Ingezonden. Vragen en Antwoorden. de voormalige Rijnsburgerpoort te plaat- een. Moeten belanghebbenden, en dat zijn er heel wat, c-r een regeltje aan wagen en met een adresje bij B. en Ws. komen 1 Ik denk het wel niet; want wie over den hond komt, komt ook ever_ den staart. B. en Ws. zullen het nu wel graag doen, dunkt ons. En nu voert miju bestek voor vandaag mij van een onzer drukke verkeerswegen naar stille straten: de Thorbeckestraat bijv.: „Hemel nog toehooide ik dezer dagen ïcmarid zeggen, „zijn de heercn. van de stad nu heelemaal mal Nu verordeneeren ze eerst, dat de etraten zus en zóó breed moe ten zijOj wat den armen bouwers heel wat aan grond en voor aanleg kost, en daarna li al veer en zij diezelfde straat weer door in het midden een rij boom-en er in te plaat sen." Voor stille, breeds straten in de oude stad, die er nu eenmaal zijn, achtte men dat nog eenigszins verdedigbaar, maar voor nieuwe straten niet. Ik heb nrijn best gedaan, wie zoo praatten, te overtuigen, dat hun uitgangspunt niet deugde. Die breede straten zijn niet voorge schreven, omdat men overal druk verkeer verwachtte; maar uit het oogpunt van ge zondheid. Daaruit kunnen de bewoners fris- teche Iiiclifc binnen hun woningen laten stroo- bnen. en den zonnestralen vrij spel geven- Daar kunnen de kinderen spelen zonder aan 'alle kanten ie worden benauwd, zoo-aLs in smalle kokers als om in de nieuwe wij ken to blijven dc Hoog© Rijndijk- cn de Prinses-Wilhelmana-straat en andere- Dio boomen zullen er het verkeer niet "belemmeren, de frissehe lucht niet tegenhou den; missclden alLoe-n de al te felle zonne- feiralcn wat temperen; maar zij zullen in het voorjaar aan de omgeving de heerlijkheid van de herlevende natuur doen openbaren, des zomers verkwikkende schaduw aanbieden en in het najaar doen genieten van de tot pt.il gepeins stemmende herfsttinten- Uit naam! van alle mede-Leidenaren, die ïiog niet vervreemd zijn aan de natuur, breng ik B. cn "Ws. voor dit boomen-planten een 'cere-saluut. Wij vragen om een volkspark cn zouden "wij dan voor een stukje park voor ons raam niet dankbaar wezen? En nu voor vandaag voortgaande langs 'dezelfde lijn, nog één punt. „Door welke straten en stegen mag men niet rijden met een rijwiel?" vroeg mij een vreemdeling 'en mot reden. In verschil lende stegen ziet 3ncn nog aan de i-ngangen borden geplaatst met het opschrift: „Verboden voor wielrijders". Sedert dö invoering der motor- cn rijwiol- wet licbbcn deze borden geen wettelijke kracht rneor en menig fietsrijder neemt er 'gQpn notitie meer van, zoodat de wielrijders er door in betere conditie zijn gekomen. Ik zal als voorstander van zoo groot moge- lijko vrijheid van beweging, ook voor wiel rijders, er dan ook niet op aandringen, dat deze borden worden vervangen door de bij de wet voorgeschreven driehoekige roode 'ijzeren, borden, maar ik zou liet gemeente bestuur tocli wel in ernstige overweging [geven deze borden te verwijderen. Het is voor een consciëntieus menscii altijd onaan genaam. er door te rijden, waar hij ziet, dat het cp een door de overheid aangebracht bord wordt verboden, cok al- weet hij, dat hij er piot door in aanraking zal komen niet 'de politie, en de aanwezigheid van zulke borden, dio iets verbieden zonder dat het vertod gehandhaafd wordt, werkt den eer bied voor het gezag allesbehalve in de hand. Laat men op een goeden morgen er een fetadstimfmerman heensturen, dan is deze kwaal binnen één dag verholpen! Onze lïreestraak Het „Leidsck Dagblad'' van Zaterdag den 