LËZDECH DACffiBJLB, M&aifc&ag' 26 Fefiraari. T^sed© Blad.
Ana© 1912
Buitenlandseh Overzicht.
nr. (Slot
Tweede Kamer.
FEUILLETON.
Haar doel gemist.
Ho. 15953.
Het bombardement van B e y-
t o e t h heeft plotseling weer de aandacfit
op den Turksch-Itaiiaanschen oorlog geves
tigd. Ten vervolge op ons telegram van Za
terdag kunnen wij nog de volgende bijzon
derheden meedeelen. Dien dag (kwamen de
ïtaliaansche kruisers Yolturno en Garibaldi
voor Beyroeth aan en eischten de onmiddel
lijke overgave van de Turksche kanonneer
boten, die er lagen. Doch voordat de gou
verneur tijd had gehad over de aangelegên-
iheid te onderhandelen, hebben de Italianen
tfiet bombardement geopend en de kanon-
neerbooten tot zinken gebracht. Het kan
toor van in- en uitvoerrechten benevens an
dere gebouwen aan de haven zijn door heb
yriur beschadigd. Zestig personen werden
gedood. De bevolking is door een paniek
bevangen en vluchtte in de richting van den
Libanon. De militaire overheden treffen de
iroodige maatregelen.
Een officieuze nota uit Rome veiMaart,
'dat, naar aanleiding van de aanwezigheid
isoor Beyroeth van 2 Turksche oorlogssche
pen, die de taak hadden, het vervoer van
ijbonlogacdnltrabanjdje te vergen
makkelijken en ïtaliaansche transportsche-
:j>en aan te vallen, het bevel was gegeven
aan de ïtaliaansche oorlogsschepen om de
ïurksche oorlogsschepen voor Beyroeth te
Vermeesteren of te vernietigen.
Het gevolg van het bombardement is da
delijk geweest een opvlajnming van fana
tisme tegen de Christenen. Bij de op
stootjes werd een Rus gedood.
Volgens berichten uit Turksche bron zijn
de ïtaliaansche schepen begonnen de Turk-
fcche schepen voor Beyroeth to beschieten
Vóór den afloop van het toegestane uitstel
.Voor de overgave.
Ue Italiaanaohe schepen beschoten even
eens het gebouw van de Ottomaansohe
^Eanik, dat ten deele vernieM werd. Men
4«chab, dat er in het geheel 15 menschen
gedood en een honderdtal gewond zijn on
der de militairen en burgers.
Dit muisje zal wel een staartje hobben.
De behandeling van de inlijving van Tri
poli geeft in 't ïtaliaansche parlement
pog steeds aanleiding tot vaderlandslieven
de tooneelen. Zaterdag is den Senaat
;wèrd het weer een indrukwekkende betoo-
'ging. Al dadelijk bleek dit toen de hecbo-
ïjgen van Aosta- en Genua binnenkwamen,
fjij werden luide toegejuiolit.
Met algeraeene stemmen werd een motie
Aangenomen, waarin gezegd wordt, dat Je
jfienaat-, de gevoelens van het land vertol
kende, met het wetsontwerp tob bekrachti-
ttóng van het besluit der inlijving instemt.
«Iet uitbrengen van de stem van den her-
'JPOS van Aosta lokt. de meest opgewonden
|ioejuichingen uit. Giolitti darikt den Senaat
levendig voor de prachtige betooging, die
I Bonder voorbeeld is. De regeering zal uit
fie-n haar geboden steun de noodige kracht
putten om de onderneming tot een goed
v£mdè te brengen, wat de toekomst van
>Italic zal bepalen. (Aanhoudende toejui
chingen
Het inlijvingsbesluit wordt met alge-
tneene stemmen 202 in getal goedge-
«keurd. De voorzitter wensoht de regeering
geluk, roept een Leve Savoye! uit, brengt
hertogin van Aosta hulde voor haar
;?verk van barmhartigheid en geeft uiting
taan zijn gevoel van bewondering voor de
(dapperheid van den hertog der Abruzzen.
