No. Ï5979. Aim© 1912. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. JBoelclag>-. Onder nemingskassen, hetzij verbondon aan céne onderneming enkelvoudige onderhe- niingskassen, hetzij verbonden aan een aan tal ondernemingen gezamenlijk, samen- ges teld e onderne mi n gs kassc n Enkelvoudige onderneming s- kasson kunnen worden gevormd door de arbeiders, werkzaam bij ééu onderneming, mits heb aantal dier arbeiders ten minste» oen nader te bepalen aantal, bijv. 100 be draagt. Gecombineerde ondernemings- kassen kunnen worden gevormd door de arbeiders van meerdere ondernemingen ge zamenlijk, mits liet aantal verzekerde arbei ders ten minste een nader te bepalen aantal, bijv. 100, bedraagt. Laatstgenoemde worden beheerd door oen bestuur*, bestaande uit: een voorzitter en een secretaris-penningmeester, door de eigenaars of beheerders der* gezamenlijke ondernemin gen ie henoemeu, en minstens ééu arbeider van elk der ondernemimren. door de verze kerden te kiezen, met dien verstande, dab voor elke 50 arbeiders in dienst van oen onderneming een bestuurslid kan worden aan gewezen. Eindelijk zal voor die arbeiders', die bij geen <ler voorgaande kassen verzekerd zul len zijn, één of meer gemeentelijke zieken kassen moeten worden opgericht. De benoe ming van den voorzitter en secretaris zal kunnen geschieden door den Gemeenteraad, terwijl dc hij die kas verzekerde arbeiders gezamenlijk voor iedere 50 loden een bestuurs lid uit hun midden zullen aanwijzen. De statuten van deze kassen worden door den Gemeenteraad vastgesteld, terwijl de be sluiten van het bestuur, betreffende de Im paling der premie en verder geldelijke aan gelegenheden, behalve de uit koeringen, de goedkeuring van B. en Ws. behoeven. Aan de gemeente Zou door den Staat, een subsidie kunnen worden toegekend, als te gemoetkoming i n de administratiekosten dei* gemeentelijke ziekenkassen." Het aandeel van den werkgeve'r in de premie worde gesteld op ten hoogste 40 pCt. liet ziekengeld op 50 pCfc. van liet gemiddeld dagloon, uit te keeren na den 5den dag der arbeidsongeschiktheid en gedurende ten hoogste 2G weken. "Wordt dé zaak alduS geregeld, dan zal de uitvoering niet slechts ia naam, maar i.n werkelijkheid, berusten bij de belanghebben den, zoodat met recht mag worden verwacht, dat het meest nuttig effect zal worden ver kregen, 'zonder dat tob instelling' van nieu we ooileges, tot heb scheppen van nieuwe ambtelijke posities behoeft te worden over gegaan 'en zonder dat het op dit gebied reeds bestaande behoeft te verdwijnen." Na in een artikel gewezen te hebben op het feit, dat er vevsohillende misstanden zijn, clie door het publiek onee r lij k e concurrentie worden genoemd, zon der dit echter in den waren zin des woords te zijn, bespreekt ,,D e Rotterdam- m e r" in een tweede artikel de echte on eerlijke concurrentie. Het blad splitst de gevallen van oneerlijke concurrentie in twee groepen. De eerste groep omvat de gevallen, waar in de oneerlijke concurrentie een bepaald persoon, onder de concurrenten treft; de tweede groep bestaat uit al de andere ge vallen, waarin de oneerlijke concurrentie is gericht tegen al de concurrenten als zoo danig of althans tegen een heele reeks of groep concurrenten van eenzelfde soort. Beide groepen worden dan besproken. Eerst de groep, waar een bepaald persoon of firma de dupe wordt. Tot deze groep behobren vooreerst tal van gevallen, waarin de oneerlijke concurrentie, hierin bestaat, dab men door allerlei listige kunstgrepen verwarring sticht bij het pu bliek tusschen personen, winkels, kantoren, goederen en wat dies meer zij. Dit kan op allerlei manier geschieden. Men kan dit doen door eens anders naam of handels naam (firma.) te gebruiken. Soms ook mis bruikt men op deze wijze niet den naam, maar een of ander te eken, dat