Ho. 159*74. Anise 1912. Offieieele Kennisgeving. Buitenlandseh Overzicht. Geveilde pereeelen. Faillissementen. FEUILLETON. lie gnonrsikasiaei*. Vergadering van deu Gemeenteraad van Leiden, $p Dondeidag 21 Maart 1912, d«f namiddags t« twee uren. ife behandelen endjeewjeryen: 1. Recediging en installatie- van. het nieuw benoemde Taadslid mr, 0, W. van dec Jot Bzn. 2. Benoeming van een onderwijzer met Verplichte hoofdakte aan de sohool der 8de klasse No. 1. (58). 3. Idem als voren aan dé" sohool der 3de Masse No. 3. (68). 4. Idem als voren aan de school der 3de klase No. 8. (58). 5. Idem als voren aan de school der 4de Masse No. 1. (58). 6. Idem ais voren aan de sohool der 3de klaeee No. 6. (64). 7. Idem als voren aan de sohool der 4de Masse No. 2. (69). 8. Benoeming van een onderwijzer aan de ©ehool der 3de klasse No. 4. (59). 9. Benoeming van een lid van het Bestuur jfler Stedelijke Werkinrichting, uit de leden Tan den Raad (vao.-J. J. van Hoeken). 10. Benoeming van een lid van heb Be- flbuur der vereenigï'ng ,,de Practische Am bachtsschool". (55). 11. Rekening, dienst 1911, van de Plaatse lijke Sohooloommissie. (48). 12. Voorstel tot bestendiging van die huur Tan het stukje grond aan de Boommarkb <70). 13. Voorstel tot bestendiging van de huur Van het perceel Lokhorsbstraat No. 18. (71). 14. Voorstel tot bestendiging van de huur yan het perceel Oude Singel No. 34. (71). 15- Verzoek van A. Troostwijk om ver gunning tot heb bouwen van een houten loods op het terrein aan den Mare dijk No. 127, kad. bekend Sectie L No. 1041. (72). 16. Verzoek van het Bestuur van het ge nootschap „Mathesis Scaentiarum Geni- jtrix", om het kosteloos gebruik van de Stadsgehoorzaal, ten behoeve van de ten toonstelling van teekeningen en voor heb jhouden dier algemeene vergadering (63). 17. Verzoek van mej. M. A. Koeman om onderwijs in de gymnastiek te mogen geven in het gymnastieklokaal der school 2de klase aan de Oude Vest. (73). 18. Verzoek van M. A. A'. Steijns om aan 'den Leidschen Turnbond het gebruik toe te afcaan van het gymnastieklokaal aan de jPieterskerkgrachb. (57). 19. Voorstel tob wijziging der begroeting, 'dienst 1911, in verband met' de provinciale fccgdrage in de kosten van vernieuwing van 'Óe Blauwpoorbsbrug. (49). 20. Voorstel tot verkoop van de certifica ten N. W. Schuld, afkomstig van de bezit tingen van het opgeheven fonds, genaamd ^Halle van Manufacturen te Leiden". (56). 31. Voorstel tot ondershandsche verpach ting van het recht van tolheffing aan de Lei de rdorpsche brug. aan P. J. Ramaker. <60). 23. Voorstel: b. tot ondeü'shandsche verpachting van het recht van heffing van don weg en wa- tertol bij- het Leidsche hek aan de wed. G. J. Ciggaar geb. Van Egmoad; b. tot ondershandsche verhuring van een perceel hakhout achter de woning behooren. do bij dien tol, mede aan de wed. Ciggaar. (61). 23. Voorstel: a. tot opheffing van een. der betrekkin nen van onderwijzeres aan de Meisjesschool iste klasse; b. tot het verleenen van eervol ontslag aan mej. J. C. 0. yan Kempen, als onder wijzeres aan die sohool (64). 24. Voorstel in zake de «Tiet-goedkeuring der verordening ex art. 37, litfc. der Pand huisweb 1910 (St.bl. 331). (68). 25. Voorstel: a. tot wijziging van de verordening van 10 April 1902, voor de Kweekschool-voor Onderwijzers en Onderwijzeressen te Lei den. (Gem.bl. No. 8); b. tot opnieuw vaststelling der gewijzigdsS verordening. (74). 26. Verzoek van de afd. Leiden der So- ciaal-Democratische Arbeiderspartij om te besluiten tot den aanleg van een volks park. (65). 27. Verzoek van D. A. Kelder en Zn. 6. a. om de in de Breestraat aanwezige stoepen en. palen dow een trottoir te ver vangen. (51). 