9den j.l. bevat liet bericht, dat het ver zoek van een zestigtal winkeliers aan de Breestraat, om de stoepen en palen aldaar door een trottoir to vervangen, geen gun stig onthaal heeft gevonden bij B. en Ws- en de Commissie van Fabricage. Velen, dio oog hebben voor de schoonheid van onze, ook buiten Leiden vermaarde, hoofdstraat zullen met instemming van dat aavies kennis genomen hebben, maar niet geheel voldaan zijn bij het vooruitzicht, dat de verlangde verandering te eeniger lijd op het gedeelte van af het Noor dein de (tot hoe ver?) aangebracht staat te worden. De kosten buiten beschouwing Latend, lijkt) het zoo verleidelijk om dio uitbouwsels te verwijderen ten behoeve van een veilig pad voor den voetganger; doch de zaak heeft nog een andere zijde, wanneer men bedenkt, dat stoepen en hekken, waaron der heel mooie, niet alleen dienen om den inkijk tegen te gaan, maar ook als sieraad bedoeld zijn en bij den gevel behooren, alzoo niet zónder schad9 voor het geheel .weggenomen kunnen worden. Begrijpelijk is het, dat winkeliers, alleen het belang hunner zaak in het oog houdend, die vernietiging verlangenminder ver klaarbaar wordt het echter, wanneer ook anderen, voorlichters van heb publiek nog wel, in dat koor meezingen. Evenmin be grijp ik, dat van zekero zijde een jubel kreet- opstijgt, telkens als weer een geslo ten huis op de Breestraat in een winkel wordt omgebouwd, dat wil zeggen, in den regel alleen de benedenverdieping, en men dan, nota bene, spreekt van toenemende fraaiheid en vooruitgang van dïe buurt. Mij dunkt, een enkele blik op den „In den Ver gulden Turk" moet tot ander inzicht bren gen. Onlangs werd het zelfs betreurd, dat het nieuwe gemeentelijke magazijn voor gas en elektriciteit op do Hooigracht en niet op de Breestraat was verrezen. Zou de zaak eigenlijk niet omgekeerd moeten worden? Bezat ik de macht van den Geest van Ala- dins wonderlamp, ik zou geen oogenblik aarzelen al die winkels naar de Hooigracht te doen verhuizen. Ons stadhuis gaat zich steeds minder be haaglijk gevoelen in zijn omgeving van spie gelruiten; misschien verlangt men wel, dat zijn bordes, die eta-in-den-weg, ook maar weggebroken zal worden; laat dat oude ge bouw zich ook leeren schikken in de rooi lijn, nietwaar Zeker, het is een verblijdend verschijnsel, die toeneming in grootte en aantal van win kels en restaurants, getuigende van de energie der oprichters, en een mooie win kel buurt kan, vooral 7s avonds, recht gezel lig, zelfs pittoresk wezen, maar het is jam mer, doodjammer, dat juist onze Bree straat daarvoor in aanmerking moet komen. Evenwel heeft die buurt nu eenmaal den trek, doch daaruit volgt niet, dat het ge meentebestuur gehouden is die degradatie Van de deftige straat in de hand te werken door het aanbrengen van verhoogde voet paden. Waar de eischen van het hedendaagsche verkeer het noodig doen. zijn, behoort ruimte verschaft te worden, en wel niemand zal het voormalige Korfc-Rapenburg en de oude Blauw poor tsbrug met de Paarden- steeg terugwensehen. De Breestraat tusschen Noordeinde en Trouwe8teeg ia echter zoo bijster smal piet, noch het verkeer daar zoo druk, dat noodzakelijk ingegrepen moet worden. Het geroep om meerdere veiligheid voor den voetganger is dikwijls zeer overdreven ware het gemotiveerd, dan zouden er ge durig ongelukken moeten voorvallen in de Donker- en de Maarmanssteeg met heel wat drukker passage dan waarop de nogal kalme Breestraat kan bogen, om niet te spreken van de Mandenmakcvssteeg, waar een vrachtwagen vóór