IQiolitti verklaart dat geen woorden een
(hetere aanmoediging voor de regeering had
den kunnen inhouden dan die van den voor-
fcitter van den Senaat, die daarmede deel
\had genomen aan de wedergeboorte van
italic.
Onder toejuichingen en geroep van Leve
Italiëwerd de vergadering verdaagd.
In verband met de uitbreiding van
het oorlogstooneel is van belang een berioht
Slit Rome, volgens welk op een vraag van
den afgevaardigde Chiesa, of Italië beloofd
had zich van oen actie in de Aegeïsohe Zee
te onthouden, Giolitti heeft geantwoord,
dat dit niet het geval was.
Volgens ambtelijke inlichtingen hebben
'de Italianen in den loop van het gevecht
ten Oosten van Derna op 18 Januari met
geschut gevuurd op personeel van de R o o-
de Halve Maan en dragers van ge
wonden. De afdeeling van de Roocle Halve
Maan heeft er van af moeten zien aan de
gewonden hulp te verleenen.
Turkije heeft daartegen bij de mogendhe
den geprotesteerd.
Generaal Hellebaut, de Belgi
sche minister van oorlog, is plotseling
afgetreden. Officieel heet het, dat overver
moeidheid hem aanleiding heeft gegeven
zijn portefeuille neder te leggen. Verleden
week liep echter in de wandelgangen van
de Belgische Earner reeds het. gerucht, dat
de minister zijn ambt zou opgeven, hetgeen
trouwens ook reeds beweerd werd na de
interpellatie-Monville. Toen scheen de mi
nister echter den tijd om heen te gaan nog
niet gekomen te achten, na het debat van
Dinsdag echter over den toestand van de
kazernes te Antwerpen, stond het vast, dab
zijn aftreden onvermijdelijk was. Tijdens
de discussies was de minister buitengewoon
zenuwachtig, hij beantwoordde op zeer on
handige wijze de hem gestelde vragen en
kon den indruk niet wegnemen, dat de za
ken aan zijn departement danig in de war
waren. En geen zijner ambtgenooten deed
ook maar de geringste poging'om hem te
steunen.
Door leden van de linkerzijde is een
voorstel ingediend, om een enquête in te
etellen naar den toestand van heb leger ©n.
nu achtten volgens de ,,Etoile beige" de
overige leden van het kabinet het om ver
kiezingsredenen beter, dat de minister niet
meer deel van heb kabinet zou uitmaken,
als dit voorstel aan de orde komt.
Van geen enkele zijde schijnen dan ook
pogingen in het werk té zijn gesteld om den
minister te bewegen op zijn ontslagaan
vrage terug te komen.
In verband met de dreigende Engel-
aohe mijnwerkersstaking het
volgende
De bijeenkomst van een groot aantal bur
gemeesters uit alle deeïen van het land is
hedenavond in het Mansion House gehou
den onder voorzitterschap van den Londen-
schen lord-mayor. Met algemeene stemmen
werd een. bealuit aangenomen, waarbij de
leiders van beide in het geschil in dé steen
koolnijverheid betrokken partijen worden
gewezen op de noodzakelijkheid, de hoogste
belangen van de gemeenschap te erkennen,
en de meening wordt geuit, dat er geeu
moeilijkheden te bedenken zijn, welke de
onderhandelaars verdeeld moeten houden.
