No. 15985.
Anno 1912
PERSOVERZICHT.
Tweede Kamer.
Uit de Rechtzaal,
FEUILLETON.
Liefde en Plicht.
Ib Staats pens onneering
goedkooper d a u verplichte
verzekering! In „D e Wereld''
heeft mr. H. J. Tasman aan dit onderwerp
een opstel gewijd.
De schrijver maakt ernstige opmerkingen
óver den aard der administratie-onkosben
bij ouderdomsverzekeriag ten betooge, dat
het verschil met de kosten van Staatspen-
«ionneering feitelijk niet zoo groot is als
beweerd wordt. Maar kij wil aannemen dat
er altijd nog wel een verschil van 5 pOfc.
der totaal-kosten overblijft), en gaat dan
.Vo/rt
Is dit dan afdoende f O. i. in geenen deele
Immers, hoe belangrijk het vraagstuk der
administratiekosten i^ deze kosten zijn
albijd toch nog slechts een deel der totaal-
kosten. Welnu, al zal hier en daar bij de
Duitsche verzekering iemand wel eens een
rente krijgen, die hem niet toekomt, even
goed als hier en daar iemand een rente ge
weigerd zal worden, dio het wel verdient,
de eisehen, waaraan rentetrekkers moeten
voldoen, staan objectief vast en hun al of
liiet vervuld zijn levert in het bijzonder bij
de ouderdomsrente geen bezwaar op. Bij
een behoorlijken burgerlijken stand is het
bereiken van den 70-jarigeu leeftijd een ge
makkelijk bewijsbaar feit.
Is eenmaal het reokfc op rente erkend,
'dan staat ook in de meeste gevallen het
bedrag dier rente vask
Welnu, hier begint juiab voor de Staats-
pensionneering heb moeilijkste punt. Een
Staatspensioen, gegeven aan hen, die er be
hoefte aan hebben, als aanvulling tot een
zeker bij de wet vast te stellen bedrag van
het voorhanden eigen inkomen, eischt, wil
men het pensioen niet geven aan tal van
personen, die zeker zonder overdaad dit
zeer goed kunnen gebruiken, doch volgens
de web daarop geen aanspraak kunnen
maken, een onderzoek,
Al wie nu ook maai* oppervlakkig met de
praktijk der armenzorg bekend is, weet hoe
Ontzettend moeilijk heb is, bij de inkomens,
"waarover het hier gaat bedragen niet
hooger dan bijv, 5 of f 6 per week de
juiste hoogte van heb genoten inkomen vast
te etellen.
Nu is dit natuurlijk geen bezwaar, wan
neer het geldt de vraag of iemand, die niet
werken kan en die geen familie, welke hem
Bteunt», bezit en wiens inkomen uit vermo
gen gerekend wordt niet hooger te zijn dan
2 of f 3 per weekwaar het gerekend kan
worden vast te staan, dat zoo goed als geen
Inkomen wordt genoten, ia er een gering
bezwaar. Maar men denke zich het geval,
dat iemand heeft een inkomen van f 4.90
per week of wellicht f 5.10. In heb eerste
geval r e c h t op een pensioen, in het twee
de geval niet. Is het niet alleszins begrij
pelijk en vergeeflijk, dat in een twijfelach
tig geval de betrokken onderzoeker ten
roordeele van den aanvrager beslist, zich
zelf suggereert, dat, nu hij geen grooter in
komen heeft kunnen oónstateeren» bet
•er ook inderdaad niob ia, en gunstig advi
seert tot het toekennen van het pensioen!
De ervaring in Engeland is op dit punt
bijzonder leerrijk. Daar heeft men in de
artikelen een fraaie schaal opgesteld.
Wie niet meer dan f 259 inkomen heeft,
krijgt 5 shillings pensioen; wie niet meer
dan f 283.50 inkomen heeft, krijgt 4 shil
lings pensioen; wie niet meer dan f 315 ia-
komen heeft, krijgt 3 shillings pensioen,
wie niet meer dan f 348.60 inkomen heeft,
krijgt 2 shillings pensioen; wie niet meer
dan f 378 inkomen heeft, krijgt 1 shilling
pensioen.
