Ho, £5985.
LEÏDSÖH DAGBLAD, Zaterdag* 39 Maart. Derde Blad.
Anno 1912.
Buitenlandseh Overzicht.
FEUILLETON.
Liefde en Plicht.
7 Het bericht dezer dogen van „Oentral
Hews" omtrent een groote nederlaag, der
Italianen bij Benghazi, wordt tegenge
sproken.
Ü3 „Agenziaj Stefani" Zegt: Dit verhaal
van „Central News" ontbeert, als gewoon
lijk, eiken grond. Dat is reeds duidelijk,
wanneer men weet, dat het verzonden is
Uit Dehibat, dat op 2000 kilometer van
'Bcnghasi aan de Tunische grens ligt.
De berichten der It&tiaansohe regeering uit
Benghasi meldden slechts, dat de Turksclie
en Arabische strijdmacht, die in dén omtrek
van Bcnghasi gelegerd was, zich naar het
.binnenland heeft teruggetrokken.
"Weer duiken beriohten op omtrent uitge
breide vlootactie der Italianen.
De Italiaansohe vloot.
De „Temps" verneemt uit Konstantinopel
dat een Italiaansch oorlogssciliip voor Tripoli
in Syrië verschenen is, een kwart uur voor
Ide haven bleef,' dooh heen gestoomd is, na-
Idat gebleken was, dat zich daar geen Turksch
^oorlogsschip bevond.
Verder meldt de „OoraioraJ d'Italia", uit
Bengasi dat de opperbevelhebber van de Ita
lia ansche troepen in Bengasi, generaal Ame-
'gio, onder verschijnselen van vergiftiging
ziek geworden is, en naar het hospitaal over
gebracht moest worden. Haar het heet, heeft
de generaal bij vergissing sublimaat gedron.
leen.
Het incident met de aanhouding van de
i,Cart hage" kan den Italianen nog geld
Kosten.
De bladen deelen mede, dat de advocaat
Imbrecq bij don minister van buitenland-
sche zaken uit naam van do vliegers Du-
.val en Obre een verzoek om schadeloosstel
ling tot een bedrag van. 74,000 francs aan
de Italiaansche regeering ingediend heeft,
.wegens het in-beslag-nemen van hun vlieg
tuig tijdens het incident mot dp „Carthage".
Een merkwaardig en stoutmoedig artikel
«.over den Duitse hen Kroonprins
staat in het April-nutnmér van het tijd
schrift „Tüxmcr".
„Ik ben overtuigd," zegt de schrijver,
„dat de Duitsche Kroonprins meent, heli
Rijk en Pruisen naar plicht on geweten to
dienen. Maar niot allo ernstige manneg
bullen instemmen mob de wijze, waarop do
Prins de eischen van don dienst veTvult.
Wer kol ijken militairen dienst hooft hij
Uooit en nergens vervuld, voordat hij ver
leden jaar in September het commando over
het regiment lijfhuzaren in Langfurt op
'zich nam. Menige Pruisische officier meen
de, dat het nu eindelijk beter zou worden.
Want geen positie in het leger geeft zooveel
,werk en verantwoordelijkheid als het com
mando over een regiment. Doch de ver
wachtingen, die men aan de benoeming van,
den Kroonprins knoopte, werden niet ver
vuld. Hij is veel te vaak mpt verlof. De
vraag is: of hij sedert het aanvaarden van
het commando eigenlijk' wit heeft dienst
igedaan
„Onmiddellijk na' zijn benoeming ging de
Prins vier weken op reis, om' te jagen. Da
delijk na zijn terugkomst in het garnizoen
'ging liij naatr Berlijn, waar hij in den Rijks
dag de Marode korieb atton bijwoonde, en
vliegopeningen ging zien. In het begin van
December ging hij naar Silezië om te jagen,
en einde December Was hij weer te Berlijn.
Tusschen die beide reizen was hij ziek, en
moest hij zelfs rnob de Kerstdagen zijn
kamer Jvoudenmaar heel ernstig schijnt'
overigens die ziekte niet te' zijn geweest.
