Nieuwe Raadsels.
Oplossingen der Raadsels.
Uoede oplossingen ontvangen van:
Correspondentie.
No. 15982. Woensdag: 27 Maart. Anno 1912.
Het Lelijke ksiopje.
De Ark van Noach.
Ingezonden door Kleine Zeeofficier".
L
Mijn geheel is voor ons een heerlijke
maand.
Voor een 3, 8, 12, 6 koopt inen niet veel.
De 9, 10, 11 x 12 komt op en gaat onder.
Een 9, 4, 5, 13. dient om iets in te bergen.
In 1, 2, 6, 8, 12. vindt men vloeistoffen.
Ingez. door Katharina van Klaveren.
II.
Mijn geheel bestaat uit 7 letters-
1, 2, 3 is eon schrijf behoef te.
4, 5, 3 is niet dik.
3, 5, 6 "s een getal.
1, 2, 7, 3 groeit in den'tuin.
7, 6 is oen lengtemaat.
Ingez. door Leeuw van Modderspat."
III.
Mijn geheel is een plaats in Nederland.
Een 1, 8, 7, 8, 4, 9 mag iedereen niet we
ten.
Een 3, 4, 5, 1 draagt men aan den vin
ger.
Een 2, 2, 3 is een lichaamsdeel.
6, 2, 3 is een meisjesnaam.
Een 3, 4, 8, 9 dragen de jongens.
i.
Warmond.
II.
Kolenbak.
III.
Ka.merbeh.anget.
P. J. v. d. Linden, A. v. d. Linden, ,,De
Amsterdammer", „Zwartkopje", „Wande
lend takje", „Broer en Zus", M. Beijersber-
gen van Henegouwen, „Avondster", „Kleine
Zeeofficier", „Blond Anneke", Herman
Reinier, „De kleine Oranjeman", A. en G.
Visser, J. en A. Kenbeek, „Ventien", F. cn
T. Veeren, B. en A. Anneeze, „Wilde Roos",
A. Bernard, „Roosje", P. en S. van den
Born, „Oranjeboompje", „Sleutelbloempj'e"
Jo Eggink, „Leeuw van Modderspruit", J.
Smittenaar, L. E. Kruyff, „Klein Visscher-
tje", „De Oranjeman", „Kleine Winkelier",
N. Enderberg, J. A. de Neef „Paddenstoel"
A. Jansen, „Zwarte Piet", Antoon en Anna
Hoogeveen, G. van Zonneveld, C. G. van
Heusden,k Uierenvriendin", Hendrik en
Christiaan van den Heuvel, „Herderinne
tje", „Dagbloem", „Kleine Behanger",
Nanny Tenotloo, Maria Metsch, WiUemien-
tje Steffel, Tom Rees, „Viooltje", Barbara
en Dirk Snd, „Jan Konijn", Marie Meijer,
„Vroolijke Frans", „Kleine Hengelaar",
Willem Uisenhout, Jacobus Vallentgoed,
Pieter VaUentgoed, „Lelie der Dalen",
„Duinroosje", Jan Oostveen, Geertruida
Stoeke, „Pieter Maritz", Jac. Laman, Ma
rie Bosselaar, C. L. Jansen, Jantje en Wio.i-
tje Beekman, „Klavertje Vier", Frans en
Anna Kriek. „Maarten Tromp", Daan Wie-
ring, Anna Peterzen, Cor de Vlieger, Gerry
Los, Abram van Rossen, „Stokertje", Mar-
garetha van Meygaarden, Jo en Marie van
Hooidonk, „Fruitmannetje", „Hof van Ve
netië", Joh. Vis, Jo en A. Wempe, „De
kleine Scheepmaker", „Schoolmeester",
„Poppennaaistertje", Betsy de Vlieger,
„Vroolijke RiDa", F. F. Meyer, „De kleine
Modiste", D. Houthoff, „Begonia", „De
kleine Sportman", „Indiaan", „Sehenkel-
tje", Willem Engels, Anna de TEcluse, „de
twee J's", „Stormvrouwtje", Mina Verwer,
Betsie Kreft, „Jenny", Eva Kloots, „Julia
na", ,,'t Soldaatje", Mien v. d. Velden,
Aplonia. Mechelse, „Morgenster", M. Opten-
drees, Martha van Weizen, Margaret ha
Boml'/, M Molhuyzen, „Matroosje", Jon.
