N©« SS91-S.
Anao 1912.
PERSOVERZICHT.
Uit de „Staatscourant".
FEUILLETON.
EjBïBSCIH DAO-BLAD, Wosnsdag" 20 Maart. Tweed© Blad.
T IIct „Chris tel ij k S c li o o 1 b I ad'\ on-
fler redactie van de hoeren H. JEmous en
'A- J- Droves, uit Amsterdam, schrijft, naar
aanleiding van de beschouwing over de s a-
laris-actio in de reohtsehe pers
„Waarom zullen we het ons aantrekken,
jüat ojis verzoek ontijdig genoemd wordt?
Is inderdaad, een verzoek om verhooging
yan een laag en zeker ontoereikend mini-
fcnum ooit ontijdig te noemen van de zijde
'deTzulken, die door dat lager minimum lij-
'den? Zeker, een zoodanig verzoek kan aan
fle Regcering cn do Volksvertegenwoordiging
zeer ongelegen cn in haar oogen dus on
tijdig zijn, maar dat moet dan toch het
yevzoek niet tegenhouden.
Dat zal dan uit het antwoord op hot
[verzoek moeten spreken. Het is niet onze
taak, do middelen aan te wijzen, waaruit de
yerliooging kan worden goedgemaakt. Een
verzoek om verhooging is tijdig, als het
op den tijd wordt gedaan, waarop de drin
gende behoefte cr aan door belanghebben
den wordt gevoeld.
We gaan dus op geen enkele bedenking
in, die tegen de salaris actie mocht worden
ingebracht, dan op zulk oenc, die ons zou
•grillen doen inzien, dat werkelijk f 465 een
[behoorlijke bezoldiging is voor een om
streeks twintigjarig onderwijzer, die pas na
y ij f jaren dienst aanspraak mag maken op
'de eerste verhooging.
Dat het samengaan met een groep der
«openbare onderwijzers on3 euvel geduid kan
[worden, is ons niet duidelijk. De minima,
in de wot vastgesteld, gelden gelijkelijk voor
jdc onderwijzers aan de openbare en voor
die aan de bijzondere scholen, welke op
ide Rij les bijdrage aanspraak maken- Het is
[ten eenenmale ondenkbaar, dat de wetgever,
die immers de rechtsgelijkheid handhaaft,
(met moer welgevallen of minder mis
hagen slechts ééne groep zou willen aaji-
frooren- De wettelijke handhaving van een
(Ontegenzeglijk te laag minimum drukt even-
peer op openbare als op bijzondere onder
wijzers. Hoe begrijpelijk dus, dat zij met
jben gemeenschappelijke bede tot den wet-
jgever komen, evenals voorheen, toen zij de
[pensionneering gevraagd hebben van hun
Weduwen en weezen.
Juist omdat het ons toeschijnt, dat een
Steker misverstand van invloed is op do be-
pordeeling van w"at de gezamenlijke ondor-
Wij^ers-vereenigingen in het belang der te
laag bezoldigde collega's ondernomen hob-
•ben, dunkt het ons zoo dringend noodig, dat
(wij ons blijven bepalen tot hot wijzen op de
jte lage minima»
Bijna drie jaar is de salarisactie oud. Zij
Werkte niet in het verborgen. Zij heeft rechts
fen links geraadpleegd. Aan onze Yereeni-
Jging althajis is nooit de wenk ook maar
jgageven om de actie afzonderlijk te voeren.'"
f 'Aan het slot van een bespreking over de
ÏUaimcming van' het B o u w w e t j e schrijft
frDo Beukelaar":
Telkens zijn wij opgekomen voor de vrij
heid. Maar opkomen voor de vrijheid is
jgansch iets anders dan heb verleenen van
'den meest vol ledigen steun aan iedere ïno-
Sgelijke richting, ook aan do meeste anta-
jOhristelijke. En wij kunnen het voorshands
Wel moeilijk van Christel ijk.Historisch of
janti-revolutionnair beginsel achten, dat de
joverheid in haar eigen openbare instcllin-
jgen Jen Christus niet belijd^ cn te gelijk
ide kinderen des volks ten deel© prijsgeeft
bot aan de scherpste Christus-verwerping en
Godloochening, op scholen, die zij, als over
heid, golieel bekostigt.