Graaf Berchtold, de opvolger van
Aehrenthal als Oostenrijkse li-H o n-
g a a r s c h minister van buitenlandsche za
ken, begint zijn nieuwe loopbaan onder de
gelukkigste omstandigheden. ï)e telegram
men van gelukwensching van de leiders der
buitenlandsche staatkunde in de beide an
dere staten van het Drievoudig Verbond
moeten hem reeds tot groote voldoening ge
weest zijn; zij ademden een geest van har
telijkheid en weken daardoor geheel en al
af van de in soortgelijke gevallen gebruike
lijke hoffelijkheidsformules en moeten den
nieuwen minister het bewijs hebben gege
ven, dat de bondgenooten zijn optreden met
welgevallen hebbemj>egroet. Nog belangrij
ker echter is, dat zoowel de Russische mi
nister-president Kokowzof als do minister
van buitenlandsche zaken Sasonof spontaan
hun gelukwenschen aan Berchtold zonden,
Kokowzof zelfs in buitengewoon hartelijke
woordingen. Dit laatste, in verband met heb
jongste bezoek van grootvorst Andreas
Wladimirwitsj, bewijst, dab de laatste
zWeem van ontstemming tegen Oostenrijk
bij de Russische regeering geweken is en
dat de betrekkingen thans weder ge
heel normaal zijn. Deze toenadering trou
wens is geheel en al het werk van Berchtold,
die als ambassadeur te St.-Petereburg er
voortdurend op uit was de vroegere vriend
schappelijke betrekkingen tusschen de bei
de rijken te herstellen, hetgeen hem dus ten
volle gelukt blijkt te zijn. En dat de span
ning tusschen cle beide staten thans gewe
ken is, mag met grond worden beschouwd
ak een gunstig voorteeken voor de verdere
handhaving van den Europeeschen vrede.
Thans nog iets over China.
De Fransche gezant te Peking heeft Vrij
dag met het personeel van de legatie een
bezoek gebracht aan Joean Sji Kai.
Al de gezanten der groote mogendheden,
behalve die van Rusland en Japan, hebben
zich thans officieel met den president d^r
Chineesche republiek in betrekking gesteld.
Joean Sji Kai ontving Vrijdag ook een
deputatie van Protestanten te Peking, die
hem haar clanik kwam betuigen voor zijn
welgeslaagde pogingen tot herstel van de
orde, zonder dat er bloed behoefde vergo
ten te worden.
In antwoord op de toespraak van den
leider gaf Joean Sji Kai te kennen, dat hij
al het mogelijke zou doen om de thans nog
voor verschillende godsdiensten bestaande
uitzonderingsmaatregelen op te heffen en
in het gebeele land-vrij he id van godsdienst
in te voeren.
Uit Moekden wordt bericht, dat het Ge
nootschap der Onverschrokkenen aldaar
aan Joean Sji Kai lieeft doen weten, dat
zijn leden zich gewapenderhand tegen de
republiek zullen verzetten. Tob de leden
van het Genootschap behooreh o.a. de be
kende Mongoolsolie generaal Tsjaoersjoen
en prins Tsaitse.
De Land- en Tainbotuv'OngevalIeit-
vei zekering.
Wat goeds hebben deLand b.-Q n d er-
linge en de Tuinbou w-011 cl e r-
lingo nu reeds gedaan?
Tot 1 Juli 1911 hadden devolgende on
gevallen plaats onder de Jancl-. en tuikar-
beiders, .wier patroonswaren aangesloten bij
de Land- of Tuinbouw-Onderlinge:
24 arbeiders gedood door oen ongeval;
16 arbeiders werden leve n sla n g inva
lide, dus ongeschikt om verder him brood te
verdienen; 722 on-gevallen duurden langer
daii 10 dagen; 1373 ongevallen duurden kor
ter dan 10 dagen on korter dan 2 maanden;
108 ongevallen duurden langer clan 2 maan
den. Totaal 2243 ongevallen.
De gestorven arbeiders lieten 11 weduwen
en 16 kinderen beneden 16 jaar na. Deze
weduwen hebben nu levenslang een pen
sioen gekregen, terwijl de kinderen worden
gesteund tot zij 16 jaar zijn.
