LËZDECH DACffiBJLB, M&aifc&ag' 26 Fefiraari. T^sed© Blad. Ana© 1912 Buitenlandseh Overzicht. nr. (Slot Tweede Kamer. FEUILLETON. Haar doel gemist. Ho. 15953. Het bombardement van B e y- t o e t h heeft plotseling weer de aandacfit op den Turksch-Itaiiaanschen oorlog geves tigd. Ten vervolge op ons telegram van Za terdag kunnen wij nog de volgende bijzon derheden meedeelen. Dien dag (kwamen de ïtaliaansche kruisers Yolturno en Garibaldi voor Beyroeth aan en eischten de onmiddel lijke overgave van de Turksche kanonneer boten, die er lagen. Doch voordat de gou verneur tijd had gehad over de aangelegên- iheid te onderhandelen, hebben de Italianen tfiet bombardement geopend en de kanon- neerbooten tot zinken gebracht. Het kan toor van in- en uitvoerrechten benevens an dere gebouwen aan de haven zijn door heb yriur beschadigd. Zestig personen werden gedood. De bevolking is door een paniek bevangen en vluchtte in de richting van den Libanon. De militaire overheden treffen de iroodige maatregelen. Een officieuze nota uit Rome veiMaart, 'dat, naar aanleiding van de aanwezigheid isoor Beyroeth van 2 Turksche oorlogssche pen, die de taak hadden, het vervoer van ijbonlogacdnltrabanjdje te vergen makkelijken en ïtaliaansche transportsche- :j>en aan te vallen, het bevel was gegeven aan de ïtaliaansche oorlogsschepen om de ïurksche oorlogsschepen voor Beyroeth te Vermeesteren of te vernietigen. Het gevolg van het bombardement is da delijk geweest een opvlajnming van fana tisme tegen de Christenen. Bij de op stootjes werd een Rus gedood. Volgens berichten uit Turksche bron zijn de ïtaliaansche schepen begonnen de Turk- fcche schepen voor Beyroeth to beschieten Vóór den afloop van het toegestane uitstel .Voor de overgave. Ue Italiaanaohe schepen beschoten even eens het gebouw van de Ottomaansohe ^Eanik, dat ten deele vernieM werd. Men 4«chab, dat er in het geheel 15 menschen gedood en een honderdtal gewond zijn on der de militairen en burgers. Dit muisje zal wel een staartje hobben. De behandeling van de inlijving van Tri poli geeft in 't ïtaliaansche parlement pog steeds aanleiding tot vaderlandslieven de tooneelen. Zaterdag is den Senaat ;wèrd het weer een indrukwekkende betoo- 'ging. Al dadelijk bleek dit toen de hecbo- ïjgen van Aosta- en Genua binnenkwamen, fjij werden luide toegejuiolit. Met algeraeene stemmen werd een motie Aangenomen, waarin gezegd wordt, dat Je jfienaat-, de gevoelens van het land vertol kende, met het wetsontwerp tob bekrachti- ttóng van het besluit der inlijving instemt. «Iet uitbrengen van de stem van den her- 'JPOS van Aosta lokt. de meest opgewonden |ioejuichingen uit. Giolitti darikt den Senaat levendig voor de prachtige betooging, die I Bonder voorbeeld is. De regeering zal uit fie-n haar geboden steun de noodige kracht putten om de onderneming tot een goed v£mdè te brengen, wat de toekomst van >Italic zal bepalen. (Aanhoudende toejui chingen Het inlijvingsbesluit wordt met alge- tneene stemmen 202 in getal goedge- «keurd. De voorzitter wensoht de regeering geluk, roept een Leve Savoye! uit, brengt hertogin van Aosta hulde voor haar ;?verk van barmhartigheid en geeft uiting taan zijn gevoel van bewondering voor de (dapperheid van den hertog der Abruzzen. IQiolitti verklaart dat geen woorden een (hetere aanmoediging voor de regeering had den kunnen inhouden dan die van den voor- fcitter van den Senaat, die daarmede deel \had genomen aan de wedergeboorte van italic. Onder toejuichingen en geroep van Leve Italiëwerd de vergadering verdaagd. In verband met de uitbreiding van het oorlogstooneel is van belang een berioht Slit Rome, volgens welk op