Een inkomen van por jaar f 252 geeft
f 3 per week, dit is f 156 per jaar pensioen;
•en inkomen van per jaar f 253 geeft f 2.40
per week, d. i. f 124.80 per jaar pensioen;
een inkomen van per jaar f 345 geeft f 1.20
per week, d. L f 62.40 per jaar pensioen;
een inkomen van per jaar f 347 geeft f 0.60
per week, d. i. f 31.90 per jaar pensioen;
een inkomen van per jaar f 375 geeft f 0.60
per week, cL i. f 31.20 per jaar pensioen;
een inkomen van f 380 geeft niets.
Wat is nu de praobijk geweest? Meer dan
90 procent werd bevonden niet meer
dan f 252 per jaar inkomen te hebben en
kreeg dus het volle pensioen. Zou men in
ernst willen volhouden, dat de houding
zélfs van de groot© meerderheid juist was?
De wetgever heeft er zeker anders over ge
dacht. Ook de Labour Party, van wie deze
schaal uitging, moet gemeend hebben, dat
dit „glijdend pensioen" practische beteeke-
nig zou hebben. Anders zou hij zich wsl
bij het oorspronkelijk voorgestelde unifor
me pensioen hebben neergelegd.
Hier is dan ook de verklaring van het
ernstige feit, dat overal Staatspensionnee-
ring in ©enigen vorm, hetzij als gemeente
lijke pensionneering met Staatshulp, als «n
Denemarken en Frankrijk, hetzij als zui
vere Staatspensionneering, als in Enge
land, ondanks alle gemaakte berekeningen
tegenvalt. Staatspensionneering roept m
heb leven een steunen op de Staatskas,
eon overlaten van de ouderdomszorg aan do
gemeenschap. Dit wordt voor Denemarken
o. i. bewezen door het feit, dot, niettegen
staande de ook in dat land gestegen wel
vaart, het percentage let wel niet. slechts
liet sterke aantal, wat bij stijgende bevol
king vanzelf sprekend zou zijn rente
trekkers van 60 tob 65 jaar, in enkele
jaren belangrijk is gestegen.
Van 1903 tot 1909 voor de mannen van
7.3 pCt. op 8.2 pCt. der totaal 6065-jan-
gen. Voor de vrouwen van 19 op 21.2 pCt.
Dit. brengt een stijging der kosten meds»
die inderdaad o. i. liet verschil tusschen de
administratiekosten van oen der stelsels
volkomen op den achtergrond doet gera
ken.
Wij gaven boven voor het oogenblik tot
een verschil van 5 pCt. ten nadeele der ver
plicht© verzekering too. Wat beteekent dat
tegenover een stijging van de rarmng deT
totaal-kosten in Engeland van 126 op 134
miiliofn, of in Frankrijk van nog geen 50
millioen francs op 80 millioen francs? Laat
de verplichte verzekering om 126 millioen
te administreer en 5 pCt. duurder zijn, dan
is nog maar een verschil van 6.3 millioen
tegenover den tegenvaller van 28 millioen
der Staatspensionneering. Voor de o0 mil
lioen francs, in Frankrijk gerekend, geeft
dit 24 millioen francs tegenover eeu meer
dere uitgaaf van 30 millioen franc6.
Terwijl de commissie tob onderzoek van
de toestanden bij de Landweer nog bij
een is, aldus de „Nieuwe Rotter dam-
scho Courant", wordt over de tweede
herhalingsoefening onzer landwerr-
troepen de doodsklok geluid.