aan eens anders zaak eigen is. Zoo komt heb voor, dat men eens anders fabrieks- of handels- merkt namaakt en dan daarin kleine, on merkbare wijzigingen aanbrengt, zoodat het niet precies hetzelfde is, maar tocli het onderscheid zóó gering blijft, dat het gvcote publiek het niet ziet. Brengt een firma bijvoorbeeld briquet en in den han del, waarop een driehoek is aangebracht met daarin een hoofdletter O, dan brengt, een andere firma veel minder deugdelijke briquetben aan den man ook met een drie hoek, maar plaatst daarin een hoofdletter G. Anderen weer bootsen met geringe af wijkingen uithangborden, uitwendig aan zien van winkels en dergelijke, na. Hetzelf de geschiedt met speciale verpakkingen, etiquetten en dergelijke. Weer anderen ne men titels van boeken, namen van kranten en dergelijke over. Kortom, hier is een ein- delooze variatie aanwezig van allerlei on eerlijkheden, waarbij men vaak verbaasd staat over de sclierpzmiglieid, waarmede op deze. wijze het publick wordt misleid. ,,D e Rotterdammer" geeft ver volgens eenige krasse staaltjes van dit soort concurrentie. De tweede groep, bestaande uit gevallen, waarin de schade niet treft één bepaalde zaak, maar alle zaken van dezelfde soort, geschiedt op verschillende wijzen. Vooreerst geschiedt zulks door het publiek te misleiden omtrent de qualiteib der wa ren, door den oneerlijken concurrent gele verd. Zulks moet men natuurlijk niet al te streng nemen. Wanneer een winkelier een bepaald artikel aanprijst per circulaire als het allerbeste en allergoedkoopste in het gebruik, dan kan mon hem niet van oneer lijke concurrentie beschuldigden. Maar ge heel iets anders wordt dit, zoodra heb be paalde misleiding wordt. Wanneer hij, om nu eens iets te noemen, Russische petro leum, die minderwaardig is, verkoopt als Amerikaansche en daarvoor den winkel prijs der Amerikaan sche vordert, dan wordt liet publiek [bedrogen. En gaat hij er nu toe over, om deze valsche Amerikaan- sche petroleum één of twee centen goedkoo- per te geven dan de concurrenten, dan be nadeelt luj door dat bedrog zijn concur renten, en is oneerlijke concurrentie aan wezig. Hetzelfde is het geval als de misleiding van heb publiek. betreft niet de qualiteib, maar de quantitei t, de hoeveelheid. Voorbeelden daarvan zijn de verkoop por flesch met de groote ziel, van strengen of knotten garen van minder dan de opgege ven of normale lengte, knoeien met het ge wicht en dergelijke. Ook komt het voor, dat rnen heb publiek misleidt in zake clen prijs. Dit geschiedt bijvoorbeeld do-or in de uitstalkast iets ten toon te stellen, zeg een bontmantel, waar aan een onzichtbaar gebrek is, voor een lageren prijs. Zijn de menschen clan een maal binnen gelokt, dan wordt hun met allerlei omhaal meegedeeld, dat de ge- etaleerde mantel niet veikocht wordt, om dat er iets aan mankeert, maar dat men een dergel ijken m antel Voor zoo en zooveel meer kan. krijgen. Meif cToet dit dan óp zóó dringende wijize, clat allèen zeer standvas tige personen zonder te lcoopen weer den winkel verlaten. Zoo lokt men door valsclie voorspiegelingen de klanten van anderen naar binnen. Hiertoe behöoren nu het belo ven en ten slotte met allerlei vijven en zes sen niet-geven van rabat, uifcverlcoopen on der valsche voorwendsels (faillissement) en dergelijke. De fabclaolitigste verhalen worden hierbij soms opgeclischt om cle menschen naar binnen te lokken. Eindelijk behoort tot deze groep nog bet zich aanmatigen van valsche onderscheidin gen en titels, zoo bijvoorbeeld van hofleve rancier, en dergelijke. Een aardig staaltje van dit laatste bedrog we ra op een der congressen meegedeeld. Een winkelier had een mooie foxterrier, die op een hondententoonstelling met een medaille bekroond werd. De handige man wist hiervan partij te trekken door deze medaille