2?o. 1536s? laEIBSCfH DAGBLAD, Zaterdag* 9 Maart. Tweede Blad. Anno 1912. Gemeentezaken. FEUILLETON. Het iüaareefaanneij©. Geen trottoir-aauleg over de gelieele breedte der Bree»trant. Door de heeren D. A. Kelder en Zn. en nog 60 andere winkeliers en neringdoenden aan de Breestraat werd eenigen tijd gele den in een adres aan den Baad verzocht om de in die straat aanwezige stoepen en pa len door een flink breed trottoir te vervan gen. Als reden voor hun verzoek voerden adresanten aan dat de ontwikkeling der Breestraat zeer wordt belemmerd door die 6toepen en palen, en dat de straat daardoor niet meer voldoet aan de eischen van het tegenwoordig verkeer, terwijl ook h. i. het publiek thans niet voldoende in de gelegen heid is de uitstallingen der winkels te be zichtigen. Het komt B. en Ws. met de Commissie van Fabricage voor, dat er vooralsnog geen voldoende termen aanwezig -zijn om het verzoek in te willigen. Gemakkelijker be zichtiging van de uitstallingen der winkels kan volgens B. en Ws. bezwaarlijk een mo tief zijn om van gemeentewege te besluiten tot den aanleg van trottoirs. Nauurlijk wordt de veiligheid van ver keer in de Breestraat door trottoiraanleg bevorderd, doch, zelfs al neemt men in aanmerking, dat de drukte in de Breestraat gedurende de laatste jaren belangrijk is vermeerderd, vooral ook ten gevolge van de vervanging der paardetram door een eleetrische, ook dan nog is de toestand h. i. toch niet van dien aard, dat. trottoiraanleg over do geheele lengte der Breestraat, waardoor deze, de Directeur van Gemeen tewerken en de Commissie van Fabricage wijzen er terecht op, niet weinig za-1 worden ontsierd, een dringende zaak kan worden genoemd. - Ook zajn de kosten van het maken van trottoirs over de geheele lengte der Bree straat niet gering. Voorzooveel toch be treft de aanschaffing en het leggen van tegels en hardsteenen banden, het verande ren van keldergaten, het verbreeden van het rijvlak enz. worden zij door den Direc teur van Gemeentewerken globaal geraamd op f 18.COO. Verder zullen de bestaande kolken moeten worden verplaatst en ver moedelijk nieuwe kolkloozingen gelegd, waarmede in ieder geval f 2000 gemoeid zijn. Eindelijk zal de trottoiraanleg een algeheel© wijziging in de ligging der tram rails ten gevolg© "liebben, aangezien bij de tegenwoordige ligging de ruimte tusschen trottoir en buitenraü te smal zal zijn voor een voertuigen er dus wanneer twee tram rij tuigen elkaar passeeren, geen plaats zal zijn voor een an-der rijtuig. De rails zullen daarom zoodanig moeten wor den verlegd, dat een voertuig tusschen de beide trams voldoende ruimte vindt. Aan een dergelijke railverlegging zijn natuur lijk ook weder aanzienlijke kosten verbon den. Om al deze 'redenen kunnen B. en Ws. met de Commissie van Fabricage geen vrij heid vinden, om den Raad to advisee ren tot trottoiraanleg over de geheele lengte der Breestraat te besluiten. Wel echter gclooven zij en ook de Com missie van Fabricage is van dat gevoe len dat aanleg van een trottoir aan hét begin van de Breestraat, d. i. vanaf de NbOrdetedsh rug, op den duur wel ge- wenscht zal zijn ter verzekering van de vei ligheid van verkeer daar ter plaatse. Zoo dra dus de reeds aanhangige plannen tot trottoiraanleg in andere straten tot uit voering gekomen zijn, zullen de noodige gelden voor dén trottoiraanleg in dat ge deelte der Breestraat door hen op de be grooting worden uitgetrokken. Op die wijze, wordt dan niet alleen de veiligheid van het verkeer bevorderd, doch ook noodelooze ontsiering van de Breestraat vermeden. Op grond van een en ander geven zij derhalve in overweging hen t© roachiagen aan adressanten te berichten,-dat vocaals-* nog geen termen aanwezig worclen-ge-acht, om tot trottoiraanleg overj^dé gölïèele-; langte der Breestraat over te -.gaan, dóch dat te zijner tijd gelden op dé*begrooting zullen worden uitgetrokken voor dien aan leg aan het begin van de Breestraat. Ook Yooraisuog geen Volkspark. In antwoord op een verzoek van de afd. Leiden der S.