een vraag van den afgevaardigde Chiesa, of Italië beloofd had zich van oen actie in de Aegeïsohe Zee te onthouden, Giolitti heeft geantwoord, dat dit niet het geval was. Volgens ambtelijke inlichtingen hebben 'de Italianen in den loop van het gevecht ten Oosten van Derna op 18 Januari met geschut gevuurd op personeel van de R o o- de Halve Maan en dragers van ge wonden. De afdeeling van de Roocle Halve Maan heeft er van af moeten zien aan de gewonden hulp te verleenen. Turkije heeft daartegen bij de mogendhe den geprotesteerd. Generaal Hellebaut, de Belgi sche minister van oorlog, is plotseling afgetreden. Officieel heet het, dat overver moeidheid hem aanleiding heeft gegeven zijn portefeuille neder te leggen. Verleden week liep echter in de wandelgangen van de Belgische Earner reeds het. gerucht, dat de minister zijn ambt zou opgeven, hetgeen trouwens ook reeds beweerd werd na de interpellatie-Monville. Toen scheen de mi nister echter den tijd om heen te gaan nog niet gekomen te achten, na het debat van Dinsdag echter over den toestand van de kazernes te Antwerpen, stond het vast, dab zijn aftreden onvermijdelijk was. Tijdens de discussies was de minister buitengewoon zenuwachtig, hij beantwoordde op zeer on handige wijze de hem gestelde vragen en kon den indruk niet wegnemen, dat de za ken aan zijn departement danig in de war waren. En geen zijner ambtgenooten deed ook maar de geringste poging'om hem te steunen. Door leden van de linkerzijde is een voorstel ingediend, om een enquête in te etellen naar den toestand van heb leger ©n. nu achtten volgens de ,,Etoile beige" de overige leden van het kabinet het om ver kiezingsredenen beter, dat de minister niet meer deel van heb kabinet zou uitmaken, als dit voorstel aan de orde komt. Van geen enkele zijde schijnen dan ook pogingen in het werk té zijn gesteld om den minister te bewegen op zijn ontslagaan vrage terug te komen. In verband met de dreigende Engel- aohe mijnwerkersstaking het volgende De bijeenkomst van een groot aantal bur gemeesters uit alle deeïen van het land is hedenavond in het Mansion House gehou den onder voorzitterschap van den Londen- schen lord-mayor. Met algemeene stemmen werd een. bealuit aangenomen, waarbij de leiders van beide in het geschil in dé steen koolnijverheid betrokken partijen worden gewezen op de noodzakelijkheid, de hoogste belangen van de gemeenschap te erkennen, en de meening wordt geuit, dat er geeu moeilijkheden te bedenken zijn, welke de onderhandelaars verdeeld moeten houden. Graaf Berchtold, de opvolger van Aehrenthal als Oostenrijkse li-H o n- g a a r s c h minister van buitenlandsche za ken, begint zijn nieuwe loopbaan onder de gelukkigste omstandigheden. ï)e telegram men van gelukwensching van de leiders der buitenlandsche staatkunde in de beide an dere staten van het Drievoudig Verbond moeten hem reeds tot groote voldoening ge weest zijn; zij ademden een geest van har telijkheid en weken daardoor geheel en al af van de in soortgelijke gevallen gebruike lijke hoffelijkheidsformules en moeten den nieuwen minister het bewijs hebben gege ven, dat de bondgenooten zijn optreden met welgevallen hebbemj>egroet. Nog belangrij ker echter is, dat zoowel de Russische mi nister-president Kokowzof als do minister van buitenlandsche zaken Sasonof spontaan hun gelukwenschen aan Berchtold zonden, Kokowzof zelfs in buitengewoon hartelijke woordingen. Dit laatste, in verband met heb jongste bezoek van grootvorst Andreas Wladimirwitsj, bewijst, dab de laatste zWeem van ontstemming tegen Oostenrijk bij de Russische regeering geweken is en dat de betrekkingen thans weder ge heel normaal zijn. Deze toenadering trou wens is geheel en al het werk van Berchtold, die als ambassadeur te St.