De 16 arbeiders, die levenslang invalide
werden, hebben eveneens oen pensioen gekro-
gen. Bij elkaar zijn er dus door de Land
en Tuinbouw-Onclerlinge 27 mannen on vrou
wen gcpcnsionneOrcl.
De 722 arbeiders, wier ongeval korter
duurde dan 10 dagen, hebben, voor zooverre
zij daaraan behoefte hadden, gratis .genees
kundige liulp' verkregen. Hierdoor is wel
licht erger voorkomen/ want bij kleine
kwetsuren gaat een arbeider niet spoedig naar
een geneesheer.
Aan de 1373 getroffenen, wier Ongeval
langer da.n 10 dagen en korter dau 2 maanden
duurde, en aan de 108 arbeiders, wier onge
val langer duurde dan 2 maanden, werd, be
halve gratis geneeskundige hulp, ook gedu
rende al dien tijd, van af den eersten dag,
een geldelijke uitkcering gegeven.
Drio arbeiders ontvingen oen som ineens
voor een ongeval met minder dan 10 pCt. ar
beidsongeschiktheid. terwijl cén blijvende
rente, liooge'r dan 10 pCt. werd afgekocht.
En hoeveel geld is voor al deze ongeval
len besteed?
Men zie Kot volgende staatje:
f 10,863.22 is uitgekeerd aan geneeskun
dige liulp; f 24,589.56 was noodig voor tij
delijke uitkeeVingen voor de eerste 2 maan
den; f 6356.60 is gebruikt voor tijdelijke
uitkeeringen na 2 maanden, en f 42,000 is
gereserveerd voor cle uitkeeringen aan do
weduwen, woezen en blijvende invaliden. To
taal eon bodjrag van f 86,809.38-
Dit bedrag is door de land- en tuinbou
wers vrijwillig gestort, om daarmede hun
knechts te steunen, a.ls zij een ongeval in het
bedrijf krijgen.
En Waren de Land- en Tuinbouw.Onder
linge nu niet opgericht, dan waren de we
duwen, weezen en getroffenen geheel aan hun
lot overgelaten. Door de Land- en Tuin-
bouw-Onderlinge is dus heel wat ellen
de g.c 1 e n i g d.
De Land- en Tuinbou w-Onderlinge heb
ben dus reeds heel wat goeds gedaan door het
verleenen van hulp en steun aaa de knechts
en hun nagelaten betrok kingen.
Maar zij zijn op andere wijze ook indi
rect nuttig geweest.
In de eerste plaats hebben zij aangetoond,
hoe hoog noodig het is, dat voor de land- en
tuin-arbeiclers een ongevallen-verzekering in
't leven wordt geroepen. Als bij de 10,689 land
en tuinbouwers, die bij de Land- en Tuin-
bouw-Ondcerlingo op 1 Juli 1911 waren aan
gesloten. in ruim' anderhalf jaar 2344 onge
vallen plaats hadden, dan kan men eens na
gaan hoeveel ongevallen er in ons geheelc
land in den land- en tuinbouw gescljiedcin,
als wij weten, dat dr in 't geheel iets meer
dan 200,000 land- en tuinbouwers zijn. Vol
gens een matige berekening zou dit min
stens worden een 17 a 18,000 ongevallen
per jaar.
Verder is aam de Regeöring getoond hoe
op' praotische wijze een doelmatige land- en
tuin!bouwongevallen-verzekering moet wor
den ingericht.
En ten slotte Kobben de Land- en Tuin-
bouw-Onderlinge bij de land- en tuinbouwers
de overtuiging gewekt, dat door onderlinge
samenwerking inderdaad grootsche dingen
kunnen tob stand komen.
Nog nooit namen do werkgevers, in welk
bedrijf ook, zulk een onderneming op hun
schouders; en dit werk is schitterend be
kroond.
Den arbeiders tot' zegen, den land- en tuin
bouwers tot voordeel en der Regeering tot
voorbeelddat zijn de gelukkige go-
volgen van de doelmatige werking van do
Land- en Tuinbouw-Onclerlinge.
