De vrouw als predikant.
De eerste schaatsen.
Melkverzorglug.
Zonderlinge behangsels.
De mole voor de mannen.
Fransche slaapkamer-
inrichting.
Jiet Ik de kamer opnieuw behangen, en ik
{mg nu, dat het huis slecht in orde was.
Ten 'slotte reparaties en nog eens report
ties en zoo kwam ik tot een cijfer van
Ï600 gulden.
Dat heb je van nieuw-modol inktkokeTs,
Eén geluk of neen, een dubbel: Ik heb
jnog geen vrouw eu had op 't oogeublik geen
huishoudster; dus: geen standjes van die
^iwakka zijden 1
Dr. M. C. van Mourik Broekman, te
.Berkeley in Californië, vertelde in „De
I Hervortrung" van de vrouwelijke predi
kanten in Amerika.
Terwijl het in de Oude Wereld een nieu
wigheid is een vrouw als predikant werk-
ea&m te zien, is het in de Nieuwe Wereld
teeda een vrij oud verschijnsel.
Het was in 1853, dus meer dan vijftig
jaar geleden, dat de eerste vrouw bevestigd
iword in de Congregational Churches. Tien
jaren later stelde de Universalistiecne
Kerk, met de Dnitarische de meest vrij-
rinnige in Amerika, een haror kansels ter
keeohikking eener vronw. In dat kerkge
nootschap ia het aantal vrouwelijke predi
kanten immer het grootste geweest. Vol-
nns een offirieele opgave waren er in hst
jaar 1887 zeven en twintig. Maar het is
merkwaardig, dat dit aantal niet noemens
waardig toegenomen is. Volgens het laatste
jaarboek waren er in 1910 twee en. dertig
iüniverealistischs dames-predikanten. Het
bleek mij niet mogelijk betrouwbare op-
Rswen te verkrijgen betreffende de ande.-e
kerkgenootschappen, behalve het Unitari-
•ohe, waarover straks.
Er zijn trouwens alechts enkele Kerken,-
Waarin de vrouw mag prediken. Behalve
bij de Kwakers, waar de vrouwen altijd
•en belangrijke rol hebben gespeeld, vindt»
men vrouwen-jpredikers in de Afrikaanscn-
Methodiatische Kerk, de Kerk der negers,
!n het bijzonder in de Zuidelijke Staten,
bdj de Baptisten, cle Methodisten en de
Oojigreg&fcionalisten De drie laatste cate
gorieën van geloovigen zijn in de Vereenig-
de Staten zeer steik vertegenwoordigd, en
toch schijnt het aantal vrouwen, onder h©n
irorkaaajn, uiterst gering te zijn; naar mij
verteld werd, slechts enkelen. De boeken
lover Kerkgeschiedenis van r«oenten da
tum, die gedetailleerd genoeg zajn om eeni-
ge statistieken te geven, vermelden ten
Hoogste, wanneer vrouwelijke afgevaardig
den ter jaarvergadering werden toegel
ten; wanneer de eerste vrouw als predi
kant bevestigd werd, maar niets omtrent
kaar aantal of omtrent haar werk. Het kan
•eer goed zijn, dat de sohrijvers, tegel-
standers wellicht, dit opzettelijk en ten
onrechte verzwijgen, maar wanneer bet
rpredikant-zijn van vrouwen een belangrij
ke fase van het kerkelijk leven beteekende,
tou dat toch moeilijk gaan.
In het Unitarisch kerkgenootschap, het
kerkgenootschap der modernen, zijn, vol
gens het jaarboek 1910, ruim vijfhonderd
predikanten. Van de-ze zijn zeven vrouwen
Elders vond ik de opgaaf, dat er in 1839
ook zeven vrouwen predikant waren. De
laatste twintig jaren dus geen toeneming;
sen verschijnsel, overeenkomende met dat
gene, hetwelk opgemerkt werd bij Univer
salisten. Het jaarboek van 1910 leerde mij
nog iet® anders, dat mij belang inboezemde.
De lijst van predikanten doorzoekende.
kreeg ik eerst den indruk, dat er wel meer
'vrouwelijke predikanten waren, n.l. vijf en
twintig, en daarvan de meesten getrouwde
vrouwen, hetgeen mij uitermate verheug
de, daar ik het gehuwd-zijn van de vrou
welijke predikant, om de redenen, vroeger
opgegeven, van groot belang zon achteo.
Maar bij nader onderroek bleek het mij,
dat dere lijst ook de namen van niet-dienst-
cfoende predikanten bevatte, en dat zonder
uitzondering alle gehuwde vrouwen emeri-
tae zijneen feit, dat te denken geeft. Ver
moedelijk zajn dames-predikanten ongehuwd
begonnen, maar saven zji haar werkkring
De ludiscUe reis van Engelands koning.
waarop tal van tijgers werden tteergescho
ten.