als reclame te gebruiken voor... sardines De „Nieuwe Arnhemsche Cou rant", aldus De Tijd", heeft een al- lergrappigsten blunder gemaakt. Spreken de over een pas verschenen brochure, waarin de T a r i e f w e t werd bestreden, nam het blad de gelegenheid te baat om een predikant a faire te nemen. Het schreef over hem: „Wij hopen, dat dit werk veel gelezen zal worden en daardoor veel nut zal doen. Het zij bovenal Dominé Petersen, die nu als lofredenaar *-an het Tariefontwerp rondreist, ter lezing aanbevolen, wellicht roept hij dan wel met Samech uit den llOden Psalm: „Het haar mijns vleesches is te berge gerezen van verschrikking voor u, en ik heb gevreesd voor uwe oordeelen.'" En hij zal voortaan het bespreken van het Tarièfontwerp overlaten aan der zake des kundigen." Wij hebben het hier dus over „dor zake kundigen" l En wie is nu de heer Samech met wien volgons de „Nieuwe Arn hemsche Courant" de predikant samen iets moet uitroepen Och de Psalmen zijn, zooals men weet, verdeeld in verzen en nu staat in Let Psalmboek van de redactie der „N i e u- w e Arnhemsche Courant" bo ven ieder vers de naam in de Hebreeuw- sche letter, waarmede ieder vers in deze taal aanvangt. De schrijver van het artikel, die misschien nooit ter catechisatie, is ge weest of zijn lessen is vergeten, ziel Sa mech. voor een persoon aan, en zal straks zijn lezers misschien vertollen dat Ko ning David en zijn ministers allemaal tegen de Taricfwet waren. Van „der zake kundigen" gesproken! Naar aanleiding van de Memorie van Antwoord bij het voorstel van wet tot iu'fc verleenen van ontslag aan g e h u v- de ambtenaressen en onder- wijzeres se n lezen wij in een artikel in het Maartnummer van ,,B e 1 a n g e n Eech t" o.a. het -volgende Dat late huwelijken het gevolg dezer wet niet alleen kunnent maar zullen zijn, is uit het oogpunt van volkskracht een sterk ar gument tegen de aanneming van dit ont werp, terwijl het feit, dat een vereeniging als die tot Verhooging v. h. Zedelijk be wustzijn in dit wetsvoorstel een bedreiging van haar ethisch streven '/.iet-, menig gods dienstig gezinde de oog-en moeten openen voor de gevaarlijke zijde van deze over heidsbemoeiing. Er is ook een concurrentie-vraag gemoeid met dit wetsv-oorsbel. Richten gehuwde on derwijzeressen zelf scholen op, dan bedoe len dezen zich. een bestaan te verzekeren, de school wordt dus als winstgevend bedrijf be oefend en blijft van subsidie verstoken, aldus meent "de Minister. Dooh als een Ver eeniging, die van haar school geen winstge vend bedrijf maakt, een gehuwde onderwij zeres als hoefd aanstelt, omdat die genood zaakt isf haar werk goedkoop er te leveren'? En als mevrouw X., geboren Y., tot hoofd dier school benoemd, haar echtgenoot ook onderwijzer, maar in heb bez.it van min der akten bijv. tot eersten onderwijzer krijgt'? Dan zijn dat zeker geen gronden, waarop de - Regeering subsidie kan weige ren, al bestond het goheele personeel van zulk een school uit gehuwde onderwijzeres sen of uit echtparen. Het aantal personen, voor wie deze ontslag-wet ontworpen werd, is betrekkelijk zeer klein, daar de over- groote meerderheid der vrouwen bij bet aangaan van een huwelijk haar betrekk-ag vrijwillig opgeven, hetzij, omclat zij in het huwelijk juist het middel zien, om uit een werkkring, waarin zij slechts noodgedwon gen blijven, op een fatsoenlijke manier ver lost te worden, hetzij haar kracht ontoere- kend is, om aan de door haar zelf gestelde hooge eischen van heb beroep en van het gezin, dat zij helpen stichten, geheel te vol doen. Er zullen bij het in-behandeling-ne- men van deze wet nog geheel andere argu menten moeten worden aangevoerd, om een zoo groote vrijheidsbeperking van de vrouw voor de meerderheid onzer volksvertegen woordigers aannemelijk te maken. Wij kun nen de gedachte niet weren: als één of meer hoogstaande vrouwen zich eens in het parlement konden doen hooren Hier is weer een van de vele punten van wetgeving, waarbij gehandeld wordt over de vrouw zonder de vrouw, waarbij ver waarloosd wordt het inzicht van vrouwen, dat men toch verschillend acht met het in zicht van mannen. Ook dat zal voor meer Onder di-et opschrift De geneesheer, in het gedrang schrijft een Mod. Doet- in .