Want na de feestdagen kon men in de Ber
lijn sclie bladen lezen, dat de Prins ijverig
laan wintersport deed.
„Eind Januari was da' Prins weer te Ber
lijn, om den verjaardag van den Keizer en
den doop van zijn vierden zoon bij te wonen,
fen toen ging hij onmiddellijk naar Zwii-
tferland. Hier volgde hij met de Kroonprin
ses ijverig de win tersp orhoe feningen en dat
hij «er niet zoolang bleef, als hij van plan
was, as alleen te wijten, wijl hij bij h'et
hcekey-spelen jop h'et ijs uitgleed en zijn
'wang klotste.
„Op ,6 Maart zag zijn regiment hem ein
delijk weer eens terug. Toen werd hot her
haaldelijk uitgestelde groote wïnterbal in
het Danziger Hof gegeven.
„Zoodat de Kroonprins meer afwezig is
geweest, dan aanwezig bij zijn regiment!
„Hu moge men zeggen, da,t de vervan
ging niet veel nadeel voor den dienst zal
hebben opgeleverd: want er is wel voor
gezorgd, dat de officier, aangewezen om.'
den Kroonprins te vervangen, een buiten
gewoon flinke persoonlijkheid is. Maar cok
deze moet nog ervaring opdoen voor heb
aanvoeren van het regiment. En bovendien
zijn er tal van dingen, die de regiments
commandant zelf moet regelen. En ten
slotte moet men piet meenen, dat in Prui
sen d.e regiinents.commandanten slechts be
noemd worden, om hun regiment door een
ander to doen commandeeren. Dit geldt
vooral voor den Kroonprins, dio nog meer
dan andere officieren vérplicht is, zioh in
het wezen van den militairen dienst in te
worken, opdat hij later, bij de beoordeeling
van militaire zaken, niet steeds behoeft
af te gaan op do niet steeds gelukkig ge
kozenraadgevers, maar geleerd heeft op
eigen beencn té staan."
Er blijft langzamerhand niets over van
de verklaring der Duitsche regeering, dat
men in den Bondsraad eenstemmig vau
meening is, dat aan een uitbreiding der
e rflasten niet gedacht kan worden.
Naar aanleiding van deze mededeeling
van de „Norddeutsehe Allgemeine Zeitung'»
over de houding van den Bondsraad met
betrekking tot het vraagstuk van de erf-
lasten, heeft nu de Brunswijksche minister
president Hartwig aan een vertegenwoordi
ger van de „Braunschwëiger Neuesten
Nachrichten" het volgende verklaard:
„De Brunswijksche regeering heeft in dé
aangelegenheid der erflasten nog geen
standpunt ingenomen en wel om de een
voudige reden, dat van de zijde der rij ka-
re geering tot nog toe tot het miniserie van
het hertogdom geen verzoek gericht is, om
zich over heb vraagstuk dér erfenisbelasting
te uiten. Ook bij de onderhandelingen, wél
ke onlangs in den Bondsraad in tegenwoor
digheid van de ministers der afzonderlijke
bondsstaten hebben plaats gevonden, is dé
érfenisbelasing in het geheel niet tot een
onderwerp van bespreking gemaakt. Dat de
erfenisbelasting echter binnen korten of
langen tijd moet worden ingevoerd, daar
aan twijfelt men in de kringen van den
Bondsraad niet."
De mijnwerk'erastaking in En.
geland duurt nog wel voort, maar er zija
teekenen, die er op wijzen dat het gauw
gedaan zal zijn.
Volgens de laatste ontvangen berichten
waren gisteren overal kenteekenen van een
geleidelijke heivatting van het werk.
De mijnwerkers die in Chirk in Noord-
Wales het werk hebben hervat, konden on
der bescherming der troepen ongestoord
werken. Eveneens hadden de werkzaamhe
den tot onderhoud van de mijn Littleton
in Staffordshire ongestoord plaats.