En daarom stollen wij in ieder geval.
inet dr. Bronsveld en dr. Kroiusigt, den eiscli
yan Christelijke Staatsscholen voorop. En liet
[verheugt ons, dat ook door dr. Kromsigt's
Woord en geschrift deze eisoh thans al meer
pyordt verstaan en erkend.
I
„De Bode", het orgaan van den Bond
van Ned. Onderwijzers, bespreekt ook de
j 'behandeling van het Bouw wetje in de Tweede
Kamer en zegt o. a.
Zal men eindelij.: ecus recht gaan inzien,
Waar dit. al leis ons heenvoert'
D Staat laat. toe, dat zijn functie, hoe
langer hoe meer aan hemzelf en zijn con
trol-j onttrokken wordt en gelegd in de
handen van onverantwoordelijke lichamen.
Het bijzonder onderwijs wordt hoe lan
ger hoe meer Staats., d. i. openbaai' onder
wijs, zonder de waarborgen echter en het
toezicht, welke de Staat nooit had. mogen
opgeven.
Wij zullen nu weder zien een geweldige
toename van het sektaire onderwijs.
Do Splitsing in schooltjes van allerlei
richting kan weer verder gaan.
Dank zij 't Staatsgeld!
Een Staat-, die betaalt, om de verdeeldheid
in de openbare opvoeding te bestendigen!
en uit te breiden
Waar vindt men de wedergade van een
dergelijke anomalie?
Meer cn meer wordt het duidelijk tot
welk een noodlottig gevolg de overheersching
dor rechtsohe partijen op het gebied der
schoolwetgeving heeft geleid.
Dat is nu de uitkomst van hun tachtig
jarigen schooloorlog.
Ja, een tachtigjarigen oorlog, zoo noemen
de antd-Tevolutaonnaire en Chris tel ijk-histo-
rischon den schoolstrijd gaarne.
Maar de werkelijke tachtigjarige oorlog
is heter afgeüoopen.
Het „Handelsblad" vestigt met in
genomenheid de aandacht op de beslissing
van den Hoogen Raad tot verwerping wan
hot cassatie-beroep van het Openbaar Minis
terie bij het Kantongerecht tegen de uit
spraak van den kantonrechter te Eist, die
©cn arbeider te Gendt had vrijgesproken ijl
zake overtreding van de Leerplichtwet,
aannemende, dat de schoolopziener verplicht
geweest was dien vader in kennis te stel
len van zijn weigering om de hem toe
gezonden verklaring te onder teek enen, wijl
dit hem daarbij niet verzocht was.
Evenals de kantonrechter heeft thans ook
de Hoog© Raad beslist, dat de bedoelde ar
rondissementsschoolopziener had moeten be
grijpen, en ook inderdaad begrepen heeft,
dat het bedoelde stuk (en nog andere van
in hetzelfde geval ver koerende vaders) hem
niet waren toegezonden alleeD ter kennis
neming, maar wel degelijk met liet wel niet
uitgesproken, maar toch van-zelf-sprekend
verzoek om het te onderteekenen. De zoo
even vermeld© weigering van den schoolo'p-
ziener doet. het blad denken aan een excen
trieken apotheker, die, wanneer iemand on
kel een receptje bij hem afgeeft, zou willen
beweren, dat hem niets is besteld.
De uitspraak van den Hoogen Raad zal
zegt het „Handelsblad" ieder
Verheugen, „die meent, dat geen wet door
illoyale toepassing- winnen kan, en dat de
rechten der burgers cr niet zijn om te wor
den „beohicancerd". Het blad hoopt dan ook,
„dat doze gang van zaken voor overijverige
schoolopzieners een waarschuwing zal zijn,
dat met de wenschen der ouders van school-'
kinderen rekening, moet worden gehouden,
en dat lieden als do Gondtschc vaders nim
mer door lettcrkncchterij en bureaucratische
dwangmiddelen - tob eerbied voor de vrij
zinnige gedachten der Leerplichtwet zullen
worden opgevoed."
Het is in de praktijk van liet parlementaire
leven een algemeen crkendou'egel, dat a ra e n-
dementen moeten blijyen binnen het zoo
genaamde kader van het wetsvoorstel.
Maar 'even algemeen wordt erkend, zoo
schrijft dr. Nolens in de „Nieuwe Ven
loos c li e Courant" dat hot dikwijls
moeilijk valt uit te maken, of een voor
gestelde wijziging zich builen dat kader
begeeft.
Bij twijfel, staat natuurlijk de beslissing
aan de Kamer zelve.