•Uitvoerige toelichting aalit do Regeecring
voor haar voorstel niet noodig. In de memo
rie bij het ontwerp wordt gezegd, dat bij
do voorafgegane gedachtenwissding tusschen
Regcoring en volksvertegenwoordiging reeds
meermalen is uitgekomen, dat hot aantal
dienstjaren en dus het aantal herhalings
oefeningen ook bij de landweer, beperkt
lean worden, zoodra slechts het jaarlijkscho
militie-contingent zal zijn uitgebreid.
Het vervallen van do tweede landweer-
oefening wordt dus als een clioso jugéo IjCu
schouwd.
Niettemin acht het blad het geenszins over
bodig, de gevolgen van dezen maatregel wat
nader onder de bogen te zien. Verscheiden©
1 andweerbataljons zullen toch, als de plan
nen van minister Ooi ij n met de organisatie»
der infanterie hun beslag krijgen, met de
veldtroepen moeten uitrukken; meer dan tot
dusver zal de landweerinfanteri© de kern
gaan vormen van de bezettingstroepen on
zer liniün en stellingen, en meer eisehen
zullen door het instellen van kust. on grens
wacht aan de landweer wordon gesteld.
Na verschillende bedenkingen to hebben
uiteengezet, zegt liet blad ten slotte:
„De Kamer staat thans voor een tweede,
niot minder beteèkenende beslissing.
Zal hot beginsel van talrijke korte her
halingsoefeningen in de landweer wel een
bescheiden plaats behouden? Zal de tweede
Jandweeroefening behouden blijven, als het
dan moet, desnoods met een korte inperking
van dien totalen duur Of zal het reeds
bijna verwelkte begrip van oefening tot „her
haling van hot geleerde" aan deze tweede
landwoeroefening den laats ten stoot geven
Het zou naar onze meening een sprong
in het duister zijn."
W et op hebnotarisambt.
In de versohenen Memorie van An tv. oord
in zake de voorgestelde wijziging van de
web op het notarisambt, zegt de Minister,
dat hij het niet raadzaam acht te voldoen
aan de wensohen, geuit ten aanzien van een
anderen examentijd of de instelling van twe©
examen-commiasiea. Het eerst© gaat niet,
omdat de examens, wil men do noodige
examinators vinden, vallen moeten in den
vacanbiefcijd der rechtbanken, en het tweede
niet, omdat er eenheid moet zijn over het
geheel© land ten aanzien van de vereischten
van bekwaamheid.
Wel kan de Minister toegeven, dat Pet
aantal plaatsvervangende leden niet in de
wet behoeft te worden vastgelegd, en daar
om wijzigt hij het ontwerp 111 dier voege.
Aan den wensch, om een leeftijd vast t©
stellen, waarop do notaris zijn ambt ztui
moeten neerleggen, kan do Minister niet
voldoen: het zou buiten het kader van dit
ontwerp vallen en niet strooken met het
stelsel van de wet op het notarisambt.
W ij z i g i n g van de
S ohepenwet.
Afdeelingsverslag.
Vel© leden hadden de indiening vn«n dit
wetsontwerp met voldoening gezien. Zij wij
zen op d© concurrentie, welke aan d© ge
zagvoerders, die de wet naleven, wordt
aangedaan door hen, die zonder certificaat
van deugdelijkheid, soms zelfs zonder zee-
brief, zee meetbrief of monsterrol ei© kleine
vaart, tot ver in de Oostzee,Uitoefenen, en
door hen, die in erge mate het uitwate-
rïngsmerk overladen, wab gezegd wordt
vooral te Hamburg t© geschieden. Zij meen
den, dat het denkbeeld behoorde te worden
overwogen een tweetal ambtenaren van on
ze scheepvaartinspectie te Hamburg of te
Altona te sfeationneeren, die dan niet alleen
op de kleine vaart t© Hamburg en Altona
toezicht /xiuden kunnen houden, maar jok
af en toe Bremen, Bremerhaven, öuxliaven,
en andere plaatsen zouden kunnen inspec-
teeren. Daardoor zou voorkomen worden,
dat sahippor» hun reis verder uHsstrokken
dan hun vergunning toelaat.