Verscheidene voormannen der mijnwer
kers hebben gisteren op vele plaatsen
groote bijeenkomsten de mijnwerkers be
treffende de stemming in zake de mini
mumloonwet toegesproken. De taal der lei
ders duidt over het algemeen aan, dat zij
de hervatting van het werk verkieselijk vin
den. Vermoedelijk zullen daarom de meeste
mijnwerkers voor de minimumloonwet én
hervatting van het werk stemmen. Deze zou
dan Donderdagavond beginnen.
Ook Ashton, de se-crctaris van hét mijn-
workersverbond, raadt den mannen aan
vóór hervatting van den arbeid te stemmen.
Lord Wolmer vroeg in het Lagerhuis gis
teren den eersten minister of de regeering,
met het oog op de onrust in de arbeiders-
wereld, niet voornemens was wetgevende
maatregelen voor te stellen om de oorza
ken van die onrust weg te nemen, en of
het niot wenechelijk zou rijn om ten einde
tijd te vinden voor zulk een wetgeving,
zoowel a!e homevul e-w e t als de wet
tot scheiding van kerk en staat in Wales
tot een volgend jaar uit. te stellen.
De heer Asquith antwoordde dat hij,
hoewel overtuigd' van het gewicht van de
zaak dooi' den spreker bedoeld, niet in
staat was. wetgevende maatregelen te be
loven, maar dat in elk geval het t-weedo
gedeelte van de vraag ontkennend' moest
worden beantwoord. De home-rule-wet zal
diis niet worden uitgesteld er. later ver
klaarde de minister nog, in antwoord op
een andere vraag, d'at deze wet Don
derdag 11 Ai '1 zal worden ingediend.
Thans iets uit Russische poli
tieke kringen. Er verluidt, dat mi
nister-president Kokowzof bij de aanvaar
ding van zijn ambt aen wensch te kennen
had gegeven, dat vior ministers ontslagen
zouden worden. Die wensdh bleef destijds
onvervuld, maar thans schijnt Kokowzof
zijn zin te zullen krijgen. Makarof, de mi
nister van binnenlandsche zaken, zal n. 1.
heengaan en Sassonof On Soechomlinof,
resp. minister van buitenlandseh e zaken en
van oorlog, zullen hem spoedig volgen."
Haar aanleiding van dit bericht schrijft
de Petersburgsohe berichtgever van het
,,Berl. Tagebl.": Van wel ingelichte zijde
verneem ik dat de rol van Makarof feite
lijk uitgespeeld is. Dat Sassonof binnen
kort zal aftreden is echter niet waarschijn
lijk, ofschoon de geneeshecren verklaard
hebben, dat zijn gestel op den duur niet
bestand zal zijn tegen liet klimaat van
Petersburg.
En wat Soechomlinof betreft, deze heeft
in den laatsten tijd dikwerf zeer zwak
gestaan, thans echter is zijn positie veel
sterker geworden. Hij moet zelfs op voor
stel van den premier een salaris verhooging
van 12,000 Rbl. hebben gekregen.
Aan minister Makarof wordt ten laste
gelegd, dat de invloed van het ministerie
van .binnenlandsche zaken ondei* zijn be
stuur sterk a keruit is gegaan, zoodat hij
vermoedelijk niet in staaf zal zijn de ver
kiezingen voo' de Doema behoorlijk te
leiden, ofschoon de opperprocurator van
de Heilige Synode, naar men vertelt, be:
loofd moet hebben te zrullen zorgen, clat in
de vierde Doema 120 geestelijken gekozen
zullen worden, die steeds in den geest der
regeering zouden stemmen. Kokowzof inoet
echter die hidp van de hand hebben ge
wezen."
Roosevelt blijft wel de aandacht der
Amerikanen bezighouden.
Dix, gouverneur van den staat New-York,
heeft een speciale boodschap gezonden aan
de Kamers van dien Staat, waarin hij me
dedeeling doet van een klacht van. Roose
velt over oneerlijke praktijken bij» de
jongste verkiezing van gedelegeerden voor
de republikeinsche conventie.
In den Senaat had die klacht van Roose
velt een uitbundig lachsucces.