Indien echter uit de beweegredenen van een
voorstel blijkt hoe ver de strekking daarvan
gaat, en de aanneming van een vocsrgestelde
wijziging verandering cn uitbreiding van de
beweegreden ten gevolge moet hébben, kan
©r m. i. geen twijfel bestaan.
Zoodanige amendementen zijn niet toelaat
baar.
Zij moeten in een zelfstandig voorstel
worden omgezet.
In de laatste weken is naar het oordeel van
den schrijver op een verkeerde manier van
de bevoegdheid om amendementen voor te
stellen gebruikt gemaakt. We lezen daarom
trent:
^Vooreerst bij de behandeling van een
wetsontwerp tot wijziging der wet op heb
lager onderwijs.
Dit ontwerp steunde op dc overweging,
dat liet wenschelijk Was een met name ge
noemd onderdeel van een artikel dier wet
te wijzigen.
Daarop werd een amendement voorgesteld
om een geheel ander artikel derzelfde wet
to wijzigen, en tevens om dit artikel in
do beweegredenen der wet op te nemen.
Een tweede geval deed zich voor bij liet
wetsontwerp tot pensionneering der zöögcn.
zijdelingsche diensten, d. i. diensten, bewe
zen niet rechtstreeks aan den Staat, maar
in dienst van.ambtenaren, een college of een
instelling of van met dezen gelijkgestelde
commission of particulieren.
Het amendement had tot strekking om ook
de tijdelijke, niet. zijdelingsche, maar reoht-
6treeksche diensten in de ponsionnoering op
te nemen. Ook ten gevolge van dit amende
ment zou de beweegreden moeten gewijzigd
worden.
In beid© gevallen werd er door den Voor
zitter der Kamer op gewezen, dat het amen
dement streng genomen niet past© in het
kader der wet.
In liet eerste geval stelde hij echter zelf
aan de Kamer voor hot amendement als zoo
danig toch toe te laten-
In het tweede vroeg hij of de Kamer
bezwaar had tegen de toelating van het
amendement.
Nu is het altijd moeilijk voor de Kamer
om zich stronger handhaafster te toonon
van het reglement van orde, in letter en
geest, dan haar Voorzitter.
[Men vreest ook den schijn van forma
lism©.
En verziet wordt allicht aan partij-politiek
geweten.
Formalisme, is echter bij toepassing van
een reglement van orde niet t-e.''vermijden.
Bij verwaarloozing daarvan schept men
antecedenten, clio tot steeds verder strek
kende gevolgen aanleiding geven.
Wil men weer tot den goeden regel terug-
keeren, dan neemt men den schijn aan van
willekeurig te 'handelen-
Bij een laksche toepassing woefc 'men wel
waar men begint, maar niet waai' men zal
eindig-en.
De gevallen van afwijking versehilLcui
meestal slechts in graad.
Ook de Kamer heeft de neiging, om, a.ls
ze den vinger lieeft, de liocb hand te nemen."
Bij do toepassing van een 'reglement van
orde, besluit dr. Nolens, is eenigc hardheid
niet to vermijden.
In hot belang dierorde zelf.
Bij Kon. besluit is benoemd tot plaats
vervangend griffier bij den Raad van Be
roep (Ongevallenverzekering) te Leeuwar
den mr. C. W. Andreae, adv. en" proc.
aldaar;
is bepaald, dat de vacature van-ambte
naar van het O. M. bij de kantongerechten
in het arr. Alkmaar, ontstaan door de be
noeming tot andere function van nir. J. L.
Steenlack, niet zal worden vervuld
is benoemd tot notaris binnen het arron
dissement Haarlem, sbandpl. Purmerend,
Th. Ch. Doey Ouwens, thans notaris te
Hulst;
is benoemd tot commissaris van politie te
Tilburg, L. H. Soetjéns, thans hoofdinspec
teur van politie aldaar;
is mr. H. C. Dresselhuijs, secretaris
generaal bij het Dep. van Justitie, aange
wezen als commissaris bedoeld bij art. 110,
tweede lid, "der Grondwet, en is hem opge
dragen de Ministers van Justitie, van Ma
rine en van Oorlog bij te staan bij het be
handelen van het ontwerp van wet tob wij
ziging van de Regtspleging bij de Lancl-
magt en van die bij de Zeemagt, alsmede
van de Provisioned© Instructie voor het
Hoog Militair Geregtsliof, in de vergade
ringen der Staten-G ene raai;
is de lste-luit. der infanterie H. A.