-Petereburg er voortdurend op uit was de vroegere vriend schappelijke betrekkingen tusschen de bei de rijken te herstellen, hetgeen hem dus ten volle gelukt blijkt te zijn. En dat de span ning tusschen cle beide staten thans gewe ken is, mag met grond worden beschouwd ak een gunstig voorteeken voor de verdere handhaving van den Europeeschen vrede. Thans nog iets over China. De Fransche gezant te Peking heeft Vrij dag met het personeel van de legatie een bezoek gebracht aan Joean Sji Kai. Al de gezanten der groote mogendheden, behalve die van Rusland en Japan, hebben zich thans officieel met den president d^r Chineesche republiek in betrekking gesteld. Joean Sji Kai ontving Vrijdag ook een deputatie van Protestanten te Peking, die hem haar clanik kwam betuigen voor zijn welgeslaagde pogingen tot herstel van de orde, zonder dat er bloed behoefde vergo ten te worden. In antwoord op de toespraak van den leider gaf Joean Sji Kai te kennen, dat hij al het mogelijke zou doen om de thans nog voor verschillende godsdiensten bestaande uitzonderingsmaatregelen op te heffen en in het gebeele land-vrij he id van godsdienst in te voeren. Uit Moekden wordt bericht, dat het Ge nootschap der Onverschrokkenen aldaar aan Joean Sji Kai lieeft doen weten, dat zijn leden zich gewapenderhand tegen de republiek zullen verzetten. Tob de leden van het Genootschap behooreh o.a. de be kende Mongoolsolie generaal Tsjaoersjoen en prins Tsaitse. De Land- en Tainbotuv'OngevalIeit- vei zekering. Wat goeds hebben deLand b.-Q n d er- linge en de Tuinbou w-011 cl e r- lingo nu reeds gedaan? Tot 1 Juli 1911 hadden devolgende on gevallen plaats onder de Jancl-. en tuikar- beiders, .wier patroonswaren aangesloten bij de Land- of Tuinbouw-Onderlinge: 24 arbeiders gedood door oen ongeval; 16 arbeiders werden leve n sla n g inva lide, dus ongeschikt om verder him brood te verdienen; 722 on-gevallen duurden langer daii 10 dagen; 1373 ongevallen duurden kor ter dan 10 dagen on korter dan 2 maanden; 108 ongevallen duurden langer clan 2 maan den. Totaal 2243 ongevallen. De gestorven arbeiders lieten 11 weduwen en 16 kinderen beneden 16 jaar na. Deze weduwen hebben nu levenslang een pen sioen gekregen, terwijl de kinderen worden gesteund tot zij 16 jaar zijn. De 16 arbeiders, die levenslang invalide werden, hebben eveneens oen pensioen gekro- gen. Bij elkaar zijn er dus door de Land en Tuinbouw-Onclerlinge 27 mannen on vrou wen gcpcnsionneOrcl. De 722 arbeiders, wier ongeval korter duurde dan 10 dagen, hebben, voor zooverre zij daaraan behoefte hadden, gratis .genees kundige liulp' verkregen. Hierdoor is wel licht erger voorkomen/ want bij kleine kwetsuren gaat een arbeider niet spoedig naar een geneesheer. Aan de 1373 getroffenen, wier Ongeval langer da.n 10 dagen en korter dau 2 maanden duurde, en aan de 108 arbeiders, wier onge val langer duurde dan 2 maanden, werd, be halve gratis geneeskundige hulp, ook gedu rende al dien tijd, van af den eersten dag, een geldelijke uitkcering gegeven. Drio arbeiders ontvingen oen som ineens voor een ongeval met minder dan 10 pCt. ar beidsongeschiktheid. terwijl cén blijvende rente, liooge'r dan 10 pCt. werd afgekocht. En hoeveel geld is voor al deze ongeval len besteed? Men zie Kot volgende staatje: f 10,863.22 is uitgekeerd aan geneeskun dige liulp; f 24,589.56 was noodig voor tij delijke uitkeeVingen voor de eerste 2 maan den; f 6356.60 is gebruikt voor tijdelijke uitkeeringen na 2 maanden, en f 42,000 is gereserveerd voor cle uitkeeringen aan do weduwen, woezen