N>. 15929
Donderdag Januari»
A0. 1912.
c--
§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
FEUILLETON.
Haar doel gemist.
LEIDSCH
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 16 regels (1.05, Iedere regel meer 0.171. Grootere letters naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën Tan 30 woorden 40 Oents contantelk
tiental woorden meer 10 Cente. Voor het inoaaseeren wordt0.05 berekend.
PRIJS DEZER COURANT:
Toor Leiden per week 9 Cents; per 3 maanden 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten geTestigd sijn 1.30.
Franco per post 1.65.
Leiden, 25 Januari.
Gisteravond trad op uitnoodiging van
de vereeniging „Oud Leiden" in den „Hui
ze Prins" aan het Rapenburg dr. J. Prin-
een, uit Nijmegen, op met een voordracht
wer een onzer merkwaardigste burgers
yóór, tijdens en na het beleg onzer stad,
n.1. den stad sech'rij ver of secretaris Jan van
•Bout-, wiens naam in de Janrvan-Hout-
kade in ons aller herinnering voortleeft.
De belangstelling om van iemand, die van
dezen man een bijzondere studie heeft ge
maakt, het leven van Van Hout te hooren
Bah etsen, ais eohter niet groot en de vergw-
Öering was slecht bezocht.
Dé voorzitter, prof. dr. L. Knappert,
leidde met een kort woord den spreker bij
sijn gehoor in als den man, die door gron-
onderzoek dezen Leidschen burger ken-
lie zooals geen ander.
Dr. Prinsen begon met op de veelzijdig
heid van de door hem te behandelen per
soonlijkheid te wijzen, die als dichter, bur
ger en huisvader en als stadsdienaar merk
waardig te noemen is.
Hij was de eerste Hollandsche dichter,
die Pefcrarca had leeren begrijpen, en den
geest van de renaissance in Holland bracht.
Hij was de zorgzame huisvader, de vriend
yan velen. Maar spr. wilde noch den dich
ter, noch den mensch in Van Hout schetsen,
maar den Leidenaar, die als secretaris der
stad een langen tdjd de leiding van net
stedelijk bestuur in handen had. Met een
korte onderbreking van twee jaar, toen hij
in 1569 op last van De Rossa ontslag kreeg,
en de wijk nam naar Embden, waar hij als
notaris zijn brood verdiende, is hij van 1565
tot aan zijn dood in 1609 secretaris der stad
Leidon geweest. Tijdens het beleg stond hij
burgemeester Van der Werf ter zijde, en
trede ook met dezen naar Leicester, om de-
■en te bewegen de hoogeschool niet uit
Leiden naar Utrecht te verplaatsen.
Ook voor deze hoogeochool heeft hij veel
gedaan; hij had mede de leiding bij de
feestelijke inwijding der hoogeschool, zoo-
afe hij langen tijd secretaris van 't college
Tan curatoren was.
Uitvoerig toonde spr. aan dat hij een
uitnemende stadsdienaar was, die hoever
zijn geest mocht uitsteken boven het ge
wone, toch met voorbeeldige nauwgezet
heid zich ook aan de kleinste zaken wijdde.
Het Leidsch Archief is daar om van de
groote werkkracht van dezen burger te ge
tuigen.
Toch deelde hij niet in de algemeen© sym
pathie, en werd hij door de sta-dSregeering
al eens beschuldigd zijn. taak niet naar be
hoor en te vervullen, en werd hem eens ten
laste gelegd oneerlijke handelingen ten op
zichte van het Hoogheemraadschap Rijn
land te hebben gepleegd. Hij he erft zich
jechter zoowel van het een als van het an-
'der schitterend gerechtvaardigd.
Uit verschillende door Van Hout opge
maakte Charters, "rapporten enz., toonde
»pr. aan hoe Van Hout reeds op een huma
nistisch standpunt stond. Wars van den
'dwang van elke kerkleer, was hi) oprecht
vroom, en is hij zooals hij leefde als een
waar Christen gestorven, wat o. a. bleek
uit zijn testament van 1606.
