2?o. 1536s?
laEIBSCfH DAGBLAD, Zaterdag* 9 Maart. Tweede Blad.
Anno 1912.
Gemeentezaken.
FEUILLETON.
Het iüaareefaanneij©.
Geen trottoir-aauleg over de gelieele
breedte der Bree»trant.
Door de heeren D. A. Kelder en Zn. en
nog 60 andere winkeliers en neringdoenden
aan de Breestraat werd eenigen tijd gele
den in een adres aan den Baad verzocht om
de in die straat aanwezige stoepen en pa
len door een flink breed trottoir te vervan
gen. Als reden voor hun verzoek voerden
adresanten aan dat de ontwikkeling der
Breestraat zeer wordt belemmerd door die
6toepen en palen, en dat de straat daardoor
niet meer voldoet aan de eischen van het
tegenwoordig verkeer, terwijl ook h. i. het
publiek thans niet voldoende in de gelegen
heid is de uitstallingen der winkels te be
zichtigen.
Het komt B. en Ws. met de Commissie
van Fabricage voor, dat er vooralsnog geen
voldoende termen aanwezig -zijn om het
verzoek in te willigen. Gemakkelijker be
zichtiging van de uitstallingen der winkels
kan volgens B. en Ws. bezwaarlijk een mo
tief zijn om van gemeentewege te besluiten
tot den aanleg van trottoirs.
Nauurlijk wordt de veiligheid van ver
keer in de Breestraat door trottoiraanleg
bevorderd, doch, zelfs al neemt men in
aanmerking, dat de drukte in de Breestraat
gedurende de laatste jaren belangrijk is
vermeerderd, vooral ook ten gevolge van
de vervanging der paardetram door een
eleetrische, ook dan nog is de toestand h. i.
toch niet van dien aard, dat. trottoiraanleg
over do geheele lengte der Breestraat,
waardoor deze, de Directeur van Gemeen
tewerken en de Commissie van Fabricage
wijzen er terecht op, niet weinig za-1 worden
ontsierd, een dringende zaak kan worden
genoemd. -
Ook zajn de kosten van het maken van
trottoirs over de geheele lengte der Bree
straat niet gering. Voorzooveel toch be
treft de aanschaffing en het leggen van
tegels en hardsteenen banden, het verande
ren van keldergaten, het verbreeden van
het rijvlak enz. worden zij door den Direc
teur van Gemeentewerken globaal geraamd
op f 18.COO. Verder zullen de bestaande
kolken moeten worden verplaatst en ver
moedelijk nieuwe kolkloozingen gelegd,
waarmede in ieder geval f 2000 gemoeid
zijn. Eindelijk zal de trottoiraanleg een
algeheel© wijziging in de ligging der tram
rails ten gevolg© "liebben, aangezien bij de
tegenwoordige ligging de ruimte tusschen
trottoir en buitenraü te smal zal zijn
voor een voertuigen er dus wanneer
twee tram rij tuigen elkaar passeeren, geen
plaats zal zijn voor een an-der rijtuig. De
rails zullen daarom zoodanig moeten wor
den verlegd, dat een voertuig tusschen de
beide trams voldoende ruimte vindt. Aan
een dergelijke railverlegging zijn natuur
lijk ook weder aanzienlijke kosten verbon
den.
Om al deze 'redenen kunnen B. en Ws.
met de Commissie van Fabricage geen vrij
heid vinden, om den Raad to advisee ren
tot trottoiraanleg over de geheele lengte
der Breestraat te besluiten.
Wel echter gclooven zij en ook de Com
missie van Fabricage is van dat gevoe
len dat aanleg van een trottoir aan hét
begin van de Breestraat, d. i. vanaf de
NbOrdetedsh rug, op den duur wel ge-
wenscht zal zijn ter verzekering van de vei
ligheid van verkeer daar ter plaatse. Zoo
dra dus de reeds aanhangige plannen tot
trottoiraanleg in andere straten tot uit
voering gekomen zijn, zullen de noodige
gelden voor dén trottoiraanleg in dat ge
deelte der Breestraat door hen op de be
grooting worden uitgetrokken. Op die wijze,
wordt dan niet alleen de veiligheid van het
verkeer bevorderd, doch ook noodelooze
ontsiering van de Breestraat vermeden.