28. Verordening, houdende wijziging der verordening van 14 Maart 1907 (Gem.bl. No. 4), regelende de heffing van een belas ting voor het gebruik van het lokaal voor groen ten veilingen te Leiden. (50). 29. Adressen van den Leidschen Be stuur- dersbond en van de afd. Leiden van den NederL Aannemersbond, in zake de toepas selijkheid der bepalingen betreffende art. 1638o en d van het Burg. Wetboek, op alle bestekken van gemeentewerken. (53). 30. Verzoek van de afd. Leiden van den Nederlandscben Steenhouwersbond om in bestekken van gemeentewerken te bepalen, dab het steenhouwerswerk, geheel of althans ten deele binnen deze gemeente word'e ver vaardigd. (52). 31. Verordening, houdende wijziging van de „Bepalingen omtrent minimum-loon en maximum-arbeidsduur in bestekken van ge meentewerken." (62). 32. Veiroek van J. A. Driessen e. a., om een kostelooze vaste verbinding te maken tussclien de Groenhovenrtraat en de Rijn en Schiekade. (66). 33. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1911. (67). Italië zou wel gaarne op fatsoenlijke manier zich uit het Tripolitaansch wes pennest terug trekken. Als de Turken Tripolis miar ontruimen, wil Italië al het andere wel doen. Het verlangt niet eens meer, dat Turkije Italië's souvereiniteit over de betwiste landstreken erkent; alleen maar, dat het zijn troepen terugtrekt, Italië de vrije hand laat en dus den stand van net oogonblik erkent. Wij kunnen het verschil niet zien en blijkbaar kunnen de Turken dat ook niet, want zij bijten nog niet erg up Italië's vriendelijkheden. Ziehier vrat Italië den Turken voorstelt. Men herinnert ziob, dat vijf van de groote mogendheden die wel iets tot bevorde ring van den vrede willen doen, aan Italië hadden gevraagd, onder welke voor waarden het geneigd zou zijn, een vriend schappelijke er. collectieve bemiddeling oot het doen eindigen van de vijandelijkheden te aanvaarden. In antwoord daarop deelt de Italiaansche regeering thans mede, dat zij er genoegen mee neemt, wanneer Turkije de Turksche troepen uit Tripolis terugtrekt, zoodat daur geen Turken meer vechten of Arabieren aanvoeren. Dan zou Italië geen aanval doen op een ander deel van 't Turksche rijk, en alle extra-tollen op Turksche goederen, die in Italië ingevoerd worden, opheffen. Men ziet aus, dat van geen erkenning der souvereiniteit gerept wordt. Het antwoord bevat verder nog de vol gende puntjn: lo. Italië erkent de religieaze autoriteit van den Khalif in Tripolis; 2o. Italië eerbiedigt de religieuz.e vrijheid, de zeden en gewoonten van de Mohammedaaa- sohe bereiking; 3o Italië zal de inboorlingen niet straffen, die na bet souvereiniteits-de- creet de vijandelijkheden hebben voortgezet; 4o. Italië garandeert den crediteuren can de Ottomaansche openbare schuld een som, gelijk aan het bedrag der tollen in Tripolis; öo. Italië koopt de Turksche bezittingen in Tripolis; Go. Turkije zorgt er voor, dat rle Italiaansche postkantoren, scholen, douane gebouwen w'der in denzelfden toestand ko men, waarin zij waren voor den oorlog; "o. Italië verklaart zich bereid om met de groo te mogendheden te beraadslagen over .Je wijze, waarop de integriteit van Europeesch Turkije te waarborgen is. Italië ver-klaart verder} dat het geneigd is, te beraadslagen over nog andere voor waarden, die de mogendheden op den grond slag van de Italiaansche souvereiniteit over Tripolis mcchten willen voorstellen, ten ein de zooveel mogelijk de eigenliefde en bat prestige van Turkije te ontzien. Dat de Turken ook na het laatste succes der Italiaansche troepen in Benghazi d*n moed nog