„De Maasbode" over de positie dor medici ten opzichte van de ontwor pen Raden- en Ziektewet, waarin hij ö,a» zegt: Wordt do wet doorgevoerd, zooals zij nu voorgesteld, dan wordt de geneesheer (het \voord is in medische kringen gebruikt) „vor- amb ten aard", een ambtenaar, die aangesteld en ontslagen wordt door de bestuurders der enkele erkonde ziekenfondsen, van wier goed dunken hij volkomen afhankelijk is. De pa tiënten zijn aan dat erkende ziekenfonds ge bonden^ al willen zij hun geneesheer be houden, dien zij om zijn persoonlijke eigen schappen als arts waardeeren, als zijn han delingen in strijd zijn met de inzichten der bestuurders, dan is het mot hem gedaan. Leert de ondervinding bij onze oostelijke naburen ons nog niet genoeg? Is het niet treurig, dat daar conflict op conflict is .voorgekomen, die bij betere (regeling yer- deden hadden kunnen worden? Onder het lioofd De Ziektewet én de decentralisatie der Ongevallen- Verzekering vinden wij in het Maart- 3Uimmer van „Do Ri si c O-B an k'\ heb maandelijks verschijnende orgaan van do Gen- iralo Werkgc ve'rs.Risico.Bank te xAmstcrdanv, do volgende opmerkingen: "Wij hebben altijd aangedrongen op ver eenvoudiging en decentralisatie der Ongeval lenverzekering. Om deze te verkrijgen is echter geen ge compliceerde ineenschakeling yan ziekte- cn ongevallenverzekering noodig, zooals do Be geering voorstelt. Die vereenvoudiging kan op hoogst eenvoudige wijze worden tob stand gebracht, door namelijk--aan de agenten der Rijksbank moer zelfstandigheid te geven. Dit is oen kwestie van wijziging der On gevallenwet, die zeer gemakkelijk cn met weinig vertraging ware- aan te brengen bij liet aanhangige ontwerp tot wijziging dier wet. Daarvoor is ook geen uitbreiding van personeel noodig, want de agenten cn con trol eerend-gcnoeslcundigen doen hetzelfde werk ook nu reeds, zij liet dan ook zon der bevoegdheid tot beslissen. Door do Ziekteverzekering el' bij fo be trekken, heeft men allerlei moeilijkheden in liet leven geroepen. De doeltreffendheid de zer decentralisatie, do vraag wie de kosten dor eer-s te drie maanden zal betalen, en vooral do toepasselijkheid der voorgestelde bepalin gen mede op land. cn tuinbouwongevallen, geven stof tot velerlei critiek en klachten. Het ontwerp.Ziektewet zelf zou er on getwijfeld bij winnen, wanneer men dit ge- heele aanhangsel de ineensckakeLing met de Ongevallenverzekering er uit lichtte cn do gewcnschtc decentralisatie tot sbaivl bracht op do boven aangegeven eenvoudige wijze, bij heb ontwerp tot wijziging der On gevallenwet, respectievelijk bij de op handea zijnde regeling der Land. en Tuinbouwon- gevallen ver zekering in haa'i* verschillende vertakkingeu, als in dat der Ziekteverzen kering. Mr. Vlaanderen schreef in Het „Tijd schrift dor M a a t s c h a p p ij van N ij- verheid" over de Arbeider sziektc- verzekering een. artikel,, waarin nog maals met nadruk gewezen wordt cp de won- schelijkheid om het groote doel van de wet te bereiken zonder het vele goede, dat juist op dit gebied reeds bestaat, to vernietigen. Na do web van Talma aan Critiek onder worpen te hebben, doet do schrijver de vol gende regeling aan de hand, waarbij mot< bestaande toestanden rekening wordt gehou den cn de bezwaren der minis tori eelo ont werpen worden ondervangen: „Do uitvoering der verzekering moet be rusten bij ziekenkassen, opgericht en be boerd