een pakhuis voldoen de is om het verkeer zoo goed als te strem men. Ik geloof daarom op veler instemming te mogen rekenen, wanneer ik de hoop uit spreek, dat geen gelden zullen uitgetrokken worden veer den aanleg dier trottoirs, waardoor de karakteristieke Breestraat nog meer tot een banale b r e e d e straat zou inzinken. Mochten de autori teiten niet toegeven aan den dirang van hen, bi} wie alleen het eigenbelang spreekt, of van anderen, die lijdende zijn aan een zekere ruimte-koorts, een ziekte, die onze stad, o. a. op bet verlies barer prachtige poorten te staan is gekomen. Die minnaars van groote afmetingen kunnen straks hun hart ophalen aan dien boulevard, van, ik meen, 40 meter breedte. Dat nieuwe straten ruim gebouwd worden in verband met bet moderne verkeer, is goed, maar vormt Diet het summum van schoonheid, en de vreemdeling, gekomen om Leidien te zien, zal hem niet opzoeken, al kreeg die boulevard ook een breedte van 50 meter, waardoor bij dus noodwendig J fraaier zou worden! Leiden zal wel nooit een Groszst. a-dt worden, en dat behoeft ook niet; het zij tevreden zich te handhaven als de mooie hoofdstad van het welvarende Rijnland ■zonder grootdoenerij en kouden geur. Even als Amsterdam en Delft heeft hefc een naam op te houden onder de steden met eigen karakteir; gelukkig begint de tijdgeest zich te verzetten tegen het zonder noodzaak uit wissehen van "dien stempel onder de leus van zoogenaamde verfraaiing en vooruit gang. Men beweert, dat graaf Willem IIT zijn verhefifng tot hertog afwees, zeggende lie ver de eerste onder de graven dan de laat ste onder de hertogen genoemd te worden. Met dat flinke bescheid kan Leiden zijn voordeel doen. G. X F. BIEGMAN. Mijnheer de- Redacteur? Beleefd verzoek ik u om' onderstaand stuk te willon plaatsen. Bij voorbaat dank- Na het lezen van het verslag in het ^Leidach Dagblad" van Zaterdag 9 Maart (van het door B. en Ws. genomen besluit aangaande ons verzoek om hefc steenhouw- work zooveel mogelijk in Leiden te platen vervaardigen), kunnen wij niet anders dan onze teleurstelling daarover uitspreken. Volgens B en. Ws. kunnen zij, volgens de inlichtingen, hun gegeven, niet anders doen dan het verzoek niet inwilligen. Maar nu vragen wij bij het lezen van al die be zwaren Heeft het verzoek dan ook niet zijn goede zijden? 'Die zijn er toch zeker ookl En daar is tot ons all or spijt niet over gesproken- Ten eerste zijn in geen geval inlichtin gen gevraagd aan do organisatie, wat toch ook recht en billijk ware geweest, cn dan De straten van Leipzig bieden ten tijd© dezer „Mes-se" een zeer bijzonderen aanblik aan. De gevels van de huizen zijn van od- der tot boven versierd en bedekt met vlag gen en allerlei aankondigingen. Een vijftien duizend koop erg en een vier duizend ver had nier. ons ook het recht gegeven ons verzoek te verdedigen maar nu is het ver zoek van alle kanten afgebroken- Maar niet alleen ons verzoek, doch men .heeft ook dc gezellen in hetbesluit voor minderwaar dige steenhouwers aangezien, en dat is voor ons een vernedering, die wij niet verdienen, en wij kunnen niet nalaten, om daartegen op te komen; want wat wordt er in het besluit gezegd (Het gewone steenhouwers- bedrijf bepaalt zich echter in den regel tot het hakken van dook gaten, het bewerken der stukken met den gewonen frijnslag, het slijpen en schuren van hot materiaal, hot plaatselijk bijwerken en dergelijke- Draagt men hen op het leggen van uitdrukking en karakter: in het materiaal, dan is de vrees gewettigd, dat van