Stork, van heb leger hier te lande, ont
heven van den verderen duur van zijn de
tacheering bij de landmacht in We&t-Indic;
is bij bevordering de gouden eere-medaille
der orde van Oranje-Nassau verleend aan
der» gegageerden adjudant-onderofficier H.
J. Bruinsina, ooncierge bij het Dep. van
Koloniën
is benoemd tot kantonrechte.r-plaafcsver-
vanger in het kanton Weert, met ingang
van 1 April, mr. W. F. W. Kolkman, bur
gemeester van Weert;
is met ingang van 1 April benoemd tot
lector in de afd. der scheikundige technolo
gie en mijnbouwkunde aan de Technische
Hoogeschool to Delft om onderwijs te ge
ven in het mijnmeten en karteeren, Z. S.
Beijl, mijn-ingenieur te Heerlen;
is tijdelijk benoemd tot buitengewoon
hoogleeraar in de waterbouwkunde aan de
Technische Hoogeschool te Delft, W. Elen-
baas, hoofdingenieur 1ste klasse bij den
Waterstaat en 's Lands Burgerlijke Open
bare Werken in Ned.-Indiö met verlof;
is met ingang van 1 April P. T. Boom te
Alkmaar benoemd tot onderhavenmeester
bij de Vissohorshaven te IJmuiden;
zija do officier van gcz. 1ste kl. H. A.
Ho ven kamp cn dc militaire apotheker 2 de
kl. A. A. Tli. Fortgcos, beiden van hot
leger in Ned.-Indiö, eerstgenoemde bij, en
laatstgenoemde a la suite van do Koloniale
Reserve, voor den tijd van drie jaren ge
detacheerd bij de landmacht in West-Indië
is aan mr. H. W. Jordons, op verzoek,
met ingang van 1 April eervol ontslag ver
leend als kantonreohter.plaats ver vanger in
het kanton 's-Herbogenbosch onder dankbe
tuiging;
is aan rnr. H. Kronenberg-, op verzoek,
met ingang van 1 April, eervol ontslag ver
leend als kantonTcchtcr-plaatsvervangei' in
hot kanton Deventer, onder dankbetuiging
is met ingang van 1 April op verzoek
eervol ontslag' uit zijn betrekking verleend
aan J. Pk- R. Menger, tweede assistent-stem
pelsnijder bij 's Rijks Munt te Utrecht;
zijn benoomd: tot ontvanger der directe
bel. en aco., to Venray, F. IC. C. Timmer
baas van Abcoude, ontv. der dir. bel., iu-
.vcerr. en ace. te Grams bergentot ontv.
der directe bol. te Zwolle, j hr- G. J. van
dor Wijok, ontv. der dir. bel:, invoerr. en
ace. te Hengelo (Over ijs cl)
is ingetrokken de benoeming van don ont
vanger der dir. bel. en ace. C. J. Tiele-
nius Krüvthoff to II ar mei en tot ontvan
ger derzelfdc middelen tc Twcllo, en is hij
benoemd tot ontvanger der dir. bel., invoer
rechten en aoc. tc Torborg;
is ingetrokken dc benoeming van den ont
vanger der dir. bel., invoerr. en ace. J. J.
van Heel tc Koevordcn. tot ontv. der dir.
bol. cn ace. te Har.mclon cn is hij beves
tigd in zijn tegenwoordige betrekking als
ontv. te Kc-evorden
is benoemd tot ontv- der dir. bel en
ace. to Harmclen G- Hemmes, ontv. dor
dir. bol., linvocrr. cn ace. te Simpel veld;
is M. J. T, Bos, verificateur der invoerr.
en aoc. te Amsterdam, voor den tijd van
één jaar belast met de waarneming der be
trekking van ontvanger der dir. bel. en
aoc. to Twello-
Arbeidswet.
Hoofden en bestuurders van ondernemin
gen worden herinnerd aan artikel 12 10de
lid der Arbeidswet, dat luidt:
,,Bij het eindigen v?n de a.aeidsbetrek-
king tussohen et hoofd of den bestuurder
van een onderneming en den persoon, ten
aanzien, van wien hij een arbeidskaart in
zijn bezit heeft, zorgt hij, dat de arbeids
kaart onverwijld aan dezen wordt afge
geven."