door do belanghebbenden zelf, terwijl voor hen, die in zoodanigo leassen geen plaats mochten vinden, de verzekering zal moeten geschieden bij van overheidswege op ie richten ziekenkassen. Regel zij dus de particuliere, uitzonde ring do openbare kas. Als particuliere1 kassen' kunnen WOrden toegelaten i) Zoolang moeder leefde, had Hein altijd gezegd, mocht er geen stoel verkocht wor den. De oude ziel zou zioh „dood geërgerd" hebben, als er ook maar één stukje, dat vader zaliger aangeraakt had, onder den hamer was gekomen. En wat moeder .weuschte, was voor Hein een bevel. Vader Willems woonde in Zandhuizen, een halfuur van de stad Z., was bakker in zijn tijd, speciaal roggebroodbakker. Anderhalve last in de week werden in den trog tot deeg getrapt en clirie ovens waren dagelijks stampvol met veertien- en acht-ponders. De /aak marcheerde uitste kend en twee paarden waren geregeld in de weer om de zoete en zure brooden den boer op te brengen, en als 's winters de wegen in den naburigen polder, waar beste klan ten woonden, één moeras waren geworden, moesten de molenaars niet hun trekdieren helpen, want dan waren er drie of vier noodig, om Albert, den ouden knecht, met zijn wagen te brengen waar hij zijn moest. Toen vader stierf, had Hein met moeder 'do zaak op den ouden voet voortgezet. Het had lang geduurd, vóór moeder kon beslui ten den naam op het tuimelraam boven de winkeldeur te veranderen; maar toen de letters van liet voortdurend afzeepen moeder was bijzonder proper en helder zoo goed als verdwenen waren, kreeg Hein het er door, dat er kwam te staan: „Wed H. Willems, brood-, koek- en beschuitbak kerij en kruidenierswaren." Dab had Hein zoo gewild, omdat Jans en Fenna, zijn twee eenige zusters, hem voort durend „steken onder water" gaven, als zij moeder 's Zondags opzochten. Het verdroot hem altijd te hooren van „zich er in draaien" en „mooi leventje bij moeder", „gemakkelijk aan den kost komen" en der gelijke liefelijkheden meer. Daarom had Hein er voor gezorgd, dat, ook voor het oog van de wereld, mceder de baas bleef. Moeders naam stond op de zak ken, moeder teekende de kwitanties; zelfs liad hij het ijzer, waarmee de brooden wer den gemerkt, de zoete met één in het mid den, de zure met twee indrukken, aan elk uiteinde één, dat ijzer had hij. laten veran deren, zoodat men duidelijk de letters W. H. W. op de bovenkorst kon lezen. De 28-jarige lobbes, moeders lieveling, hield wèl de boeken bij voor moeder, die in den laatsten tijd wat „doezelig" werd in het hoofd, zooveel vergat en niet meer zoo goed met cle pen voort kon als vroeger; hij kocht wèl de rogge in, bestuurde feite lijk als heer en meester de zaak, maar hij bleef, wat luj onder vader geweest was; de eerste knecht met vijf gulden loon en den kost. En nu was moeder dood en begraven. Onder de begrafenis waren Jans, die met Gerrit, haar man, een kruidenierswinkel hield, en Fenna., die met Jan, den mulder, getrouwd was, in het sterfhuis achtergeble ven. Terwijl Hein zijn goede moeder de laatste eer bewees, stond te weenen als een kind, toen de kist werd neergelaten en bij geholpen moest worden door den dood graver om een schopje aarde voorzichtig op de kist te laten vallen, als ware hij bang moeder in haar rust te storen, haar te ver schrikken, in dien tussohentijd hadden de zusters al eens rondgekeken en al heel gauw ruzie gekregen over het oude servies, waar zij als kinderen nooit niet de vingers aan mochten komen, en dat zorgvuldig in het hoekbuffeb geborgen was, slechts met hooge feestdagen te voorschijn kwamover de oude klok, de linnenkast en de chiffon nière; over het mooie damast en de gouden oorbellen van mceder. En juist waren zij op 't hoogst aan het kijven, toen de rijtui gen van het kerkhof terugkwamen en Hein met zijn beide zwagers, een paar