Ter vermijding, dat de bepalingen van de
Schepenwet van dien aard worden, dat zij
de kleine vaart onbillijk drukken, werd ge
vraagd, dat de Regecring bij de voorberei
ding van het desbetreffend ontwerp zal la
ten voorlichten door den te Groningen gc-
vestigden Bond van gezagvoerders en an
dere vereenigingen op dit gebied.
Eenige leden vestigden de aandacht op de
beweging, welke in schipp^rskringen gaan
de ia tegen sommige bepalingen der Sche
penweb, betreffende de keuring van ge
hoororganen van schippers, enz., aan wie
aan boord het houden van uitkijk kan wor
den opgedragen. Een adre3 betreffende
dit punt van den Algcmeenen Sohippers-
bond te Groningen moet den Minister heb
ben bereikt. Gaarne zouden deze leden ver
nemen, welks 'a Ministers meening is om
trent de in dat adres vervatte bezwaren.
Door eenige leden werd er do aandacht
op gevestigd, dat ton opzichte van een
schipper, stuurman of machinist de Raad
voor de Scheepvaart de onbevoegd verkla
ring om aJis zoodanig dienst te doen alleen
kan uitspreken, wanneeo* de Raad een ramp
door de ongeschiktheid van den betrokken©
veroorzaakt acht. Zij meenden, dat ook bui
ten het geval, dat een ramp heeft plaats
gehad, de Raad het recht behoorde te heb
ben de ongeschiktheid van schippers, stuur
lieden en machinisten vast te stellen en op
grond daarvan hun de bevoegdheid te ont
nemen. Uit de uitspraken van den Raad
blijkt, dat er kapiteins zijn, die groot© rei«-
zen maken, terwijl zij geen kaart kunnen
lezen, nauwelijks kunnen peilen, enz. Ge
vraagd werd, of de Minister niet bereid is,
bij deze gelegenheid alsnog t-sn aanzien
van dit punt een wijziging in de wet voor
te stellen.
De Haarlemsohe rechtbank heeft veroor
deeld';
O. R.# landbouwer te Haarlemmermeer,
wegens eenvoudig© beleediging; tot tien
dagen gevangenisstraf; G. Y.» hiindere-
knecht te Alkemade» wegen* huisvrede
breuk en zaakbeschadiging tot d5rie weken;
J. W. J. slagersknecht te Alkemade, we
gens huisvredeoreuk, wenoisparuiigheid en
opzettelijke vernieling tot tien grilden of
tien dagen.
Lood' gietersstaking.
Voor do 5de Kamer der rechtbank te
Amsterdam stond terecht K. W. v. M., een
18-jarig looa'gietersmaatj0, beklaagd, dat
hij op 9 Febr. j.l. aan de N. Heerengracht
te zamen en in vereeniging met een menig
te andere pei«onen openlik met voreenig-
de krachten geweld heeft gepleegd tegen
M. H. B. d'e Wit, doordat de bekl. zoowel
als de persor n uit die menigte, allen te
zamen en in vereeniging optredend, moed
willig en gewelddadig De Wit slagen toe
brachten, waardoor deze pijnlijk werd aan
gedaan.
Bekl. ontkende. Wel behoorde hij tot d'e
«stakers, maar hij was alleen '3 morgen\
aan de Heerengracht, later op Kattenburg.
In deze zaak verschenen 0 getuigen k char
ge en 2 décharge.
De getroffene, verklaarde, d'at hij bij zijn
vader werkzaam is. Op den ochtend van
genoemden datum liep hij met een zinken
pijp aan d'e Leidsohestraat brij do Heoren-
graoht, toen hem door 3 k 4 personen zijn
naam en adres werden gevraagd. Later
aan de N. Heorengmoht gekomen, word
hij door 12 a 15 personen in een kring ge
sloten. Hij zei de, een zoon van den patroon
te zijn en dat hem even te voren reeds door
een paar personen zjjn naam en adres was
gevraagd. „Daar hebben wij niets mee te
maken", werd hem geantwoord'. Tot reden
waren zij niet te brengen. Hij kreeg oen
slag op het hoofd en tegen liet oog, terwijl
geroepen werd: Sla er maar op 1"
Behalve een paar dagen hoofdpijn had
het letsel geen ernstig uadeelig gevolg.