lang niet hebben opgege ven, blijkt wel uit een uitlating van den Turkschen opperbevelhebber. De weinige doortastendheid der Italianen heeft de gunstige meening, welke de Tur ken eerst van hun vijanden koesterden, spoedig veranderd. Fethi-bey, de chef van den generalen staf, zeide tot een oorlogs correspondent: „Oordeelt u nu zelf eens. Ginds 50,000 geregelde/ uitstekend uitgerus te en geoefende troepen met sterke artil lerie, goed verpleegd, veertien generaals, aeroplanes, kabelballons en bij ons Geen modern geschut een kolonel' als generalissi mus, weinig troepen, oude bewapening, geen reserves, geen technisohe hulprtfidde- len: aan wis de schuld, dat de vijand, die over alles beschikt door ons, die niets heb ben, belegerd wordt? Zoo kan deze oorlog noglangduren. Duitschland beleeft tegenwoordig een belangwekkenden tijd van ho og e po litiek. Na de emoties bij de verkiezing van het Rijksdagpresidium, komt nu de val van den minister van financiën, W e r m u t h. Het is oekend, dat deze Minister geen uitgaven voor het nieuwe leger- en vloot- plan wensoht, zonder dat tevens voldoende dekking wordt aangewezen. De Minister is zelfs een voorstander van de indiening der successiebelasting, die m 1909 werd verworpen, maar waarvoor thans een meerderheid in den Rijksdag is. De minis terconferentie besloot échter, het ontwerp op de successiebelasting niet weder in te dienen, maar de Liebesgaba op spiritus op te heffen. Dit zal echter bij verre na niet voldoende zijn om de uitgaven voor de leger en vloot-voorstellen te dekken. En nu moge de conferentie het eens zijn met het denkbeeld: geen uitgaven zonder dek king, in de practijk schrikt zij echter terug voor de consequenties, en wil zij de agra riërs liever niet met de bij lien uiterst on populaire successiebelasting in het harnas jagen. De pliilosoof-Rajkskauselier heeft zich over deze moeilijkheid spoedig heen- gezet; maar de Minister van Financiën houdt blijkbaar niet van minnelijke schik kingen tussclien de partijen en verkiest eervol te sneveD. De heer Balfour, de afgetreden leider van de Unionistische partij in Enge land, is eergisteravond voor het eerst sedert zijn aftreden weer eens korten tijd in het Lagerhuis geweest. Hij werd door alle partijen hartelijk ontvangen en kolo nel Seely, die juist aan het woord was, sprak een vriendelijk welkom uit en vreug de over den terugkeer van dezen staatsman, een vreugde, die zobals hij zeide, niet tot een zijde van het Huis beperkt bleef. In verband met de vcroordeelingen der suffragettes tob gevangenisstraf met dwangarbeid, VèVfcelt de „Times" zijn Lezers wat eigenlijk die dwangarbeid wil zeggen. Er schijnen in Engeland toch ook nog velen te zijn die hieromtrent geen jidst begrip hebben. Al die oude gruwelen der Engelsche gevangenissen, zooals de tred molen en de met zware zweepen gewapen de opzichters bestaan niet meer. Echter „dwangarbeid" is nog ernstig genoeg, maar er wordt daarbij wel onderscheid gemaakt tusschen mannelijke en vrouwelijke veroor deelden. Een man die tot „hard labouir" wordt veroordeeld, wordt 28 dagen lang (is het vonnis minder dan 28 dagen den geheelen straftijd) in strikte afzondering voor ten hoogste tien, ten minste zee uren per dag aan zwaren harden liohameüjken arbeid gezet; bij goed gedrag wordt na dien tijd de arbeid lichter en wordt hij ge meenschappelijk verricht. Gedurende de eerste veertien dagen slaapt de veroordeel de (indien hjji niet jonger dan 16, niet ouder dan 60 jaren is) op een naakte plank. Voor vrouwen echter zijn die bepalingen veel minder zwaar. Zij worden niet in af zondering gehouden, hebben geen zwaren