Op grond van een en ander geven zij
derhalve in overweging hen t© roachiagen
aan adressanten te berichten,-dat vocaals-*
nog geen termen aanwezig worclen-ge-acht,
om tot trottoiraanleg overj^dé gölïèele-;
langte der Breestraat over te -.gaan, dóch
dat te zijner tijd gelden op dé*begrooting
zullen worden uitgetrokken voor dien aan
leg aan het begin van de Breestraat.
Ook Yooraisuog geen Volkspark.
In antwoord op een verzoek van de afd.
Leiden der S.-D. A.P. om te besluiten tot
den aanleg van een Volkspark hetzij door
aankoop van Poelgeest hetzij op andere
wijze tot stand te brengen, komen B. en
Ws. eveneens tot een afwijzend praeadvies.
Met de Commissie van Fabricage zijn zij
van oordeel, dat het langoed „Poelgeest"
voor een volkspark niet alleen te klein is,
doch dat het ook te ver van de stad gele
gen is, om voor het beoogde doel bestemd
te worden.
Ook de vier terreinen, die indertijd op
het uitbreidingsplan werden aangeduid als
„m aanmei'king komend voor volkspark of
sportterrein", kunnen thans niet voor den
aanleg van een volkspark worden gebezigd.
Het terrein aan den Zoeter wou dschen
Singel, waarvan het voorste gedeelte tijdens
de lustrumfeesten 1910 tot feestterrein was
ingericht is bij Uw besluit van 1 Februari
j.l. aan de afdeeling Leiden van den Ne-
derlandschen Bond voor Lichamelijke Op
voeding ten gebruike afgestaan, ten einde
het tot- sport- en speelterrein in te richten.
Yoor volkspark is het ook trouwens te klein
en te dicht bij het Plantsoen gelegen.
Het Raamland is, na de door U genomen
besluiten in zake den afstand van gror.d
voor den bouw van een nieuw Invalidenhuis
en de plaats eener nieuwe Hoogere Burger
school voor Jongens, voor bebouwing aan
gewezen en ikan dus bezwaarlijk meer tot
volkspark worden gemaakt.
Het land bewesten den Rijnsburger weg Ls,
zooah adressante zelf in herinnering brengt,
aan het Rijk veilkocht voor den lx uw van
een nieuw Academisch Ziekenhuis, en kan
dus ook niet voor het gevraagde doel wor
den aangewend.
Eyenmiri is dit het geval met het Schut
tersveld, dat aan het Rijk is verhuurd voor
exeroitieterrein.
Afgescheiden derhalve van do vraag, of
aanleg van een volkspaHkt waarmede groote
sommen gemoeid zijn en hetgeen onvermij
delijk aanzienlijke jaarlijksche uitgaven
voor onderhoud meebrengt, in de tegen
woordige finanoieele omstandigheden der
gemeente voldoende gerechtvaardigd zou
zijn zijn op het oogenblik geen terreinen
voor den aanleg van een volkspark beschik
baar.
Trouwens, zoolang het Van der Werf-
park nog zijn tegenwoordigen omvang heeft
en dat dit spoedig wederom ten gevolge
van den bouw van nieuwe Universiteitsge
bouwen zal werdén verkleind, gclooven B.
en Ws. niet achten zij den aanleg van
een volkspark niet bepaald urgent.
Intusschen zijn zij gaarne bereid op deze
aangelegenheid hun aandacht gevestigd te
houden.
Kvesimin een vorbiaidhig tndsclien
de Groenliovenstr.int en de Rêjsi-
en Schiekade.
Daartoe hadden een aantal bewoners der
Rijn- en Schiekade het" verzoek gedaan; Die
verbinding werd door hen in hoofdzaak ge-
wenscht, ter vermijding van oponthoud,
wanneer de provinciale draaibrug in den
Haagweg geopend is.