liet werk veelal niet veel terecht- zal komen.) Daarmede wordt dus gezegd, dat de steen houwers in Leiden niet zelfstandig een stuk werk kunnen makee. Wij zullen nu met kleine voorbeelden te geven aanioouen, dat het niet waar is. Als men bijv- de begraaf plaatsen in en om Leiden gaat bezichtigen, dan ziet men van het steenhouwwerk, dat er op de graven ligt en gemaakt is door Leidscko steenhouwers, toch wel, dat zij meer kunnen dan dookgateu hakken en schuren cn als men door Leiden loopt en men ziet verschillende -fterken als borstweringen, pi lasters en verdere stukken werk-, noodig voor winkelpuien, gemaakt door Leidsche steenhouwers, dan zien vrij ook weer, dat) zij meer kunnen dan pasbakken, want vooral in Leiden wordt er veel van een steenbou wer gevraagd, wat 'zijn kennis en zijn beroep aangaat; en als wij dat alles nagaan, dan zien wij, dat vele bezwaren, in bet besluit genoemd, verre van juist zijn- De voornaamste steen houw werken voor bin nenbouw, zijnschoorsteenmantels, plinten, dorpels en neuten. Wat schoorsteen mantels betreft, weten wij allen, dat die kant cn klaar uit do fabriek betrokken worden, eu dat de steenhouwer ze alleen maar behoeft- to stellen- Maar met neuten en dorpels en plinten is heb wat anders; deze tnocten ook in België met dc hand gemaakt werdenal leen de steen wordt machinaal gezaagd. V/at liet beeldhouwwerk aangaat, daar hebben wij in ons verzoek niet over gesproken, want wij zijn steenhouwers en geen beeldhouwers, want het verschil van arbeid tusschen steen houwwerk cn beeldhouwwerk is groot- Wij weten ook, dat in Leiden niet veel beeldhouwers, zijn, die in steen kunnen wer ken, en dat die altijd haast van buiten Leiden komen als er beeldhouwwerk verricht moet worden. Dat het werk wel writ duur der komt, geven wij direct toe, maar daar zijn verschillende oorzaken voor aan te wij zen. Doch (lat er werk van minder kwaliteit en netheid zou geleverd worden, daar ko men wij ten sterkste tegen op. Er staat oolc nog: het moeilijk weigeren aan andere ar beiders maar wij doen toch geen onmoge lijk® verzoeken Wij zullen bijv. niet vragen om ooit het Zweedsch en Beiersch graniet in Leiden to- laten bewerken, omdat het op heden nogal veel gebruikt wordt- Dat doen wij niet., omdat wij hqel goed weten, dat onze buitenlandsohc collega's daar beter mee op de hoogte zijn- Ook wat ons verzoek van het loon aangaat, hadden wij het vertrouwen, dat ons verzoek wel ten volle zou worden toegestaan, daal* de gemeente toch altijd vooraan stond in het voorschrijven in do bestekken van het loon- Is dit nu hot geval niet meer? Maar nu hopen wij, dat-, wanneer onze verzoeken in den Raad in behandeling komen, B- en Ws-, Commissie van Fabricage en Raadsleden er toe zullen overgaan om onze verzoeken in te willigen. Namens de Afd. Leiden van den I Ned. Steenhouwers bond. Geachte Heer Redacteur! Ieder zal de vraag hebben gelezen in Uw blad van 1.1. Woensdag: of er in Leb den ook gelegenheid is, om een diploma te behalen in het Kapperebedrijf. Dank voor Uw wenk, aan het antwoord toegevoegd, dat zulks karn komen, omdat deze vakgenooten getoond hebben met de negen-uur-sluiting, dat zij, als het noodig is, goedi kunnen samenwerken. In Amsterdam, Maastricht, Utrecht, Den Haag, enz. zijn gesticht geworden door den Ned. Kappers- en Barbiersbond vakscho len, welke gesubsidieerd worden door Pro vincie en Gemeente; een bewijs, dat deze goed werken. Daar worden gekweekt v a k- koopers zijn er dan uit alle deelen der we reld samengestroomd, om zaken te