Meyer, „Rozcknopje", „Meibloempje",
„Lentebode", Arie Gille, Jo en Mien Bree-
baart, E. Kooreman, te Lei den.
Nelly de Breuk, te Haarlemmer
meer.
„Landbouwertje", Grietje van Ommering,
te Ha zerswoude.
„Schoenmakertje", „Vyvia", te Kou
dekerk.
G. van Zaïten, Bram Moolenaar, „Rozen
geur", „Pain et Vin", „Maneschijn" „Slin-
gelandt", S. 0. Muller, „Natuuronderzoe
ker", D. E. en H. 0. Nieuwenhuis, te
L i s 6 e.
„De Haan", Johan en Dirk van Leeuwen,
Pieter Corta, „Dierenvriend", te Oegst-
geest.
Willemijntje van Vliet, Hendrika van dor
Mey, Catharina van Klaveren, te R ij n s-
b u r g.
Cornclie ©n Nelly Honig, teVoorsoho-
t n.
Heintje Blankespoor, „Vergeet-mij-niet",
„Viooltje", K. G. van Ammers, Agatha
Scheffel, Marie v. d. Loo, „Sneeuwklokje",
Willem van der Stoel, te Wassenaar.
Johanna van Tilburg, Geertruida Vonk,
Aartje en I'lora Parlovliet, Antje Karens,
„Dc Vorzam*.laarster", „Kamerbehanger",
Adriana Vogelaar, Marijtje Rijnsburger, Ni-
ao Rijnsburger, Willem de Jong, Pieter van
der Stel, Geertruida en Anna van de Loo,
te Zoeterwoude.
Prijzen violen ten deel aan: „Padden
stoel", „De vroolijke Rina", te Leiden
en „Sneeuwklokje, te Wassenaar.
„Zwartkop j e". Het was wel jam
mer, dat je het courantje kwijt waart,
maar je hadt de oplossingen toch goed ont
houden, meisje.
„Broer en Zu s". Als je de bedoelde
raaclsels hebt opgesohreven zooals het laat
ste, dat ik van je ontving, dan verwondert
het me niet, dat ze niet geplaatst we'rden.
Dat moet alles veel netter zijn, kinderen.
„Kleine Zeeofficier". Ja
vriendje, je hebt gelijk, dat het een nare
rommel is die groote schoonmaak. Ik heb
er evenwel weinig last- van gehad, want
mijn werkkamer is in één dag schoonge
maakt, zoodat ik mij maar één dag behoef
de te behelpen.
Frans van Klaveren. Gelukkig
dat je nu weer naar school inoogt, zoodat
je bij de verhooging tegenwoordig kunt
zijn.
„Do Amsterdammer". Zeker
vriendje, de electriciteit noemt men nog
altijd het vak van de toekomst, en als jij
er zooveel pleizicr in hebt, dan vind ik het
heel verstandig, dat j© je daar op toe gaat
leggen. Al kan j© nu niet bepaald ingenieur
worden, omdat het nogal een kostbare stu
die is, zijn er op het gebied van electro-
teohniek nog tal van andere betrekkingen
waarin een flinke jongen geld kan verdie
nen. Je moet dus je best maar doen.
Theresia Veeren. Met genoegen
vernam ik je ingenomenheid met het gewon
nen prijsje, en gaarne zal ik je dank den
heer uitgever overbrengen.
PieterVallentgoed. Als je raad
sels geschikt zijn zullen ze vroeg of laat
wel geplaatst worden, ik kan je daarom
trent echter niets met zekerheid zeggen,
doch raad je intusschen maar nieuwe bij
dragen in te zenden, dan heb je des te
meer kans dat er iets geschikts bij is»
Willem Uiten h o utt. Als je maar
geregeld dc oplossingen blijft, inzenden, dan
zal je stellig wel eens voor 4en prijsje in
aanmerking komen.
„J an Konijn". Er zullen onder enze
vriendjes en vriendinnetjes allicht eenigen
zijn, die wel postzegels met je willen rui
len, het beste is maar, dat je eens een on
derlinge oorrespondentie inzendt, dan zal ik
het gaarne voor je plaateen.