B. en Ws. gaan nu eenigszins uitvoerig
na wie van de bewoners bij een verbinding
over den Trekvliet tegenover den Groenho-
venstraat zuller worden gebaat en komen
tot de slotsom, dat het alleen zij zijn, die
van de Rijn- en Schickade zich naar de
Groenh ovenstraat en naar clen Witten Sin
gel nabij die straat of omgekeerd moeten
begeven.
Ook het argument, dat door het wachten
voor de brug het vestigen van bewoners op
do Rijn- en Schiekade tegenstand onder
vindt is zeer overdreven. Van de ruim 120
perceelen zijn er slecht3 enkele onverliuurd,
een bewijs, dat deze huizen toch wel ge
wild zijn, niettegenstaande het oponthoud
bij.-de brug.
Ehidelijk vergete men niet, dat na het
omleggen der vaart buiten de gemeente de
tegenwoordige -.provinciale brug belangrijk
"minder geopend zal behoeven te worden,
dan thans het geval is..
Nu uit een er ander duidelijk blijkt, dat
bij het maken der door adressanten ver
langde verbinding geen bijzonder groote
belangen betrokken zijn, aangezien slechts
een klein deel der bewoners van de Rijn- en
Schiekade daardoor zou worden gebaat,
achten B. en Ws. het met het oog op de
nog al belangrijke uitgave, die inwilliging
van het verzoek zou medebrengen, voorals
nog niet verantwoord de Raad voor te stel
len daarop een gunstige beschikking te ne
men.
Instelling var een overhaaldienst vordert
volgens berekening* van den Directeur van
Gemeentewerken voor aanschaffing der
schouw, het maken der aanlegsteigers en
van een bedieningshuisje enz. een uitgave
ineens van f 800. terwijl de jaarlijksche
kosten voor bediening van den overhaal en
voor onderhoud en verlichting der pont
f 560 bedragen.
Minder duur is het maken van een vaste
verbinding, die ec-liter alleen voor voetgan
gers zou (kunnen dienen. Een beweegbare
brug, ook voor rijverkeer geschikt, zx>u toch
zqo groote kosten van aanleg en exploita
tie vereisclien, dat daaraan eenvoudig, niet
kan worden gedacht.
Die vaste verbinding voor voetgangers
zou dan, aangezien liet dek met het oog .op
de scheepvaart ten minste even hoog boven
het water moet liggen als dat van de Wou
ter enbrug en er geen ruimte is voor lange
toegangswegen^ vermoedelijk een trapjes-
brug moeten worden, zooals indertijd over
den Vliet tegenover de Stadhouderslaan
door den eigeiaar van de nieuw gebouwde
huizon aar de Sohelpenkade gemaakt is.
De kosten van een dergelijke trapjesbrug
worden door den Directeur van Gemeente
werken begroot op f 6500, waarbij jaar
lijks komen de kosten van - onderhoud en
verlichting, dU niet veel meer dan f 100
zullen bedragen.
Intusschen zijn B. en Ws., zooals reeds
uit het bovenaangevoerde gebleken is, van
oordeel, dat waar slechts" betrekkelijk wei
nigen van de verbinding gemak zouden hen
ben, er voor de gemeente, althans op het
■oogenblïc, geen voldoende aanleiding be
staat tot het doen van e'on uitgave van
f 6500 voor lier, maken van een voetgangers
brug over den Trekvliet tégenover de
Groenhovenstraat en zij geve <ten
Raad mitsdien in overweging voo.*;rlsnog
niet te besluiten tot het'maken van oen
vaste verbinding daar ter plaatse.
Wensclien en verlangcii der steen-
houwers.
Door het. bestuur vau de afdeering Leiden
van den "Nederlau dschen S'loe 11 houwers bond
was verzocht iu do bestekken van gemeente
werken te bepalen, dat het stotinhouwwerk,
zoo mogelijk iu zijn geheel, doch in elk ge
val het voor den binnenbouw benoodigda
hardsteen en zandsteen, binnen deze ge
meen Ie worde vervaardigd, cn niet, zooals
dikwijls geschiedt, volledig^ afgewerkt van
elders, hetzij rechtstreeks uit de groeve hetzij
uit de fabriek, worde betrèkkcn.