Hij beoefende verschillende wetenschap
pen, taal-, wis- en sterrenkunde, en bestu
deerde de klassieken.
Uit een door Van Hout samengesteld
Charterboek las spr. een fragment voor, en
maakte daaruit de gevolgtrekking dat deze
als het ware den grond heeft gelegd voor
de moderne geschiedbeechrijving en net
archiefwezen.
Na de pauze droeg spr. een door Van
Hout gedacht zinnespel vooir, dat naar dezen
vorm wel middeleeuwsch was, dooh naar
aen inhoud aan Brederoo deed denken.
Prof. Knappert sloot met een. woord van
dank aan den spr. te ruim tien uren de ver
gadering.
Onder Voorzitterschap van prof. Oort
had gisteravond in heb volkshuis de alge-
meene vergadering plaats van de Vereeni-
ging van Vrijzinnige Hervormden, alhier.
De secretaresse, mej. G. D. M. van 't Haaff
bracht verslag uit over het afgeloopen jaar
en namens den penningmoesteri den heer
Vos, die door ongesteldheid verhinderd
was, deelde de voorzitter iets mee omtrent»
den financieelen toestand.
Daarop was de bestuursverkiezing aan
de orde. In de plaats van de
vijf aftredende bestuursleden, mej. Kuenen,
mej. Van Manen en de hec-ren Mr. Draiayer,
Hjorrée en De Zwart werden gekozenme
vrouw M. Opstelten-Van Heuven, mevrouw
O. Helle maVan der Velden Erdbrink,
en de heeren prof.' Dr. J. Verdam C. Hen-
ner en H. C. de Nie.
Daarop hield Ds VaD der Wissel een
voordracht over het onderwerp: „Waarom
een orthodox predikant modem is gewor
den", naar aanleiding van de brochure van
Ds. Hulsman.
In de vergadering van de kiesvereeui-
ging „Burgerplicht en Gemeentebelang" is
besloten haar loden vrij te laten aan de
eerstvolgende gemeenteraadsverkiezing al of
niet deel te nemen.
Bij beschikking va-n den minister van
Marine zijn de navolgende plaatsingen enz.
gelast
officier van gezondheid 1ste kL L. S A.
M. von Romer, thans geplaatst te Leiden,
29 dezer op nonactiviteit gesteld;
officier-machinist 2de kl. G. R. Gall, 1
Februari 1912 tijdelijk werkzaam gesteld te
Vlissingen;
officier-machinist 2de kl. J. F. Cam
pagne, 1 Februari 1912 geplaatst aan boord
van Hr. Ms. „Kortenaer."
De „Staatscourant" van heden bevat
de statuten van de Afdeeling Leiden der
Zuid-Hollandsche Vereeniging „Het Groene
Kruis", te Leiden; Christelijke Gemengde
Zangvoreeniging „Ex-Animo" (met mopd),
te Heemstede; Vereeniging tob bevordering
van Ambacht en Nijverheid, te Nieuwkoop
Afdeeling Zoetormeer-Zegwaard der Zuid-
Holiandsche Vereeniging „Het Groene
Kruis", te Zoetermeer.
De Zendings-Commissie der Christ.-Ge-
ref. Kerk in Nederland heeft tegen 21 Febr.
een Zendingsdag uitgeschreven in het
Kerkgebouw der Christelijk Gereformeerde
Gem., Lauriersgracht, te Amsterdam,
Als spreker zal o.m. optreden dé. H. Jans
sen, yan Leiden.
Te 's-Gravenhage ie op 68-jarigen leef
tijd' overleden de heer P. van den Blijk,
gepens. luit.-kol. infanterie N.-I. leger.
De begrafenis ia bepaald op a. s. Zater
dag 11 uren naar de begraafplaat» Oud-Eik
en-Duinen.