Wij vonden het noodig deze bepaling nog
eens onder de oogen van onze lezers to
brengen, omdat er werkgevers zijn, die
meenen, dat, wanneer een persoon ten
aanzien van wien zij een arbeidskaart in
hun bezit hebben en die in hun onderne
ming werkzaam is, onverwachts wegblijft
of zijn contract verbreekt door binnen den
gestelden termijn de betrekking op te zeg
gen, hij (de werkgever) de arbeidskaart
niet behoeft, af te geven alvorens de ter
mijn, bij overeenkomst aangegaan, is ver
streken.
Deze opvatting is ons inziens niet juist,
omdat de Arbeidswet geen verband houdt
met het Arbeidscontract. Gesteld, dab een
jongen, die bij de week aangenomen is.
's Maandags te werk komt en des Woens
dags daarop het in zijn hoofd krijgt bij
een ander te gaan werken, dan is de werk
gever verplicht dien jongen zijn arbeids
kaart mede te geven. De jóngen is zijn ver
plichting wel niet nagekomen door een
week van te voren zijn arbeidsbetrekking
op te zeggen, oc" dit geeft den patroon
niet het recht den jongen zijn arbeidskaart
op te houden. De werkgever zal alleen
door den weg te volgen, dien het Arbeids
contract aangeeft, schadevergoeding op
den jongen kunnen verhalen.
Uitsluiting van debat.
In de «p W onsdag 13 Maart gehouden
vergadering der Federatie Amsterdam van
de S. D. A. P. kwam, na aanleiding vao
het gebeurde te Leiden, de debatekwestie
met Wijnkoop aan de orde. De vergade
ring besloot, voordat de Federatie zelf een
uitspraak zou doen, zich eerst tot het
1 artijbestuur te wenden om een beslissing
uit te lokken voor liet geheele land, daar
het al of niet weren van Wijnkoop geou
plaatselijke aangelegenheid is.
Het Partijbestuur behandelde dit ver
zoek in zijp jongste vergadering te
Amsterdam er nam naar ,,Het Voik"
meldt daaromtrent het volgende be
sluit:
„Het Partijbestuur vindt geen aanleiding
om aan afdeelingcn. en federaties, inzake
het bestaan van debat, aan Wijnkoop, een
algemeen e gedragslijn voor te schrijven."
Dit besluit houdt dus in, dat het aan af-
deelingen en federaties wordt overgelaten
te handelen volgens eigen oordeel en on-
der eigen verantwoordelijkheid.
Dat het Partijbestuur dit standpunt zou
innemen, werd voorzien, en als tweede be
sluit werd clan ook ter uitvoering nadat
de beslissing van het Partijbestuur lie
kend was het volgende voorstel aange
nomen, voorgesteld door de meerderheid
van het bestuur:
„De Federatie Amsterdam besluit Wijn
koop te weren van elke vergadering, door
de S.-D. A.-P. (Federatie en afdeeliDgen)
te beleggen.
Dit tweede oesluit wordt thans uitg©«
voord. Aan Wijnkoop zal de toegang tot
dc vergaderingen der S.-D. A.-P. ontzegd
worden.
De voorzitter, Van cler Waerden, deelde
mede, dat hij naar aanleiding van dit be
sluit, waarvoor hij cle verantwoordelijkheid
niet kon dragen, zijn manda„t ter besohik-
king van de Federatie stelde.
Mpoortvegperaoneel.
Op de a. s. eerste gecombineerde be-
stuiii^vergadering van de Federatie van
categorische Vef'èenigiiigen van ambtenar
ren bij de Maatschappij tob Exploitatie
van Staatsspoorwegen 24 dezer t©
Utrecht te houden .zal in behandeling
komen een belangrijk voorstel om do ver
schillende categorische vereenigingen fc©
doen samensmolten tot één algemeen©
ambtenaarsvereeniging der S.-S. met voïi
doende verzorging van de categorisch®
belangen.
De Tarielwet en honing.
De Westfaalsohe Vereeniging voor Bijen
teelt heeft verschillende imkers hier te lan
de aangezocht tegen de nieuwe Tarief wet te
ageer© n, waar deze de bepaling bevat, iafc
levende bijenvolken in kasten slechte dan
vrij van rechten in Nederland mogen wor
deii ingevoerd, wanneer het brufco-gewichfc
van de kast met bijen niet meer dan 15 K.G.
bedraagt, in overeenstemming met de Duit-
sche tarief wet. Het invoerrecht voor honig
van Duitsehland is 21 cents per K.G., terwijl
voor den honig uit Duitschhtnd naar Hol
land 2cent per K.G. wordt geheven.