Koning Ge-orge (in hot mid'den) en de ma-
haradjah van Nepal (rechts) na een door
den laatste op touw gezette jachtpartij,
op, wanneer zij in het huwelijk traden,
blijkbaar het stichten eener huisgemeente
verkiezende boven het dienen eener kerk
gemeente. Later werd mij de naam van oen
getrouwde vrouw genoemd, in het Univer
salistische kerkgenootschap op het oogen-
blik dienst doende, een weduwe echter.
Verder vernam ik van een echtpaar in die
zelfde Kerk, dat twee naast elkaar liggen
de gemeenten bediend had, man lq vrouw
's morgens hun pastorie verlatende om do
eesn in de gemeente rechts, do ander in de
gemeente links er van gelegen te gaan wer
ken.
Maar de regel schijnt toch wel te zijn,
dat de vrouwelijke dienstdoende predikan
ten ongehuwue dames zijn.
Het weer heeft da schaatsenrijders ook
dezen winter tot nog toe wel zeer teleur
gesteld, maar wij zijn nog in het z. g. n.
winterseizoen en mogen dus zeker nog
wel even een scshaatsenpraatje houden en
herinneren aan de oudheid van de liefheb
berij: schaatsenrijden.
Dezer dagen werd in het „Handelsblad"
nóg in herinnering gebracht hoe in 1876
jhr. mr. F. J. J. van Eysinga een eigen
aardig geslopen been of bot aan een defti
ge vergadering van liet Friesck Genoot
schap toonde en de meening geopperd'
•werd, dat dit wel een soort van schaats
uit de oude doos kon zijn. Maar het kostte
vrij wat moeite, dat idee eenigen ingang
te doen vinden. Hoe men de zaak ook be
sprak en het been ook bekeek en omdraai
de, men wilde er niet aan gelooven.
Totdat naar aanleiding van het verslag
een der buitengewone leden, jhr. C. A-
Kethaan Macar<§4 te Middelburg, meer
liaht in de zaak bracht door do mededee-
ling, dat in 1810, 1813 en 1834 tal van der
gelijke beenderen in een terp bij Seroos-
kerke gevonden waren.
Zooals men weet zrijn er versaheidene dier
voorwerpen in het museum van het
Zeeiiwsch Genootschap. Men heeft ze trou
wens in Engeland, Zweden en Noorwegen
on op verschillende plaat-seu van ons land
gevonden.
Men reed echter op die schaatsen ver
moedelijk anders dan wij op do onze. Men
bond de beenderen aan de voeten, en duw
de zich dan vooi-t met behulp van met ijzer
gepunte stokken*
In. het werk „Schaatsenrijden" v&u Wi*
chers komt een verhaal voor dat zeker wel
de alleroudste bescheiden over dit onder»,
werp bevat. Hot is een verhaal uit de le
vensbeschrijving van Thomas a Becketj,
door diens secretarie Fitzstephon pi. m,
1190 geschreven.
Genoemde geleerde monnik verhaalt,
daarin, hoe, wanneer het groote water, hefcj
welk den noordorwal der etad omspoelt^
bevroren is, velo jongelieden zich op liet)
ijs vermaken. Sommigen schuiven mot paal
sen die zij zoo groot mogelijk maken (atryi
ding as wide as they may), of glijden vlua
ovei' het ij&. Anderen binden botten aaiq
kim voeten en onder hun hielen en sohuii
ven zich met puntig beslagen stokkei^
vooruit. „As swiftlie as a birde flyeth in
the air, zegt hij. (Zoo vlug als een vogel
vliegt in de lucht).
Er is vaak op grond van dergelijke be^
lichten betoogd, dat het gebruik van ijze^
ren schaatsen in de Middeleeuwen niet uö-j
kend was. Een Engelsch historicus, Houttaj
cofce, noemt als eersten datum het jaar 1571'
toen Alva's soldaten d~or de Geuzen
„schaatsen" werden aangevallen.
Anderen achten dit onjuist. H. baroiij
Collot d'Esoury zegt in „Hollands roem
in kunsten en wetenschappen" (1824, dl. I,
aant. blz. 239, 240): „Het rijden op he|
ijs met een soort van schoeisel van gladde,
en scherpe ijzers voorzien is een kunst,-
welke hier bepaald thuis hoort en reeds iq
de 14de eeuw beoefend werd."
