XiEIDSOH DAGBLAD, Zaterdag 17 Februari, Eerste Blad.
No. 15949.
PERSOVERZICHT.
Anno 1912.
FEUILLETON.
frfaai* gfo@3 gemist.
J
De Haagscue briefschrijver van de „Z u t-
fch ensclie Courant" waarschuwt tegen
'Je gevolgen 'der concentratie van de
linkse he partijen.
„De groepen van de heeren Drucker en
Borgesius hebben, zegt hij, als nummer één
op haar program gezet de eindoplossing van
het kiesrecht-vraagstuk; als nummer twee
'de sociale wetgeving langs lijnen, die sedert
geruimen tijd getraceerd zijn. Nuances, ter
wille van meerderen steun, zijn mogelijk,
wijziging der principes niet. Er heeft zicli
in d e partijen een communis opinio gevormd,
waarvan een eventueel optredend Kabinet
zic-h niet meer zou kunnen losmaken. En
31 u mogen zij, die voor 1913 een concen
tratie aanbevelen, wel bedenken, dat door
een samengaan met de oud-liberalen weer
op losse schroeven wordt gezet, al wat in der
jaren moeilijken loop in heb leven der
partij zelve zich heeft gevormd en ont
wikkeld. Zij 'hebben ook in het oog te
houden, dat die 'principes van sociale wet
geving en •algemeen kiesrecht gaandeweg het
wezen hunner partijen zijn gaan uitmaken,
en dat een samengaan met tegenstrevers bij
'de stembus, een aanbeveling van vijanden der
zaken, die men voorstaat, slechts hun eigen
krocht en steunsel kan deren, hoe bekaaid
eventueel het clericalisme er af zou kunnen
komen bij de verkiezingen.
Hei Ivuypcrismc, zeker, het is de gemeen
schappelijke tegenstanden van alle vrijzin
nigen, cn wanneer de, overwinnaars bij de
stembus konden gaan neerzitten en verder
niets positiefs te wrochten hadden, welnu,
liet cone ontroeren zou misschien nog niet
zoo gek zijn. Zulks kan echter eenmaal niet,
een politieke zege dient in daden le wor
den' omgezet en het is ons nog niet vol
komen klaar, voor welke daden ooucentra-
tie een meerderheid zou kunnen brengen.
Het Kuyperismo valt bovendien evengoed,
even krachtig <cn wellicht principieéler te
bestrijden zonder st-embus-aocoord van alle
vrijzinnigen. "Wat let dezen het „getreunt-
maischieren, verein'fc schlagen" Zou het niet
als een getuigenis van politieke cn zedelijke
armoede kunnen worden beschouwd, zoo vrij
zinnigen, die voor uitstreven, alles prijs geven
alléén om hun afkeer van. het christelijke
gouvernement den vrijen teugel te vieren,
zonder dat, gelijk in 1905 een gebiedende
reden daartoe leidde?
Een vijand, waaraan onze beide groepen
wellicht niet altijd de volle aandacht wijden,
iJ de sociaal-dcmooiratie. Zeker, men vreest
en terecht de politiek van mr. Troel
stra's eenvoudig ultra-radicale pjarfcij niet
■zoozeer, men weet wel, dat ook deze, zich
als revolution, n air beschouwende lieden, in
Je praqtijk de revolutie niet kunnen dpor-
Voeren, omdat het parlementair optreden
hetzelve reeds uilaluii. Men is er ook van
jPvertuigcl, dal tal van sociale web ten door
drijven zijn met de hulp der socialisten,
jat men bij hen ecu altoos onzekeren, maar
niet zoo zcldzamen steun kan vinden. Men
erkent de macht, -die zij bij de stembus
kun nen uitoefenen, en vertelt u precies do
ijU.st.iaten, waar hun; hulp om den liberaal
ï,H herstemming te krijgen eenvoudig onmis
baar i,s.