arbeid te verrichten en slapen niet zonder matra-s. De haar opgedragen arbeid bestaat in hoofdzaak uit naaien, breien e. cL, het zwaarste werk is schrobben en wasschcn. L Zonder toestemming van de vrouwelijke gevangenen, tenzij om hygiënische redenen, wordt het haar niet kortgeknipt. De minister van justitie heeft een wets ontwerp ingediend tot herziening van dc wet op beleediging en lastering door de pers, ook wat betreft de belee diging van vreemde staatshoofden en diplo maten. In het onbwérp wordt voor bedoelde ver grijpen dezelfde strafmaat voorgesteld als in de Duitsohe en Zwibsersohe wetten op deze materie. Zoo zal men althans van deze wetten niet meer kunnen zeggen dat zij „Rus sisch" zijn. Roosevelt heeft zijn eerste succes in deze verkiezinsgcampagne behaald, de staatsoonventie van Oklahama heeft n.1. na een woelige zitting, waarin zelfs een der aanwezigen een beroerte kreeg van opge wondenheid, haar tien gedelegeerden opge dragen hem te steunen. Daarover heersohto groote vreugde in het Rooaeveltseke kamp, de aanhangers van Taft echter hechten weinig waarde aan deze nominatie. Volgens hen kunnen nog een groot aantal andere radicale staten in het westen Roosevelt steunen, zonder dat dit van invloed zal zijn op de definitieve ver kiezing. Berichten uit 0 h i n a ontvangen, maken melding van een toestand van onzekerheid in het geheele rijk. Volgens die berichten zou prins Toean de ziel der beweging in de provincie Sjensi en Kansot zijn. Wellicht is hiermede de gewezen aanvoerder der Boksers, prins Tsai Yi bedoeld, die in 1902 den titel van prins Toean moeit afstaan aan eon jongeren broe der van den toenmaligen keizer en in bal lingschap wgrd gezonden. Wat het Zuiden betreft, vanwaar de re volutie over het land kwam, bestaat daar nog altijd groot wantrouwen teger Joean Sji Kai en de tcestand is er in de provincie Kwaotoeng op het oogeubik zóó, dat tus- solienkomst van Engeland zoo goed als on vermijdelijk schijnt. Ook te Peking zelf heeft Joena Sji Kai zicdi reeds nieuwe vijanden gemaakt wijl hij, eyen voor het terugtreden der Mantsjoe- dyna«stie nog wist te bewerken, dat een zij ner bloedverwanten met den belangrijken post van onderkoning van Tsjlli werd te- last. Naar alle waarschijnlijkheid staan voor China verdere onrustige tijden te wachten, waarbij niet moet worden vergeten dat er een krachtige partij, onder de leiding an den bekenden hervormer Karg Yoe Wei in vele deeien van China aan het werk is voor het herstel der monarchie. ,,t>© örieklcnr." In den Foyer van de Sbadozaal alhier gaf de koTpor aals-toone el-, gymnastiek- en eohormvereeniging „De Driekleur" Zater dagavond een uitvoering, die door velen, ook door den beschermheer dezer op 1 Oc tober 1903 opgerichte Vereeniging, den eer6te-luit. Boertje, geheel of voor een deel word bijgewoond. De banier, vertoonende de driekleur, "was op het appèl; plantengroepen en vier musici, van welk orkest leider was de heer De Rook, waren dat ook. Om halfnegen ongeveer weerklonk de „Vaandelmarsch" en even daarna opende de voorzitter, de heer B. J. Haverkamp, de feestelijke bijeenkomst met een woord van welkom aan allen, inzonderheid aan den beschermheer en aan de vertegenwoordi gers van de „Leidsohe Dilettantenclub". Den beschermheer dankte hij voor diens moreelen, donatrices en donateurs voor hun finanoieelen steun. Voorts deelde Hij o. a. nog mede, dat door ziekte van den instruc teur voor de gymnastiek, de gymnastiek- nummers eerst aan het slot zouden worden gegeven. Nadat de president allen nog een aange- namen avond had gewenscht, huldigde de eerste secretaris hem als een uitstekend