AIe bewijs daarvoor haalt men aan een
zich in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gra,
venhage bevindend handschrift uit 1487,
waarin beschreven staat, hoe een zeker^
maagd Lydwine van Schiedam in het jaa*
1395, toen zij op het ijs op „Atscoloeden"
reed, van de been geraakte en zich leelijk
bezeerde, zoo-dat zij jaren bedlegerig moest
blijven. „Want doe si opt leste van haafj
XV jaren was, ghino ai op scolootsen mètj
baeren even oude maechten op het ijs spe
len omtrent onser vrouwen lichtmisse en
daer quam een van haer gesellinnen riden'
op 't ijs en raecte haestelic Liedwie, also.,
Dz. Liedwie viel op een hoop scollen van'
ijs en brac een oorte ribbe in haer rechter
ei de."
Overtuigend is deze aanhaling niet ala
bewijs, dat er werkelijk ij z e r e n schaat»'
sen werden gebruikt.
Het centraal-comité van den DuitscKen
Btedendag heeft aan de bij den Stedendag
aangesloten steden met meer dan 50,000 in
woners de remdvraag gericht, welke inrich
tingen daar bestaan tot verbetering der melk-
vei zorging en tot bestrijding van ongerecht-
vaardigde stijgingen van den melkpTij3. Uit
de antwoorden bleek, dat een eigen stede
lijke melk verzorging nog nergens bestond,
uitgezonderd inrichtingen tot verschaffing
van zuigelingcnmelk.
Ten einde te hooge verkoopsprijzen van
Imelk te voorkomen, had de gemeenteraad
van Ulm den melkverkoop in eigen beheer
willen nemen. Het plan leed evenwél schip
breuk op te hooge inkoopsprijzen. Het eenige
resultaat is geweest, dat van gemeentewege
aan behoeftigen tegen verlaagde prijzen melk
wordt verstrekt, en een prijs verhooging door
den .Jmndel niet heeft plants gevonden.
Te Augsburg heeft de gemeenteraad aan
de vereeniging van kleinhandelaren in melk
een krediet verleend en enkele gemeente
lijk© lokalen ter beschikking gesteld, ten
einde door den kleinhandel een tegenwicht
te vormen tegen den groothandel. Zij, die
krediet kregen, verbonden zich den melk
prijs niet te verhoogen dan met toestem
ming van den magistraat.
Te Frankfort gaf de gemeenteraad aan een
vereeniging van melkhandelaren krediet tot
aanschaffing van kannen voor het betrek
ken van melk uit Denemarken. De hande
laars hebben den melkoorlog verloren en
moesten in de voorwaarden van de melkleve-
ranciers toestemmen. Oorzaak van dat ver
lies was, volgens den gemeenteraad, oneenig.
heid onder do handelaars. Dcor de gemeente
is nu een melkoommissie benoemd, die voor
stallen zal doen tot een van gemeentewege
te bevorderen melk verzorging.
Te Karlsruhe heeft de directie van het
stedelijk abattoir den melkhandel geholpen,
bij het betrekken van melk uit Mannheim,
Stuttgart en Zwitserland. Een poging om
tot een verlaagd tarief van melkverVoer te
geraken, mislukte evenwel.
In Mains heeft de melkschaarechte van
dezen zomer geleid tot het oprichten van
een coöperatie, wier doel het is tegen vasten
prijs van de leveranciers melk te betrekken
en door een verlaging van winst verhoo-
ging der verkoopsprijzen te voorkomen.
Te München werden meikbassinwagens toe
gelaten voor die eigenaars, welke tegen door
de overheid goedgekeurde prijzen melk ver
kochten. Tevens slaagde men er in melk aan
gevoerd te krijgen in speciale wagens per
sneltrein. Leipzig, Dortmund en Gelsen-
kirchen zijn van plan de melkverordening
te herzien, ten einde een betere melk ver zor
ging mogelijk te maken. Andere steden be
velen de oprichting aan van coöperatieve ver
brui ksver eenigin gen, dde geldelijk door de
gemeente gesteund zullen worden.
Freiburg wil in het groot gecondenseerde
melk inslaan en verkoopen en Sehöneberg
wil meJkkeukens inrichten.
"Werkelijk, als men al die plannen ziet,
moet men wel conoludeeren, dat zoowat alle
energie der overheid op het melk vraagstuk
gevestigd is en er in de geheel e gemeente
huishouding niets anders meer geregeld be
hoeft te worden dam de raelkverzoïging.