en blijvende invaliden. To taal eon bodjrag van f 86,809.38- Dit bedrag is door de land- en tuinbou wers vrijwillig gestort, om daarmede hun knechts te steunen, a.ls zij een ongeval in het bedrijf krijgen. En Waren de Land- en Tuinbouw.Onder linge nu niet opgericht, dan waren de we duwen, weezen en getroffenen geheel aan hun lot overgelaten. Door de Land- en Tuin- bouw-Onderlinge is dus heel wat ellen de g.c 1 e n i g d. De Land- en Tuinbou w-Onderlinge heb ben dus reeds heel wat goeds gedaan door het verleenen van hulp en steun aaa de knechts en hun nagelaten betrok kingen. Maar zij zijn op andere wijze ook indi rect nuttig geweest. In de eerste plaats hebben zij aangetoond, hoe hoog noodig het is, dat voor de land- en tuin-arbeiclers een ongevallen-verzekering in 't leven wordt geroepen. Als bij de 10,689 land en tuinbouwers, die bij de Land- en Tuin- bouw-Ondcerlingo op 1 Juli 1911 waren aan gesloten. in ruim' anderhalf jaar 2344 onge vallen plaats hadden, dan kan men eens na gaan hoeveel ongevallen er in ons geheelc land in den land- en tuinbouw gescljiedcin, als wij weten, dat dr in 't geheel iets meer dan 200,000 land- en tuinbouwers zijn. Vol gens een matige berekening zou dit min stens worden een 17 a 18,000 ongevallen per jaar. Verder is aam de Regeöring getoond hoe op' praotische wijze een doelmatige land- en tuin!bouwongevallen-verzekering moet wor den ingericht. En ten slotte Kobben de Land- en Tuin- bouw-Onderlinge bij de land- en tuinbouwers de overtuiging gewekt, dat door onderlinge samenwerking inderdaad grootsche dingen kunnen tob stand komen. Nog nooit namen do werkgevers, in welk bedrijf ook, zulk een onderneming op hun schouders; en dit werk is schitterend be kroond. Den arbeiders tot' zegen, den land- en tuin bouwers tot voordeel en der Regeering tot voorbeelddat zijn de gelukkige go- volgen van de doelmatige werking van do Land- en Tuinbouw-Onclerlinge. RegelingvanhetArmbestuur. Amendementen. De heer Vliegen heeft de volgende amendementen voorgesteld: lo. Artikel 26 te doen luiden: Ondersteuning wordt verleend aan hen, die zich het noodzakelijk levensonderhoud niet kunnen versohaffen." De strekking van het amendement is tweeledig: lo. voor hen, die in dien toe stand verkeeren, dat zij zich 't noodzakelijk levensonderhoud niet kunnen verschaffen, recht op onderstand te scheppen 2o. hen niet te verplichten zich eerst te wen den tot de (kerkelijke of bijzondere liefdadig heid. De betrekking tusschen een persoon en een kerkgenootschap of eenigo andere kerkelijke instelling dient een geheel vrij willige te zijn. "Wie verkiest zich tot het bur gerlijk armbestuur te wenden, zoncler eerst bij het kerkelijke aan te kloppen, dien moet clab vrij staan. 2o. Artikel 32 aldus te lezen: „Indien ondersteuning wordt geweigerd met de kenlijke bedoeling om armen van ondersteuning uit te sluiten, op gronden, niet ontleend aan hun econo mise h e n toestand, kan door Ons worden beslist, dat ondersteuning most worden toegekend." (De gespatieerde woorden strekken ter ver vanging van de in het ontwerp voorkomen de woorden: „niet overeenkomende met de bestemming van de burgerlijke armenver zorging".) De heer Rink heeft ecnige amendemen ten voorgesteld o.a. van de volgende strek king: I. Bij, art. 16 (betreffende geldeü, die moeten worden geacht bestemd te zijn ton behoeve van alle de noodlijdenden, zonder onderscheid van godsdienst, welke in de ge meente door instellingen van weldadigheid bedeeld worden) wil de voorsteller aan de door burgerlijke instellingen of gemeente besturen bedeelde armen niet hun aandeel doen onthouden in de door den schenker of erflater mede. voor hen bestemde gelden. Voorts wil hij verduidelijking en vaststel ling in de wet van den maatstaf der verdee- ling. II. Bij art 20 wil hij doen bepalen, dat de oprichting van nieuwe burgerlijke en gemengde instellingen geschiedt krachtens een besluit van den gemeenteraad. III. In art'. 