N©« SS91-S. Anao 1912. PERSOVERZICHT. Uit de „Staatscourant". FEUILLETON. EjBïBSCIH DAO-BLAD, Wosnsdag" 20 Maart. Tweed© Blad. T IIct „Chris tel ij k S c li o o 1 b I ad'\ on- fler redactie van de hoeren H. JEmous en 'A- J- Droves, uit Amsterdam, schrijft, naar aanleiding van de beschouwing over de s a- laris-actio in de reohtsehe pers „Waarom zullen we het ons aantrekken, jüat ojis verzoek ontijdig genoemd wordt? Is inderdaad, een verzoek om verhooging yan een laag en zeker ontoereikend mini- fcnum ooit ontijdig te noemen van de zijde 'deTzulken, die door dat lager minimum lij- 'den? Zeker, een zoodanig verzoek kan aan fle Regcering cn do Volksvertegenwoordiging zeer ongelegen cn in haar oogen dus on tijdig zijn, maar dat moet dan toch het yevzoek niet tegenhouden. Dat zal dan uit het antwoord op hot [verzoek moeten spreken. Het is niet onze taak, do middelen aan te wijzen, waaruit de yerliooging kan worden goedgemaakt. Een verzoek om verhooging is tijdig, als het op den tijd wordt gedaan, waarop de drin gende behoefte cr aan door belanghebben den wordt gevoeld. We gaan dus op geen enkele bedenking in, die tegen de salaris actie mocht worden ingebracht, dan op zulk oenc, die ons zou •grillen doen inzien, dat werkelijk f 465 een [behoorlijke bezoldiging is voor een om streeks twintigjarig onderwijzer, die pas na y ij f jaren dienst aanspraak mag maken op 'de eerste verhooging. Dat het samengaan met een groep der «openbare onderwijzers on3 euvel geduid kan [worden, is ons niet duidelijk. De minima, in de wot vastgesteld, gelden gelijkelijk voor jdc onderwijzers aan de openbare en voor die aan de bijzondere scholen, welke op ide Rij les bijdrage aanspraak maken- Het is [ten eenenmale ondenkbaar, dat de wetgever, die immers de rechtsgelijkheid handhaaft, (met moer welgevallen of minder mis hagen slechts ééne groep zou willen aaji- frooren- De wettelijke handhaving van een (Ontegenzeglijk te laag minimum drukt even- peer op openbare als op bijzondere onder wijzers. Hoe begrijpelijk dus, dat zij met jben gemeenschappelijke bede tot den wet- jgever komen, evenals voorheen, toen zij de [pensionneering gevraagd hebben van hun Weduwen en weezen. Juist omdat het ons toeschijnt, dat een Steker misverstand van invloed is op do be- pordeeling van w"at de gezamenlijke ondor- Wij^ers-vereenigingen in het belang der te laag bezoldigde collega's ondernomen hob- •ben, dunkt het ons zoo dringend noodig, dat (wij ons blijven bepalen tot hot wijzen op de jte lage minima» Bijna drie jaar is de salarisactie oud. Zij Werkte niet in het verborgen. Zij heeft rechts fen links geraadpleegd. Aan onze Yereeni- Jging althajis is nooit de wenk ook maar jgageven om de actie afzonderlijk te voeren.'" f 'Aan het slot van een bespreking over de ÏUaimcming van' het B o u w w e t j e schrijft frDo Beukelaar": Telkens zijn wij opgekomen voor de vrij heid. Maar opkomen voor de vrijheid is jgansch iets anders dan heb verleenen van 'den meest vol ledigen steun aan iedere ïno- Sgelijke richting, ook aan do meeste anta- jOhristelijke. En wij kunnen het voorshands Wel moeilijk van Christel ijk.Historisch of janti-revolutionnair beginsel achten, dat de joverheid in haar eigen openbare instcllin- jgen Jen Christus niet belijd^ cn te gelijk ide kinderen des volks ten deel© prijsgeeft bot aan de scherpste Christus-verwerping en Godloochening, op scholen, die zij, als over heid, golieel bekostigt. En daarom stollen wij in ieder geval. inet dr. Bronsveld en dr. Kroiusigt, den eiscli yan Christelijke Staatsscholen voorop. En