In de modegril, die tegenwoordig weer
eens bij de versiering van kamermuren aan
de als eohte vuil- en stofnesten werkende,
gespannen stoffen de voorkeur geeft boven
solide, opgeplakte papieren behangsels, vindt
het Engelsch© vakblad „The Upholsterer"
aanleiding tot een beschouwing over al het
geen „spleenigon" Engelschen, Par ij scha
tconeelspeelsters on anderen tot iederem prijs
naar zonderlingheid strevenden menschen-
kinderen als voor muurbekleeding dienstig
voorkomt.
De beroemde zangeres Christine Nilsson,
Bedert vele jaren gravin Cata di Miranda,
heeft een harcr kamers laten behangen, met
de notenbladen der aria's en liederen, waar
mee zij van haar eerste optreden in het
Theatre Lyriq.ué te Parijs öf tot haar af-
eoheid van het toaneel toe op haar verre
kunstreizen de muziek vrienden in verruk
king heeft gebracht. Een andere kamer is
beplakt met hotelrekeningen uit alle lau
den.
In het gebouw van een groote clnb te
New-York zijn de muren van een zaal met
verscheidene duizenden speelkaarten ver
sierd. In een andere zijn duizenden tooneel-
progTamma's opgeplakt, die door do leden
zijn gebruikt, en in een derde bestaat de
kurkbekleeding der muren uit de kurken
van de champagne flessqhen, welken bij
feestelijke gelegenheden de hals gebroken is.
Dat lieden, die tijd in overvloed hebben,
tien duizenden postzegels van verschillende
kleur, maar van de allergeringste waarde,
met onbeschrijflijke moeite tot kunstige be-
hangeels samen plakken, waarvan de patro
nen door de verschillende kleuren gevormd
worden, of de bandjes van havanna-sigaren
voor dat doel gebruiken, is een alledaagsch
verschijnsel. Minder gewoon is, dat een
Londensche postzegelverzamelaar zijn eenige
millioenen stuks tellende oolleotie met
inbegrip van de daarin voorkomende oude
en kostbare zegels als behangsel aan de
vernietiging heeft prijsgegeven. Een andere
buitensporigheid is die van den rijken,
hartstochtelijken rooker, wiens rookkamer
met platte kistjes is behangen, in ieder
waarvan van de door hem gerookte sigaren-
soort een exemplaar ligt met op,gaaf van
prijs, plaats van afkomst en tijd van in
koop.
Een te GraZ wonende, ge pensionneerdei
majoor had van zijn talrijke reizen to land
en ter zee alle hotelrekeningen en allo
spijskaarten van de door hem' verorberde
maaltijden meegebracht, om er zijn stu
deerkamer mee te behangen. Do interessante
collectie bestaat echter niet meer, omdat de
ei* over verontwaardigde echtgenoot© van den
majoor, die nooit' aan zijn reizen had deelgo-
nomen, op zekeren dag van zijn afwezigheid
gebruik maakte, om do kamer van een ge
woon behangsel te laten voorzien.
Een Engelsch schrijver van naam moet
een muur van zijn studeerkamer hebben
laten behangen met al de onaangename brie
ven van uitgevers, waarvan de manuscrip
ten. gingen vergezeld, die geweigerd wer
den, terwijl de tegenoverstaande muur met
grove of boosaardige dagbladcritieken over
zijn in druk verschenen werken bedekt is.
De Parijsche „théatreuse" Marguérite de
Roohe meet haar vriendinnen gaarne ont
vangen in een boudoir, waarvan het be
hangsel wordt gevormd door de brieven,
waarin haar tallooze vereerders hun warme
gevoelens van sympathie hebben geopen
baard.
Jan van de Munt, de schrijver van „Brio.
ven uit de Hoofdstad" in cte „Leeuw. Crt."
heeft den draak gestoken met de tegen
woordige mode voor cle mannen.
Als vofgt:
Het is me heusch iet om felicitaties te
doen, maar, vrienden, ik ben vandaag jarig
geweestEn de op dezen dag ontvangen
geschenken wensch ik hier in een wijsgee-
rige bui, van cultuurhistorisch standpunt
te beschouwen!
Toen alles voor mij op tafel lag vanoch
tend, ging ik de pakjes open maken....
„Dat is zeker voor jou", zei ik tegen
mijn vrouw; „ik voel zoo iets van franje
en wol"...
„Neen", zei ze. „Pak verder uit. Ik heb
het al gezien! 't Is een warme bouffante."
„'t Lijkt wel een tafelkleedriep ik
en ik mat vier el dikk wol uit; ze vijfmaal
om mijn hals slaande, hield ik nog twee
lange einden over."
Volgend artikel was een katte velletje, om
mijn borst te verwarmen. Daaropvolgend:
twéé kattevelletjes, aan elkaar genaard,
met een gat voor mijn hoofd in 't midden;
om mijn borst en mijn rug te warmen.