„P addenstoe 1". Zeker herinner ik
me nog, dat je broertje al eens vroeger aan
ons blaadje heeft meegedaan, en het doet
me pleizier te vernemen dat hij zich op
nieuw daartoe aangetrokken gevoelt. Ik
kan me wel voorstellen, dat het haken jc
vermoeit, als je het liggende moet doen.
J. A. de Neef. Alle medewerkers mo
gen zooveel raadsels en anekdoten inzenden
als zij willen.
BaTbara Snel. Er zijn veel men-
schen en kinderen die dit voorjaar huid
ziekten hebben, dat komt onder verschillen
de vormen voor. Vertel me eens hoe het
met Dirk gegaan is en wat het gewor
den is?
Willemientje Scheffel. De vol
gende week hoop ik een en ander van je
te vernemen omtrent de uitvoering. Ik
hoop, dat je veel pleizier gehad hebt.
Nanny Tendeloo. Ja best© kind
als je je ingezonden raadsels geplaatst wiltj
zien mag het papier maar aan ééne zijde
beschreven worden.
„H e i d e p r i ns e s j e". Ik begrijp
best, dat je niet altijd evenveel tijd aan
het oplossen enz. kunt besteden, als je je
af en toe in de zaak verdienstelijk moet
maken. Ik neem je dat volstrekt niet kwa
lijk, want ik houd wel van meisjes, die
flink de handen uit de mouwen kunnen ste
ken. J© leeftijd is voorloopig nog geen be
zwaar om met ons mee te doen.
E. G. v. He u s d e n. Het spijt me, dat
je ziek bent en gaarne wil ik gedurende je
ongesteldheid je potloodbriefjes voor lief
nemen. Van harte beterschap wensoh ik je.
Grietje v. Ommering, te Haz?rs-
woude. Alhoewel ik me kan voorstellen hoe
druk je het hebt, hoop ik, dat je toch af
en toe wel een oogenblikje zult kunnen vin
den om met mij te correspondeeren.
„Lentebode" heet ik opnieuw har
telijk welkom in onzen kring.
„R ozeknopj e". Hartelijk gefelici
teerd met je verjaardag. Ik kom wel wat
laat roet mijn gelukwensohen, maar het is
heusch even hartelijk gemeend.
H. en B. de Vries, te Alphen. A 1 b.
v. d. LindenenJoh. Meyer, te Lei
den, dank ik allen recht hartelijk voor de
mooie prentkaarten die ik van hen ontving.
„M orgenste r". Neen beste kind,
dat was heusch toeval. Hoe zou ik boven
dien boos kunnen zijn op iemand, die iets
voor een ander komt vragen.
„De kleine Modiste". Je werk
zag er nu heel wat netter uit, meisje. Om
trent raadsels kan ik je geen inlichtingen
geven, je moet dus afwachten of je bijdra
gen al of niet geplaatst worden, doch moogt
intusschen steeds nieuwe bijdragen blijven
inzenden.
Joh. Vis. Wat heerlijk voor je, dat je
zoo naar hartelust kunt tuinierenMe
dunkt, dat is een gezonde bezigheid, en je
zult daarna wel een paar flinke boterham
men lusten.
Jacob Smit. Zoo, zoo, zijn jullie met
de bokkewagen uitgeweest? Zoo'n equipage
is toch maar alles!
Johan W ïering. O, jongenlief, wat
dom van je om je zoo te vermoeien. Het is
niet goed, vriend om zulke verre wande
lingen te doen.
MARIE VAN AMSTEL.
Dr. Wingfield veranderde de stoppen van
het groote orgel en hield toen een oogentvlik
op met spGen om op zijn horloge te kij
ken. „Al twaalf uur. Zoo, dan kan ik niet
langer spe<en Het is een mooi orgel; Mao-
gregor had wel gelijk, toen hij dit op één
na het beste orgel van Glasgow noemde. De
St.-Michelskerk moet rijk zijn om zulk e*n
orgel te kunnen betalen
Hij raakte nog eens de toetsen aan an
eindigde zijn spel niet de melodie van een
psalm, die zijn lievelingslied was. Tot zijn
verbazing hoorde hij de wijze onder zich in
d© half-donkere kerk door een zacht, tril
lend stemmetje herbalen. Het klonk hem,
Zrvoaüs de meesten van jelui wel zult be-
melken, hebben we verleden week een fout;
gemaakt. We schrevenvan den meisjesnaam
een jongensnaam te maken door wegneming
van één en verlegging van een anderen luci
fer. Dit moest zijn: door verlegging van
twee lucifers.