RegelingvanhetArmbestuur.
Amendementen.
De heer Vliegen heeft de volgende
amendementen voorgesteld: lo. Artikel 26
te doen luiden:
Ondersteuning wordt verleend aan hen,
die zich het noodzakelijk levensonderhoud
niet kunnen versohaffen."
De strekking van het amendement is
tweeledig: lo. voor hen, die in dien toe
stand verkeeren, dat zij zich 't noodzakelijk
levensonderhoud niet kunnen verschaffen,
recht op onderstand te scheppen
2o. hen niet te verplichten zich eerst te wen
den tot de (kerkelijke of bijzondere liefdadig
heid. De betrekking tusschen een persoon
en een kerkgenootschap of eenigo andere
kerkelijke instelling dient een geheel vrij
willige te zijn. "Wie verkiest zich tot het bur
gerlijk armbestuur te wenden, zoncler eerst
bij het kerkelijke aan te kloppen, dien moet
clab vrij staan.
2o. Artikel 32 aldus te lezen:
„Indien ondersteuning wordt geweigerd
met de kenlijke bedoeling om armen van
ondersteuning uit te sluiten, op gronden,
niet ontleend aan hun econo
mise h e n toestand, kan door Ons
worden beslist, dat ondersteuning most
worden toegekend."
(De gespatieerde woorden strekken ter ver
vanging van de in het ontwerp voorkomen
de woorden: „niet overeenkomende met de
bestemming van de burgerlijke armenver
zorging".)
De heer Rink heeft ecnige amendemen
ten voorgesteld o.a. van de volgende strek
king:
I. Bij, art. 16 (betreffende geldeü, die
moeten worden geacht bestemd te zijn ton
behoeve van alle de noodlijdenden, zonder
onderscheid van godsdienst, welke in de ge
meente door instellingen van weldadigheid
bedeeld worden) wil de voorsteller aan de
door burgerlijke instellingen of gemeente
besturen bedeelde armen niet hun aandeel
doen onthouden in de door den schenker of
erflater mede. voor hen bestemde gelden.
Voorts wil hij verduidelijking en vaststel
ling in de wet van den maatstaf der verdee-
ling.
II. Bij art 20 wil hij doen bepalen, dat
de oprichting van nieuwe burgerlijke en
gemengde instellingen geschiedt krachtens
een besluit van den gemeenteraad.
III. In art'. 56 wenscht hij de taatk van
den armenraad volledig aangeduid te zien.
IV. Op art. 7 eindelijk heeft hij een
amendement voorgesteld met de strekking,
voor de geschillen over de vraag, of een in-,
stelling is een instelling van weldadigheid
en tot welke der in art. 2 omschreven soor
ten zij behoort, de tot dusver gevolgde wij
ze van procedeeren te behouden. Die ge
schillen zijn veelal door hun ingewikkeld
heid, belangrijkheid en omvang, minder ge
schikt om op de eenvoudige bij art. 7f om-»
schreven wijze berecht te kunnen wórden-
Tarief van invoerrechten.
De Minister van Financiën, heeft be-»,
paald, dat eenige beslissingen betreffende
de toepassing van het tarief van invoer-'
rechten ter kennis van de ambtenaren der
invoerrechten en accijnzen zullen worden
gebracht.
Wij noemen er van:
Voortaan zullen geparfumeerde of wel
riekende, niet. uit of met alcohol bereide
mondwaters, tandpasta's, tandzeepen, tand
poedens en dergelijke proeparaten, belast
moeten worden als „Reuk- en parfumerie
waren" met een invoerrecht van 5 pet. der
waarde.
Zijn de hiervoor bedoelde artikelen ni-it
geparfumeerd of welriekend, dbch wel
verpakt voor den verkoop in het klein, dan
is daarvan eveneens een recht van 5 pet.
der waarde verschuldigd als „Kramcrij."