liet [verheugt ons, dat ook door dr. Kromsigt's Woord en geschrift deze eisoh thans al meer pyordt verstaan en erkend. I „De Bode", het orgaan van den Bond van Ned. Onderwijzers, bespreekt ook de j 'behandeling van het Bouw wetje in de Tweede Kamer en zegt o. a. Zal men eindelij.: ecus recht gaan inzien, Waar dit. al leis ons heenvoert' D Staat laat. toe, dat zijn functie, hoe langer hoe meer aan hemzelf en zijn con trol-j onttrokken wordt en gelegd in de handen van onverantwoordelijke lichamen. Het bijzonder onderwijs wordt hoe lan ger hoe meer Staats., d. i. openbaai' onder wijs, zonder de waarborgen echter en het toezicht, welke de Staat nooit had. mogen opgeven. Wij zullen nu weder zien een geweldige toename van het sektaire onderwijs. Do Splitsing in schooltjes van allerlei richting kan weer verder gaan. Dank zij 't Staatsgeld! Een Staat-, die betaalt, om de verdeeldheid in de openbare opvoeding te bestendigen! en uit te breiden Waar vindt men de wedergade van een dergelijke anomalie? Meer cn meer wordt het duidelijk tot welk een noodlottig gevolg de overheersching dor rechtsohe partijen op het gebied der schoolwetgeving heeft geleid. Dat is nu de uitkomst van hun tachtig jarigen schooloorlog. Ja, een tachtigjarigen oorlog, zoo noemen de antd-Tevolutaonnaire en Chris tel ijk-histo- rischon den schoolstrijd gaarne. Maar de werkelijke tachtigjarige oorlog is heter afgeüoopen. Het „Handelsblad" vestigt met in genomenheid de aandacht op de beslissing van den Hoogen Raad tot verwerping wan hot cassatie-beroep van het Openbaar Minis terie bij het Kantongerecht tegen de uit spraak van den kantonrechter te Eist, die ©cn arbeider te Gendt had vrijgesproken ijl zake overtreding van de Leerplichtwet, aannemende, dat de schoolopziener verplicht geweest was dien vader in kennis te stel len van zijn weigering om de hem toe gezonden verklaring te onder teek enen, wijl dit hem daarbij niet verzocht was. Evenals de kantonrechter heeft thans ook de Hoog© Raad beslist, dat de bedoelde ar rondissementsschoolopziener had moeten be grijpen, en ook inderdaad begrepen heeft, dat het bedoelde stuk (en nog andere van in hetzelfde geval ver koerende vaders) hem niet waren toegezonden alleeD ter kennis neming, maar wel degelijk met liet wel niet uitgesproken, maar toch van-zelf-sprekend verzoek om het te onderteekenen. De zoo even vermeld© weigering van den schoolo'p- ziener doet. het blad denken aan een excen trieken apotheker, die, wanneer iemand on kel een receptje bij hem afgeeft, zou willen beweren, dat hem niets is besteld. De uitspraak van den Hoogen Raad zal zegt het „Handelsblad" ieder Verheugen, „die meent, dat geen wet door illoyale toepassing- winnen kan, en dat de rechten der burgers cr niet zijn om te wor den „beohicancerd". Het blad hoopt dan ook, „dat doze gang van zaken voor overijverige schoolopzieners een waarschuwing zal zijn, dat met de wenschen der ouders van school-' kinderen rekening, moet worden gehouden, en dat lieden als do Gondtschc vaders nim mer door lettcrkncchterij en bureaucratische dwangmiddelen - tob eerbied voor de vrij zinnige gedachten der Leerplichtwet zullen worden opgevoed." Het is in de praktijk van liet parlementaire leven een algemeen crkendou'egel, dat a ra e n- dementen moeten blijyen binnen het zoo genaamde kader van het wetsvoorstel. Maar 'even algemeen wordt erkend, zoo schrijft dr. Nolens in de „Nieuwe Ven loos c li e Courant" dat hot dikwijls moeilijk valt uit te maken, of een voor gestelde wijziging zich builen dat kader begeeft. Bij twijfel, staat