He*t bestuur stelt zich voor, dat door een
dergelijk voorschrift de wetteloosheid in het-
steenhouwersbedrijt' zal verminderen cn het
steen houwers vak tot grooteren bloei en ont
wikkeling zal geraken.
Met de Commissie van-Fabrienge zijn B.
en Ws. van oordcel, dat het--verzoek niet
moet. worden ingewilligd.
Volgens door B. en Ws. ingewonnen in
lichtingen to oil is toepassing van de door
het requestreerendo bestuur gewenschte-bepa
ling practLsch vrijwel onuitvoerbaar. Be
paalt men zich alleen tot deii binnenbouw,
'dqn zijn de voornaamste steeuliouwwcrkan
dié daarvoor in aanmerking kon te a schoor
steenmantels, plinten, dorpels cn neuten. Fij
ner werk, eigenlijk beeldhouwwerk, leemt zóó
zeldzaam voor cn vcrciselit zulk bekwaam
personeel, dat daarbij een bindend voorschrift
omtrent de plaats van bewerking volstrekt
verwerpelijk is.
Alleen ten opzichte van dorpels en "neuten
valt op het werk zelf iets te doen en inder
daad geschiedt dit ook.
Het gewone steenhouwersbedrijf bepaalt
zich echter in dén regel tob het hakken van
d00legaten, het bewerken der stukken met
den gewonen frijuslag, het slijpen ©n schuren
van het materiaal, heb plaatselijk bijwerken
en dergelijke.
Draagt men hun op het leggen van uit
drukking* en karakter in heb materiaal, dan
is de vrees 'gewettigd, dat van het werk
veelal niet veel terecht zul komen.
Om deze redenen komt het B. en Ws. .niet
gewenscht voor aan het. verzoek te voldoen.
Da gemeente zou ongetwijfeld belangrijk jneer
moeten betalen en er zou m teder werk wor
den geleverd.
Ook de consequenties die van de inwilli
ging het gevolg zouden kunnen zijn moet men
niet over het hoofd zaen.
Indien de gemeente toch eenmaal aan de
wenschen van het bestuur van de afdeeling
Lei den van den St een hou w ers Ixm d te genioet
komt. dan kan zij moeilijk weigeren -ook
anderen vaklieden ia dit opzicht ter wille to
ziju. Zoo zouden do metselaars^kunneii ver
langen, dat het gewapend beton hij gemeenie-
werken worde verboden, de smeden, dat geen
sm ids werk buiten de gemeente worde ge
maakt, do timmerlieden, dat elders machinaal
vervaardigde deuren en lijstwerken wordeu
geweerd, en dat hiervan geen sprake kan
zijn, daarvan zal, naar B. en Y»rs. vertrouwen,
de Raad met hen overtuigd zijn.
B. en Ws. geven dan ook den Raad in over
weging op het verzoek in kwestie afwijzend
te beschikken.
Daarentegen ziju B. cn Ws. wel geneigd
gunstig te beschikken op de verzoeken der
besturen van de afdeeling Leiden van den
Ned. Steen houw ersboud en van de Prot- Chris
telijke Bouwvakfederatie om het minimum
uurloon in de bestekken vau gemeentewerken
thans bepaald op 23 Cis. to verhoogen-
Adressanten meenden, dat, waar do steen-
houw erspatroons voor eenige maanden het
uurloon met 3 Cts. verhoogden en van 22
op 25 cent brachten, de gemeente nu het
Icon ook met 3 Cts. most verhoogen en op
26 Cts. brengen- Dit willen B- ea Ws. ech
ter niet. Doch wel geven zij den Raad, op
advies van de Commissie van Fabricage in
overweging, dit uurloon ook op 23 Cts. te
hl-en gen.