Een smeermiddel voor machines, bestaan
de uit een vast vet, waarin een weinig vet
zure alkali, kan vrij ten invoer worden
toegelaten.
Het hierbedoelde praeparaat komt onder
den naam van „Asbetoline" in den handel
voor.
Boterkamtjes, hoofdzakelijk vervaardigd
van glas en metaal, kennelijk ingericht voor
de vervaardiging van boter voor eigeu
huishoudelijk gebruik, zijn niet onder Jo
van invoerrecht vrijgestelde gereedschap
pen en landbouwwerktuigen te rangschik
ken, doch belast naar het hoofdbestanddeel
met een recht van 5 pet. der waarde.
Vuurmakers, bestaande in hoofdzaak u:t>
minerale- olie, die met behulp van vetzure
en harszure zeep in vasten toestand is ge
bracht-, zijn bij invoer in een voor den
Verkoop in het klein geschikte verpakking
belast als „Kramerij" met een recht van
5 pet. der waarde.
Een machine tot het paraffineeren van
botervaten uitsluitend ingelicht om meb
behulp van stoom te werken, is naar haar
aard te rangschikken onder de van invoer
recht vrijgestelde fabriekswerktuigen.
luternationaal Godsdienst congres.
Van het internationaal godsdienstcongres,
dat van 9 tot 13 September a.s. alhier ral
worden gehouden in de Collegezalen van het
Universiteitsgebouw, liéeft Prins Hendrik
der Nederlanden het beschermheerschap
aanvaard, terwijl in het eere-comite zit
ting zullen hebben: de heeren mr. W.
H. de Beaufort, voorzitter; Jhr. mr. W.
H. de Savomin Lohman, dr. J. D. van dor
Waals, Jhr. mr. dr. N. C. de Gijselaar, mr.
J. A. Loeff, E. C. Baron Sweerts de Lan-
das Wyborgh en dr. II. C. Kern. Het comi
té van organisatie wordt gevormd door de
heeren dr. P. D. Chantepie de la Saussaye,
voorzitter, dr. C. Snoudk! Hurgronje, vice-
voorzitter, dr. B. D. Eerdmams, 1ste secre
taris, dr. D C. Hesseling, 2de secretaris;
dr. W. B. Kristensen, 1ste penningmeester,
J. P. Suringar, 2de penningmeester,-
dr. J. J. M. de Groot, dr. A. E. J. IJolwor-
da, dr. J. C. G. Jon/kei*, dr. K. Lake, dr.
J. E. Speijev en dr. G. van Vollenhovsn.
De ontvangst-commissie bestaat uit do
heeren mr. A. J. Fokker, mr. P. E. Briet,
II. O. Hart-evelt, J. van der Vlugt, W. J.
P. Snringar en B. D. Eerdmans-
Een 16-tal buitenlandsche hoogleeraren
hebben zich bereid verklaard liet interna
tionaal comité te vormen.
Ruim 40 buitenlandsche leden traden on
middellijk toe, benevens een aantal binnen-
landsche leden. Prof. dr. II. Bavinck, uit
Amsterdam, zal als gedelegeerde van de
Nederl. Regeering het Congres bijwonen.
04)
„Ik kom tot u, waarde nicht," begon
'oom, het vertrouwelijke „je" weglatend,
als voogd van de beide meisjes. Dorothé
heeft mij meegedeeld, dat gij F ried rich
nie£ in staat wildet stellen het erfdeel der
meisjes uit te betalen. 16 dat zoo?"
„Ja, oom, omdat ik in dat huwelijk niets
dan ongeluk voor Dorothé zie."
„Gij zijt zeer bezorgd voor Dorothé. Mis
schien komt ge op uw besluit terug als ik
zeg, dat het lot der beide meisjes mij zeer
ter harte gaat en dat ik alles zal doen, wat
in mijn macht is om het geluk van beiden
'te verzekeren."