Uit China wordt bericht dat Joean-
sji-kai aan een nerveuze expressie lijdt, ten
gevolge van de zorgen, die licm drukken.
De toestand moet op het oogenblik zoo zijn,
dat er niets met eenige zekerheid te -zeggen
valt van hetgeen de naaste toekomst zal
brengen. In volo Chineesohe kringen hoopt
men nu maar, dat een utilitaire dictatuur
zal worden dn gesteld, fr^lke instaat zuil
zijn den toestand te beheersohen.
Uit Soetsjou, de hoofdstad van Kiangsoe,
wordt gemeld, dab de troepen aan het mui
ten zijn geslagen en plunderend de vTeem-
delingenwijk binnendrongen.
De Britsche en Amerikaansche tabak- en
Standard-oil-maatschappijen hebben ter
stond maatregelen getroffen om, zoo noo
dig, alle buitenlanders met een extra trein
in veiligheid te brengen.
Koninklijk Instituut van Ingenieurs.
Hedenvoormiddag werd op de bovenzaal
van „In den Vergulden Turk" een leden
vergadering gehouden van het Kon. Insti
tuut van Ingenieurs, afdeeling Electro-
techniek, die /.eer talrijk bezocht was. In
de zaal hingen een aantal photographiesn,
teekeningen en statistieken, betrekking
hebbende op de Leidsche Electriciteitsfa-
briek, in verband met de voordracht dio
de heer Thierens, na afloop der huishou
delijke. vergadering, zou houden.
De voorzitter, prof. dr. Feldmann^ hoog
leeraar te Delft, opende de bijeenkomst
met een kort woord, waarna de notulen- der
vorige vergadering na een opmerking van
den heer Van Sandick werden goedgekeurd.
De voorzitter deelde daarna mede dat de
Commissie voor Statistiek was geïnstal
leerd, en voorts dat na de aangekondigde
lezing, de heer J. A. Schouten nog een en
ander zou mededeelen omtrent „Overspan-
ningsverschijnselen.
Na afloop der huishoudelijke werkzaam
heden werd door den lieer E. J. F. Thie
rens, adjunct-directeur der Leidsche Eleo-
triciteitsfabriek, een voordracht over deze
bloeiende gemeentelijke inrichting gehou
den.
Spr. memoreerde allereerst de voorge
schiedenis van het ontstaan der Centrale,
waarvoor de tegenwoordige directeur der
gecombineerde gas- en electricteitsfabrie
ken, de heer Van Doesburgh, te zamen met
den heer Doyer, een tweetal uitvoerige,
den doorslag gevende, rapporten heeft in
gediend.
In zijn verdere rede werden herdacht
spr.'s voorganger, wijlen de heer F. A.
Holleman, die de fabriek heeft gebouwd,
en de werkzaamheden van den heer H. A.
Blom, die in 1900 den adjunct-directeur
heeft vervangen.
In het algemeen werd er op gewezen, dat
de zienswijze der rapporteurs, die reeds in
1901 den bouw van een draaistroom-centrale
aanbevolen hebben, door de praktijk bewe
zen is, juist te zijn geweest, en dat mede als
gevolg daarvan in den laatsten tijd in an
dere gelijksoortig© Nederlandsche. gemeen
ten draaistroom-centrales zijn verrezen in
plaats van fabrieken volgens het vroeger
gebruikelij ko gel ij kstroom-sy steem
De aanvankelijke inrichting der fabriek
met turbogeneratoren van 300 Kilowatt
vermogen, in 1903 vrijwel een nieuwigheid,
werd daarna beschreven; vervolgens werd
opgemerkt, hoe, nadat de Centrale in Octo
ber 1907 in bedrijf was gekomen, door het
snel en geregeld groeiende debiet der
fabriek reeds in 1909 een uitbreiding van
ketel- en machine-installatie noodig was
(o. a. met een turbine van 500 K.W. ver
mogen), en in 1911 een groote uitbreiding
van het gebouw met machines en toestellen
tot stand kwam, voornamelijk met het oog
op de stroomlevering aan de te electrificee-
ren lijnen in en om Leiden der Noord-Zuid-
Hollandsche Tramweg-Maatschappij. Deze
elecfcrische tractie kwam in September en
October 1911 voor wat betreft de lijnen
door Leiden en LeidenKatwijk in bedrijf,
nadat reeds van af April 1911 «aan de werk
plaats te Rijnsburg gelijkstroom van 1000
Velt spanning v/as geleverd.