Maar één ding wordt in do roerige dagen
van Juni wel vaak vergeten: dat de sooiaal-
democraten het grootste deel hunner kiezers
uit de gelederen der vrijzinnigen recrutee.-
Ten, en dab al die steun en onderstand bij
verkiezingen daartoe wel moest leiden. Het
is deswege noodzakelijk, dat het vrijzinnig
beginsel in 0113 volk ook tegenovec de so
ep, axil-democratie 7.00 scherp mogelijk worde
afgebakend. dat de kiezers cn zij, die
het mede door ons streven etrak9 zullen
worden, ziojh rekenschap kunnen geven,
waarom het nog iets anders is -dan een
gradueel verschil, of zij op den socialist
dan wrel op den liberaal stemmen. Men mag
erkennen, dat in du- richting niet weinig
wordt* gewerkt, maar het is juist de vrees,
'dat die arbeid of veel er van weder door een
al ie opportunistische stembustactiek onge
daan zou worden gemaakt, di.e ons, na be
raad, deze waarschuwing cloet schrijven.
Op dit oogenblik hebben vrijzinnig-demo
craten en Unie-liberalen zich af te vragen,
wat te doen om het eigen beginsel dieper
en dieper in het volk te doen neerzijgeu, zij
zullen dan hun plioht ten volle vervullen en
zooveel sterker staan als straks de verkiezin
gen aanbreken. Maar het is toch nu niet de
tijd om over ta-otische manoeuvres te gaan
denken en spreken, die n.b. uitgevoerd moe
ten worden op een terrein, waarvan nog zoo
goed als niets bekend is. Men kent de gene
raals der tegenpartij, maar weet volstrekt
niet in welke orde de troepen geschaard zul
len zijn, wcllce accidenten hot terrein ople
vert..
Men zij ziqhzelf, niets dan 'dat. De beide
partijen zullvn er bij gedijen niet alleen,
maar de basis voor haar samenwerking zal
er te hechter door worden. Men verbreide het
vrijzinnig beginsel alom, cloe het ingang
vinden in zoo -r.uim mogelijken kring en
vermijde daarbij voorshands schadelijke kans
berekening."
Dr. Seheurer, liet Kamerlid voor Sneek,
schrijft in „De Christelijke Onder
wijzer" over Christelijke onder-
wijzersvoor dein disc he openbare
school. In dat artikel zet hij beknopt
de geschiedenis van lvet Indische onderwijs
uiteen en toont hij aan, dat het openbaar
onderwijs hier en daar ginds, wat betreft
het beginsel dier neutraliteit, precies, het
zelfde is. De schrijver zegt:
Op de openbare scholen voor Europeanen,
zocwcl als op de gouvernemcnts-scholen voor
Inlanders, mag alleen neutraal, d. w. z. anti
christelijk onderwijs, gegeven worden.
Indien dus een beslist Christelijk onder
wijzer liier het openbaar lager onderwijs
niet kan en mag dienen, dan kan cn mag
hij het evenmin in Indië.
Do reden, waarom hier een beslist Christe
lijk onderwijzer weigert over te loopen naar
het openbaar lager onderwijs, geldt dus ook
voor Indië.
Is er op dé' openbare school hiér geen
plaats vo;or den Christ ui Gods ook daar
ginds mag men op de school aiiefc spreken
van 'Jezus Christus als den Zaligmaker van
zondaren.
Heeft de Regeering hier de deur der open-
baro school gesloten voor den onderwijzer,
die in het onderwijs zijn God wenseht to
dienen, diezelfde Regééring heeft ook in
Indië de openbare school om dezelfde re
denen voor zulk een onderwijzer gegrendeld.
Door dit uit to spreken, zegt de schrij
ver verder, wil ik thans de positie niet be
handelen, die de Regecriug ten opzichte van
het onderwijs moet innemen. Ik wil alleen
dit zeggen, dat do verhouding van liet Chris
telijk onderwijs ten opzichte van het gou-
vèmements-ppehbaaT, z.g.n. neutraal onder
wijs, hier en in Indië gelijk is. 't Is om'
deze oorzaak, dat dan ook in Indië rectkf
meer id an een Christelijke school Werd op
gericht, voortkomende uit het particulier
initiatief cn gesteund door Rijkssubsidie^
De uitnoodiging, aaal onze Christelijke ou
derwijzers gedaan, om> ondec hoogst ver
lokkende geldelijke aanbiedingen, liet Chris-'
lelijk onderwijs te verlaten en in Indie
het openbaar onderwijs te gaan dienen, moet
dan ook beslist worden afgewezen.