natuurlijk de beslissing aan de Kamer zelve. Indien echter uit de beweegredenen van een voorstel blijkt hoe ver de strekking daarvan gaat, en de aanneming van een vocsrgestelde wijziging verandering cn uitbreiding van de beweegreden ten gevolge moet hébben, kan ©r m. i. geen twijfel bestaan. Zoodanige amendementen zijn niet toelaat baar. Zij moeten in een zelfstandig voorstel worden omgezet. In de laatste weken is naar het oordeel van den schrijver op een verkeerde manier van de bevoegdheid om amendementen voor te stellen gebruikt gemaakt. We lezen daarom trent: ^Vooreerst bij de behandeling van een wetsontwerp tot wijziging der wet op heb lager onderwijs. Dit ontwerp steunde op dc overweging, dat liet wenschelijk Was een met name ge noemd onderdeel van een artikel dier wet te wijzigen. Daarop werd een amendement voorgesteld om een geheel ander artikel derzelfde wet to wijzigen, en tevens om dit artikel in do beweegredenen der wet op te nemen. Een tweede geval deed zich voor bij liet wetsontwerp tot pensionneering der zöögcn. zijdelingsche diensten, d. i. diensten, bewe zen niet rechtstreeks aan den Staat, maar in dienst van.ambtenaren, een college of een instelling of van met dezen gelijkgestelde commission of particulieren. Het amendement had tot strekking om ook de tijdelijke, niet. zijdelingsche, maar reoht- 6treeksche diensten in de ponsionnoering op te nemen. Ook ten gevolge van dit amende ment zou de beweegreden moeten gewijzigd worden. In beid© gevallen werd er door den Voor zitter der Kamer op gewezen, dat het amen dement streng genomen niet past© in het kader der wet. In liet eerste geval stelde hij echter zelf aan de Kamer voor hot amendement als zoo danig toch toe te laten- In het tweede vroeg hij of de Kamer bezwaar had tegen de toelating van het amendement. Nu is het altijd moeilijk voor de Kamer om zich stronger handhaafster te toonon van het reglement van orde, in letter en geest, dan haar Voorzitter. [Men vreest ook den schijn van forma lism©. En verziet wordt allicht aan partij-politiek geweten. Formalisme, is echter bij toepassing van een reglement van orde niet t-e.''vermijden. Bij verwaarloozing daarvan schept men antecedenten, clio tot steeds verder strek kende gevolgen aanleiding geven. Wil men weer tot den goeden regel terug- keeren, dan neemt men den schijn aan van willekeurig te 'handelen- Bij een laksche toepassing woefc 'men wel waar men begint, maar niet waai' men zal eindig-en. De gevallen van afwijking versehilLcui meestal slechts in graad. Ook de Kamer heeft de neiging, om, a.ls ze den vinger lieeft, de liocb hand te nemen." Bij do toepassing van een 'reglement van orde, besluit dr. Nolens, is eenigc hardheid niet to vermijden. In hot belang dierorde zelf. Bij Kon. besluit is benoemd tot plaats vervangend griffier bij den Raad van Be roep (Ongevallenverzekering) te Leeuwar den mr. C. W. Andreae, adv. en" proc. aldaar; is bepaald, dat de vacature van-ambte naar van het O. M. bij de kantongerechten in het arr. Alkmaar, ontstaan door de be noeming tot andere function van nir. J. L. Steenlack, niet zal worden vervuld is benoemd tot notaris binnen het arron dissement Haarlem, sbandpl. Purmerend, Th. Ch. Doey Ouwens, thans notaris te Hulst; is benoemd tot commissaris van politie te Tilburg, L. H. Soetjéns, thans hoofdinspec teur van politie aldaar; is mr. H. C. Dresselhuijs, secretaris generaal bij het Dep. van Justitie, aange wezen als commissaris bedoeld bij art. 110, tweede lid, "der Grondwet, en is hem opge dragen de Ministers van Justitie, van Ma