„U wilt het kapitaal uitbetalen?" riep
(Francisca met zekere teleurstelling in haar
stem.
„Neen. Daarvoor beschik ik, helaas, niet
over voldoende middelen. Ik heb uw mil-
iioenen niet. En ik wil Voswinkel aan ïnijin
erfgenamen niet zoo schnldbeladen achter
laten als Friedrichs vader zijn bezit. Maar
ik geloof, dat er nog andere wegen zijn om
tot ons doel te geraken."
„En die zijn?"
„Een krachtig beroep op uw geweten te
'doen. Hebt ge niet uw zeer bijzondere rede
nen, om dit huwelijk te verhinderen?"
Francisca beefde even bij die woorden.
Zou de oude heer van Ribbeek gehoord heb
ben welk boos geheim zij met zich omdroeg?
Zij dacht weer aan het gemaskerde bal en
aan de woorden van Ribbeek in den sneeuw
storm bij Trafoi. Maar zij. wist zich, on
danks den angst, die haar folterde, te be-
heerschen. Zij bleef uiterlijk kalm.
„Wat mijn bedoeling is met mijn weige
ring heb ik zoo pas gezegd. Dat weet Doro
thé ook. Daar is niets in, wat mijn geweten
drukken kan. Of is het niet goed anderen
leed te willen sparen? Mijn man is wettelijk
niet verplicht het kapitaal uit te keeren,
het testament spreekt alleen van de rente,
zoolang hij nog niet anders kan vanwege
de oudere schulden."
„Goed, Maar er zijn ook zedelijke ver
plichtingen! Wat men in onze kringen zal
zeggen, als men hoort wat hier gebeurd is,
dat behoef ik u zeker niet te zeggen. Wij
hebben u als Friedrichs vrouw graag als
gelijkgeboren in enzen kring begroet. Maar
onze familie is steeds een familie van eer
geweest. Men weet nauwkeurig te onder
scheiden wat passend en wat onedel is.
Blijft ge bij uw weigering, dan zal men uit
mijn mond de ware reden van die ignobele
houding hooren. De gevolgen daarvan zullen
voor Friedrich en u niet aangenaam zijn."
Francisca zweeg eerst na de ietwat drei
gende woorden van oom Anton. Haar angst
nam toe bij het alternatief, dat haar gesteld
werd. Zij moest een uitweg vindenhet gold
voor haar tijd te winnen en rij haalde daar
om verlicht adem, toen Satow voortging:
„Ik geef u tot October bedenktijd. In de
eerste opwelling zegt men licht dingen,
waar men later spijt van heeft, en, zooals
ik gehoord heli, heeft Dorothé u belee-
digd."
„Niet dat ik weet," zei Francisca koe4.
Satow trad op haai' toe en keek haar met
zijn kleine, blauwe oogen scherp aan, ter
wijl hij vroeg:
„Hebt u misschien den ouden Stephany
uit liefde genomen?"
Francisca voelde tot haar groote erger
nis, dat zij een kleur kreeg, en keek zwij
gend naar den grond.
„Nu, dit blijft dus afgesproken," zei hij
op grimmigen toon. „En Dorothé neem ik
nu dadelijk met mij mee. Het is niet goed
voor haar om hier onder deze omstandighe
den te blijven. Het be*ste. 'En ik hoop, dat ge
binnenkort den goeden weg terugvindt. Bin
nen eenige weken zal ik nogmaak bij u aan
kloppen. Het valt mij, ouden man, gemak
kelijker te zeggen wat- noodig is dan de
jongelui. Het laatste woord zal aan u zijn
en ik hoop, dat het zoo mag zijn als ge-
wenscht en goed mag heeten."
Even stijf als hij gekomen was, ging hij
de kamer uit en stapte terstond naar Do
rothé, die hij met een paar woorden zei
alles in te pakken en daarna met hem naar
Voswinkel te vertrekken.