Moet liet hoogerc salaris hier beslissen
dan bedenke men toch, dat zulk geld ons
niet ten zegen, maar ten vloek zal zijn.
zijn.
Meent men op 'deze wij?e van grooten in
vloed te kunnen zijn, zoowel voor den In
lander als voor den Europeaan dan be
denke men, dat in "een verloochening van be
ginsel en verflauwing der grenzen niet de
kracht van geestelijken invloed ligt. 't Geldt
hier een beginsel-kwestie, een staan voor
het recht en dc oero Gods 'ook inzake heti
enderwijs. De mannen vau strijd en zegen"
izijn ons in dezen voorgegaan en het zou
een slag in 't aangezicht zij a van dc historie,
indien wij (den treur igan moed hadden, door
onze daden dien wortelstrijd te negecrcu.
De schrijver eindigt: Ook de Regeering
woïdt door zulk een overloopcn naar de
openbare school niet gediend. De openbaring
van een krachtig, beslist geestelijk -begin
sel bij onze Christelijke onderwijzers zal do
Rcgeering steunen in haar actie om ook
op schoolgebied recht en gerechtigheid te
betrachten. Zulk een invloed komt Land
en Volk ten goede en brengt cere aan onzen
God.
Ik kan mij eenigszins voorstellen, dat
ook evengoed een week en langer aan be-
ateden.
Alles hangt af van de manier, waarop
men de zaak aanpakt.
Verlaat men het terrein dezer beperkte
technische wijziging, om op het veld eener
principieel© herziening, als bijv. het ont-
werp-Ter Laan wil, te gaan grasduinen, ja,
dan is op geen voeten of vademen te zeg
gen waar men naar toe gaat.
Dan i3 het veel beter, dat men de zaak
is 's hemelsnaam nog maar een poos laat
rusten en de kwaal laat doorzielken.
Maar als bij allen de goede wil voorzit
om de voorgestelde wijziging, die i ed e r-
ecn wenseht, wat men overigens rog
meer moge verlangen, tot stand te bren
gen. dan komt het van het jaar nog in het
reine.
Indien de onderwijs-deskundïgen ter lin
kerzijde hun politieke chefs kunnen overre
den, voor deze technische herziening, die al
lerlei rompslomp afsnijdt, onderwijzers on
schoolopzieners van ballast ontheft en ach
ter den slakkengang der administratieve
behandeling een flink vaatje zet, dc politiek
een paar uren vrijaf te geven, dan is cle
zaaJk gezond.
De strekking van het ontwerp komt 'n
het kort hierop neer: lo. het buiten twijfel
vaststellen van den verantwoordelijken per
soon; 3o. het binnen enge grenzen terug
brengen der iipkt-, papier- en, wat uog het
ergst is, tijdverspilling; 30. het inkorten
van den hopeloos langen duur der admi
nistratieve behandeling, gedurende welk-a
de verzuimen zich straffeloos vermenigvul
digen.
Verzuimt thans een leerling de school,
dan komt er eerst een aanmaning van den
schoolopziener. Helpt clie niet, clan volgt,
met in-acht neming van een behoorlijken of
liever onbehoorlijken termijn, een waar
schuwing vanwege do commissie tot wering
van schoolverzuim. Baat dit nog niet, dan
(komt eerst nog een aanzegging van den
schoolopziener, dat het geduld der wet ton
einde is. En eerst in vierde instantie volgt
het proces-verbaal.
Volgens bet ontwerp volgt op een eerste
aanzegging van den schoolopziener nadat
de commissie tot wering van schoolverzuim
het geval heeft onderzocht - bij herhaling
der overtreding onmiddellijk proces-ver
baal. Wat thans maanden vordert zal dan
in evenveel weken worden klaar gespeeld.