56 wenscht hij de taatk van den armenraad volledig aangeduid te zien. IV. Op art. 7 eindelijk heeft hij een amendement voorgesteld met de strekking, voor de geschillen over de vraag, of een in-, stelling is een instelling van weldadigheid en tot welke der in art. 2 omschreven soor ten zij behoort, de tot dusver gevolgde wij ze van procedeeren te behouden. Die ge schillen zijn veelal door hun ingewikkeld heid, belangrijkheid en omvang, minder ge schikt om op de eenvoudige bij art. 7f om-» schreven wijze berecht te kunnen wórden- Tarief van invoerrechten. De Minister van Financiën, heeft be-», paald, dat eenige beslissingen betreffende de toepassing van het tarief van invoer-' rechten ter kennis van de ambtenaren der invoerrechten en accijnzen zullen worden gebracht. Wij noemen er van: Voortaan zullen geparfumeerde of wel riekende, niet. uit of met alcohol bereide mondwaters, tandpasta's, tandzeepen, tand poedens en dergelijke proeparaten, belast moeten worden als „Reuk- en parfumerie waren" met een invoerrecht van 5 pet. der waarde. Zijn de hiervoor bedoelde artikelen ni-it geparfumeerd of welriekend, dbch wel verpakt voor den verkoop in het klein, dan is daarvan eveneens een recht van 5 pet. der waarde verschuldigd als „Kramcrij." Een smeermiddel voor machines, bestaan de uit een vast vet, waarin een weinig vet zure alkali, kan vrij ten invoer worden toegelaten. Het hierbedoelde praeparaat komt onder den naam van „Asbetoline" in den handel voor. Boterkamtjes, hoofdzakelijk vervaardigd van glas en metaal, kennelijk ingericht voor de vervaardiging van boter voor eigeu huishoudelijk gebruik, zijn niet onder Jo van invoerrecht vrijgestelde gereedschap pen en landbouwwerktuigen te rangschik ken, doch belast naar het hoofdbestanddeel met een recht van 5 pet. der waarde. Vuurmakers, bestaande in hoofdzaak u:t> minerale- olie, die met behulp van vetzure en harszure zeep in vasten toestand is ge bracht-, zijn bij invoer in een voor den Verkoop in het klein geschikte verpakking belast als „Kramerij" met een recht van 5 pet. der waarde. Een machine tot het paraffineeren van botervaten uitsluitend ingelicht om meb behulp van stoom te werken, is naar haar aard te rangschikken onder de van invoer recht vrijgestelde fabriekswerktuigen. luternationaal Godsdienst congres. Van het internationaal godsdienstcongres, dat van 9 tot 13 September a.s. alhier ral worden gehouden in de Collegezalen van het Universiteitsgebouw, liéeft Prins Hendrik der Nederlanden het beschermheerschap aanvaard, terwijl in het eere-comite zit ting zullen hebben: de heeren mr. W. H. de Beaufort, voorzitter; Jhr. mr. W. H. de Savomin Lohman, dr. J. D. van dor Waals, Jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar, mr. J. A. Loeff, E. C. Baron Sweerts de Lan- das Wyborgh en dr. II. C. Kern. Het comi té van organisatie wordt gevormd door de heeren dr. P. D. Chantepie de la Saussaye, voorzitter, dr. C. Snoudk! Hurgronje, vice- voorzitter, dr. B. D. Eerdmams, 1ste secre taris, dr. D C. Hesseling, 2de secretaris; dr. W. B. Kristensen, 1ste penningmeester, J. P. Suringar, 2de penningmeester,- dr. J. J. M. de Groot, dr. A. E. J. IJolwor- da, dr. J. C. G. Jon/kei*, dr. K. Lake, dr. J. E. Speijev en dr. G. van Vollenhovsn. De ontvangst-commissie bestaat uit do heeren mr. A. J. Fokker, mr. P. E. Briet, II. O. Hart-evelt, J. van der Vlugt, W. J. P. Snringar en B. D. Eerdmans- Een 16-tal buitenlandsche hoogleeraren hebben zich bereid verklaard liet interna tionaal comité te vormen. Ruim 40 buitenlandsche leden traden on middellijk toe, benevens een aantal binnen- landsche leden. Prof. dr. II. Bavinck, uit Amsterdam, zal als gedelegeerde van de Nederl. Regeering het Congres bijwonen. 