buren en eenige verre bloedverwanten binnen kwamen, Hein bedrukt en zwijgend, Jan met een Goddank, wat een zit," en Ger rit bewerende, dat het een „deftige" be grafenis v/as geweest. Na het begrafenismaal staken de Keeiren een sigaar op, wandelden het huis door, clen tuin eens in, schijnbaar om den vrou wen de gelegenheid te geven „af te ne men," doch werkelijk om goed rond te glu ren. Je kon dien Hein nooit vertrouwen. Die zou wel gezorgd hebben, dat hij bin nen was tegen, dat moeder dood ging, had Fenna beweerd; en Jans was altijd Overtuigd geweest, dat moeder een geheim testament hacl laten opmaken door den notaris, waairbij zij lieelemaal onterfd zou den worclen, maar daar zou zij het niet bij laten zitten en Gerrit evenmin. Toen alle „vreemden'' weg waren', werd koffie gedronken met een koekje er bij en iwierp Gerrit eens een balletje op van de kwestie, waar het nu om ging „En hoe staat het nou, Hein?" vroeg hij. „Hoe 't staat? Wat hèdoel je?" zei Hein, nog in gedachten op het kerkhof, waar hij moeder had achtergelaten. „Wel, dat is me ook een vraag", ging Gerrit voort; „ik bedoel met het testa ment". „O, is 't dat?" vroeg Hein; „heeft het zoo'n haast Ik weet er niets van. Je moet- liet maar aan den notaris vragen". „Hoor eens, Hein", kraste Fenna met haar uilengeluid, „eerlijk ieder het zijne, hooren al wat moeder jou bij haar leven gegeven heeft, moet terugkomen, hoorIk heb er gisteren nog naar geïnformeerd bij een, die 't weten kan." „Zoo, zoo, zusje," zei Hein, „moest je daar al over beginnen toen moeder nog bo ven aarde stond Ik weet niet wat moeder bepaald heeft; wèl heeft ze mij dikwijls ge zegd, -dat z-e niet graag wou, dat dc zaak in vreemde handen overging; als het clus kan, wil ik wel graag cle zaak overnemen. Maar dat is alles van later zorg. Laten we dezen dag wijden alléén aan ons lief moe dertje. Morgen, zoo vroeg als jullie willen, gaan we naar den notaris en we zullen liet wel samen vinden. Jullie weet, dat ik er altijd voor geweest hen, om ales in zijn we7.en te laten, zoolang moeder oog in leven was. De notaris zei wel, dat er in het- Wetboek stond, dat niemand in een onver deelden boedel behoeft te blijven, maar ik heb dat deelen, om moeders wil, altijd tegengehouden, en ik dank de zusjes en ook jullie, Gerrit en Jan, dat je mij mijn zin hebt gelaten. Nu wil ik graag met jullie deelen je zult uit de boeken zien, clat ik alleen mijn loon heb genoten als onder va der en tevens, dat de zaak is vooruitgegaan na vaders doe cl, zoodat jullie allemaal pro fiteeredkunt van wat moeder en ik heb ben uitgezuinigd." Na liet bezoek aan den notaris werd dan één volksvertegenwoordiger een reden zijn, om tegen dit weinig urgente wetsvo3i> stel te stemmen. In een viertal nummers van de Friesch* „Gereformeerde Kerkbode" heeft cis. J. D (ekker) van K (ollum) de kwestie Theologische School en Y r ij e Universiteit besproken. In het laatste nummer bepleit ds. D. de ver. eeniging van clie beicle onderwijsinriohtin» gon met subsidie uit 's Rijks schat, kist. Hij schrijft daarover o. m. het vol. gencle »»En waren zoo Kampen en Amsterdam verbonden en cle twee stroomen uit cn» kerkelijk verleden ook daar samengevloeid^ en wij gekomen tot clie eene Gereformeer- cle Vrije Universiteit-, die onverdeeld ona aller hart en liefde had, gelijk met onze Christelijke foholen op lagcr-onderwijs. gebied, met die Universiteit de worsteling op hooger-onderwijs-gebied, met de ongo loovige en dwalende Universiteiten aan gebonden, den stnj^ tusschen revolutie en evolutie, tusschen Calvinisme en Darwinia- i- me aamgebonden. M~ r dan ook voor dio Universiteit gelijk recht met de openbare Universiteiten. De schoolstrijd ook op hooger-onclerwijs-gebied uitgestreden meb volkomen, ook nnancieele gelijkstelling van bijzonder openbaar onderwijs; de