Men zal gaan inzien, dat het met de wet
geen gekheid is, en de schrik, die er in zal
komen, zal preventief werken. Overtredin
gen voorkomen is juist de bedoeling der
wet, en deze bedoeling is tot dusver volko
men gemist.
Daarom juist, zoo besluit „Het H 11 i s-
g e z i *1", is het zoo te wensohen, dat men,
zich beperkend tot hetgeen heb wetteko
beoogt, het zoo al niet zonder meer, dan
toch zonder veel vieren en vijven aanneemt.
,,D e Nederland er'* heeft' bespro
ken de memorie van antwoord der Regee
ring betreffende het ontwerp tot rege
ling van de positie van v r 0 u w e-
1 ij k e r ij k s a ra b t e 11 a r e n en o n d e 1-
w ij z o r e 8 s e n bij het openbaar lager
onderwijs, dio in het h u w 0 1 ij k treden
(ontslag bij huwelijk). Het volgende is er
aan ontleend:
De Regeering raagt geen bijzondere
regeling van de gevolgen bij gebruikmaking
van haar recht tot ontslag, zij vraagt een
„alge me enen regel voor ontslag der in liet
huwelijk biedende ambtenares," en deze
regel kan niet zonder meer op het dienst
belang worden gebaseerd. Trouwens, de
uitzonderingen die zij zelf voorstelt, bewij
zen, dat „somtijds" het dienstbelang door
het behoud clcr gehuwde ambtenares niet
wordt geschaad, en zij zal wel niet bewe
ren, dat haar uitzonderingen niet met nog
eenige andere te vermeerderen zijn.
Dienstbelang kan dan ook, naar ons ge
voelen slechts voor ieder bijzonder geval
worden aangevoerd.
Trouwens, de Minister zegt zeer onom
wonden, dat de strekking van zijn wets
voorstel „niet" is: het belang van den
dienst, maar: „eerbiediging van het huwe
lijk, door de Overheid te waarborgen."
Ziehier, wat o. i. de fout is van het ont
werp. Het keert zioli tegen de vrouw-
ambtenarea, alsof deze, door te huwen en
in dienst te willen, blijven, reeds daardoor
den eerbied voor het huwelijk met voeten:
treedt. Wij zeggen niet, dat dit nooit heb;
geval is; maar wij ontkennen, dat de Over
heid liet reoht heeft de vrouw in haar
dienst, en wel de „vrouw alleen," tot zulke
eerbiediging te dwingen door ontslag. Den'
man laat zij ongemoeid. De man, die op
allerlei wijzen den eerbied voor het huwe
lijk practisch met voeten treden kan, blijft
in 's lands dienst. Hem treft geen verwijt,
on zeker geen ontslag, al blijft in zijn par
ticuliere leven niets over wat naar eerbied
voor het huwelijk gelijkt. Wij zeggen niet»,
dat wij zouden wcnschen, dat de Overheid
het particuliere leven harer ambtenaren
tot reden van ontslag maakte, (in sommige
gevallen zal zij dit kunnen en o. i. „moe
ten" doen), maar wij komen er tegen op,
dat, zelfs in zulke uitersten, met „het geval
wordt" gerekend, terwijl de vrouw geheel
anders, eenvoudig onbruikbaar wordt ge
noemd dooi* het enkele feit, dat zij trouwt.
Zelfs rekening houdend met de physioke
verschillen tussohen den man en do vrouw,
komt ons niet recht voor.
In een artikel over de garnizoen»-.
indeeling van het I e g o r, naar
aanleiding van het feit, dat dc Minister vaji
Oorlog met verschillende militaire* autori
teiten een bespreking heeft gehouden over
de kazerneering der troepen in velband
mot de grootere sterkte van de lichtingen
over militie onder de nieuwe wet, schrijft
„De Nieuwe Courant" o. a.
