Iets over onthoudende volken.
STOFGOUD.
RECEPT.
ALLËELEI.
i
I
Kort van memorie.
De oecouoom X, zou een nieuwen stoom-*
ketel, dien cij besteld bad, in de stad laten
afhalen. Hij zei daarom tot een van tija
knechts: „Jan, span morgen vroeg de tw*e*
bruinen voor den nieuwen, sterken wagen
en rijd er mede naar H. in de stad, daaij
mpet gij een stoomketel in ontvangst
men, die is heel zwaar, denk daarom", enz.j
enz.
De vrouw van den oeeonoom hoorde de
boodschap van haar man, en daar zij spel
den noodig had, gaf zij Jan een briefje mede
naar L., leverancier van dergelijke artiktir
len, om een pakje spelden.
Jan spande den volgenden ochtend vroeg
tijdig de bruinen in en reed naar de stad.
Na-den middag kwam hij, terug en bracht
het pakje spelden aan de vrouw van den
oeconoom.
Deze ging naar buiten en zag, dat er
niets op den wagen was.
„Waar hebt gij den stoomketel?" vToeg
hij.
„Wel verbruid", zei Jan, zich achter de
ooren wrijvende, „dat is waar ook; ik heb
den geheelen morgen al gedacht; zou i)f
niets vergeten hebben
standsvermogen krijgen. En onze varkens
kunnen ook niet met aardappelen alleen
gemest worden. Daarin zit toch zoo bitter
weinig kalk. Willen we die flink op de been
houden, dan mogen ze wel dagelijks een
handvol haver bij hun eten hebben. Alleen
in den uitersten nood kan men ook enkele
grammen phosphorzure kalk daarbij geven.
(Dp. Lilienstein, arts te Bad-Nauheim,
die een langdurige reis om de weseld heeft
gemaakt, schrijft o. a.
De Islam, waartoe ongeveer 200 millioe-
mensehen behooren, verbiedt het ge
bruik van sterken drank, en al wordt dit
gebod in de betrekkelijk weinige steden,
die onder Europeesohen invloed staan, niet
strikt gevolgd, het alcoholisme is aan de
Mohammedaansche volkstammen als zoo
danig over 't algemeen onbekend. Onder
de 425 patiënten in het krankzinnigenge
sticht te Kaïro waren in 1908 slechts 6
drinkers, dus ongeveer 1\ pCt., terwijl het
aantal alcoholisten in de Düitsche stede-,
lijke krankzinnigengestichten tot 30, 40,
zelfs 50 pCt. gaat.
In Japan bestaat geen volksgift; dit
land is tot nog toe geheel Vrij van alle
bedwelmende middelen.
In beschaafde en vooral Studentenkrin't
gen wordt dikwijls beweerd, dat er geen
echte vroolijkheid kan bestaan zonder de
bezielende werking van den alcohol, ik
heb in Japan aan vele academische fees
ten, vergaderingen, enz, deelgenomen*
waaraan de feestvreugde volstrekt niet
ontbrak, al knalden er geen champagne-
kurken i Ook kermissen, volksfeesten wer
den evenals bij ona gevierd, zonder dat tot
verhooging der pret sterke drank- werd
gebruikt.
Ook onder de Amerikaansche en Engel-
eche studentenclubs ziet men uitgeladen
vroolijkheid, zonder alcoholgebruik en zon
der de weerzinwekkende buitenspor:gh?-
den, die zoo dikwijls bij onze studenten
voorkomen.)
leerling, wanneer er iemand mocht komen
dezen maar even aan den praat te houden*
Patroon is weg; joggie gevoelt zich go-
Wichtig; gaat voor de spiegels, neemt kam
en borstels en wi1 zich wat opknappen
daar gaat de deur open. Heer stapt ge
haast binnen, hangt lioed en jas op en
neemt plaats in den scheerstoel, doet erg
gehaast en zegt vlug geholpen te Willen
Worden.
„Zeker mijnheer."
Joggde legt een zwarten doek neer etf
ontvouwt daarna gewichtig, doch lang-,
zaam, een handdoek.
„Dit servet, mijnheer, is aan een buiten
gewone hitte blootgesteld geweest en ge
heel en al gesteriliseerd. Wij nemen alle
mogelijke voorzorgen om de cliënteel© voor
besmetting te vrijwaren." v
„Dat is hoel mooi", zegt de klant, en doet
ongeduldig; de doek wordt langzaam voor*
gedaan.
„Deze zeep is tweemaal gedebacteriali-
seerd; elke kwast wordt na het gebruik
twee uur gekookt, evenals de kammen en
borstels; deze worden daarna volkomen ge-
antisepticiseerd.
„Best", zegt de klant.
„Deze scheerstoel, waarin u thans zoo
heerlijk op uw gemak zit, staat eiken nacht
in een kwikchloorverbinding, terwijl de
kussens in een oven gaan, die tot 1200
graden verwarmd is; de geroosterde bacil
len gaan daarna in de ongebluschte kalk."
„Vreeselijksprak de klant.
„Het scheermes, waarmede ik hoop, 'dat
u straks geschoren zult worden wordt na
elk gebruik gekookt in amonia, daarna
eenige uren in nitrobenzol om de amonia-
lucht te verdrijven" (tersluiks ziet hij eens
naar de deur, doch nog geen patroon zien
de, begint hij met verheffing van stem):
„En dit water, mijnheer, wordt driemaal
gekookt tot S0 graden, daarna vermengd
met formalin, daarna gefiltreerd en ge
distilleerd; zuiverder water heeft u nooit
gedronken."
„Uitmuntend" zegt de klant; „ik wilde
dat je een beetje opschoot."