Nog oen* arbeidavoorvrnardeii in
bestekkon van gemeentewerken.
Door het bestuur van den Leidschcn Be-
stuurdersbond was verzocht hét -daarheen te"
leiden dat do met liot oog op art. 1638 c en
d van het Burg. "VVetb- m do Raadsverga
dering van 26 Januari 1911 vastgestelde
bepalingen voortaan zoo mogelijk op alle be
stekken van gemeentewege toepasselijk zullen
worden verklaard en dat slechts bij hooge
uitzondering die bepalingen uit de bestek
ken zullen mogen weggelaten. Het bestuur
van do afdeeling Leiden van den Ned. Aan-
ncmersbond kwam daartegen in een ander
adres echter op en verzocht hot verzoek niet
in te willigen.
Bedoelde bepalingen gelden thans alleen
voor die bestekken, w c 1 k e n a a r botoor-
deel van B. on Ws. daarvoor in aan
merking komen.
Do bepalingen worden dan odftc meestal
niet opgenomen voor de gewone ondersliands-
en herstelt bigs werken, omdat deze door oen
aannemer in den regel niet met afzonderlijk
personeel worden verricht en zeer uitvoerig
tonnen B; én Ws. dé"bézwaren"aaii, die-tegen
inwilliging van het verzoek van. den Leid
schcn Bcstuuraensbond beslaan waarna zij
overeenkomstig den wensch van. de aid. Lei
den van den Nod. Aannemers bond den Raad
in overweging geven het verzook niet in
te willigen.
Verhoogiug van de belasting,, gelid
ven voor het gebruik van het
veilingsiokaul.
In de raadsvergadering van 26 October
j.l. werd door een lid der Markte om missie
de heer Van Gruting, in antwoord op een
vraag van den heer Vergouwen, medege
deeld dat de Commissie voor het Markt
wezen weldra een voorstel zou indienen tot
verhooging* der belasting geheven voor het
gebruik van liet lokaal voor groentenveilin-
gen, ten einde de opbrengst dier belasting
meer in overeenstemming te brengen met
do uitgaven die de gemeente zich ten ge
volge van de oprichting van het veilings
lokaal jaarlijks moet getroosten.
Do oprichtingskosten der veilingsloods
hebben bedragen f 3220.39. Rekent men per
jaar voor onderhoud, rente en aflossing
10 pCt. of f 3*22, en voor schoonhouden," gas-
en waterverbruik f 80, dan kunnen de jaar
lijksche kosten geschat worden op f 402.
"De opbrengst der geheven belasting he-
droeg gemiddeld f 256 per jaar, zoodal de
gemeente jaarlijks ongeveer f 150 op de
-loods moet toeleggen.
De Commissie nu wil de heffing van pC'b.
der bruto-opbrengst van de geveilde waren
verhoogen tot 1 pCt. Dit acht zij te meer
gerechtvaardigd omdat door de veilings
loods van het aanleggen der groentensehui-
ten geen leggeld geheven wordt, en daar
door aan de gemeente een bedrag van
f 300 ontgaat. De belasting voor het ge
bruik der loods bedraagt zoodoende feite
lijk nog minder dan een half procent.
B. en- Ws. kunnen zich met het voorste!
der Commissie volkomen vereenigen, en wil
len als de Raad er ook mede accoord gaat
de verhooging op l Juni a. s. doen ingaan.
Kosten overwnlviug Kort-Rapen-
burg' en nienwe Blanwpoortsbraig.
In de raadszitting van 23 December 1909
werd de begrooting van aat jaar met een
bedrag van f ISO.OüÜ voor de kosten voor
■de overwuiving van het ivort-Rapenbm g en
de vernieuwing van dc Blauw poort - brug
verhoogd. Zooals uit onze voordracht vau
15 Dec. 1909 (Ing. Sb. No. 346) blijkt, werd
voorloopig tegenover deze uitgaaf ailééii
gerekend op de bijdrage van de Noord-Zuid-
Hollandsche Tramweg-Maatechappij ten be
drage van f 50-000, terwijl de te verwachten
bijdrage van de provincie nog niet in de
raming werd opgenomen, aangezien toen
d© toezeggiug nog niet was geschied en het
bedrag ook overigens nog niet bekend was.