Voor zoover wij weten, is bij den kazer
nebouw nimmer te werk gegaan volgens
een vast stelsel van groepeering der strijd
krachten over het land. Nu eens bouwde
men op een plaats, omdat er nu eenmaal
tooh garnizoen was, d'an, omdat men er
goedkoop den noodigen grond kon krijgen;
hier, omdat het gemeentebestuur willig
was, gincb om moeilijkheden met liet ge
meentebestuur te ontgaan; elders deinsde
men voor zulke moeilijkheden terug, of
schoon men or garnizoen wilde brengen.
•Slechts in den lateron tijd was nu en dan
een. streven merkbaar troepen van verschil
lende wapensoorten in niet te geringe hoe
veelheid in één garnizoen te vereenigen,
in welks nabijheid zich goede oefeningster
reinen bevonden of waar men zioh, hetzij
door aankoop, hetzij op andere wijze, do
beschikking over zulke terreinen wist to
vezekeren.
Hoe lofwaardig het beginsel moge 7,ijn
hetwelk aan dat streven ten grondslag
strekte, tooh werd er wel eens bij over 'b
hoofd gezien, cla-t aan een behoorlijken af<
stand tussohen kazerne en oefeningsterrein
(schietbanen inbegrepen), ook het voordeel
verbonden is, dat, als het ware vanzelf, de
zoo broodnoodigo marschvaardighoid er
door in de hand wordt gewerkt. De terrei
nen moeten niet te dicht bij honk gelegen
zijn
Doch, welke overwegingen bij de bepa
ling dor garnizoensplaatsen en, als gevolg
daarvan bij het bouwen of verbauwen van
kazernes, enz. ook den doorslag gaven, één
is 01*, die blijkbaar veelal werd over het
hoofd gezien, t. w. de vraag: Hoe zullen
wij komen tot een doelmatige lccaliseering
der militie? Wel werd herhaaldelijk door
verschillende schrijvers over onze militaire
organisatie op looallseering der militie aam
gedrongen cn ook wij lieten ons in dat op
zicht niet onbetuigd; doch van Regeeringa
wege bleef men, na den bouw van het in
fante riekozerneinent te Assen* in die rich
ting steken.
Pest op Java.
Bij het departement van koloniën is ont
vangen het volgende telegram van den
gouv.-gen. van Ned.-Indiëj d.d. 16 dezer,
betreffende pes (gevallen op Java geduren
de de veertiendaagscho periode van 31
Januari tot en met 13 dezer
Afd. M a 1 a n g 12 dooclelijke gevallen.
Dooloe. Gagoe M a d j 0 e U gevallen
en K e d i r i o. 1 geval.
26)
De lucht is betrokken, dacht de baron;
mevrouw is ontstemd. Én hij voelde zioh
ook werkelijk min. of meer schuldig. Om
hun lang wegblijven weer wat goed te mar
ken, werd hij nu terstond cén en al ridder
lijkheid. Ribbeek ondersteunde hem daarbij
op krachtige wijze. Heb duurde niet lang,
of de goede stemming was weergekeerd.
Eranoisca werd steeds vroolijker en haar
opgewektheid week zelfs niet, toen de
chauffeur binnen kwam met <le tijding, dat
hij door een defect aan de auto het eerste
uur in geen geval nog zou kunnen wegrij
den, Tob aller verbazing besloot Francisca
den terugweg te voet af te leggen.
„Zal dat niet te vermoeiend voor je
zijn?" vroeg Dprothé, terwijl Annalena op
luidruchtige wijze uitdnddring aan haar
vreugde gaf.
„Ik heb meer vertrouwen op mijn voe
ten dan op de auto, nu wij» naar beneden
gaan en er al een defect is. Rijd je niet lie
ver alleen, W örmer V'
„Ja, mevrouw. Het liefst bleef ik hier
tot morgen. Want het weer schijnt er niet
beter op te worden en als het gaat regenen,
ben ik bang, dat de wegen zeer gevaarlijk
sullen worden."
jjSlechb weer li' Dat woord ging van tafel
tot tafel en algemeen stond men op, als
wilde men nog zien in veiligheid te komen
vóór het onweer, dat men vreesde, los
barstte. De zaal was in weinige oogenblik-
ken leeg, want allen begaven zich naar bui
ten. Een kille iluoht sloeg hen te gemoefc en
van den kant van Order kwamen zwarrs
wolken aanjagen, terwijl het dal nog in
zonneglans lag. Daarheen! was het parool,
izoo snel als het maar kon.