doen. Reeds vroeg in den morgen beginnen de re clame-optochten, waarvan wij er een hier zien afgebeeld. mannen, en dit is hoog noodig voor ons bedrijf en de toekomst. Jaarlijks worden examens afgenomen door een Commissie vakgenooten)," beucemd in overleg met het Hoofdbestuur. De ondervinding heeft geleerd, dat daar, waar zulk een cursus is gesticht, de pa troons en de leerlingen in ruime mate daar van vruchten trekken. Iedc-re patroon in ons vak is niet in de gelegenheid, datgene den ondergeschikten te leeren, wat zij be slist noodig hebben. Doch in Leiden is de tij<l daarvoor nog niet aangebroken. De afd. is nog niet sterk genoeg hier; er is nog te veel verdeeldheid bij onze collega's, die elkaar zoo noodig hebben. Jammer Dergelijke verbeteringen moeten geschoeid worden op een beste leest; zulks moet uit gaan van een groote massa* wil men succes hebben. De Bond is sterk, en daar, waar sterk© afdecimgen zijn. vindt men vakscholen (niet in Leiden??): Iedere collega heeft onder vonden. „Eendracht maakt Macht'' en dat het publiek met iedere verbetering in vak- toestanden, gebaat wordt. Men kweekt vak- menschen niet alleen voot ons zelf, maar ook voor het publiek, en daarvoor is het u dankbaar. Collega's, maakt de afd. Leiden sterk, treedt toe tot den BondDan kunnen wij ook dit stichten. Vakscholen liggen ook in ons programma. Teel kunnen wij nog verbeteren A. KOUWENBERG. Vraag: Waar woont de agent der Dordt- sehe Levensverzekering te dezer stede? Antwoord: Wij zullen eens aan die Maatschappij vragen dit te willen advertee- ren, want wij weten het niet- Vraag: Zoudt u mij eenige blaadjes voor postzegel-verzamelaars kunnen opgeven en dc namen der uitgevers? Antwoord: lo. Postzegel blad. Orgaan der Haagsclic Philatelisten.Vereen- Adres: mevrouw J. HuizingBoels, Wilhelmina- kado 24, te IJniuiden. 2o. Nederl. Tijdschrift voor Postzegelkunde. Ui tg. E-d. IJdo, te Leiden. 3o. Postzegelnieuws. Uitg. Reinou Kingma, Deldenscheweg 09, te Hengelo (O.). x Vraag: Kunt u eenige inlichtingen ge ven voor vrijen overtocht naar Amerika voor drie personen, landarbeiders, bloembollen- kweekers A n t w o o 1* dWend u tot de directie of een agent van een stoomvaartlijn op Amerika- Wellicht dat men u daar inlichtingen kan geven. Vraag: Zoudt u mij ook kunnen medc- dc-eïen of de lichting 1905 van liet 7de reg. infanterie van dit jaar nog onder de wa penen meet komen; wanneer en hoelang? Antwoord: Ja, van 3 tot 28 September. Vraag: Heeft iemand, die een zoon als loopjongen gebruikt een arbeidskaart noo dig? De jongen is twaalf jaar, t-ot Mei nog leerplichtig, doch verzuimt geen school tijden. Het geldt bezorgen van een consump tie- artikel. Antwoord: Alleen voot jeugdige perso nen, werkzaam in fabrieken en werkplaatsen, moet het hoofd of de bestuurder in het be zit zijn van een arbeidskaart, -lijst cn .regis ter. Een loopjongen verricht geen arbeid, in een fabriek of werkplaatsderhalve hebt ge voor uw jongen zulks niet noodig. Zoolang de jongen nog leerplichtig is mag hij geen arbeid, dus ook geen loopwerk (loopwerk is ook arbeid) verrichten. Alleen boodschappen van huishoudetijken aard, dus voor uw eigen huishouding en niet voor uw onderneming (zaak) mag hij doen- V ra ag: Waaraan of aan wien danken wij, lezers van het „Leidsch Dagblad", toch die anderdaagsche (of derde-daagsche) ontploffingen tegen de Tarief wet? Is het de Redactie, die meent op die manier haar licht over ons te moeten laten schijnen, of door wien worden wij per anonieme advertentie zoo eens af en