04) „Ik kom tot u, waarde nicht," begon 'oom, het vertrouwelijke „je" weglatend, als voogd van de beide meisjes. Dorothé heeft mij meegedeeld, dat gij F ried rich nie£ in staat wildet stellen het erfdeel der meisjes uit te betalen. 16 dat zoo?" „Ja, oom, omdat ik in dat huwelijk niets dan ongeluk voor Dorothé zie." „Gij zijt zeer bezorgd voor Dorothé. Mis schien komt ge op uw besluit terug als ik zeg, dat het lot der beide meisjes mij zeer ter harte gaat en dat ik alles zal doen, wat in mijn macht is om het geluk van beiden 'te verzekeren." „U wilt het kapitaal uitbetalen?" riep (Francisca met zekere teleurstelling in haar stem. „Neen. Daarvoor beschik ik, helaas, niet over voldoende middelen. Ik heb uw mil- iioenen niet. En ik wil Voswinkel aan ïnijin erfgenamen niet zoo schnldbeladen achter laten als Friedrichs vader zijn bezit. Maar ik geloof, dat er nog andere wegen zijn om tot ons doel te geraken." „En die zijn?" „Een krachtig beroep op uw geweten te 'doen. Hebt ge niet uw zeer bijzondere rede nen, om dit huwelijk te verhinderen?" Francisca beefde even bij die woorden. Zou de oude heer van Ribbeek gehoord heb ben welk boos geheim zij met zich omdroeg? Zij dacht weer aan het gemaskerde bal en aan de woorden van Ribbeek in den sneeuw storm bij Trafoi. Maar zij. wist zich, on danks den angst, die haar folterde, te be- heerschen. Zij bleef uiterlijk kalm. „Wat mijn bedoeling is met mijn weige ring heb ik zoo pas gezegd. Dat weet Doro thé ook. Daar is niets in, wat mijn geweten drukken kan. Of is het niet goed anderen leed te willen sparen? Mijn man is wettelijk niet verplicht het kapitaal uit te keeren, het testament spreekt alleen van de rente, zoolang hij nog niet anders kan vanwege de oudere schulden." „Goed, Maar er zijn ook zedelijke ver plichtingen! Wat men in onze kringen zal zeggen, als men hoort wat hier gebeurd is, dat behoef ik u zeker niet te zeggen. Wij hebben u als Friedrichs vrouw graag als gelijkgeboren in enzen kring begroet. Maar onze familie is steeds een familie van eer geweest. Men weet nauwkeurig te onder scheiden wat passend en wat onedel is. Blijft ge bij uw weigering, dan zal men uit mijn mond de ware reden van die ignobele houding hooren. De gevolgen daarvan zullen voor Friedrich en u niet aangenaam zijn." Francisca zweeg eerst na de ietwat drei gende woorden van oom Anton. Haar angst nam toe bij het alternatief, dat haar gesteld werd. Zij moest een uitweg vindenhet gold voor haar tijd te winnen en rij haalde daar om verlicht adem, toen Satow voortging: „Ik geef u tot October bedenktijd. In de eerste opwelling zegt men licht dingen, waar men later spijt van heeft, en, zooals ik gehoord heli, heeft Dorothé u belee- digd." „Niet dat ik weet," zei Francisca koe4. Satow trad op haai' toe en keek haar met zijn kleine, blauwe oogen scherp aan, ter wijl hij vroeg: „Hebt u misschien den ouden Stephany uit liefde genomen?" Francisca voelde tot haar groote erger nis, dat zij een kleur kreeg, en keek zwij gend naar den grond. „Nu, dit blijft dus afgesproken," zei hij op grimmigen toon. „En Dorothé neem ik nu dadelijk met mij mee. Het is niet goed voor haar om hier onder deze omstandighe den te blijven. Het be*ste. 