„Het zal gaan sneeuwen f' zei een stem.
die Annalena spottend om deed kijken.
Sneeuw? En dat in Juli! Maar de baron
lichtte haar in en zei, dat het geenszins to*
cle onmogelijkheden "behoorde, dat in deze
streek in deze maand sneeuw viel.
.Nog la-g er zekere ongeloovige verbazing
in haar oogen, toen de eerste sneeuwvlok
ken begonneu neer te dwarrelen. Eu even
later woei er een wilde stormwind, clio het
loopen moeilijk maakte. Anhalena genoot
echter van de verandering van het weer;
zij knoopte haar mantel dicht, trok de kap
daarvan over het hoofcl en liep zingend
voort, zoodat de baron haar bij kon hou
den. Vroolijk stapte hij naast haar en keek
haar lachend van ter zijde aan. Het was
ljem weer abt lioorcle hij de wonderbro 1
rüischen, waaruit hij drinken moest, om ge
heel te verjongen.
Achter hen liep Dorothé, zwijgend. Rib
beek was genoodzaakt als cavalier aan cle
•zijde van Francisca. te loopen, zoodat er
van vertrouwelijk gesprek, zooals op de
heenreis, geen sprake kon zijn. De scho.me
France had terstond beslag op hem gelegd
en hoe weinig dust Ribbeek ook had om aan
haar zijde de wandeling te maken, ditmaal
ontsnapte hij haar niet.
Francisca liep in den beginne langzaam
en toen de sneeuw in dikker vlokken begon
te vallen en de wind in hevigheid toenam,
liet zij zich door Ribbeek goed in haar
een Christelijk Minister van Koloniën gaarne
Christelijke onderwijzers bij het onderwijl
in Indië ziet, doch zooals de toestanden nu
zijn, zal ook diezelfde Minister heb moeten,
billijken, dat ohze Christelijke onderwijzers
elke uitnoodiging mjst e^n nou possimus be
antwoorden.
Onder het hoofd DeagendaderKa-
m e r lezen wij in ,,H e t Y o 1 k"
De Kamer-agenda, zooals dio den leden
voorloop ig is opgegeven, bieclt een e enigs
zins zonderlingen aanblik. Wij bedoelen die
voor de openbare behandeling.
Er werd reeds op gewezen, hoe er de
motie-Troelstra op ontbreekt, terwijl deze
toch vóór Paschen zal moeten worden be
handeld. Doch er ia meer!
Bovenaan staat immers: Regeling van
het Armboöbuur en heel onderaan ontwerp
9... -de Bakkerswet. Dit is zonderling, want
de indiening van het ontwerp-Armenwet,
dateert van 31 Maart 1910 en de Bakkers
wet van 11 Mei 1909. Het laatstgenoemd
ontwerp is dus een jaar ouder. Nu is wel
het ontwerp-Armenwet door een commissie
van voorbereiding behandeld, maar daar
staat tegenover, dat cle Bakkerswet her
haaldelijk in cle afdeelingen is geweest en
bovendien reeds eens in het openbaar is
behandeld.
Nu zal men misschien willen zeggen, dat
het er weinig toe doet, daar toch de bedoe
ling voorzit, om vóór Pasohen al die ont
werpen af te doen. Daar zit evenwel de
kneepNiet slechts, dat, behalve de Ar
menwet, een interpellatie en een motie zul
len vóórgaan, dat zou nog niet 7.00 bezwaar
lijk zijn. -Maar bovendien moeten voor gaan
een aantal andere wetsontwerpen, waaron
der cla-t betreffende... „Bepalingen tot be
scherming van in het wild levende vogels" 1
Dit vrij onbenullig ontwerp is ingediend 11
April 1911 en is dus twee j a a r jonger
dan heb cntwerp-Bakkerswet. De Trek-
liondenweb ging reeds voor de ontwerpen
tot bescherming vajt arbeiders. Zal nu de
Yogelwet vóór de Bakkerswet gaan'?
