Nieuwe Ea^dsels. Oplossingen der Raadsels. Hoede oplossingen ontvangen van: Correspondentie. V Van tjiftafjes en liflafjes. Wat liflafjes zijn, dat weten jullie zetcr wel allemaal, maar odk wat de geleerden verstaan onder liflafjes?.... Vogeltjes zlin dat, kleine geelgroene vogeltjes, die oa- rustig van het eene twijgje op het andere hippen en in het voorjaar een hardroerend «peroep doen hooren. Het zijn echte honge rige zangers en in April en Mei snappen tij menig insectje! Vooral op de wilgen gaan zij te gast, maar ook tot in de hoog ste toppen der groote woudreuzen Ingezonden door „Goudstaartje". L Mijn geheel bestaat uit 7 letters en is ^en dorp in Zuid-Holland. 4, 5, 6, 7 is een lichaamsdeel. 1, 2, 3, 4 ia niet koud. 2, 3, 4 is niet rijk. 6, 2, 3 was vroeger aan het hof. 2t 3 gebruikt men als er ijs is. Ingezonden door „Herderinnetje". IL Mijai geheel vindt men in iedere kamer, nu het winter is en bestaat uit S letters. 1, 2, 3 is een groente. 6, 7, 3 is een rond voorwerp. 6 4, 3 vindt men aan iedere deur. De 5, 2, I is het bovenste deel van Liet dak. Hen 3, 2 S is een deel van het haar. Ingez. door „Kleine Zeeofficier". III. Mijn geheel is iemand, die in het voor jaar veel werk heeft. 5, 12, 3 is een deel van een Eets. In het bosch was een groote 6, 4, 7, 13. Om den tuin is een 8, 2, 9, 11. De vogel was zeer 3, 9, 1. In het hok loopt een 8, 2, 9, 10. i. .Kalender. II. Hoogezand. Ill TolanPolen. Saartje en Annie Oudshoorn, „Vroolijk'? Krans", „Jan Konijn", J. en W. Beekma, ,,De Indiaan", „Morgenster", „Verpleeg stertje", Tom Rees, Cato Delfos, Anton en Anna Hoogeveen, Nanny Tendeloo, E. 0. v. Heusden, C. L. Janssen, „Behanger", 'N. Enderberg, „Witte Zwaan", Oranje boompje", J. Eggink, „Klein© Organist „Kleine Winkelier", Wille mijntje van Vliet, L. E. Kruyff, „Klein Visschertje", G- Delfos, Hendrik en Chr. v. d. Heuvel, „Kleine Zeeofficier", Jac. Laman, Willem Gros, „Heideprinsesje", Betsy de Vlieger, Ant. en Anna Hoogeveen, Jac. Vallent- goed, P. Vallentgoed, „De Amsterdam mer" Jo en A. Wempe, „Zwarte Piet", Maria Metsch, „Blauwborstje", Willem F. Engels, „De Harddraver", Marie Bosselaar, „Avondster", Anna- Blom, A. van Rossen, „Stokeirtje", „Fruitmannetje", M. Beyer- bergen van Henegouwen, Mina Verwer, Herman Renier, Jannetje en Marietje La- court, „Kleine Sportman", Corn. Bon, Frederika Meyer, Jolian Meyer, 1-brk Houthoff, „Zwartkopje", „Schenkeltje", „Genovéva", G. van Zonneveld, Jo Neute boom, Appelboompje", „Stormvrouwtje", „Pinksterbloem", Margaretha van Mey- gaarden, Jo en Rien Breebaart, C. Koore man, Joh. Overduin, A. W. v. Beniem, .,De Kleine Smid", Th. v. d. Burgli, Martha van Weizen, „Maarten Tromp", „Dieren- vriendinFred, van Venetië, Hermanns van Venetië, Joh. Fabel, Francina en ll.e- resia Veeren, „Roosje", „Paddenstoel", „Sleutelbloempje", N. Groen, „Klavertje- vier", Betsy en Arie Anneeze, Arie Gille, „Schoolmeester", „Kleine Scheepmaker", „Poppennaaistertje" ,,'t Soldaatje", Betsie Kreft, „Duinroosje", „Het