De leden van de Eerste Kamer der
State'n-Ge nor aal zijn ter vergadering bijeen
geroepen tegen Dinsdag, 30 dezer, des
avonds te halfnegen.
In Mei j.l. heeft de gemeenteraad van
Den Haag besloten, dat de heel- en verlosr-
kundige hulp in het gemeente-ziekenhuis
voortaan zal worden opgedragen aan twee
geneesheeren, van wie de een zal zijn belast
met den heelkundigen dienst, de ander met
den verloskundigen en gyneaoologischen
dienst.
B. en We. hebben thans den gemeenteraad
de volgende aanbeveling aangeboden ter be
noeming van een heelkundige: 1. dr. J.
Schoemaker, heelkundige in gemelde in
richting; 2. dr. D. H. van der Goot, arte.
Prins Hendrik heeft gisternamiddag,
vergezeld van Zijn adjudant baron Van
Pallandt, per auto Honselersdiijk bezocht,
en daar den tuin van den beer A. Vreug-
denhil Jz., en do dmivenkweekerij Nieuw
Honsel bezichtigd. Z. K. H. nam met groo
te belangstelling kennis van de inrich
ting van de kassen, de verwarming en de
electrische watervoorziening, en voorts van
de vervroegde cultuur onder staand en lig
gend glas. De Prins werd rondgeleid en
ingelicht door den heer Vreugdenhil en
diens vader, die de hoogo gasten tot Looe-
duinen vergezelden, waar de inrichtingen
van de firma H. v. Spronsen en Stoyn
werden bezichtigd,
Den 26sten Maart a. s. zal het 25 jaar
geleden zijn, dat de Z. Eerw. heer H. A.
van Kcseel, O. M pastoor der St.-Joscph-
kerk te Delft, vnoeger pater aan de Harte-
brugakerk alhier, tot priester werd gewijd.
Prof. Van Itereon, hoogleeraar aan do
Technische Hoogeecbool te Delft, hee£t_riin
studenten medegedeeld dat hi] het, e. enigen
tijd geleden door hem ontvangen aanbod om
op te treden ale hoofd van het laboratorium
van het Nederlandsch-Indische Suikersyn-
dicaah, heeft afgeslagen. Men vreesde sterk
het tegenovergestelde en het bericht is dan
ook met voldoening ontvangen.
Tob het verkrijgen van den ofüoiera-
rang zén thans bij de verschillende inrich
tingen voor militair ondonriie 415 leerlin
gen in opleiding. n.L bjj d» Kon. Mil Aca
demie, voor het leger hier it lande: late
studiejaar 62, 2do studiejaar 59, 3de studie
jaar 56; voor bet legor in Oost ïndië; 3ste
studiejaar 27, 2de studiejaar 26; 3d» studie
jaar 29.
Bij de Cadettenschool, van het 'leger hier
te lande: late studiejaar 20, 2de studiejaar
21; voor 't, leger in Oost-Indiö3ste studie
jaar 10, 2de studiejaar 11.
Bij den hoofdounsus voor het leger hier te
lande: eerste studiejaar 31, 2de studiejaar
29; voor het leger in Oosfc-Indië: 1ste stu
diejaar 20, 2de studiejaar 14.
Te Kinderdijk ontsliep gisteren in den
ouderdom van 63 jaar de heer Hendrik Smit
■hoofd der firma J. K. Smit, scheeps
bouwmeesters aldaar. De overledene stond,
sedert korten tijd aan het hoofd van deze
bekende scheepswerf aldaar, waarop veel
baggermateriaal en riviervaartuigen ge
bouwd zijn, en van dè scheepswerf te Krim
pen aan de Lek, waar de grootste zeezeil-
sohepen van Holland gebouwd zijn.
(„D. Ct.")
De gemeenteraad van Middelburg
heeft benoemd tot conrector aan het gym
nasium aldaar dr. L. Rank, te Leeuwarden.