voorzitter, die al heel wat voor de Vereeni ging had gedaan, en overhandigde hij hem namens de leden een blijk van hulde en sympathie; waarop een der donatrioes, mej. LegetNieboer, mede een stoffelijk he wijs van waardeering aanbood uit naam der donatrices. Voor die vriendelijkheden en op-prijs-stelingen van bewezen diensten dankte de president met ingenomenheid Toen kon het programma afgewerkt wor den. Genoten werd eerst van een vurige partij schermen op den degendaarna van een voordracht van twee lustige kellnerin- nen van zeer verschillenden leeftijd, maar van nagenoeg dezelfde prestatievan colon ne geweer, met aardigo inberme''.zo'p, vrij interessant en door het losbranden der schietwapens veel leven en schrik verwek kend en aan eolit krijgsrumoer doende den ken. Vervolgens kreeg men te hoeren en ook te zien „De eerste kus", we'V. den recruut, die er toe geprest -verd, test scheen te smaken, waarna de musici be ten zich af en tce hooren werkelijk goed gezongen werd een voordracht „Artisten- leven", waarvan de woorden echter zóó onverstaanbaar waren, zelfs vóór in d zaal, dat raen niet kon hooren of het Nederlani- sche of Hebreeuwsche waren dan wel "f een stuk Esperanto werd ten gehoo^e ge- brarht. Een solist in uniform gaf blijkbaar zeer ten genoegen der hoorders drie viool- nummers, begeleid door den pianist van den avond. Na de pauze werd opgevoerd het blijspel in twee bedrijven „Mevrouw is op Teis," van J. A. H. Abeleven, dat bijzonder vol deed, en werd kranig^en krachtig gewerkt aan de brug en met-.s^aven. Op het pro gramma etonden voorts nog vermeld een pairtij schermen sabel on een bal onder lei ding van den heer Wielcnga Jr. Toen dit laatste begon, sliep drie vierde van Leiden al een heele poos. Gehouden verkooping in het Notarishuis aan, Den Burg, te Leiden, op Zaterdag 16 Maart 1912, ten overstaan van de notaris sen Kaiser en Vijgb, te Leiden: Het Heerenhius, Rapenburg 131, in bod f 8000, kooper de heer A. G. Ho oyer, q.q. voor f 8375. Het Woonhuis o. a. Nieuwe Rijn 122, met een huis aldaar 120, en twee pakhuizen Kaarsenmakersstraat 1 en 3, sa men in bod f 4700, kooper de heer B. J. Huurman Dz. q.q., voor f 5250. Het Huis, Smidisteeg 38, in bod 1140, kooper de heer H. van Brero q.q., voor f 1152. Bakkerswet, Het Rakkers-comité heeft een derde deel „Bedenkingen tegen de Bakkerswet" in heb licht doen tien, een bespreking van do Mem. v. Anbw, op "het voorloopig verslag der Tweede Kamer, betreffende het hernieuwde afdeelingsonderzoek van de Bakkerswet. De in Bedenkingen I en II opgeworpen bezwaren schrijft het oomitó in het voor woord tob de uitgave „blijven lnm vollö kracht behouden. In dit geschrift worden deze bezwaren niet herhaald, maar alleeu besproken die onderwerpen, welke in Be denkingen I en II niet zijn behandeld of op grond van later gepubliceerde gegevens niet zijn besproken kunnen worden. Men heeft dus in dit deirde deel der „Bedenkin gen" niet te zien een samenvatting van de bezwaren, welke'bij de grootindustrie tegen, het ontwerp -Bak ke rswe t bestaan, cloch alleen een zeer beknopte aanvulling van het in het eerste en tweede deel medegedeelde, voor zoover noocHg gestaafd door cijfers, ontleend aan het jongste rapport der Ar beidsinspectie. De nalatenschap van J. van Wingerden, ge woond hebbende te Zwijndrecht en aldaar overleden 15 September 1911, en Hijltje de Bont, wed van Johannes van Wingerden, te Dordrecht. A. Hubrechtse, timmerman en koopman, te Heinkenszand. N. Y. Bril etfabriek Vesta, te Maastricht., W. Grooten, spoorwegbeambte, te Bo- choltz. E. van Rooy, herbergier te Sittard. R. Roskam, koopman en winkelier in mat ten, te Joure. 