ka pitalen uit 's lands middelen voor Open bare Universiteiten beschikbaar gesteld,, naar evenredigheid ook toegekend aam de komende Roomsche en bestaande Gerefor» meerde Universiteit. Wel zou dib het Rijk op belangrijke offers komen te staan, doch heb recht zou cr door worden bevorderd, en een stuitend onrecht door worden wegr genomen, en het geestelijk welzijn van onB volk ongemeen door worden gebaat. En dat gaat boven enkele millioenen. Vereeniging van gyninnstiekondcr- wijzers in Nederland, Op de algemeone vergadering, dio 8 en 9 April a-s. te Nijmegen gehouden wordt, zal dr. Brox,-medicus te Maastricht, spre* ken over het onderwerp„De school moet menschen vormen" en daarbij de vol gen do stellingen toelichten: 1. De wisselwerking tusschen geest en lichaam cischt, dat ook cle lichamelijke op* voeding aan de school behoort. 2. Voor cle lichamelijke oefening behoort voor iedevcn vollen schooldag een bepaalde tijd op den rooster der lessen voor te ko men. De tegenwoordige strijd om het be staan eischt, clat deze materie wettelijk ge* re-geld wordt 3. Vrijstelling van de lichaamsoefening in de school mag alleen verleend worden op medische gronden 4. Voor lichamelijk achterlijken moeten af, zonderlijke cursusen in lichamelijke oefe ning ingericht worden. 5. Naast de lichamelijke oefening in do school moet ook bevorderd worden het hou-, clen van lichaamsoefening in vrijen tijd. Het is noodzakelijk clat dit gcsehïeclo ondec deskundige leiding. 6. Medische keuring van deelnemers aan sport en openluchtspel is absoluut ver* cischte. De heer R. M. Roemer, gjunna-stiekleefraap aan een H. B.-S. met 5-jarigen cursus te Amsterdam, zal een lezing houden over „De Ncclerlandsohe schoolgymnastiek en do aanvallen daavop." Behandeld zal worclen een voorBtel vaxï de Zuiderafdeelimg, om aan den Minister van Binnenla.ndsche Zaken heb verzoek Co richten, don minimum-leeftijcl voor adspi- ranten voor examen in vak I te bepalen' op 17 jaar. De praktijk zal bestaan in: a. Het demonstreeren van eenige hoofd groepen van oefeningen en spelen door eenige leerligen cler Rijkskweekschool voor Onderwijzers te Haarlem, onder leiding van den heer Jph. v. d. Boom. b. Een les met leerlingen (jongens) eencr lagere sohool te Nijmegen, oncler leiding van den heer De Tieter, aldaar. overeengekomen, dat Hein het huis met d6 zaak tegen inbreng van idem zooveel zou krijgen; dat cle overige onroerende goede ren publick zouden geveild worden; dat Hein het hoekbuffet. Jans de hellen en do chiffonnière on Fenna dc linnenkast cn het damast zou krijgen, en dab over de rest van den inboedel boeldag zou worden ge houden.. Om tien uren zou cle verkoop beginnen'.. 's Morgens vroeg reeds waren or mannen' gekomen met een groot zeildoek, palen, schragen en planken en hadden vóór het huis een afdak opgeslagen, clat deed den ken aan een kermiskraam, die „opCn" is. Dagen te voren was cle canclidaat met een' klerk en den man, die als oproeper zou fimgeeren, bij Hein thuis gekomen, hadden op alle meubelstukken, die verkocht zouden worden, een nummer geplakt, lijsten oPoC* maakt, en op den dag zelf verscheen des notaris in hoogst eigen persoon met den geheelen staf, een halfuur na den bepaalderf tijd, ten tooneele, en nam met zijn eandi- daat plaats in liet kamertje naast de deur, dat met een schuifraam in verbinding stoncl met den winkel. De klerk ging met- zijn lange lijsten aart de tafels zitten, clie van planken en schra gen in elkaar waren gezet, onder het zeil doek. De oproeper, voorzien van een langen stok met een grooten koperen lepel aan een der uiteinden, stond er boven op on het publiek zat bf binnen op banken stond onder bet zeil of buiten te wachteu op de dingen, die komen zouden. fWordfc yervolgd.)]

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5