NEEF HEINEMAN.
Afb.
ten 8 o.M. hoog (Afb. 21). De deelen die aan
den kop naar onder hangen, zijn de horens
die, evenals bij .de gems door sleufjes heen-
gestoken werden. Vooral moet men er op
letten, dat de bek goed geknipt wordt, want
anders komt het karakter van het rund
niet goed uit. Overigens wordt bij het vou
wen de kop aan den hals omgeslagen, op
de plaats waar de horens beginnen (Afb. 22).
Tot slot van deze reeks geven wij nog
de Giraffe. Het gevouwen papier is 17
c.M- lang en 6 c.M. hoog (Afb. 23). De
korte horens staan op dezelfde plaats als
21.
beneden, en dien moeten wij dus wedr
wat naar boven buigen (Afb. 24).
Een wedren mei honden.
Degenen, die gedurende de laatste wek^n,
naar onze voorbeelden de verschillende die
ren hebben nagemaakt, zullen nu wel een
heele menagerie bezitten.
Voor diegenen hebben we nu een aardig
spelletje, waaraan een onbepaald aantal kin
deren kunnen meedoen. We gebruiken hier
voor alleen de honden, die wc gemaakt heb
ben, maar we kunnen er ook andere dieren
voor nemen.
Elke modes pelende krijgt één hond, waarop
hij zijn naam schrijft. De verschillende hon.
den moeten daai met elkaar wedijveren in
hard loopen. Alvorens de wedstrijd begint,
wordt uit de oudsten van ons een jury be
noemd
Deze ntaakt de volgende bepalingen bekend:
lo. Niemand ma.g de handen op tafel heb
ben; 2o. niemand mag zoo dicht bij zijn
buurman zitten, .dat hij hem aanraakt; 3o.
niemand mag van zijn stool opstaan voor
de jury het toestaat. Nu toekent de jury (die
ook uit één persoon kan bestaan) met krijt
een streep op de tafel. Op die streep staan
de honden. Een heel eind verder komt een
tweede streepde eindpaal. De jury zit daar
tegenover. Op zijn teeken blazen de eige
naars hun honden vooruit tot zij den eind
paal bereiken. Als een hond omvalt, moet hij'
op de streep opnieuw beginnen. We. kunnen
ook op dozo wijze een herten- of beerenjacht
honden.
Oplossingen.
De gefopte gierigaard.
De man bezat maar 7 dubbeltjes, hij kreeg
er zeven bij en had er dus 14. Daarvan gaf
hij er 8, en hield er dus 6. Dit bedrag
weer verdubbeld is 12hiervan 8 blijft 4.
Dit nogmaals vecdubeld is 8. Na deze 8
wederom te hebbon gegeven, hield hij dus
niets over.
Een legkunstje.
Na de voorafgaande werkjes kunnen we
nn wel iets mocilijkers gaan maken, name
lijk dieren met horens.
Als eerste voorbeeld van gehoornde die
ren, beginnen we niet het maken van
de Gems. Het gevouwen papier is 12 c-M.
breed en 45 m.M. hoog (Afb. 19). De ootren
laten wij weg, maar krijgen daarvoor in
ie plaats de eigenaardige horens, bij <z,
Afb. 19-
waar bij den haas de ooren zijn. Om de
horens wat van elkaar te laten staan, ma
ken wij er twee knippen in, in plaats van
één, en wel aan iedere zijde 2 m-M. van
Afb. 23.
van de giraffe aan de achterzijde lager is
dan aan de voorzijde, moet de rug een wei-
Afb. 22.
Afb. 20-
Afb 24.
nig ingebogen worden, als bij den ooievaar.
Daardoor gaat echter ook de staart naar
hij de gems, en worden dan aan beide zijden
van den kop doorgestoken. Daar het lichaam
de vouw .en steken
(Afb. 20).
Bij de koe, die wij
gen, ia het dubbele
daar de horens door
op de gems laten vol-
papier 19 c.M- lang