Dit is geen zuivere koffie
Worclt deze agenda zóó vastgesteld, dan
wordt, hoogstivaanschijniijk do Bakkerswet
vóór Paschen niet afgehandeld. Na Pa
schen denkt men aan de behandeling der
Radenweb en der Ziektewet-, aülerlei andere
ontwerpen wachten nog, en zoo kan de
Bakkerswet zeer gemakkelijk onder tafel
geraken. Leve clan de sociale wetgeving
Voor het afdeelingsonderzoek zijn voor-
loopig ter zijde gelaten de soc.-dem: ontwor
pen aangaande de Arbeidswet en, cle her
ziening der Leerplichtwet met het. oog op
het 14de jaar. Vergissen wij ons niet, dan
zijn de sociaal-democraten bereid, zich daar
in fe schikken, opdatcleze ontwerpen na
Pasclien in de eecticn jzullen komen. Maar
tegenover deze toegeeflijkheid nopens
eigen ontwerpen, zullen zijhopelijk, met
hun gev/onen, bdangioozen ijver in het tot-
starid-brengen van sociale wetten, vorderen
den voorrang van het sociale ontwerp der
Regeer ing boven miudör urgente za
ken van anderen aard.
In ieder geval is het cle moeite waarcl te
signaleeren wat er waar3c.h1jnli.jk broeit:
een ongemerkt, aohteropsohuiven van de
Bakkerswet, ter wille van de groot-inclus-
trieele bezwaren en enkele cloor de fabri
kanten opgehit-ste kleine bakkers, cle blind
zijn voor de belangen van zióhzelven en van
hun afgebeulde en afgestompte gezellen.
Of is de heer Talma bang?
De leerplichtwet is dicht bij het
koperen feest van haar bestaan. En do
technische wijziging, waarom men reeds
kort na haar geboorte geroepen heeft en
waarom men tob clen dag van heden is blij
ven roepen, is er thans.
Het is een ontwerp, zoo schrijft „Het
Huisgezin", clat men op een achter
middag, laten we erg royaal zijn: op één
cïag behoorlijk kan afdoen.
Het ziet er wel bar uit met al zijn door- i
haliügen van clen tegenwoordigen tökst-,
doch in clen groncl is het een zeer eenvou- j
dig wetteke.
Wij zeiden al, dat men het in één dag
met glans kan afdoen. Maar men kan er
mantel inpakken en nam zijn arm. Zoo gin
gen zij het dal in, waarvan niets meer te
zien was door de neerdwarrelende sneeuw.
Zij konden alleen clen straatweg slechts
duidelijk zien.
Wel een uur lang waren zij zoo voortge
gaan zonder veei te praten. Van de ande
ren was niets meer te zien.
Plotseling zei zij: „Joost, ben je boos op
mij, dat ik den ander heb genomen?"
Francisca keerde het hoofd naar hem toe
en hing nog zwaarder aan -zijn arm. Rib
beek zocht naar een antwoord, maar k'>n
geen woorden vinden, en meteen vervolgde
de weeke stem reeds weer: „Je was zoo
hard tegen mij op het gemaskerd bal, Joost.
Geen enkel woord haclt je voor mij, toen
ik je voor den laatsten keer vroeg om rn:j
je liefde te schenken."
Ribbeek voelde zich duizelig worden. Had
zij met Satow gesproken op dat bal en
meende zij, dat hij in dat Faustpak was
vero-orgeu 1
De vertwijfeling deed hem plolseling be
sluiten allea te loochenen en dab kon hij ge
makkelijk doen, daar hij van het gebeurde
niets wist.
