-ZONDAGSBLAD* LÊID5CH DAGBLAD No. 15979. 23 Maart. Anno 1912. ïi*> ••*»T*iTi? •#^ofc£>« |I SJlTA I I it 111 I il|iêlll,lllll|ilHl|lél <1 111 ll I h t i 111 I I •V VAN HET In de Notre-Dame. „La Presse!" ,,L'a Presse!" klonk Het langs 'den Boulevard des Italiens te Parijs, en met een min of meer smeekende trilling in haar klagende stem bood de arme Ninette baar couranten te koop, bij elk tafeltje van de reeks cafés baar blad in de boogte Hou dende, te gelijk met een vlug en Handig gebaar vrijzende op bet veelzeggende, bloe dige opschrift: „Triple suicide, Rue St— Honoré", boven aan bet blad, dat dezen Wond eenige kolommen aan dit gruwelijk „fait divers" scheen te wijden. Of bet de meewarige toon was, waarop zij baar „La Presse!" uitgalmde, die haar zulk een gToot debiet bezorgde, dan wel of baar succes van dien avond te danken was aan dien „triple suicide", waaromtrent bet blad de op sensatie beluste Parijzenaars beloofde de meest afgrijselijke bijzonderheden te zullen mededeelen, zooveel is zeker, dat Ninette "bijzonder tevreden mocht zijn over baar ontvangsten. biet een stralend gelaat bleef zij even ónder bet licht van een theaterzuil staan, keerde baar zak binnenste-buiten en telde met gTetigen blik de handvol sous na, die zij op baar langen tocht langs de trottoir^ $er boulevards bad opgehaald. Daarna bleef zij even met begeerige bilk- ken stilstaan voor het Café Jouffroy, ter- wijl de gedachte aan de behaaglijkheid daar yok eens te kunnen zitten en daar ook eens wat te gebruiken, baar vervulde met een onbedwingbare begeerte, al was heti slechts één avond, eens als echte boulevar- diere mét mooie zijden japonnen daar te kunnen schitteren, te midden van het ge makzuchtig, weelderig „Paris, qui s'amuse"; maar onwillekeurig viel haar oog op haar sjofele plunje, en mét een zucht, deels van bittere ontevredenheid, deels van zwijgende berusting, ging zij verder. „La Presse!" „La Presse 1" „Triple suici de t" klonk Het weer met diezelfde lichte stemtrilling, en te midden van de botsende, voortstuwende menschenmassa's, die zich ver drongen, om' in de cafés een plaatsje te veroveren, loste zich haar kreet op in het koozig en druk agiteerend gebabbel van" pittige Parisiennes en onuitstaanbare lions" met evenveel onbehaaglijke galanterie als zie kelijke verwijfdheid. Ninette had haar taak voor dien avond! vervuld en mocht tevreden zijn- Voortslen- terende sloeg zij den Boulevard de Sebasto- pol in, liep dien ten einde, om daarna in een zijstraatje van de Rue de Rivoli te verdwijnen in een van die vervallen, oude krotten, bij wier bewoners, helaasmaar te vaak de grens tusschen het mensch- en dier-zijn bijna niet meer waarneembaar is. Daar woonde zij alleen, geheel alleen, sedert eenige dagen- Haar vader, een braaf man, ijverigen werkzaam, met dat aangeboren gevoel van plichtsbesef, dubbel te waardeeren bij der gelijke misdeelden van bet lot, was reeds genigs geleden gestorven, Ninette en haar moeder zoo goed als onverzorgd, ach terlatende- Het droevig spookbeeld van ellende en hongerdood had haar moeder van dien dag af met martelende hersenbeelden gekweld en h|aar vaak het huis uitgedreven, weg uit die beangstigende omgeving!, de straat op, waar ten minste het zien-leven om haar heen haar gedachten andere beelden gaf. En toen, toen de laatste overgespaarde centimes van Ninette's vader waren inge teerd, toen was de vertwijfeling over deze weinig energieke, willooze vrouw gekomen, de vreeselijke vertwijfeling van toch te moe ten leven in dat Parijs, met zijn twee mil* lioen menschen, die allen, evenals zij, hun behoeften hadden en uit noodzakelijk egoïsme van in de eerste plaast voor zichzelf te moeten zorgen, zich, niet om haar zouden bekommeren. En zoo had Ninette's moeder door Het wreede egoïsme-leven, dat zij om zich heen zag, haar beterak ingeboet in die ont zettende levensworsteling een-ar wereldstad, die gebiedend het „help uzelf' voorschrijft, ook daar, waar lichaam en geest er te zwak toe zijn, en zij had een afkeer gekregen van haar bestaan en van de menschen en, troost gezocht in den drank, dien demoni- schen vertrooster der willoozen, der strij- densmoeden; en al wist Ninette een enkele maal haar moeder met zwakke pogingen een beter leven voor oogen te houden, er ging van het zélf zoo levensmatte kind geen schragende troost uit om de arme vrouw tot juist inzicht te brengen van heb ver hevene, dat er in is gelegen, dien kamp tegen komtoer