Matroosje", Cornelia Stafleu, Jo en M. van Hooidonk, „Meidoom", Frans en Anna Kriek, „Broer en Zus", „De twee J.'s", Gerry Los, „De kleine Kok", Joh. Vis, Willem Uitenhout, „Begonia", „Vroolijke Rina", „Blond An neke", Jac. en Arie Kenbeek, Annie de FEcluse, „Pieter Maritz", „Dakbloem „Columbus", Johan Wiering, „Wandelend Takje", Mien v. d. Velden, Eva Klocts, „Het Rozeboompje", „Leeuwerikje", M- Optendrees, „Raadsheertje", Barbara en Diok Snel, Petr. en Sophia v. d. Born, An- üries Bernard, Henri en Levina van Veg- gel, Geertruida Stoeke, Cor de Vlieger, allen te Leiden. Wilhelmina Groenheiden, te A1 p li e n. E. Zekveld, te Hazeisvoude, J. Blok, te Hillegom. Arie va-n Duin, te K a t w ij k. „Vyvia", „Schoenmakertje", te K o u- d e k e r k. D. E. Nieuwensluis, „Cajanus", „Slinge- landt", „Pain et Vin", H. C. Nieuwen- huis, Bram Moolenaar, „Bouquetje", te L i s s e. „Locomotief", Kees Breggel, A. en G. Viseer, „Heuvelrand", „Dierenvriend", te Oegstgeest. Catharina van Klaveren, „Hyacint en Tulp", te R ij n s b u r g. Nelly Honig, Cornelis Honig, te Voor schoten. Lena en Corrie va-n der Kooy, „Sneeuw klokje", „Vergeet^mij-niet", Marie va-n vier Loo, Jacob van der Kooy, „De kleine Koopman", Heintje Blankespoor, „Wille- mientje" A. van Santen, Willem v. d. Stoel, K. G. Ammers, Dora de Bode, Lize Nell, Agatha van Scheffel, te W a s s e n a a r. Pieter van der Stel, Geertruida, Anna en Constantina van de Loo, Willem de Jong, Nico Rijnsburger, Marijtje Rijnsbur- ger, Aartje en Flora Parlevliet, Antje Karen6, „De Verzamelaaister", Johanna van Tilburg, Eva Bol, te Zoeter- w o u d e. Prijzen vielen ten deel aan Pieter Val lentgoed en Theresia Veeren, te heide n, en Aartje Parlevliet, te Zoeter- woude. Andries Bernard. Zeker, mag- ook meedoen, heel gaarne zelfs. Je moogt ook raadsels enz. inzenden, die je uit boe ken of tijdscliriften overneemt. T euüisv. d. Kwast. Met genoegen vernam ik, aa* je Moeder zich opnieuw <p onze courant, geabonneerd heeft en jij nu weer aan ons kin der weekblad wilt meedoen. „Raadsheertje". Ik begrijp best, dat je er tijdens de verhuisdrukte niet aan toe kon komen mij te schrijven en neem je je verzuim volstrekt niet kwalijk. Is de nieu we wonifig raar je zin? „Rozeboompje". Het is wat aar dig, dat broer zooveel pleizier in het lee- ren heeft en zulke goede vorderingen maakt. Je moogt nu zelf wel heel erg je best doen, opdat hij je niet inhaalt, want dat zou je toch zeker niet prettig vinden} is het wel? Mien v. d. Velden. Als je ingezonden bijdragen geschikt zijn, worden ze stellig geplaatst^ al is het ook niet dadelijk. Johan Wi ering. Wel vriend, wat prachtige, cadeaux heb jij voor je verjaar dag gekregen Je zult vooral met die remise bij je tram, wel heeft b'ij zijn, is het niet? „B e g o n a". Wel meisje, wat heerlijk voor je, dat je met je verjaardag een hor loge gekregen hebtJe moogt er wel heel zuinig op zijnMet genoegen vernam ik je ingenomenheid met het gewonnen prijsje en gaarne