Het G. M., baron mr. Van Lamsweerde,
de openlijke geweldpleging bewezen ach
tende, vorderde tegen bekl. zee maanden
gevangenisstraf.
Verdediger was mr. Th. Muller Mafssïa.
Eenvalsoke Henrietta
±f o n n o r 1
Bij de Amsterdamsohe rechtbank is sinds
het laatst van het vorig jaar een procedure
aanhangig, waarbij do heer S. de Jong,
aufcomobóelfabrikant te Antwerpen, van den
heer I. de Vries, handelaar in schilderijen
te Amsterdam, vorderde, een schilderij, dat
hij voor een Henriëtte Roimer gekocht had,
tegen den koopprijs van f 500 terug te ne
men, bewerende, dat het aan hem geleverde
stuk geen echte Hornier was.
Op 4 Jan. jL werd voor de eerste kamer
in deze zaak van antwoord gediend door
den raadsman van gedaagde, mr. Herman
J. Keyzer, en veertien dagen later door mr.
Bern, M. Cohen, die vooo* oiseher optrad,
gerepliceerd. Daama werd do zaak verwe
zen naar de tweede kamer.
Deze nu heeft eischer ontvankelijk ver
klaard in zijn vordering en getuigenver
hoor omtrent de feiten bepaald, op 18 April
e. k.
Kerkelijke belasting.
De kantonrechter te Terborg heeft von
nis gowezon in heb geding cïer Ned.-Herv.
kerkvoogdij te Dinxperlo tegen zeven lid
maten der Ned.-Herv. Gcm., die hun ker
kelijke belasting niet wilden betalen, om
dat zij het kerkelijk reglement onwettig
achtten.
De kerkvoogdij werd in het gelijk gesteld
en de eisoh tot betaling van de kerkelijke
belasting werd haar toegewezen.
Collectief contract in de bouw
vakken»
De oommissie, die namens de moderne
en christelijke organisaties in de bouwvak*
ken te 's-Gravenhage de onderhandelingen
voert met de patroonsvereeniging, ia in
het bo-zit gekomen van het ontwerp-oollec-
ticf-contract. Aan „Het Volk" wordt om»
trenit dit co .tract het volgende gemeld.
Voor de opperlieden is het volgende mi
nimum-uurloon bepaald; tot 31 December
1912 voor burgerwerk 24 cents, voor nieuw
werk 27 cents; op 1 Januari 1913 25 en 23
cents; op 1 Januari 1914 2" en 29 cents.
Voor metselaars; tot 31 December 1912
voor burgerwerk 30 cents, voor nieuw werk
33 oenta; op 1 Januari 1913 31 en 34 cents;
1 Januari 1914 32 en 35 centa.
De werktijd is des zomers (MaartOot.)
bepaald op ten hoogste 10 uren per dag; des
winters (November-Februari) op ten
hoogste 9 uren per dag. Des Zaterdags zal
steeds om 4 uur des middags gestopt wor
den; het loon moet dan binnen een uur uit
betaald zijn.
De besmettings-clausule heeft tot in
houd, dat partijen nimmer bouwmaterialen
„besmet" kunnen verklaren.
Het contract zal worden aangegaan voor
den tijd van drie jaren, met ingang van l
April 1912.
Geen arbeider zal gedurende den contract-
tijd bij onvereenigde patroons voor minder
loon mogen gaan werken.
Kederl. Vereeniging; tot bevordering;
van Zondagsrust.
Te Haarlem is in het lokaal van den Pro
testantenbond de jaarvergadering gehou
den van deze Vereeniging.