De ten laste van de gemeente blijvende
kosten, uit geldleening te vinden, werden
derhalve voorloopig geraamd op f 130.000.
Inmiddels werd bij besluit van de Gede
puteerde Staten dezer provincie dd. 11II
Januari 1910 de provinciale bijdrage op ten
hoogste f 10.000 bepaald en is, nadat de op
levering der brug had plaats gehad, die bij
drage ten bedrago van f 10.000 aan de ge
meente uitgekeerd. Dientengevolge zal het
uit geldleening te dekken bedrag van,
f 130.000 met f 10.000 kunnen worden ver
minderd.
Het toudü „Ualievaiiüaniifactnreu^
Nu de Gedeputeerde Staten hun goedkeu
ring hebben gehecht aan de in de Raads
zitting van 1 Februari j.l. vastgestelde bc-
grootingsregeling, waarbij werd besloten de
bezittingen van het opgeheven fonds ge
naamd „Halle van Manufacturen te Lei
den", als behoorende tot het vermogen der
gemeente, met de daarbji aangegeven be
stemming in de gemeentekas te storten,
zal tot realiseering dier bezittingen kunnen
worden overgegaan voor zoover zij bestaan
uit obligatiën N. W. Schuld. Het fonds be
zit aan dergelijke stukken een nominale
waarde van f 6700 rentende 3 pCt., en van
f 7700 rentende &V~pCt.
Voor den verkoop dezer effecten is eclv
ter een afzónderlijk raadsbesluit noodig,
dat krachtens art. 191 -sub c der Gemeente
wet de goédkeuring van Gedeputeerde Sta
ten behoeft.
B. en Ws. geven derhalve in overwegifig
te besluiten tot verkoop van de obligation
N. W. Schuld, rentende 3 pCt., tob een
bedrag nominaal groot f 6700, en rentende
2^ pCt.', tot een bedrag nominaal groot
f 7700, afkomstig van de bezittingen van
het opgeheven fonds genaamd „Halle van
Manufacturen te Leiden", over te gaan.
Verpachtingen door de gemeente.
Door de weduwe G. J. Ciggaar, geboren
Van Egmond, pachtster van het recht tot
heffing van den weg- en watertol tegenover
den Rijnsburgschen Vliet, bij het zooge-*
naamde „Leidsche hek", onder welke ver
pachting begrepen is de huur der huizing,
staande op het trekpad aan dien Vliet en
van het daarbij behoorend stukje tuin
grond, is tob ons College het verzoek ge
richt, de pacht, die op 30 April a.s. eindigt,
wederom voor een tijdvak van 5 jaar té
verlengen, doch de pachtsom, dio thans
f 1050 bedraagt, te verminderen tot f 900
's jaars.
Met de Commissie van Fabricage zijn
B. en Ws. van meeniDg, dat heb verzoek
van adressante, die steeds haar verplichtte-
3)
Eenige dagen later was het donkere maan
en verveelde het mannetje zich meer dan
ooit. Daarom besloot hij nog eec3 een uit
stapje te maken naar de aarde, want daar
was veel merkwaardigs te zien en te hooren.
Hij doet de reis weer per gedachte en vait
met zijn neus in het vet. Wat met deze niet.
vegetarische beeldspraak bedoeld wordt, is
zeker duidelijk. Hij was zoo gelukkig mid
den op een kermis to verzeilen. Daar was
wat te zienUit alle macht sloeg een jon
gen met een grooten hamer op een paal Bij
iederen slag schreeuwde een man met een
schorre stem: „Vijfhonderd I Zevenhon
derd!" Eenmaal riep hij: „Duizend!" Toen
juichten de omstanders. De jongen, die met
den hamer werkte, had het zoo warm en
zag er zoo moe uit, dat het maanmannetje
naar hem toeging, em hem te raden een
borrel te nemen. Maar toen hij vlak bij hem
kwam, rook hjj den tooverdrank, die dus
al door hem gebruikt was. Draaimolens wa
ren propvol, vaische orgels zanikten aldoor
hetzelfde wijsje. Nu en dan werd er op een
trom geslagen; dan was het of een regi
ment dienstmeisjes op de maat kleeden uit
klopte. Maanmannetje begreep van de ge
nietingen van sla-J ut-op-den kop en draai
molens niets, want op de maan, waar men
nog diep in de steenperiode zit, is de ker
mis onbekend. Het meest verbaasde hij zich
over een Amerikaangchen luchtschommel.