rine en van Oorlog bij te staan bij het be handelen van het ontwerp van wet tob wij ziging van de Regtspleging bij de Lancl- magt en van die bij de Zeemagt, alsmede van de Provisioned© Instructie voor het Hoog Militair Geregtsliof, in de vergade ringen der Staten-G ene raai; is de lste-luit. der infanterie H. A. Stork, van heb leger hier te lande, ont heven van den verderen duur van zijn de tacheering bij de landmacht in We&t-Indic; is bij bevordering de gouden eere-medaille der orde van Oranje-Nassau verleend aan der» gegageerden adjudant-onderofficier H. J. Bruinsina, ooncierge bij het Dep. van Koloniën is benoemd tot kantonrechte.r-plaafcsver- vanger in het kanton Weert, met ingang van 1 April, mr. W. F. W. Kolkman, bur gemeester van Weert; is met ingang van 1 April benoemd tot lector in de afd. der scheikundige technolo gie en mijnbouwkunde aan de Technische Hoogeschool to Delft om onderwijs te ge ven in het mijnmeten en karteeren, Z. S. Beijl, mijn-ingenieur te Heerlen; is tijdelijk benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in de waterbouwkunde aan de Technische Hoogeschool te Delft, W. Elen- baas, hoofdingenieur 1ste klasse bij den Waterstaat en 's Lands Burgerlijke Open bare Werken in Ned.-Indiö met verlof; is met ingang van 1 April P. T. Boom te Alkmaar benoemd tot onderhavenmeester bij de Vissohorshaven te IJmuiden; zija do officier van gcz. 1ste kl. H. A. Ho ven kamp cn dc militaire apotheker 2 de kl. A. A. Tli. Fortgcos, beiden van hot leger in Ned.-Indiö, eerstgenoemde bij, en laatstgenoemde a la suite van do Koloniale Reserve, voor den tijd van drie jaren ge detacheerd bij de landmacht in West-Indië is aan mr. H. W. Jordons, op verzoek, met ingang van 1 April eervol ontslag ver leend als kantonreohter.plaats ver vanger in het kanton 's-Herbogenbosch onder dankbe tuiging; is aan rnr. H. Kronenberg-, op verzoek, met ingang van 1 April, eervol ontslag ver leend als kantonTcchtcr-plaatsvervangei' in hot kanton Deventer, onder dankbetuiging is met ingang van 1 April op verzoek eervol ontslag' uit zijn betrekking verleend aan J. Pk- R. Menger, tweede assistent-stem pelsnijder bij 's Rijks Munt te Utrecht; zijn benoomd: tot ontvanger der directe bel. en aco., to Venray, F. IC. C. Timmer baas van Abcoude, ontv. der dir. bel., iu- .vcerr. en ace. te Grams bergentot ontv. der directe bol. te Zwolle, j hr- G. J. van dor Wijok, ontv. der dir. bel:, invoerr. en ace. te Hengelo (Over ijs cl) is ingetrokken de benoeming van don ont vanger der dir. bel. en ace. C. J. Tiele- nius Krüvthoff to II ar mei en tot ontvan ger derzelfdc middelen tc Twcllo, en is hij benoemd tot ontvanger der dir. bel., invoer rechten en aoc. tc Torborg; is ingetrokken dc benoeming van den ont vanger der dir. bel., invoerr. en ace. J. J. van Heel tc Koevordcn. tot ontv. der dir. bol. cn ace. te Har.mclon cn is hij beves tigd in zijn tegenwoordige betrekking als ontv. te Kc-evorden is benoemd tot ontv- der dir. bel en ace. to Harmclen G- Hemmes, ontv. dor dir. bol., linvocrr. cn ace. te Simpel veld; is M. J. T, Bos, verificateur der invoerr. en aoc. te Amsterdam, voor den tijd van één jaar belast met de waarneming der be trekking van ontvanger der dir. bel. en aoc. to Twello- Arbeidswet. Hoofden en bestuurders van ondernemin gen worden herinnerd aan artikel 12 10de lid der Arbeidswet, dat luidt: ,,Bij het eindigen v?n de a.aeidsbetrek- king tussohen et hoofd of den bestuurder van een onderneming en den persoon, ten aanzien, van wien hij een arbeidskaart in zijn bezit heeft, zorgt hij, dat de