Aan de orde waa het rapport van het
hoofdbestuur over den vrijen halven Zater
dagmiddag. Op de 261 vragenlijsten, gezon
den aan Kamers van Koophandel en van
Arbeid en industrieelen, zijn 82 antwoorden
ontvangen. Het hoofdbestuur meent, dat Ho
vrije Zaterdagmiddag van belang is voor
den vrijen Zondag. De meerderheid van het
hoofdbestuur aoht het evenwel nog niet ge
raden, om thans vanwege de Vereeniging te
streven naar een algemeen vrijen Zaterdag
middag, maar wel raadt deze meerderheid
aan, dat ieder in eigen kring dien vrijen
middag zal bevorderen. De minderheid acht
door de enquêbe niet bewezen," dat deze
vrije middag van voordeel zal zijn voor Jen
vrijen Zondag, ook niet dat de bedrijven
dezen maatregel zullen kunnen dragen.
Be-sloten we«rd het rapport in de volgen
de vergadering in bespreking te brengen,
opdat de af deelingen zich daarover kunnen
uitspreken. -
De secretaris, de heer G. B. van Aakcn
Bzn., deed daarop mededeeling van heb
jaarverslag. Daaruit bleek, dat het ledental
achteruit gaat, maar daaruit volgt nog niet,
dat de zaak der Zondagsrust achteruitgaat.
Gewezen werd op het ingediend© wets
ontwerp in zaike de Zondagsshiiting der
apotheken. Naar aanleiding van het voor
stel om den wetgever te verzoeken het
wedstrijd wezen op Zondag te verbieden,
heeft het hoofdbestuur zich gewend tot den
voorzitter van den Haagsohen Voetbalbond.
Deze aoht de stelling van het hoofdbestuur,
dat wedstrijden onnoodig zijn, onjuist. Zij
zijn oen integreerend deel der sport. De
wedstrijden kunnen niet op andere dagen
worden gehouden dan Zondag, daar Zondag
de eerste vrije dag is. De voorzitter van
den Haagsohen Voetbalbond meent, dat do
Zondagsport eerder gesteund dan bestreden
moet worden. Immers zij verhoedt ledig
heid en het bezoek van inrichtingen vin'
vermaak die niet ontwiklo»1 1 iken en
cafébezoek. Wedstrijden op Zondag zijn dan
ook niet verkeerd, wanneer men die buiten
do kerkuren houdt en lange reizen zooveel
mogelijk beperkt.
Uit de mededeelingen van den penning
meester bleek, dat de ontvangsten bedroe
gen f 1198.52, de uitgaven f764.93. Er is
dueen batig saldo van f 433.92.
Thans kwam aan de orde het voorstel van
het hoofdbestuur om de jaarvergaderingen
Louise verscheen in de balkondeur met
een bouquetje lenteboden in haar hand»
sneeuwklokjes en geurende Maartsoh©
viooltjes Zij legde de bloemen op de knie
van haar meesteres. Deze knikte glim
lachend. „Onze zwaluwen bouwen weer
nesten, Louise. Hebt gij het gezien, daar»
d&ar. Wat hebben zy. een haast 1''
„Zij hebben ons nog eens geluk gebracht,
mevrouw," zeide het meisje en schoof het
kussen der zieke terecht. „En nu wordt
het eiken dag beter. Over vier weken gaat
u naar het Zuiden, zegt- de dokter, en dan
is alle gevaar geweken."
„Onzin I Ik verlaat mijn huis niet, zoo
lang het nog duurt. Ik kan heb einde ook
hier afwachten."
„U moet niet zoo «preken, mevrouw,"
zeide Louise, Bescheiden smeekend, „nu
alles immers zoo goed en mooi is geworden 1
Wij willen den lieven God liever danken,
dat hij u weer aan ons teruggegeven heeft,"
„Ja, ja, Louise, maar gelooft gij dan, dat
dat vreemde land mij iets zal helpen I Mal
ligheid Men moet- oude boomen niet ver
planten."