Een paar dametjes knepen de oogen
dicht, anderen gilden van benauwdheid, en
toen zij er uit kwamen, zeiden ze tob haar
vriendinnen: „O, wat gaat dat heerlijk. Je
moet het toch ook eens probserenZin
gend en hossend nadert een groote schaar
kermisklanten. Voorop een man met een
harmonica, dan een kerel met een vuurrood
gezichtom zijn hals draagt hij aan een
riem een reusachtige kruik jenever, waar
uit zijn makkers nu en dan hun dorst les-
8chen. Zij springen en gillen, dat het nxan-
netjo er bang van wordt. Twee krijgen
ruzie. De anderen mengen zich er in. Een
paar vallen op straat; anderen gTijpen
elkander aan en vechten. Het wordt een
groote klomp van lichamen, rollend over
straat, vloekend en brullend. Marechausr
sees komen, slaan er met het plat van de
sabel op in, ranselen ze uit elkander. Ein
delijk houdt het vechten op, de troep gaat
weer verder en heesch en schor klinkt hun
gebrul r „Wij zijn gezworen kameraden, wij
zullen elkander nooit verraden!"
Wat bezielt die jongens1? Maanmannetje
hoort de marechaussees tegen elkander zeg
gen: „Wij mogen wel een oogje in het zeil
houden, want anders gebeuren er nog onge
lukken. Ze hebben den duivel in vannacht.
Ze dronken jenever als water en nu is er
haast geen huis meer mee te houden."
Het maanmannetje verbaasde zich, dat
de tooverdrank, van wiens werking hij de
vorige maal zooveel goeds had gezien,
schuld was aan het beestaohtige tumult van
daareven. Maar hij leerde bij latere bezoe
ken meer kwaad van den alcohol kennen.
Hij kwam in een hut, waar armoe en
honger geleden werd. De moeder met een
zuigeling in de armen, was niet een beeld
van moe dergel uk en moederweelde. Zij
klaagde hem haar nood. Den gansehen dag
had zij haar kinderen niets anders kunnen
geven dan een paar droge aardappelen.
Een arme buurvrouw stopte den kinderen
's morgens, als zij naar school gingen,
soms een boterham toe, omdat moeder zeli'
hun niets kon geven. En al die ellende, om
dat haar man het geld, dat moest strekken
tot onderhoud van het gezin, zelfs wel het
geld der bedeeling, in de kroeg verdronk
Een andere vrouw, die nog maar een
halfjaar getrouwd was, vertelde hem, dat
zij '3 avonds soms uren lang stond uit te
kijken aan de deur in klimmende ongerust
heid of haar man nog niet thuis kwam,
hoe zij eindelijk naar de kroeg.op den hoek
van den weg liep en dan vaak hem hoorde
schreeuwen, soms luid lachen, 6oms twist
ziek vloeken; hoe zij niet durfde binnen
gaan, uit vrees, uitgelachen of, erger nog,
geslagen te worden.
Hij zag een jongen njan zwaar geboeid
tusschen politie, schreiend. De menschen
kwamen van alle kanten toeloop en om hem
te zien. Er was na een hardrijderij prijs-
uitdeeling geweest in een herberg. Het ging
er lustig toe; eT werd gezongen, gedronken
en gedanst. Des nachts waren eenige jon
gens met hun meisjes over ijs naar huis ge
gaan. Zij hadden hem geplaagd. Toen was
hij kwaad geworden. Opgewonden door
drank en drift, had hij zijn mes getrokken,
en was op zijn plaaggeesten losgevlogen.
