De wijnproever.
RECEPT.
ALI^RliEI.
dat een blauwe door een leerling1 zou wor
den achtergehouden. Bovendien blijkt dan,
of er door een nieuwen leeraar te veel
belooningen of te veel straffen worden ge
geven.
In de kamer, waar ouders, die hun kin
deren bedoeken, worden ontvangen (in Enge
land zijn er een groot aantal kostscholen),
hangt een opgaaf van het aantal sterren en
stoepen van eiken leerling.
Bij het cjpmaken van een rapport worden
deze tegen, elkander vereffendvoor heti
volgend rapport worden de strooken opnieuw;
genummerd van 1 af.
Voor tien Sterren komt elke leerling bij de
eerstvolgende prijsuitdeeling in aanmerking
voor een geldelijke belooning. Daarvan
.wordt blijvende aanteekening gehouden op
de lijst in de wachtkamer.
Als in 'één week het aantal strepen meer
bedraagt dan het derde van het aantal leer
lingen van de school, dan moeten alleni,
die die week een streep verkregen hebben,
Zaterdagmiddag schoolblijven. Daardoor,
wordt verzet verkregen van de leerlingen
tegen ben, die voortdurend straf ontvangen-
Als daarentegen het aantal strepen in één
week minder bedraagt dan tien percent van
het aantal leerlingen, don wordt een vrije
middag gegeven.
Een leerling, die meent een verkregen
streep piet te hebben verdiend, mag aan
de achterzijde van /de blauwe strook zijn
bezwaren schrijven; dan yindt een nader
onderzoek plaats.
De firma James Galt Ou, 26—28 Joèyi
Dal tons treet, Manchester, levert aan Engol-
Echa scholen de Star-an,d-Stii pe-boeken, elk
toet 50 strooken.
Aan Huishouding vaii koning George
V van Engeland ontbreekt een man, die
onder de regeering van koning Edward een
verantwoordelijke betrekking bekleedde. Wij
bedoelden den wijnproever. Deze had onder
kaning Edward VU niet anders ie dpen,
dan de wijnen te proeven, die voor de kel
ders van de koninklijke sloten bestemd wa
ren. Dit werk was echter hq lange na met
giPfmla.kkiPil ijlr of fl1a.-ngAnaAm) W'&Qt bet ge
beurde wel eens, dat da pr^f7^Tid~';nvac
alle w airftn der werdd. nog mjeer
wijnsoorten inhielden, dan de prijscourant
van een groot wijnhuis. De wijnproever had.
echter niet alleen den plicht de toegezonden
wijnsoorten te onderzoeken en te proeven,
hjj moest ook bestellingen bij de verschil
lende handelaren en bovendien „ontdekkin
gen" doen. Hij moest bekend zijn met alle
wijnkelders en, wanneer nu hier of daar
een partij beroemde wijn Verkocht werd,
hij er. als de. kippen bjj zijn, om, een, proef
te. Tl ATTtPm,
De betrekking van een dergelijke wijn
proever is ook in zoover zeer moeilijk, dat
de betrokken expert hoe paradoxaal hei
ook klinkt, bijna noodt wijn mag drinken,
om zijn smaak niet te bederven en zijn ge
hemelte Volkomen zuiver te houden Maar
buitendien mag hij geen wijn drinken, om
dat een goed proever de wijnsoorten niet
door middel Van den smaak, maar van den
reuk onderscheidt. Een paai' druppels van
<len ie onderzoeken wijn worden op de hand
gegotenmen wrijft de handen flink en
het te voorschijn geroepen aroma moet over
de kwaliteit en den ouderdom veel beter
kunnen inlichten dan het gehemelte ons z<ou
kunnen doen.
Geen beambte van de koninklijke huis
houding stond aan sterker verzoekingen
bloot dan de wijnproever van koning Edward.
Men trachtte herhaaldelijk hem door groots
sommen om te koopen, ten einde een of
•and-eren wijn of champagne op de ko-
ninklijke tafel te brengen. Om dergelijke
pogingen te verijdelen, werd echter de naam
'van den wijnproever geheim gehouden. Zoo
kwam het, dat de meeste handelaars het
absoluut niet wisten, wanneer zij zaken met
den Koning van Engeland hadden gedaan.
Bij de troonsbestijging van George Y is de
wijnproever ontslagen en diens ambt opge-
ïsVeSr.
Tien geboden voor een vrouw
van Carmen Sy3va»
1. Gij zult niet den eereten twist Veroor
zaken, maar zoo die onvermijdelijk is, hem
dapper uitvechten. Als ge in den eersten
huiseljjken twist overwonnen hebt, zal dat
misschien strekken, om u voor alle toe
komst in de oogen van uw man te verheffen.
2. Gij zult niet vergeten, dat gij een man
getrouwd hebt, niet een god. Verwonder u,
dus niet over zijn zwakheden.
3. Gij zult met uw man niet altijd over
het geld praten. Tracht liever rond te ko-
men met het geld, dat hij ,ui maandelijks
of wekelijks geeft.
4. Zoo gij somtijds meent, dat .uw; echt
genoot harteloos is, bedenk altijd, dat hij
een maag heeft. Door voortdurend met wel
bereide spijzen zijn maag te verzorgen, zult
gij ten slotte misschien pok zijn hart tref
fen.
5. Een enkele maal in geTuimen tijd,
maar niet te dikwijls zult gij hem het
laatste woord laten. Dat streelt hem, en sal
u geen kwaad doen.
6. Gij zult de geheele courant .e'n 'de ge
heel e illustratie lezen, niet enkel de adver
tenties en de ongelukken. Uw, echtgenoot
zal aangenaam verrast zijn, als hij ziet,
dat hij met u nu en dan ook over onder
werpen van algemeenen aard en zelfs over
de politiek kan spreken.