„Ik weet alleen, dat er dien avond velen
met mij gepraat hebben en grappen tegen
mij verkocht hebben; maar ik heb ze niet
herkend. Bent u claar ook bij geweest, me
vrouw?"
Francisca keek hem verschrikt aan en
toen hij haar blik rustig doorstond, ging
zij onzeker voort: „Ik had mij in het kos
tuum van een Hollandschen visscher ge
stoken; niemand vermoedde^ dat ik eon
vrouw was, maar wat ik tegen je zei, moeófc
jou toch zekerheid gegeven hebben."
„Och! Waart u dat werkelijk, mevrouwV»
vroeg Ribbeek met goed gespeelde verba
zing. „Daar heb ik geen oogenblik aan go-
dacht; men hiclcl dien visscher algemem
voor onzen vaandrig en ik dacht ook niet
auclers. Daarom geloofde ik met ander*
dan dat hij clen spot met mij wilde drijven."
„Dan heb ik je ten onrechte van wreed
heid beschuldigd, Jocefc," zei zij, moeilijk
ademhalend. „Vergeef heb mij."
Ribbeek nam haar hand, die zij hem toe
stak, en zei ernstig:
„Was heb met beter, dat wij dat alles
lieten rusten, mevrouw U bent de vrouw
van mijn vrioncl en hebt, hoop ik, tob nu
geen reden, gehad om berouw daarover te
hebben. Satow heeft u gevraagd, omdat hij
u hartelijk liefhad, geenezins om uw geld."
„Damifcz had mijn geld zeer noodig."
„Zeker. U waart in alles cle gevende en
gij gaaft Friedrich gelegenheid in het be
zit t-e blijven van zijn oud familiegocd.
Maar dat was het niet vooral, waarmee gij
hem geluk hebt gebracht; het was me ei* nog
uw komen op Damitz als zijn vrouw. Fried
rich gelooft niet andiers dan dat zijn groote
liefde door u beantwoord wordt. Zult g'f
niet uw best clcen hem te bewijzen, dat zijn
vertrouwen geheel gerechtvaardigd is? Glj
hebt aan zijn zijde toch alles, wat gij wen-
scken kunt, en als go hem bij uw eersten
man vergelijkt...."
„Spreek niet van clien verschrikkelijken
tijd Ribbeek. Weet je wel waarvoor en met
welk doel ik mij- in cle verloopen jaren zoo
vernederd heb?"
„Ik weet heb niet, en ik wil het ook niet
weten. En als gij v/enscht, dat ik in het
vervolg op Daraitz komen zal even zoo al®
vroeger, clan moet ge het mij met onmoge
lijk maken, uw man vrij in de oogen ba
zien."
Frauoisca keek hem aan en de tranen
sprongen haar in de oogen.
„Ik heb je lief, Joost, en dat is altijd zoo
geweest voor zoover ik in het verleden kan
zien," snikte zij.
Het trof hem. Haar verdriet was oprecht.
Zij meende wat ze zei; hier werd geen
comedie gespeeld. Hij sprak zachte woorden
tot haar, vermaande haar, trachtte haar
weer kalm te maken. En zij liet zioh troos
ten. Als hij maar bij haar was, dat was al
geluk genoeg.
De sneeuw ging over in regenval. Van do
bergen viel het water in kleine 6troompjea
neer en op vele plaatsen moesten zij door
de plassen op den weg waden.
Het gebeurde af en toe, dab zij uitgleed en
gevallen zou zijn, als hij haar niet gesteund
hacl. Een warme blik dankte hem en hij
meende, dab hij na him gesprek nu verder
veilig was*voor verdere, pogingen van haar
zijde, om zijn liefde te winnen.
Hoe weinig kende hij deze vrouw, dio
heden slechts voor hem gebogen had, omdab
zij vreesde hem uit haar leven te zullen vec«
liezen. Steeds weer vroeg zij zich af of het
werkelijk waar zou zijn, dat hij haar nieb
in haar verkleeding herkend had. Zou zij
haar jawoord aan Friedrich dan toch over
ijld hebben gegeven?...
(Wordt vervolgd.)