arbeids kaart onverwijld aan dezen wordt afge geven." Wij vonden het noodig deze bepaling nog eens onder de oogen van onze lezers to brengen, omdat er werkgevers zijn, die meenen, dat, wanneer een persoon ten aanzien van wien zij een arbeidskaart in hun bezit hebben en die in hun onderne ming werkzaam is, onverwachts wegblijft of zijn contract verbreekt door binnen den gestelden termijn de betrekking op te zeg gen, hij (de werkgever) de arbeidskaart niet behoeft, af te geven alvorens de ter mijn, bij overeenkomst aangegaan, is ver streken. Deze opvatting is ons inziens niet juist, omdat de Arbeidswet geen verband houdt met het Arbeidscontract. Gesteld, dab een jongen, die bij de week aangenomen is. 's Maandags te werk komt en des Woens dags daarop het in zijn hoofd krijgt bij een ander te gaan werken, dan is de werk gever verplicht dien jongen zijn arbeids kaart mede te geven. De jóngen is zijn ver plichting wel niet nagekomen door een week van te voren zijn arbeidsbetrekking op te zeggen, oc" dit geeft den patroon niet het recht den jongen zijn arbeidskaart op te houden. De werkgever zal alleen door den weg te volgen, dien het Arbeids contract aangeeft, schadevergoeding op den jongen kunnen verhalen. Uitsluiting van debat. In de «p W onsdag 13 Maart gehouden vergadering der Federatie Amsterdam van de S. D. A. P. kwam, na aanleiding vao het gebeurde te Leiden, de debatekwestie met Wijnkoop aan de orde. De vergade ring besloot, voordat de Federatie zelf een uitspraak zou doen, zich eerst tot het 1 artijbestuur te wenden om een beslissing uit te lokken voor liet geheele land, daar het al of niet weren van Wijnkoop geou plaatselijke aangelegenheid is. Het Partijbestuur behandelde dit ver zoek in zijp jongste vergadering te Amsterdam er nam naar ,,Het Voik" meldt daaromtrent het volgende be sluit: „Het Partijbestuur vindt geen aanleiding om aan afdeelingcn. en federaties, inzake het bestaan van debat, aan Wijnkoop, een algemeen e gedragslijn voor te schrijven." Dit besluit houdt dus in, dat het aan af- deelingen en federaties wordt overgelaten te handelen volgens eigen oordeel en on- der eigen verantwoordelijkheid. Dat het Partijbestuur dit standpunt zou innemen, werd voorzien, en als tweede be sluit werd clan ook ter uitvoering nadat de beslissing van het Partijbestuur lie kend was het volgende voorstel aange nomen, voorgesteld door de meerderheid van het bestuur: „De Federatie Amsterdam besluit Wijn koop te weren van elke vergadering, door de S.-D. A.-P. (Federatie en afdeeliDgen) te beleggen. Dit tweede oesluit wordt thans uitg©« voord. Aan Wijnkoop zal de toegang tot dc vergaderingen der S.-D. A.-P. ontzegd worden. De voorzitter, Van cler Waerden, deelde mede, dat hij naar aanleiding van dit be sluit, waarvoor hij cle verantwoordelijkheid niet kon dragen, zijn manda„t ter besohik- king van de Federatie stelde. Mpoortvegperaoneel. Op de a. s. eerste gecombineerde be- stuiii^vergadering van de Federatie van categorische Vef'èenigiiigen van ambtenar ren bij de Maatschappij tob Exploitatie van Staatsspoorwegen 24 dezer t© Utrecht te houden .zal in behandeling komen een belangrijk voorstel om do ver schillende categorische vereenigingen fc© doen samensmolten tot één algemeen© ambtenaarsvereeniging der S.