4) „Kort en goed", Weller meende zich eens te moeten laten gelden ,,het is ons, helaas, onmogelijk logees te herbergen. Wij hebben daarom voor de dames in een klein, rustig hotel garni dicht in onze buurt ka mers gehuurd, waar gij ten allen tijde spoedig bij ons kunt komen. Wij zullen de dame» dadelijk daarheen brengen en Ilse zal dan met u voor heb souper naar onze woning terugkeeren". „Nu, goed, als 't niet anders kan", brom de tante Laura, terwijl zij luid geeuwde. „Maar natuurlijk..." „Natuurlijk zijn wij zeer teleurgesteld", vulde tante Ursula aan. „Alle gezelligheid van een samenzijn van den vroegen mor gen gaat immers daardoor verloren". Zij slaakte berustend een zucht en Weller verheugde zich in zijn binnenste enorm over deze verloren geganc gezelligheid. Intusschen kwam ook de bagage een met wasdoek overtrokken reismand, met ware scheepstouwen omwonden en werd met veel krachtsinspanning boven op het rijtuig geladen. Yolgens don verstandigen stelregel „Haast u langzaam" werd daarop de. tocht naar het hotel garni afgelegd. Weller nam haastig bij den ingang daairvan afscheid en Ilse geleidde de dames naar haar kamers, waarmede zij ook tamelijk tevreden schenen en ongeveer slechte een dozijn dingen afkeurden. Nadat zij zich hier „mooi" hadden gemaakt, hetgeen bij tante Laura daarin bestond, dat zij in plaats van haar vilten hoedje een hoed van vóór Noach met geknakte veeren op haar hoofd zette, bracht Ilse haar dierbare bloed verwanten naar haar eigen woning, waarbij zij niet laten konden op den grooten af stand af te geven. „Het is juist zeventien minuten van ons huis af", verzekerde Ilse met een lieven, onschuldigen glimlach. „Zeventien minuten I" riep tante Ursula. „En dat noemt ge dichtbij?" bulderde tante Laura. „Heb is voor Berlijn echter zoo goed als geen afstand", verzekerde Ilse, die op do zen storm reeds geheel was voorbereid De inspectie van haar woning door de tantes leverde over het geheel een gunstig resul taat op. Het gemis van een logeerkamer werd nog wel zeer veroordeeld, maai' die was er nu eenmaal niet en de tantes schik ten zich in het onvermijdelijke, al wezen zij er ook op, dat zij zeer goed hadden kun nen gehuisvest worden, zoo Ilse „die paar dagen" in een garderobekamertje zonder raam, hetwelk zijn licht kreeg door een soort schietgat, op een matras op den grond had willen slapen. Zij verlangden, dat dit nog den volgenden dag zou ten uit voer gebracht worden, doch Weller weiger de dat rondweg als schadelijk voor de ge zondheid. Dit zag tante Lauia ook in, maaar heb bracht bij tante Ursula een blij kb are ontstemdheid te weeg. „Je echtgenoot schijnt een kleine tiran te zijn, arme kleine", merkte zij bits op, en wijl zij daarmee geen succes had, zag zij naar een ander offer om, hetwelk zij ook spoedig in de afwezigheid van het bewuste rozenkleedje vond. „Ik zie, dat ons geschenk niet 'door uite- den op prijs wordt gesteld", zeide zij met bevende stem. „Waa het mooie kleedje ulie- den te gering of hebt gij liet verkocht of mogelijk beleend?" De Wellers namen het harde woord met vroolijke gezichten als zoete koek op en dfschte het moet helaas geconstateerd worden het afgesproken sprookje van het uitstoomen zonder blozen op. „Maar hoe is dat mogelijk?'' kreet tante •Ursula. „Gij moet het kleedje wel dage lijks voor het poeteen van uw echoenen ge bruikt hebben". Weller verklaarde met een volkomen ern stig gezicht, dat hij en zijn familie het kleedje slechts op de kousen hadden betree- den, wat feitelijk ook niet met de waarheid in strijd was, daar men in het algemeen altijd kousen, hetzij