-D. A.P. om te besluiten tot den aanleg van een Volkspark hetzij door aankoop van Poelgeest hetzij op andere wijze tot stand te brengen, komen B. en Ws. eveneens tot een afwijzend praeadvies. Met de Commissie van Fabricage zijn zij van oordeel, dat het langoed „Poelgeest" voor een volkspark niet alleen te klein is, doch dat het ook te ver van de stad gele gen is, om voor het beoogde doel bestemd te worden. Ook de vier terreinen, die indertijd op het uitbreidingsplan werden aangeduid als „m aanmei'king komend voor volkspark of sportterrein", kunnen thans niet voor den aanleg van een volkspark worden gebezigd. Het terrein aan den Zoeter wou dschen Singel, waarvan het voorste gedeelte tijdens de lustrumfeesten 1910 tot feestterrein was ingericht is bij Uw besluit van 1 Februari j.l. aan de afdeeling Leiden van den Ne- derlandschen Bond voor Lichamelijke Op voeding ten gebruike afgestaan, ten einde het tot- sport- en speelterrein in te richten. Yoor volkspark is het ook trouwens te klein en te dicht bij het Plantsoen gelegen. Het Raamland is, na de door U genomen besluiten in zake den afstand van gror.d voor den bouw van een nieuw Invalidenhuis en de plaats eener nieuwe Hoogere Burger school voor Jongens, voor bebouwing aan gewezen en ikan dus bezwaarlijk meer tot volkspark worden gemaakt. Het land bewesten den Rijnsburger weg Ls, zooah adressante zelf in herinnering brengt, aan het Rijk veilkocht voor den lx uw van een nieuw Academisch Ziekenhuis, en kan dus ook niet voor het gevraagde doel wor den aangewend. Eyenmiri is dit het geval met het Schut tersveld, dat aan het Rijk is verhuurd voor exeroitieterrein. Afgescheiden derhalve van do vraag, of aanleg van een volkspaHkt waarmede groote sommen gemoeid zijn en hetgeen onvermij delijk aanzienlijke jaarlijksche uitgaven voor onderhoud meebrengt, in de tegen woordige finanoieele omstandigheden der gemeente voldoende gerechtvaardigd zou zijn zijn op het oogenblik geen terreinen voor den aanleg van een volkspark beschik baar. Trouwens, zoolang het Van der Werf- park nog zijn tegenwoordigen omvang heeft en dat dit spoedig wederom ten gevolge van den bouw van nieuwe Universiteitsge bouwen zal werdén verkleind, gclooven B. en Ws. niet achten zij den aanleg van een volkspark niet bepaald urgent. Intusschen zijn zij gaarne bereid op deze aangelegenheid hun aandacht gevestigd te houden. Kvesimin een vorbiaidhig tndsclien de Groenliovenstr.int en de Rêjsi- en Schiekade. Daartoe hadden een aantal bewoners der Rijn- en Schiekade het" verzoek gedaan; Die verbinding werd door hen in hoofdzaak ge- wenscht, ter vermijding van oponthoud, wanneer de provinciale draaibrug in den Haagweg geopend is. B. en Ws. gaan nu eenigszins uitvoerig na wie van de bewoners bij een verbinding over den Trekvliet tegenover den Groenho- venstraat zuller worden gebaat en komen tot de slotsom, dat het alleen zij zijn, die van de Rijn- en Schickade zich naar de Groenh ovenstraat en naar clen Witten Sin gel nabij die straat of omgekeerd moeten begeven. Ook het argument, dat door het wachten voor de brug het vestigen van bewoners op do Rijn- en Schiekade tegenstand onder vindt is zeer overdreven. Van de ruim 120 perceelen zijn er slecht3 enkele onverliuurd, een bewijs, dat deze huizen toch wel ge wild zijn, niettegenstaande het oponthoud bij.