(„Vad.">
13© nraoordkauiei*.
,6)
Dezen gaven in de eerste plaats het kin
dermeisje vrijaf, namen Frits bij zich in de
j woonkamer en trachtten het kind bezig
te houden, wat door tante Ursula in lange
1 Redenaties over de plichten van een wèl-
opgevoed ©n gehoorzaam kind gebeurde.
[Frits toonde, helaas, echter niet de minste
neiging voor deze soort van amusement en
begon uit het humeur t© geraken. Maar
tante Laura wist hem. weer daarin te bren
gen, door op handen on voeten over den
grond te kruipen en Frits uit te noodigen
op baar rug te rijden.
„Kom, jongen, tante Laura is een mooi,
,wild Hottehüpaard," prees zij zich zelve in
deze hoedanigheid.
„Dat kan niet," vond Frits wijsneuzig.
„Die hebben lange, dunne beenendie dra
ven en maken galop, galop. Jij bent te dik.
iWeet 11 wat gij bent? En holefant is u, zoo
als in den zanojogischcn tuin
„Kind, wat onbeleefd, wat ruw!" be
weerde Ursula ontsteld
,,'t Is niet vleiend, maar hji heeft toch
gelijk," vond tante Laura, die zich vast
hield van het lachen. „Ik wil ook liever een
olifant zijn; de beweging is vpor mijn
lichaamsbouw beter en gemakkelijker."
„Maar waar is je lange snuif?" vroeg
(Frits critiseenend.
„Snuif?" vroeg Ursula, een beleediging
Vermoedend
„Hij bedoelt snuit," proestte tante Laura
het op den grond uit. „Weet je wat, Frits,
neem het met den snuit voor lief, dien de
lieve God mij heeft gegeven; hij kan nu
eenmaal niet langer gemaakt worden. En
nu voorwaarts, anders wordt de olifant on
geduldig."
Frits beproefde nu op den rug van den
olifant te klauteren, maar nadat tante
Laura de geheele kamer op handen en voe
ten was doorgekropen, vond zij de zaak
voor haar geste] toch al te vermoeiend en
stond, zioh rékkend en kreunend, weer op.
„Kun je spingen?" vroeg Frits, haar
opmerkzaam beschouwend.
„Neen, dat geloof ik niet," zeide tante
Laura nadenkend.
„Zijt gij ook met lucht gevuld?" vroeg
de jongen verder.
„Waarom niet!" zeide tante Laura
lachend en tante Ursula mompelde een
„schandalig" in haar zakdoek.
„Ja, ik dacht dat!" verklaarde Frits.
„Jij ziet er juist uit als mijn groote elas
tieken bal, zoo dik, zooMoesje zegt, dat
er lucht in is."
„Ah, op die manier!" zeide tante Laura
lachend. „Weet ge, Frits, dat is het onder
scheid tussehen mij en je elastieken bal:
ik kan niet springen en ben juist zoo ge
vuld als gij
„Wat je zegt!" bootste Frits een uit
drukking van het kindermeisje na. „Is niet
mogelijkGij bent zeker vol met baksel van
sfcroo, zooals mijn hansworst, maar met
veel, veel meer
„Wordt dit kind tot een heer opgevoed?"
vroeg Ursula ontsteld. „Neen, hij schijnt
voor boer grootgebracht te worden."
„Gij kunt toch niet verlangen, dat een
wurm van twee jaren praat als een luite
nant bij de garde!" antwoordde tante Lau
ra en voegde er bij: „Weet je wat, Frits,
ik zou gaarne je elastieken bal, die er juist
zoo uitziet als ik, eens zien."
„Dat kan niet," beweerde Fritsje, terwijl
hij bedroefd zijn hoofdje schudde. „De
elastieken bal maakt een jeis!"
„Drommels, dat is een fijne elastieken
bal. En waarheen is hij op reis?"
„Naar den baldokter, zegt. vadertje. De
lucht gaat uit hem," verklaarde Frits.
„Uit je vader?"
„O neen, uit den bal!"
Frits stond een oogenblik te peinzen.
„Weet wat?" begon hij na een poosje.
„Vadertje zegt dat maar zoo!"