dan ook in schoenen of laarzen, draagt; maar dat onvoorzichtige gastee, die van de waarde van het kleedje geen Gauw vermoeden hadden gehad, het vuil hadden gemaakt. Men had echter ver zekerd, dat het weer geheel vlekkeloos zou worden. Wijl men gasten, vooral afwezigen, niet ter verantwoording kan roepen, moest tante Ursula wel goed- of kwaadschiks iu het geval berustenterwijl tante Laura ver klaarde, dab wat de Well ere met 't kleedje uitvoerden, haar niets aanging. Zij was bo vendien, op een paar steken van het m- vulsel na, geheel onschuldig aan het werk, waarvoor Weller aan haar boven haar zus ter beslist ólQ voorkeur gaf. Als zij ©r maar een beetje minder boerecli en niet zoo eigenaardig had uitgezien, die goede Laura! De kleine Frits werd echter door de tan tes bijzonder „snoezig" gevonden en ver eend met een tablet ongenietbare chocolade, hetwelk zeker met vermoedde, dab men zijns gelijken gewoonlijk uit cacao vervaar digde; alsook met een splinternieuwe blin kende munt van twintig pfennig voor- rijn spaarpot. Aldus verstreek de avond vol afwisseling, want er viel over het geheel nogal wat af te keuren. Er werd nog afgesproken, dat de tantes den volgenden morgen met Ilse zouden winkelen en 's avonds naar de come- diè zouden gaan, waarvoor Weller beloofde kaartjes te nemen. Ten laatste gaapte tante Laura echter in die mate zonder eenige verberging van deze handelwijze, dat het vertrek verhaast werd en Weller de tantes eindelijk veilig in haar hotel afleverde. „Nu, dat kan voor een veertien dagen drie weken een mooie boel worden", zeide hij, toen hij weer thuis kwam, tegen rijn vrouw. „Dat kan het niet alleen worden, het zal het worden", constateerde Ilse be rustend. „En de oomedie..." Weller lachte. „Morgen wordt in liet Lessing-theater de „Haubenlerche" van Wildenbruok opge voerd", zeide hij behaaglijk. „Wij gaan daar heen en heeft tante Uteula er dan nog niet genoeg van, daji zal zij overmorgen naar de „Hedda Gabler" van Ibsen ge bracht worden. Wordt zij daarvan niet on passelijk, dan slepen wij haar naar het residentietheater, naar „Marquise" of „Ge decoreerd", en ik geloof niet, dat zij dan nog zal hunkeren naar „Sodoms einde" van Sudermannl" Ilse was sprakeloos. „Hans", fluisterde zij, „gij sohijnt radi cale middelen te willen aanwenden". „Tante Laura zal zich naar mijn idee koninklijk amuseeren", antwoordde Weller; „maar ik hoop, dat heb op de dame Ursula een ••tegenovergestelde werking zal hebben. Ik ben er namelijk v aller minst op gesteld om met deze tantes in een comediegebouw te pralen, geheel daargelaten, dat ik met de lieflijke Ursula nog een appeltje heb te schillen over het onbeschaamde idee, dat wij haar kleedje zouden „beleend" heb ben!" Ilse slaakte een zucht. „Zoo is rij altijd. Maar het is toch mooi, dat wij de logeerkamer met zooveel succes hebben verloochend." „Dat ia het ook", stemde Weller toe en sliep zoo kalm in alsof alles reeds gewon nen was. Hij liet zeer zelfzuchtig den volgenden morgen aan zijn vrouw het rondleiden over en was wüt blij, dab hij zich daarvan kon afmaken, want tante Laura had daarvoor een toilet aangeti'okken alsof zij in moeras sige dreven op de jacht wilde gaan, terwijl in de zonnige straten van- Berlijn geen voch tig plekje te zien was. Ook de hoed met de geknakte veeren was als te elegant voor dit doel thuia gelaten: zij zag er eenvoudig! potsierlijk urb. Afgejaagd, doodmoe en zeep geërgerd over het systeem der tantos, om in alle winkels op den gevraagden prijs af te dingen, keerde de jonge vrouw pas tegoK den middag naar huis terug. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5