-de brug. Ehidelijk vergete men niet, dat na het omleggen der vaart buiten de gemeente de tegenwoordige -.provinciale brug belangrijk "minder geopend zal behoeven te worden, dan thans het geval is.. Nu uit een er ander duidelijk blijkt, dat bij het maken der door adressanten ver langde verbinding geen bijzonder groote belangen betrokken zijn, aangezien slechts een klein deel der bewoners van de Rijn- en Schiekade daardoor zou worden gebaat, achten B. en Ws. het met het oog op de nog al belangrijke uitgave, die inwilliging van het verzoek zou medebrengen, voorals nog niet verantwoord de Raad voor te stel len daarop een gunstige beschikking te ne men. Instelling var een overhaaldienst vordert volgens berekening* van den Directeur van Gemeentewerken voor aanschaffing der schouw, het maken der aanlegsteigers en van een bedieningshuisje enz. een uitgave ineens van f 800. terwijl de jaarlijksche kosten voor bediening van den overhaal en voor onderhoud en verlichting der pont f 560 bedragen. Minder duur is het maken van een vaste verbinding, die ec-liter alleen voor voetgan gers zou (kunnen dienen. Een beweegbare brug, ook voor rijverkeer geschikt, zx>u toch zqo groote kosten van aanleg en exploita tie vereisclien, dat daaraan eenvoudig, niet kan worden gedacht. Die vaste verbinding voor voetgangers zou dan, aangezien liet dek met het oog .op de scheepvaart ten minste even hoog boven het water moet liggen als dat van de Wou ter enbrug en er geen ruimte is voor lange toegangswegen^ vermoedelijk een trapjes- brug moeten worden, zooals indertijd over den Vliet tegenover de Stadhouderslaan door den eigeiaar van de nieuw gebouwde huizon aar de Sohelpenkade gemaakt is. De kosten van een dergelijke trapjesbrug worden door den Directeur van Gemeente werken begroot op f 6500, waarbij jaar lijks komen de kosten van - onderhoud en verlichting, dU niet veel meer dan f 100 zullen bedragen. Intusschen zijn B. en Ws., zooals reeds uit het bovenaangevoerde gebleken is, van oordeel, dat waar slechts" betrekkelijk wei nigen van de verbinding gemak zouden hen ben, er voor de gemeente, althans op het ■oogenblïc, geen voldoende aanleiding be staat tot het doen van e'on uitgave van f 6500 voor lier, maken van een voetgangers brug over den Trekvliet tégenover de Groenhovenstraat en zij geve <ten Raad mitsdien in overweging voo.*;rlsnog niet te besluiten tot het'maken van oen vaste verbinding daar ter plaatse. Wensclien en verlangcii der steen- houwers. Door het. bestuur vau de afdeering Leiden van den "Nederlau dschen S'loe 11 houwers bond was verzocht iu do bestekken van gemeente werken te bepalen, dat het stotinhouwwerk, zoo mogelijk iu zijn geheel, doch in elk ge val het voor den binnenbouw benoodigda hardsteen en zandsteen, binnen deze ge meen Ie worde vervaardigd, cn niet, zooals dikwijls geschiedt, volledig^ afgewerkt van elders, hetzij rechtstreeks uit de groeve hetzij uit de fabriek, worde betrèkkcn. He*t bestuur stelt zich voor, dat door een dergelijk voorschrift de wetteloosheid in het- steenhouwersbedrijt' zal verminderen cn het steen houwers vak tot grooteren bloei en ont wikkeling zal geraken. Met de Commissie van-Fabrienge zijn B. en Ws. van oordcel, dat het--verzoek niet moet. worden ingewilligd. Volgens door B. en Ws. ingewonnen in lichtingen to oil is toepassing van de door het requestreerendo bestuur gewenschte-bepa ling practLsch vrijwel onuitvoerbaar. Be paalt men zich alleen tot deii binnenbouw, 'dqn zijn de voornaamste steeuliouwwcrkan dié daarvoor in aanmerking kon te a schoor steenmantels, plinten, dorpels cn neuten. Fij ner werk, eigenlijk beeldhouwwerk, leemt zóó zeldzaam voor cn vcrciselit zulk bekwaam personeel, dat daarbij een bindend voorschrift omtrent de plaats van bewerking volstrekt verwerpelijk is. Alleen ten opzichte van dorpels en "neuten valt op het werk zelf iets te doen en inder daad geschiedt dit ook. Het gewone steenhouwersbedrijf bepaalt zich echter in dén regel tob het hakken van d00legaten, het bewerken der stukken met den gewonen frijuslag, het slijpen ©n schuren van het materiaal, heb plaatselijk bijwerken en dergelijke. Draagt