zal ik je dank den heer uitgever overbrengen.. „Duinroosje". Ja meisje, de Haagacbe da mes dragen al sedert begin Maart haar voorjaarshoeden. De seizoena beginnen elk jaar vroeger. Ik geloof, dat je veel plei zier hebt In het modevak! Mag je nu ai hoeden garneeren, of ben je nog wat men noemt: „Apprêteuse „P oppeunaaistertj e". Tegen je schuilnaam heb ik geen bezwaar. Ik vind het naaien van pc pp enk leertjes een aardige en tevens nuttige bezigheid voor kleine meisjes. „Kleine Scheepmaker". Dat spel, waarover je me schrijft, komt me nog al wild voor. Me dunkt, je kunt door die wilde spelletjes wel eens leelijk komen te vallenIk zou dus maar éen beetje voor zichtig zijn „M argrie t". Wat naar voor je, dat j'? een poos ongesteld waart, wat scheelde er aan? Ben je nu weer geheel de oude? „Sleutelbloempj e." Als je inge zonden bijdragen eens niet geplaatst wor den, moet je maar niet zo o spoedig den moed opgeven, meisje-. Het raadsel, dat je inij nu toezondt, is niet goed opgeschreven, je moet niet telkens opschrijven „oplos sing" enz., maar eenvoudig de oplossingen achter elkaar opschrijven. Margaretha van Meygaarden. Neen, beste kind, ik neem je niet kwalijk, dat je mij een poosje in den steek liet. Ik verheug me, dat je weer opnieuw met ons wilt medewerken en hoop, dat je het nu trouw zult volhouden. Vriendelijke groetjes. „St ormvrouwtj e". Met genoegen vernam ik, dat je zusje steeds in beterschap toeneemt. „K leiüo Modist e." Wil je in vervolg je postpapier linieeren? Je werk zal er dan veel netter uitzien. „W itte Zwaa n". Natuurlijk mag je Wijven meedoen, heel gaarne zelfs. Johanna van Tilbu rg te Zoe- tc-rwoud/e. Ik vind, dat je bijzonder mooie cadeaux gekiegen hebt! Het was wel jam nier voor je, dat. je moeite de vorige week verge ei sch wasmaar dat gaat wel meer zoo met bileven, die men den een of ander Toe vertrouwt om te posten. N anny T endeloo. Zeker mag jij ook meedoen, heel gaarne zelfs, want ons devies is: „Hoe meer zielen hoe meer vreugd." Anton en Anna Hoogeveen. Neen beste kinderen, die raadsels wa«ren waarschijnlijk niet geschikt; je moet je daar- dcor maar niet uit het veld laten slaan, doch opnieuw je krachten eens beproeven. Willem de Jong te Zoeterwoude.ïk vind 't heel aardig dat je vriend zulke mooie scheepjes maakt. Dat herinnert mij aan de jeugd van mijn eigen zoon, die maakte als veertienjarigen jongen ook altijd bootj ts; en ik dacht toen wel1 eens, dat hij scheeps bouwer of zeeman zou worden, hij hield er ook van om met soldaten te spelen. Zijn loo- den en tinnen manschappen waren hem al les. Maar he* is heel anders uitgekomen, want hij m r*u electro-technisch en werktuig kundig ingenieur! Je ziet dus, dat men tr maar heel weinig van op aan kan, als jon gens klein zijn en voor dit of dat een zekere voorliefde toonen. Bram icolenaar, te Usse. De vol gende week ben je aan de beurt, vriendje. Een klein beetje geduld dus. MAR IE YAN AMSTfiL.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 10