„Kan jij 't gebruiken?" vroeg ik mijn
vrouw.
Daaropvolgend twee kniewarmers van
Bispinck Kundert, patent Jaeger, tegen
rheumatiek, knobbeljicht, spatarent enz.
„Wat moet ik er mee beginnen?" riep ik.-
Daaropvolgend artikel: een doo» met
Kalodermartubes, waar ge al meer van
weet, lezer J En dddrop
„Ha", riep ik. „Van wie ia dat?" Ik
voelde door het papier heen den vorm van
een kruik.
„Dat is een ouderwetsohe, die atuurl
een kruikje Old Gin 1"
Ik pakte uit.... het was een warmwater
kruik voor de koude voeten, 's nachts.
Ik kan nou met zeggen, dat ik met al
deze zoo nuttige geschenken erg ingeno
men ben. Vroeger stuurden ze je op je vojv
jaardag sterken drank en tabak, om je tét
vergiftigent maar wat doen ze je tegen*
woordig nou toch op te sohepen met at*
lorlei waar, Rie misschien nuttig is vooi
een zuigeling, maar voor volwassen men*'
Beken toch zeker overbodig!
Loop en me daar menschen van twintig
jaar tegenwoordig met een bouffante van
vier el om den hals, kattevelletjes op hun
borst, smeerseltjes op hun gezicht en alt
ze naar bed gaan een warme kruik
Neen, beste lezer, van de bouffante
maakt mijn vrouw een tafelkleedje, de
kniewarmers gaan naar de keuken voof
poetsdoeken, met de Kaloderma worden dn
assen van den kinderwagen gesmeerd. En
in de warm-waterkruik bewaren we in
's Hemelsnaam maar de petroleum v.oof
mijn studeerlamp.
.Als we nog ijs krijgen, ga ik rijden in
mijn overjasje!
In den laatsten tijd schijnt in dé betere
leringen der Franscho huishoudingen veelal
het begrip „voorname eenvoud" door te
dringen, en hoewel de moderne richting,
zooals wij die kennen, in Frankrijk Dooit
een groote uitbreiding heeft gekregen, is
haar invloed toch niet geheel te ontkennen;
in elk geval, men betracht een gedistLn-
geerdeai eenvoud, waartoe de Empire- én
Adam-stijlen, maar vooral de moderno En
gelsche richting, die in Frankrijk meer dan
in andere landen ingevoerd is, zeer veel
bijdragen.
Eigenaardig, aldus lazen wij in „Onze
Gids" dat men voor de slaapkamer,
welke in hygiënisch opzicht juist meer dan
andere kamers eenvoud verlangt, een an
der beginsel huldigt en deze zeer luxueuB
inricht. Raam- en ledikant-decoraties, enz.
verkenen het slaapvertrek een buitengewoon
elegant aanzien en toch weder niet zco
pralend, dat de behaaglijkheid daardoor
verloren gaat.
In dé woningen der gegoede Parijsche
kringen zijn slaapkamers in stijl-Luuis XVI
tegenwoordig bijzonder in den smaak. De
groote ledikanten met de gevlochten riet
vullingen en de warmkleurig in stijl gchn'i.
den stofdrapericcn maken een zeer voor
namen indruk en de overige inrichting komt
in de kleinste détails met de maaSden
overeen, zoodat een harmonisch, uiterst be
vallig geheel verkregen wordt.
De ledikanten zijn dikwijls van zeer groo
te zware vormen, in mahonie- of 110' n-
hout," bijzonder ruim en gemakkolijk, hoe
wel ze een wat ouder wc tschcn indruk
maken.
Engelsclie ijzeren ledikanten worden
slechts weinig gebruikt, en dan alleen nog
de duurdere soorten mot rijke* koper-ore
ment en, waardoor het monumentale me. lal
len worden. .Maar hoe vorm en uitvoering
ook zijn, steeds worden de ledikanten met
gordijnen voorzien, wat men toeschrijft aan
de vrees voor tocht, meer dan voor brand
gevaar. De ledikant,dccoraties staan, zooals
reeds gezegd, altijd in overeenstemming met
don stijl, doch vele huisvrouwen houden er
van, haai- fantasio daarbij speelruimte te
laten en fraaie tulen on mousselinen-deco
raties'or» gekleurde satijnvoering te nemen,
zoomede bedrukte cretonnes.
De kleerkast heeft meer schuifladen dan
hangruimte, omdat, men in Frnnlcri'lc de
kleederen liever gevouwen weglegt dan zo
aan beugels op te hangen. Wand- en staan
de spiegels acht men onontbeerlijk in elke