men hun op het leggen van uit drukking* en karakter in heb materiaal, dan is de vrees 'gewettigd, dat van het werk veelal niet veel terecht zul komen. Om deze redenen komt het B. en Ws. .niet gewenscht voor aan het. verzoek te voldoen. Da gemeente zou ongetwijfeld belangrijk jneer moeten betalen en er zou m teder werk wor den geleverd. Ook de consequenties die van de inwilli ging het gevolg zouden kunnen zijn moet men niet over het hoofd zaen. Indien de gemeente toch eenmaal aan de wenschen van het bestuur van de afdeeling Lei den van den St een hou w ers Ixm d te genioet komt. dan kan zij moeilijk weigeren -ook anderen vaklieden ia dit opzicht ter wille to ziju. Zoo zouden do metselaars^kunneii ver langen, dat het gewapend beton hij gemeenie- werken worde verboden, de smeden, dat geen sm ids werk buiten de gemeente worde ge maakt, do timmerlieden, dat elders machinaal vervaardigde deuren en lijstwerken wordeu geweerd, en dat hiervan geen sprake kan zijn, daarvan zal, naar B. en Y»rs. vertrouwen, de Raad met hen overtuigd zijn. B. en Ws. geven dan ook den Raad in over weging op het verzoek in kwestie afwijzend te beschikken. Daarentegen ziju B. cn Ws. wel geneigd gunstig te beschikken op de verzoeken der besturen van de afdeeling Leiden van den Ned. Steen houw ersboud en van de Prot- Chris telijke Bouwvakfederatie om het minimum uurloon in de bestekken vau gemeentewerken thans bepaald op 23 Cis. to verhoogen- Adressanten meenden, dat, waar do steen- houw erspatroons voor eenige maanden het uurloon met 3 Cts. verhoogden en van 22 op 25 cent brachten, de gemeente nu het Icon ook met 3 Cts. most verhoogen en op 26 Cts. brengen- Dit willen B- ea Ws. ech ter niet. Doch wel geven zij den Raad, op advies van de Commissie van Fabricage in overweging, dit uurloon ook op 23 Cts. te hl-en gen. Nog oen* arbeidavoorvrnardeii in bestekkon van gemeentewerken. Door het bestuur van den Leidschcn Be- stuurdersbond was verzocht hét -daarheen te" leiden dat do met liot oog op art. 1638 c en d van het Burg. "VVetb- m do Raadsverga dering van 26 Januari 1911 vastgestelde bepalingen voortaan zoo mogelijk op alle be stekken van gemeentewege toepasselijk zullen worden verklaard en dat slechts bij hooge uitzondering die bepalingen uit de bestek ken zullen mogen weggelaten. Het bestuur van do afdeeling Leiden van den Ned. Aan- ncmersbond kwam daartegen in een ander adres echter op en verzocht hot verzoek niet in te willigen. Bedoelde bepalingen gelden thans alleen voor die bestekken, w c 1 k e n a a r botoor- deel van B. on Ws. daarvoor in aan merking komen. Do bepalingen worden dan odftc meestal niet opgenomen voor de gewone ondersliands- en herstelt bigs werken, omdat deze door oen aannemer in den regel niet met afzonderlijk personeel worden verricht en zeer uitvoerig tonnen B; én Ws. dé"bézwaren"aaii, die-tegen inwilliging van het verzoek van. den Leid schcn Bcstuuraensbond beslaan waarna zij overeenkomstig den wensch van. de aid. Lei den van den Nod. Aannemers bond den Raad in overweging geven het verzook niet in te willigen. Verhoogiug van de belasting,, gelid ven voor het gebruik van het veilingsiokaul. In de raadsvergadering van 26 October j.l. werd door een lid der Markte om missie de heer Van Gruting, in antwoord op een vraag van den heer Vergouwen, medege deeld dat de Commissie voor het Markt wezen weldra een voorstel zou indienen tot verhooging* der belasting geheven voor het gebruik van liet lokaal voor groentenveilin- gen, ten einde de opbrengst dier belasting meer in overeenstemming te brengen met do uitgaven die de gemeente zich ten ge volge van de oprichting van het veilings lokaal jaarlijks moet getroosten. Do oprichtingskosten der veilingsloods hebben bedragen f 3220.39. Rekent men per jaar voor onderhoud, rente en aflossing 10 pCt. of f 3*22, en