7. Gij zult van tijd tot tijd goed vinden,
'dat uw. echtgenoot wat meer weet dan gij
zel f, onder toegeven, dat gij heeLemaal piot
onfeilbaar zijl.
8. Gij zult nooit ruw zijn, bok' niet in
een twist met uw echtgenoot Vergeet niet,
dat er teen tijd in uw leven geweest ós,
'dat ge hem voor weinig minder dan een
halfgod hebt gehoudens
3. Als uw echtgenoot een schrander man
as, dan zult gij zijn vriendin zijn; als hij
het niet ie, zult gij zoowel raadgeefster als
vriendin voor hem wezen.
10. Gij solt de familie van uw man ach
ten, vooral zijn moeder. Bedenk, dat zq
hem veel Vroeger liefhad dan gij.
Caramelpndding.
L. melk, L. kookroom, stokje va-
nielje, cLL. koffie-exfcraot van 50 gr. kof
fie, 176 gr. suiker, 26 gr. witte gelatine, 5
eierdooiers.
Bereiding: Boom en melk laten trek
ken met de vanielje.
In een ijzeren pan 100 gram van de sui
ker, met een lepel water bevochtigd, onder
voortdurend roeren donkerbruin laten wor
den, daarbij langzaam room en melk voegen
en dit alles vermengen met de eierdoo:ers,
die flink met de overige 75 gram zijn ge
roerd.
De massa nu au-bain-marie roeren, tot zq
eeoi weinig gebonden is, en dan het koffie-
extract en de opgeloste gelatine er bdj voe
gen.
D© massa nu, onder af en toe roeren, zoo
veel laten bekoelen, tot zij <b*V begint te
worden, on dan den vorm er mede vullen.
STOFGOUD.
Het voornaamste doel, dat wij ons moeten
stellen in het leven, is de verbetering van
onze ziel.
Soo rate s.
Die meest voor breken vreest, breekt
meest het kristallijn
Men kan tc zorgeloos en te zorgvuldig zijn.
Const. Huygens.
Ploert.
Een redacteur van een dagblad ontving
op zekeren dag van een lezer een brief, die
slechts één woord bevatte: „Ploert".
Hij antwoordde het volgende:
lalk ontvang dikwijls brieven zonder temA
teekening; dit is de eerste keer, dat ik MA
bandteekening zonder brief ontvang."
Landelijke eenvoud.
Een boer ziet voor het eerst een elect li-
ache tram. „Dat is toch al te gek. Vóór niks,
achter niks, alleen boven op het dak ec<
disselboom, en het gaat als de wind!"
Mislukte geestigheid!
Een directeur van een Spoorweg-maat.
schappij reisde eens op een der lijnen van
zijn eigen Maatschappij, toen de conduc
teur, die hem blijkbaar nog niet persoon^
lijk kende, zijn plaatskaartje kwam vragen,
„Ik heb ex geen."
„Wat, hebt u er geen?"
„Neen, mijn gezicht is mijn plaatskaar
tje", zei de directeur, die eens grappig wil-
de zijn.
„Nu, dan reist u eerste klasse met een
plaatskaartje derde", antwoordde de con-,
ducteur.
De directeur wensck.be wel, dat hij min
der grappig geweest waa
Daar kon hij het mee doen.
Een verwaande gek zat des avonds op de(
veranda. Niet verre van hem zat een dame,:
die hij het met zijn dwaze aanmerkingen en!
zijn bluf dikwijls lastig maakte. „Ziet güj,j
barones", s^iak hij, „hoe zelfs de motten
om mij heen fladderen?"
„Zij zien u zéker voor een licht aan", waa
het koele antwoord.
Gered!
Een jongmensch werd eens gevraagd wat;
zijn vader deed. Hij wilde niet platweg zeg-j
gen: „Mijn vader is hakker", daar het ge-,
zeischap grootendeds bestond uit zoons van-
makelaars en handelaars.
Hij gaf dus ten antwoord: jader
handelt in gebakken meek."
Aantrekkelijk.
„Ik zal den kerel aanklagend-'-
„Waarom?"
„Hij heeft mij beteedig-cL"
„Waarmee?"
„Begrijp eens, hij zei tegen mij: „Ik ver
zeker je...."
„Maar dat is toch geen beleedigingi"
„Stellig wel De kerel is agent van een
veerverze kering.
Verzachtende omstandigheid.;
Bechter: „In den loop van één week hebt
ge zes paar schoenen gestolen."
Aangeklaagde: „Ja, Edelachtbare, dat
kamt, omdat ik zulke vreeselajke groot©
voeten heb. Het zesde paar was rn-ïj pan'
groot genoeg."
Niet meer noodig.
Zoon: „Vader, ik lees hier, dat er vroeger
toovenaars waren, die de menschen in Wnfls
veranderden. Zijn die er nog
Vader: „Neen, jongen, die ajn nu niet-
meer noodig."
Klein van eten.
Mevrouw (tot de keukenmeid): „Wat zeg
je, Marie, ben je geëngageerdDaarvan
heb ik nog nooit ie-te gemerkt!"
Keukenmeid: „Ja, mevrouw; maar hij eet
ook zoo bitter weinig!"
Passend.
Houtvester: „Kijk, dat is toevallig; het
kou/tvesterscongres valt juist in de interna
tionale vliegweek."
„He ja, dat komt goed bij elkaar: vlieg-»
week en liegweek I"
Nog eens!
Twee boeren hebben in een herberg hoo-
ge woorden. De een voegt den sniffer eeq
beleedigend woord toe.
„Hoor je dat, kastelein?"
„Neen", zegt deze slaperig tot den ander,
„zeg het nog een*."