'En ik hoop, dat ge binnenkort den goeden weg terugvindt. Bin nen eenige weken zal ik nogmaak bij u aan kloppen. Het valt mij, ouden man, gemak kelijker te zeggen wat- noodig is dan de jongelui. Het laatste woord zal aan u zijn en ik hoop, dat het zoo mag zijn als ge- wenscht en goed mag heeten." Even stijf als hij gekomen was, ging hij de kamer uit en stapte terstond naar Do rothé, die hij met een paar woorden zei alles in te pakken en daarna met hem naar Voswinkel te vertrekken. „Voor altijd, oom?" vroeg zij en de tra nen schoten haar in de oogen. „Wat, je hebt je zoo moedig gedragen, je hebt je schoonzuster zelfs onomwonden op haar plaats gezet en nu sta je daar te huilen? Komaan, flink op, meid. Ik ga hier even zitten en binnen een kwartier ver wacht ik, dat jo klaar bent. We rijden dan terstond weg. Veel tijd heb je dus niet meer." De oude heer wiet heel goed wat hij deed. Hij begreep, dat een zoo spoedig mogelijk vertrek' voor Dorothé het beste was, ad scheen zijn optreden ook wat hard en ge voelloos Toen de kleine handkoffer van Dorothé gesloten was, riep oom Anton Johan binnen en zei hem den koffer naar den wagen te brengen. „De andere dingen van cle juffrouw kun nen mórgen wel gepakt worden", zei hij bij het instappen tot den huisknecht. „De juffrouw komt mijn huishoudster helpen, die ziek is; zij heeft rust noodig en daar om gaat juffrouw Dorothé niet mij naar Voswinkel." Zoo vertrok Dorothé van Damitz. Zij trachtte met alle macht haar tranen te on derdrukken, maar het was haar of zij stik ken zou van benauwdheid. Doch zij hield zich dapper tot zij 's avonds alleen op haar nieuwe kamer was. Met bevende hand sloot zij toen de deur, viel op een stoel en ween de lang. „Dus u bent met het jacht tevreden, me vrouw „Het is veel mooier dan ik gedacht had, baron, en het loopt voortreffelijk, zooals stuurman Merkens zegt. Ik ben er verrukt over „Bent u al ver geweest? Al een6 een groo- ten tocht gemaakt?" „Neen. Ik had u immers beloofd daar mee te zullen wachten tot u hier waart." „U bent zee$ vriendelijk, mevrouw." „Zoudt u mij uw meening voor een groo- ten tocht eens willen zeggen, baron?" „Och mevrouw, u weet zelf beter clan ik goede plannen in elkaar te zetten. Gij hebt mijn raad eigenlijk niet noodig." „Voorzichtig, baron, vooral in de nabij heid van mijn man. Hij moet later verrast worden, als ons plan kant en klaar' i*. En het moet een schitterend plan zijn, dat wij hem dan ontvouwon Wat nu Annalena betreft, moet je ook voorzichtig zijn. lüj iod- rich kan allerlei bezwaren maken, bijvoor beeld het 'leeftijdsverschil, om maar iets te noemen. En dan is de voogd er ook nog: oom Anton heeft een gewichtig woorcl mee te spreken." „En Annalena zelf. Van haar zegt o niets?" „Zij is licht te beïnvloeden, juist omdat zij jong is. Ik zal trachten haar nu voor goed van de kostschool weg te krijgen;An- nalena heeft wel eens den wensch geuit om de huishoudschool ih Potsdam te bezoeken. Daar gaan tegenwoordig veel jongedames van haar stand heen. Dat kunnen wij haar vocgd meecleelen. Zij wordt dan nu al van de kostschool genomen en tot April in het volgende jaar houd ik haar dan op Damitz Zij kan hier dan al wat^in de huishouding leeren doen, en is, als zij op de school komt, al gedeeltelijk met het werk op de hoogte." „Maar als zij hier is, zal zij cle feestelijk heden in de stad meemaken en kennis aan de officieren van het garnizoen krijgen." „En de oom vreest dan cle conourrenlie van zijn neef. Daar is iets van waar, maar vóór wij een paar maanden verder zijn, kan alles tusschen u beiden al in orde zijn." „Annalena is nog zoo jong", meende hij. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1912 | | pagina 5