voor schoonhouden," gas- en waterverbruik f 80, dan kunnen de jaar lijksche kosten geschat worden op f 402. "De opbrengst der geheven belasting he- droeg gemiddeld f 256 per jaar, zoodal de gemeente jaarlijks ongeveer f 150 op de -loods moet toeleggen. De Commissie nu wil de heffing van pC'b. der bruto-opbrengst van de geveilde waren verhoogen tot 1 pCt. Dit acht zij te meer gerechtvaardigd omdat door de veilings loods van het aanleggen der groentensehui- ten geen leggeld geheven wordt, en daar door aan de gemeente een bedrag van f 300 ontgaat. De belasting voor het ge bruik der loods bedraagt zoodoende feite lijk nog minder dan een half procent. B. en- Ws. kunnen zich met het voorste! der Commissie volkomen vereenigen, en wil len als de Raad er ook mede accoord gaat de verhooging op l Juni a. s. doen ingaan. Kosten overwnlviug Kort-Rapen- burg' en nienwe Blanwpoortsbraig. In de raadszitting van 23 December 1909 werd de begrooting van aat jaar met een bedrag van f ISO.OüÜ voor de kosten voor ■de overwuiving van het ivort-Rapenbm g en de vernieuwing van dc Blauw poort - brug verhoogd. Zooals uit onze voordracht vau 15 Dec. 1909 (Ing. Sb. No. 346) blijkt, werd voorloopig tegenover deze uitgaaf ailééii gerekend op de bijdrage van de Noord-Zuid- Hollandsche Tramweg-Maatechappij ten be drage van f 50-000, terwijl de te verwachten bijdrage van de provincie nog niet in de raming werd opgenomen, aangezien toen d© toezeggiug nog niet was geschied en het bedrag ook overigens nog niet bekend was. De ten laste van de gemeente blijvende kosten, uit geldleening te vinden, werden derhalve voorloopig geraamd op f 130.000. Inmiddels werd bij besluit van de Gede puteerde Staten dezer provincie dd. 11II Januari 1910 de provinciale bijdrage op ten hoogste f 10.000 bepaald en is, nadat de op levering der brug had plaats gehad, die bij drage ten bedrago van f 10.000 aan de ge meente uitgekeerd. Dientengevolge zal het uit geldleening te dekken bedrag van, f 130.000 met f 10.000 kunnen worden ver minderd. Het toudü „Ualievaiiüaniifactnreu^ Nu de Gedeputeerde Staten hun goedkeu ring hebben gehecht aan de in de Raads zitting van 1 Februari j.l. vastgestelde bc- grootingsregeling, waarbij werd besloten de bezittingen van het opgeheven fonds ge naamd „Halle van Manufacturen te Lei den", als behoorende tot het vermogen der gemeente, met de daarbji aangegeven be stemming in de gemeentekas te storten, zal tot realiseering dier bezittingen kunnen worden overgegaan voor zoover zij bestaan uit obligatiën N. W. Schuld. Het fonds be zit aan dergelijke stukken een nominale waarde van f 6700 rentende 3 pCt., en van f 7700 rentende &V~pCt. Voor den verkoop dezer effecten is eclv ter een afzónderlijk raadsbesluit noodig, dat krachtens art. 191 -sub c der Gemeente wet de goédkeuring van Gedeputeerde Sta ten behoeft. B. en Ws. geven derhalve in overwegifig te besluiten tot verkoop van de obligation N. W. Schuld, rentende 3 pCt., tob een bedrag nominaal groot f 6700, en rentende 2^ pCt.', tot een bedrag nominaal groot f 7700, afkomstig van de bezittingen van het opgeheven fonds genaamd „Halle van Manufacturen te Leiden", over te gaan. Verpachtingen door de gemeente. Door de weduwe G. J. Ciggaar, geboren Van Egmond, pachtster van het recht tot heffing van den weg- en watertol tegenover den Rijnsburgschen Vliet, bij het zooge-* naamde „Leidsche hek", onder welke ver pachting begrepen is de huur der huizing, staande op het trekpad aan dien Vliet en van het daarbij behoorend stukje tuin grond, is tob ons College het verzoek ge richt, de pacht, die op 30 April a.s. eindigt, wederom voor een tijdvak van 5 jaar té verlengen, doch de pachtsom, dio thans f 1050 bedraagt, te verminderen tot f 900 's jaars. Met de Commissie van Fabricage zijn B. en Ws. van meeniDg, dat heb verzoek van