toe bij knal effect belicht? Antwoord: Wat de Redactie te zeg gen heeft, doet zij onder het redactioneel gedeelte; zij zal daartoe nooit de adver tentie-rubriek misbruiken. Dit is een insi nuatie van den vrager, die niet aangenaam aandoet en waartegen wij meene-n te moe ten protesteeren. Wanneer de vrager nu w eet, dat deze advertentiën komen van de zijde van een comité, dat zich ten doel stelt de Tarief wet. te bestrijden, dan zal de vrager wel eenige spijt gevoelen, die „knal-effecten" aan de Redactie te willen toeschrijven. V raag: Kunt u mij een middel zeggen ter ontsmetting van een hondenhok, waar een hond in heeft gelegen, die aan schurft leed Mijn eerste hond heeft die ziekte ge had, en, alhoewel het hok goed schoon ge maakt was, heeft een tweede hond hefc in dit hok ook weer gekregen. Antwoord: Indien hefc hok niet van bijzondere waarde is, zouden wi) u raden hefc te verbranden; dan weet u zeker, dat de besmettingskiemen verdwenen zijn. Kan dat niet', wend u dan tot het hoofd van den gemeentelijken ontsmettingsdiensfc, den heer F. J. de Ridder, Hooigracht 55, tele- phcon 679deze zal u wel willen inlichten. V r a a g: Ik heb voor twee weken sneeuw klokjes geplukt en heb ze nog steeds in het water staan. Doch de bloempje-s zijn ver welkt. Nu blijven er dikke bolletjes over, waarin een aantal zaadjes zitten. Zoudt u mij ook kunnen zeggen hoe men die kan drogen om het volgend jaar te planten? Antwoord: Hefc sneeuwklokje be hoort tot de bolgewassen die zich door mid del van bollen vermenigvuldigen en in stand houden. Misschien zou men door middel van zaad ook nieuwe plantjes kunnen krij gen, maar dat zal u niet gelukken. Vooral niet als ge dit hefc volgend jaar wildet zaaien. V raag; Kunt u mij ook zeggen of een leeuwerik in de gevangenschap zingt? Zoo ja, in welke maand begint dit zingen? Antwoord: Als het diertje zich een maal in zijn gevangenschap heeft geschikt, zal het beginnen te zingen in het voorjaar, wanneer haar natuurgenocten in de vrije lucht zich hoog in de welken verheffen. Maar hefc lied zal niet zoo blijde schallen. Ei* zal een diepe toon van weemoed door blijven klinken, getuigend van verloren vrij heid en geluk. Mocht het h zoo aangrijpen, ■dat ge de kooi ontsluit en liet dier de vrij heid weder terug schenkt Vraag: Welk voeder dunkt u het beste voor kuikens die men zelf laat uitbroeden? An tay oord: Grove boek\vei tengrutfcen later vermengd met fijne rijst. Daarbij ai spoedig wat groen voer. V raag: Waar en tot wien moet ik mij •wenden, om geplaatst te worden als spoor wegwerker bij de HolL- of Staatsspoor? Antwoord: Bij den opzichter van weg en werken. Deze houdt kant-oor ia of nabij het station. Vraagt u daar maar eene, dan zal men u wel terecht helpen. Vraag: Ik ben aangeslagen in de be drijfsbelasting voor drie gulden en tweo cent. Op hoe groot is nu mijn inkomen be rekend? Antwoord: Op f 750 tot S0G. Vraag: Waar kan ik de grafrede van wijlen Koning Willem III verkrijgen, een maal uitgesproken door wijlen dr. G. E. van Koetsveld? Antwoord: Vermoedelijk is deze op genomen in den bundel „Bij de graven van Oranje-Nassau, Vijf toespraken in de Nien- we Kerk te Delft 1879—1890". Amsterdam, Van Holkema en Warendorf 1891, f 1. Vraag: Wat moet iemand voor inko men hebben om bedrijfsbelasting te moeten betalen A nt woord: Inkomens beneden f 650 zijn vrij. Die van f 650 en daarboven wor den aangeslagen. Vraag: Zoudt u mij ook kunnen zeg gen, wanneer er weder op den gewonen tijd, des moigens, matten en kleeden mo gen gekl >pt worden? In de meeste huishou dens is het kloppen des avonds een ontzet tend ongerief Het is nu al sedert October en waar moet. het heen, als wij al' die stof in huis moeten houden Dat is toch ook niet bevorderlijk voor de gezondheid? Antwoord: Wij weten het waarlijk niet, maar vreezen, dat u nog wel een beetje geduld zult moeten hebben. Vra a g: Wij hebben kippen, die veel eieren leggen en des morgens ochtendvoe der en 's middags graan te eten krijgen, ter wijl wij geen gelegenheid hebben om ze los te laten locpen. Zou u kunnen zeggen wat men er aan doen moet, opdat zij hun vee- ren niet uitplukken? Antwoord: Dierlijk voedsel geven, vleeschafval, en zoo ge dit niet hebt-, vleesohmeel, vermengd met wat keukenaf val voor den smaak. Als het eenmaal een gewoonte geworden is, valt het moeilijk weer af te leeren. Vraag: Zoudt u mij kunnen inlichten omtrent de havenwerken in Soerabajat Kunnen er nog werkkrachten gebruikt wor den en zoo ja, waar moefc ik mij dan vervoe gen? Antwoord: Wend u tot het Ministerie van Koloniën. Daar zal men u wel kunnen inlichten. V raag: Nog i3 mij niet duidelijk, wan neer ik mijn werkplaats mag laten schoon maken. Ik bedoel een slagerswinkel. Antwoord: Een vrouw beneden 2 3 j a a r mag nooit 's avonds nit 7 uren een werklokaal, werktuigen, toestellen of gereedschappen van een werklokaal reini gen. Een vrouw van 23 jaar of oudei mag zulks alleen doen 's avonds tusschen 7. en 10 uren, mits zij geen andere werkzaatm heden voor de zaak verrichte. Na ]0 uren 's avonds zijn deze werk zaamheden voor iedere vrouw, ongeacht den leeftijd, verboden. Een alagerswinkel is een werklokaal in den zin der Arbeidswet. Zoo'n winkel mag dus n 10 uren 's avonds nooit door een vrouw gereinigd worden. Een mooi baantje voor mannelijk personeel V raag: Zoudt u mij kunnen mededee- len of hier in de stad gelegenheid is voor dames om een Esperanto-cursus te volgen en wat de contributie hiervan is? A n t w o r d: Er zijn hier wel eens po gingen aangewend, om een cursus, in Espe ranto in het leven te roepen. Dit is echter bij gebrek aan voldoende deelneming niet gelukt, zoodat er nog geen cursus bestaat, ia Den Haag is dit echter wel het geval. Men schrijft ons: In de ccemeente^ Zoeterwoude wordt slechts éénmaal besteld bij lien, die wonen Geerp older; GelderswoudeWestcinde, Hoogstraat en Vliet vanaf den molen van Kuijiers. Ook dus aan den Vliet over „Allemansgeest" wordt dus slechts één maal besteld. Een technisch ontwikkeld man schrijft ons naar aanleiding van de vraag over „wandelende rails". Ik heb wel eens de uitdrukking vernomen van 't „wandelen, van sporen", en men bedoelt daarmede beweging der sporen rails en dwarslig gers in de richting waarin het spoor steeds bereden wordt, wanneer er „dubbel spoor" ligt; men berijdt dan immers steeds rechts Vooral bij de stations, waar door het remmen voor het stilhouden der treinen, een groote hoeveelheid kracht, steeds in dezelfde richting werkende, moet worden vernietigd, zal dat verschijnsel zich dus het meest, het sterkst, voordoen, doch of het inderdaad van beteekenis is* weet ik niet. Naar aanleiding van een Vraag en Ant woord omtrent kappersvakcursus schrijft men ons: Juist zestien jaar geleden werd door dé Kappers- en Barbiers-Patroonsvereeniging „Hulp en Vriendschap" een cursus voor scheren, haarknippen en postiche opge richt, doch de deelname was van dien aard dat zij opgeheven werd. Thans worden weer stappen in doze rich ting gedaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 6