NOORDWIJKERHOUT. Men is druk be
zig met het herstellen van de ingezakte
brug aan het Harde Pad. Spoedig zal zij
wederom voor het publiek worden geopend.
OEGSTGEEST. Herbenoemd is met in
gang van 15 Februari a.s. tot burgemeester
dezer gemeente en van "Voorhout Je
heer J. G. M. van Griethuysen, secretaris
van deze gemeente.
SASSENHFjTMProf. Bavinck heeft gister
avond voor de Ckr. Jongelingsvereeniglug
„Jonathan' alhier een redo gehouden over:
„Het Christendom in do 20st© oeuw."
Spreke"* begon met te zegigoa: Wanneer we
zoo het dagelijksch leven nagaan, doen we
de ervaring op, dat ons levon zich beweegt
in zeer kleinen kring, onverschillig of we
wonen in een groote stad of in een klein
dorp. Wanneer men zich deze dingen in
denkt, kan men zich zoo moede on mat ge
voelen en voelt men zoo de waarheid der
woorden: „IJdelheid der ijdelheden, alios is
ijdelheid."
Hebben we evenwel liet voorrecht Christe
nen te zijn, dan staan we op een hoogte,
van waar we een blik kunnen werpen over
den ganschen omtrek. De oenheid Gods brengt
meo de eenheid der wereld cn ook de een
heid van het menschelijk geslacht. Alle rnen-
sohen zijn elkaar in den bloede verwant. In
vroegere oeuw en zag men die eenheid niet in,
dat fundamenteel artikel van ons geloof.
Eb is ook maar één Middelaar, Jezus
Christus. Hoewel Jezus is van Joodsohen
stam, is Hij toch eigenlijk geen Jood, maar
behoort toe aan de gehoele menschheid. Oolc
Zijn werk komt ten bate van allen.
-Hierna bespeak -de spr., do-«rtwikkeling
van het Godsrijk in den loop der tijden.
Het Christendom is in wezen cn kern uni
verseel. Deze katholiciteit van het Christen
dom komt uit in de woorden, waarin ge
sproken woavlt vanliet Evangelie predi
ken aan alle volken.
Spr. wees op den beperkten gezichtskring
der Profeten en Apostelen. Do Kruistochten
hebben den blik verruimd. Toen kwamen
het Vesten en het Oosten meer intiem met
elkaar in aanraking. De ontdekkingsreizen!
volgden en zoo is het voortgegaan tot de
19de en 20ste eeuw. We denken aan mannen
als: Livingstone, Stanley, enz.
Nu, in het begin van de 20ste eeuw, is
de gansche aarde ontdekt, wat weefr mbgo-
lijk is geworden door de verkeersmiddelen
der 19de eeuw. Zoo zijn elle landen en
volken in het wereldverkeer opgenomen. Dit
allee heeft uitbreiding van kennis tenge
volge; uitbreiding vooral van kennis der
natuur en geschiedenis.
Er is eenheid van stof, eenheid van kracht,
eenheid van wetten, omdat alles zijn. oor
sprong heeft in do scheppondo lcraohb van
God.
Wanneer wij dit alles overdenken, zulten
wij dankbaar gestemd worden voor het vele
goede cn groote, ons door God gegeven in <te
laatste twee eeuwen. Door de menschen is
dikwijls misbruik van dat alles gemaakte
Do ongeloovigen brengen niet God do cere,
maar don mensch. Zij beschouwen ontwik
keling in verkeerden zin, als liet zich ont
wikkelen door kracliteQ, in de dingen zelf
gelegen.
Verder zei spreker, dat het Christendom;
nu een crisis doormaakt. Er is veel strijd.
Niet tegen een bepaald deel van het ge
loof, doch de strijd is aangebonden tegen het
Christendom in 't algemeen. Daarom is onze
roeping nu' duurder cn zwaarder. Daarom]
ook moeten wij de waarheid leeren kennen
en waardecrcn. Kennis is macht, ook op het
geestelijk gebiecL Barmhartigheid dienen we
te beoefenen. God liefhebben boven alles cn
den naaste als onszclven.
