot- een mechani sche stookinrichting. De tram machines zijn zoodanig gekozen, dat bij economisch bedrijf en zonder ge bruikmaking van een batterij door de schok ken bij het aanzetten van de tramwagens geen hinder in do lichtspanning ontstaat. De vergroote Centrale bevat eeu nieuwe 1000 Kilowatt-turbine, terwijl verdere ruimte voor uitbreidingen aanwezig is. Wat de resultaten van het bedrijf be treft, werd gewezen op de blijvende toene ming van het aantal aansluitingen aan de. electrieitéitsfabriek, over de électrioiteits- voorziening van andere gemeenten door Leiden, en over stroomlevering aan kleinere en grootere fabrieken door de Centrale, waarbij de nadruk werd gelegd op de voor- deelen, die bij aansluiting aan de electriei- teftsfabiiek naast invoering van afzonder lijke of groepen-aandrijving der werktuigen voor de meeste fabrieken worden verkre, gen, en waarvan door meerdere industrièe- len wordt geprofiteerd. Dit wérd met te Leiden verkregen, cijfers aangetoond naar aanleiding- van in den laatsten tijd verschenen, publicaties van tegenovergestelde strekking. Over de in 1910 en 1911 tot stand geko men electricit-eitslevering naar Noordwijk; Voorhout, Oegstgeest en Zoeterwoude werd een en ander medegedeeld, alsmede over algemeene gezichtspunten betreffende even tueel© stroomlevering door Leiden aan an dere gemeenten. Ten slotte werd gewezen op den sinds No vember 1911 in werking zijnde electrische klokkendienst en op de voorloopig daarme de verkregen resultaten. Een en ander werd door teekeningen en grafieken toege licht. Na afloop der vergadering werd de e!eo« tViciteitsf abriek bezichtigd. Ned. Natnarhist. Yereeniglng Afdeeling Lelden. Do bijeenkomst van gisteren in „Iii don] Vergulden Turk", alhier, muntte uit doocP een zeer gevarieerde agenda: anthropologic botanie, mycologio en zoölogie, kwamen achtereenvolgens aan do orde. Prof. J. Bceke demonstreerde een aantal onderkaken van verschillende mensohanras-i sen, waaronder eenige zeer intéressante fos siele vormen en van don orang-oetang. Opi duidelijke wijze toonde spr. hoe wij thans een volledige reeks kunnen opstellen van! deze kaken, die van het apentypc geleide lijk voert tot het type van den recenten' cultuvumensch. Als belangrijkste schakel noemde spr. den Hcmo Heidelbergensis, die verschillende dui delijk uitgesproken apenkenmerken heeft, o.a. het geheel ontbreken vau 1de kin; heb ge bit is echter volkomen 'menschel ij khet isi ongetwijfeld een zeer oud 'type, dat. in Euro pa leefde in éen tijd, toen cok rhinoceros, mammouth en holénbeer dit nog bevolkten. Na, deze kaak met die. van den orang- oetang te hebben vergeleken, liet spreker, achtereenvolgens de kaak van den Ilomo- Hauseri, van den Homo-Spij, van den Pa poea; en den Maleier de revue pas sea ren cn. wees daarbij pp de «meer aapachtige ken merken, die de onderkaak dezer primitieve volken vertoont, o. a- liet bijna geheel onfcj breken van de beenige kin. Spreker woos er echter met nadruk op, dat, al kunnen' wij een d.g; reeks opstellen, hiermede nog niet gezegd is, dat de' mensclt van den aap afstamt. Dit is onmogelijk, want daarvoor is de apcnschedcl veel te sterk in een be paalde richting gespecialiseerd. Wel echter wijzen al deze feiten or op, dat men voor menschen «aap een gemeenschappelijkcn stam vader moet aannemen-; hiermede komen wij •echter in het gebied der zuivere hypothese, want van d.g. vormen is niets bekend- Na 'n woord van dank van den voorz.. den heer Sirks, hield deze 'n korte verhandeling over fascialies on peloriëii. Dèzc eigenaar dige verschijnselen -in liet plantenleven wer den «aan de hand van lnooidemonstratie-, materiaal besproken hierbij wees spreker er op, dak da fiesciatie;, het verseRijns él,- dak een stengel of een blóeiwijze zich sterk af plat en handvormig wordt, meer als een monstruositeit te beschouwen is; terwijl, de. peloriëii meer als een eigenaardige h at uur- speling te beschouwen zijn, 'die bijv. door zorgvuldigo cultuur zich laten voortkweekeii. In verband hiermede deelde Spr, iets mede over dé proeven, die prof. H. de Vries met ,<le .cultuur van pelorische .planten ge nomen heeft. Na do pauze demonstreerde de