-S. met voïi doende verzorging van de categorisch® belangen. De Tarielwet en honing. De Westfaalsohe Vereeniging voor Bijen teelt heeft verschillende imkers hier te lan de aangezocht tegen de nieuwe Tarief wet te ageer© n, waar deze de bepaling bevat, iafc levende bijenvolken in kasten slechte dan vrij van rechten in Nederland mogen wor deii ingevoerd, wanneer het brufco-gewichfc van de kast met bijen niet meer dan 15 K.G. bedraagt, in overeenstemming met de Duit- sche tarief wet. Het invoerrecht voor honig van Duitsehland is 21 cents per K.G., terwijl voor den honig uit Duitschhtnd naar Hol land 2cent per K.G. wordt geheven. („Vad."> 13© nraoordkauiei*. ,6) Dezen gaven in de eerste plaats het kin dermeisje vrijaf, namen Frits bij zich in de j woonkamer en trachtten het kind bezig te houden, wat door tante Ursula in lange 1 Redenaties over de plichten van een wèl- opgevoed ©n gehoorzaam kind gebeurde. [Frits toonde, helaas, echter niet de minste neiging voor deze soort van amusement en begon uit het humeur t© geraken. Maar tante Laura wist hem. weer daarin te bren gen, door op handen on voeten over den grond te kruipen en Frits uit te noodigen op baar rug te rijden. „Kom, jongen, tante Laura is een mooi, ,wild Hottehüpaard," prees zij zich zelve in deze hoedanigheid. „Dat kan niet," vond Frits wijsneuzig. „Die hebben lange, dunne beenendie dra ven en maken galop, galop. Jij bent te dik. iWeet 11 wat gij bent? En holefant is u, zoo als in den zanojogischcn tuin „Kind, wat onbeleefd, wat ruw!" be weerde Ursula ontsteld ,,'t Is niet vleiend, maar hji heeft toch gelijk," vond tante Laura, die zich vast hield van het lachen. „Ik wil ook liever een olifant zijn; de beweging is vpor mijn lichaamsbouw beter en gemakkelijker." „Maar waar is je lange snuif?" vroeg (Frits critiseenend. „Snuif?" vroeg Ursula, een beleediging Vermoedend „Hij bedoelt snuit," proestte tante Laura het op den grond uit. „Weet je wat, Frits, neem het met den snuit voor lief, dien de lieve God mij heeft gegeven; hij kan nu eenmaal niet langer gemaakt worden. En nu voorwaarts, anders wordt de olifant on geduldig." Frits beproefde nu op den rug van den olifant te klauteren, maar nadat tante Laura de geheele kamer op handen en voe ten was doorgekropen, vond zij de zaak voor haar geste] toch al te vermoeiend en stond, zioh rékkend en kreunend, weer op. „Kun je spingen?" vroeg Frits, haar opmerkzaam beschouwend. „Neen, dat geloof ik niet," zeide tante Laura nadenkend. „Zijt gij ook met lucht gevuld?" vroeg de jongen verder. „Waarom niet!" zeide tante Laura lachend en tante Ursula mompelde een „schandalig" in haar zakdoek. „Ja, ik dacht dat!" verklaarde Frits. „Jij ziet er juist uit als mijn groote elas tieken bal, zoo dik, zooMoesje zegt, dat er lucht in is." „Ah, op die manier!" zeide tante Laura lachend. „Weet ge, Frits, dat is het onder scheid tussehen mij en je elastieken bal: ik kan niet springen en ben juist zoo ge vuld als gij „Wat je zegt!" bootste Frits een uit drukking van het kindermeisje na. „Is niet mogelijkGij bent zeker vol met baksel van sfcroo, zooals mijn hansworst, maar met veel, veel meer „Wordt dit kind tot een heer opgevoed?" vroeg Ursula ontsteld. „Neen, hij schijnt voor boer grootgebracht te worden." „Gij kunt toch niet verlangen, dat een wurm van twee jaren praat als een luite nant bij de garde!" antwoordde tante Lau ra en voegde er bij: „Weet je wat, Frits, ik zou gaarne je elastieken bal, die er juist zoo uitziet als ik, eens zien." „Dat kan niet," beweerde Fritsje, terwijl hij bedroefd zijn hoofdje schudde. „De elastieken bal maakt een jeis!" „Drommels, dat is een fijne elastieken bal. En waarheen is hij op reis?" „Naar den baldokter, zegt. vadertje. De lucht gaat uit hem," verklaarde Frits. „Uit je vader?" „O neen, uit den bal!" Frits stond een oogenblik te