adressante, die steeds haar verplichtte- 3) Eenige dagen later was het donkere maan en verveelde het mannetje zich meer dan ooit. Daarom besloot hij nog eec3 een uit stapje te maken naar de aarde, want daar was veel merkwaardigs te zien en te hooren. Hij doet de reis weer per gedachte en vait met zijn neus in het vet. Wat met deze niet. vegetarische beeldspraak bedoeld wordt, is zeker duidelijk. Hij was zoo gelukkig mid den op een kermis to verzeilen. Daar was wat te zienUit alle macht sloeg een jon gen met een grooten hamer op een paal Bij iederen slag schreeuwde een man met een schorre stem: „Vijfhonderd I Zevenhon derd!" Eenmaal riep hij: „Duizend!" Toen juichten de omstanders. De jongen, die met den hamer werkte, had het zoo warm en zag er zoo moe uit, dat het maanmannetje naar hem toeging, em hem te raden een borrel te nemen. Maar toen hij vlak bij hem kwam, rook hjj den tooverdrank, die dus al door hem gebruikt was. Draaimolens wa ren propvol, vaische orgels zanikten aldoor hetzelfde wijsje. Nu en dan werd er op een trom geslagen; dan was het of een regi ment dienstmeisjes op de maat kleeden uit klopte. Maanmannetje begreep van de ge nietingen van sla-J ut-op-den kop en draai molens niets, want op de maan, waar men nog diep in de steenperiode zit, is de ker mis onbekend. Het meest verbaasde hij zich over een Amerikaangchen luchtschommel. Een paar dametjes knepen de oogen dicht, anderen gilden van benauwdheid, en toen zij er uit kwamen, zeiden ze tob haar vriendinnen: „O, wat gaat dat heerlijk. Je moet het toch ook eens probserenZin gend en hossend nadert een groote schaar kermisklanten. Voorop een man met een harmonica, dan een kerel met een vuurrood gezichtom zijn hals draagt hij aan een riem een reusachtige kruik jenever, waar uit zijn makkers nu en dan hun dorst les- 8chen. Zij springen en gillen, dat het nxan- netjo er bang van wordt. Twee krijgen ruzie. De anderen mengen zich er in. Een paar vallen op straat; anderen gTijpen elkander aan en vechten. Het wordt een groote klomp van lichamen, rollend over straat, vloekend en brullend. Marechausr sees komen, slaan er met het plat van de sabel op in, ranselen ze uit elkander. Ein delijk houdt het vechten op, de troep gaat weer verder en heesch en schor klinkt hun gebrul r „Wij zijn gezworen kameraden, wij zullen elkander nooit verraden!" Wat bezielt die jongens1? Maanmannetje hoort de marechaussees tegen elkander zeg gen: „Wij mogen wel een oogje in het zeil houden, want anders gebeuren er nog onge lukken. Ze hebben den duivel in vannacht. Ze dronken jenever als water en nu is er haast geen huis meer mee te houden." Het maanmannetje verbaasde zich, dat de tooverdrank, van wiens werking hij de vorige maal zooveel goeds had gezien, schuld was aan het beestaohtige tumult van daareven. Maar hij leerde bij latere bezoe ken meer kwaad van den alcohol kennen. Hij kwam in een hut, waar armoe en honger geleden werd. De moeder met een zuigeling in de armen, was niet een beeld van moe dergel uk en moederweelde. Zij klaagde hem haar nood. Den gansehen dag had zij haar kinderen niets anders kunnen geven dan een paar droge aardappelen. Een arme buurvrouw stopte den kinderen 's morgens, als zij naar school gingen, soms een boterham toe, omdat moeder zeli' hun niets kon geven. En al die ellende, om dat haar man het geld, dat moest strekken tot onderhoud van het gezin, zelfs wel het geld der bedeeling, in de kroeg verdronk Een andere vrouw, die nog maar een halfjaar getrouwd was, vertelde hem, dat zij '3 avonds soms uren lang stond uit te kijken aan de deur in klimmende ongerust heid of haar man nog niet thuis kwam, hoe zij eindelijk naar de kroeg.op den hoek van den weg liep en dan vaak hem hoorde schreeuwen, soms luid lachen, 6oms twist ziek vloeken; hoe zij niet durfde binnen gaan, uit vrees, uitgelachen