heer H. v. d. Lek ecu 'aantal fungi, door hem hier in den omtrek verzameld, 'en eeniga afbeel dingen daarvan, waaroimjr- fraaie aquarel len van moj. De iPavoi d Smits cn enkele stereoscopische natuuropnamen. Spr* vond hierbij gelegenheid een en ander óver deze gewassen incde te deelen en-.toonde o.a. do groote- variabiliteit van sommige zwammen, zooals Fora-es .conchatus, waarvan 'lij; eenige uiteenloopende vormen had medegebracht. __Ten slotte deelde dc heer Van «Treurmiots mede over de verkleuring, y.ni do <i7.cliti van het hermelijn en Over de bij on#; voor komende ratlensoorten4ea waterrat, den bruinen en den zwarten 'rat. De huiden dezer dieren werden door spr. «daarbij getoond. Het was .over tienen, toende voorzitter de geanimeerde en vrij goed bezochte verga dering sloot. 7) „En nu, mijn ouders rijn ook niet meer zoo flink als vroeger; rij hebben in hun leven al heel wat. afgewerkt. Vader heeft .veel last van jirht, zoodat hij zioh dikwijls maandenlang niet kan bewegen, en moeder ïs in het laatste jaar ook minder geworden; rij kan niet meer zoo meedoen als vroeger.'' Pauze. Louise stond nu midden in de kamer en hield haar beide handen tegen haar kloppend hart gedrukt. Doch zij, die op de waranda zaten, zagen dat niet. Me vrouw Bernhardt keek starend voor zich uit. Maar om haar lippen kwam een zenuw achtige trek, welke bijna iets pijnlijks had: de vrees, de vrees voor hetgeen moest ko men. Het snoerde haar de keel toe. Zij durfde den man, die voor haar zat en zijn hoed zenuwachtig in zijn handen draaide, niet aanzien. En Hendrik Striegler had al de mooie, overtuigende redenaties verge ten, welke hij, onder het kneden van het deeg, dagelijks had ingestudeerd. Hij moest de woorden als het ware als zware gewich ten uit zijn binnenste ophalen. Zijn op rechte, blauwe oogen rustten smeekend op de «zieke vrouw. Wanneer zij hem toch maar .wilde helpen, slechts een weinig. Met een enkel woord slechts zeggen, dat zij heel goed begreep, waarom hij was gekomen. Zij was toch ook eenmaal jong geweest en had naar geluk verlangd en dat bezeten; (wist zij dan niet meer hoe het er uitzag in twee zulke jonge harten Dat moest zij toch begrijpen, al kon «zij dan mogelijk ook niet vatten, dat er twee jonge handen thuis hoog noodig waren, wijl de oude stram wa*- ren geworden en naar rust verlangden. En opeens overmande hem weer de trots van den man, die op zijn wil staat en wiens ijverzuchtig hart schreeuwt: „Zij behoort mij toeEn ik wil haar hebben, ondanks all ©9 Nu liet eindelijk de stem der .oude vrouw rich hooren. Beverig en zacht, als 't ware als uit de verte, bereikte die zijn oor: „U heeft volkomen gelijk, mijnheer Striegler, volkomen gelijk! Maar zooals het is... Mijn klein stukje leven, dat houdt Louise in haar handen. En wanneer gij. haar mij ontneemt, mijnheer Striegler..." Nu werd de stem helderder en verhief zich, angst klonk daar uit; het was als het wanhopig getjilp van een vogel, dien het roofdier bedreigt. „Daar, daar is zij I Louise Vraag haar zelve, mijnheer Striegler. Vraag haar zelve I" Louise stond in de balkondeur, doods bleek. Haar oogen vlogen angstig tusschen de beide menschen, die zoo heftig om haar bezit streden, heen en weer. Hendrik was opgestaan. Hij hield de leuning van zijn stoel vast omklemd en keek het meisje aan. Het was een van die oogenblikken, waarin de belanghebbenden het gevoel hebben, alsof de geheele wereld in haar loop moet stilstaan, totdat hun lot* beslist is. Zelfs het dier scheen te gevoelen, wat er in de har ten van deze drie menschen omging; het lichtte rich op en schudde den slaap uit rijn oogen. Het hield zich echter stil en drukte zijn zwart glanzend lichaampje vast tegen de voeten zijner meesteres. Hendrik Striegler verbrak het stilzwijgen en trad dicht op heb meisje toe: Louise!" Zijn stem had weer denzelfden klank als buiten, toen hij kwam; maar er klonk nu een lichte trilling uit rijn woorden, die van den strijd getuigde, welke «zijn gemoed in gisting had gebracht. „Over vier weken is het PaachenIk vraag je voor de laatste maal: wilt gij je woord houden of niet? Ik kan niet langer wachten. Ik kan niet, Louise; gij weet wat mij drijftWeet