Louise zweeg. Zij wist, dat men tegen de
eigenzinnigheid der oude vrouw niets kon
uitrichten. Plotseling ontstelde zij.
„Wat is er?" vr06g haar meesteres
zenuwachtig.
„O, niets, mevrouw, heb is slechts..."
Haai' oogen waren op dé tuinhaag gericht,
waarachter, over de straat, een man nader
bij kwam. Zij kende den vastberaden tred,
de slanke, knappe verschijning van haar
Hendrik te goed. Hij had een hoed op. Dat
kon zij, ondanks heb verblindende zonlicht,
duidelijk zion. Wanneer hij bij haar kwam,
droeg hij gewoonlijk slechts een pet. Hij
zou toch niet... 1 Nu werd er reeds aan heb
tuinhek gescheld. De portier deed open.
„Bezoek?" vroeg mevrouw Reinhardt on
aangenaam getroffen, zij was liever al
leen „of zou heb de dokter reeds zijn?
Neen, Yollmiller komt paa later."
Heb was 's namiddags twee uren.
Louise verliet de kamer om de deur der
gang te openen. Haar knieén knikten; zij
wist wat er zou komen. Nu stond hij vóór
haar. Werkelijk in zijn Zondagsdie pak l
Wat was hij toch knap Zoo flink en rijzig 1
Haar hart zwol bij zijn aanblik en haar
oogen, waarin zich het troteche geluk, dat
haar doortintelde, weerspiegelde, boorden
zich in de zijne.
„Dag, Hennil" zeide zij op hartelijken
toon, waardoor toch een licht beven klonk.
„Ik ben blij, dat gij komt."
„Gij komt immers met, Louise I'*
Lieve Henni I"
„Welnu, kort en goedl Geef mij echter
eerst een kus, lieve sohatl" Bij het zien van
baar vlooide zijn hart over. Hij nam haar
vast in zijn armen en kuste haar op den
mond. Zij veTweerde zich niet zooals ge
woonlijk in kuischen angst voor het huis
barer meesteres, dat haar sleohts plaats gaf
voor haar diensten tegen haai* liefde en
haar geluk. Zij vlijde ziek gewillig aan zijn
borst en liet zich liefkoozen. Ach, het deed
haar zoo goed na al die zware dagen en we-
keu, na den drukkenden last, welke haar
jonge schouders naar beneden hadden ge
bogen, zoodat zij zoo moe waren geworden.
Na al den angst in den strijd om het leven
der vrouw op de waranda* Nu was het
voorbijl Nu scheen de zon weer! D° lente
trok ontluikend door het landEn zij hield
haar grootsten schat in haar armen.
„Wees nu met heftig of ruw tegen haar,
hoort ge, Henni," verzocht liet meisje haar
verloofde, die er op stond, mevrouw Rein
hardt persoonlijk te spreken. „Zij ia nog
zoo vreeselijk zwak, Henni; werkelijk, zij
is als een kind."
„Nu, dan zal ik het immers ook wel met
haar klaarspelen; wees maar niet bang,
Wiesje, ik zal de oude vrouw niet opeten."
En met ietwat onderdrukte ergernis voegde
hij er bij: „Wanneer jo hart maar het tien-
de-part voelde voor mij en mijn oudelui
thuis, die zich zoo afbeulen voor de zaak,
als voor die oude vrouw hier, dan zoudt
gij on3 allen het leven niet zoo zuur ma
ken!" En heeeoker, onstuimiger ging hij
voort: „Verlangb go dan niet een beetje
naar mij? Zooals ik naar jou verlang? Men
wil elkaar toch eindelijk toebehooren,
LouisjeGeheel en alBegrijpt ge dat dan
niet? Menigmaal dank ik, dat gij niet zoo
veel van mij houdt als dat moot wezen tus
schen twee menschen, die tob aan hun zalig
uiteinde één willen zijnZijn stem klonk
ruw en heesoli van opgewondenheid, en de
arm, waarmede hij haar aan zich hield ge
drukt, beefde.