Hij raakte een jong meisje, dat hem nooit
eenig leed had gedaan, in de borst, zoodat
zij. stierf. Hij ging naar huis, zonder dat
hij wiet wat liij eigenlijk gedaan had.
's Morgens kwam de politie hem halen en
hoorde hij, dat hij een moord had begaan.
Met behulp van z>jn Fortunatuskapje be
zocht hij ongemerkt een cel. Daar zat op
een klein bankje een jonge man. Het ge
vangen isleven had de frissche, roodbruine
kleur van zijn wangen nog niet geheel ver
dreven. Hij zat tusschen een grooten stapel
zakken, die hij vouwde en plakte. Toen hij
met den laatsten klaar was, stond hij op en
nam van een plankje aan den muur een
boek. Toen las hij hardop van een vader en
een zoon. Dezo had gezondigd en zeide:
„Ik ben niet meer waard uw zoon te zijn;
maak mij tot uw knecht." Maar de vader,
bl& dat zijn zoon berouwvol terugkeerde,
vergaf hem alles. De gevangeno las zijn
eigen geschiedenis. Hij was een vroolijke
Frans, een goede jongen, maar die graag
een borrel lustte. Hij had in een dolle bui
op een avond de politie uitgescholden en
nu moest hij zitten. Heb speet hem om zijn
moeder, die 7xx> had geschreid, toen hii
wegging; en ook om zijn vader, die het zich
erg aantrok, al zei hij er niet veel van
Maar het zou nu voor het. laatst zijnilij
zou nooit meer een borrel drinken. Hij k»n
er immers niet tegen? Hij zou het zijn
oudjes schrijven; dan zouden ze ook niet
meer boos zijn, als hij thuia kwam. Maar
een paar maanden, nadat hij op vrije voe
ten was, had de duivelsche macht van den
alcohol het weer gewonnen van dio mooie
voornemens.
Het maanmannetje woonde óok eens een
ongeluk bij. Een oude boer, die dronken
van de weekmarkt kwam, viel van den wa
gen. Zijn gezicht was blauw-rood, zijn oogen
waren gesloten. Handen en be enen waren
slap. Soms kreunde de ongelukkige. Een
paar mannen droegen hem voorzichtig weg.
Hij was een van de notabelen van heb dorp;
een rijko boer, die door zijn goed hart en
helder verstand een der beste burgers had
kunnen zijn; maar hij had zich al nieei
overgegeven aan den drank en eindelijk
kreeg-hij heb ongeluk, dat hem zijn leven
kostte, sloeg van den wagen en brak zij»
nek. Ons mannetje werd door al deze ont
moetingen aan het nadenken gebracht. Hij
vond de mannen van den blauwen knoop
toch nog zoo heel gek niet. „Alleen, zo
overdrijven", zoo dacht hij. „Ze zien heb
kwade en vergeten het goede." De alcohol
doet veel kwaad; maar hij verdrijft toch
ook moeheid, zorgen, verlegenheid, ziekten
en verveling. Hij is als het vuur, dat- het
fundament is der beschaving, hoewel heb
door onvoorzichtigheid of ongeluk groote
schade kan doen.
Terwijl ons mannetje zoo liep te pliiloso-
feeren, zag hij een begrafenisstoet naderen.
Op den wagen een armelijke kist; ae zwar
te verf dekte nauwelijks de ongeschaafde
witte planken. Een heer, een paar mannen
met petten en eenige vrouwen met lange
zwaTte doeken over het hoofd volgden.
Toen de stoet het kerkhof verlaten had,
maakte hij een praatje met den doodgra
ver, die bezig was het graf te vullen. Deze
vertelde hem, dat de man, zoo juist begra
ven, gestorven was door de warmte. Hij
was op bet hooiland dood neergevallen.
„Kon men hem dan geen borrel geven,
om hem friech en krachtig te houden?'-
vroeg heb mannetje.
(Slot volgt).