De eigenaardigheden van het vergroot©
bedrijf en van de verbouwing in de jaren
19101911 wet de h vervolgens beha;>leld,
waarbij o. a. werd gewezen op heb feit, dat
tijdens de zeer ingrijpende bouwwerkzaam-
heden geen storing van het bedrijf is voor
gekomen, en op de stookinrichting, die van
den aanvang van het bedrijf af o. a. door
combinatie met liet gasbedrijf (stoomleve-
ring aan en cokesafval betrekken van .K
gasfabriek) zéér heeft voldaan.
Op het oogenblik moet door den groei
van de clectriciteitsfabriek worden over
gegaan van handstoken tot- een mechani
sche stookinrichting.
De tram machines zijn zoodanig gekozen,
dat bij economisch bedrijf en zonder ge
bruikmaking van een batterij door de schok
ken bij het aanzetten van de tramwagens
geen hinder in do lichtspanning ontstaat.
De vergroote Centrale bevat eeu nieuwe
1000 Kilowatt-turbine, terwijl verdere
ruimte voor uitbreidingen aanwezig is.
Wat de resultaten van het bedrijf be
treft, werd gewezen op de blijvende toene
ming van het aantal aansluitingen aan de.
electrieitéitsfabriek, over de électrioiteits-
voorziening van andere gemeenten door
Leiden, en over stroomlevering aan kleinere
en grootere fabrieken door de Centrale,
waarbij de nadruk werd gelegd op de voor-
deelen, die bij aansluiting aan de electriei-
teftsfabiiek naast invoering van afzonder
lijke of groepen-aandrijving der werktuigen
voor de meeste fabrieken worden verkre,
gen, en waarvan door meerdere industrièe-
len wordt geprofiteerd.
Dit wérd met te Leiden verkregen,
cijfers aangetoond naar aanleiding- van in
den laatsten tijd verschenen, publicaties
van tegenovergestelde strekking.
Over de in 1910 en 1911 tot stand geko
men electricit-eitslevering naar Noordwijk;
Voorhout, Oegstgeest en Zoeterwoude werd
een en ander medegedeeld, alsmede over
algemeene gezichtspunten betreffende even
tueel© stroomlevering door Leiden aan an
dere gemeenten.
Ten slotte werd gewezen op den sinds No
vember 1911 in werking zijnde electrische
klokkendienst en op de voorloopig daarme
de verkregen resultaten. Een en ander
werd door teekeningen en grafieken toege
licht.
Na afloop der vergadering werd de e!eo«
tViciteitsf abriek bezichtigd.
Ned. Natnarhist. Yereeniglng
Afdeeling Lelden.
Do bijeenkomst van gisteren in „Iii don]
Vergulden Turk", alhier, muntte uit doocP
een zeer gevarieerde agenda: anthropologic
botanie, mycologio en zoölogie, kwamen
achtereenvolgens aan do orde.
Prof. J. Bceke demonstreerde een aantal
onderkaken van verschillende mensohanras-i
sen, waaronder eenige zeer intéressante fos
siele vormen en van don orang-oetang. Opi
duidelijke wijze toonde spr. hoe wij thans
een volledige reeks kunnen opstellen van!
deze kaken, die van het apentypc geleide
lijk voert tot het type van den recenten'
cultuvumensch.
Als belangrijkste schakel noemde spr. den
Hcmo Heidelbergensis, die verschillende dui
delijk uitgesproken apenkenmerken heeft, o.a.
het geheel ontbreken vau 1de kin; heb ge
bit is echter volkomen 'menschel ij khet isi
ongetwijfeld een zeer oud 'type, dat. in Euro
pa leefde in éen tijd, toen cok rhinoceros,
mammouth en holénbeer dit nog bevolkten.