Verder moeten we het goede erkennen,
dat er in de tegenwoordige maatschappij
valt op be merken, en oog hebben voor de
economische verhoudingenexpansie toepas
sen op geestelijk gebied, n.l. het Evangelie
uitbreiden over de geheele wereld. Dc strijd
in de toekomst zal zijn tussclien Christus,
Mohammed cn Boedha, waarvan wij stellig
golooven, dat Christus overwinnaar zal zijn.
De naaste toekomst is aan Jezus Christus.
VOORHOUT. In „Boerhaave" hield do
afd. Voorhout van het Holl. BloemboMen-
kweekersgenootschap gisteravond een ver
gadering, welke door den Voorzitter, deu
beer Th. MenS) geopend werd^ die daarbij
den leden een gelukkig jaar wenschte in
bedrijf, handel en huisgezin. De beer L.
Zonneveld las de notulen voor en ook een
jaarverslag, waaruit bleek, dat de afd.
driemaal vergaderde, waarbij de opkomst
zeer uiteenloopend was, en het ledental,,
met 8 vermeerderd, tot 37 was gestegen.
Als afgevaardigden naar de Algemecne Ver
gadering op 29 Januari te Haarlem, voor
welke vergadering geen voorstellen van be
lang waren ingekomen, werden benoemd do
heeren C. Rooaen Mzn. en W. v. d. Laan.
De laatste als plaatsvervanger.
De behandeling der agenda voor die ver
gadering deed het besluit nemen, dat vóór
punt 7 en tegen punt 8 zal gestemd wor
den. Den afgevaardigde werd tevens op
gedragen, te verzoeken, dat het Weekblad
van H. B.-G. een keertje minder gevouwen
wordt-, opdat het formaat wat flinker voor-
kome.
Zoo klein als het nu is, is het al weg eer je
het hebt. Met den voorsteller den heer
Meijer, was de gehoele vergadering bet
eens, dat hot een verbetering zijn zou.
De heer Meijer vroeg hierop hoeveel be
stuursleden er eigenlijk zijn, waarop, na
telling en bespreking, men tot de conclusie
kwam, dat er één te veel is.
Spoedig werd echter de oplossing hier*
over gegeven.,Een der leden van het be
stuur had in een vroegere vergadering als
zoodanig bedankt, en voor deze was een
ander lid gekozen. Het bedoelde lid had de
zen avond, geheel en al vergetend, dat
hij geèn deel meer uitmaakte van het
bestuur, uit gewoonte weer aan de tafel
plaatö genomen. Daar het bestuur boven
dien hem zeer gaarne in rijtn midden had,
had men deze gelegenheid aangegrepen cm
hem weer zonder dat hij er erg in had bin
nen te loodsen; iets, waarmede hij, 'din
■abuis bemerkende, niet aoooord ging. Het
geval gaf echter wel vroolijkheid.
De heer Van der Laan vroog of in deze
vergadering bestuursverkiezingen moeten
plaats hebben, hetgeen bevestigend werd
beantwoord. Vergeten is eohter dit op de
1)
Franciaoa Heyroth. was plotseling in het
iabadje waar zij opgegroeid was, maar dat
sij sinds haar huwelijk had verlaten, terug
gekomen. Zij was al eenige dagen het on
derwerp der gesprekken, vooral onder de
officieren.
De beide kapiteins Güntsch en Hintee
hadden het op hun weg van de kazerne
naar hun woning ook druk over „de mooie
•Franoisca."
„Het is al vroeg, in vier jaar weduwe.
Het rouwjaar is weldra om en wij zullen
dan hier genoeg van haar hooren." zei
Güntsch.
„Weet je zeker, dat zij hier blijft? En
■ou zij weer trouwen?"