of, erger nog, geslagen te worden. Hij zag een jongen njan zwaar geboeid tusschen politie, schreiend. De menschen kwamen van alle kanten toeloop en om hem te zien. Er was na een hardrijderij prijs- uitdeeling geweest in een herberg. Het ging er lustig toe; eT werd gezongen, gedronken en gedanst. Des nachts waren eenige jon gens met hun meisjes over ijs naar huis ge gaan. Zij hadden hem geplaagd. Toen was hij kwaad geworden. Opgewonden door drank en drift, had hij zijn mes getrokken, en was op zijn plaaggeesten losgevlogen. Hij raakte een jong meisje, dat hem nooit eenig leed had gedaan, in de borst, zoodat zij. stierf. Hij ging naar huis, zonder dat hij wiet wat liij eigenlijk gedaan had. 's Morgens kwam de politie hem halen en hoorde hij, dat hij een moord had begaan. Met behulp van z>jn Fortunatuskapje be zocht hij ongemerkt een cel. Daar zat op een klein bankje een jonge man. Het ge vangen isleven had de frissche, roodbruine kleur van zijn wangen nog niet geheel ver dreven. Hij zat tusschen een grooten stapel zakken, die hij vouwde en plakte. Toen hij met den laatsten klaar was, stond hij op en nam van een plankje aan den muur een boek. Toen las hij hardop van een vader en een zoon. Dezo had gezondigd en zeide: „Ik ben niet meer waard uw zoon te zijn; maak mij tot uw knecht." Maar de vader, bl& dat zijn zoon berouwvol terugkeerde, vergaf hem alles. De gevangeno las zijn eigen geschiedenis. Hij was een vroolijke Frans, een goede jongen, maar die graag een borrel lustte. Hij had in een dolle bui op een avond de politie uitgescholden en nu moest hij zitten. Heb speet hem om zijn moeder, die 7xx> had geschreid, toen hii wegging; en ook om zijn vader, die het zich erg aantrok, al zei hij er niet veel van Maar het zou nu voor het. laatst zijnilij zou nooit meer een borrel drinken. Hij k»n er immers niet tegen? Hij zou het zijn oudjes schrijven; dan zouden ze ook niet meer boos zijn, als hij thuia kwam. Maar een paar maanden, nadat hij op vrije voe ten was, had de duivelsche macht van den alcohol het weer gewonnen van dio mooie voornemens. Het maanmannetje woonde óok eens een ongeluk bij. Een oude boer, die dronken van de weekmarkt kwam, viel van den wa gen. Zijn gezicht was blauw-rood, zijn oogen waren gesloten. Handen en be enen waren slap. Soms kreunde de ongelukkige. Een paar mannen droegen hem voorzichtig weg. Hij was een van de notabelen van heb dorp; een rijko boer, die door zijn goed hart en helder verstand een der beste burgers had kunnen zijn; maar hij had zich al nieei overgegeven aan den drank en eindelijk kreeg-hij heb ongeluk, dat hem zijn leven kostte, sloeg van den wagen en brak zij» nek. Ons mannetje werd door al deze ont moetingen aan het nadenken gebracht. Hij vond de mannen van den blauwen knoop toch nog zoo heel gek niet. „Alleen, zo overdrijven", zoo dacht hij. „Ze zien heb kwade en vergeten het goede." De alcohol doet veel kwaad; maar hij verdrijft toch ook moeheid, zorgen, verlegenheid, ziekten en verveling. Hij is als het vuur, dat- het fundament is der beschaving, hoewel heb door onvoorzichtigheid of ongeluk groote schade kan doen. Terwijl ons mannetje zoo liep te pliiloso- feeren, zag hij een begrafenisstoet naderen. Op den wagen een armelijke kist; ae zwar te verf dekte nauwelijks de ongeschaafde witte planken. Een heer, een paar mannen met petten en eenige vrouwen met lange zwaTte doeken over het hoofd volgden. Toen de stoet het kerkhof verlaten had, maakte hij een praatje met den doodgra ver, die bezig was het graf te vullen. Deze vertelde hem, dat de man, zoo juist begra ven, gestorven was door de warmte. Hij was op bet hooiland dood neergevallen. „Kon men hem dan geen borrel geven, om hem friech en krachtig te houden?'- vroeg heb mannetje. (Slot volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 9