Na, deze kaak met die. van den orang-
oetang te hebben vergeleken, liet spreker,
achtereenvolgens de kaak van den Ilomo-
Hauseri, van den Homo-Spij, van den Pa
poea; en den Maleier de revue pas sea ren cn.
wees daarbij pp de «meer aapachtige ken
merken, die de onderkaak dezer primitieve
volken vertoont, o. a- liet bijna geheel onfcj
breken van de beenige kin. Spreker woos
er echter met nadruk op, dat, al kunnen'
wij een d.g; reeks opstellen, hiermede nog
niet gezegd is, dat de' mensclt van den aap
afstamt. Dit is onmogelijk, want daarvoor
is de apcnschedcl veel te sterk in een be
paalde richting gespecialiseerd. Wel echter
wijzen al deze feiten or op, dat men voor
menschen «aap een gemeenschappelijkcn stam
vader moet aannemen-; hiermede komen wij
•echter in het gebied der zuivere hypothese,
want van d.g. vormen is niets bekend-
Na 'n woord van dank van den voorz.. den
heer Sirks, hield deze 'n korte verhandeling
over fascialies on peloriëii. Dèzc eigenaar
dige verschijnselen -in liet plantenleven wer
den «aan de hand van lnooidemonstratie-,
materiaal besproken hierbij wees spreker
er op, dak da fiesciatie;, het verseRijns él,- dak
een stengel of een blóeiwijze zich sterk af
plat en handvormig wordt, meer als een
monstruositeit te beschouwen is; terwijl, de.
peloriëii meer als een eigenaardige h at uur-
speling te beschouwen zijn, 'die bijv. door
zorgvuldigo cultuur zich laten voortkweekeii.
In verband hiermede deelde Spr, iets mede
over dé proeven, die prof. H. de Vries
met ,<le .cultuur van pelorische .planten ge
nomen heeft.
Na do pauze demonstreerde de heer H.
v. d. Lek ecu 'aantal fungi, door hem hier
in den omtrek verzameld, 'en eeniga afbeel
dingen daarvan, waaroimjr- fraaie aquarel
len van moj. De iPavoi d Smits cn enkele
stereoscopische natuuropnamen. Spr* vond
hierbij gelegenheid een en ander óver deze
gewassen incde te deelen en-.toonde o.a. do
groote- variabiliteit van sommige zwammen,
zooals Fora-es .conchatus, waarvan 'lij; eenige
uiteenloopende vormen had medegebracht.
__Ten slotte deelde dc heer Van «Treurmiots
mede over de verkleuring, y.ni do <i7.cliti
van het hermelijn en Over de bij on#; voor
komende ratlensoorten4ea waterrat, den
bruinen en den zwarten 'rat. De huiden dezer
dieren werden door spr. «daarbij getoond.
Het was .over tienen, toende voorzitter
de geanimeerde en vrij goed bezochte verga
dering sloot.
7)
„En nu, mijn ouders rijn ook niet meer
zoo flink als vroeger; rij hebben in hun
leven al heel wat. afgewerkt. Vader heeft
.veel last van jirht, zoodat hij zioh dikwijls
maandenlang niet kan bewegen, en moeder
ïs in het laatste jaar ook minder geworden;
rij kan niet meer zoo meedoen als vroeger.''
Pauze. Louise stond nu midden in de
kamer en hield haar beide handen tegen
haar kloppend hart gedrukt. Doch zij, die
op de waranda zaten, zagen dat niet. Me
vrouw Bernhardt keek starend voor zich
uit. Maar om haar lippen kwam een zenuw
achtige trek, welke bijna iets pijnlijks had:
de vrees, de vrees voor hetgeen moest ko
men. Het snoerde haar de keel toe. Zij
durfde den man, die voor haar zat en zijn
hoed zenuwachtig in zijn handen draaide,
niet aanzien. En Hendrik Striegler had
al de mooie, overtuigende redenaties verge
ten, welke hij, onder het kneden van het
deeg, dagelijks had ingestudeerd. Hij moest
de woorden als het ware als zware gewich
ten uit zijn binnenste ophalen. Zijn op
rechte, blauwe oogen rustten smeekend op
de «zieke vrouw. Wanneer zij hem toch maar
.wilde helpen, slechts een weinig. Met een
enkel woord slechts zeggen, dat zij heel
goed begreep, waarom hij was gekomen.