Zij had zijn neerhangende hand gegre
pen en haar gezicht daarop gedrukt, haar
oogen en haar droge, brandende lippen.
„Wiesje! Begrijpt ge mij, Wiesje 1"
Zij knikte zwijg-,ud. Een rilling voer
door haar lichaam, hetwelk nog slanker
was geworden dan vdór dien tijd. Hij hief
haar hoofd op, beschouwde het bleek© ge
dichtje en kuste de tranen weg, die plot
seling van onder de gesloten oogleden H*
voorschyn kwamen. Hij had zoo met haar
te doen in dat oogenblik; maar zijn huis
had haar zoo noodig en dus bleef er niets
over dan een weinig hardheid. En achter
alle uiterlijke noodzakelijkheid, welk© het
huwelijk der beiden wenscheüjk maakte,
stond als een vlammend zwaard de wil van
den man, die niet langer meer wilde uit
stellen.
Hendrik Striegler had zioh heb bezoek bij
mevrouw Reinhardt toch gemakkelijker
voorgesteld dan hem dit nu in werkelijkheid
viel. De groot©, grijze oogen met de voch-
tigen, bovcnaardsohe glans, welke met een
schuwe uitdrukking op zijn gestalte rustten,
irriteerde hem. Bn de stem, die gebroken,
matte stem, bracht liem geheel van zijn
stuk.
„Gaat u toch zitten, mijnheer Striegler.
Louise heeft het mij reeds gezegd, dat gij
bij mij wildet komen. Reeds lang, hm ia,
maar het ging zeker niet."
De man draaide zijn sfcyven lioed in zijn
handen, waarvan de aderen dik opzwollen,
en vestigde zijn oogen met oen starenden
blik op Troll, het kleine hondje, dat als een
zwart punt aan de voeten zijner meesteres
ineen gerold lag en zich niet. verroerde. Hij
blafte gewoonlijk slechts, waneer er men
schen kwamen, die hem niet sympathiek
waren, en tijdens de ziekte zijner meeste
res had men hem opgesloten, opdat hij haar
niet zou storen. Dat had het verstandige
dier zeker diep gevoeld; heb was bang voor
«en nieuwe verbanning en hield zioh stiL
„Gaat u tooh zitten, mijnheer Striegler.
Daar ötaat een stoel."
Hendrik gehoorzaamde. Maar de woor
den zaten hem vast in de keel. Er ontstond
een drukkende pauze tusschen de beide
menschen, welke ook het dier scheen te
voelen, want het hief zijn mooi kopje op
en vestigde zijn groote, verstandige oogen
vragend op den zwijgenden man.
Louise was in de aangrenzende kamer
bezig. Haar onstuimig kloppend hart, dab
zulk een moeilijken strijd voerde tusschen
haar grooten menschenplicht en haar liefde,
joeg haar van haar werk weg. Zij moest
hooren, wab er tussohen die beiden werd
verhandeld; zij duchtte de heftigheid van
haar geiiefde, waarvan zij in den tuin een
proefje had gezien. Ach en zij was bezorgd
voor haar meesteres, wie zij do enkele klop
pingen van haar hart zoo gaarne gunde.
Hendrik voelde de nabijheid van heb meisje
zonder dat hij haar zag. En de atmosfeer,
welke haar persoonlijkheid omgaf, wekte
heb verlangen, om zijn geluk ongestoord en
geheel te bezitten, weer met het vuur en de
energie zijnor jon&e jaren bij hem op. Do
eigenzinnigheid van den man, die op zijn
goed recht staat, voegde zich daarbij en
opende zijn lippen.
„Mevrouw Reinhardt, u weet toch", be
gon bij, diep ademhalend, „dat Louise met
mij verloofd is."
„Zeker, weet ik dat, mijnheer Striegler",
antwoordde de zaeke met een matten glim
lach.
„Reeds meer dan jaren, mevrouw.."
De oude dame knikte.
(Wordt vervolgd.)