„Natuurlijk, zij heeft den ouden Ste-
phane geenszins uit liefde gehuwd. Om
sijn geld is het haar te doen geweest. En
nu zij dat heeft en eer vrij is wel, nu zoekt
zij natuurlijk iemand in haar geboorte
plaats, die beter bij haar past dan haar
eerste man."
„Meen je, dat zij nog een oude liefde
voor iemand heeft?"
„Ja, Hintee, oude liefde roest niet
Zij zal ongetwijfeld op onzen Joost het oog
hebben, zei Güntsch met- een geheimzinnig
lachje.
„Watt Joost von Ribbeek, zou die de ge
lukkig© zijn?" riep Hint/ze ongeloovig.
,,St! niet te luid zulke dingen zeggen;
men moet steeds voorzichtig zijn met ge
rechten. Maar mijn vrouw rou je er heel
wat van kunnen vertellen. Je west, ci'e
vrouwen
„Ja, ja, die vrouwenMaar U.bbeck,
teg je; nu, het zou dom van den kerel
weaen, als hij haar niet het hof ging ma
ken."
„Je weet, dat zij vroeger wel iets voor
elkaar gevoelden Maar het kwam in hoofd
zaak van haar kant. Ribbeek heeft vroeger
geen huwelijk met haar gewild."
„Goed, goed; maar nu is rij schatrijk,
vroeger was zij arm; dat is nogal een be
langrijk verschil, Güntach. Hij zal haar voor
den tweeden keer niet weer van zich
stooten."
,,Wie zal het zeggenMaar wijst hij haar
af, dan neemt zij, wat ik je zeg, den eer
ste den beste, die komt, uit nijd. Let op
mijn woorden 1"
„Et zijn er genoeg, die haar graag wil
len hebben, en ook velen, die haar geld uit
stekend gebruiken kunnen. Ik denk bij^
voorbeeld aan oWzen collega Satow. Het
landgoed van zijn vader moet er niet schit
terend vóór staan.
De heeren spraken verder over regimeobs-
zaken en hadden zoo ongemerkt de woning
van Guntadh bereikt.
Kapitien Hintee ging de laan, langs
het oude slot dooi* naar het Casino, waar
hij besloot zijn middagmaal aan de alge
meen© tafel te gebruiken.
Ook hier, vooral onder de oudere offi
cieren, die Franckoa Stephany of Fran re
«Jooals zij vertrouwelijk genoemd werd, nog
als meisje gekend hadden, liep het gesprek
over de schoon» rijke weduwe.
„Een bijaoiKWr mooie vrouw," zei eea~
jonge hritenasfc
„Jammer, dat ze nog in den rouw is",
merkte een ander op.
Haar paarden zijn al gearriveerd," ver
telde Thiele.
„Wat zeg je?" vroeg een oudere officier
verbaasd.
„Bij Becker zijn twee groote paarden
van mevrouw Stephany gestald. Becker
heeft zelf voor het transport gezorgd."
„Zoo, zo«o, dus zij heeft rijden geleerd 1"
„Een auto heeft zij o*"k," ging Thiele
voort, die zich gevleid voelde nu hij de
oudere kameraden zoo uitvoerig kon in
lichten.
„Hoor eens aan? Of de vaandrig goed
op de hoogte is! Misschien wordt je wel
op de aanstaande jours van de weduwe
genoodigdl Franze heeft een goed hart;
dat weet ik nog van vroeger. Zij heeft wel
wat voor een ander ov©t."
De spreker wierp, terwijl hij dit zei, een
eigenaardigen blik op luitenant Ribbeek,
die tegenover hem zat.
„Zij heeft nu zooveed geld, dat zij doen
kan wat zijl wiL Zij behoeft nu maar even.
te wenken en zij kan dienaa. genoeg krij--
gen, zelfs onder hen, die vroeger niet» van.
haar wilden weten."