„Maar er kan toch wel een dokter voor
elastieken ballen zijn," vond tante Laura.
„Ja, dat kan wel," gaf Frite toe, „maar
vadertje zegt dat maar zoo; hij weet ©r
niets van. De bal is weggeloop en, naar
bonde Ida. Maar de man is gekomen -n
heeft er gordijn over gespijkerd."
„Wat praat het kind toch voor onzin?"
vroeg tante Ursula.
Laura ging zitten en nam den jongen op
liaar schoot.
„Dat is moeilijk te begrijpen," zeide zij
lachend.
„In het geheel niet," protesteerde Frite.
„Bonde Ida lag op den grond, vadertje
heeft haar gepakt en naar de kamer ge
sleept,"
„Maar wie is blonde Ida?"-
Moesjes bonde Ida."
„Een meisje?"
„Hm. Weet niet- Heeft moesjes kleeren
aan
„Zoo? En heeft, je vader die blonde Ida
naar een kamer gesleept?"
„En toegespijkerd," bevestigde Frits.
De zusters keken elkaar met merkwaar
dig lange gezichten aan.
„Hoe weet je dat?" roeg Ursula eindelijk
•langzaam.
„Ik moet niet weer zeggen," babbelde
Frits met opgeheven wijsvinger. „Is mij
verbied 1"
„Dat kan ik mij voorstellen," knikte
tante Laura.
„Ja," ging Frite voort. „Vadertje zei:
„Moet bij 't kindermeisje blijven, met na-
loopen. Kindermeisje was echter weg en
toen ik den bal halen.Vadertje niet ge
zien mijIk vadertje wel gezien met bonde
Ida, En prr doet de bal en jolt- in de
kamer
„Maar," zeide tante Laura na een poosje,
„was je moedertje er bij
„N-neen", zeicle Frits, met zijn hoofdje
schuddend.
Weer keken de zusters elkaar zwijgend
aan.
„Ontzettend", fluisterde Ursula. „Gelooft
gij niet, dat liet kind toevallig getuige van
een misdaad is geweest?"
„Hoe weet ik dat?" was het beleefde
antwoord en tante Laura zette den jongen
op den grond. „Weet ge wat, Frits," zeide
zij schijnbaar zeer vroolijk, „gij zoudfc mij
eigenlijk wel eens kunnen wijzen, waar de
blonde Ida, ik bedoel waar je bal is."
„Zijn beide te zamen, kom," zeïde Frits,
bereidwillig op het voorstel ingaande, ter
wijl hij op de deur toeliep, gevolgd door
tante Laura en haar zuster, die als gehyp
notiseerd was opgestaan en beiden zwijgend
volgde.
Frite, de verrader, leidde de beide tante©
met een nogmaals waarschuwend: „Maar
niet vertellen!'' regelrecht naar de drape
rie, welke de deur van de verloochend©
logeerkamer verborg
Het was eigenlijk slechts een ouden Turk-
schen omslagdoek, zooals die vóór dertig
jaren in de mode was. Hij was evenwel
groot, met kleurrijke palmen op rooden
grond, en beantwoordde uitstekend aan
het doel, want de deur werd er geheel door
gemaskerd. Een oud wapenschild, voor ka
rn erdecoratie te onelegant, was daarover
heen gespijkerd cn aangebracht op groote
gebronsde palmbladeren, terwijl lang pim-
pasgvas van achter dit versiersel uitkwam.
Er was ten overvloede nog een oude, zwaref
beslagen kist voor de decoratie geschoven*
„Daar is bonde Ida en groote elastieken
bal," verklaarde Frits gewichtig, terwijl
hij op de draperie wees.
„Jongen gij bazelt 1" beweerde tante
Laura.
„De blonde Ida speelt misschien meb j©
elastieken bal," verwaardigde tante Ursula
zich schertsend te zeggen.
N-neen," verzekerde Frits hoofdschud,
dend. „Bonde Ida- kan niet spelen. Is niet
levend
,,Is zij dood?" klonk het gelijkt'idig van
de bleeke lippen der zusters.
„MosdoodNog dooder dan mijn bal,
want die doet hopsasa!" verklaarde Frits
vol geestdrift, en een somber stilzwijgen
volgde op zijn woorden.
„Neem het kind mee naar binnen, Laura,
en houd het bezig," fluisterde Ursula haar
zuster nu met bevende stem toe.
(Wordt vervo-lgcLI