gij dat niet?" Zij had haar beide vast-ineengoklemde kanden hoog opgeheven en hield die dicht voor zijn gelaat, waaruit de oogen gloeiend- heet te voorschijn kwamen, terwijl de blau we aderen op zijn voorhoofd opzwollen. Hij greep haar beide handen en drukte die zoo in zijn rechterhand, dat het haar pijn deed. „Heb geduld, mijnheer Strieglerriep de zieke vrouw op matten toon. Ik wil im mers ook alles doen; wil zorgen voor u bei den, mijnheer Striegler l" „Zorgen, mevrouw? Laat mijn meisje vrij», dat is genoegriep de man veront waardigd. „Ik heb, Gode zij dank, mijn twee gezonde armen. En mijn ouders heb ben voor mij gozorgd. Maar nu moeten die rust nemen; nu is de beurt* aan mij! Zeg Louïse, dat zij kan gaan, want of ik voor haair ook mijn hart stuksgewijze uit het lijf ruk, zoo is dat toch niet genoeg! Het is God geklaagd, mevrouw; maar van ons bei den is u de sterkste Hij had Louise's handen losgelaten en stond midden op het balkon. Het haar viel hem wanordelijk over het brandende voor hoofd en van onder zijn wenkbrauwen fon kelde het onheilspellend vastberaden. Louiae beefde van angst en verdriet. Zij had hem nog nooit zoo gezien. Ach, had zij toch haav hart mogen volgen, clan zou zij zich in zij-u armen geworpen hebben en met hem zijn meegegaan. Er waren echter nog twee oogen op haar gericht, welke een zwijgende, vurige taal spraken. En hoe haar hart zich ook naar den geliefde keerde, zij kon hem heb woord niet zeggen, dat hem gei ustgesteld en gelukkig gemaakt had: „Ik kom bij je, wanneer gij mij roept!" Zij voelde het, hier bond haar een pliolvt, wel ke zich als 't ware als een zwaar gewicht aan haar gemoed hing en haar geheel naar zich toetrok. Hendrik trad op haar toe. Hij voelde hoe zij streed; maar hij was besloten, zijn wil door te zetten tegenover de vrouw, die hem sinds jaar en dag in den weg stond* „Vaarwel, Louise," zeide hij en drukte haar koude, bevende handen. „Gij kent mij." En voor mevrouw Rein hardt, die zwaar ademhalend in haar bed lag, boog hij zwij gend en vertrok. Louise volgde hem, maar nog vóórdat zij de gang had bereikt, viel de deur der woning voor haar neus in het slot. De zware veiligheidéketting rammelde met rijn schakels en werd niet rustig. Hei- meisje, dat zich door de lange ziekte van haar meesteres had aangewend, elk geluid te vermijden, hield dien vast. Teen keerde «zij weer naar het balkon terug. De zieke zeide niets, slechts haar oogen gleden over haa.T heen en volgden angstig de blikken van het meisje, welke over de haag heen- gluurden, waardoor de zonnestralen dansten evenals daar straks. De voetstap pen van den rnan klonken luid in de leege straat, luid en trotseerend. - Tusschen de vrouwen' werd geen woord gewisseld. Zij zagen "er heiden tegen op heb eerste woord te zeggen. De dagen, welke nu aanbraken, droegen zulk een geheel «ander stempel dan men ze tot dusverre in de villa gewoon wa.s, dat Louise's gedachten zich veelal bij huiselijke bezigheden moesten bepalen. Haar hart met zijn groote zorgen trad op den achter grond. Haar schouders weiden echter nog smaller en de jonge lippen trilden nf cn toe van ingehouden tranen. De bloedverwanten van mevrouw Reinhardt, die anders nooit dan op feestdagen verschenen, toonden nu groote belangstelling. Zij daagden van alle lcan'ten op, brachten onrust in huis en voor Louise meer werk. Louise kon het werk niet me?r alleen af. Vrouw Lindemann was ,nu van 's morgens vroeg boven om te helpen. Haar man kreeg zijn eten beneden in de loge; maar overi gens bestuurde hij de kleine huishouding alleen. Louise verscheen niet meer in het stadje. De leveranciers kwamen vragen wat er noodig was cn zonden de waven in huis. 's Avonds, wanneer allen sliepen, ging zij naar beneden en keek dan door de ijzeren staven van het tuinhek verlangend de straat over of er geen gedaante naderde: luisterde met ingehouden adem of zij niet het geluid van een voetstap, van een wèl- bekende mannenstap hoorde. Alles bleef echter stil. Niemand vertoonde zich. Slechts de nachtvogels zweefden onhoorbaar boven de boom en cn in de takken ritselde de lauwe voorjaarswind. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 21