Zij was toch ook eenmaal jong geweest en
had naar geluk verlangd en dat bezeten;
(wist zij dan niet meer hoe het er uitzag in
twee zulke jonge harten Dat moest zij toch
begrijpen, al kon «zij dan mogelijk ook niet
vatten, dat er twee jonge handen thuis
hoog noodig waren, wijl de oude stram wa*-
ren geworden en naar rust verlangden. En
opeens overmande hem weer de trots van
den man, die op zijn wil staat en wiens
ijverzuchtig hart schreeuwt: „Zij behoort
mij toeEn ik wil haar hebben, ondanks
all ©9
Nu liet eindelijk de stem der .oude vrouw
rich hooren. Beverig en zacht, als 't ware
als uit de verte, bereikte die zijn oor: „U
heeft volkomen gelijk, mijnheer Striegler,
volkomen gelijk! Maar zooals het is... Mijn
klein stukje leven, dat houdt Louise in haar
handen. En wanneer gij. haar mij ontneemt,
mijnheer Striegler..." Nu werd de stem
helderder en verhief zich, angst klonk daar
uit; het was als het wanhopig getjilp van
een vogel, dien het roofdier bedreigt.
„Daar, daar is zij I Louise Vraag haar
zelve, mijnheer Striegler. Vraag haar
zelve I"
Louise stond in de balkondeur, doods
bleek. Haar oogen vlogen angstig tusschen
de beide menschen, die zoo heftig om haar
bezit streden, heen en weer. Hendrik was
opgestaan. Hij hield de leuning van zijn
stoel vast omklemd en keek het meisje aan.
Het was een van die oogenblikken, waarin
de belanghebbenden het gevoel hebben,
alsof de geheele wereld in haar loop moet
stilstaan, totdat hun lot* beslist is. Zelfs het
dier scheen te gevoelen, wat er in de har
ten van deze drie menschen omging; het
lichtte rich op en schudde den slaap uit
rijn oogen. Het hield zich echter stil en
drukte zijn zwart glanzend lichaampje vast
tegen de voeten zijner meesteres.
Hendrik Striegler verbrak het stilzwijgen
en trad dicht op heb meisje toe: Louise!"
Zijn stem had weer denzelfden klank als
buiten, toen hij kwam; maar er klonk nu
een lichte trilling uit rijn woorden, die van
den strijd getuigde, welke «zijn gemoed in
gisting had gebracht. „Over vier weken is
het PaachenIk vraag je voor de laatste
maal: wilt gij je woord houden of niet? Ik
kan niet langer wachten. Ik kan niet,
Louise; gij weet wat mij drijftWeet gij
dat niet?"
Zij had haar beide vast-ineengoklemde
kanden hoog opgeheven en hield die dicht
voor zijn gelaat, waaruit de oogen gloeiend-
heet te voorschijn kwamen, terwijl de blau
we aderen op zijn voorhoofd opzwollen. Hij
greep haar beide handen en drukte die zoo
in zijn rechterhand, dat het haar pijn deed.
„Heb geduld, mijnheer Strieglerriep
de zieke vrouw op matten toon. Ik wil im
mers ook alles doen; wil zorgen voor u bei
den, mijnheer Striegler l"
„Zorgen, mevrouw? Laat mijn meisje
vrij», dat is genoegriep de man veront
waardigd. „Ik heb, Gode zij dank, mijn
twee gezonde armen. En mijn ouders heb
ben voor mij gozorgd. Maar nu moeten die
rust nemen; nu is de beurt* aan mij! Zeg
Louïse, dat zij kan gaan, want of ik voor
haair ook mijn hart stuksgewijze uit het lijf
ruk, zoo is dat toch niet genoeg! Het is
God geklaagd, mevrouw; maar van ons bei
den is u de sterkste
Hij had Louise's handen losgelaten en
stond midden op het balkon. Het haar viel
hem wanordelijk over het brandende voor
hoofd en van onder zijn wenkbrauwen fon
kelde het onheilspellend vastberaden.