„Voor altijd, oom?" vroeg zij en de tra
nen schoten haar in de oogen.
„Wat, je hebt je zoo moedig gedragen,
je hebt je schoonzuster zelfs onomwonden
op haar plaats gezet en nu sta je daar te
huilen? Komaan, flink op, meid. Ik ga hier
even zitten en binnen een kwartier ver
wacht ik, dat jo klaar bent. We rijden dan
terstond weg. Veel tijd heb je dus niet
meer."
De oude heer wiet heel goed wat hij deed.
Hij begreep, dat een zoo spoedig mogelijk
vertrek' voor Dorothé het beste was, ad
scheen zijn optreden ook wat hard en ge
voelloos
Toen de kleine handkoffer van Dorothé
gesloten was, riep oom Anton Johan binnen
en zei hem den koffer naar den wagen te
brengen.
„De andere dingen van cle juffrouw kun
nen mórgen wel gepakt worden", zei hij
bij het instappen tot den huisknecht. „De
juffrouw komt mijn huishoudster helpen,
die ziek is; zij heeft rust noodig en daar
om gaat juffrouw Dorothé niet mij naar
Voswinkel."
Zoo vertrok Dorothé van Damitz. Zij
trachtte met alle macht haar tranen te on
derdrukken, maar het was haar of zij stik
ken zou van benauwdheid. Doch zij hield
zich dapper tot zij 's avonds alleen op haar
nieuwe kamer was. Met bevende hand sloot
zij toen de deur, viel op een stoel en ween
de lang.
„Dus u bent met het jacht tevreden, me
vrouw
„Het is veel mooier dan ik gedacht had,
baron, en het loopt voortreffelijk, zooals
stuurman Merkens zegt. Ik ben er verrukt
over
„Bent u al ver geweest? Al een6 een groo-
ten tocht gemaakt?"
„Neen. Ik had u immers beloofd daar
mee te zullen wachten tot u hier waart."
„U bent zee$ vriendelijk, mevrouw."
„Zoudt u mij uw meening voor een groo-
ten tocht eens willen zeggen, baron?"
„Och mevrouw, u weet zelf beter clan ik
goede plannen in elkaar te zetten. Gij hebt
mijn raad eigenlijk niet noodig."
„Voorzichtig, baron, vooral in de nabij
heid van mijn man. Hij moet later verrast
worden, als ons plan kant en klaar' i*. En
het moet een schitterend plan zijn, dat wij
hem dan ontvouwon Wat nu Annalena
betreft, moet je ook voorzichtig zijn. lüj iod-
rich kan allerlei bezwaren maken, bijvoor
beeld het 'leeftijdsverschil, om maar iets te
noemen. En dan is de voogd er ook nog:
oom Anton heeft een gewichtig woorcl mee
te spreken."
„En Annalena zelf. Van haar zegt o
niets?"
„Zij is licht te beïnvloeden, juist omdat
zij jong is. Ik zal trachten haar nu voor
goed van de kostschool weg te krijgen;An-
nalena heeft wel eens den wensch geuit om
de huishoudschool ih Potsdam te bezoeken.
Daar gaan tegenwoordig veel jongedames
van haar stand heen. Dat kunnen wij haar
vocgd meecleelen. Zij wordt dan nu al van
de kostschool genomen en tot April in het
volgende jaar houd ik haar dan op Damitz
Zij kan hier dan al wat^in de huishouding
leeren doen, en is, als zij op de school komt,
al gedeeltelijk met het werk op de hoogte."
„Maar als zij hier is, zal zij cle feestelijk
heden in de stad meemaken en kennis aan
de officieren van het garnizoen krijgen."
„En de oom vreest dan cle conourrenlie
van zijn neef. Daar is iets van waar, maar
vóór wij een paar maanden verder zijn, kan
alles tusschen u beiden al in orde zijn."
„Annalena is nog zoo jong", meende hij.
(Wordt vervolgd.)