en, leed ten einde toe te strijden. Zoo was dan de pTiasé van demoralisatie ingetreden en was Ninette's moeder langza merhand een van die verdierlijkte „soülar- dcs" «geworden en jouwden en schreeuwden de jongens haar op straat na, wanneer zij waggelend en strompelend haar ontzenuwd lichaam voortsleepte. Het kon dan ook niet anders, of Ninette's ontvankelijkheid voor indrukken van hooger orde, voor liefde en sympathie, maakte plaats voor een gevoel loosheid, een onverschilligheid in menschenl en «dingen, die niet anders dan d«x>dend kon werken op haar jeugdig gemoed. In haar moeder zag zij al dra niet meer dan ean hartelooze vrouw met bestiale levensbe schouwingen en wier eenige sprekende nei ging ,een kwade was. Het was dan ook begrijpelijk, dat Ninette ten slotte een der gelijk bestaan, dat haar moeder gemaakt had tot een willoos werktuig der ondeugd, leerde hatensoms, heel enkel, wanneer zij op het asphalt der Boulevards haar couranten rondventte, gevoelde zij flauwe natrillingen van kinderlijken levenslust, van begeerte ook mede aan te zitten aan die wereld taf el, waaraan Portuna het brood breekt, maar maar waaraan het Fatum de kelken vaak vult -met den bittersten levensalsem. Het was nu reeds vijf dagen, dab Ninette' na Haar gewonen bedelgang langs de Bou levards alleen thuis kwam'; reeds vijf dagen lang ;was baar moeder weggebleven, wel licht rondzwervende door dat groote Parijs, en «ondanks Ninette's navragen aan de poli- tiebureo.ux, wna zij niet* wijzer geworden omtrent hetgeen fsr mat haar moeder g* beurd kon azijn. ipuau. Avu Mfju' Den eersten dag Had. een laatste .oyer blijfsel .van kinderlijke bezorgdheid heel j eventjes een gevoel van ongerustheid ver* wekt; den tweeden dag echter, toen zaj van de buren vernam! in welken toestand toen haar moeder in het „quartaer" had ge*} zien, kwam een vaag yermoeden in haar op, (dat haar in het eerst met instinctmatig gen (Schrik en angst vervulde, maar daib haar als |de wreede noodzakelijkheid, die zij reed* goo vaak had leeren kennen, verzoende met de (gedachte, dat aan dat reddeloos verV woeste leven een einde zou' zijn gekomen. Er ds niets ontzettender, dan wanneefl kommer, ellende en het egoïsme om ons het edelste, het hoogste in ons wezen: de na tuurlijke kinderliefde, heeft vernietigd Reeds drie ochtenden achtereen had zij zonder eenig gevoel van afkeer den droeven gang naar de Morgue ondernomen, om te zien of zij daar ook onder de slachtoffer^ der Parijsohe ellende en der vertwijfeling, haar moeder zou terugvinden en driemaal was zij te vergeefs teruggekeerd van dien gang naar die halle der weeën...... i Het is 15 Augustus, Maria Hemelvaart t H Het sombere, ontzaglijk aangrijpende gelui van de klokken der NotreJDanie dreunde mystisch weg over de huizenzee; vele -vrome'' kerkgangers maakten zich op tot een bede tocht naar den Gothischen tempel der Cité en met een lichte ontroering, als vermoedde zij, dien dag niet tevergeefs haar droeven gang naar de Morgue te zullen ondernemen, zien wij Ninette haar armoedig zolderka* toertje verlatep,. en den weg inslaan ide Seine. Tien doffe slagen trilden' van de Notre* Dame door de serene morgensfeer, in ijl» 'golf klank en, vèr, heel vèr wegstervende, toen Ninette het De de la Cité genaderd was. Nog eenige schreden en zij stond weer op diezelfde plaats, waar zij reeds drie dagen achtereen de onvermijdelijke oplossing Had denken te vinden. f Zij Had zich verzoend mét Het 'denkbeeld laan den dood van Haar moeder, omdat dezi Haar de eenige oplossing schoen van een toestand, die stellig na jaren en jaren ook Haar 2ou Hebben medegevoerd, in den, poel der ParijscHe ellende. i T.' Du9 ook zij was egoïste» gewor'deï.- 1 i Aarzelend trad. zij' bannen, deed éehigé passen voorwaarts, tob zij voor de vitrine stond, waarachter da lijken tentoongesteld lagen- Een énkele" siddering, kort, toaaT Heel-- Hevig, voer Haar door de leden- Zij hnd Haar moeder Herkend, daar, naast dien man. En Haar gelaat met beide Handen bedekkend, snelde zij naar buiten, weg van die plaats, die baar daar Het WTeede beeld van haar huiselijk leven der laatste jaren in sclioik- kend-ruwjealisme weer voor don geest Had geroepen. ^Tranen kon zij niet schreien', 'dé arme Ninette. Waartoe ook tranen bij haar, die nog slechts zulk een uiterst flauw begrip had van wat het is: lief te hebben? Zij ijlde voort) tot zij stilstond voor $0

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 19