Alsof hij niets hoorde gaat hij voort:
„Deze vloer, deze muren, dit plafond
worden iederen dag antiseptisch behan
deld; zeifs in dezen, onzen vervalpot, is car
bol, om het geld, dat onze klanten er
steeds indoen, van alle microben te zui
veren. Vóór wij het dan uitgeven,, wordt
het nog met gezuiverde watten afgeveegd."
„Dat is nu alles mooi en goed"0 zeide
de klant, die steeds nog met den hand
doek om oen hals zat, „maar zou je niet
eens beginnen om mij te helpen of denk
je, dat ik een insecten- of bacteriën-broeie-
rij er op na noud?"
„Neen, mijnheer, dat niet, mijnhee**
maar ik mag niet scheren!"
„Zool Waar is je patroon dan?"
„Ze zijn juist bezig hem uit te stoomen,
mijnheer"^...
Maak geen complimenten, als gij oprecht
meent wat gij zegt; men trekt immers zijn
handschoenen jiit bij een welgenieenden
handdruk.
De Veer.
I 1 i 1 i
Dient God,: bo sydy.vry, al Waerdy Jocfc
gebonden.)
R e v i u 8.
Roode griesmeelpudding.
1 fl. bessensap (S d.L.), 2 d.L. water, on
geveer 150 gr. suiker, 125 gr. griesme-e^ 1
stokje vanielje, L. slagroom, 50 gr. gema
len amandelen, 5., gr, roode gelatine.
B e r e i d i n g: De bessensap met het wa-.
ter de suiker en een stukje vanielje aan de
kook brengen, bet griesmeel er in strooien
en alles onder voortdurend roeren ongeveer
5 a 10 minuten laten doorkoken, tot de mas
sa gaar en stijf is. Er dan de gemalen
amandelen doorroeren, de opgeloste gelatine
©n den stijfgeklopten room.
Dit alles in een met water omge-spoelden
ateenen puddingvorm koud en stijf laten
wordi
De pudding kan gepresenteerd wordaiï
met ee-n vanieljesaus.
Salon antiseptique. Een
leerling, die wat belooft!
In een net, doch pas opgericht Heeren-
flalon is een nieuwe „halfwas". Patroon
moet 's morgens ^ven de deur uit, dan
loopt het tooh zoo druk niet, en gelast den
Dat arme kind.
Men spreekt wel eens van overlading bij
het Onderwijs. Uit een Engelsch Schoolblad
zagen wij het volgende vertaald:
Pomp het er in? stomp het er in,
't Kinderhoofd is hol;
Duw het er in, stuw het er in,
t Is lang nog niet vol.
Hygiënie, anatomie,
Zoölogie en botanie,
Geschiedenis, geographie,
Alle soi rten van chemie>
Cosmographie-, geologie,
Moderne talen alle diie,
Pomp het er in; stomp het er in,
't Kinderhoofd is hol.
Vouw het er in, douw het er in,
Maak ze desnoods dol.
Op heel h?t bleek, armzalig wezen,
Staat hes droef verhaal te lezeü,
Van uren, aan den slaap ontrukt,
Van kind ren, reeds door zorg gebukt,
Die daaglijks frissen! lucht ontberen,
Omdat z>j altijd moeten leeren
In den trein.
Er was een aanbesteding geweest. Een
clubje aannemers zit in den trein op den
terugweg, pratend over allerlei: over de
pas gehouden aanbesteding, over het bestek^
enz.
„Er staan toch anders rare dingen in"?
zegt Pietersen. ,,'n Afdak, 'n afdak... Niet
waar, jui'ie hebt toch ook nogal 'a gebouwd'
van je leven, maar wat versta- je nou ondei.
'n afdak....?'7
„Nou", zegt Jansen, „dat ligt cr aan.
Bij ons is een afdak ;n heele schuur, ia
Noord-Holland zetten ze op een 'paar. paal
tjes een paar latten met pannen naast één.
schuur..."
„Een afdak, een afdak, da's nogal dui
delijk", vindt Gerritsen; „dat is een klein
dak, dat van een ander dak afloop^ wat
Pietersen schudt zijn hoofd en zegt, dat
't allemaal mis is.
„Allemaal mis?" zegt Jansen; „wel; heb
ik van m'n leven, en wat versta jij d'r
onder....
„Ik versta alles onder een afdak, en jij
ook, ten minste als je niet doof bent", zegt
Pietersen.
Toen verstonden Jansen en Gerritsen het
pok..
Té zwaar geladen.
Badplaatsbezoeker: „Wat was de oorzaak
van dat bootongeluk van laatst?"
Oude matroos: „Te zwaar geladen.,f<
Badplaatsbezoeker: „De boot te zwaar ge
laden?"
Oude matroos (droogjes): „Neen de
maats, 'i
Nog te vroeg.
Vriendin; „Dus je man heeft je de nieuwe
japon eenvoudig geweigerdEn ben je toen
niet dadelijk in onmacht gevallen V'
Jonge vrouw: „Dat heeft vóór den eersten
der volgende maand geen nut. Maar dan.
Een drukfout.
„Zeg eens, die meneer van kamer No. 7
vertrekt straks", riep de ober tot een der
knechts. „Breng jij den kaffer vaat naar
het station 1"
Internationaal afscheid.
De Engelschman tot den Franschmao:
„Au reservoir!"
De F ranse hraan tot den lq<?hmA7i
„Tanks I"-
Te 1 a a t.
Zij (brief): „Lieve man, in mijn vorigen
brief vergat ik je te schrijven niet te veel
naar de lieve gezichtjes van de meisjes te
kijken."
Hij (telegram)„Brief te laat ontvangen.'*