„Mijne heeren," aoo klonk plotseling de
krachtige stem ven kapitein Hintze, „ik
geloof, dat wij hier wat te vrijmoedig over
mevrouw Stephany ©preken. Vroeger was
rij als jong, mooi meisje door ons allen
eer geacht. Wij spraken teen van Franse
en waarom niet? Maar daar maakt zij ken
nis met een ouden man te Berlijn, en ver -
laat ons en ons stadje. Nu komt «ij ale rijke
- weduwe terug, om bij ha&r moeder in te
wonen. Thans m me een afstand teteache»
haar en ons gekomen en wij doen goed »n
plaats van Franze te spreken van mevrouw
Stephany. Ik geloof, dat gij allen or zoo
over denkt als ik?"
Verschillende officieren betuigden hun bij
val, waarna één verklaarde, dat hij rich
toch gelukkig noemde, daar hij in de nabij
heid van de schoon© vrouw zij kamer had,
en haar dus dikwijls kon zien.
Ribbeek begon ondertusachen een gesprek
met zijn jongeren vriend Satow.
„Mijn va/Ier heeffc al verscheiden malen
gevraagd, waarom je zoo weinig op ons
landgoed komt, Ribbeek. Heb je Zondag
ook vrij? Mag ik den ouden heer zeggen,
dat je dan komt?''
„Als je denkt, dat ik je vader welkom
zal rijn, dan graag Satow," antwoordde
Ribbeek, rijn vriend hartelijk aanziend.
„Je weet toch wel, dat mijn vader zijn
huis „Hohensatow" altijd voor ieder open
stelt. Mijn vader vindt het pleirierig, dat
wij het zoo goed samen kunnen vinden.
En inderdaad, jij hebt er heel wat voor ge
daan, om het mijl bij het regiment aange
naam te maken."
Ribbeek was opgestaan. De dienst riep.
Met Satow verliet hij het Casino en druk
pratend gingen zij naar do kazerne.
„Het i» een mooie bezitting; dat „Hohen
satow,'' meende Ribbeek.
„Ja, maar ik vestig or mij voorioopig
nog niet. Het bevalt mdj goed onder de
militairen. Mijn vader is ofc'- nog sterk,
hoewel mijn zuster Dooothé zich vaak over
rijn gezondheid bezorgd maakt. Zij is dik
wijl» te emstig. Heel ivnctero dan de vijdf-
tseJijaa-ige Annalena; op (ben leeftijd neemt
men het lieven niet coo «waar op.
Ribbeek, kon je Franze Stephany van meer
nabij?"
„Ja, als jong meisje heb ik lia-ar gekend."
„Wdj zu/tlen een interessanten tijd to ge-
moet gaan, want natuurlijk zal rij met haar
geld een man tot zich willen trekken. Zij
zal wel een bedoeling met haar huwelijk
met Stephany gehad hebben.
„Oordeel niet te hardZij' was ami en het
loven is moeilijk voor een vrouw, als -'i
arm ia.
Hoe geheel anders is rij als mijn ziia^
tor."
Ribbeek was dat geheel met Satow eens.
Dorothó etend voor hem b°ven iedere an
dere vrouw; maar hij had haar nooit over
zijn gevoelens durven spreken. Hij verbaas
de ©r zioh nu over, dat hij den Jaatsten tijd
niet vaker haar gezelschap had gezocht.
Vroeger waren zij een tijdlang veel samen
geweest.
Ribbeek bleef aan liet meisje, denken^ ook
nog, toen hij in de kazerne was.
Terwijl in het Casino luid cn oppervlak
kig over Francisca Stephany werd gespro
ken, had d'eze met haar moeder, mevrouw
Heyroth een min of meer scherp gesprek,
„Zet dien stoel daar toch niet neer,.
Franze," zei mevrouw Heyroth.
„Friinze, noem mij zoo niet, moeder; dat
herinnert mij aan den tijd van mijn ver
nedering."
„Vernedering?" zei mevrouw Heyroth op
verbaasden toon.
„Ja, want door de jaoht op den rijken'
nm-n heb ik afstand van mijn geluk moebe*
doen:"
(Wordt vervolgd.)