Louiae beefde van angst en verdriet. Zij
had hem nog nooit zoo gezien. Ach, had zij
toch haav hart mogen volgen, clan zou zij
zich in zij-u armen geworpen hebben en
met hem zijn meegegaan. Er waren echter
nog twee oogen op haar gericht, welke een
zwijgende, vurige taal spraken. En hoe haar
hart zich ook naar den geliefde keerde, zij
kon hem heb woord niet zeggen, dat hem
gei ustgesteld en gelukkig gemaakt had:
„Ik kom bij je, wanneer gij mij roept!" Zij
voelde het, hier bond haar een pliolvt, wel
ke zich als 't ware als een zwaar gewicht
aan haar gemoed hing en haar geheel naar
zich toetrok.
Hendrik trad op haar toe. Hij voelde hoe
zij streed; maar hij was besloten, zijn wil
door te zetten tegenover de vrouw, die hem
sinds jaar en dag in den weg stond*
„Vaarwel, Louise," zeide hij en drukte
haar koude, bevende handen. „Gij
kent mij."
En voor mevrouw Rein hardt, die zwaar
ademhalend in haar bed lag, boog hij zwij
gend en vertrok. Louise volgde hem, maar
nog vóórdat zij de gang had bereikt, viel de
deur der woning voor haar neus in het slot.
De zware veiligheidéketting rammelde met
rijn schakels en werd niet rustig. Hei-
meisje, dat zich door de lange ziekte van
haar meesteres had aangewend, elk geluid
te vermijden, hield dien vast. Teen keerde
«zij weer naar het balkon terug. De zieke
zeide niets, slechts haar oogen gleden over
haa.T heen en volgden angstig de blikken
van het meisje, welke over de haag heen-
gluurden, waardoor de zonnestralen
dansten evenals daar straks. De voetstap
pen van den rnan klonken luid in de leege
straat, luid en trotseerend.
- Tusschen de vrouwen' werd geen woord
gewisseld. Zij zagen "er heiden tegen op heb
eerste woord te zeggen.
De dagen, welke nu aanbraken, droegen
zulk een geheel «ander stempel dan men ze
tot dusverre in de villa gewoon wa.s, dat
Louise's gedachten zich veelal bij huiselijke
bezigheden moesten bepalen. Haar hart
met zijn groote zorgen trad op den achter
grond. Haar schouders weiden echter nog
smaller en de jonge lippen trilden nf cn toe
van ingehouden tranen. De bloedverwanten
van mevrouw Reinhardt, die anders nooit
dan op feestdagen verschenen, toonden nu
groote belangstelling. Zij daagden van alle
lcan'ten op, brachten onrust in huis en voor
Louise meer werk.
Louise kon het werk niet me?r alleen af.
Vrouw Lindemann was ,nu van 's morgens
vroeg boven om te helpen. Haar man kreeg
zijn eten beneden in de loge; maar overi
gens bestuurde hij de kleine huishouding
alleen. Louise verscheen niet meer in het
stadje. De leveranciers kwamen vragen wat
er noodig was cn zonden de waven in huis.
's Avonds, wanneer allen sliepen, ging zij
naar beneden en keek dan door de ijzeren
staven van het tuinhek verlangend de
straat over of er geen gedaante naderde:
luisterde met ingehouden adem of zij niet
het geluid van een voetstap, van een wèl-
bekende mannenstap hoorde. Alles bleef
echter stil. Niemand vertoonde zich. Slechts
de nachtvogels zweefden onhoorbaar boven
de boom en cn in de takken ritselde de
lauwe voorjaarswind.
(Wordt vervolgd.)