peinzen. „Weet wat?" begon hij na een poosje. „Vadertje zegt dat maar zoo!" „Maar er kan toch wel een dokter voor elastieken ballen zijn," vond tante Laura. „Ja, dat kan wel," gaf Frite toe, „maar vadertje zegt dat maar zoo; hij weet ©r niets van. De bal is weggeloop en, naar bonde Ida. Maar de man is gekomen -n heeft er gordijn over gespijkerd." „Wat praat het kind toch voor onzin?" vroeg tante Ursula. Laura ging zitten en nam den jongen op liaar schoot. „Dat is moeilijk te begrijpen," zeide zij lachend. „In het geheel niet," protesteerde Frite. „Bonde Ida lag op den grond, vadertje heeft haar gepakt en naar de kamer ge sleept," „Maar wie is blonde Ida?"- Moesjes bonde Ida." „Een meisje?" „Hm. Weet niet- Heeft moesjes kleeren aan „Zoo? En heeft, je vader die blonde Ida naar een kamer gesleept?" „En toegespijkerd," bevestigde Frits. De zusters keken elkaar met merkwaar dig lange gezichten aan. „Hoe weet je dat?" roeg Ursula eindelijk •langzaam. „Ik moet niet weer zeggen," babbelde Frits met opgeheven wijsvinger. „Is mij verbied 1" „Dat kan ik mij voorstellen," knikte tante Laura. „Ja," ging Frite voort. „Vadertje zei: „Moet bij 't kindermeisje blijven, met na- loopen. Kindermeisje was echter weg en toen ik den bal halen.Vadertje niet ge zien mijIk vadertje wel gezien met bonde Ida, En prr doet de bal en jolt- in de kamer „Maar," zeide tante Laura na een poosje, „was je moedertje er bij „N-neen", zeicle Frits, met zijn hoofdje schuddend. Weer keken de zusters elkaar zwijgend aan. „Ontzettend", fluisterde Ursula. „Gelooft gij niet, dat liet kind toevallig getuige van een misdaad is geweest?" „Hoe weet ik dat?" was het beleefde antwoord en tante Laura zette den jongen op den grond. „Weet ge wat, Frits," zeide zij schijnbaar zeer vroolijk, „gij zoudfc mij eigenlijk wel eens kunnen wijzen, waar de blonde Ida, ik bedoel waar je bal is." „Zijn beide te zamen, kom," zeïde Frits, bereidwillig op het voorstel ingaande, ter wijl hij op de deur toeliep, gevolgd door tante Laura en haar zuster, die als gehyp notiseerd was opgestaan en beiden zwijgend volgde. Frite, de verrader, leidde de beide tante© met een nogmaals waarschuwend: „Maar niet vertellen!'' regelrecht naar de drape rie, welke de deur van de verloochend© logeerkamer verborg Het was eigenlijk slechts een ouden Turk- schen omslagdoek, zooals die vóór dertig jaren in de mode was. Hij was evenwel groot, met kleurrijke palmen op rooden grond, en beantwoordde uitstekend aan het doel, want de deur werd er geheel door gemaskerd. Een oud wapenschild, voor ka rn erdecoratie te onelegant, was daarover heen gespijkerd cn aangebracht op groote gebronsde palmbladeren, terwijl lang pim- pasgvas van achter dit versiersel uitkwam. Er was ten overvloede nog een oude, zwaref beslagen kist voor de decoratie geschoven* „Daar is bonde Ida en groote elastieken bal," verklaarde Frits gewichtig, terwijl hij op de draperie wees. „Jongen gij bazelt 1" beweerde tante Laura. „De blonde Ida speelt misschien meb j© elastieken bal," verwaardigde tante Ursula zich schertsend te zeggen. N-neen," verzekerde Frits hoofdschud, dend. „Bonde Ida- kan niet spelen. Is niet levend ,,Is zij dood?" klonk het gelijkt'idig van de bleeke lippen der zusters. „MosdoodNog dooder dan mijn bal, want die doet hopsasa!" verklaarde Frits vol geestdrift, en een somber stilzwijgen volgde op zijn woorden. „Neem het kind mee naar binnen, Laura, en houd het bezig," fluisterde Ursula haar zuster nu met bevende stem toe. (Wordt vervo-lgcLI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 13